Notities van een Crieksche reis.
VERTELLING
TEMPELIERSSTR. 32
VRIJDAG 2S AUGUSTUS 1936
H A *A' R E E M'S D A G B E 'A D
In de Moskeeën van Constantinopel. De
Alexandersarcophaag. Een republiek van i
kloosters. Opnieuw op Griekschen bodem-
Door Dr. D. M. HOOGEVEEN.
Woensdag 15 April
Vandaag gaan we Constantinopel bezichti
gen en als we in onze auto hebben plaats ge
nomen, die we deelen met een gemoedelijken
Keulenaar, die blijkt goed van Holland op de
hoogte te zijn, komt zich een onwaarschijnlijk
mannetje als gids aan ons presenteeren: hij
ziet er echt Turksch uit, is reeds tamelijk oud
en spreekt zijn Duitsch niet al te best. Zijn
figuur is wat gebogen en slap, zijn convexe
neus wordt af en toe door een flauw lachje
Turksche begraafplaats.
omspeeld: zoo'n mannetje moest nog de oude
roode fez t>p zijn hoofd hebben! We gaan naar
het Hippodroomplein, dat zijn naam ontleent
aan de paardenwedrennen, die er oudtijds
plaats vonden, het oude middelpunt van de
stad. Het is een meer interessant dan mooi of
gezellig plein. Twee obelisken geven eenige de
coratieve praal. Belangwekkend, vooral voor
den classicus, is een afgebroken slangenzuil
van brons bestaande uit 3 regelmatig om el
kaar gekronkelde groene slangen. Het gedeelte
dat daar nu staat is vijf meter hoog. 5ens
heeft deze zuil een gouden drievoet gedragen
in Délphi, aldaar opgesteld ter herinnering
aan de overwinning der Grieken bij Platseae.
Van Délphi werd ze hierheen gebracht.
Heerlijk is temidden van de stadsdrukte de
serene rust van het interieur der grandioze
moskeeën. Eerst zien we de Sultan-Achmed-
moskee, indrukwekkend door de geweldige pij
lers en machtige koepel. De kleurwerking is
bijzonder fijn: de wanden zijn gedeeltelijk met
wit marmer, gedeeltelijk met prachtig blauwe
fayence-tegels bedekt. Op den vloer bevinden
zich reusachtige tapijten, die men betreedt
op sloffen, die men over den schoen heen moet
aanschieten.
De hoofdmoskee is de beroemde Aja-Sóphia,
tevens het schoonste voorbeeld van Byzantijn-
sche bouwkunst. Voor den bouw zijn tallooze
zuilen van oude tempels uit Griekenland en
Klein-Azië aangevoerd: de edelste marmer-
soorten en metalen zijn gebruikt en men zegt,
dat 10.000 werklieden aan den bouw hebben
gewerkt. De grootsche indruk, dien het inte
rieur van deze hoofdmoskee maakt, is niet te
beschrijven. Het wordt geheel door den gewel
digen middenkoepel beheerscht.
Zeer mooi o.a. wegens de schitterend ge
kleurde ramen is ook de Suleiman-moskee. De
kleurenweelde dezer ramen kan wedijveren
met die van de ramen der schoonste Fransche
kathedralen.
Niet alleen boven, maar ook onder den grond
zijn er merkwaardige dingen te zien: enorme
ondergrondsche waterreservoirs, door electri-
sche lampen verlicht. De tallooze zuilen, die
het gewelf steunen, staan midden in het wa
ter. De lampen geven niet voldoende licht om
den totalen omvang te kunnen waarnemen.
Wat we zien, maakt den indruk van een
onwezenlijke, ondergeloopen zuilenzaal.
Een der meest curieuze stadsgedeelten is de
Groote Bazar. Het is niet één gebouw, maar
een samenstel van gedeeltelijk overdekte half
donkere kromme straatjes en steegjes met lou
ter winkeltjes, propvol allerhande koopwaren,
die voor een deel buitenshuis zijn geëtaleerd:
voor snuffelaars naar rariteiten en liefhebbers
van antiquiteiten en mooie dingen een ideaal
oord. We hebben hier gelegenheid wat te win
kelen, maar zorgen er intusschen wel voor,
dat we onzen gids in 't oog houden.
Des middags maken we een rit naar den
bijna 7 K.M. langen stadsmuur, die in het
Westen de stad afsluit. Theodósius legde den
grondslag. We klauteren er boven op en krij
gen een indruk van den omvang van dat ge
vaarte. Ook genieten we een schitterend pa
norama over de stad en haar omgeving. Tegen
den muur aan liggen Mohammedaansche be
graafplaatsen met eigenaardige schotsch en
scheef staande grafsteenen van welker op
schriften we niets kunnen lezen.
De tegenwoordige reusachtige stad is ont
staan uit een kern: een oude acrópolis, de
hoogte aan den Oostkant, waarbij het oude
Byzantum werd gebouwd. De genoemde hoog
te wordt heden ingenomen door het gebou
wencomplex en de tuinen van het Sérai, het
vroegere paleis der sultans. Boven gekomen
hebben we een wonderschoon uitzicht op de
Bosporus met zijn druk scheepvaartverkeer.
Beneden ons merken we rails op: om den voet
van het Sérai heen loopt een spoorlijn, die
even verder het eindpunt bereikt: de Oriënt-
expres komt hier langs.
Tot de mooiste voorwerpen in het Serai be-
hooren het Chineesche porselein en de schat
ten der schatkamers. In deze laatste vindt
men kostbare gewaden, rijkversierde wapens,
vazen, klokken enz., het één al kwistiger met
edelsteenen en goud versierd dan het ander.
Een bezichtigig van het Serai zou niet vol
ledig zijn als we een belangrijk gedeelte over
sloegen: de harem. Hoewel dit woord eigen
lijk "schijnt te beteekenen „het verbodene", is
toch de harem, sinds 1929 voor het publiek te
bezichtigen. Vroeger hadden behalve den sul
tan zelf en zijn vrouwen alleen de ontmande
opzichters (eunuchen, eig.: „bedbewaarders")
er toegang. Het is als't ware een labyrint
van grootere en kleine vertrekken, ieder met
eigen bestemming. Daar de sultan zeven echt-
genooten mocht hebben en daaihij een aan
tal bijvrouwen, eischte een goede weelderige
woongelegenheid voor deze dames heel wat
ruimte. Sinds eenige jaren is de polygamie in
Turkije afgeschaft.
Dezen zelfden middag ging een langge
koesterde wensch in vervulling: de kennis
making met de beroemde Alexandersarcophaag
Deze vormt met enkele andere prachtige sar-
cophagen den hoofdinhoud van het Museum
van Grieksche en Romeinsche oudheden. Een
sarcophaag (eig. „vleescheter"! is een kunstig
bewerkte (steenen) kist, om een doode op te
nemen. De zich hier bevindende sarcophagen
waren eens bestemd voor koningen van de
stad Sidon; ze zijn in 't laatst van de vorige
eeuw oogegraven. Daar het mooiste exenmlaar
gebeurtenissen uit het leven van Alexander
den Groote voorstelt (vandaar den naam) kan
de schepping ervan zeker niet vóór den tijd
van Alexander gedateerd worden: het is een
kunstwerk uit den Hellenistischen tijd. Op
merkelijk zijn ook# hier de levendige sporen
van kleuren. Op één der zijden is Alexander
voorgesteld, persoonlijk deelnemend aan den
slag bij Issus tegen de Perzen. Het haut-relief
met zijn wildbewogen figuren is met fijn stijl
gevoel door den kunstenaar tot een passende
versiering van het geheel gemaakt. Aan de an
dere zijde is een leeuwenjacht voorgesteld.
Zoo hebben we alweer de cultuurpaarlen
dezer bijzondere stad bewonderd en de dag
wordt besloten met een autotocht door de
voorstad Péra. Dat de thee aan boord ons,
bij onzen terugkeer, goed smaakte, behoeft
nauwelijks gezegd.
Donderdag 16 April
We varen weer door de zee van Marmara en
de Hellespont. De oevers zijn nu veel beter te
zien dan op de heenreis. Een heer op het pro
menadedek is druk in de weer met een Baede
ker en wijst mij in een opwelling van enthou
siasme Troje, doch hij is geheel en al in de
war; we zijn zoo ver nog niet. Wanneer het
einde van de zeestraat nadert, klimmen we op
't hoogste dek van 't schip (dat is een heele
hoogte) en ja daar zien we duidelijk de
lichtgroene lage vlakte van Troje, het tooneel
van den strijd tusschen Grieken en Trojanen.
Ook zien we duidelijk de kapen, waarbij het
Grieksche scheepskamp gelegen was. Iets ver
der onderscheiden we het eiland Ténedos, niet
alleen bij Homérus, maar ook in Vergilius' epos
van belang.
We zetten thans koers naar den Berg Athos,
elegen op het einde van den Oostelijken uit-
looper van het schiereiland Chalcidïce. We
krijgen eerst op het sportdek een inleiding
over dien merkwaardigen berg.
Dichterbij gekomen, zien we pas welk een
machtig gevaarte het is (de hoogte is pl.m.
2000 M.). de sneeuw ligt nu nog op den top;
ze zal des zomers wel weggesmolten zijn. Het
is bekend, dat er zich kloosters op dezen berg
bevinden. Het zijn er wel een 20-tal, die teza
men een soort autonome republiek vormen.
Men ziet er enkele tegen de helling liggen en
bij nauwkeurig toezien ontdekt men er steeds
meer, die op verschillende hoogte als vogel
nestjes tegen den bergwand geplakt schijnen.
Deze kloosters, moeilijk te bereiken, moeten
wel een eenzame verblijfplaats zijn. Vrouwen
komen in deze republiek niet voor. Onze boot
vaart in een halven cirkel om de Athos heen,
zoodat we een goeden indruk van 't geheel kun
nen krijgen. We hebben helaas geen tijd om te
landen en een kijkje te nemen in de biblio
theken met zeldzame handschriften.
Het weer is dezen middag verrukkelijk en
Haar Ideaal.
Nadat hij rustig, zonder een woord te spre
ken, zijn bord soep had gegeten, legde mijn
heer Bélizard zijn lepel neer en zei tot zijn
vrouw: „Ik heb nieuws gehoord".
„Zoo?"
„We krijgen buren. Overmorgen zullen zij
er wel zijn. Ik weet nog niet precies wie het
zijn, maar hoop intusschen dat zij geen half
dozijn kinderen zullen hebben".
De familie Bélizard woonde zelf pas een
maand buiten, in het kleine huis dat dicht
bij het strand lag.
Hélène Bélizard had er heelemaal niet aan
gedacht dat het leegstaande buurhuis be
woond zou kunnen worden. Het beviel haar
best zooals het was. Haar man kon hier zijn
liefhebberijen hebben en 's avonds zaten zij
rustig bij elkaar. Twee dagen na het gesprek,
toen het echtpaar Bélizard weer aan tafel zat,
zei Alfred Bélizard plotseling: „O ja, ik ge
loof niet dat wij last van onze buren zullen
hebben. Ze zijn niet gevaarlijk, ongeveer zoo
oud als wi,ihij is schilder, zoo'n kubist,
weet je wel?"
.Wat weet jij daarvan?" vroeg Hélène
lachend.
Mijnheer Bélizard verbeeldde zich zeer goed
op de hoogte van de schilderkunst te zijn. Hij
had bij een bezoek aan Versailles en aan het
Louvre één dag aan de schilderijen besteed,
dus vond hij dat hij het wist. Sedert hij een
copie van het „Angelus" in zijn salon had
hangen, rekende hij Millet tot den grootsten
van Frankrijk's schilders.
„In ieder geval weet ik dat zijn naam onbe
kend is. Michel Salvadorenooit van ge
hoordjij soms?"
Hélène zweeg.
„Overigens, hij is heel erg onbelangrijk en
hij zal het ons niet lastig maken. Misschien
kan ik wel eens met hem pratenWat is
er. je bent zoo bleek en je eet niets, vind ie
het zoo vervelend dat wij buren krijgen?"
„Ja. neen dat is te zeggen, het laat
mij koud. Ik geloof dat ik moe ben en een
beetje koorts heb. Het is het beste dat ik
naar bed ga"
HANDELSBLAD GRATIS
Zij, die zich thans abonneeren ont
vangen het Handelsblad deze maand
GRATIS.
Abonnementen f 1.90 per maand en
f5.50 per kwartaal. Buiten Amsterdam
verhoogd met 20 cent per maand voor
verzending.
Abonnementen op te geven bij het
Bijkantoor Handelsblad
(WENSING'S Alg. Adv.-Bureau)
Telefoon 10209.
(Adv. ingez. Med.)
we bedenken dat het er hier heel anders moet
hebben uitgezien, toen de Perzische vloot on
der Mardonius tegen deze rotsen schipbreuk
leed.
Morgen zullen we voor de tweede maal onze
voeten op Griekschen bodem zetten.
Vrijdag 17 April
Het landen in de ruime landingsbootjes is
telkens op zichzelf al een reden tot vreugde.
Het tochtje over de blauwe aanlokkelijk glan
zende baren op een heerlijken morgen is het
goede begin van een mooien dag. Te Nauplia
stappen we ditmaal aan wal. Het ligt bij een
vruchtbare vlakte, aan den voet van een stei-
len berg. Weldra zitten we in onzen „expres"
trein. We zijn er ook spoedig weer uit, als ons
wordt meegedeeld, dat we pas over een half
uur vertrekken. We moeten n.l. nog een aan
tal prentbriefkaarten posten; een jongeling
wijst ons het postkantoor. Als ik de gekochte
postzegels met een massa duiten betaal, waar
bij ik me best kan vergissen, wordt er door de
flegmatieke beambten nauwelijks naar om
gekeken: het zal wel goed zijn! Op 't nippertje
halen we 't treintje nog, dat, naar het ons
voorkomt, minder dan een half uur heeft ge
wacht. In de coupé heb ik weer gelegenheid
het Nieuw-Griekseh met het Oud-Grieksch te
vergelijken. Er is een verbod brandende siga
ren naar buiten te werpen. Een woord als
„sigara" ben ik in mijn klassieke teksten nooit
tegengekomen! Een waarschuwing als: „mè
kuptete exo" zal ieder gymnasiast, die dien
naam verdient, kunnen begrijpen.
We passeeren Argos, de hoofdstad van Ar-
golis. Ze is gelegen aan den voet van een vrij
hoogen berg, de Larissa. De beroemde beeld
houwer Polgelétus werkte in deze stad. Voor
ons Hollanders is het van belang te weten, dat
op den genoemden berg Larissa Nederland-
sche opgravingen hebben plaats gehad. Op
den top namelijk ligt de ruïne van een Vene-
tiaansch kasteel en in den binnenhof hiervan
Toegang tot de schatkamer van Atreus.
Mijnheer Bélizard trok zijn wenkbrauwen
op. „Die vrouwen, ze hebben altijd wat".
Hij sneed een stukje kaas af en at be
dachtzaam een beschuitje. Hélène was intus
schen naar haar kamer gegaan
Michel SalvadoreDat was hij die twin
tig jaar geleden haar ideaal was geweest. Hij
was het die haar leven had gebroken, ge
leefd had zij alleen van de herinneringen aan
zijn liefde, aan zijn teederheid. Ach ja, toen
bij Marietta had zij hem leeren kennen. Ma
rietta, die met een beeldhouwer was getrouwd
en bij wie zooveel gasten kwamen
Hij had Hélène over liefde gesproken, met
een smeltende stem. Hij was vol teederheden
en oplettendheden geweest. Die arme Alfred
had van zooiets geen begrip, praten kon hij,
maar liefhebbenzooals Michel. Verrukt
was ze geweest van Michel's schilderijen,
maar meer nog van zijn slanken eleganten
persoon, zijn blonde haren en zijn mooie
oogen, oogen vol liefde voor haar. Eens had
hij gezegd: „Morgen ga ik op reis naar Rome
en verder naar Griekenland, Corsika, Algiers,
een reis waarvan je alleen nog in sprookjes
leest. Ga met mij mee, ik zal je slaaf zijn. Ik
breng je naar het land van de zon, daar hoor
je, daar zullen we gelukkig zijn!"
En zij had hem beloofd mee te zullen gaan.
Den volgenden avond zouden zij elkaar aan
het station ontmoeten.
Toen, op het oogenblik dat zij wilde weg
gaan, had zij voor het laatst haar kamer
rondgekeken, langs de meubelen en langs de
muren was haar blik gegledenhier, tus
schen deze muren, verdorde haar jeugd, uit
zichtloos en vreugdeloos. Plotseling echter had
zij gebeefd, haar blik was op een kleine foto
gevallen en. geheel vergetend dat zij haast
had, want Michel wachtte aan het station,
had zij gekeken, gekeken naar de kleine foto
aan den muur. Haar geheele omgeving was zij
vergetendaar aan den muur hing alles
was haar aan dit huis bond, het portret van
haar jongetje dat een jaar tevoren was gestor
ven. Zes maanden was hij gewordenzes
heele maanden!Zou zij deze kamer kun
nen verlaten waar hij was geboren, waar haar
kindje geleden had en langzaam naar den
dood was gegaan? En zou zij haar man kun
nen verlaten, haar man, die, hoe onbeduidend
hij ook was. haar de vreugde van dit moeder
schap had gegeven, want bleef een vrouwen
leven zonder deze vreugde niet altijd leeg?
De wijzer van de klok was al verder en ver
der gegaan, haar man was thuis gekomen
van zijn bureau. Zij zag hem weer zooals zij j
hem altijd zag, met al zijn kleine hebbelijkhe- I
is in 1928 en 1930 onder leiding van professor
Volgraff gegraven. Men heeft o.a. gevonden
sporen van een oerouden (Myceenschen)
burcht en fundamenten van twee tempels.
Aan den voet van den berg ligt het gedeelte
lijk ontgraven oude marktplein, waarbij een
theater en een badhuis.
Men kan de kleiachtige vlakte van Argos
haar vruchtbaarheid aanzien. We gaan in een
autobus naar de oude residentie van Agamém-
non: Mycéne. Autobus-Mycéneop 't eerste
gezicht een vreemde, bij nader inzien een ge
lukkige combinatie. Hooggelegen is de burcht,
de vlakte beheerschend, maar weinig opval
lend: teruggetrokken tegen de eerste hooge
bergen. Behalve wegens de gunstige ligging
voor militaire doeleinden zal deze plek wel
uitgekozen zijn door de aanwezigheid van een
bron. Reeds als jongen had ik telkens afbeel
dingen van de .Leeuwenpoort" van Mycéne
gezien: thans zullen we die in werkelijkheid
aanschouwen. Niet dat deze poort zoo bijzon
der mooi is, maar typisch en indrukwekkend
is ze wel. De geweldige steenen dwarsbalk, die
op de zware zij posten ligt, draagt een stee
nen driehoek, waarop in nog primitieve uit
voering en relief twee leeuwen zijn voorgesteld,
die tegen een middenzuil opstaan, beide met
hun voorpooten op een verhooging steunen
de. Deze poort vormde den toegang tot den
burcht. Bij den bouw ervan zijn zeer groote
en ruwe steenen gebruikt, die later den in
druk gaven, dat hier reuzen aan het werk
waren geweest; vandaar de naam „cyclopi
sche muren". Spoedig na ons binnengaan zien
we een ronde diepte, op den bodem waarvan
zich eenige rechthoekige graven bij elkaar be
vinden, waarin door Schliemann vele gouden
voorwerpen werden gevonden: Homérus
noemt in zijn gedichten Mycéne „het goudrij
ke"! Ook sporen van een paleis en van een
tempel zijn er nog te zien. Wanneer we even
tijd hebben voor een kleine restauratie, kun
nen we temidden van de reeds zomersche na
tuur onze gedachten laten gaan naar de fi
guren, waarmee de sage deze plaats heeft be
volkt. Agamémnon was hier de allesoverheer-
schende figuur, de zoon van Atreus. den op
perbevelhebber der Grieken tegen Troje. Hij
was gehuwd met Clytaemnéstra, hun meest
bekende kinderen waren Oréstes, Iphigenia,
Eléctra. Tragisch was het lot dezer konings
familie. Agamémnon werd bij zijn terugkeer
uit den langdurigen oorlog niet hartelijk in
zijn paleis verwelkomd, maar wreedaardig
door toedoen van zijn eigen vrouw vermoord.
De zoon heeft toen, volwassen geworden, om
dezen moord te wreken, zijn moeder gedood.
Op eenigen afstand van den burcht bevindt
zich een groot koepelgraf: de zoogenoemde
schatkamer van Atreus. Het is een onderaard-
sche ruimte, welker vorm te vergelijken is met
die van een ouderwetschen bijenkorf.
De toegang, die aan den straatweg van My
céne naar Nauplia ligt, vormt een open, rech
te gang met zijwanden die hooger worden,
naarmate de heuvel, waarin het grafgewelf
zich bevindt, hooger wordt. De eigenlijke graf
kelder was niet de hoofdruimte zelf, maar een
kleiner zijvertrek dat er mee in verbinding
staat.
ORANJEFEEST VAN DEN CHR. NAT.
WERKMANSBOND.
Ook dit jaar viert de Chr. Nat. Werkmans
bond weer feestelijk den verjaardag van de
Koningin. Deze avond wordt gehouden in
het gebouw van den Haarl, Kegelbond, Tem
peliersstraat des avonds 8 uur en is toegan
kelijk voor leden en introducé(e)s.
De bekende prof. Antonini, goochelaar-buik
spreker en de conférencier Herm. Smits, zul
len optreden.
De "feestrede zal gehouden worden door den
eere-voorzitter der Vereeniging Ds. C. J. van
Paassen. Drie Haarlemsche firma's stelden
eenige verrassingen beschikbaar, die als at
tractie op het programma vermeld staan.
BLOEMENDAALSCHE REDDINGSBRIGADE.
Op verzoek van de Bloemendaalsche Red
dingsbrigade zal door den Ned. Bond tot het
Redden van Drenkelingen aldaar .examen
worden gehouden ter verkrijging van het
kustwachtdiploma. Het theoretisch deel vangt
aan op Zondagmiddag 13 September in het
Strandgebouw te 2 uur.
De examencommissie bestaat uit de heeren
Van Gemen. Amsterdam, Meijerink, Haarlem,
v. d. Mije, Zandvoort, Moora Rotterdam en
Van Lunteren te Rotterdam.
i
den en gewoontetjes en zij hoorde hem pra
tenen zij bleef.
En nu opeens verscheen Michel weer in
haar leven. Zij zag in haar herinnering zijn
lange, slanke figuur, zijn blonde haren en
vooral zijn oogen, zijn oogen vol liefde. Zou
hij haar nog herkennen? Zij wist het, zij was
weinig veranderd, haar gezicht was jong
bleven, ook haar figuur.
Den volgenden dag wandelden Hélène en
haar man, langs het strand en plotseling ston
den zij tegenover hun nieuwe buren. Hélèiie
was zóó verrast, dat zij bijna bezwijmde, zij
voelde haar gezicht verbleeken. Waren dat
hun nieuwe buren? Deze groote, slecht ge-
kleede vrouw?En was deze man haar
eens zoo aangebeden Michel? Deze man met
zijn kaal hoofd en rood opgezet, vlekkerig ge
zicht, met zijn klanklooze, ruwe stem als van
iemand die teveel drinkt? Deze groteske fi
guur met den afschuwelijk vooruitstekenden
buik, die als een worst in zijn overjas ge
wrongen was. Hij droeg een boord dat zijn
dikken hals dreigde door te snijden. Dus dit
was er geworden van den slanken, eleganten
Michel, die altijd kostbare zijden overhemden
en wondermooie dassen droeg. Michel, wiens
blonde haar was als een kroon en wiens stem
smeltend en zoet, liefdewoorden in haar oor
had gefluisterd.
Het was Hélène als sloeg er een deur dicht
en haar hart neep samen. Zij kon er niets aan
doen. dat zij plotseling hard en zenuwachtig
lachte. Haar man keek haar verwonderd aan.
Plotseling zei Hélène: „Ik geloof, mijnheer
Salvadore, dat ik u vroeger eens heb ontmoet,
het is lang geleden, wel twiptig jaar!"
Hij keek haar een tijdlang aan met zijn
kleine, bloeddoorloopen oogen. Toen antwoord
de zijn verwoeste stem: „Ik.... eh, ik geloof
het niet mevrouw".
„Zal ik u eens helpen, het was bij Marietta,
die met den beeldhouwer Chabrol is ge
trouwd
..O, ja juist, ik herinner mij, mevrouw Cha
brolmaar u, neen, mevrouw, ik hoor uw
naam voor het eerst"
Men nam afscheid van elkaar. Thuisgeko
men zeide mijnheer Bélizard: „Onbelangrijk,
heel erg onbelangrijk, deze schilder, niet
waar?"
„Ja, je hebt gelijk, heel erg onbelangrijk",
antwoordde zijn vrouw.
En vol verbittering dacht zij aan Michel,
niet omdat hij haar vergeten scheen te zijn,
maar omdat zij twintig jaar voor dit ideaa1
geleefd en geleden had.
ELSA KAISER I
GEMEENTELIJKE ZWEM- EN BAD
INRICHTINGEN.
In het tijdvak 1 t/m 15 Augustus 1936 zijn
in de gemeentelijke zwem- en badinrichtingen
25367 baden genomen verdeeeld als volgt:
Houtvaart
Heeren
Dames
Abonné's
2530
2545
20 ets. baden
281
289
10 ets. baden
713
847
Vereenigingsbaden
256
168
Schoolbaden
160
181
Kostelooze baden
3655
3960
7595
7990
Delft
Heeren
Dames
Abonné's
3610
3830
20 ets. baden
441
436
10 ets. baden
679
728
Vereenigingsbaden
33
25
Schoolbaden
4763
5019
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
(Inlichtingen ten politiebureele, Smedestr
9, uitsluitend tusschen 11 en 13 uur).
Ceintuurs en handschoenen, leesboek, Po
litiebureau, Smedestraat 9, autoped, Vergers,
Brouwersstraat 55B, badpak met handdoek,
Labohm, Zaanenstraat 2, kussens, Pijpers,
Oranjeboomstraat 194rd„ portem. met 23 ct.,
Ruiter, Pieter Kiesstraat 9, heerenportemon-
naie. Hessels, Hofdijkstr. 44, portem. met f 1.71
v. d. Weide, D. Spaarne 46, portem. met f 15.68,
Benus. Bruniorstr. 5rd, IJmuiden, portem. met
f 2 42, Vernhout, Zijlstraat 98, damesportemon.
Erdsieck, Gen. de la Reystraat 113, portem. m.
40 ct. Klok, Oranjeboomstraat 138, rijwielbe-
lastipgplaatje, Van Wattingen, Archipelstr. 1,
heerenrijwiel, De Beer, Kruistochtstr. 56, rij—
wielpomp, van den Berg, Adr. Loosjesstr. 87,
sokken, Lazones, Westerstraat 51, oliespuit,
Schippers. Linschotenstraat 71. boodschappen-
tasch, Pel, Antoniestraat 53rd., damestasch
met bel. plaatje en geld. Blankwater, Wesrer-
gracht 99r., vulpenhouder, Quist, Kerkhofstr.
5 rood.
EXAMEN TEEKENEN M. O.
Geslaagd voor de akte m. o.: de heer H.
Franz, te Haarlem,
OPMERKINGEN VAN LEZERS
HERSTELLINGSWERKZAAMHEDEN
STADHUIS.
Een lezer schrijft ons, dat j.l. Zaterdag op
het dak van het Haarlemsche Stadhuis een
loodgieter herstellingswerkzaamheden ver
richtte aan dakgooten, geheel tegen het prin
cipe van de „Vuurwet" in, met een brandende
loodgieters boutenkachel, ook wel genoemd
„olieprimus", dus volgens de Vuurwet „open
vuur".
Er was een brandweerman bij, zegt inzender
en die kon toch weten, dat men zich volgens
de wet in 't geheel niet met vuur, in welken
vorm ook, mag bevinden binnen het Rijk
der Nederlanden, op of in gebouwen, van
historische waarde. Als men soldeeren moet,
kan men toch op den beganen grond de
bouten verhitten, waarop men ze in een
ijzeren gesloten trommel aan de binnenzijde
met asbest bekleed, vervoert naar de te her
stellen breuk.
Inzender herinnert aan het gebeurde met
de kerk te Rhenen. Het uit elkaar springen
van een boutenkachel, gevuld met 2 a 3 L.
petroleum, is toch geen onmogelijkheid. Bij
het in werking zijn van zoo'n toestel wordt
de olie warm, dus wordt de vluchtigheid
van de brandstof in het reservoir aanmerke
lijk grooter. Zou er een ongeluk gebeuren
dan zou Openbare Werken de verantwoor
delijkheid dragen.
(Wij gaven dit stuk ter inzage aan den
Directeur van Openbare Werken, die geen
aanleiding vond, er in de courant op te ant
woorden, maar ons zeide, zich volkomen té
kunnen verantwoorden over de wijze waarop
de werkzaamheden in quaestie hebben plaats
gehad).
PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE
RADIO CENTRALE OP ZATERDAG 29 AUG.
Progr. I. Hilversum n (Huizen)
Progr. 2. Hilversum I.
Progr. 8. 8.00 Keulen. Concert o.l.v. Gerh. E.
Rischka; 8.20 Keulen Kalenderblatt. Tijdsein.
Weerbericht. Waterstandber.; 8.30 Keulen.
Gymnastiek voor de vrouw; 8.45 Diversen;
10.20 Keulen. Concert uit Berlijn. 11.20 Parijs
Radio. Gevarieerd concert o.l.v. Ernest de
Géorls. 11.20 Brussel Vlaamsch. Gramofoon-
muziek. 1.20 Brussel Vlaamsch. Gesproken
Dagblad van het N. I. R. 1.30 Brussel Vlaamsch.
Populair Concert. 2.20 Brussel Fransch.
Kunstkroniek. José Schnyders en zijn orkest.
2.50 Parijs Radio. Gramofoonmuziek. 3.20
Brussel Vlaamsch. Orgelconcert in de Kurzaal
van Ostende. 3.50 Brussel Vlaamsch. Concert
door het Paul Godwinorkest. 4.20 Keulen. Pro
gramma van Berlijn. 7.20 Keulen. Gramofoon
muziek. 8.05 Keulen Momentaufnahme. 8.20
Keulen. Nieuwsberichten. 8.30 Keulen. Uit
Berlijn: „Schlagerschlacht". 10.20 Brussel
Vlaamsch. Gesproken Dagblad van het N. I. R.
10.30 Brussel Fransch. Gramofoonmuziek,
10.50 Berlijn. „Und Morgen ist es Sonntag".
Progr. 4. 8.00 Brussel Vlaamsch. Gymnastiek.
8.20 Brussel Vlaamsch, Tijdsein. Gramofoon
muziek. 8.45 Brussel Vlaamsch. Gesproken
Dagblad van het N. I. R, 9.00 Brussel Vlaamsch.
Gramofoonmuziek. 10.35 Londen Regional.
Kort Godsdienstoefening. 10.50 Londen Regio
nal. Tijdsein van Greenwich. Weerbericht. 11.05
Londen Regional. Orgelconcert, door Sydney
Gustard. 11.35 Londen Regional. Gramofoon
muziek. 12.20 Londen Regional. Het Coventry
Hippodrome Orkest o.l.v. W. Peters. 1.20
Droitwich. Het Commodore Grand Orkest o.
l.v. H. Davidson. 2.20 Het B.B.C. Welsh Orkest
o.l.v. Idris Lewis. 3.20 Het B.B.C. Orgelconcert
door Harry Farmer. 3.50 Het B.B.C. Het Or
kest van Z.M. „Grenadier Guards". 4.50 Het
B.B.C. Gramofoonmuziek. 5.15 Het B.B.C. Oog
getuigenverslag van de cricketwedstrijden.
5.35 Het B.B.C. Dave Frost met zijn Orkest. 6.20
Diversen. 6.50 Droitwich. Variété. 7.05 Londen
Regional. Vioolrecital door Jack Salisbury. 7.20
Droitwich. Het B.B.C. Harmoniorkest o.l.v. W.
Matthiews. 8.20 Londen Regional. Promenade
concert in Queens Hall. 9.30 Droitwich. Variété.
10.00 Droitwich. Weer en nieuwsberichten.
10.20 Droitwich. Tweede deel van het Prome
nadeconcert in Queens Hall. 10.50 Londen Re
gional. Billy Cotton en zijn orkst.
Progr. 5. van 8.00 v.m. tot 7.00 n.m. Diversen.
7.00 Eigen gramofoonplatenconcert. Klassieke
muziek. 1. Aufforderung zum Tanz, sympho-
nie orkest. 2. Zigeunerweisen v. d. Sarasate,
Tossy Spiwakowsky. 3. Menuett van Pade-
rewsky, orkest. 4. Wals van Brahms, Lajos
Szikra, viool met vleugel. 5. Serenata van
Moskowsky. orkest. 6. Canzonetta van d' Am-
brosio, Lajos Szikra 8. 2e Hongaarsche Rap
sodie. groot symphonie orkest. 8. Rondo van
Mozart, Tossy Spiwakowsky. 9. Avé Maria van
Schubert, Tossy Spiwakowsky. Van 8.00 tot
12.00 Diversen