De burgeroorlog in Spanje. Thijs IJs krijgt een huisgenoot Als Madrid valt. Berlijn herdenkt een merkwaardig mensch. ZATERDAG 17 OCTOBER 1936 HAARLEM'? DAGBLAD Largo Caballero opperbevelhebber over de regeeringstroepen. Uit Madrid: De Staatscourant publiceert een order van het ministerie van Oorlog, vol gens welke Largo Caballero. de minister van oorlog voortaan het opperbevel op zich zal nemen over alle gewapende troepen. Bij decreet wordt een algemeen commis sariaat van oorlog in het leven geroepen, welks voornaamste taak zal zijn politieke controle uit te oefenen op de strijdkrachten en de verbinding te vormen tusschen de mi litaire leiding en de strijdende massa. Alvarez del Vayo, de minister van buiten landsche zaken, is tot algemeen commissaris benoemd. De regeering heeft verder medegedeeld, dat haar troepen in den sector Tardienta zich hebben meester gemaakt van Punta La- drones. In den sector Guadiz hebben de link- schen Cortijos en Henares del Prado bezet. Bij Barbastro trekken de opstandelingen te rug. Aan 't zuidelijk front bij Montoro heb ben de regeeringstroepen Casyro del Rio en Espejo genomen. In den sector Robledo de Chavel. waar de linkschen heftigen weer stand bieden, zijn twee vliegtuigen der op standelingen neergeschoten. Wededeelingen der op standelingen. Het radiostation der rechtschen te La Co- runa deelt mede. dat een in de Sierra Al- cubierre in Aragon opereerende colonne een vijandelijke afdeeling op de vlucht heeft ge dreven, waarbij de regeeringsaanhangers 60 dooden verloren. In den sector Toledo hebben de rechtschen een vijandelijk kamp aangevallen en 80 man gedood. In den sector Madrid hebben de troepen van Franco de dorpen Valmojado en Casarubië bezet. De troepen van Varela hebben een vijan delijken aanval afgeslagen. De regeerings troepen verloren 150 dooden, 270 man wer den gewond. 300 geweren en 7 mitrailleurs vielen in handen der rechtschen. De rechtsche luchtmacht heeft een vlieg veld in de nabijheid van Malaga gebombar deerd en vijf toestellen vernield. Aan het front van Ta la vera, zijn drie regeeringsvlieg- tuigen neergeschoten, bij Cordova twee, bij Malaga een. Radio-Teneriffe deelt mede, dat wanorde lijkheden zouden zijn voorgekomen aan boord van het regeeringsvaartuig „Campea- dor" de bemanning zou den kapiteiA, die de Instructies van Madrid weigerde op te vol gen, gevangen hebben genomen. Regeeringsschip door op standelingen aangehouden. Uit Saint Jean de Luz meldt Reuter, dat In den afgëloopen nacht vier vaartuigen van de opstandelingen 18 mijl buiten Pasajes, het regeeringsschip „Gelerna" hebben aange houden en buitgemaakt. Het schip was op weg van Bayonne naar Bilbao met 80 opvarenden, bemanning en passagiers, en een belangrijke post. Van tijd tot tijd verzekerde het schip de verbin ding tusschen het Spaansche consulaat van Bayonne en Bilbao. Onder de gevangenen bevonden zich Fran cesco Salazar. Pelotari Jurico en de voorzit ter van de Internationale Roode Hulp. Allen werden naar San Sebastian gevoerd, waar zij gevangen gezet werden. Engeland Hoare en Churchill over de collectiviteit. In een rede te Hitchin zeide Sir Samuel Hoare, dat de Britsche buitenlandsche poli tiek erop gericht is de collectieve vredes- krachten te verzamelen. Er is geen sprake van een politiek van onverantwoordelijke interventie. Ook het Britsche program van herbewapening is essentieel om de Britsche vrijheden te verdedigen tegen een aanval van buiten af en de regeering is vastbeslo ten. dat geen extremisten, hetzij van links hetzij van rechts deze van binnenuit zullen bedreigen. Churchill acht koning Leopold's rede „droevig en verbijsterend". Winston Churchill heeft in een te Epping (Essex) uitgesproken redevoering gezegd, dat de jongste redevoering van koning Leopold van België aangaande de neutraliteit een nieuwe droevige en verbijsterende gebeurte nis is. Spreker hoopte nochtans, dat de redevoe ring veeleer uitgelegd mag worden als een uitdrukking van een natuurlijke ernstige on gerustheid van het Belgische volk, dan als een politieke beslissing. Churchill voegde hieraan toe, dat dit jaar misschien het laatste is om een waarlijk collectieve veiligheid tot stand te brengen tegen eenige agressie. Op het oogenblik zijn Engeland en Frank rijk samen waarschijnlijk nog minstens even sterk als Duitschland „Geholpen door alle regeeringen, die uit' hoofde van het Volkewbondspact verbonden zijn, zouden wij een bolwerk tegen de agressie kunnen oprichten om een fatale ramp te bezweren. Het volgend jaar, wanneer de Duitsche be wapening overwegend zal zijn, zal het te laat zijn". Labour vraagt maatregelen tegen extremistische betoogingen. Namens de arbeidersafgevaardigden en de tot de Labour-party behoorende burgemees ters van Londen heeft Herbert Morrison een schrijven gericht tot minister Simon, waarin hij met het oog op de jongste door extremis ten in Engeland veroorzaakte opgeregeldheden de „regeering verzoekt direct maatregelen te willen nemen om meester te kunnen blijven van den toestand, welke, indien hij zonder controle zou blijven, zou leiden tot maat schappelijke rampen en politieken chaos". Morrison verklaart, dat een deputatie, welke door den minister hoopt te worden ontvan gen. zou willen aandringen op: 1. Een uniformverbod en een verbod tot het houden van oefeningen on militairen leest door politieke groepeeringen. 2. Maatregelen tegen alle betoogingen, welke de orde zouden kunnen verstoren en rassenconflicten zouden kunnen opwerpen. 3. het houden van aanteekening van open bare redevoeringen om eventueele gerechtelijke vervolging mogelijk te maken. De politie heeft dit gedaan tijdens bijeen komsten van socialisten en communisten en zou dit ook moeten doen voor bijeenkomsten van fascisten. België Minister Spaak contra Rex. De minister van buitenlandsche zaken. Spaak, heeft op een politieke vergadering een rede gehouden, waarin hij de nieuwe Belgi sche politiek als volgt omschreef: „Dc zekerheid, dat het Belgische grondge bied niet kan dienen voor een doortocht, noch als operatiebasis voor eenige mogendheid is een geruststellend element. Wanneer wij. om de deugdelijkheid van deze politiek te ver zekeren van het land een belangrijke mili taire krachtsinspanning eiischen, die ons evenwel in staat moet stellen, onder ver vulling van al onze plichten, onzv verdedi ging en onze veiligheid te verzekeren, voeren wij niet slechts een uitsluitend en integraal Belgische politiek, doch dragen wij op de meest doeltreffende wiize tot den wereld vrede bij". In deze bijeenkomst, diie vooral gericht was tegen het Rexisme, zeide Spaak verder, dat de regeering „den handschoen opnam, indien het noodig was de mouwen zou op- stroopen, en tegenover den golf van het Rexisme een golf zou stellen, zoo krachtig, dat men over 6 maanden niet meer van een dicta tuur zou spreken". Spaak sprak van de immoraliteit van het bondgenoot schap der Rexisten met de Vlaamsch Nationalisten". „Koning verdedigde het program van Rex", aldus Degrelle. De leider van de Rexisten Léon Degrelle, verklaarde aan den correspondent van het Italiaansche agentschap Stefani, dat koning Leopold in zijn rede in den ministerraad de leerstellingen verdedigde, welke het Rexisme sedert den eersten dag van zijn politieke ac tie heeft, voorgestaan, nl. de noodzakelijk heid, dat België zich bevrijdt van de voogdij van Frankrijk, vooral op het oogenblik. want men ziet de regeering te Parijs steeds meer wijken voor de door Moskou geleide re- volutionnaire krachten. Deze voogdij zou België wel eens weer mee kunnen trekken in een conflict, dat door het Bolsjewisme wordt gewenscht en alleen in het belang var. het Bolsjewisme. Als het Rexisme aan de macht komt, zal al zijn streven gericht zijn op samenwerking met de anti- bolsjewistische landen, zooals Italië. Duitschland en het toekomstige Spanje. Rex zal met alle materieele en moreele kracht met hen samen strijden om de Euro- peesche beschaving te verdedigen en het Bolsjewisme iiit Europa te verjagen. Locarnoverplichtingen blijven gehandhaafd. „Le Soir" schrijft, dat de verplichtingen van België, welke voortspruiten uit de diplo matieke, instrumenten, die gewisseld zijn met Frankrijk en Engeland na de bijeenkomst van de Locarno-staten te Londen, hun integrale waarde zullen blijven behouden, zoolang de voorgenomen internationale besprekingen de bedoeling en de draagkracht hiervan niet zullen hebben gewijzigd. ONGEREGELDHEDEN TE MANILLA. Uit Sjanghai, 16 October: Naar hier aange komen reizigers meedeelen hebben 3 October te Manilla ernstige communistische onlusten plaats gehad. Op 14 plaatsen tegelijk werd brand gesticht, welke aanzienlijke schade aanrichtte. Verder werd de waterleiding vernield. Een sterke politiemacht, gesteund door militaren, herstelde de orde. De ongeregeldheden waren bedoeld als sympathie-demonstratie voor de Spaansche communisten (D.N.B.). Ras Nasiboe overleden De lastigste tegenstander der Italianen in den Abessynisrhen oorlog. Ras Nasiboe. Ras Nasiboe, de bekende Abessyni- sche legeraanvoerder, is gisteren te Davos tengevolge van longbuberculose overleden. Nasiboe, die oorspronkelijk gouverneur van de provincie Harar was, heeft zich in den ItaliaanschAbessynische oorlog als een zeer bekwaam legeraanvoerder doen kennen. Hij stond aan het hoofd der zuidelijke troepen, Waar hij tezamen met zijn adviseur, den Turkschen generaal Wehib Pasja, hardnek kige tegenstand aan de Italiaansche op- marsch bood. Nasiboe's troepen hielden het langst van alle stand. Eiengen tijd na het échec der Abessyniërs aan het noordelijk front gaf hij in April van dit jaar den strijd op. Hij bleef den Negus trouw en arriveerde gelijk met hem in Palestina. In Juni heeft Nasiboe zijn land vertegenwoordigd bij de zit ting van den Volkenbondsraad. Spacnsch Markies wacht te Londen op zijn benoeming tot Gezant. Onze Londensche correspondent schrijft ons: De Spaansche markies van Portago die een suit heeft in het Dorchester Hotel in Londen en naar wij vroeger al eens hebben ge meld er een soort diplomatiek kwartier van de Spaansche rebellen heeft gevestigd, wacht thans met spannning op den val van Madrid. Want generaal Franco heeft hem beloofd, dat hij tot Spaansch ambassadeur in Londen zal worden benoemd, zoodra de hoofdstad in de handen der opstandelineen is. De markies is volgens de personen in zijn omgeving in een staat van hevige opgewon denheid. Hij verwacht zijn aanstelling over drie of vier dagen en trappelt sneller van ongeduld naarmate de dagen verder ver strijken. Het beeld dat niet het onze is maar dat wij kennen1 van hooren zeggen - is niet in overeenstemming met de waard! heid, die Spaansche edellieden in het alge meen ook in deze woelige en zenuwverwoes- tende dagen nog weten tentoon te spreiden. Als deze voorstelling niet heelemaal waar is, waar is wel en zeker, dat de markies zijn be noeming tot Franco's gezant verwacht. De vraag rijst, wat het Britsche ministerie van Buitenlandsche Zaken zal doen, wanneer deze benoeming afkomt. Op het oogenblik kan de markies van Portago alleen met net Foreign Office in verbinding treden lang; onpersoonlijken weg, met brieven door een van de vele invloedrijke vrienden, die hij In Londen heeft, bezorgd. Een andere vraag is of de markies straks in het fraaie gebouw van het Spaansch ge zantschap zal kunnen trekken. In de suite in het Dorchester Hotel spreekt men. als men over het Spaansch gezantschap spreekt, van de Roode Ambassade. Op die roode am bassade wordt verklaai-d. dat men niet voor nemens is de diplomatieke vertegenwoordi ging en het gebouw prijs te geven omdat „de gangsters van Franco" Madrid zouden heb ben bezet Wat er. ook met gezantschappen in andere landen mag gebeuren de officieele staf van het Spaansche gezantschap in Lon den blijft zoo lang ze de erkenning geniet van de Britsche reeeering. Hoofdpijn, Kiespijn. Al wat U noo dig heeft om deze pijnen te verdrijven is een Mijnhardt's Poeder. Per st. 8 ct.; doos 45 ct. Bij Uw Drogist (Adv. Ingez. Med.) ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELUNC Het ziet er werkelijk erg leelijk uit. Thijs en Sim staan daar nog te kijken, als er al een sterke wind opsteekt. Tegelijkertijd begint het verschrikkelijk te sneeuwen. „Laten we op een holletje naar huis gaan!" stelt Sim voor. Maar zoo gemakkelijk zal dat niet gaan, want het is inmiddels donker ge worden en de sneeuwjacht steekt al feller en feller op. Dat ziet er naar een allesbehalve prettig avontuur uit! Merkwaardige literaire studie. Zal Goethe in Duitschland verboden worden? Van de hand van C. Redo is dezer dagen te Zürich een geschrift verschenen getiteld „Zwei Deutsche Goethe und Hitier", waar in de schrijver de werken van Goethe stelt tegenover den inhoud van Hitler's ..Mein Kampf". Uit deze vergelijking komt de auteur tenslotte tot de conclusie, dat ..Goe the ongetwijfeld op zekeren dag op de lijst van verboden boeken zal komen te staan". Want Goethe was evenals Frederik de Groote, vrijmetselaar; voor Goethe was reeds in zijn jeugd een Franschman „van het hoofd tot de voeten evenzeer een man als een Duitscher". Goethe wenschte voorts, dat „men speciaal thans kinderen zeer vroeg tijdig zou wijzen op de verdiensten van an dere naties"; en Goethe schreef eveneens: „Duitschland is niets, maar iedere enkeling beteekent veel, en toch verbeelden zij zich beide het tegenovergestelde. In „Mein Kampf" staat geschreven: „Een staat, die in het tijdperk der rassen-vergif tiging zich wijdt aan de beste elementen van zijn ras moet eens heer der wereld worden" Daar tegenover staat Goethe's principe: „De geboorte maakt ons noch edel, noch goed; evenmin kan zij tot schande strekken Het zijn echter de deugd en de laster, die de menschen van elkaar onderscheiden" Vreemdsoortige tooneelstukken van den dichter Grabbe opgevoerd. (Van onzen Berlijnschen correspondent). Het was onlangs honderd jaar geleden, dat men is geneigd te zeggen „een zekere" Grabbe ons tranendal verliet na een opzien barend leven van 36 zorgelijke jaren. Grabbe was een dramatisch dichter over wien von Leisener in zijn belangrijk standaardwerk der literatuur zegt, dat zijn leven en zijn dicht kunst verliepen als het ziekteproces van een losbandige wilde natuur. Van de verschillende drama's, die hij schreef, wordt gezegd, dat geen enkel een bevredigend geheel gaf. Het zijn dramatische wangedrochten, monsterachtig van inhoud, monsterachtig in de schildering der helden, vol uitbarstingen van woesten hartstocht en zoo arm aan menschelijke reine trekken, dat men er zich met weerzin van afwendt. De dichter had over Goethe's „Faust" ge zegd: „Wat is dat voor 'n gezwets over Faust! Alles erbarmelijk. Geef me jaarlijks 3000 Thaler en ik zal je binnen drie jaren een Faust schrijven, dat je er de pestilentie van krijgt", en hij dichtte zijn „Don Juan und Faust", een nog vreeselijker product dan de werken, die door de aangehaalde kritiek ver nietigd werden, toch was hij beroemd, ver maard, berucht, en wel door zijn bespotte lijke kritieken, zijn merkwaardig uiterlijk en buitensporigheden. Het is typisch, dat deze dichter van het monsterachtige heroïsme niet alleen herdacht werd met enkele notities in de pers,, maar dat zijn sterfdag op hooger ge zag gevierd moest worden door de opvoering van enkele zijner epische wangedrochten. De man moet zich verwonderd- in zijn ga-af heb ben omgekeerd. Grabbe was in het dagelijksche leven ook een echt Germaansche „Draufganger"; had hij niet eens in een dronken bui met sabel ongeladen pistool zijn vrouw, den deurwaar der, twee oppassers, de dienstmaagd en een theevisite van zes man heel alleen de deur' uit en de straat opgejaagd! Dit feit heeft ook veel tot zijn beroemdheid bijgedragen. In zijn dagen werd hij bespot, in deze dagen, waarin de vereering voor heroïsme buiten sporig weelderig bloeit in de officieele regio nen, zijn zijn werken aan de vergetelheid ont rukt en zijn geweldige helden hebben op de planken gebulderd, gedonderd en gebrand schat en den overmachtigen vijand met door boorden lijve eh! aan de algemeene verachting en het eeuwige vuur prijsgegeven. Algemeen in den smaak schijnen de drama's al evenmin als in vroegere dagen, al zorgde de claque, ook bij open doek herhaaldelijk voor luiaruchtigen bijval. Maar men schept vermaak in zijn sarcastische theaterkritieken, die hij voor het „Düsseldorfer Tageblatt" schreef. In zijn kritiek over de „Gelaarsde kat" schreef hij over een jong tooneelspeler „Hij liep den heelen avond met zijn lange armen rond, alsof hij met natte handen een handdoek zocht". In een andere kritiek schrijft hij„De acteur schijnt veel geluk in de liefde te hebben, want hij heeft onbeschrijf lijk veel ongeluk in het spel". Niet zijn dicht werken brachten hem zijn roem, zijn sarcas me, zijn dronkemansstreken en zijn brutaal binnendringen in adelijke kringen, alles met een zekere verbluffende genialiteit, trokken gedurende zijn leven de algemeene aandacht, en ook zijn dwaze grootheidswaanzin, die een reactie zou zijn geweest op bittere herin neringen aan een geringere afkomst. Hij is eigenlijk dus niet veel meer dan een bekend geniaal straattype van zijn tijd. Wij willen dit woord „straat-type" echter graag verzachten, wij bedoelden met „straat"- „levensweg", maar vonden er niet het juiste woord voor. Ofschoon toch ook dikwijls in Berlijn zijn streken op straat zijn opgevallen, bijvoor beeld toen tij door den kring zijner hoogadel lijke „vrienden" de deur werd uitgegooid en driemaal als een domme August met maaiende beenen rondom de pomp op het marktplein liep en dan statig met hoog opgeheven hoofd het wijnlokaal van Lutter en Wegner binnen stapte. Niet deze dingen alleen maken hem voor het oogenblik ook voor ons tot een interessant type, maar meer, het merkwaardige feit, dat de overheid hem heeft laten opgraven. Het is haar niet gelukt, voor zijn drama's waardee ring te wekken, wel hebben velen zich ver maakt met zijn fel gloeiend pathos en zijn groteske tooneelgroepen. Hij laat Finlandsche infanterie paradeeren onder aanvoering van een neger met hoogen hoed en stijve man chetten aan de bloote armen. Hij laat den vorst der hel midden in de vlammen van een huiselijken haard zitten en gloeiende kolen consumeeren. De satansvorst roept om den doipssmid, die het losgeraakte hoefijzer aan zijn paardenvoet moet vastnagelen, hij be stijgt in een hondsdagenhitte, midden in Augustus een zonnigen heuvel en wordt even later doodgevroren opgenomen: scherts, sa tire, ironie en ook wel eenige diepere betee- kenis. Grabbe zegt van zich zelf: „Ik ben een hoop samengedrongen tijgers, die elkaar verslin den". Waarom hij in deze dagen van het nieu we regime weer ten tooneele gevoerd is kun nen wij misschien verklaren door de woorden aan te halen, die hij schrijft over de grootheid van zijn drama-held Sulla, den machtigen heerscher: „De wereld ligt ils eer. gekromde slaaf onder zijn voet: luid juichend begroet het volk zijn glimlach gelijk de donder denl bliksemstraal." H. L.l Het einde van de „Roemeensche Mata-Hari Bewogen loopbaan van een spionne. Onze Weensche correspondent schrijft ons: In een klein plaatsje in den Balkan is dezer dagen een einde gekomen aan een leven, dat zöö romantisch is geweest, dat zelfs de span nendste gebeurtenissen in een opwindende Mariene Dietrich-film er wellicht nog door in de schaduw gesteld worden. De vrouw, die thans is heengegaan en die vrijwillig dit on- dermaansehe verlaten heeft, werd vroeger „de Roemeensche Mat-a Hari" genoemd. Haar werkelijke naam was Maria Balan. Zij was in Werschetz in het Banaat geboren, toen deze streek nog tot Hongarije en dientengevolge tot het groote Oostenrijk-Hongaarsche rijk be hoorde. Haar ouders waren brave burgermen- schen. Maria groeide tot een bijzonder mooi meisje op. Het toeval wilde, dat er een paar jaren vöör het uitbreken van den wereldoor log groote militaire manoeuvres in de buurt van Werschetz gehouden werden en dat er een jonge luitenant m het. huis van haar ouders ingekwartierd werd. Deze werd verliefd op het mooie meisje en Maria beantwoordde zijn gevoelens. De luitenant moest, toen de trompetten het signaal gaven, weer weg en Maria ging met hem mede. Tevergeefs wacht te men thuis op haar terugkomst. Maria zweefde als een vlinder van de eene stad naar de andere, van het eene garnizoen naar het andere militaire kwartier en van den eenen aanbidder naar den andere. Dit leven bevredigde haar echter niet. Zoo als ook al zoo vaak met andere schoone vrou wen in haar omstandigheden het geval is ge weest, kwam ook Maria in aanraking met spionnage-kringen. Toen de wereldoorlog ont brandde, was Maria reeds een volleerde spion ne. Zij werkte in Hongarije voor de Roemenen. Zij dwarsboomde de plannen van cle tegen- spionnen in Boekarest, maar eindelijk gelukte het een Oostenrijk-Hongaarschen agent, die in Roemenië aan het werk was, haar te ont maskeren. Spion „B. 9" dat was Maria Balan! werd te Temesvar gevangen geno men en ter dood veroordeeld. Toen men haar het vonnis voorlas, waarbij bepaald was, dat zij den volgenden morgen doodgeschoten zou worden, lachte zij. Dat was geen comedie, neen, Maria wist maar al te goed, dat het vonnis niet voltrokken zou worden, want zij had zelfs officieren, die deel uitmaakten van den krijgs raad, onder haar bekoring weten te brengen. En toen de commandant van het peleton, dat met de executie belast was, haar in de mor gen schemering kwam halen, bleek de cel leeg te zijn en was de vogel gevlogen. Maria Balan werkte zich door de troepen heen en verscheen te Boekarest, waar zij rij kelijk voor haar daden beloond werd. Als spion kon zij nu echter niet meer optreden, doch nu ging zij een rol in de mondaine wereld spelen. In Parijs maakte zij furore, zij droeg de kost baarste toiletten en de schitterendste juwee- len. Nog enkele jaren na den oorlog zette zij haar luxe-leven voort. Toen verviel haar schoonheid langzamerhand en werd zij minder gefêteerd. Nog eenmaal flikkerde haar glans een weinig op, toen zij weer in Boekarest was. Maar nu keerde zij het zou in een roman niet beter geschreven kunnen zijn naar haar geboorteplaats terug, naar Werschetz, dat thans echter tot Zuid Slavië behoort en dat dicht bij de Roemeensche grens ligt en dat tegenwoordig officieel Vrsec heet. Hier opende zij een koffiehuis, waarin gemusiceerd en voorgedragen werd. Maria raakte aan den. drank verslaafd Zij was zelf de beste consu ment in haar café. Zij ging psychisch en phy- sisch te gronde. Een paar dagen geleden ging het gerucht door de plaats, dat men Maria Balan dien dag neit behoefde te betalen. Zij schonk allen gratis in! Geen wonder, dat het naar haar café toestroomde. Maar waar was de bezitster van het lokaal? Men wilde op haar gezondheid drinken, men wilde, dankbaar voor het vrije drinken met haar klinken! Maar Maria was er niet meer! Zij was met wankelende schre den naar het kerkhof geloopen. Zij had zich zelf vergiftigd en was stervend op het graf van haar ouders neergezonken. Dat was het einde van Maria Balan, de Mata Hari van Roe menië! TWEE JAPANSCHE WATERVLIEGTUIGEN VERONGELUKT. TOKIO, 16 October (Reuter) Te Sahe- kiyoesjo zijn twee watervliegtuigen neerge stort, waarbij de beide bestuurders doode- lijk gewond werden. Dr. Johann von Leers tot hoog- leeraar benoemd. Schrijver van „Jaden sehen dich an". De Rijksminister van Onderwijs heeft volgens een bericht van de Frankfurter Ztg. van 13 Oct. jl. op voorstel van den Rijks stadhouder in Thüringen benoemd tot hoog leeraar in de „rechts-, economische- en po litieke geschiedenis op de basis van het ras" aan de Universiteit te Jena, Dr. Johann von Leers. Sedert de komst van het nieuwe bewind in Duitschland heeft Dr. von Leers veel van zich doen hooren, in het bijzonder door 'zijn geschriften over de positie der Duitsche Jo den. die ook in het buitenland scherpe kri tiek uitlokten. Het boekje „Juden sehen dich an", dat de portretten van een aantal pro minente en intelectueele Joden bevat, met het onderschrift „nog niet opgehangen", droeg hij op aan Julius Streicher. Van zijn hand verscheen eveneens een veel versprei de brochure „Juden raus!", een geschrift, dat op hetzelfde niveau staat als het eerst genoemde. Tegen kardinaal Faulhaber gaf hij een geschrift in het licht ter bestrijding van diens veelbesproken oudejaarsavond predikatie. Ook hier te lande is Dr. von Leers niet geheel onbekend. Tijden; het studentencon gres, dat in 1933 aan de Universiteit te Lei den werd gehouden, heeft hij zich over het Joodsehe vraagstuk uitgelaten op een wijze, dat de toenmalige rector-magnificus, Prof, J, Iluizinga, zich genoodzaakt zag, hem de gastvrijheid der Universiteit te ontzeggen. Rechts geen voorrang gegeven. Vrijdagmiddag is op het kruispunt van den Baarloschenweg en den nieuwen weg Venlo Eindhoven, ter hoogte van café Linssen te Maasbree, de 65-jarige motorfietsrijder P. Gielen slager te Baarlo. in botsing gekomen met een vrachtauto van de Bitumen-maat- schappy. De heer Gielen kreeg een ernstige schedelbasisfractuur en werd onmiddellijk naar het R K. Ziekenhuis te Venlo overge bracht. waar hij een half uur na aankomst is overleden. Uit het onderzoek naar de schuldvraag is gebleken, dat de chauffeur van de vrachtauto verzuimd had het motorrijwiel dat van rechts kwam, den voorrang te ver- leenen. De-wagen is in beslag genomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 6