Pi WEtOO Ons Modehoekje. SPEL EN ARBEID VAN KINDEREN DONDERDAG 27 AUGUSTUS 1936 HAAEEEM'S DAGBE'AD 10 Voor koele dagen. Bij ons behoort de zomer al weer tot het verleden en zitten we in den tijd, die men zoo terecht den overgangstijd noemt, ook wat de moed betreft. Men interesseert zich weer voor mantels. En wel in de eerste plaats voor de driekwart- lange sportmantel van geruite wollen stof. Doch ook de meer gekleede mantel vraagt de belangstelling. Onze eerste teekening geeft een afbeel ding van beide mantels. En zooals u kunt zien, beide staan aardig. Zeer in trek voor de overgangsdagen zijn de mantelcostuums. In het voor- en najaar be leven die hun grooten bloei. Zoowel de ge tailleerde als de loshangende jasjes zijn favo riet op het oogenblik. Het hangt geheel van het materiaal af, welk model men kiezen wil. i Voor stevige wollen stoffen kan men gerust een getailleerd model kiezen, terwijl soe pele losse stoffen minder geschikt zijn daar voor. Op de tweede afbeelding ziet u: links: jeugdig mantelcostuum van zand kleurige wollen stof, gecompleteerd door steenroode accessoires. Schoenen en tasch zijn in beige en rood gehouden. Daarnaast een ensemble van groene crêpe. Op de eenvoudige jurk wordt een half-lang los- 1 hangend jasje gedragen. Apart van dit jasje zijn de mouwen. De revers van de japon wor den over het manteltje gedragen. Handschoe nen, shawl en tasch zijn in een donkergroene tint gekozen. De knoopjes op de japon zijn van simili. SCHOOLJURK VOOR MEISJE VAN 14 JAAR. De jurk, waarvan wij hier het model geven, is vervaardigd van geruit flanel. Tegenwoordig zijn onze meisjes zoo sportief, dat ze ook des winters jurken met halve mouwen dragen; iets, dat de moeders zeker niet zal spijten; want ze hebben dan geen versleten mouwen te verstellen. We hebben voor dit doel ongeveer 3.50 M. Schotseh geruit flanel noodig. De rok be staat uit twee deelen. Men kan de rok zoowel schuin- als rechtdraads knippen. De eerste manier heeft echter het nadeel, dat de stof niet breed genoeg is, zoodat men aan de hoe ken stukken aan moet zetten. Dat is een wei nig moeite; maar in de geruite stof valt de naad niet op en het resultaat is aardiger. Het lijfje wordt op den rug geheel dichtgeknoopt met knoopen en knoopsgaten. Aan den voor kant is de halsopening een weinig gedrapeerd onder een smalle pat. Op welke wijze de ruches op de mouwen gemaakt worden, laat de teeke ning duidelijk zien. Noodzakelijk is dit echter niet. De jurk is net zoo aardig wanneer men deze garneering weglaat en de mouwtjes iets poffend maakt. De ceintuur is van het zelfde materiaal gekozen en wordt op den rug gestrikt. Men kan er echter ook een ceintuur tje van lak- of wildleer in een afstekende kleur op laten dragen. We meten, voor we beginnen, eerst na, of de maten, die op het schema staan, voor ons dochtertje, of voor wie we het dan ook maken willen, goed zijn en vervolgens maken we het papieren patroon. Dan pas knippen we de stof. De naden naait men aan den binnen kant om. FRANSCHE SLABOONTJES. Haal dunne slaboontjes op de bekende wijze af. kook ze gaar, en stoof ze met een zeer fijn gesnipperde ui, die in ruim boter lichtbruin gefruit is. RECEPTEN KALFSVLEESCH MET PIKANTE SAÜS. 75 gr. boter een uitje een tomaat peterselie laurierblad een worteltje thijm. 21/2 dL. bouillon bloem koude kalfsnierstuk. Zet de boter op een zeer zacht vuurtje met de groenten en kruiden en laat dit een uurtje trekken. Zeef de boter en maak een niet te dikke gebonden saus van boter, bloem en bouillon. Maak dit op smaak af met zout en desnoods een of andere pikante saus en stoof hierin het overgebleven, in plakken ge sneden kalfsvleesch. Zich schikken naar anderen. Juist wanneer het kleine dingen betreft. Mieke, de vijftienjarige, logeert bij oom en tante, maar het verblijf is niet zoo'n volle dig succes als vorige jaren, want men ergert zich wederkeerig. De logé is een modern meisje, zij draagt shorts: een kort broekje met een blousje met korte mouwtjes, waar aan ooon en tante zich ergeren. En omdat Mieke niet dom is en de ergernis in de lucht voelt hangen, wanneer zij er voor het eerst mee aan het ontbijt verschijnt, ergert zij zich aan wat zij „de bekrompenheid" van oom en tante noemt. Tante heeft op haar lippen om het kind naar boven te sturen en haar een van de fleurige zomerjurkjes, die zij in haar koffer heeft, te laten aantrekken. Maar een blik op Mieke's uitdagende snuitje weerhoudt haar: tenslotte wil zij de stemming niet be derven, Mieke's moeder vindt deze kleeding blijkbaar goed, en het meisje zal toch niet iederen dag in dit costuum rondloopen. Maar tante heeft buiten Mieke's kersversch aangeleerde gevoel van zelfstandigheid ge rekend. Zij zal oom en tante wel eens laten zien dat zij een modern meisje is, dat niet meer tot de kinderen mag worden gerekend. En dus verschijnt zij ook de volgende dagen in shorts aan het ontbijt, loopt er verder den heelen dag mee en stribbelt nog tegen, wan neer tante haar voor het middagmaal zegt, een jurkje aan te trekken. Waarin zij zich tenslotte schikt, omdat tante zich ook voor tafel kleedt, en omdat dit toch wel erg groote-menschen-achtig is. De situatie blijft wat gespannen tijdens de logeerpartij, en als Mieke vertrekt in een zomerjurkje, die ze nog niet heeft gedragen denken beide partijen dat dit dan maar de laatste maal moet zijn Thuis lucht Mieke dadelijk haar grieven tegen moeder, die toch zelf voor haar de shorts heeft gemaakt. Maar dat gesprek valt haar niet mee, moeder is het totaal niet met haar eens. „Zoodra je merkte, dat oom en tante je shorts niet goedkeurden, had je ze behooren te verwisselen voor een jurk. Jij was de gast en je moest je schikken naar gastheer en gastvrouw Bovendien ben je nog maar een klein meisje, en ik vermoed zelfs dat je de shorts meer gedragen hebt, dan je thuis ooit zoudt hebben geadan, alleen al uit dwarsigheid. Wanneer anderen lief voor je zijn en je gastvrijheid verleenen, moet jij zorgen dat je hun geen aanstoot geeft. Dat is de gastvrijheid met voeten treden en je bederft het wederzijdsche genoegen. Maar bovendien gaan er over en weer brieven van moeder naar tante en omgekeerd over dit onderwerp, doch daarvan weet Mieke niets. Op deze wijze zijn er veel kleine botsingen tusschen de menschen, die plotseling enorme afmetingen kunnen aannemen, wanneer beide partijen zich schrap gaan zetten. Hoe veel minder ergernis zou er zijn, wanneer beiden water in hun wijn deden, of wanneer degene die de minste moest zijn. zooals Mieke in genoemd geval, zich ook de minste kon toonen, en daarbij dan nog de winst behaalde van een zelfoverwinning. Heel vaak zijn zulke botsingen een gevolg van leeftijdsverschil, waardoor gevestigde begrippen, voortgesproten uit ervaring, in conflict komen met jonge en frissche maar ongefundeerde denkbeelden. Hoe goed is het dan, wanneer de jongeren zioh schikken naar de oudere menschen, het leven elscht immers dagelijks van ons, dat wij ons schik ken naar anderen. Wie dat in zijn jeugd nooit heeft behoeven te doen, is te beklagen, want hij is onge schikt om dagelijks met andere menschen om te gaan. E. E. J.P. GESTOOFDE KWETSEN. Wasch de vruchten, snijd ze open en haal de pitten er uit, en vooral ook het scherpe aanhangseltje van de pit. Zet de vruchten zonder water met flink suiker op, roer voort durend en laat ze gaar worden, zooveel mo gelijk zonder kapot te koken. Bind het vocht zoo noodig nog wat na met aangemengde sago ALLERLEI HANDWERKJES. Handwerken 'is een rage geworden en geen terrein is meer veilig voor de handwerk woede der moderne vrouw. Zoowel heel fijne, minutieuze handwerken, als handwerken van dikke gekleurde wol worden gemaakt. Op onze illustratie ziet u eenige voorbeelden van moderne naaldkunst. Daar is allereerst een ontbijtlaken, be werkt met een kruissteekpatroon in vroolijke tinten zijde; een gemakkelijke stoel, waarvan zitting en rugleuning vervaardigd zijn van zelf geweven stof. Een theegarnituur, be staande uit, een kleed met bijpassende vinger doekjes is versierd met open zoomen en uit gerafelde zijkanten. De gezellige tea-cosy heeft een decoratie van appliqueerwerk. Kraagjes en jabots vormen ook dankbare voorwerpjes om zelf te maken. En niet te ver geten, de gezellige, zachte, mollige en wollige speelgoeddieren, die we van overgebleven lapjes voor onzs kleuters maken. RIE DE BR. HET MENU VOOR DE HEELE WEEK ZONDAG, Heldere bouillonsoep Kalfsnierstuk Spinazie Aardappelen Charlotte au café. MAANDAG Kalfsvleesch met pikante saus Aardappelsla Rijst met gestoofde kwetsen DINSDAG. Gebakken worst Spaghetti Appelmoes Beschuitjes met kaas WOENSDAG Runderbiefstuk Bloemkool Aardappelen Citroenrijst. DONDERDAG Bloemkoolsoep Roereieren met ham Gebakken aardappelen Vruchten. VRIJDAG Gepocheerde eieren Boonensla Warme beschuitpudding ZATERDAG Varkenscarbonaden Postelein Aardappelen Griesmeel met rozijnen. Al heel vroeg doet zich bij het kind een drang voelen naar beweging, naar hande ling. Zoolang het wakker en gezond is, wil het zijn ledematen bewegen; het wil loopen, draven, hollen, grijpen en het kan gebeu ren dat het eenzelfde handeling 50, 60, ja meer dan 100 maal achter elkaar herhaalt. Kalm. rustig iets bekijken is een onmoge lijkheid voor het jonge kind; langen tijd iets aanhooren zonder babbelen of bewegen al evenzeer: dit eischt trouwens een be wuste opmerkzaamheid, die men zelfs bij vele ouderen vergeefs zou verwachten. Hoevele ouders meenen niet, den drang naar leven en beweging in hun kinderen te moeten tegen gaan. „Kind, wees toch stil". „Jongen, houdt toch eens op met dat la waai!", „En als je niet stil bent, dan Hoort men deze en dergelijke uitdrukkin gen niet honderden malen? „Children should be seen and not heard" zei men in groot moeders tijd. En toch ligt bij het altijd en overal maar weer voorkomen, het steeds weer zich willen uiten van dien drang niet de veronderstelling voor de hand, dat die lichamelijke bezigheid voor de goede ontwik keling van het kind noodig is? En niet alleen voor de lichamelijke, ook voor de geestelijke ontwikkeling is deze van onberekenbare be- teekenis. Daarom moet het een der eerste zorgen van de ouders zijn, bovenal van de moeder, den drang naar beweging en han deling bij het kind in goede banen te leiden, het de gelegenheid te verschaffen zich op nuttige, doelmatige wijze te uiten. In zijn spel legt het kind een ernst als een volwassene in zijn arbeid (hoeveel volwasse nen weten dit, erkennen het en handelen er naar tegenover de jeugd.) Het gaat in zijn spel op. En „hoher Sinn liegt oft im kind- lichen Spiel". Wie een spelend kind aandach tig gadeslaat, kan dikwijls reeds allerlei aan geboren neigingen opmerken, welke een dui delijke vingerwijzing zijn voor het toekom stig beroep. Denk aan de verschillende hou dingen van meisjes tegenover poppen, het verschil van opvattingen bij knikkeren, bal spel enz. onder de jongens etc.; de gevallen zijn legio. Ouders, neemt het spel uwer kinderen ern stig, beziet, het niet met minachting of ge ringschatting. Beperkt ook niet door allerlei bepalingen en voorschriften de spelvrijheid, want ge zoudt de spelvreugde te zeer bc- invloeden, ja kunnen bederven. Er is één groot euvel, dat men in heel veel gezinnen kan opmerken: men koopt voor de kinderen te veel en te duur speelgoed. Zeker, niet alle ouders zijn hierbij zelf de schuldi gen. Al te vaak ligt de fout bij goedwillende ooms en tantes en grootouders: men beseft niet welke schade men toebrengt aan de ont wikkeling van het kind. Ach, hoe menig rijk jongetje of meisje staat niet pruilend en mokkend voor zijn volle speelgoedkast „Wat kan je daar nou mee doen?" „Ajakkes, dat leelijke ding". Arme rijke kindertjes, heb ik dikwijls gezegd. Wat werkt men slordigheid, onverschilligheid, zorgeloosheid in de hand, wat kortwiekt men de breede vlucht der kin derlijke phantasie! Hoe oneindig veel beter zou het zijn, het kind in plaats van al dat mooie, dure, klare speelgoed dingen, mate rialen te verschaffen, waarmee en waarvan het zelf iets kan maken, vormen, waarbij zijn phantasie en zijn vindingrijkheid tot uiting kunnen komen door steeds herhaalde oefe ning: zand, bouwsteenen, touw, lapjes, plank jes, latjes, gereedschap enz. Gun daarbij het kind ruimte in de kamer, op zolder, in schuur of tuin en wees niet al te huiverig voor wat lawaai en geschreeuw. Maak u ook niet te boos over een scheur of haak in jas of kous en treur niet te erg over al weer een paar stuk geloopen schoenzolen. Doch klaag even min, als zoontje of dochtertje eens een schram of buil heeft opgeloopen of zich een jaap in den vinger gaf: met al te zoet mede lijden bij dergelijke nietigheden vormt men geen gezonde, flinke knapen. Wees ook niet te angstig, als uw jongen in een boom klimt en een koenen sprong waagt. Houd schaar en naald en zakmes niet al te lang ver van uw kind, het zal er gauw genoeg handig mee omgaan, al zal het zijn leergeld moeten be talen in den vorm van enkele druppels van zijn kostbaar bloedje. Langzamerhand moet uit het spel de ar beid geboren worden, eerst als een mogen, dan als een moeten, een plicht. Is niet elk meisje blij, als het moeder mag helpen bij het stof afnemen, tafeldekken en andere huiselijke bezigheden, en vindt een jongen het niet „fijn", als hij vader mee mag hel pen timmeren of rooien of spitten. Men ac- cepteere die kinderlijke hulp met welgeval len, verheuge er zich over, moedige met vriendelijke woorden aan: 't is de mooiste en gemakkelijkste overgang tusschen het on gedwongen spel en den plichtmatigen arbeid. Als het kind zoo heerlijk en prettig helpt, hebt ge gelegenheid af en toe eens te too nen hoe dit of dat nog beter kan worden ge daan en in aansluiting hieraan geeft ge na verloop van tijd een der bezigheden als een „taak" op met een aanmoedigend „dat kan je immers al zoo goed, doe hef nu maar eens alleen". Ge zult eens zien, hoe graag en met welk een kinderlijken trots de „bevolen hulp" wordt verricht als een eerste eigenlijke ar beid. Langzamerhand wordt nu de arbeid regelmatig opgegeven en wordt het kind er verantwoordelijk voor gemaakt: het spel werd hulp, de hulp werd arbeid en deze werd plicht. Deze arbeid van het kind heeft bovenal een redelijke beteekenis en niet gering kan ook de invloed zijn op de lichamelijke ont wikkeling. Zal deze laatste invloed echter ten goede strekken, dan moet de arbeid zijn in overeenstemming met de kinderlijke krach ten. Het was ondanks wetten en verordenin gen vaak een treurig sociaal verschijnsel, dat honderden kinderen door den nood gedwon gen werden tot een arbeid, welke de natuur belemmerend in den weg stond of leidde tot een eenzijdige ontwikkeling der lichaams krachten. Aan den anderen kant is men in de laatste decennia vaak te sentimenteel in het bepalen van de mate van arbeid, welke men kinderen wil opleggen. Hoe meer het spel in den loop der jaren plaats maakt voor den arbèlS» hoe noodza kelijker het wordt een doelmatige afwisseling te brengen tusschen geestelijken en lichame- 1 ij ken arbeid. Vele ouderen zullen het ook ervaren hebben dat ze. na een poos zich te hebben gegeven aan lichamelijk werk, een verlangen in zich voelen opkomen om eens rustig een wijle te genieten van lectuur of andere geestelijke spijze en omgekeerd. Een opgelegde taak geeft een kind in 't algemeen en zonder meer gewoonlijk weinig vreugde en toch is het juist de vreugde bij het werk, die zoo weldadig voor lichaam en geest is. Daarom late men niet te spoedig den plicht voelen, maar zorge er vooral voor dat alles, wat opgegeven is, met vreugde kan worden gedaan. Zoolang mogelijk een mogen, daarna het moeten. De verdiende rust na vroolijk gedanen ar beid is dubbel heilzaam voor lichaam en geest. J. BASTIAAN, De Eerste Frissche Dagen. Binnenkort gaan we weer over herfst- kleeding denken en wat zijn we dan goed klaar met een mode, die complets voor schrijft bestaande uit wollen japonnen met bijbehoorende jasjes van dezelfde stof. Deze jasjes zijn allemaal kort, soms tot de taille reikend, maar nooit verder dan twin tig centimeter eronder. Zij hangen geheel los zonder sluiting of zij worden open gedragen en kunnen hoog gesloten worden. De revers zijn klein of ontbreken geheel, soms zijn de manteltjes getailleerd; bij andere wordt de taille geaccentueerd doordat de ceintuur van de japon over het jasje wordt gedragen. Natuurlijk zijn de japonnetjes eenvoudig van snit en hooggesloten aan den hals, zoodat het geheel den indruk maatk van een warme manteljapon, een heerlijke, gemakkelijke dracht voor de koele herfstdagen die op komst zijn, wanneer een lange mantel nog als een last wordt voortgesleept Ons Wekelijksch Knippatroon, Nr. 689: mooi complet voor koude herfst dagen, te vervaardigen van wollen stof. Het complet bestaat uit japon en drie-kwart langen mantel. De japon heeft een dubbel kraagje, zooals de mantel; het onderste kraagje kan men naar verkiezing van wit piqué maken. De overslag van den rok loopt door in het blousje en wordt daar met eeni ge knoopen gesloten. Een smalle ceintuur breekt de lijn van het geheel. De mouw is lang en aangesloten. Dit complet is te ver krijgen in maat 44: bovenwijdte 102 c.M.; taillewijdte 86 c.M.; heupwijdte 110 c.M.. Door het al of niet aanknippen van naden kan men het patroon passend maken voor het eigen figuur. Prijs van het patroon 50 ets. per stuk. Benoodigd materiaal: 6 meter van 100 c.M. breedte Nr. 690 A: kort manteltje, te vervaardigen van geruite wollen stof, naar verkiezing all of niet gevoerd. De revers en de opgestikte zakken verleenen het jasje een sportief ca chet. Benoodigd materiaal: 2 Meter van 130, c.M. breedte en 2 Meter voering van 100 c.M. breedte. Prijs van het patroon 25 ets. per stuk. Te verkrijgen in maat 42: bovenwijdte 96 c.M.; taillewijdte 74 c.M.; heupwijdte 104 cM. Door het al of niet aanknippen van na den kan men het pa.troon passend maken voor het eigen figuur. Nr. 690B: bijpassende rok van effen maté4 riaal. Een diepe uitspringende plooi verleent de noodige bewegingsvrijheid. Benoodigd materiaal: 2 maal de hoogte van materiaal, dat 100 c.M. breed is. Patroon te verkrijgen in- maat 42 (zie boven). Prijs 25 ets. pes stuk, Deze patronen zijn dus in genoemde ma ten tegen bovenvermelde prijzen te verkrij gen bij het bureau van dit blad plus 6 ets. portokosten. Den lezeressen wordt vriendelijk verzocht bij bestelling duidelijk het nummer van het gewenschte patroon en tevens naam en adres zoo volledig en nauwkeurig mogelijk op te geven. Men voorkomt daardoor onnoodige vertraging in de verzending. Beleefd verzoe ken wij de lezeressen haar bestelling vol doende te frankeeren, daar deze anders nieb door ons geaccepteerd worden. Bovenstaande patronen zijn ook naar maat te verkrijgen. Prijzen zijn dan: 689: 80 ets.; 690A: 30 ets. en 690B: 30 ets. per stuk. Verder leveren we niet alleen patronen van de hier gepubliceerde modellen, doch van ieder gewenscht model. Prijzen van deze patronen naar maat zijn: Voor een mantel 60 ets.; voor een japon 50 ets.; voor lingerie en kinderkleeding 40 ets. en voor blouse of rok 30 ets. per stuk. Toezending van een afbeelding of schetsje met vermelding van maten is voldoende. Wenken voor de huisvrouw Mieren zijn zeer snoeplustige diertjes. Een miereninvasie in provisiekast of keuken is dan ook iets, waar de huisvrouw danig het land aan heeft. Hier volgt een eenvoudig middeltje om de mieren voorgoed te ver jagen: Men maakt een papje van een paar eet- I lepers stroop met wat gist en zet dit op de plaats van waar men meent dat de mieren komen. Na acht dagen zal zich geen mier I meer vertoonen. Handschoenen, die een ietsje te klein zijn, moet men een paar uur in een vochtigen doek leggen. Ze zijn dan veel rekbaarder ge worden en kunnen op maat van de hand getrokken worden. (Mits dit niet een paar nummers scheelt!) Om de kleur niet te be schadigen, mag men den doek niet te voch tig maken. Smoezelig geworden fluweelen hoeden kan men schoonmaken door ze af te wrijven met een stuk oud wittebrood. Heeft de rand van den hoed vettige plekken, dan behandelt men die met een lap, gedrenkt in benzine, tetra fif terpentijn,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 8