VOOR Pi VROUW Allerlei BLOUSES DONDERDAG '10 SEPTEMBER 1936 HASRCEM'S D A G B E A D 10 Ons Wekelijksch Knippatroon Nr. 695: aardige herfstjapon van wollen stof. De eenige garneering bestaat uit een kraagje van zijde of linnen in een afsteken de kleur. Benoodigd materiaal: 4 meter van 9 centimeter breedte en 50 cM. voor de garneering. Prijs van het patroon: 30 ets. per stuk. Alleen te verkrijgen in maat 40; bovenwijdte: 86 cM.; taillewijdte: 70 cM.; heupwijdte 98 cM. Door het al of niet aan knippen van naden kan men het patroon passend maken voor het eigen figuur. Nr. 696 A: aardig getailleerd jasje van ge ruite wollen stof, gegarneerd met kraag, re vers en randen langs de zakken. Benoodigd materiaal: 2 meter wollen stof van 120 cM. breedte. Prijs van het patroon: 25 cent per stuk. Alleen te verkrijgen in maat 40. (Zie boven) Nr. 696 B: bijpassende rok van effen wollen Stof. De rok bestaat uit 4 banen. Benoodigd materiaal: 2 maal de hoogte plus 10 cM. van materiaal, dat ongeveer 100 dM. breed moet zijn. Prijs van het patroon: 25 cent per stuk. Alleen te verkrijgen in maat 40. (Zie boven). Deze patronen zijn in bovengenoemde maat tegen de vermelde prijzen te verkrijgen bij het bureau van dit blad, plus 6 ets. porto kosten. Den lezeressen wordt vriendelijk verzocht bij bestelling duidelijk het nummer van het gewenschte patroon en tevens naam en adres zoo volledig en nauwkeurig mogelijk op te geven. Men voorkomt daardoor onnoodige vertraging in de verzending. Bovenstaande patronen zijn ook naar maat te verkrijgen. Prijzen worden dan: 695: 50 ct., 696 A 30 ~ct.; 696 B: 30 ct. per stuk. Verder -leveren we niet alleen patronen van de hier afgebeelde modellen; doch van ieder gewenscht model. Toezending van een af beelding of schetsje met vermelding van maten is voldoende. Prijzen van deze maat- patronen zijn: voor een mantel: 60 ct.; voor een japon 50 ct.; voor lingerie en kinder- kleeding 40 ct.; en voor een blouse of rok 30 ct. per stuk. PASTELTINTEN Het najaar is meestal de tijd van diepe en warme herfsttinten: goudgeel, steenrood, flesschengroen, havanabruin, allemaal kleu ren, die passen bij den tijd dat de bladeren van kleur veranderen, dat wij behoefte begin nen te voelen aan warmte en dat wij toch de vroolijkheid van den zomer nog niet heele- maal willen loslaten. Maar de herfstmode van 1936 wil nu eens iets anders dan gewoonlijk en zij brengt ons een kleurengamma dat dan wel zeer verschei den is, maar daarbij ook uitermate teer en vaag. Daar zien wij behalve lichtblauw van een zachte grijsheid ook donkerder blauw met een neiging naar paars. Geen uitgesproken bruin brengt de mode, maar een gedempte tint, die met taupe-kleurig nauw verwant is, terwijl een lila tint eveneens als met taupe is verweven. Dit geeft geen vroolijke tinten, het is ook niet geschikt voor sportieve kleeding, het lijkt haast een voortzetting van een triesten, grijzen zomer, die zich niet meer kan opwer ken tot een klaterende herfsttooi, maar die ptil en wat droevig in grijsheid vervaagt. SOMBERE STEMMING Het begin van deze week heeft ons een klein voorproefje gegeven van den tijd dien wij tegemoet gaan: storm, regenvlagen, kille temperatuur, vroeg donker en uren midden op den dag, dat het nauwelijks licht genoeg is om van „overdag" te kunnen spreken. Dat zijn de oogenblikken, waarop men de ver zuchting slaakt: was het maar goed en wel winter, dan konden we de kachel aanleggen, en dan kunnen wij het tenminste in huis gezellig maken Maar voor de kachel is het nog niet koud genoeg al is het dan ook kil in huis. en dus tobben we 's avonds met kou de voeten en handen, de rook die onze man nelijke gezinsleden de lucht in blazen, blijft akelig laag hangen en omdat het te vochtig is om een raam open te zetten, ruikt de ka mer er den volgenden morgen nog naar. Sommige menschen hebben van dit som bere en vochtige regenweer niet de minste last, zij voelen zich er best bij en bemerken er nauwelijks iets van. Maar anderen laten zich er door terneer slaan, zij hebben moeite om niet met het weer samen somber te worden, en om de ko mende maanden niet als een haast onover komelijke berg van slecht weer te zien. Als de vrouw des huizes zich op een dergelijke wijze laat ontmoedigen, moet dat zeker en vast invloed hebben op de stemming' in huis. Wanneer zij met een naargeestig gevoel op staat, en dan ook met een lang gezicht aan haar bezigheden gaat, zal dit zijn effect op het gezin niet missen: iemand .die snel drif tig wordt, maar ook gauw weer de zon laat schijnen, is heel wat beter te verdragen dan iemand die in den put zit en een domper drukt op ales wat om haar heen gebeurt. Aan die neerslachtigheid moet dus iets ge daan worden, en dat moet de vrouw des hui zes in de eerste plaats zelf doen. Daarvoor moet zij iets zien te vinden, dat zij erg pret tig vindt en dat natuurlijk binnen haar be reik ligt. Wil zij een bepaalde film dolgraag zien, welnu, laat zij de kapotte kleeren maar eens voor een keertje de kapotte kleeren laten, en naar de bioscoop tijgen. Houdt zij van het klaarmaken van fijne gewrochten van de edele kookkunst, dan be stelt zij alles voor iets extra heerlijks en maakt er een fijne schotel of een heerlijk gebak van. Heeft zij een aardig kleedingstuk gezien in een of andere etalage, en ligt het binnen het bereik van haar beurs, dan gaat ze er op uit om het te koopen, en trekt het ook meteen aan, dat is voor vele vrouwen een probate remedie. Heeft zij een voorliefde voor mooi gedekte tafels, dan koopt zij een aardig tafellaken en dekt een feesttafel als voor een diner, ook al schaft de pot dien dag niet anders dan gebakken aardappelen en sla. Is zij een liefhebster van bloemen en plan ten. dan fuift zij zichzelf op een bos chry santhen of op een of andere plant, terwijl iemand die van winkelen houdt, daarvoor nu eens gezellig een middag neemt. Al zulke kleinigheden kunnen direct een grooten invloed uitoefenen, op een depressie die zwaar op ons gevoel drukt. Maar men moet vol goeden wil zijn om zich dan ook uit den put te willen laten halen. Het moet niet zoo zijn, dat eiken dag een prikkel noodig heeft want stel je voor, anders raak ik weer in de sombere stemming! Maar dat eene prettige plannetje dat ten uitvoer wordt ge bracht, moet in staat zijn een zetje te geven, opdat men over het doode punt heen komt, en ziedaar, de motor van den dagelijkschen gang van zaken is weer op gang. Probeert het maar eens, wanneer uw in nerlijke mooi-weer door een depressie dreigt verstoord te worden, het helpt zeker. E. E. J.—P. PARIJSCHE MODE-DETAILS Een avondtoilet is een kostbaar eneen lastig bezit. Want de meeste vrouwen gebrui ken een dergelijk toilet niet zoo veel, dat het in één winter geheel versleten is. En wan neer we het dan weer eens aan moeten trek- ke, komen we tot de vervelende ontdekking, dat men duidelijk kan zien, dat de japon eenige seizoenen oud is. We hebben daarvoor noodig goud- of zilverlamé en zetten dat langs het rugdécolleté op de wijze, zooals op de teekening te zien is. In de taille vormt men een soort queue door het materiaal te plooien. Niemand, die u in deze japon ziet, zal raden, dat ze niet van 1936 is. Bij de gekleede namiddagjapon draagt men handschoenen van soepel suède in een harmonieerende of contrasteerende tint met lange kappen waar tusschen kant is gezet. Koperen „spijkerkopjes" geven aan het ge heel een noot van elegrance, die afstraalt op de meest eenvoudige japon. Bijzonder veel werk hebben de Parijsche couturiers dit jaar wederom van de mouwen gemaakt. Op onze illustratie ziet u een bij zonder mooi model. Deze mouw heeft drie kwart lengte en loopt op de elleboog in een wijde ballon uit om zich dan weer te ver nauwen op armwijdte. De wijde pof is gegar neerd met ajourwerk. Teneinde het mogelijk te maken, dat men een tasch bij meer dan één toilet kan dra gen, is men wederomteruggekeerd tot de samenstelling licht en donker leer. Men gaat weliswaar zeer bescheiden te werk bij het aanbrengen van deze garneering; maar dat het effect zeer gelukkig kan zijn, be wijst de teekening wel. Wenken voor de huisvrouw Is fluweel ruw geworden, dan kan men dit in vele gevallen verhelpen, door de stof boven de wasem van kokend water te hou den en, terwijl de damp in het fluweel trekt, dit voortdurend met de vleug mee te schuieren. Nat geworden fluweelen hoeden mogen nimmer afgeveegd worden; maar moeten zoo drogen, dat ze in hun model blijven. Zwart fluweel, dat leelijk is geworden, knapt weer op, wanneer men het afwrijft met een in petroleum gedrenkt wollen of fla nellen lapje; daarna borstelen en laten luch ten. Ammoniakzeep is geschikt voor het was- schen van ongekleurde wollen goederen. Deze zeepsoort dient eerst in warm water te wor den opgelost. Wit glacé leeren schoenen worden met een korstje oudbakken brood of met wat meel schoon gewreven. Zijn ze hiervoor te vuil ge worden, dan kan men ze met een watje met benzine of tetra chloorkoolstof (onbrand baar) afwrijven, doch men mag daarbij slechts weinig vocht gebruiken, daar er an ders kringen in komen. Daarna kan men ze met wat talk inwrijven en zoo, gedurende den winter, wegbergen. HET MENU VOOR DE HEELE WEEK Zondag: Koninginnesoep Eiercroquetjes met sla en pommes frites. Koffiepudding met Vanillesaus. Maandag Runderbiefstuk Spinazie Aardappelen. Griesmeelpudding met gestoofde bramen Dinsdag: Witte boonen Gebakken tomaten Flensjes. Woensdag: Witte boonensoep Biefstuk Gebakken aardappelen Snijboonen Donderdag: Gebakken lever Aardappelenpurée Sla Appelmoes-sneedj es Vrijdag: Gekookte griet met peterseliesaus. Worteltjes. Aardappelen Omelette Zaterdag: Ragout van kalfssoepvleesch met rijstrand en kerriesaus. Vruchten RECEPTEN Eiercroquetjes 5 eieren 1 uitje, een eetleipel gehakte peterselie. oud brood zonder korst, peper en zout. Kook 4 eieren hard, pel ze, maak ze fijn en vermeng ze met een rauw ei, het fijnge hakte uitje, de peterselie, het brood en peper en zout. Vorm er croquetjes van panneer ze dubbel en bak ze in heet frituurvet. Appelmoessneedjes. Snijd acht sneedjes wittebrood zonder korst, week ze op de wijze van wentelteefjes in melk, ei en suiker en bak ze aan beide zijden mooi hruin. Maak een dikke appelmoes, besmeer daar mee de broodjes, bestrooi ze vlak voor het opdienen met poedersuiker en geef ze zoo warm mogelijk. Ragout van kalfsvleesch. Hiervoor wordt van de veronderstelling uit gegaan, dat op den Zaterdag bouillon is ge trokken voor soep op Zondag: dit soepvleesch word tot een ragout verwerkt en opgediend met droge rijst en kerriesaus. Verschillende blouses van verschillende soort hebben, beteekent bij iedere gelegenheid joed gekleed te kunnen zijn. De blouses varieeren van eenvoudige kantoorblouses tot geraffineerde theater- en avondblouses. Ma teriaal en coupe zijn het, die beslissen tot welke categorie een blouse gerekend kan worden. Op onze illustraties ziet u eenige verschil lende soorten. Daar is bijvoorbeeld de blouse van taftzijde, die uitstekend bij een tailleur- eostuum gedragen kan worden. De „note gaie" wordt gevormd door de breede jabot en het coquette strikje van laklint in een afsteken de kleur, aan den hals. De gebloemde blouse vormt met een gekleede rok een mooi middag toiletje. Bijzonder goed zal „mille-Heur zijde" voldoen. Een ruche langs kraag en mouwen is een leuke afwerking. De andere blouse is even eens een middagblouse; maar strenger van lijn. Als materiaal hiervoor heeft men sa tijn gekozen, waarvan zoowel de doffe als de glanzende zijde verwerkt zijn. De mouw tjes zijn zeer ruim ingezet en vallen tot op de ellboog. Als kleuren kan men kiezen: wit (ivoorkleurig), goudgeel of zwart. Men moet het liever vermijden andere kleuren, als blauw, groen of rose te nemen; deze werken n.l. gauw een beetje „ordinair". Voor eenvoudige kantoorblouses is gestreep te toile de soie een zeer gewild materiaal. Bijzonder aardige resultaten bereikt men, wanneer men de strepen in verschillende richtingen verwerkt. Effen kraagjes zijn altijd de afwerking. Een practisch en toch elegant geheel voor kantoor wordt gevormd door de blouse en rok, die hier boven afgebeeld zijn. De rok is van diagonaal gestreepte wollen stof en loopt met twee punten op in de taille. Ten einde te voorkomen, dat deze spoedig zullen ombuigen, worden ze gevoerd met stijf linnen en zet men er voor stevigte nog een paar kleine baleintjes van achteren tegen. Een breede ceintuur van wildleer wordt door de openingen gehaald. Daarnaast een blouse, die zoowel op kantoor als bij andere „gelegen heden" op haar plaats zal zijn. De blouse is in vestvorm gemaakt Knoopjes van simili ver levendigen het geheel. KATOENEN JUMPER Dat men met gewoon gekleurd breikatoen ook aardige effecten kan bereiken, bewijst deze katoenen jumper (vestmodel) die ge breid is van geel breikatoen. Benoodigdhe- den 3.knot breikatoen en 2 pennen no. 3. Als merkwaardigheid en om te bewijzen dat breien niet altijd kostbaar is vertel ik u er bij dat deze jumper, zonder de knoopen, aan materiaal 45 cent kost. We beginnen met den linkerzijkant on der en zetten 1 st. op. Van dezen steek maken we bij de volgende pen 2 dan over- breien. 3e pen: aan het begin 2 st. bij opzetten, 2 st. lireien van den laatsten st. 2 ma ken. 4e pen terug breien. Deze 3e en 4e pen herhalen we 7 maal, alles recht gebreid. Dan zijn we aan den zwakst schuinloopenden kant, den zijnaad kant. Dan nog 1 maal 2 st. bij opzetten, 26 st. recht en van den laatsten st. 2 maken. 19e pen. We zijn nu aan den achterkant van het werk, waar het patroon gebreid wordt, dat bestaat uit 1 r. 1 aver, en dat recht overgebreid wordt. Aan den zij- en onderkant wordt de bies evenwel recht ge breid. Dus 19e pen: v. d. Ie st. 2 maken 9 st. recht 1 aver. 1 r. 1 aver, resteerende steken recht maar aan het eind 2 st. bijmaken. Recht terug breien. 21e pen, is gelijk aan de 19e met dat ver schil dat er in plaats van 3 st. 6 st.. in pa troon worden gebreid, telkens 1 st. eerder beginnen en 2 st. later ophouden. Recht te rug breien. Om de pen worden er zoo 3 st. bijgemaakt, 2 aan den zijnaad-kant, 1 aan den middenvoor-kant en we zorgen dat de bies resp. 16 en 10 st. recht blijft. Zoo gaani we door tot er in het geheel 70 st. op de pen staan, waarna we aan den zijnaad-kant 10 st. in 1 maal bij maken. Nu breien we nog 14 pennen zonder te meerderen, waarna we die bies niet meer aan den zijkant breien. Aan de zijnaad minderen we nu om dé 4 pennen 2 st. te zamen tot er 73 st. op de pen staan, waarna we weer bijmeerderen (om de 4 pennen van de laatste st. 2 maken) tot er 84 st. op de pen staan. Dan nog zon der meerderen doorbreien tot we na de 10 bijgemaakte steken 100 pennen gebreid heb ben. Nu beginnen we aan het armsgat. Hier voor minderen we 20 st. af (5 maal 4) en met de overige 64 st. breien we nog 6 pen nen, waarna we afminderen voor de figuur naadjes, die in een katoenen jumper wel noodig zijn. Om het patroon te kunnen hou den, doen we om de 4 pennen 3 st. te zamen en wel van den armsgat-kant af na 20 st. De volgende keer na 18 dan na 16 enz. Dit 5 maal zoodat er nog 54 st. overblijven. Nu wordt voor den hals eerst 14 st. afgekant, Dan nog 4 maal 2 st. en met de overgebleven 32 st. breien we nog 4 pennen, waarna we den schouder schuin af laten Ioopen door van den halfs af eerst 24, dan 18, dan 12 en dan 6 st. te breien. Afkanten. De rechterkant Is het spiegelbeeld van de linker behalve dat er in de voorbies knoops gaten gebreid worden. De le na 4 pennen, en dan met 9 ribbels er tusschen. De knoopsgaten zijn 3 st. van den kant af en 5 st. breed. Rug. Voor den rug zetten we 80 st. op en breien 14 pennen recht. Dan breien we pa troon: 20 pennen zonder meerderen en dan om de 4 pennen van den eersten en laat sten steek 2 maken tot er 104 st. op de pen staan. Doorbreien tot het armsgat. Voor het armsgat' minderen we aan beide kanten 10 st. af (3 maal 3 plus 1) en met de overige 84 st. breien we tot den hals door. Voor den hals kanten we in het midden 20 st. af en de 32 st. van den schouder breien we als bij het voorpand, schuin op. Daarna afkanten. Mouw. Voor de mouw zetten we 32 st. op, en breien de le pen 1 r. 1 aver. De terug gaande pen breien we recht, maar maken van den eersten en laatsten steek 2, en deze 2 pennen herhalen we tot er 64 st. op de pen staan. Dan zetten we aan den voor- en ach terkant 16 st. bij op zoodat de mouw dan 96 st. wijd is. Nu breien we om de 3 pennen de 2 voorste en 2 laatst st. te zamen tot er 80 st. op de pen staan, waarna we nog 14 pennen gewoon recht breien. Voor den kraag zetten we 136 st. op, die we steeds recht breien; bij de 2e en de 4e pen meerderen we evenwel voor en achter door van den eersten en laatsten st. 2 te maken. Met de verkregen 110 st. Ibreien we 20 pennen. Dan breien we elke 9e en 10e st. te zamen, waarna we. nog 16 pennen breien en dan heel strak afkanten. De klepjes voor de zakken zijn 20 st. breed en lfi pennen hoog De klepjes worden er loos op genaaid op zakhoogte. De jumper wordt op de machine in elkaar gestikt en evenals wol met een vochtigen doek plat ge streken. We kunnen een fantasie ceintuur er bij dragen of een ceintuur er bij breien. In het laatste geval zetten we 170 st. op en breien 10 pennen met telkens om de pen van den len st. er 2 maken, dan 10 pennen om de pen de eerste 2 st. te zamen. De ceintuur krijgt dan aan een der einden een punt. Knoopen en ceintuur in contrasteerende kleur maakt ook een heel aardig effect. Sp. Th. Handschoenen moet men altijd aan de han den wasschen; ze blijven dan in model. Dan spoelt men ze goed uit, droogt ze, rekt ze en strijkt ze, zoo noodig op.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 14