IBIS SHAG
H.D
VERTELLING
DONDERDAG 22 OCTOBER 1936
H A "A B E E M'S DAGBE'AÖ
Gemeentelijke Ontwikkelings
cursussen.
Oproeping voor deelneming en steun.
Aan alle 14- .tot 25-jarige Haarlemmers, die
nóg of wéér zonder betrekking zijn, alle be
langstellenden, op wier medewerking gere
kend mag worden, zoodat deze oproeping on
der de aandacht van betrokkenen komt,
aan alle medeburgers, die bereid zijn, moree-
len of financieelen steun te verleenen beeft
de door het Gemeentebestuur ingestelde
„Commissie voor Ontwikkeling en Ontspan
ning aan Wer'klooze Jeugd" een circulaire ge
richt, waarin de aandacht wordt gevestigd op
de gemeentelijke ontwikkelingscursussen.
Van de door het gemeentebestuur geboden
gelegenheid tot het volgen van. ontwikkelings
cursussen werd sinds 1932 door ruim 2400 werk-
looze jongeren een gretig en dankbaar gebruik
gemaakt.
De deelnemers bestonden uit intellectueelen
en handarbeiders, geschoolden en ongeschool
den, beroepsloozen. geslaagden van voorberei
dend hoogere, middelbare en lagere scholen.
Velen hadden de vreugde van loonarbeid reeds
gekend. Vele anderen hadden die nog nim
mer gesmaakt.
Zonder uitzondering werd door allen (uit
welke overwegingen dan ook) de geboden ge
legenheid, hun verkregen ontwikkeling bij te
houden of uit te breiden, met beide haaiden
aangegrepen. Zij kozen zich een vrijwillige
arbeidstaak door zich als leerling voor ver
schillende cursussen te laten, inschrijven en
de lessen trouw 'te bezoeken en met groote
aandacht te volgen.
Op verzoek der deelnemers werdén ingesteld
cursussen in: lezen, handschriftverbetering,
stenografie, machineschrijven, Ned. taal,
briefstellen, letterkunde, moderne talen.,'Es
peranto, rekenen, wiskunde, administratie,
boekhouden, land- en volkenkunde, economie,
staatsinrichting, plant, en dierkunde, schei
kunde, lijn- en handteekenen, handenarbeid,
muziektheorie, schaken, eerste hulp bij onge
lukken, radiotechniek, motorkennis, turnen
enz.
Iedere cursus werd twee maal per week ge
durende twee of drie uren im clubverband be
zocht. Elke club bestond uit pl.m. 25 deelne
mers. Alle lessen werden overdag gehouden.
Leermiddelen werden in bescheiden mate kos
teloos verstrekt. Schoolgeld werd niet geheven.
De duur der cursussen varieerde van drie tot
zes maanden.
Dank zij aller toewijding, zoowel van leera
ren als van cursisten, ontstond een vrucht
dragende werkgemeenschap, waarin velen niet
alleen met voldoening en grooten ijver hun
lessen -volgden, of eigen, studie verrichtten,
doch velen zich bovendien geroepen voelden,
hun gaven van hoofd en hart, hun arbeids-
lust en tijd ïn dienst te stellen van het geheel.
Met bescheiden middelen en dankbaar aan
vaarde hulp van particulieren werd veel tot
stand gebracht; waarop met voldoening en er
kentelijkheid kan worden teruggezien. Er wer
den excursies gemaakt, lezingen en voor
drachten gevolgd, filmavonden gehouden,
schaak- en damwedstrijden georganiseerd,
concerten bijgewoond, ontspanningsavonden
ingesteld en allerlei spelen beoefend. Een veer.
tiendaags verschijnend cursusblad weid
door de cursisten verzorgd en uitgegeven. Van
de keurcolleetie uitleenboeken van de Stads-
Bibliotheek werd een gretig gebruik gemaakt.
Dat deze arbeid op cultureel gebied in zoo
verheugende mate mocht slagen, is mede te
danken aan het feit, dat politieke en gods-,
dienstige richtingen elkander op dit gebied de
hand reikten.
Bij de circulaire zijn kaarten gevoegd, die
belanghebbenden kunnen invullen en posten.
Men ontvangt .dan ten spoedigste het ver
zoek, defceuze van den te volgen cursus of cur
sussen te komen bepalen.
Tot belangstellenden wordt gezegd: Wilt ge
op eenigerlei wijze het cursusinstituut steu
nen? Bij voorbaat zij u verzekerd, dat ieder
initiatief hiertoe hoogelijk zal worden gewaar
deerd. Uw voorstellen worden gaarne inge
wacht, uw aanbiedingen met zeker ongeduld
tegemoetzien en uw kennisgeving van uw
voornemen tot het schenken van een finan
cieel® bijdrage zal met groote vreugde worden
ontvangen. De helpende hand van particuliere
zijde is wegens de steeds moeilijker omstan
digheden niet alleen dringend gewenscht doch
onmisbaar.
Ingesloten kaart biedt gelegenheid, hulp of
steun toe te zeggen.
De commissie bestaat uit de heeren: A. G.
Boes, Wethouder van. Onderwijs, voorzitter,
telef. 16175. J. Vader, Directeur Gem. Dienst
Werkloosheidsbestrijding, secretaris, telef.
11170. J. P. H. Castricum, Vert. R.K. Volks
bond, telef. 12106. Ir. G. O. J. van Ditzhuijzen,
Vert. Metaalbond, telef. 29325. W. F. Jansen,
Ambtenaar Bureau voor Beroepskeuze. Kape
laan C. M. A. Verheijen, Vert. R.K. Jeugdorga
nisaties, telef. 11394. Jac. Klerk, Vert. Samen
werkende Patroons Bouwbedrijven, telef..
12059. W. Mensinlk, Vert. Moderne Jeugdorga
nisaties. J. L. Monnik, Algem. cursusleider,
telef. .10578. E. Overbeek, Vert. Christelijke Be
sturenbond. J, J. Philippo, Leider Centrale
Werkplaats. C. M. Selman, Vert. Christelijke
Jeugdorganisaties, telef. 14685. J. Timmer,
Vert. Haarl. Bestuurdersbond, telef. 14761. P.
Voogd, Vert. Commissie Onderwijs Rijpere
Jeugd, telef. 14582.
AANBESTEDINGEN.
Woensdag werden in de kazerne aan den
Koudenhom aanbesteed:
Bestek 269: voorzieningen aan militairp
gebouwen te Haarlem. Laagste inschrijver
Ph. B. Schram te Beverwijk voor f 9869.
Bestek 273: het bouwen van twee magazij
nen in gewapend beton te Den Helder. Laag
ste inschrijver A. K. Pik te Barsingerhom
voor f 9321.
Bestek 277: het leveren van schotbalken en
bewegingsinrichtingen te Den Helder. Laag
ste inschrijver Magazijn O. Houtstra te De
Rijp voor f 11800.
OPENINGSAVOND SOCIETa DANTE
ALGHIERI.
Op den openingsavond der Haarlemsche af-
deeling van de Societa Dante Alghieri op
Woensdag 28 October a.s. te 8.15 uur in de zaal
va.n De Kerkuil, Nieuwe Gracht 23, zal Prof.
Paolo Arcari, hoogleeraar in de Italiaansche
taal en letterkunde te Fribourg, (Zwitserland)
spreken over Interpretation! dantesche.
Prof. Arcari hield enkele jaren geleden voor
de Amsterdamsche universiteit een voordracht
over Pascal en Manzoni. Van zijn hand zijn
talrijke werken verschenen, o.m. studies over
Dante, Balzac, Am iel, Manzoni, ook verschei
dene romans. Aan de universiteit van Perugia
mogen de colleges van Prof. Arcari zich even
eens verheugen in een overgroot» belang
stelling.
De Duitsche Kerkstrijd.
Rede Ds. A. K. Straatsma.
Woensdagavond sprak Ds. A. K. Straatsma
uit den Haag voor den Nederlandschen Chris
ten Vrouwenbond. Nadat de presidente, me
vrouw Belgraven voor was gegaan in het ge
bed, heette zij alle aanwezigen hartelijk wel
kom, waarna zij het woord gaf aan den spre
ker van dezen avond.
Spr. begon met te zeggen dat het niet in
zijn bedoeling lag, een gedetailleerd verslag
van de geschiedenis te geven. Dit zou te veel
van het geduld van het publiek vergen. Plet
gaat om de groote trekken,
Het gaat in deze kwestie, aldus spr. om de
macht van kerk of staat. Dit is een oude strijd
doch heel vroeger bestond hij niet. Pas in
latere eeuwen kreeg de kerk wereldlijke
macht, doch het is de vraag, of dit wel goed
was.
Maar ook gaat de strijd, en dit is haast
nog belangrijker, om de ziel van het Duitsche
volk. Om die ziel strijden drie groepen, ten
minste wanneer we ons beperken tot het
protestantsche geloof, wat ter wille van de
overzichtelijkheid noodzakelijk is. Het zijn de
Deutsche Glaubensbewegung, de Deutsche
Christen en de B'ekanntniskirche.
De Deutsche Glaubensbewegung is de be
weging, waarvan Alfred Rosenberg een der
hoofdfiguren is. Doch ook menschen als prof.
Hauer, generaal Ludendorf en Baldur von
Schirach behooren tot de kopstukken. Die
beweging wil den Bijbel niet meer aanvaar
den, omdat hij Joodsch is. Men wil een nieu
wen Bijbel samenstellen, waarvoor oude Ger-
maansche heldensagen, en de geschriften
van Luther en Nietzsche de grondslagen moe
ten vormen.
De Duitsche Christen-beweging heeft de
Christelijke geloofsleer behouden, doch past
deze aan bij de ideologie van het Derde Rijk.
Zij heeft de Ariërparagraaf ingevoerd en het
Nieuwe Testament, dat immers Joodscli is,
geschrapt. Alles wat in strijd is met de
nieuwe opvattingen wordt geschrapt, doch
spr. vraagt zich af, wat er dan nog overblijft
Er is één Duitschland, één partij, één pers,
en men wil ook één kerk.
Maar er zijn ten slotte ook nog menschen,
die vóór alles Christen zijn, hoewel ook zij
zich Duitscher voelen, en geenszins tegen
standers van het nat. soc. zijn. Uit deze groep
komt het verzet, en de woordvoerder is Karl
Barth, die verklaarde: „Liever een kleine
schare, welke schuilen moet in de catacom
ben, dan de nieuwe Leer aanvaarden."
De eerste fase in dezen strijd bracht een
absolute overwinning voor de Deutsche Chris
ten. Vooral toen Plitler, hoewel zelf katholiek
zijnde, zich in den strijd mengde, ten gunste
van de Deutsche Christen. Dr. Müller werd
gekozen als Rijksbisschop. Spr. noemt dit een
heerschzuchtig man, met weinig gevoels
diepte.
Zeer belangrijk was de synode van Barmen
in Mei 1934. Hier werd door de Bekanntnis-
kirche stelling genomen tegen de leer van
Rosenberg en de Deutsche Christen. Nog
scherper werd dit alles geformuleerd in de
synode van Berlin-Dahlem in October 1934.
Achter alles staat de figuur van Hitier.
Deze is, zooals gezegd zelf katholiek, doch
kiest fel partij in dezen strijd. Zijn boek
„Mein kampf" moet een ieder lezen. Het be
vat passages, die ons de haren ten berge
doen reizen, doch spr. acht den Führer een
groot man, met zuivere bedoelingen. Zijn
ideaal is één Duitschland, en dat zal pas
kunnen zijn, als er één kerk is. Natuurlijk
kunnen de Protestantsche en Katholieke
kerk niet samengaan. Maar de protestan
ten moeten hun kleine geschillen opzij zetten
voor het eene groote doel: de eenheid van
Duitschland.
Juist in de laatste weken spitsen de verhou
dingen zich weer toe. En men zal vragen, hoe
zal de toekomst zijn. Spr. meent, dat hierop
twee antwoorden zijn: in de eerste plaats zal
het er van afhangen, hoe de toestand zich in
Duitschland en geheel Europa zal ontwikke
len. Als het Duitschland goed gaat, zal de
regeering den tijd vinden deze kwestie defi
nitief te regelen; doch verder zal het vooral
van de trouw van de Christen afhangen.
Wanneer zij ter wilïe van een goedkoop suc
ces deze trouw zullen laten verslappen, dai^
heeft de Duitsche kerk geen toekomst meer.
Maar als zij trouw blijven aan hun geloof,
dan zullen zij, misschien langs een weg van
bloed en tranen, hun doel bereiken.
In het dankgebed zei Ds. Straatsma ten
slotte nog, dat de Christenen in Nederland
luxe-christenen zijn. Doch men moet niet
denken, dat dit alles ons niet raakt. Wij le
ven snel en er zijn geen afstanden meer. Wij
weten niet, wat er voor ons is weggelegd.
■Illllllllllllllllllllllllllllü
Gelukspop.
door
GUUS BETLEM Jr.
Onzin Jack, meende het meisje en ze
keek lachend naar den grooten, stoeren man
tegenover haar wie gelooft 'r nu nog aan
gelukspoppen? En dan.zoo'n kerel als jij.
De man wond zich op.
't Is heelemaal niet kinderachtig, maar
je kunt het niet weten, omdat je er geen on
dervinding van hebt. Zoo'n mascotte geeft
vertrouwen, ja, dat is het 'm! Vertrouwen!
Ik weet het wel, het is krankzinnig, het idee
dat je beschermd zou worden door zoo'n 011-
noozele pop, maar daar zit het ook niet in.
Het zit 'm in het vertrouwen dat zoo'n ding je
geeft in jezelf! Ik heb het 's twee maal gehad,
vervolgde hij nog steeds opgewonden dat
ik 's ochtends ben uitgereden zonder mijn
mascotte en ik verzeker jeik ben terug
gegaan! Ik voel dat er iets gaat gebeuren, als
ik dat ding niet bij me heb!
Nou ja, dat denk je! Maar er zou even
min iets gebeurd zijn, als je die gelukspop
kalm thuis had laten liggen.
De man haalde zijn schouders op, terwijl
Tosca met een liefkoozing in haar oogen naar
hem opkeek.
En ik? zei ze ben ik dan geen geluks
popjouw gelukspop?
Dat zou' je zeker zijn, als je tenminste
iedere rit met me kon meerijden, ook bij de
races. Ik zeg nog eens, het zit 'm niet in dat
onnoozele popje, maar 't zit 'm in.... ja, ik
weet niet, vervolgde hij dan maar je moet
het altijd naast je hebbeniets moet er
zijn, dat je altijd naast je, bij je hebt, als je
rijdt, en dat is nou toevallig die gelukspop in
dit geval. Maar jij had het ook kunnen zijn!
Dobbefmamïl
lekker.man!
Kent U de Ibis-pijp? Zoo niet, vraagt Uw
winkelier.
(Adv. Ingez. Med.)
De lezing werd gehouden in de bovenzaal
van het Wijkgebouw op de Gedempte Oude
Gracht, welke geheel met belangstellenden
gevuld was, welke een aandachtig gehoor
vormden. Van de gelegenheid tot het stellen
van vragen aan het slot van de lezing, werd
geen gebruik gemaakt.
DAMES GYMNASTIEKVEREENIGING
„GERMANIA".
Lezing van den heer W. A. J. Goeting,
Ten einde in ruimer kring de aandacht te
vestigen op de groote beteekenis van gym
nastiek voor de vrouw, organiseerde boven
genoemde vereeniging Dinsdagavond in de
Sociëteit Vereeniging een bijeenkomst, waar
haar directeur, de heer W. A. J. Goeting een
lezing met lichtbeelden hield.
Hij begon met er op te wijzen, dat voor
het lichamelijk welzijn vooral de bloedsom
loop een groote rol speelt. Wanneer wij ar
beid verrichten, ,gaat het bloed sneller stroo
men, wordt de ademhaling versneld; hier
door ontwikkelen zich hart en longen. Daar
door wordt ons lichaam sterker en beter, dan
wanneer wij het niet zouden oefenen. Wie
zijn lichaam jong en krachtig wil houden,
moet het gebruiken en dat wordt door de
vrouw maar al te vaak vergeten.
Wanneer de spieren-niet geregeld worden
gebruikt, verslappen ze en dit is vaak de
reden, dat de houding slecht wordt.
Gymnastiek onder goede leiding is het
eenige middel om slank te blijven, Andere
middelen zijn uit den booze! Dieet mag al
leen op dokters advies worden gehouden.
Van zeer groote beteekenis is ook de af
leiding, die vooral de getrouwde vrouw op de
wekelijksche turnavonden vindt. Het psy
chisch effect daarvan is niet te overschat
ten. Zware oefeningen zijn in de jeugd al
gevaarlijk en moeten op dezen leeftijd na
tuurlijk geheel worden vermeden.
Het gesprokene werd met een aantal inte
ressante lichtbeelden verduidelijkt.
Een dankbaar applaus en eenige hartelijke
woorden van de voorzitster waren het. slot
van dezen leerrijken avond.
oliA&ekjz stuMm
en 5on ts&o-l cfeScA&i&en
(Adv. Ingez. Med.)
Het meisje lachte klaterend, doch met een
schellen ondertoon.
Je bent wèl complimenteus! meende ze
dan enfinwees jij gelukkig met je mas
cotte, we praten er niet meer over
Het was twee dagen later dat de groote jaar-
lijksche races zouden worden gehouden om
den gouden wisselbeker, die al voor het vier
de jaar in het bezit was van Jack Roading,
zoodat hij dit jaar zeer waarschijnlijk wel
zijn eigendom zou worden. Niemand was er
tenminste, die daaraan twijfelde of... het
zou Jack zelf moeten zijn. Als hij het zou af
leggen tegen dien Franschman, Leclerq, dan
zou dat hem zelf tegenvallen, maar toch
voelde hij in z'n hart een zekere ongerustheid,
toen hij zich naar de renbaan begaf.
Het was stampvol, toen Jack met z'n wagen
het veld opreed en in de verte zag hij Tosca
al naar hem staan wuiven.
Opgewekt reed hij haar tegemoet, en stopte
voor de kleine zitplaats.
Je houdt je goed, hoor! moedigde ze hem
aan, denk aan dien Leclerq.
Natuurlijk was het onnoodig, Jack hierop
attent te maken, maar toch deed het hem
goed te weten, dat ook Tosca zijn tegenstan
der niet onderschatte.
Opeens uitte hij een scherpen kreet. Ver
geten! stamelde hij, terwijl hij met doodelijk
verschrikte oogen naar zijn auto keek ver
geten
Wat? riep Tosca vanaf haar zitplaats,
wat is er, jongen?
Jack wees op den wagen. M'n mascotte.
vei'geten! Ik kan niet rijden.... er gebeuren
ongelukken als ik rijd zonder mascotte! De
race is voor mij verloren!
Meteen sprong Tosca naast hem, trachtte
hem te overreden, doch hij schudde enkel
droevig het hoofd.
Nee, 't is misde race is verloren!
Doch mede op aandringen van een aantal
vrienden, berustte hijgaf toe.
Ik zal rijden, antwoordde hij dan ook
maaren weer haalde hij mistroostig de
schouders op.
Tot de finale ging alles naar wensch. Twee
maal had Jack al gereden en beide keeren
was het goed gegaan, wat zijn hand vast ge
weestzéker van z'n macht.
Zie je nu wel? constateerde Tosca jij
met je gelukspop! 't Gaat best! Nu heb je pas
Karei van Mander, de 16de-
eeuwsche schilder-dichter.
De herdenking van den sterfdag
van Karei van Mander, den beken
den zestiende-eeuwschen schilder
dichter, was voor de vereeniging
„Haerlem" aanleiding om den heer
Dr. J. Q. van Regteren Altena, con
servator der gemeente-musea te Am
sterdam, uit te noodigen voor haar
een lezing te houden over deze fi
guur. Gisteravond werd deze lezing
gehouden in de aula van Teyler's mu
seiim voor een groot aantal toehoor
ders.
De spreker, die ingeleid werd door den
voorzitter den heer J. L. Tadema. vertelde
eerst, hoe op 12 October jl. een gedenksteen
is geplaatst op het graf van Karei van Man
der in de Oude Kerk te Amsterdam, waar hij
in 1606 overleden is.
Van Mander, van geboorte een Vlaming,
vestigde zich in 1584 te Haarlem, toen de
toestand in Vlaanderen door de aldaar heer-
scliende onlusten te onveilig was geworden.
Het duurde eenige jaren, alvorens hij in zijn
nieuwe woonplaats roem verwierf. In zijn
onderhoud moest hij aanvankelijk voorzien
door het merken van zakken en het vervaar
digen van uithangborden. Hij kreeg bekend
heid, toen hem werd opgedragen voor den
terugkeer van den zeevaarder Van Linscho-
ten, die van zijn tocht naar het hooge Noor
den een walvischkaak meebracht, een ge-
denkschild te schilderen. Na dien tijd nam
zijn aanzien in Haarlem meer en meer toe.
Van Mander's vroegste schilderij, dat be
kend is. zoo vervolgde spr. is een altaarstuk
van 1582 te Kortrijk, dat herinnert aan de
primitieven en aan de Italiaansche schilders,
van wie Van Mander tijdens zijn reis door
Italië veel geleerd had. Vooral Vasari werd
dooi' hem hoog vereerd. Van zijn literaire
productie is het eerst uitgegeven de veel door
zijn geloofsgenooten, de Doopsgezinden, ge
bruikte liederenbundel, De Guide Harpe, uit
1574.
Uit hét geheele werk van Van Mandei-
spreekt een Christendom, sterk vermengd
met heidensche elementen. Veel tot zijn vor
ming in die richting had zijn leermeester
Lucas de Heere bijgedragen, terwijl boven
dien niet mag worden vergeten, dat hij te
Rome gestudeerd heeft.
Na zijn komst in Haarlem kreeg Van Man
der contact met de schilders Goltzius en
Cornelis Cornelisz., welk driemanschap de
z.g. Academie van Van Mander vormde. Hier
heeft Karei van Mander zijn kennis en zijn
opvatting van de antieke kunst gebracht.
Tegenover het oude manierisme stelde hij de
onaantastbaarheid van de kunst der oudheid
en de kennis der natuur. Het meeste van de
theoretische opvattingen van Van Mander
heeft wel Goltzius geprofiteerd, die als schil
der boven zijn vriend te stellen is.
Van Mander bezat naast vele talenten, zoo
zeide Dr. Van Regteren Altena, een buiten
gewoon karakter, Hij werd dan ook hoogelijk
door zijn tijd- en kunstgenooten vereerd,
hetgeen wel blijkt uit den stroom van lijk-
klachten, die na zijn dood verscheen. Van
Mander was een nederig man, die wars was
van allen strijd. Hij was vreedzaam en ver
draagzaam en met Marnix en Coornhert be
hoort hij wel tot de élite van de toenmalige
Hollandsche burgerij. Zijn betrouwbaarheid
als geschiedschrijver trok spr. echter in twij
fel. Men neme evenwel m aanmerking, dat
de historiografie op dat gebied en in dien
tijd nergens verder was. Toch heeft zijn
Schilderboeck groote waarde. Aan zijn schil
derschap ontleende hij het recht over de
schilders'te schrijven. Nog steeds kan zijn
Schilderboeck ten voorbeeld gesteld worden
door de zuiverheid en echtheid van taal, die
wel sterk afsteekt bij de hedendaagsche, in
ternationale kunsthistorische termen.
Tenslotte behandelde Dr. Vari Regteren
Altena de vraag, welke beteekenis Van Man
der gehad heeft voor de kunst van zijn da
gen. Frans Hals was zijn leerling, Ostade
weer die van Hals en Jan Steen van Ostade.
Van groote beteekenis blijkt dus wel te zijn
liet feit, dat Van Mander de frissehe, nieuwe
levenssappen van Vlaanderen bracht in de
Hollandsche schilderkunst. Zijn dichtkunst
en proza, van belang in zijn tijd, vallen ook
nu nog te bewonderen. Haarlem kan er trots
op zijn, een man als Van Mander binnen
zijn muren gehuisvest te hebben.
De heer Tadema dankte den spreker voor
zijn boeiende rede en sloot de vergadering,
nadat hij nog dank had gebracht aan de
directeuren van Teyeler's Stichting en aan
den conservator van het museum, den heer
Buisman.
Na afloop van de vergadering bezichtig
den velen de interessante tentoonstelling
van werk van Karei van Mander op gebied
van literatuur en van schilderkunst, die in
de aula was ingericht.
goed het bewijs, dat het allemaal onzin is
Jack antwoordde niet. Hij haalde dé schou
ders op, en maakte zich gereed voor den laat-
sten start met zijn tegenstander Leclerq. Deze
scheen niet op zijn gemak, keek telkens ter
sluiks naar Jack en het was niet te ontkennen
dat juist hij daardoor zijn zekerheid voelde
groeien.
Het pistoolschot knalde.
Wèg stoven de beide machinesJack
spande al zijn krachten inhet zou laf zijn
niet zoo hard te rijden, als hij kon! Alhoewel
een vage onrust hem vertelde, dat er iets
moest gebeuren.... iets vreeselijks!
Enhet gebeurde!
Het was de laatste ronde, dat Jack zijn wa
gen te veel uithaalde. Het scheelde maar een
centimeter misschien, maar.het was reeds
te veel, en met een vreeselijken, ontzettenden
knal kwam hij tegen den betonnen wand te
recht. Even was er een warreling, een kluwen
van sneldraaiende wielen, gillende menschen,
danwerd het doodstil. En, in die stilte
werkte zich een mensch omhoog uit de resten
van den wagen, geholpen door het ijlings toe
geschoten publiek. Hij was bleek maar.on
gedeerd.
Met holle, verschrikte oogen keek hij naar
de puinhoopen van zijn auto, dan werd hij
ontdaan weggevoerd.
Jack, o Goddank! stamelde Tosca even
later, terwijl ze zich in z'n armen wierp.
Jack rilde. Ga mee! sprak hij 't was
vreeselijk! Ik wist het.ik had geen mas
cottehet is een wonder, dat het nog zóó
goed is afgeloopen!
Samen liepen ze het terrein afachter
hen draafde een man,
Mr. Roading, uw jas! hijgde hij die lag
nog in uw autoen hij reikte Jack het lee-
ren kleedingstuk over.
Dank u! Jack nam de jas aan. Op dat
moment viel er iets uit, voor z'n voeten.
Snel bukte hij zichraapte het op.
't Was de gelukspop.
Toen hij opkeek ontmoetten z'n oogen die
van Tosca, waarin tranen blonken.
Dus tóchzei ze zacht je had 'm
toch bij je?
Ja. antwoordde hij ontroerd en beschaamd i
tegelijk ik herinner mij nugisteravond
deed ik 'm erin, om 'm niet te vergeten bij het
wegrijden.
Zuinigheid en vlijt.
Zuinigheid met vlijtziedaar een echt
ouaerwetsch ideaal.
Wie is er nog zuinig?
Vlijtige menschen zijn er genoeg, maar zui
nigen
Dab wil zeggen; zuinig in de beteekenis, die
men er vijftig jaar geleden aan hechtte.
Zuinig wilde toen zeggen: spaarzaam.
Men legde iets weg voor morgen, voor straks,
als de oude dag kwam.
Wie al syn cost verslint omtrent het
middaghmael,.
Vindt, als het avont is, sijn taefel bijster
schrael.
Maarbij alles is een maar, oftewel de
anderezijde van de kwestie.
De zuinigheid, zelfs de goede degelijke,
ouderwetsche zuinigheid ontkomt hieraan dus
evenmin.
Overdaet schaedt, en dat geldt evenzeer voor
te veel weelde als voor te veel goede hoedanig
heden. Kan men dan wel eens te veel goede
hoedanigheden bezitten?
Ja en neen.
Neen, omdat men natuurlijk nooit goed
genoeg kan zijn, en ja, omdatwel, om
dat ook in het goede overdrijving schaadt.
Aan de zuinigheid ligt een soort angst ten
grondslag: immers het is de angst voor gebrek
op onzen ouden dag, die ons thans doet
sparenhet is de angst dat we niets zullen
hebben om aan te doen, als we eens uitge
vraagd worden, die ons onze kleeren agst-
vallig doet niet-dragen!
Welnu, voorzorg is goed, is uitstekend, maar
zij mag niet ontaarden in een alle vreugde
benemenden, zenuwachtigen, gejaagden
angsttoestand.
Hoeveel vrouwen zijn er niet, die vaak met
veel moeite en opoffering een keurige gar
derobe hebben weten samen te stellen óf van
vermaakt, vernieuwd of gekregen goed óf
met opgespaard geld aangeschaft..
Hoe vaak zijn dergelijke vrouwen niet ge
neigd hun. kleeren voor iedere zich voordoende
gelegenheid te mooi te vinden en te goed. Het
kón eens gaan regenen, er kón eens een vlek
opkomen, het kón eens kreukelen of erger nog
scheuren! Neen, vandaag maar liever de oude
hoed en de oude regenmantel.
Je weet immers, dat je wat anders kunt
aantrekken, het hangt immers klaar in de
kasthet is alleen maar zondeenz.
Is het nu geen pure verbeelding?
Wanneer dezelfde vrouw uitging met een
oude hoed en regenmantel omdat zij niet an
ders had, dan zou zij zich precies eender aan
den volke vertoonen; het eenige verschil is de
wetenschap, dat zij iets beters bezit.
Laten we het niet overdrijven. Laten we
onze mooie kleeren dragen niet opdragen
maar af en toe eens dragen en laten we
ons door den angst voor „later" niet geheel
laten overheerschen.
Laten we ook met andere, belangrijker din
gen nietaldus handelen: laten we onzen glim
lach, ons hulpvaardig liefdesbetoon, onze war
me belangstelling en ons verlangen naar
vriendschap niet in de kast van ons hart laten
hangen voor een extra-gelegenheid, die mis
schien nimmer komt!
Laten we ook daar niet te zuinig mee om
gaan!
AMY GROSKAMP—TEN HAVE.
Centrale Tandheelkundige
Kliniek.
KENAUPARK 26 A TELEFOON 12644
KUNSTTANDEN EN GEBITTEN
ZIEKENFONDSTARIEF.
SPREEKUREN9—11 en 1—2, Dinsdags
avonds 6.308.30.
(Adv. Ingez. Med.)
PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE
RADIO CENTRALE OP VRIJDAG 23 OCT.
Progr. 1: Hilversum II.
Progr. 2: Hilversum I.
Progr. 3: 8.05 Keulen. Gymnastiekles.
8.20 Gramofoonmuziek 9.05 Parijs Radio.
Tijdsein. Nieuwsberichten. Waterstandberich-
ten. 9.20 Programma van de Deutschl.sender
10.10 Deutschl.sender. Kindergarten. 11.20
Gevar. concert olv. Pierre Nangeret 11.50
Causerie voor boeren 12.05 Causerie 12.35 Ver-
vols concert mmv. M, René-Charlos, zang
1.05 Brussel Vlaamsch. Populair concert olv.
Karei Walpot 1.20 Gesproken dagblad van
het NIR 1.30 Omroeporkest olv. Paul Douli-
zes 2.25 Diversen 2.55 Parijs Radio. Gramo
foonmuziek. 3.50 Keulen. Freitags zwischen
vier und sechs, gevarieerd programma 5 20
Programma van Leipzig 6.50 Brussel Fransch
Cellorecital door Jean de Nocker 7.20 108e
Tribune radiophonique du Combattant, gala
concert d. h. Ie Reg. des Guides olv. Prévost
9.20 London Regional. The New Georgian Trio
9.35 BBC dansorkest olv. Henry Hall 10 20
Boedapest. Zigeunermuziek d. h. Lakatesz
10.40 Dansmuziek door Miklos Kertesz. 10.55
Weenen. Dansmuziek door het Hans Krems-
berger orkest mmv. Edi Woday.
Progr. 4: 8.— Brussel Vlaamsch. Gymnas
tiek. 9.20 Tijdsein. Gramofoonmuziek 8 30
Kroniek van den dag 8.40 Gramofoonplaat
8.45 Gesproken dagblad v. h. NIR 9.Gramo
foonmuziek. 9.20 Diversen 10.35 London Re
gional. Korte Godsdienstoefening 10.50 Tijd
sein v. Greenwich. Weerbericht. 11.05 Orgel
concert door Sydney Gustard 11.50 Het Rut-
land Square orkest olv. Norman Austin 12.50
Het Karl Caylus Ensemble 1.35 Gramofoon
muziek 2 20 BBC Northern orkest olv. T, I-I.
Morrison 3.05 Pianorecital door Lydia Stace
3.35 BBC Televisie orkest olv, Hyam Green-
baum 4.20 To the West 4.50 't Hongaarsch Zi
geunerorkest 5 20 Droitwich. BBC Midland
orkest olv. Reg. B'urston 5.35 Gershom Par-
kington Kwintet 6.20 Diversen 6.45 Droitwich
Orgelconcert dooi' Donald Thorne 7.20 Sir
Walford Davies Music and the ordinary lis
tener 7.50 The Arcadians 9.05 Diversen 10.50
London Regional. Billy Cotton en zijn orkest.
Progr. 5: 8.007.00 nam. Diyersen 7.Eigen
gramofoonplaten concert: Potpourri. 1. Voor
waartsMarsch, Kees Pruis. 2. Dixonland,
Reg. Dixon op orgel. 3. Piano medley. Charley
Kunz, 4. The Merry makers Carnival. Merry
makers, 5. Klange urn Johann Strauss. Ilia
Lischakoff. 6. Wij brengen U. 2 Cavellis. 7 50
years of song, Orgelsolo. 8. Ein Abend bei
Paul Lincke, Strijkorkest met zang 9. Black
pool .song mixture, Reginald Dixon. 8.00—
12.Diversen.