Notities van een Crieksche reis. VERTELLING TEMPELIERSSTR. 32 VRIJDAG 2S AUGUSTUS 1936 H A *A' R E E M'S D A G B E 'A D In de Moskeeën van Constantinopel. De Alexandersarcophaag. Een republiek van i kloosters. Opnieuw op Griekschen bodem- Door Dr. D. M. HOOGEVEEN. Woensdag 15 April Vandaag gaan we Constantinopel bezichti gen en als we in onze auto hebben plaats ge nomen, die we deelen met een gemoedelijken Keulenaar, die blijkt goed van Holland op de hoogte te zijn, komt zich een onwaarschijnlijk mannetje als gids aan ons presenteeren: hij ziet er echt Turksch uit, is reeds tamelijk oud en spreekt zijn Duitsch niet al te best. Zijn figuur is wat gebogen en slap, zijn convexe neus wordt af en toe door een flauw lachje Turksche begraafplaats. omspeeld: zoo'n mannetje moest nog de oude roode fez t>p zijn hoofd hebben! We gaan naar het Hippodroomplein, dat zijn naam ontleent aan de paardenwedrennen, die er oudtijds plaats vonden, het oude middelpunt van de stad. Het is een meer interessant dan mooi of gezellig plein. Twee obelisken geven eenige de coratieve praal. Belangwekkend, vooral voor den classicus, is een afgebroken slangenzuil van brons bestaande uit 3 regelmatig om el kaar gekronkelde groene slangen. Het gedeelte dat daar nu staat is vijf meter hoog. 5ens heeft deze zuil een gouden drievoet gedragen in Délphi, aldaar opgesteld ter herinnering aan de overwinning der Grieken bij Platseae. Van Délphi werd ze hierheen gebracht. Heerlijk is temidden van de stadsdrukte de serene rust van het interieur der grandioze moskeeën. Eerst zien we de Sultan-Achmed- moskee, indrukwekkend door de geweldige pij lers en machtige koepel. De kleurwerking is bijzonder fijn: de wanden zijn gedeeltelijk met wit marmer, gedeeltelijk met prachtig blauwe fayence-tegels bedekt. Op den vloer bevinden zich reusachtige tapijten, die men betreedt op sloffen, die men over den schoen heen moet aanschieten. De hoofdmoskee is de beroemde Aja-Sóphia, tevens het schoonste voorbeeld van Byzantijn- sche bouwkunst. Voor den bouw zijn tallooze zuilen van oude tempels uit Griekenland en Klein-Azië aangevoerd: de edelste marmer- soorten en metalen zijn gebruikt en men zegt, dat 10.000 werklieden aan den bouw hebben gewerkt. De grootsche indruk, dien het inte rieur van deze hoofdmoskee maakt, is niet te beschrijven. Het wordt geheel door den gewel digen middenkoepel beheerscht. Zeer mooi o.a. wegens de schitterend ge kleurde ramen is ook de Suleiman-moskee. De kleurenweelde dezer ramen kan wedijveren met die van de ramen der schoonste Fransche kathedralen. Niet alleen boven, maar ook onder den grond zijn er merkwaardige dingen te zien: enorme ondergrondsche waterreservoirs, door electri- sche lampen verlicht. De tallooze zuilen, die het gewelf steunen, staan midden in het wa ter. De lampen geven niet voldoende licht om den totalen omvang te kunnen waarnemen. Wat we zien, maakt den indruk van een onwezenlijke, ondergeloopen zuilenzaal. Een der meest curieuze stadsgedeelten is de Groote Bazar. Het is niet één gebouw, maar een samenstel van gedeeltelijk overdekte half donkere kromme straatjes en steegjes met lou ter winkeltjes, propvol allerhande koopwaren, die voor een deel buitenshuis zijn geëtaleerd: voor snuffelaars naar rariteiten en liefhebbers van antiquiteiten en mooie dingen een ideaal oord. We hebben hier gelegenheid wat te win kelen, maar zorgen er intusschen wel voor, dat we onzen gids in 't oog houden. Des middags maken we een rit naar den bijna 7 K.M. langen stadsmuur, die in het Westen de stad afsluit. Theodósius legde den grondslag. We klauteren er boven op en krij gen een indruk van den omvang van dat ge vaarte. Ook genieten we een schitterend pa norama over de stad en haar omgeving. Tegen den muur aan liggen Mohammedaansche be graafplaatsen met eigenaardige schotsch en scheef staande grafsteenen van welker op schriften we niets kunnen lezen. De tegenwoordige reusachtige stad is ont staan uit een kern: een oude acrópolis, de hoogte aan den Oostkant, waarbij het oude Byzantum werd gebouwd. De genoemde hoog te wordt heden ingenomen door het gebou wencomplex en de tuinen van het Sérai, het vroegere paleis der sultans. Boven gekomen hebben we een wonderschoon uitzicht op de Bosporus met zijn druk scheepvaartverkeer. Beneden ons merken we rails op: om den voet van het Sérai heen loopt een spoorlijn, die even verder het eindpunt bereikt: de Oriënt- expres komt hier langs. Tot de mooiste voorwerpen in het Serai be- hooren het Chineesche porselein en de schat ten der schatkamers. In deze laatste vindt men kostbare gewaden, rijkversierde wapens, vazen, klokken enz., het één al kwistiger met edelsteenen en goud versierd dan het ander. Een bezichtigig van het Serai zou niet vol ledig zijn als we een belangrijk gedeelte over sloegen: de harem. Hoewel dit woord eigen lijk "schijnt te beteekenen „het verbodene", is toch de harem, sinds 1929 voor het publiek te bezichtigen. Vroeger hadden behalve den sul tan zelf en zijn vrouwen alleen de ontmande opzichters (eunuchen, eig.: „bedbewaarders") er toegang. Het is als't ware een labyrint van grootere en kleine vertrekken, ieder met eigen bestemming. Daar de sultan zeven echt- genooten mocht hebben en daaihij een aan tal bijvrouwen, eischte een goede weelderige woongelegenheid voor deze dames heel wat ruimte. Sinds eenige jaren is de polygamie in Turkije afgeschaft. Dezen zelfden middag ging een langge koesterde wensch in vervulling: de kennis making met de beroemde Alexandersarcophaag Deze vormt met enkele andere prachtige sar- cophagen den hoofdinhoud van het Museum van Grieksche en Romeinsche oudheden. Een sarcophaag (eig. „vleescheter"! is een kunstig bewerkte (steenen) kist, om een doode op te nemen. De zich hier bevindende sarcophagen waren eens bestemd voor koningen van de stad Sidon; ze zijn in 't laatst van de vorige eeuw oogegraven. Daar het mooiste exenmlaar gebeurtenissen uit het leven van Alexander den Groote voorstelt (vandaar den naam) kan de schepping ervan zeker niet vóór den tijd van Alexander gedateerd worden: het is een kunstwerk uit den Hellenistischen tijd. Op merkelijk zijn ook# hier de levendige sporen van kleuren. Op één der zijden is Alexander voorgesteld, persoonlijk deelnemend aan den slag bij Issus tegen de Perzen. Het haut-relief met zijn wildbewogen figuren is met fijn stijl gevoel door den kunstenaar tot een passende versiering van het geheel gemaakt. Aan de an dere zijde is een leeuwenjacht voorgesteld. Zoo hebben we alweer de cultuurpaarlen dezer bijzondere stad bewonderd en de dag wordt besloten met een autotocht door de voorstad Péra. Dat de thee aan boord ons, bij onzen terugkeer, goed smaakte, behoeft nauwelijks gezegd. Donderdag 16 April We varen weer door de zee van Marmara en de Hellespont. De oevers zijn nu veel beter te zien dan op de heenreis. Een heer op het pro menadedek is druk in de weer met een Baede ker en wijst mij in een opwelling van enthou siasme Troje, doch hij is geheel en al in de war; we zijn zoo ver nog niet. Wanneer het einde van de zeestraat nadert, klimmen we op 't hoogste dek van 't schip (dat is een heele hoogte) en ja daar zien we duidelijk de lichtgroene lage vlakte van Troje, het tooneel van den strijd tusschen Grieken en Trojanen. Ook zien we duidelijk de kapen, waarbij het Grieksche scheepskamp gelegen was. Iets ver der onderscheiden we het eiland Ténedos, niet alleen bij Homérus, maar ook in Vergilius' epos van belang. We zetten thans koers naar den Berg Athos, elegen op het einde van den Oostelijken uit- looper van het schiereiland Chalcidïce. We krijgen eerst op het sportdek een inleiding over dien merkwaardigen berg. Dichterbij gekomen, zien we pas welk een machtig gevaarte het is (de hoogte is pl.m. 2000 M.). de sneeuw ligt nu nog op den top; ze zal des zomers wel weggesmolten zijn. Het is bekend, dat er zich kloosters op dezen berg bevinden. Het zijn er wel een 20-tal, die teza men een soort autonome republiek vormen. Men ziet er enkele tegen de helling liggen en bij nauwkeurig toezien ontdekt men er steeds meer, die op verschillende hoogte als vogel nestjes tegen den bergwand geplakt schijnen. Deze kloosters, moeilijk te bereiken, moeten wel een eenzame verblijfplaats zijn. Vrouwen komen in deze republiek niet voor. Onze boot vaart in een halven cirkel om de Athos heen, zoodat we een goeden indruk van 't geheel kun nen krijgen. We hebben helaas geen tijd om te landen en een kijkje te nemen in de biblio theken met zeldzame handschriften. Het weer is dezen middag verrukkelijk en Haar Ideaal. Nadat hij rustig, zonder een woord te spre ken, zijn bord soep had gegeten, legde mijn heer Bélizard zijn lepel neer en zei tot zijn vrouw: „Ik heb nieuws gehoord". „Zoo?" „We krijgen buren. Overmorgen zullen zij er wel zijn. Ik weet nog niet precies wie het zijn, maar hoop intusschen dat zij geen half dozijn kinderen zullen hebben". De familie Bélizard woonde zelf pas een maand buiten, in het kleine huis dat dicht bij het strand lag. Hélène Bélizard had er heelemaal niet aan gedacht dat het leegstaande buurhuis be woond zou kunnen worden. Het beviel haar best zooals het was. Haar man kon hier zijn liefhebberijen hebben en 's avonds zaten zij rustig bij elkaar. Twee dagen na het gesprek, toen het echtpaar Bélizard weer aan tafel zat, zei Alfred Bélizard plotseling: „O ja, ik ge loof niet dat wij last van onze buren zullen hebben. Ze zijn niet gevaarlijk, ongeveer zoo oud als wi,ihij is schilder, zoo'n kubist, weet je wel?" .Wat weet jij daarvan?" vroeg Hélène lachend. Mijnheer Bélizard verbeeldde zich zeer goed op de hoogte van de schilderkunst te zijn. Hij had bij een bezoek aan Versailles en aan het Louvre één dag aan de schilderijen besteed, dus vond hij dat hij het wist. Sedert hij een copie van het „Angelus" in zijn salon had hangen, rekende hij Millet tot den grootsten van Frankrijk's schilders. „In ieder geval weet ik dat zijn naam onbe kend is. Michel Salvadorenooit van ge hoordjij soms?" Hélène zweeg. „Overigens, hij is heel erg onbelangrijk en hij zal het ons niet lastig maken. Misschien kan ik wel eens met hem pratenWat is er. je bent zoo bleek en je eet niets, vind ie het zoo vervelend dat wij buren krijgen?" „Ja. neen dat is te zeggen, het laat mij koud. Ik geloof dat ik moe ben en een beetje koorts heb. Het is het beste dat ik naar bed ga" HANDELSBLAD GRATIS Zij, die zich thans abonneeren ont vangen het Handelsblad deze maand GRATIS. Abonnementen f 1.90 per maand en f5.50 per kwartaal. Buiten Amsterdam verhoogd met 20 cent per maand voor verzending. Abonnementen op te geven bij het Bijkantoor Handelsblad (WENSING'S Alg. Adv.-Bureau) Telefoon 10209. (Adv. ingez. Med.) we bedenken dat het er hier heel anders moet hebben uitgezien, toen de Perzische vloot on der Mardonius tegen deze rotsen schipbreuk leed. Morgen zullen we voor de tweede maal onze voeten op Griekschen bodem zetten. Vrijdag 17 April Het landen in de ruime landingsbootjes is telkens op zichzelf al een reden tot vreugde. Het tochtje over de blauwe aanlokkelijk glan zende baren op een heerlijken morgen is het goede begin van een mooien dag. Te Nauplia stappen we ditmaal aan wal. Het ligt bij een vruchtbare vlakte, aan den voet van een stei- len berg. Weldra zitten we in onzen „expres" trein. We zijn er ook spoedig weer uit, als ons wordt meegedeeld, dat we pas over een half uur vertrekken. We moeten n.l. nog een aan tal prentbriefkaarten posten; een jongeling wijst ons het postkantoor. Als ik de gekochte postzegels met een massa duiten betaal, waar bij ik me best kan vergissen, wordt er door de flegmatieke beambten nauwelijks naar om gekeken: het zal wel goed zijn! Op 't nippertje halen we 't treintje nog, dat, naar het ons voorkomt, minder dan een half uur heeft ge wacht. In de coupé heb ik weer gelegenheid het Nieuw-Griekseh met het Oud-Grieksch te vergelijken. Er is een verbod brandende siga ren naar buiten te werpen. Een woord als „sigara" ben ik in mijn klassieke teksten nooit tegengekomen! Een waarschuwing als: „mè kuptete exo" zal ieder gymnasiast, die dien naam verdient, kunnen begrijpen. We passeeren Argos, de hoofdstad van Ar- golis. Ze is gelegen aan den voet van een vrij hoogen berg, de Larissa. De beroemde beeld houwer Polgelétus werkte in deze stad. Voor ons Hollanders is het van belang te weten, dat op den genoemden berg Larissa Nederland- sche opgravingen hebben plaats gehad. Op den top namelijk ligt de ruïne van een Vene- tiaansch kasteel en in den binnenhof hiervan Toegang tot de schatkamer van Atreus. Mijnheer Bélizard trok zijn wenkbrauwen op. „Die vrouwen, ze hebben altijd wat". Hij sneed een stukje kaas af en at be dachtzaam een beschuitje. Hélène was intus schen naar haar kamer gegaan Michel SalvadoreDat was hij die twin tig jaar geleden haar ideaal was geweest. Hij was het die haar leven had gebroken, ge leefd had zij alleen van de herinneringen aan zijn liefde, aan zijn teederheid. Ach ja, toen bij Marietta had zij hem leeren kennen. Ma rietta, die met een beeldhouwer was getrouwd en bij wie zooveel gasten kwamen Hij had Hélène over liefde gesproken, met een smeltende stem. Hij was vol teederheden en oplettendheden geweest. Die arme Alfred had van zooiets geen begrip, praten kon hij, maar liefhebbenzooals Michel. Verrukt was ze geweest van Michel's schilderijen, maar meer nog van zijn slanken eleganten persoon, zijn blonde haren en zijn mooie oogen, oogen vol liefde voor haar. Eens had hij gezegd: „Morgen ga ik op reis naar Rome en verder naar Griekenland, Corsika, Algiers, een reis waarvan je alleen nog in sprookjes leest. Ga met mij mee, ik zal je slaaf zijn. Ik breng je naar het land van de zon, daar hoor je, daar zullen we gelukkig zijn!" En zij had hem beloofd mee te zullen gaan. Den volgenden avond zouden zij elkaar aan het station ontmoeten. Toen, op het oogenblik dat zij wilde weg gaan, had zij voor het laatst haar kamer rondgekeken, langs de meubelen en langs de muren was haar blik gegledenhier, tus schen deze muren, verdorde haar jeugd, uit zichtloos en vreugdeloos. Plotseling echter had zij gebeefd, haar blik was op een kleine foto gevallen en. geheel vergetend dat zij haast had, want Michel wachtte aan het station, had zij gekeken, gekeken naar de kleine foto aan den muur. Haar geheele omgeving was zij vergetendaar aan den muur hing alles was haar aan dit huis bond, het portret van haar jongetje dat een jaar tevoren was gestor ven. Zes maanden was hij gewordenzes heele maanden!Zou zij deze kamer kun nen verlaten waar hij was geboren, waar haar kindje geleden had en langzaam naar den dood was gegaan? En zou zij haar man kun nen verlaten, haar man, die, hoe onbeduidend hij ook was. haar de vreugde van dit moeder schap had gegeven, want bleef een vrouwen leven zonder deze vreugde niet altijd leeg? De wijzer van de klok was al verder en ver der gegaan, haar man was thuis gekomen van zijn bureau. Zij zag hem weer zooals zij j hem altijd zag, met al zijn kleine hebbelijkhe- I is in 1928 en 1930 onder leiding van professor Volgraff gegraven. Men heeft o.a. gevonden sporen van een oerouden (Myceenschen) burcht en fundamenten van twee tempels. Aan den voet van den berg ligt het gedeelte lijk ontgraven oude marktplein, waarbij een theater en een badhuis. Men kan de kleiachtige vlakte van Argos haar vruchtbaarheid aanzien. We gaan in een autobus naar de oude residentie van Agamém- non: Mycéne. Autobus-Mycéneop 't eerste gezicht een vreemde, bij nader inzien een ge lukkige combinatie. Hooggelegen is de burcht, de vlakte beheerschend, maar weinig opval lend: teruggetrokken tegen de eerste hooge bergen. Behalve wegens de gunstige ligging voor militaire doeleinden zal deze plek wel uitgekozen zijn door de aanwezigheid van een bron. Reeds als jongen had ik telkens afbeel dingen van de .Leeuwenpoort" van Mycéne gezien: thans zullen we die in werkelijkheid aanschouwen. Niet dat deze poort zoo bijzon der mooi is, maar typisch en indrukwekkend is ze wel. De geweldige steenen dwarsbalk, die op de zware zij posten ligt, draagt een stee nen driehoek, waarop in nog primitieve uit voering en relief twee leeuwen zijn voorgesteld, die tegen een middenzuil opstaan, beide met hun voorpooten op een verhooging steunen de. Deze poort vormde den toegang tot den burcht. Bij den bouw ervan zijn zeer groote en ruwe steenen gebruikt, die later den in druk gaven, dat hier reuzen aan het werk waren geweest; vandaar de naam „cyclopi sche muren". Spoedig na ons binnengaan zien we een ronde diepte, op den bodem waarvan zich eenige rechthoekige graven bij elkaar be vinden, waarin door Schliemann vele gouden voorwerpen werden gevonden: Homérus noemt in zijn gedichten Mycéne „het goudrij ke"! Ook sporen van een paleis en van een tempel zijn er nog te zien. Wanneer we even tijd hebben voor een kleine restauratie, kun nen we temidden van de reeds zomersche na tuur onze gedachten laten gaan naar de fi guren, waarmee de sage deze plaats heeft be volkt. Agamémnon was hier de allesoverheer- schende figuur, de zoon van Atreus. den op perbevelhebber der Grieken tegen Troje. Hij was gehuwd met Clytaemnéstra, hun meest bekende kinderen waren Oréstes, Iphigenia, Eléctra. Tragisch was het lot dezer konings familie. Agamémnon werd bij zijn terugkeer uit den langdurigen oorlog niet hartelijk in zijn paleis verwelkomd, maar wreedaardig door toedoen van zijn eigen vrouw vermoord. De zoon heeft toen, volwassen geworden, om dezen moord te wreken, zijn moeder gedood. Op eenigen afstand van den burcht bevindt zich een groot koepelgraf: de zoogenoemde schatkamer van Atreus. Het is een onderaard- sche ruimte, welker vorm te vergelijken is met die van een ouderwetschen bijenkorf. De toegang, die aan den straatweg van My céne naar Nauplia ligt, vormt een open, rech te gang met zijwanden die hooger worden, naarmate de heuvel, waarin het grafgewelf zich bevindt, hooger wordt. De eigenlijke graf kelder was niet de hoofdruimte zelf, maar een kleiner zijvertrek dat er mee in verbinding staat. ORANJEFEEST VAN DEN CHR. NAT. WERKMANSBOND. Ook dit jaar viert de Chr. Nat. Werkmans bond weer feestelijk den verjaardag van de Koningin. Deze avond wordt gehouden in het gebouw van den Haarl, Kegelbond, Tem peliersstraat des avonds 8 uur en is toegan kelijk voor leden en introducé(e)s. De bekende prof. Antonini, goochelaar-buik spreker en de conférencier Herm. Smits, zul len optreden. De "feestrede zal gehouden worden door den eere-voorzitter der Vereeniging Ds. C. J. van Paassen. Drie Haarlemsche firma's stelden eenige verrassingen beschikbaar, die als at tractie op het programma vermeld staan. BLOEMENDAALSCHE REDDINGSBRIGADE. Op verzoek van de Bloemendaalsche Red dingsbrigade zal door den Ned. Bond tot het Redden van Drenkelingen aldaar .examen worden gehouden ter verkrijging van het kustwachtdiploma. Het theoretisch deel vangt aan op Zondagmiddag 13 September in het Strandgebouw te 2 uur. De examencommissie bestaat uit de heeren Van Gemen. Amsterdam, Meijerink, Haarlem, v. d. Mije, Zandvoort, Moora Rotterdam en Van Lunteren te Rotterdam. i den en gewoontetjes en zij hoorde hem pra tenen zij bleef. En nu opeens verscheen Michel weer in haar leven. Zij zag in haar herinnering zijn lange, slanke figuur, zijn blonde haren en vooral zijn oogen, zijn oogen vol liefde. Zou hij haar nog herkennen? Zij wist het, zij was weinig veranderd, haar gezicht was jong bleven, ook haar figuur. Den volgenden dag wandelden Hélène en haar man, langs het strand en plotseling ston den zij tegenover hun nieuwe buren. Hélèiie was zóó verrast, dat zij bijna bezwijmde, zij voelde haar gezicht verbleeken. Waren dat hun nieuwe buren? Deze groote, slecht ge- kleede vrouw?En was deze man haar eens zoo aangebeden Michel? Deze man met zijn kaal hoofd en rood opgezet, vlekkerig ge zicht, met zijn klanklooze, ruwe stem als van iemand die teveel drinkt? Deze groteske fi guur met den afschuwelijk vooruitstekenden buik, die als een worst in zijn overjas ge wrongen was. Hij droeg een boord dat zijn dikken hals dreigde door te snijden. Dus dit was er geworden van den slanken, eleganten Michel, die altijd kostbare zijden overhemden en wondermooie dassen droeg. Michel, wiens blonde haar was als een kroon en wiens stem smeltend en zoet, liefdewoorden in haar oor had gefluisterd. Het was Hélène als sloeg er een deur dicht en haar hart neep samen. Zij kon er niets aan doen. dat zij plotseling hard en zenuwachtig lachte. Haar man keek haar verwonderd aan. Plotseling zei Hélène: „Ik geloof, mijnheer Salvadore, dat ik u vroeger eens heb ontmoet, het is lang geleden, wel twiptig jaar!" Hij keek haar een tijdlang aan met zijn kleine, bloeddoorloopen oogen. Toen antwoord de zijn verwoeste stem: „Ik.... eh, ik geloof het niet mevrouw". „Zal ik u eens helpen, het was bij Marietta, die met den beeldhouwer Chabrol is ge trouwd ..O, ja juist, ik herinner mij, mevrouw Cha brolmaar u, neen, mevrouw, ik hoor uw naam voor het eerst" Men nam afscheid van elkaar. Thuisgeko men zeide mijnheer Bélizard: „Onbelangrijk, heel erg onbelangrijk, deze schilder, niet waar?" „Ja, je hebt gelijk, heel erg onbelangrijk", antwoordde zijn vrouw. En vol verbittering dacht zij aan Michel, niet omdat hij haar vergeten scheen te zijn, maar omdat zij twintig jaar voor dit ideaa1 geleefd en geleden had. ELSA KAISER I GEMEENTELIJKE ZWEM- EN BAD INRICHTINGEN. In het tijdvak 1 t/m 15 Augustus 1936 zijn in de gemeentelijke zwem- en badinrichtingen 25367 baden genomen verdeeeld als volgt: Houtvaart Heeren Dames Abonné's 2530 2545 20 ets. baden 281 289 10 ets. baden 713 847 Vereenigingsbaden 256 168 Schoolbaden 160 181 Kostelooze baden 3655 3960 7595 7990 Delft Heeren Dames Abonné's 3610 3830 20 ets. baden 441 436 10 ets. baden 679 728 Vereenigingsbaden 33 25 Schoolbaden 4763 5019 GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. (Inlichtingen ten politiebureele, Smedestr 9, uitsluitend tusschen 11 en 13 uur). Ceintuurs en handschoenen, leesboek, Po litiebureau, Smedestraat 9, autoped, Vergers, Brouwersstraat 55B, badpak met handdoek, Labohm, Zaanenstraat 2, kussens, Pijpers, Oranjeboomstraat 194rd„ portem. met 23 ct., Ruiter, Pieter Kiesstraat 9, heerenportemon- naie. Hessels, Hofdijkstr. 44, portem. met f 1.71 v. d. Weide, D. Spaarne 46, portem. met f 15.68, Benus. Bruniorstr. 5rd, IJmuiden, portem. met f 2 42, Vernhout, Zijlstraat 98, damesportemon. Erdsieck, Gen. de la Reystraat 113, portem. m. 40 ct. Klok, Oranjeboomstraat 138, rijwielbe- lastipgplaatje, Van Wattingen, Archipelstr. 1, heerenrijwiel, De Beer, Kruistochtstr. 56, rij— wielpomp, van den Berg, Adr. Loosjesstr. 87, sokken, Lazones, Westerstraat 51, oliespuit, Schippers. Linschotenstraat 71. boodschappen- tasch, Pel, Antoniestraat 53rd., damestasch met bel. plaatje en geld. Blankwater, Wesrer- gracht 99r., vulpenhouder, Quist, Kerkhofstr. 5 rood. EXAMEN TEEKENEN M. O. Geslaagd voor de akte m. o.: de heer H. Franz, te Haarlem, OPMERKINGEN VAN LEZERS HERSTELLINGSWERKZAAMHEDEN STADHUIS. Een lezer schrijft ons, dat j.l. Zaterdag op het dak van het Haarlemsche Stadhuis een loodgieter herstellingswerkzaamheden ver richtte aan dakgooten, geheel tegen het prin cipe van de „Vuurwet" in, met een brandende loodgieters boutenkachel, ook wel genoemd „olieprimus", dus volgens de Vuurwet „open vuur". Er was een brandweerman bij, zegt inzender en die kon toch weten, dat men zich volgens de wet in 't geheel niet met vuur, in welken vorm ook, mag bevinden binnen het Rijk der Nederlanden, op of in gebouwen, van historische waarde. Als men soldeeren moet, kan men toch op den beganen grond de bouten verhitten, waarop men ze in een ijzeren gesloten trommel aan de binnenzijde met asbest bekleed, vervoert naar de te her stellen breuk. Inzender herinnert aan het gebeurde met de kerk te Rhenen. Het uit elkaar springen van een boutenkachel, gevuld met 2 a 3 L. petroleum, is toch geen onmogelijkheid. Bij het in werking zijn van zoo'n toestel wordt de olie warm, dus wordt de vluchtigheid van de brandstof in het reservoir aanmerke lijk grooter. Zou er een ongeluk gebeuren dan zou Openbare Werken de verantwoor delijkheid dragen. (Wij gaven dit stuk ter inzage aan den Directeur van Openbare Werken, die geen aanleiding vond, er in de courant op te ant woorden, maar ons zeide, zich volkomen té kunnen verantwoorden over de wijze waarop de werkzaamheden in quaestie hebben plaats gehad). PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE RADIO CENTRALE OP ZATERDAG 29 AUG. Progr. I. Hilversum n (Huizen) Progr. 2. Hilversum I. Progr. 8. 8.00 Keulen. Concert o.l.v. Gerh. E. Rischka; 8.20 Keulen Kalenderblatt. Tijdsein. Weerbericht. Waterstandber.; 8.30 Keulen. Gymnastiek voor de vrouw; 8.45 Diversen; 10.20 Keulen. Concert uit Berlijn. 11.20 Parijs Radio. Gevarieerd concert o.l.v. Ernest de Géorls. 11.20 Brussel Vlaamsch. Gramofoon- muziek. 1.20 Brussel Vlaamsch. Gesproken Dagblad van het N. I. R. 1.30 Brussel Vlaamsch. Populair Concert. 2.20 Brussel Fransch. Kunstkroniek. José Schnyders en zijn orkest. 2.50 Parijs Radio. Gramofoonmuziek. 3.20 Brussel Vlaamsch. Orgelconcert in de Kurzaal van Ostende. 3.50 Brussel Vlaamsch. Concert door het Paul Godwinorkest. 4.20 Keulen. Pro gramma van Berlijn. 7.20 Keulen. Gramofoon muziek. 8.05 Keulen Momentaufnahme. 8.20 Keulen. Nieuwsberichten. 8.30 Keulen. Uit Berlijn: „Schlagerschlacht". 10.20 Brussel Vlaamsch. Gesproken Dagblad van het N. I. R. 10.30 Brussel Fransch. Gramofoonmuziek, 10.50 Berlijn. „Und Morgen ist es Sonntag". Progr. 4. 8.00 Brussel Vlaamsch. Gymnastiek. 8.20 Brussel Vlaamsch, Tijdsein. Gramofoon muziek. 8.45 Brussel Vlaamsch. Gesproken Dagblad van het N. I. R, 9.00 Brussel Vlaamsch. Gramofoonmuziek. 10.35 Londen Regional. Kort Godsdienstoefening. 10.50 Londen Regio nal. Tijdsein van Greenwich. Weerbericht. 11.05 Londen Regional. Orgelconcert, door Sydney Gustard. 11.35 Londen Regional. Gramofoon muziek. 12.20 Londen Regional. Het Coventry Hippodrome Orkest o.l.v. W. Peters. 1.20 Droitwich. Het Commodore Grand Orkest o. l.v. H. Davidson. 2.20 Het B.B.C. Welsh Orkest o.l.v. Idris Lewis. 3.20 Het B.B.C. Orgelconcert door Harry Farmer. 3.50 Het B.B.C. Het Or kest van Z.M. „Grenadier Guards". 4.50 Het B.B.C. Gramofoonmuziek. 5.15 Het B.B.C. Oog getuigenverslag van de cricketwedstrijden. 5.35 Het B.B.C. Dave Frost met zijn Orkest. 6.20 Diversen. 6.50 Droitwich. Variété. 7.05 Londen Regional. Vioolrecital door Jack Salisbury. 7.20 Droitwich. Het B.B.C. Harmoniorkest o.l.v. W. Matthiews. 8.20 Londen Regional. Promenade concert in Queens Hall. 9.30 Droitwich. Variété. 10.00 Droitwich. Weer en nieuwsberichten. 10.20 Droitwich. Tweede deel van het Prome nadeconcert in Queens Hall. 10.50 Londen Re gional. Billy Cotton en zijn orkst. Progr. 5. van 8.00 v.m. tot 7.00 n.m. Diversen. 7.00 Eigen gramofoonplatenconcert. Klassieke muziek. 1. Aufforderung zum Tanz, sympho- nie orkest. 2. Zigeunerweisen v. d. Sarasate, Tossy Spiwakowsky. 3. Menuett van Pade- rewsky, orkest. 4. Wals van Brahms, Lajos Szikra, viool met vleugel. 5. Serenata van Moskowsky. orkest. 6. Canzonetta van d' Am- brosio, Lajos Szikra 8. 2e Hongaarsche Rap sodie. groot symphonie orkest. 8. Rondo van Mozart, Tossy Spiwakowsky. 9. Avé Maria van Schubert, Tossy Spiwakowsky. Van 8.00 tot 12.00 Diversen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 10