De burgeroorlog in Spanje.
Thijs IJs krijgt een huisgenoot
Als Madrid valt.
Berlijn herdenkt een
merkwaardig mensch.
ZATERDAG 17 OCTOBER 1936
HAARLEM'? DAGBLAD
Largo Caballero opperbevelhebber
over de regeeringstroepen.
Uit Madrid: De Staatscourant publiceert
een order van het ministerie van Oorlog, vol
gens welke Largo Caballero. de minister van
oorlog voortaan het opperbevel op zich zal
nemen over alle gewapende troepen.
Bij decreet wordt een algemeen commis
sariaat van oorlog in het leven geroepen,
welks voornaamste taak zal zijn politieke
controle uit te oefenen op de strijdkrachten
en de verbinding te vormen tusschen de mi
litaire leiding en de strijdende massa.
Alvarez del Vayo, de minister van buiten
landsche zaken, is tot algemeen commissaris
benoemd.
De regeering heeft verder medegedeeld,
dat haar troepen in den sector Tardienta
zich hebben meester gemaakt van Punta La-
drones. In den sector Guadiz hebben de link-
schen Cortijos en Henares del Prado bezet.
Bij Barbastro trekken de opstandelingen te
rug. Aan 't zuidelijk front bij Montoro heb
ben de regeeringstroepen Casyro del Rio en
Espejo genomen. In den sector Robledo de
Chavel. waar de linkschen heftigen weer
stand bieden, zijn twee vliegtuigen der op
standelingen neergeschoten.
Wededeelingen der op
standelingen.
Het radiostation der rechtschen te La Co-
runa deelt mede. dat een in de Sierra Al-
cubierre in Aragon opereerende colonne een
vijandelijke afdeeling op de vlucht heeft ge
dreven, waarbij de regeeringsaanhangers 60
dooden verloren.
In den sector Toledo hebben de rechtschen
een vijandelijk kamp aangevallen en 80 man
gedood. In den sector Madrid hebben de
troepen van Franco de dorpen Valmojado
en Casarubië bezet.
De troepen van Varela hebben een vijan
delijken aanval afgeslagen. De regeerings
troepen verloren 150 dooden, 270 man wer
den gewond. 300 geweren en 7 mitrailleurs
vielen in handen der rechtschen.
De rechtsche luchtmacht heeft een vlieg
veld in de nabijheid van Malaga gebombar
deerd en vijf toestellen vernield. Aan het
front van Ta la vera, zijn drie regeeringsvlieg-
tuigen neergeschoten, bij Cordova twee, bij
Malaga een.
Radio-Teneriffe deelt mede, dat wanorde
lijkheden zouden zijn voorgekomen aan
boord van het regeeringsvaartuig „Campea-
dor" de bemanning zou den kapiteiA, die de
Instructies van Madrid weigerde op te vol
gen, gevangen hebben genomen.
Regeeringsschip door op
standelingen aangehouden.
Uit Saint Jean de Luz meldt Reuter, dat
In den afgëloopen nacht vier vaartuigen van
de opstandelingen 18 mijl buiten Pasajes, het
regeeringsschip „Gelerna" hebben aange
houden en buitgemaakt.
Het schip was op weg van Bayonne naar
Bilbao met 80 opvarenden, bemanning en
passagiers, en een belangrijke post. Van tijd
tot tijd verzekerde het schip de verbin
ding tusschen het Spaansche consulaat van
Bayonne en Bilbao.
Onder de gevangenen bevonden zich Fran
cesco Salazar. Pelotari Jurico en de voorzit
ter van de Internationale Roode Hulp. Allen
werden naar San Sebastian gevoerd, waar
zij gevangen gezet werden.
Engeland
Hoare en Churchill over de
collectiviteit.
In een rede te Hitchin zeide Sir Samuel
Hoare, dat de Britsche buitenlandsche poli
tiek erop gericht is de collectieve vredes-
krachten te verzamelen. Er is geen sprake
van een politiek van onverantwoordelijke
interventie. Ook het Britsche program van
herbewapening is essentieel om de Britsche
vrijheden te verdedigen tegen een aanval
van buiten af en de regeering is vastbeslo
ten. dat geen extremisten, hetzij van links
hetzij van rechts deze van binnenuit zullen
bedreigen.
Churchill acht koning Leopold's rede
„droevig en verbijsterend".
Winston Churchill heeft in een te Epping
(Essex) uitgesproken redevoering gezegd, dat
de jongste redevoering van koning Leopold
van België aangaande de neutraliteit een
nieuwe droevige en verbijsterende gebeurte
nis is.
Spreker hoopte nochtans, dat de redevoe
ring veeleer uitgelegd mag worden als een
uitdrukking van een natuurlijke ernstige on
gerustheid van het Belgische volk, dan als
een politieke beslissing.
Churchill voegde hieraan toe, dat dit jaar
misschien het laatste is om een waarlijk
collectieve veiligheid tot stand te brengen
tegen eenige agressie.
Op het oogenblik zijn Engeland en Frank
rijk samen waarschijnlijk nog minstens even
sterk als Duitschland
„Geholpen door alle regeeringen, die uit'
hoofde van het Volkewbondspact verbonden
zijn, zouden wij een bolwerk tegen de agressie
kunnen oprichten om een fatale ramp te
bezweren.
Het volgend jaar, wanneer de Duitsche be
wapening overwegend zal zijn, zal het te laat
zijn".
Labour vraagt maatregelen
tegen extremistische
betoogingen.
Namens de arbeidersafgevaardigden en de
tot de Labour-party behoorende burgemees
ters van Londen heeft Herbert Morrison een
schrijven gericht tot minister Simon, waarin
hij met het oog op de jongste door extremis
ten in Engeland veroorzaakte opgeregeldheden
de „regeering verzoekt direct maatregelen te
willen nemen om meester te kunnen blijven
van den toestand, welke, indien hij zonder
controle zou blijven, zou leiden tot maat
schappelijke rampen en politieken chaos".
Morrison verklaart, dat een deputatie, welke
door den minister hoopt te worden ontvan
gen. zou willen aandringen op:
1. Een uniformverbod en een verbod tot
het houden van oefeningen on militairen leest
door politieke groepeeringen.
2. Maatregelen tegen alle betoogingen,
welke de orde zouden kunnen verstoren en
rassenconflicten zouden kunnen opwerpen.
3. het houden van aanteekening van open
bare redevoeringen om eventueele gerechtelijke
vervolging mogelijk te maken.
De politie heeft dit gedaan tijdens bijeen
komsten van socialisten en communisten en
zou dit ook moeten doen voor bijeenkomsten
van fascisten.
België
Minister Spaak contra Rex.
De minister van buitenlandsche zaken.
Spaak, heeft op een politieke vergadering een
rede gehouden, waarin hij de nieuwe Belgi
sche politiek als volgt omschreef:
„Dc zekerheid, dat het Belgische grondge
bied niet kan dienen voor een doortocht, noch
als operatiebasis voor eenige mogendheid
is een geruststellend element. Wanneer wij.
om de deugdelijkheid van deze politiek te ver
zekeren van het land een belangrijke mili
taire krachtsinspanning eiischen, die ons
evenwel in staat moet stellen, onder ver
vulling van al onze plichten, onzv verdedi
ging en onze veiligheid te verzekeren, voeren
wij niet slechts een uitsluitend en integraal
Belgische politiek, doch dragen wij op de
meest doeltreffende wiize tot den wereld
vrede bij".
In deze bijeenkomst, diie vooral
gericht was tegen het Rexisme, zeide
Spaak verder, dat de regeering „den
handschoen opnam, indien het
noodig was de mouwen zou op-
stroopen, en tegenover den golf van
het Rexisme een golf zou stellen,
zoo krachtig, dat men over 6
maanden niet meer van een dicta
tuur zou spreken". Spaak sprak van
de immoraliteit van het bondgenoot
schap der Rexisten met de Vlaamsch
Nationalisten".
„Koning verdedigde het program
van Rex", aldus Degrelle.
De leider van de Rexisten Léon Degrelle,
verklaarde aan den correspondent van het
Italiaansche agentschap Stefani, dat koning
Leopold in zijn rede in den ministerraad de
leerstellingen verdedigde, welke het Rexisme
sedert den eersten dag van zijn politieke ac
tie heeft, voorgestaan, nl. de noodzakelijk
heid, dat België zich bevrijdt van de voogdij
van Frankrijk, vooral op het oogenblik. want
men ziet de regeering te Parijs steeds
meer wijken voor de door Moskou geleide re-
volutionnaire krachten.
Deze voogdij zou België wel eens weer mee
kunnen trekken in een conflict, dat door het
Bolsjewisme wordt gewenscht en alleen in het
belang var. het Bolsjewisme.
Als het Rexisme aan de macht
komt, zal al zijn streven gericht
zijn op samenwerking met de anti-
bolsjewistische landen, zooals Italië.
Duitschland en het toekomstige
Spanje.
Rex zal met alle materieele en moreele
kracht met hen samen strijden om de Euro-
peesche beschaving te verdedigen en het
Bolsjewisme iiit Europa te verjagen.
Locarnoverplichtingen blijven
gehandhaafd.
„Le Soir" schrijft, dat de verplichtingen
van België, welke voortspruiten uit de diplo
matieke, instrumenten, die gewisseld zijn met
Frankrijk en Engeland na de bijeenkomst van
de Locarno-staten te Londen, hun integrale
waarde zullen blijven behouden, zoolang de
voorgenomen internationale besprekingen de
bedoeling en de draagkracht hiervan niet
zullen hebben gewijzigd.
ONGEREGELDHEDEN TE MANILLA.
Uit Sjanghai, 16 October: Naar hier aange
komen reizigers meedeelen hebben 3 October
te Manilla ernstige communistische onlusten
plaats gehad.
Op 14 plaatsen tegelijk werd brand gesticht,
welke aanzienlijke schade aanrichtte.
Verder werd de waterleiding vernield.
Een sterke politiemacht, gesteund door
militaren, herstelde de orde.
De ongeregeldheden waren bedoeld als
sympathie-demonstratie voor de Spaansche
communisten (D.N.B.).
Ras Nasiboe overleden
De lastigste tegenstander der Italianen in den
Abessynisrhen oorlog.
Ras Nasiboe.
Ras Nasiboe, de bekende Abessyni-
sche legeraanvoerder, is gisteren te
Davos tengevolge van longbuberculose
overleden.
Nasiboe, die oorspronkelijk gouverneur van
de provincie Harar was, heeft zich in den
ItaliaanschAbessynische oorlog als een zeer
bekwaam legeraanvoerder doen kennen. Hij
stond aan het hoofd der zuidelijke troepen,
Waar hij tezamen met zijn adviseur, den
Turkschen generaal Wehib Pasja, hardnek
kige tegenstand aan de Italiaansche op-
marsch bood. Nasiboe's troepen hielden het
langst van alle stand. Eiengen tijd na het
échec der Abessyniërs aan het noordelijk
front gaf hij in April van dit jaar den strijd
op. Hij bleef den Negus trouw en arriveerde
gelijk met hem in Palestina. In Juni heeft
Nasiboe zijn land vertegenwoordigd bij de zit
ting van den Volkenbondsraad.
Spacnsch Markies wacht te Londen
op zijn benoeming tot Gezant.
Onze Londensche correspondent schrijft ons:
De Spaansche markies van Portago die een
suit heeft in het Dorchester Hotel in Londen
en naar wij vroeger al eens hebben ge
meld er een soort diplomatiek kwartier
van de Spaansche rebellen heeft gevestigd,
wacht thans met spannning op den val van
Madrid. Want generaal Franco heeft hem
beloofd, dat hij tot Spaansch ambassadeur
in Londen zal worden benoemd, zoodra de
hoofdstad in de handen der opstandelineen
is. De markies is volgens de personen in zijn
omgeving in een staat van hevige opgewon
denheid. Hij verwacht zijn aanstelling over
drie of vier dagen en trappelt sneller van
ongeduld naarmate de dagen verder ver
strijken. Het beeld dat niet het onze is
maar dat wij kennen1 van hooren zeggen -
is niet in overeenstemming met de waard!
heid, die Spaansche edellieden in het alge
meen ook in deze woelige en zenuwverwoes-
tende dagen nog weten tentoon te spreiden.
Als deze voorstelling niet heelemaal waar is,
waar is wel en zeker, dat de markies zijn be
noeming tot Franco's gezant verwacht. De
vraag rijst, wat het Britsche ministerie van
Buitenlandsche Zaken zal doen, wanneer
deze benoeming afkomt. Op het oogenblik
kan de markies van Portago alleen met net
Foreign Office in verbinding treden lang;
onpersoonlijken weg, met brieven door een
van de vele invloedrijke vrienden, die hij In
Londen heeft, bezorgd.
Een andere vraag is of de markies straks
in het fraaie gebouw van het Spaansch ge
zantschap zal kunnen trekken. In de suite
in het Dorchester Hotel spreekt men. als
men over het Spaansch gezantschap spreekt,
van de Roode Ambassade. Op die roode am
bassade wordt verklaai-d. dat men niet voor
nemens is de diplomatieke vertegenwoordi
ging en het gebouw prijs te geven omdat „de
gangsters van Franco" Madrid zouden heb
ben bezet Wat er. ook met gezantschappen in
andere landen mag gebeuren de officieele
staf van het Spaansche gezantschap in Lon
den blijft zoo lang ze de erkenning geniet
van de Britsche reeeering.
Hoofdpijn, Kiespijn.
Al wat U noo
dig heeft om
deze pijnen te verdrijven is een Mijnhardt's
Poeder. Per st. 8 ct.; doos 45 ct. Bij Uw Drogist
(Adv. Ingez. Med.)
ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELUNC
Het ziet er werkelijk erg leelijk uit. Thijs en Sim staan daar nog te
kijken, als er al een sterke wind opsteekt. Tegelijkertijd begint het
verschrikkelijk te sneeuwen.
„Laten we op een holletje naar huis gaan!" stelt Sim voor. Maar
zoo gemakkelijk zal dat niet gaan, want het is inmiddels donker ge
worden en de sneeuwjacht steekt al feller en feller op. Dat ziet er
naar een allesbehalve prettig avontuur uit!
Merkwaardige literaire studie.
Zal Goethe in Duitschland verboden
worden?
Van de hand van C. Redo is dezer dagen
te Zürich een geschrift verschenen getiteld
„Zwei Deutsche Goethe und Hitier", waar
in de schrijver de werken van Goethe stelt
tegenover den inhoud van Hitler's ..Mein
Kampf". Uit deze vergelijking komt de
auteur tenslotte tot de conclusie, dat ..Goe
the ongetwijfeld op zekeren dag op de lijst
van verboden boeken zal komen te staan".
Want Goethe was evenals Frederik de
Groote, vrijmetselaar; voor Goethe was reeds
in zijn jeugd een Franschman „van het
hoofd tot de voeten evenzeer een man als
een Duitscher". Goethe wenschte voorts, dat
„men speciaal thans kinderen zeer vroeg
tijdig zou wijzen op de verdiensten van an
dere naties"; en Goethe schreef eveneens:
„Duitschland is niets, maar iedere enkeling
beteekent veel, en toch verbeelden zij zich
beide het tegenovergestelde.
In „Mein Kampf" staat geschreven: „Een
staat, die in het tijdperk der rassen-vergif
tiging zich wijdt aan de beste elementen van
zijn ras moet eens heer der wereld worden"
Daar tegenover staat Goethe's principe: „De
geboorte maakt ons noch edel, noch goed;
evenmin kan zij tot schande strekken Het
zijn echter de deugd en de laster, die de
menschen van elkaar onderscheiden"
Vreemdsoortige tooneelstukken van
den dichter Grabbe opgevoerd.
(Van onzen Berlijnschen correspondent).
Het was onlangs honderd jaar geleden, dat
men is geneigd te zeggen „een zekere"
Grabbe ons tranendal verliet na een opzien
barend leven van 36 zorgelijke jaren. Grabbe
was een dramatisch dichter over wien von
Leisener in zijn belangrijk standaardwerk der
literatuur zegt, dat zijn leven en zijn dicht
kunst verliepen als het ziekteproces van een
losbandige wilde natuur. Van de verschillende
drama's, die hij schreef, wordt gezegd, dat geen
enkel een bevredigend geheel gaf. Het zijn
dramatische wangedrochten, monsterachtig
van inhoud, monsterachtig in de schildering
der helden, vol uitbarstingen van woesten
hartstocht en zoo arm aan menschelijke
reine trekken, dat men er zich met weerzin
van afwendt.
De dichter had over Goethe's „Faust" ge
zegd: „Wat is dat voor 'n gezwets over
Faust! Alles erbarmelijk. Geef me jaarlijks
3000 Thaler en ik zal je binnen drie jaren een
Faust schrijven, dat je er de pestilentie van
krijgt", en hij dichtte zijn „Don Juan und
Faust", een nog vreeselijker product dan de
werken, die door de aangehaalde kritiek ver
nietigd werden, toch was hij beroemd, ver
maard, berucht, en wel door zijn bespotte
lijke kritieken, zijn merkwaardig uiterlijk en
buitensporigheden. Het is typisch, dat deze
dichter van het monsterachtige heroïsme niet
alleen herdacht werd met enkele notities in
de pers,, maar dat zijn sterfdag op hooger ge
zag gevierd moest worden door de opvoering
van enkele zijner epische wangedrochten. De
man moet zich verwonderd- in zijn ga-af heb
ben omgekeerd.
Grabbe was in het dagelijksche leven ook een
echt Germaansche „Draufganger"; had hij
niet eens in een dronken bui met sabel
ongeladen pistool zijn vrouw, den deurwaar
der, twee oppassers, de dienstmaagd en een
theevisite van zes man heel alleen de deur'
uit en de straat opgejaagd! Dit feit heeft ook
veel tot zijn beroemdheid bijgedragen.
In zijn dagen werd hij bespot, in deze dagen,
waarin de vereering voor heroïsme buiten
sporig weelderig bloeit in de officieele regio
nen, zijn zijn werken aan de vergetelheid ont
rukt en zijn geweldige helden hebben op de
planken gebulderd, gedonderd en gebrand
schat en den overmachtigen vijand met door
boorden lijve eh! aan de algemeene
verachting en het eeuwige vuur prijsgegeven.
Algemeen in den smaak schijnen de drama's
al evenmin als in vroegere dagen, al zorgde
de claque, ook bij open doek herhaaldelijk
voor luiaruchtigen bijval. Maar men schept
vermaak in zijn sarcastische theaterkritieken,
die hij voor het „Düsseldorfer Tageblatt"
schreef. In zijn kritiek over de „Gelaarsde
kat" schreef hij over een jong tooneelspeler
„Hij liep den heelen avond met zijn lange
armen rond, alsof hij met natte handen een
handdoek zocht". In een andere kritiek
schrijft hij„De acteur schijnt veel geluk in
de liefde te hebben, want hij heeft onbeschrijf
lijk veel ongeluk in het spel". Niet zijn dicht
werken brachten hem zijn roem, zijn sarcas
me, zijn dronkemansstreken en zijn brutaal
binnendringen in adelijke kringen, alles met
een zekere verbluffende genialiteit, trokken
gedurende zijn leven de algemeene aandacht,
en ook zijn dwaze grootheidswaanzin, die
een reactie zou zijn geweest op bittere herin
neringen aan een geringere afkomst. Hij is
eigenlijk dus niet veel meer dan een bekend
geniaal straattype van zijn tijd. Wij willen dit
woord „straat-type" echter graag verzachten,
wij bedoelden met „straat"- „levensweg",
maar vonden er niet het juiste woord voor.
Ofschoon toch ook dikwijls in Berlijn zijn
streken op straat zijn opgevallen, bijvoor
beeld toen tij door den kring zijner hoogadel
lijke „vrienden" de deur werd uitgegooid en
driemaal als een domme August met maaiende
beenen rondom de pomp op het marktplein
liep en dan statig met hoog opgeheven hoofd
het wijnlokaal van Lutter en Wegner binnen
stapte.
Niet deze dingen alleen maken hem voor
het oogenblik ook voor ons tot een interessant
type, maar meer, het merkwaardige feit, dat
de overheid hem heeft laten opgraven. Het is
haar niet gelukt, voor zijn drama's waardee
ring te wekken, wel hebben velen zich ver
maakt met zijn fel gloeiend pathos en zijn
groteske tooneelgroepen. Hij laat Finlandsche
infanterie paradeeren onder aanvoering van
een neger met hoogen hoed en stijve man
chetten aan de bloote armen. Hij laat den
vorst der hel midden in de vlammen van een
huiselijken haard zitten en gloeiende kolen
consumeeren. De satansvorst roept om den
doipssmid, die het losgeraakte hoefijzer aan
zijn paardenvoet moet vastnagelen, hij be
stijgt in een hondsdagenhitte, midden in
Augustus een zonnigen heuvel en wordt even
later doodgevroren opgenomen: scherts, sa
tire, ironie en ook wel eenige diepere betee-
kenis.
Grabbe zegt van zich zelf: „Ik ben een hoop
samengedrongen tijgers, die elkaar verslin
den". Waarom hij in deze dagen van het nieu
we regime weer ten tooneele gevoerd is kun
nen wij misschien verklaren door de woorden
aan te halen, die hij schrijft over de grootheid
van zijn drama-held Sulla, den machtigen
heerscher: „De wereld ligt ils eer. gekromde
slaaf onder zijn voet: luid juichend begroet
het volk zijn glimlach gelijk de donder denl
bliksemstraal."
H. L.l
Het einde van de
„Roemeensche Mata-Hari
Bewogen loopbaan van een spionne.
Onze Weensche correspondent schrijft ons:
In een klein plaatsje in den Balkan is dezer
dagen een einde gekomen aan een leven, dat
zöö romantisch is geweest, dat zelfs de span
nendste gebeurtenissen in een opwindende
Mariene Dietrich-film er wellicht nog door in
de schaduw gesteld worden. De vrouw, die
thans is heengegaan en die vrijwillig dit on-
dermaansehe verlaten heeft, werd vroeger
„de Roemeensche Mat-a Hari" genoemd. Haar
werkelijke naam was Maria Balan. Zij was in
Werschetz in het Banaat geboren, toen deze
streek nog tot Hongarije en dientengevolge tot
het groote Oostenrijk-Hongaarsche rijk be
hoorde. Haar ouders waren brave burgermen-
schen. Maria groeide tot een bijzonder mooi
meisje op. Het toeval wilde, dat er een paar
jaren vöör het uitbreken van den wereldoor
log groote militaire manoeuvres in de buurt
van Werschetz gehouden werden en dat er
een jonge luitenant m het. huis van haar
ouders ingekwartierd werd. Deze werd verliefd
op het mooie meisje en Maria beantwoordde
zijn gevoelens. De luitenant moest, toen de
trompetten het signaal gaven, weer weg en
Maria ging met hem mede. Tevergeefs wacht
te men thuis op haar terugkomst. Maria
zweefde als een vlinder van de eene stad naar
de andere, van het eene garnizoen naar het
andere militaire kwartier en van den eenen
aanbidder naar den andere.
Dit leven bevredigde haar echter niet. Zoo
als ook al zoo vaak met andere schoone vrou
wen in haar omstandigheden het geval is ge
weest, kwam ook Maria in aanraking met
spionnage-kringen. Toen de wereldoorlog ont
brandde, was Maria reeds een volleerde spion
ne. Zij werkte in Hongarije voor de Roemenen.
Zij dwarsboomde de plannen van cle tegen-
spionnen in Boekarest, maar eindelijk gelukte
het een Oostenrijk-Hongaarschen agent, die
in Roemenië aan het werk was, haar te ont
maskeren. Spion „B. 9" dat was Maria
Balan! werd te Temesvar gevangen geno
men en ter dood veroordeeld. Toen men haar
het vonnis voorlas, waarbij bepaald was, dat
zij den volgenden morgen doodgeschoten zou
worden, lachte zij. Dat was geen comedie, neen,
Maria wist maar al te goed, dat het vonnis
niet voltrokken zou worden, want zij had zelfs
officieren, die deel uitmaakten van den krijgs
raad, onder haar bekoring weten te brengen.
En toen de commandant van het peleton, dat
met de executie belast was, haar in de mor
gen schemering kwam halen, bleek de cel
leeg te zijn en was de vogel gevlogen.
Maria Balan werkte zich door de troepen
heen en verscheen te Boekarest, waar zij rij
kelijk voor haar daden beloond werd. Als spion
kon zij nu echter niet meer optreden, doch nu
ging zij een rol in de mondaine wereld spelen.
In Parijs maakte zij furore, zij droeg de kost
baarste toiletten en de schitterendste juwee-
len. Nog enkele jaren na den oorlog zette zij
haar luxe-leven voort. Toen verviel haar
schoonheid langzamerhand en werd zij minder
gefêteerd. Nog eenmaal flikkerde haar glans
een weinig op, toen zij weer in Boekarest was.
Maar nu keerde zij het zou in een roman
niet beter geschreven kunnen zijn naar
haar geboorteplaats terug, naar Werschetz,
dat thans echter tot Zuid Slavië behoort en
dat dicht bij de Roemeensche grens ligt en
dat tegenwoordig officieel Vrsec heet. Hier
opende zij een koffiehuis, waarin gemusiceerd
en voorgedragen werd. Maria raakte aan den.
drank verslaafd Zij was zelf de beste consu
ment in haar café. Zij ging psychisch en phy-
sisch te gronde.
Een paar dagen geleden ging het gerucht
door de plaats, dat men Maria Balan dien dag
neit behoefde te betalen. Zij schonk allen
gratis in! Geen wonder, dat het naar haar
café toestroomde. Maar waar was de bezitster
van het lokaal? Men wilde op haar gezondheid
drinken, men wilde, dankbaar voor het vrije
drinken met haar klinken! Maar Maria was
er niet meer! Zij was met wankelende schre
den naar het kerkhof geloopen. Zij had zich
zelf vergiftigd en was stervend op het graf
van haar ouders neergezonken. Dat was het
einde van Maria Balan, de Mata Hari van Roe
menië!
TWEE JAPANSCHE WATERVLIEGTUIGEN
VERONGELUKT.
TOKIO, 16 October (Reuter) Te Sahe-
kiyoesjo zijn twee watervliegtuigen neerge
stort, waarbij de beide bestuurders doode-
lijk gewond werden.
Dr. Johann von Leers tot hoog-
leeraar benoemd.
Schrijver van „Jaden sehen dich an".
De Rijksminister van Onderwijs heeft
volgens een bericht van de Frankfurter Ztg.
van 13 Oct. jl. op voorstel van den Rijks
stadhouder in Thüringen benoemd tot hoog
leeraar in de „rechts-, economische- en po
litieke geschiedenis op de basis van het ras"
aan de Universiteit te Jena, Dr. Johann von
Leers.
Sedert de komst van het nieuwe bewind in
Duitschland heeft Dr. von Leers veel van
zich doen hooren, in het bijzonder door 'zijn
geschriften over de positie der Duitsche Jo
den. die ook in het buitenland scherpe kri
tiek uitlokten. Het boekje „Juden sehen dich
an", dat de portretten van een aantal pro
minente en intelectueele Joden bevat, met
het onderschrift „nog niet opgehangen",
droeg hij op aan Julius Streicher. Van zijn
hand verscheen eveneens een veel versprei
de brochure „Juden raus!", een geschrift,
dat op hetzelfde niveau staat als het eerst
genoemde. Tegen kardinaal Faulhaber gaf
hij een geschrift in het licht ter bestrijding
van diens veelbesproken oudejaarsavond
predikatie.
Ook hier te lande is Dr. von Leers niet
geheel onbekend. Tijden; het studentencon
gres, dat in 1933 aan de Universiteit te Lei
den werd gehouden, heeft hij zich over het
Joodsehe vraagstuk uitgelaten op een wijze,
dat de toenmalige rector-magnificus, Prof,
J, Iluizinga, zich genoodzaakt zag, hem de
gastvrijheid der Universiteit te ontzeggen.
Rechts geen voorrang gegeven.
Vrijdagmiddag is op het kruispunt van den
Baarloschenweg en den nieuwen weg Venlo
Eindhoven, ter hoogte van café Linssen te
Maasbree, de 65-jarige motorfietsrijder P.
Gielen slager te Baarlo. in botsing gekomen
met een vrachtauto van de Bitumen-maat-
schappy. De heer Gielen kreeg een ernstige
schedelbasisfractuur en werd onmiddellijk
naar het R K. Ziekenhuis te Venlo overge
bracht. waar hij een half uur na aankomst
is overleden. Uit het onderzoek naar de
schuldvraag is gebleken, dat de chauffeur van
de vrachtauto verzuimd had het motorrijwiel
dat van rechts kwam, den voorrang te ver-
leenen. De-wagen is in beslag genomen.