IBIS SHAG H.D VERTELLING DONDERDAG 22 OCTOBER 1936 H A "A B E E M'S DAGBE'AÖ Gemeentelijke Ontwikkelings cursussen. Oproeping voor deelneming en steun. Aan alle 14- .tot 25-jarige Haarlemmers, die nóg of wéér zonder betrekking zijn, alle be langstellenden, op wier medewerking gere kend mag worden, zoodat deze oproeping on der de aandacht van betrokkenen komt, aan alle medeburgers, die bereid zijn, moree- len of financieelen steun te verleenen beeft de door het Gemeentebestuur ingestelde „Commissie voor Ontwikkeling en Ontspan ning aan Wer'klooze Jeugd" een circulaire ge richt, waarin de aandacht wordt gevestigd op de gemeentelijke ontwikkelingscursussen. Van de door het gemeentebestuur geboden gelegenheid tot het volgen van. ontwikkelings cursussen werd sinds 1932 door ruim 2400 werk- looze jongeren een gretig en dankbaar gebruik gemaakt. De deelnemers bestonden uit intellectueelen en handarbeiders, geschoolden en ongeschool den, beroepsloozen. geslaagden van voorberei dend hoogere, middelbare en lagere scholen. Velen hadden de vreugde van loonarbeid reeds gekend. Vele anderen hadden die nog nim mer gesmaakt. Zonder uitzondering werd door allen (uit welke overwegingen dan ook) de geboden ge legenheid, hun verkregen ontwikkeling bij te houden of uit te breiden, met beide haaiden aangegrepen. Zij kozen zich een vrijwillige arbeidstaak door zich als leerling voor ver schillende cursussen te laten, inschrijven en de lessen trouw 'te bezoeken en met groote aandacht te volgen. Op verzoek der deelnemers werdén ingesteld cursussen in: lezen, handschriftverbetering, stenografie, machineschrijven, Ned. taal, briefstellen, letterkunde, moderne talen.,'Es peranto, rekenen, wiskunde, administratie, boekhouden, land- en volkenkunde, economie, staatsinrichting, plant, en dierkunde, schei kunde, lijn- en handteekenen, handenarbeid, muziektheorie, schaken, eerste hulp bij onge lukken, radiotechniek, motorkennis, turnen enz. Iedere cursus werd twee maal per week ge durende twee of drie uren im clubverband be zocht. Elke club bestond uit pl.m. 25 deelne mers. Alle lessen werden overdag gehouden. Leermiddelen werden in bescheiden mate kos teloos verstrekt. Schoolgeld werd niet geheven. De duur der cursussen varieerde van drie tot zes maanden. Dank zij aller toewijding, zoowel van leera ren als van cursisten, ontstond een vrucht dragende werkgemeenschap, waarin velen niet alleen met voldoening en grooten ijver hun lessen -volgden, of eigen, studie verrichtten, doch velen zich bovendien geroepen voelden, hun gaven van hoofd en hart, hun arbeids- lust en tijd ïn dienst te stellen van het geheel. Met bescheiden middelen en dankbaar aan vaarde hulp van particulieren werd veel tot stand gebracht; waarop met voldoening en er kentelijkheid kan worden teruggezien. Er wer den excursies gemaakt, lezingen en voor drachten gevolgd, filmavonden gehouden, schaak- en damwedstrijden georganiseerd, concerten bijgewoond, ontspanningsavonden ingesteld en allerlei spelen beoefend. Een veer. tiendaags verschijnend cursusblad weid door de cursisten verzorgd en uitgegeven. Van de keurcolleetie uitleenboeken van de Stads- Bibliotheek werd een gretig gebruik gemaakt. Dat deze arbeid op cultureel gebied in zoo verheugende mate mocht slagen, is mede te danken aan het feit, dat politieke en gods-, dienstige richtingen elkander op dit gebied de hand reikten. Bij de circulaire zijn kaarten gevoegd, die belanghebbenden kunnen invullen en posten. Men ontvangt .dan ten spoedigste het ver zoek, defceuze van den te volgen cursus of cur sussen te komen bepalen. Tot belangstellenden wordt gezegd: Wilt ge op eenigerlei wijze het cursusinstituut steu nen? Bij voorbaat zij u verzekerd, dat ieder initiatief hiertoe hoogelijk zal worden gewaar deerd. Uw voorstellen worden gaarne inge wacht, uw aanbiedingen met zeker ongeduld tegemoetzien en uw kennisgeving van uw voornemen tot het schenken van een finan cieel® bijdrage zal met groote vreugde worden ontvangen. De helpende hand van particuliere zijde is wegens de steeds moeilijker omstan digheden niet alleen dringend gewenscht doch onmisbaar. Ingesloten kaart biedt gelegenheid, hulp of steun toe te zeggen. De commissie bestaat uit de heeren: A. G. Boes, Wethouder van. Onderwijs, voorzitter, telef. 16175. J. Vader, Directeur Gem. Dienst Werkloosheidsbestrijding, secretaris, telef. 11170. J. P. H. Castricum, Vert. R.K. Volks bond, telef. 12106. Ir. G. O. J. van Ditzhuijzen, Vert. Metaalbond, telef. 29325. W. F. Jansen, Ambtenaar Bureau voor Beroepskeuze. Kape laan C. M. A. Verheijen, Vert. R.K. Jeugdorga nisaties, telef. 11394. Jac. Klerk, Vert. Samen werkende Patroons Bouwbedrijven, telef.. 12059. W. Mensinlk, Vert. Moderne Jeugdorga nisaties. J. L. Monnik, Algem. cursusleider, telef. .10578. E. Overbeek, Vert. Christelijke Be sturenbond. J, J. Philippo, Leider Centrale Werkplaats. C. M. Selman, Vert. Christelijke Jeugdorganisaties, telef. 14685. J. Timmer, Vert. Haarl. Bestuurdersbond, telef. 14761. P. Voogd, Vert. Commissie Onderwijs Rijpere Jeugd, telef. 14582. AANBESTEDINGEN. Woensdag werden in de kazerne aan den Koudenhom aanbesteed: Bestek 269: voorzieningen aan militairp gebouwen te Haarlem. Laagste inschrijver Ph. B. Schram te Beverwijk voor f 9869. Bestek 273: het bouwen van twee magazij nen in gewapend beton te Den Helder. Laag ste inschrijver A. K. Pik te Barsingerhom voor f 9321. Bestek 277: het leveren van schotbalken en bewegingsinrichtingen te Den Helder. Laag ste inschrijver Magazijn O. Houtstra te De Rijp voor f 11800. OPENINGSAVOND SOCIETa DANTE ALGHIERI. Op den openingsavond der Haarlemsche af- deeling van de Societa Dante Alghieri op Woensdag 28 October a.s. te 8.15 uur in de zaal va.n De Kerkuil, Nieuwe Gracht 23, zal Prof. Paolo Arcari, hoogleeraar in de Italiaansche taal en letterkunde te Fribourg, (Zwitserland) spreken over Interpretation! dantesche. Prof. Arcari hield enkele jaren geleden voor de Amsterdamsche universiteit een voordracht over Pascal en Manzoni. Van zijn hand zijn talrijke werken verschenen, o.m. studies over Dante, Balzac, Am iel, Manzoni, ook verschei dene romans. Aan de universiteit van Perugia mogen de colleges van Prof. Arcari zich even eens verheugen in een overgroot» belang stelling. De Duitsche Kerkstrijd. Rede Ds. A. K. Straatsma. Woensdagavond sprak Ds. A. K. Straatsma uit den Haag voor den Nederlandschen Chris ten Vrouwenbond. Nadat de presidente, me vrouw Belgraven voor was gegaan in het ge bed, heette zij alle aanwezigen hartelijk wel kom, waarna zij het woord gaf aan den spre ker van dezen avond. Spr. begon met te zeggen dat het niet in zijn bedoeling lag, een gedetailleerd verslag van de geschiedenis te geven. Dit zou te veel van het geduld van het publiek vergen. Plet gaat om de groote trekken, Het gaat in deze kwestie, aldus spr. om de macht van kerk of staat. Dit is een oude strijd doch heel vroeger bestond hij niet. Pas in latere eeuwen kreeg de kerk wereldlijke macht, doch het is de vraag, of dit wel goed was. Maar ook gaat de strijd, en dit is haast nog belangrijker, om de ziel van het Duitsche volk. Om die ziel strijden drie groepen, ten minste wanneer we ons beperken tot het protestantsche geloof, wat ter wille van de overzichtelijkheid noodzakelijk is. Het zijn de Deutsche Glaubensbewegung, de Deutsche Christen en de B'ekanntniskirche. De Deutsche Glaubensbewegung is de be weging, waarvan Alfred Rosenberg een der hoofdfiguren is. Doch ook menschen als prof. Hauer, generaal Ludendorf en Baldur von Schirach behooren tot de kopstukken. Die beweging wil den Bijbel niet meer aanvaar den, omdat hij Joodsch is. Men wil een nieu wen Bijbel samenstellen, waarvoor oude Ger- maansche heldensagen, en de geschriften van Luther en Nietzsche de grondslagen moe ten vormen. De Duitsche Christen-beweging heeft de Christelijke geloofsleer behouden, doch past deze aan bij de ideologie van het Derde Rijk. Zij heeft de Ariërparagraaf ingevoerd en het Nieuwe Testament, dat immers Joodscli is, geschrapt. Alles wat in strijd is met de nieuwe opvattingen wordt geschrapt, doch spr. vraagt zich af, wat er dan nog overblijft Er is één Duitschland, één partij, één pers, en men wil ook één kerk. Maar er zijn ten slotte ook nog menschen, die vóór alles Christen zijn, hoewel ook zij zich Duitscher voelen, en geenszins tegen standers van het nat. soc. zijn. Uit deze groep komt het verzet, en de woordvoerder is Karl Barth, die verklaarde: „Liever een kleine schare, welke schuilen moet in de catacom ben, dan de nieuwe Leer aanvaarden." De eerste fase in dezen strijd bracht een absolute overwinning voor de Deutsche Chris ten. Vooral toen Plitler, hoewel zelf katholiek zijnde, zich in den strijd mengde, ten gunste van de Deutsche Christen. Dr. Müller werd gekozen als Rijksbisschop. Spr. noemt dit een heerschzuchtig man, met weinig gevoels diepte. Zeer belangrijk was de synode van Barmen in Mei 1934. Hier werd door de Bekanntnis- kirche stelling genomen tegen de leer van Rosenberg en de Deutsche Christen. Nog scherper werd dit alles geformuleerd in de synode van Berlin-Dahlem in October 1934. Achter alles staat de figuur van Hitier. Deze is, zooals gezegd zelf katholiek, doch kiest fel partij in dezen strijd. Zijn boek „Mein kampf" moet een ieder lezen. Het be vat passages, die ons de haren ten berge doen reizen, doch spr. acht den Führer een groot man, met zuivere bedoelingen. Zijn ideaal is één Duitschland, en dat zal pas kunnen zijn, als er één kerk is. Natuurlijk kunnen de Protestantsche en Katholieke kerk niet samengaan. Maar de protestan ten moeten hun kleine geschillen opzij zetten voor het eene groote doel: de eenheid van Duitschland. Juist in de laatste weken spitsen de verhou dingen zich weer toe. En men zal vragen, hoe zal de toekomst zijn. Spr. meent, dat hierop twee antwoorden zijn: in de eerste plaats zal het er van afhangen, hoe de toestand zich in Duitschland en geheel Europa zal ontwikke len. Als het Duitschland goed gaat, zal de regeering den tijd vinden deze kwestie defi nitief te regelen; doch verder zal het vooral van de trouw van de Christen afhangen. Wanneer zij ter wilïe van een goedkoop suc ces deze trouw zullen laten verslappen, dai^ heeft de Duitsche kerk geen toekomst meer. Maar als zij trouw blijven aan hun geloof, dan zullen zij, misschien langs een weg van bloed en tranen, hun doel bereiken. In het dankgebed zei Ds. Straatsma ten slotte nog, dat de Christenen in Nederland luxe-christenen zijn. Doch men moet niet denken, dat dit alles ons niet raakt. Wij le ven snel en er zijn geen afstanden meer. Wij weten niet, wat er voor ons is weggelegd. ■Illllllllllllllllllllllllllllü Gelukspop. door GUUS BETLEM Jr. Onzin Jack, meende het meisje en ze keek lachend naar den grooten, stoeren man tegenover haar wie gelooft 'r nu nog aan gelukspoppen? En dan.zoo'n kerel als jij. De man wond zich op. 't Is heelemaal niet kinderachtig, maar je kunt het niet weten, omdat je er geen on dervinding van hebt. Zoo'n mascotte geeft vertrouwen, ja, dat is het 'm! Vertrouwen! Ik weet het wel, het is krankzinnig, het idee dat je beschermd zou worden door zoo'n 011- noozele pop, maar daar zit het ook niet in. Het zit 'm in het vertrouwen dat zoo'n ding je geeft in jezelf! Ik heb het 's twee maal gehad, vervolgde hij nog steeds opgewonden dat ik 's ochtends ben uitgereden zonder mijn mascotte en ik verzeker jeik ben terug gegaan! Ik voel dat er iets gaat gebeuren, als ik dat ding niet bij me heb! Nou ja, dat denk je! Maar er zou even min iets gebeurd zijn, als je die gelukspop kalm thuis had laten liggen. De man haalde zijn schouders op, terwijl Tosca met een liefkoozing in haar oogen naar hem opkeek. En ik? zei ze ben ik dan geen geluks popjouw gelukspop? Dat zou' je zeker zijn, als je tenminste iedere rit met me kon meerijden, ook bij de races. Ik zeg nog eens, het zit 'm niet in dat onnoozele popje, maar 't zit 'm in.... ja, ik weet niet, vervolgde hij dan maar je moet het altijd naast je hebbeniets moet er zijn, dat je altijd naast je, bij je hebt, als je rijdt, en dat is nou toevallig die gelukspop in dit geval. Maar jij had het ook kunnen zijn! Dobbefmamïl lekker.man! Kent U de Ibis-pijp? Zoo niet, vraagt Uw winkelier. (Adv. Ingez. Med.) De lezing werd gehouden in de bovenzaal van het Wijkgebouw op de Gedempte Oude Gracht, welke geheel met belangstellenden gevuld was, welke een aandachtig gehoor vormden. Van de gelegenheid tot het stellen van vragen aan het slot van de lezing, werd geen gebruik gemaakt. DAMES GYMNASTIEKVEREENIGING „GERMANIA". Lezing van den heer W. A. J. Goeting, Ten einde in ruimer kring de aandacht te vestigen op de groote beteekenis van gym nastiek voor de vrouw, organiseerde boven genoemde vereeniging Dinsdagavond in de Sociëteit Vereeniging een bijeenkomst, waar haar directeur, de heer W. A. J. Goeting een lezing met lichtbeelden hield. Hij begon met er op te wijzen, dat voor het lichamelijk welzijn vooral de bloedsom loop een groote rol speelt. Wanneer wij ar beid verrichten, ,gaat het bloed sneller stroo men, wordt de ademhaling versneld; hier door ontwikkelen zich hart en longen. Daar door wordt ons lichaam sterker en beter, dan wanneer wij het niet zouden oefenen. Wie zijn lichaam jong en krachtig wil houden, moet het gebruiken en dat wordt door de vrouw maar al te vaak vergeten. Wanneer de spieren-niet geregeld worden gebruikt, verslappen ze en dit is vaak de reden, dat de houding slecht wordt. Gymnastiek onder goede leiding is het eenige middel om slank te blijven, Andere middelen zijn uit den booze! Dieet mag al leen op dokters advies worden gehouden. Van zeer groote beteekenis is ook de af leiding, die vooral de getrouwde vrouw op de wekelijksche turnavonden vindt. Het psy chisch effect daarvan is niet te overschat ten. Zware oefeningen zijn in de jeugd al gevaarlijk en moeten op dezen leeftijd na tuurlijk geheel worden vermeden. Het gesprokene werd met een aantal inte ressante lichtbeelden verduidelijkt. Een dankbaar applaus en eenige hartelijke woorden van de voorzitster waren het. slot van dezen leerrijken avond. oliA&ekjz stuMm en 5on ts&o-l cfeScA&i&en (Adv. Ingez. Med.) Het meisje lachte klaterend, doch met een schellen ondertoon. Je bent wèl complimenteus! meende ze dan enfinwees jij gelukkig met je mas cotte, we praten er niet meer over Het was twee dagen later dat de groote jaar- lijksche races zouden worden gehouden om den gouden wisselbeker, die al voor het vier de jaar in het bezit was van Jack Roading, zoodat hij dit jaar zeer waarschijnlijk wel zijn eigendom zou worden. Niemand was er tenminste, die daaraan twijfelde of... het zou Jack zelf moeten zijn. Als hij het zou af leggen tegen dien Franschman, Leclerq, dan zou dat hem zelf tegenvallen, maar toch voelde hij in z'n hart een zekere ongerustheid, toen hij zich naar de renbaan begaf. Het was stampvol, toen Jack met z'n wagen het veld opreed en in de verte zag hij Tosca al naar hem staan wuiven. Opgewekt reed hij haar tegemoet, en stopte voor de kleine zitplaats. Je houdt je goed, hoor! moedigde ze hem aan, denk aan dien Leclerq. Natuurlijk was het onnoodig, Jack hierop attent te maken, maar toch deed het hem goed te weten, dat ook Tosca zijn tegenstan der niet onderschatte. Opeens uitte hij een scherpen kreet. Ver geten! stamelde hij, terwijl hij met doodelijk verschrikte oogen naar zijn auto keek ver geten Wat? riep Tosca vanaf haar zitplaats, wat is er, jongen? Jack wees op den wagen. M'n mascotte. vei'geten! Ik kan niet rijden.... er gebeuren ongelukken als ik rijd zonder mascotte! De race is voor mij verloren! Meteen sprong Tosca naast hem, trachtte hem te overreden, doch hij schudde enkel droevig het hoofd. Nee, 't is misde race is verloren! Doch mede op aandringen van een aantal vrienden, berustte hijgaf toe. Ik zal rijden, antwoordde hij dan ook maaren weer haalde hij mistroostig de schouders op. Tot de finale ging alles naar wensch. Twee maal had Jack al gereden en beide keeren was het goed gegaan, wat zijn hand vast ge weestzéker van z'n macht. Zie je nu wel? constateerde Tosca jij met je gelukspop! 't Gaat best! Nu heb je pas Karei van Mander, de 16de- eeuwsche schilder-dichter. De herdenking van den sterfdag van Karei van Mander, den beken den zestiende-eeuwschen schilder dichter, was voor de vereeniging „Haerlem" aanleiding om den heer Dr. J. Q. van Regteren Altena, con servator der gemeente-musea te Am sterdam, uit te noodigen voor haar een lezing te houden over deze fi guur. Gisteravond werd deze lezing gehouden in de aula van Teyler's mu seiim voor een groot aantal toehoor ders. De spreker, die ingeleid werd door den voorzitter den heer J. L. Tadema. vertelde eerst, hoe op 12 October jl. een gedenksteen is geplaatst op het graf van Karei van Man der in de Oude Kerk te Amsterdam, waar hij in 1606 overleden is. Van Mander, van geboorte een Vlaming, vestigde zich in 1584 te Haarlem, toen de toestand in Vlaanderen door de aldaar heer- scliende onlusten te onveilig was geworden. Het duurde eenige jaren, alvorens hij in zijn nieuwe woonplaats roem verwierf. In zijn onderhoud moest hij aanvankelijk voorzien door het merken van zakken en het vervaar digen van uithangborden. Hij kreeg bekend heid, toen hem werd opgedragen voor den terugkeer van den zeevaarder Van Linscho- ten, die van zijn tocht naar het hooge Noor den een walvischkaak meebracht, een ge- denkschild te schilderen. Na dien tijd nam zijn aanzien in Haarlem meer en meer toe. Van Mander's vroegste schilderij, dat be kend is. zoo vervolgde spr. is een altaarstuk van 1582 te Kortrijk, dat herinnert aan de primitieven en aan de Italiaansche schilders, van wie Van Mander tijdens zijn reis door Italië veel geleerd had. Vooral Vasari werd dooi' hem hoog vereerd. Van zijn literaire productie is het eerst uitgegeven de veel door zijn geloofsgenooten, de Doopsgezinden, ge bruikte liederenbundel, De Guide Harpe, uit 1574. Uit hét geheele werk van Van Mandei- spreekt een Christendom, sterk vermengd met heidensche elementen. Veel tot zijn vor ming in die richting had zijn leermeester Lucas de Heere bijgedragen, terwijl boven dien niet mag worden vergeten, dat hij te Rome gestudeerd heeft. Na zijn komst in Haarlem kreeg Van Man der contact met de schilders Goltzius en Cornelis Cornelisz., welk driemanschap de z.g. Academie van Van Mander vormde. Hier heeft Karei van Mander zijn kennis en zijn opvatting van de antieke kunst gebracht. Tegenover het oude manierisme stelde hij de onaantastbaarheid van de kunst der oudheid en de kennis der natuur. Het meeste van de theoretische opvattingen van Van Mander heeft wel Goltzius geprofiteerd, die als schil der boven zijn vriend te stellen is. Van Mander bezat naast vele talenten, zoo zeide Dr. Van Regteren Altena, een buiten gewoon karakter, Hij werd dan ook hoogelijk door zijn tijd- en kunstgenooten vereerd, hetgeen wel blijkt uit den stroom van lijk- klachten, die na zijn dood verscheen. Van Mander was een nederig man, die wars was van allen strijd. Hij was vreedzaam en ver draagzaam en met Marnix en Coornhert be hoort hij wel tot de élite van de toenmalige Hollandsche burgerij. Zijn betrouwbaarheid als geschiedschrijver trok spr. echter in twij fel. Men neme evenwel m aanmerking, dat de historiografie op dat gebied en in dien tijd nergens verder was. Toch heeft zijn Schilderboeck groote waarde. Aan zijn schil derschap ontleende hij het recht over de schilders'te schrijven. Nog steeds kan zijn Schilderboeck ten voorbeeld gesteld worden door de zuiverheid en echtheid van taal, die wel sterk afsteekt bij de hedendaagsche, in ternationale kunsthistorische termen. Tenslotte behandelde Dr. Vari Regteren Altena de vraag, welke beteekenis Van Man der gehad heeft voor de kunst van zijn da gen. Frans Hals was zijn leerling, Ostade weer die van Hals en Jan Steen van Ostade. Van groote beteekenis blijkt dus wel te zijn liet feit, dat Van Mander de frissehe, nieuwe levenssappen van Vlaanderen bracht in de Hollandsche schilderkunst. Zijn dichtkunst en proza, van belang in zijn tijd, vallen ook nu nog te bewonderen. Haarlem kan er trots op zijn, een man als Van Mander binnen zijn muren gehuisvest te hebben. De heer Tadema dankte den spreker voor zijn boeiende rede en sloot de vergadering, nadat hij nog dank had gebracht aan de directeuren van Teyeler's Stichting en aan den conservator van het museum, den heer Buisman. Na afloop van de vergadering bezichtig den velen de interessante tentoonstelling van werk van Karei van Mander op gebied van literatuur en van schilderkunst, die in de aula was ingericht. goed het bewijs, dat het allemaal onzin is Jack antwoordde niet. Hij haalde dé schou ders op, en maakte zich gereed voor den laat- sten start met zijn tegenstander Leclerq. Deze scheen niet op zijn gemak, keek telkens ter sluiks naar Jack en het was niet te ontkennen dat juist hij daardoor zijn zekerheid voelde groeien. Het pistoolschot knalde. Wèg stoven de beide machinesJack spande al zijn krachten inhet zou laf zijn niet zoo hard te rijden, als hij kon! Alhoewel een vage onrust hem vertelde, dat er iets moest gebeuren.... iets vreeselijks! Enhet gebeurde! Het was de laatste ronde, dat Jack zijn wa gen te veel uithaalde. Het scheelde maar een centimeter misschien, maar.het was reeds te veel, en met een vreeselijken, ontzettenden knal kwam hij tegen den betonnen wand te recht. Even was er een warreling, een kluwen van sneldraaiende wielen, gillende menschen, danwerd het doodstil. En, in die stilte werkte zich een mensch omhoog uit de resten van den wagen, geholpen door het ijlings toe geschoten publiek. Hij was bleek maar.on gedeerd. Met holle, verschrikte oogen keek hij naar de puinhoopen van zijn auto, dan werd hij ontdaan weggevoerd. Jack, o Goddank! stamelde Tosca even later, terwijl ze zich in z'n armen wierp. Jack rilde. Ga mee! sprak hij 't was vreeselijk! Ik wist het.ik had geen mas cottehet is een wonder, dat het nog zóó goed is afgeloopen! Samen liepen ze het terrein afachter hen draafde een man, Mr. Roading, uw jas! hijgde hij die lag nog in uw autoen hij reikte Jack het lee- ren kleedingstuk over. Dank u! Jack nam de jas aan. Op dat moment viel er iets uit, voor z'n voeten. Snel bukte hij zichraapte het op. 't Was de gelukspop. Toen hij opkeek ontmoetten z'n oogen die van Tosca, waarin tranen blonken. Dus tóchzei ze zacht je had 'm toch bij je? Ja. antwoordde hij ontroerd en beschaamd i tegelijk ik herinner mij nugisteravond deed ik 'm erin, om 'm niet te vergeten bij het wegrijden. Zuinigheid en vlijt. Zuinigheid met vlijtziedaar een echt ouaerwetsch ideaal. Wie is er nog zuinig? Vlijtige menschen zijn er genoeg, maar zui nigen Dab wil zeggen; zuinig in de beteekenis, die men er vijftig jaar geleden aan hechtte. Zuinig wilde toen zeggen: spaarzaam. Men legde iets weg voor morgen, voor straks, als de oude dag kwam. Wie al syn cost verslint omtrent het middaghmael,. Vindt, als het avont is, sijn taefel bijster schrael. Maarbij alles is een maar, oftewel de anderezijde van de kwestie. De zuinigheid, zelfs de goede degelijke, ouderwetsche zuinigheid ontkomt hieraan dus evenmin. Overdaet schaedt, en dat geldt evenzeer voor te veel weelde als voor te veel goede hoedanig heden. Kan men dan wel eens te veel goede hoedanigheden bezitten? Ja en neen. Neen, omdat men natuurlijk nooit goed genoeg kan zijn, en ja, omdatwel, om dat ook in het goede overdrijving schaadt. Aan de zuinigheid ligt een soort angst ten grondslag: immers het is de angst voor gebrek op onzen ouden dag, die ons thans doet sparenhet is de angst dat we niets zullen hebben om aan te doen, als we eens uitge vraagd worden, die ons onze kleeren agst- vallig doet niet-dragen! Welnu, voorzorg is goed, is uitstekend, maar zij mag niet ontaarden in een alle vreugde benemenden, zenuwachtigen, gejaagden angsttoestand. Hoeveel vrouwen zijn er niet, die vaak met veel moeite en opoffering een keurige gar derobe hebben weten samen te stellen óf van vermaakt, vernieuwd of gekregen goed óf met opgespaard geld aangeschaft.. Hoe vaak zijn dergelijke vrouwen niet ge neigd hun. kleeren voor iedere zich voordoende gelegenheid te mooi te vinden en te goed. Het kón eens gaan regenen, er kón eens een vlek opkomen, het kón eens kreukelen of erger nog scheuren! Neen, vandaag maar liever de oude hoed en de oude regenmantel. Je weet immers, dat je wat anders kunt aantrekken, het hangt immers klaar in de kasthet is alleen maar zondeenz. Is het nu geen pure verbeelding? Wanneer dezelfde vrouw uitging met een oude hoed en regenmantel omdat zij niet an ders had, dan zou zij zich precies eender aan den volke vertoonen; het eenige verschil is de wetenschap, dat zij iets beters bezit. Laten we het niet overdrijven. Laten we onze mooie kleeren dragen niet opdragen maar af en toe eens dragen en laten we ons door den angst voor „later" niet geheel laten overheerschen. Laten we ook met andere, belangrijker din gen nietaldus handelen: laten we onzen glim lach, ons hulpvaardig liefdesbetoon, onze war me belangstelling en ons verlangen naar vriendschap niet in de kast van ons hart laten hangen voor een extra-gelegenheid, die mis schien nimmer komt! Laten we ook daar niet te zuinig mee om gaan! AMY GROSKAMP—TEN HAVE. Centrale Tandheelkundige Kliniek. KENAUPARK 26 A TELEFOON 12644 KUNSTTANDEN EN GEBITTEN ZIEKENFONDSTARIEF. SPREEKUREN9—11 en 1—2, Dinsdags avonds 6.308.30. (Adv. Ingez. Med.) PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE RADIO CENTRALE OP VRIJDAG 23 OCT. Progr. 1: Hilversum II. Progr. 2: Hilversum I. Progr. 3: 8.05 Keulen. Gymnastiekles. 8.20 Gramofoonmuziek 9.05 Parijs Radio. Tijdsein. Nieuwsberichten. Waterstandberich- ten. 9.20 Programma van de Deutschl.sender 10.10 Deutschl.sender. Kindergarten. 11.20 Gevar. concert olv. Pierre Nangeret 11.50 Causerie voor boeren 12.05 Causerie 12.35 Ver- vols concert mmv. M, René-Charlos, zang 1.05 Brussel Vlaamsch. Populair concert olv. Karei Walpot 1.20 Gesproken dagblad van het NIR 1.30 Omroeporkest olv. Paul Douli- zes 2.25 Diversen 2.55 Parijs Radio. Gramo foonmuziek. 3.50 Keulen. Freitags zwischen vier und sechs, gevarieerd programma 5 20 Programma van Leipzig 6.50 Brussel Fransch Cellorecital door Jean de Nocker 7.20 108e Tribune radiophonique du Combattant, gala concert d. h. Ie Reg. des Guides olv. Prévost 9.20 London Regional. The New Georgian Trio 9.35 BBC dansorkest olv. Henry Hall 10 20 Boedapest. Zigeunermuziek d. h. Lakatesz 10.40 Dansmuziek door Miklos Kertesz. 10.55 Weenen. Dansmuziek door het Hans Krems- berger orkest mmv. Edi Woday. Progr. 4: 8.— Brussel Vlaamsch. Gymnas tiek. 9.20 Tijdsein. Gramofoonmuziek 8 30 Kroniek van den dag 8.40 Gramofoonplaat 8.45 Gesproken dagblad v. h. NIR 9.Gramo foonmuziek. 9.20 Diversen 10.35 London Re gional. Korte Godsdienstoefening 10.50 Tijd sein v. Greenwich. Weerbericht. 11.05 Orgel concert door Sydney Gustard 11.50 Het Rut- land Square orkest olv. Norman Austin 12.50 Het Karl Caylus Ensemble 1.35 Gramofoon muziek 2 20 BBC Northern orkest olv. T, I-I. Morrison 3.05 Pianorecital door Lydia Stace 3.35 BBC Televisie orkest olv, Hyam Green- baum 4.20 To the West 4.50 't Hongaarsch Zi geunerorkest 5 20 Droitwich. BBC Midland orkest olv. Reg. B'urston 5.35 Gershom Par- kington Kwintet 6.20 Diversen 6.45 Droitwich Orgelconcert dooi' Donald Thorne 7.20 Sir Walford Davies Music and the ordinary lis tener 7.50 The Arcadians 9.05 Diversen 10.50 London Regional. Billy Cotton en zijn orkest. Progr. 5: 8.007.00 nam. Diyersen 7.Eigen gramofoonplaten concert: Potpourri. 1. Voor waartsMarsch, Kees Pruis. 2. Dixonland, Reg. Dixon op orgel. 3. Piano medley. Charley Kunz, 4. The Merry makers Carnival. Merry makers, 5. Klange urn Johann Strauss. Ilia Lischakoff. 6. Wij brengen U. 2 Cavellis. 7 50 years of song, Orgelsolo. 8. Ein Abend bei Paul Lincke, Strijkorkest met zang 9. Black pool .song mixture, Reginald Dixon. 8.00— 12.Diversen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 10