De vorstelijke verloving. Verloving. Dinsdag 8 september 1936 HAARLEM'S DAGBLAD 3 getrokken en eenvoudig op het oude slot in Detmold. Zijn broeder Bernhard is de vader van den verloofde van onze prinses. Lippe-Biesterfeld uit den laatsten tijd. Bijzonderheden over land en vorstendom Lippe. Historische betrekkingen met Nederland. Een redacteur van het A.N.P., die eenige dagen in Detmold, de hoofd stad van het voormalige vorstendom Lippe heeft vertoefd, in verband met de verloving van Prinses Juliana met Prins Bernhard zur Lippe-Biester feld meldt het volgende: Niet ver van de Nederlandsch-Duitsche grens, tegen het oude Westfalen aan, ligt het vorstendom Lippe, voor een groot deel bedekt door de bosschen van het Teutobur- gerwoud, dat zich van het noordwesten naar het noordoosten tusschen de oude bis schopssteden Osnabrück en Paderborn uitstrekt. Prachtige bosschen van loofboomen, hier en daar onderbroken met naaldbosschen, bedekken voor het grootste deel dezen berg keten. Het land is van een zeer bijzondere schoonheid. De heide gaat over in beboschte heuvels, die weer door weiden van elkaar zijn gescheiden. Hier en daar ziet men dorp jes en steden liggen, waarvan de meeste als badplaats een groote bekendheid hebben ge kregen. Het geheele gebied is bijzonder rijk aan geneeskrachtige bronnen en nergens lig gen in het noordelijk deel van het Duitsche rijk de kurplaatsen zoo dicht bij elkaar als in het Lippische land. Ook voor den Nederlander, die zijn va- cantie buiten de grenzen doorbrengt, is Lippe en het Teutoburgerwoud niet onbe kend. Geen van hen, die in het Teutoburger woud vertoefd hebben, zal verzuimd he-ben den Grotenburg met het geweldige Her- mannsdenkmal, het symbool der Germaan- sche overwinning op de Romeinsche leger scharen ,te bezoeken. Dan heeft het woud ook zijn grootste breedte en oefent op allen een bijzondere aantrekkingskracht uit door zijn lieflijkheid en wonderlijke schoonheid, waardoor een ieder, die eenmaal de bekoring van dit dichtbegroeide bergland heeft ge kend, er steeds gaarne terugkeert. Nauw met den Grotenburg en daardoor met het geheele Teutoburgerwoud verbonden is Detmold, de residentie van de Lippische vorsten. Weinig zullen de Nederlanders, die in Det mold en in andere badplaatsen in Lippe be kend zijn, vermoed hebben, dat de naam Lippe nog eens in de geschiedenis zoo nauw met Nederland verbonden zal worden als nu door de verloving en het a.s. huwelijk van H.K.H. Prinses Juliana met Prins Bernhard zur Lippe-Biesterfeld staat te gebeuren. Uit de Lippische geschiedenis. De geschiedenis van Lippe, zijn volk en zijn vorstengeslacht, gaat terug tot in het duister der vroege Middel eeuwen. Voor de 12de eeuw is geen enkel feit met zekerheid en historische nauwkeurigheid vast te stellen. In oude kronieken wordt beschre ven hoe de heeren Von Lippe reeds in de oudste tijden onder de Germaansche volken in groot aanzien stonden en als zoogenaamde „edele heeren" groote bezittingen erfelijk be zaten. Historisch staat vast. dat de heeren Von Lippe reeds Karei den Groote met de wapenen gediend hebben. De eerste heerscher over Lippe, van wien met zekerheid iets gezegd kan worden, is Bernhard, Heer von Lippe, die met zijn broer Hermann in het leger van keizer Lotharius diende, toen deze nog Saksisch hertog was. Beiden namen een groot aandeel in het beleg van Munster in 1121. De oudste oorkonde, waarin over Bernhard von Lippe iets te vinden is, dateert van 1123. De figuur van Bernhard de tweede, die waar schijnlijk omstreeks 1140 geboren werd, ver schijnt reeds in een duidelijk historisch licht. Hij was een geboren krijgsman en wordt ook beschouwd als de stichter van Lippstadt en van Lemgo. Toen hij ouder werd besloot hij in een klooster te gaan, doch zijn avontuurlijke geest hield het daar niet lang uit. In 1211— toen hij reeds een grijsaard was trok hij met bisscljpp Albert van Riga mede op een kruistocht tegen de germaansche heide nen. Hij sloeg de stammen der Esten en Rus sen terug en vlocht zich bij die gelegenheid nieuwe lauweren wegens zijn groote dapper heid. De overmacht der heidenen was echter groot en omdat men wel inzag, dat het onmogelijk was zonder hulp van buiten op den duur tegen hun invallen stand te houden, werd Bernhard naar Denemarken gezonden om koning Wal- demar hulp te vragen. Deze werd gaarne ver leend. Daarna trok Bernhard naar Rome om paus Honorius den derden eveneens om hulp te vragen en hem met aandrang te verzoeken de bedreigde Christenen in het verre Oosten bij te staan. De paus benoemde den grijsaard als blijk van waar deer ing voor zijn verdiensten tot bis schop van Selburg. Als een merkwaardigheid vooral omdat ons land hierbij betrokken is kan nog vermeld worden, dat Bernhard op de terugreis over Oldenzaal kwam en daar de bisschopswijding ontving van zijn zoon Otto, die toentertijd bisschop van Utrecht was. De bezittingen van het geslacht Zur Lippe hadden zich in den loop der jaren door erfenis, door verovering en door samenvoeging aan zienlijk uitgebreid. In 1150 kwamen zij in het bezit van Detmold, in 1322 van Schwalenburg, Biesterfeld en Weissenfeld. In 1368 werd het eerstgeboorterecht ingesteld en daarmee eigen lijk de dynastie erfelijk gegrondvest. Nadat in 1405 de toenmaals zoo schoone en rijke bezitting Sternberg tot de goederen der Lippe's werd toegevoegd, kreeg het geslacht in 1528 officieel den titel van graaf. Een vorst van Lippe als vredes- stichter naar Nederland. De eerste Lippische heer. die dien titel voer de, was Bernhard de Achtste. Hij verbleef meestal in het slot van Detmold, evenals zijn zoon graaf Simon de zesde zur Lippe, die van 15631614 regeerde en niet slechts onder de Lippische heeren de eerste plaats inneemt, doch ook een rol heeft gespeeld in de Duitsche geschiedenis. De geschiedschrijvers, die zich met deze figuur hebben bezig gehouden, schet sen hem allen als een bijzondere persoonlijk heid, die een der merkwaardigste verschijnin gen van zijn tijd is geweest. Zij aan afwisselingen en avonturen zoo rijk leven voerde hem ook naar de Nederlanden, waar hij in 1591 en 1592 vertoefde. Hij maakte toen deel uit van de in opdracht van keizer Ru- dolf den tweeden ondernomen bijzondere 'missie naar België en naar ons land, om te trachten den vrede stichten tusschen koning Philip den Tweeden van Spanje en de in op stand gekomen Nederlanden. De eigenaardige aanteekeningen van den graaf over deze reis worden in het vorstelijke huisarchief van Det mold bewaard. Merkwaardig is wel, dat waar Munster en Paderborn oude bisschopsteden zijn met een overwegend katholieke bevolking, in Lippe het protestantisme, reeds van den eersten tijd der reformatie af, grooten invloed heeft, gehad. Ook de graven van Lippe hadden het pro- testantsche geloof aanvaard. Simon de Zesde, over wien wij hierboven het een en ander mededeelen, heeft reeds in zijn jeugd den godsdienststrijd meegemaakt. Na den dood van zijn vader zond zijn moeder hem met het oog op zijn ontwikkeling naar Parijs. Hij was daar juist in den tijd van den Bartholomeusnacht. Slechts met moeite gelukte het den jongen graaf zich verborgen te houden en op die ma nier aan de vervolging der protestanten te ontkomen. Op lateren leeftijd was het aan zijn bezonnenheid te danken, dat de opstand, van de Lemgo'ers, nadat de gereformeerde leer officieel ingevoerd was, zonder bloedigen strijd verliep. Zijn zoon, graaf Simon de Zevende, wordt beschouwd als de stamvader van het ge slacht Lippe-Detmold. dat bijna drie eeuwen de regeerende tak in Lippe is geweest. Het ontstaan van den tak Lippe-Biesterfeld. In 1789 werden de leden van het regeerende huis tot vorsten verheven met den titel Puerst zur Lippe. Daarnaast ontstonden twee grafelijke zijtakken: LippeBiesterfeld en LippeWeissenfeld. Als een bewijs van de vele betrekkingen, welke van de vroegste tijden af tusschen Lippe en Nederland bestaan hebben, kunnen wij nog vermelden, dat een der Lip pische graven, Simon Heinrich, gehuwd was met burggravin Arnalie zu Dohna, souvereine vrouwe van Vianen en Ameiden, erf burggravin van Utrecht, waardoor de heerlijkheid Via nen in het bezit kwam van het Lippische huis, Hun zoon, Friedrich Adolf, werd, naar uit be scheiden in de Lippische landesbibliotheek bleek, naar Leiden gézonden om daar met„dem Prinzen von Oranien und anderen Leute von Kondition bekannt gemocht zu werden". Graaf Friedrich Adolf werd echter in Leiden ziek en zijn moeder haalde hem na verblijf van een jaar in ons land weer naar Detmold terug. Ook later zou Friedrich Adolf nog met de Nederlanden in contact komen zij het dan ook op een andere wijze. De Prins van Oranje deed, toen de Fran- schen het Rijnland waren binnengevallen, een beroep op den keurvorst van Brandenburg. Deze had een verbond met verschillende Duit sche vorsten gesloten en zond den prins hulp troepen. Graaf Simon Heinrich van Lippe, de vader van Friedrich Adolf, besloot een regi ment ruiters te zenden om de Vereenigde Ne derlanden te hulp te komen. Zijn zoon werd tot overste aangesteld en nam aan tal van veldslagen tegen de Fran- schen deel. Zoo wordt zijn naam genoemd en die van het Lippischen regiment bij den slag van Fleuris en bij dien van Neerwinden. Naast de vorstelijke linie en de beide grafelijke linies is nog een vierde tak, welke met Lippe verbonden is. Het is de linie Lippe- Alferdissen, welke in de 18de eeuw door huwelijk het graafschap Schaumburg ver kreeg en sinds dien tijd Schaumburg-Lippe genoemd wordt. Sinds 1807 is ook deze tak vorstelijk. Het wapen van Lippe. In 1895 is groot opzien gewekt in Duitsch- land door den strijd over de troonsopvolging in Lippe. Deze kwestie heeft een tijdlang in het middelpunt der Duitsche binnenlandsche politiek gestaan, mede door het persoonlijk ingrijpen van den Duitschen keizer. De kwestie trok zelfs de aandacht ver over qp grenzen van het kleine land en werd aan buitenlandsche hoven en kanselarijen be sproken. De Lippische toonstrijd, die in 1895 uit brak, is oorspronkelijk een familiestrijd tus schen de in Detmold regeerende hoofdlinie en de beide grafelijke zijtakken Lippe-Bies terfeld en Lippe-Weissenfeld. Pas toen er zekerheid bestond, dat de hoofdlinie zonder mannelijke erfgenamen zou uitsterven, nam de familiekwestie een staatkundig karakter aan. Als laatste regeerende vorst stierf in 1895 vorst Woldemar. Zijn eenige broeder, prins Alexander, die sinds vele jaren in een in richting voor geesteszieken verpleegd werd, kwam voor de troonsopvolging niet in aan merking. Er waren toen drie pretendenten voor den Lippischen troon: het vorstelijk huis Schaumburg-Lippe en de grafelijke tak ken Biesterfeld en Weissenfeld. Het zou ons te voeren de aanspraken welke elk der pre tendenten meende te kunnen doen gelden, hier uiteen te zetten. In de Lippische archie ven kan men daarover een schat van litera tuur vinden. Het probleem werd bij een scheidsgerecht, onder voorzitterschap van den koning van Saksen, aanhangig gemaakt en na een langdurige procédé werd de linie Lippe-Biesterfeld in het gelijk gesteld en be steeg Ernst, graaf en heer zur Lippe-Biester feld. graaf van Schwalenberg en van Stern berg enz., den Lippischen troon. Hij heeft zich een buitengewone populariteit weten te verwerven en een standbeeld in het Detmol- der slotpark getuigt nog van de vereering, welke zijn onderdanen hem toegedroegen. Ernst had twee zoons: de oudste. Leopold en de jongere, prins Bern hard. Leopold volgde hem in 1905 als vorst van Lippe op en regeerde tot 1918. De revolutie-golf, welke bij het einde van den wereldoorlog over Duitschland ging en het keizerrijk en alle koninkrijken en vorstendommen wegvaagde, maakte aan zijn bestuur een einde. Thans woont hij terug- Prinses Juliana tijdens een van haar radio-redevoeringen. Graaf Ernst, die in 1905 op den Lippischen troon kwam, woonde in het slot Obercassel met het daarbij behoorende oude klooster Heisterbach. In het park van Heisterbach bevindt zich ook het mausoleum van de hee ren zur Lippe-Biesterfeld. De latere vorst Leopold en zijn broeder, prins Bernhard, werden beiden in Obercassel geboren. Hun jeugd brachten de beide prinsen voor een groot gedeelte door op het kasteel Neu- dorf bij Bentschen in het tegenwoordige Po len, een bezitting der familie. Leopold en Bernhard gingen zooals ge woonte was bij de zoons van vorstelijken huize in militairen dienst. Leopold werd officier bij de garde-Uhlanen in Potsdam en Bern hard bij de huzaren. De militaire loopbaan van Leopold nam vrij spoedig een einde, omdat hij in verband met de troonsopvolging in Lippe zijn ontslag nam. Prins Bernhard was en bleef officier. Na de troonsbestijging van zijn vader werd hij overgeplaatst naar het huzarenregiment „Kei zer Nikolaas van Rusland" in Paderborn. waardoor hij in de nabijheid van het ouder lijk huis en van het Lippische volk bleef. Aan het leven van dit volk, aan de lande lijke genoegens van de bewoners zoowel als aan de cultureele zijde van het landsbestuur nam hij steeds met groote opgewektheid deel. Ook hij mocht zich in een groote populariteit verheugen. Zijn natuurlijke gemoedelijkheid, zijn uitgesproken sympathie voor het Lippi sche volk, kwamen wel bijzonder tot uiting bij volksfeesten, waar. hij steeds gaarne aan deelnam. In Detmold spraken wij menschen, die prins Bernhard persoonlijk gekend had den en zij vertelden ons. dat het volk nog nooit medegemaakt had, dat een prins uit het regeerende huis danste met het eenvoudigste meisje uit het dorp. dat hij met arbeiders en knechten een glas bier dronk. En hoe deed hij het. In alles was hij zonder pose, hij deed het als een uitdrukking van de meest natuurlijke verbondenheid en saamhoo- righeid. Dit maakte hem overal geliefd. De mooiste tijd uit het leven Prins Bern hard was ongetwijfeld de tijd van zijn ver blijf in Paderborn. Daar leerde hij ook zijn latere echtgenoote kennen, gravin Cramm- Crieven, die met den graaf van Oeynhausen gehuwd was geweest, doch van dezen ge scheiden was. Spoedig na hun huwelijk vertrokken Prins Bernhard en zijn vrouw naar hun bezitting Woynowo bij Bomst aan de Poolsche grens. Woynowo was een heerlijkheid, vele duizen den morgen land groot, welke tot de erfenis van de gravin Cramm-Crieven behoorde. Prins Bernhard werd grootgrondbezitter en bleef dit tot aan het einde van zijn leven. Zijn vrouw is van haar jeugd af een en thousiaste bewonderaarster van de paarden sport geweest. Deze sport in den meest edelen zin van het woord werd in Woy nowo met bijzondere voorliefde beoefend. De prinses reed op alle groote concoursen in Oost-DuitsChland met veel succes om de hoogste prijzen en onderscheidingen. Vele jaren was Woynowo het middelpunt van het verkeer der adellijke families uit de omgeving, totdat door de Novemberrevolutie niet alleen de Lippische troon viel. doch ook een groot gedeelte van het familievermogen verdween. De inflatie in den na-oorlogschen tijd kwam daar nog bij en dit alles tezamen was oorzaak, dat het eens zoo vroolijke en levensblije huis Woynowo stiller en stiller werd. In dezen onrustigen en zorgvollen tijd viel het .accent in het leven van prins Bernhard en zijn echtgenoote meer en meer op de hui selijkheid en het innige familie-leven. Zij zochten en vonden hun geluk in den omgang en in de opvoeding van hun beide zoons, de prinsen Benno en Aschwin. Beide prinsen waren in Jena geboren, Benno in 1911, Aschwin in 1914. De oude prins Bernhard is in Juni 1934 gestorven. In zijn laatste levens jaren heeft hij nog het geluk ge smaakt zijn beide zoons te zien op groeien tot bijzonder begaafde men schen. Hij had de overtuiging, dat zoowel Benno als Aschwin zich een plaats in de maatschappij zouden verwerven door eigen bekwaamheid. Zelf had hij zich in het leven veel moeten ontzeggen. De wereldoorlog, welke hij van het begin tot het einde medemaakte, viel in zijn beste jaren. Daarna moest hij den druk verdragen, welke na de Novemberrevolutie in 1918, de familie-leden van vroegere vorsten huizen ondervonden. En tenslotte had hij groote zorgen bij het bestuur van zijn uit gebreide goederen. In de laatste jaren werd een groot gedeelte van het Woynowo'er grondbezit verkocht, aan de familie Lippe- Biesterfeld bleef het slot. de naaste omge ving en het meer. In het thans eenzame kasteel leeft de prin ses zij is 53 jaar oud een rustig en te ruggetrokken leven, in de herinneringen aan haar echtgenoot en aan een schoon verle den, doch gelukkig met haar beide kinderen, aan wie zij al haar zorgen wijdt. Prins Benno. Prins Bernhard Benno noemen zijn vrienden hem is 29 Juli 1911 te De standaardvlag van onze Kroonprinses. Detmold, de resident van de vorsten van Lippe. telt 19000 inwoners. Het stadje ligt in het hart van het Teutoburgerwoud, vlak aan den voet van den Grotenburg, met het Her-- manns Denkmal. De stad biedt voor vreem delingen veel bezienswaardigs en wordt dan ook veel door toeristen bezocht. Het slotplein met het vorstelijk paleis dateert uit de 15de eeuw. Bezienswaardigheden zijn vooral ook het sterfhuis van den dichter Freiligrath, het museum en het Landestheater. Haarlem verneemt de vorstelijke verloving. Jena geboren en is dus 25 jaar oud. Hij doorliep het gymnasium te Ber lijn en na zijn eindexamen ging hij aan de Berlijnsche universiteit in de rechtswetenschappen studeeren. Hij heeft het vorige jaar zijn candidaats- examen gedaan. Vervolgens vertoefde hij eenigen tijd in Engeland en maakte ook een reis naar Marokko. Daarna is hij in dienst getreden bij de I.G. Farben, het groote Chemische wereldconcern. De jonge prins, die de Fransche taal volkomen beheerscht, werd geruimen tijd gede tacheerd in Parijs bij het Fransche filiaal. Ook heeft hij later gewerkt op het hoofdkantoor der I. G. Farben in Berlijn. Den prins zelf hebben wij niet kun nen ontmoeten. Wel eenige vrienden van hem. Zij schetsten hem als een vroolijke, sportieve jongeman, die een voudig door het leven wenscht te gaan en wiens belangstelling vooral uitgaat naar wetenschappelijke en cultureele vraagstukken. Buitengewoon beminnelijk in den om gang als hij is, wai-en zij er zeker van, dat hij zich binnen korten tijd even populair zou maken in zijn nieuwen levenskring als in den intiemen vrien denkring van gymnasium en universi teit. De vlaggen uit er 's heugelijke tijding, Van 't Vorstenhuis voor heel het vaderland. Dit is een dag van innige verblijding, In 't diep besef van d' onderlingen band. Het Vorstenhuis heeft in de laatste jaren, Het leed gekend van diepen rouw en smart, Nu mag het weer een groote vreugd ervaren, Wij wenschen het geluk met heel ons hart. De grauwe lucht, de storm zijn overwonnen, Wij voelen 't niet, al plenst straks regen neer, Want in ons hart schijnt de oranjezonne En brengt den gloed van t mooiste zomer weer. Prinses en Prins. God moge U behoeden, In 't leven, dat Gij samen door zult gaan, Ons heele volk biedt U, ontroerd te moede, Zijn liefde en oprechten heilwensch aan. P. GASUS. Lippe, land van landbouw, veeteelt en bosch. De voornaamste tak van nijverheid waar mede de bevolking van Lippe zich bezig houdt, is de landbouw, ofschoon de bodem van het land niet bovenmatig vruchtbaar is. Van belang is ook de veeteelt, met name die van runderen, varkens en schapen. Het land produceert aanzienlijke hoeveelheden wol. Lippe behoort verder tot de houtrijkste gebieden van Duitschland. twee zevenden van de totale oppervlakte is met bosch meest eiken en beuken bedekt. De wildstand, bestaande uit herten en reeën, is er zeer groot. Eigenlijke „bergbouw" komt in Lippe niet voor, wel treft men er zoutmijnen en zwa velbronnen aan. Linnenweverijen hebben langen tijd een vooraanstaande plaats ingenomen, maar sinds de opkomst der fabrieken, is deze nij verheid op den achtergrond geraakt. Groote fabrieken kent Lippe vrijwel niet. Detmold. Prinses Juliana. Ook uiterlijk is de lange en slanke prins een krachtige, sterke jongeman. Iemand van groote begaafdheid, van prettige omgangsvormen, een stil en rustig, tot overpeinzing geneigd karakter, doch daarbij een vlot sports man, een goed ruiter, een trouw vriend en boven alles een eenvoudige en degelijke persoonlijkheid, ziedaar hoe zijn vrienden over hem spreken. Prinses Juliana en prins Benno hebben el kaar herhaaldelijk ontmoet. Ook tijdens het vacantieverblijf van de koningin en de prin ses in Zwitserland was prins Benno eenigen tijd in hun omgeving. Thans logeert de prins in Nederland bij een hem bevriende familie. Groote belangstelling voor de verrassende gebeurtenis. Het bekend worden van de verlo ving van Prinses Juliana met den Duitschen prins von Lippe-Biester feld verwekte in de stad groote op schudding. Wel was er reeds sinds lang sprake van, dat de kroonprinses zich zou verloven, maar haar engagement met den prins von Lippe kwam wel zeer onverwacht. Zoodra wij het bericht op onze nieuwsbor- den hadden gepubliceerd ging het als een loo pend vuurtje door de stad. Van verschillende gebouwen en particuliere woningen werden aldra de vlaggen uitgestoken en vele men schen tooiden zich met Oranjestrikjes. De be langstelling voor onze mededeelingen op bul letins en nieuwsborden was zeer groot en op onze bureaux belden de telefoons onophou delijk, daar zeer velen naar de waarheid van de verspreide geruchten informeerden. Het was duidelijk merkbaar, dat de geheele bevolking meeleefde met dit voor ons vorsten huis zoo belangrijke feit. De bijzonderheden over het leven en den persoon van prins von Lippe, die uiteraard weinig bekend waren, werden met groote interesse gelezen. Over de geheim gehouden verblijfplaats van onzen aanstaanden prins-gemaal deden de wonder lijkste geruchten onder het publiek de ronde. Zoo langzamerhand nam de stemming in onze stad een feestelijk karakter aan, hetgeen vanavond nog wel geaccentueerd zal worden. Want naar wij van de zijde van het hoofd bestuur der Vereeniging Koninginnedag ver nemen zal reeds hedenavond acht uur ter vie- rig van de verloving van Prinses Juliana door de Muziekvereeniging „Harmonie-Crescendo" eep concert op de Groote Markt worden ge geven. waarop behalve de volksliederen natio nale liederen ten gehoore zullen worden ge bracht. Het hoofdbestuur hoopt er verder nog bij tijds in te kunnen slagen, dat andere mu ziekverenigingen muzikale ommegangen kunnen maken of concerten op eenige pun ten van de stad zullen geven. Onze stads-beiaardier, de heer H. W Hof meester, spoedde zich vanmorgen reeds naar den Groote-Kerktoren om op zijn wijze be kendheid aan de heugelijke tijding te geven, door het carillon te bespelen. Een ongewone gebeurtenis op Dinsdagmorgen! De heer Hof meester begon natuurlijk met het Wilhelmus, zoodat een ieder reeds hoorde, dat er iets bij zonders gaande was.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 5