van i
i af
smmah 7nM(
ff
NATIONALE TELEGRAMMEN
Zeer belangrijke mededeeling van de Klompen Centrale Dr. Leijdsstraat 10, Tel. 11784
WATERDICHTE REGENPIJPEN
SPATLAPPEN
ELECTRISCHE RIJWIELLAMPEN
SCHEMERLAMPJES ENZ. ENZ.
w
Wat parfumerie TIP-TOP U biedt
Vindt U in heel Haarlem niet!!
Steeds hei taaiste Snufte!!!
SPECIAAL ADRES
VERPLEEGSTERS
JAPONNEN
SCHORTEN
MOTSEN
BOORDEN
MANCHETTEN
DIENJAPONNEN 2.75
SERVEER JAPONN. 3.40
REFORMSCHORT. 1.55
HARTJESSCHORT. 1.80
VERPLEEGSTERS
JAPONNEN vanaf 3.90
Zie de Etalages!
Groote sorteering!
ENBOVENDIEN IS
TOCH GOEDKOOPER
3—5—7 PAARLAARSTEEG 3—5—7
ZATERDAG 24 OCTOBER 1936
HAARLEM'S DAGBLAD
24
nnnF sLrck" heb°c" wii Pf'izcn van bijna alle HUISH. ART. van NEDERLANDSCH FABRIKAAT met ca. 15 VERLAAGD. De prijzen van BU1TENLANDSCHE oorsprong verkoopen wij van de
u ZONDER PRilSVERHOOOING. Dat kan alleen de KLOMPEN CENTRALE doen door zijn ONTZAULLKE VOORRAAD nuttige en practischc huishoudelijke artikelen. Wie tegen „de Klompen Centrale" wil eoncurreeren. moet
net maar eens nrnhpprm. 7ip vnnrai Hp ptn nrrnc on Ho m,,,- nd.in.inntinr ir v 1 b
20 CENT PER WOORD
Een bruiloft in Uw Indische familieeen
Nationaal TelegramEen welkomstgroet bij
het betreden van het verre landeen Natio
naal Telegram 1 Een nieuwe wereldburger
geboreneen Nationaal Telegram 1 DE nieu
we mogelijkheid in het telegraafverkeer met
v bidië 1
Nationale Telegrammen kosten slechts 20 ct
per woord (met een minimum van 20 woor
den 4.—).
Nationale Telegrammen worden afgeleverd in
den morgen van den tweeden dag, volgende
op dien van aanbieding.
Hand Waschmachine
f 19.50
Klompen Centrale
op het pleintje.
Reïtzstraat 1, Dr. Leydsstr. 10.
voor
Amerik. Droogrekken
in alls afmetingen
Klompen Centrale
op het pleintje.
Reitzstraat 1, Dr. Leydsstr. 10.
OPLEIDING RADIO-TELEGRAFIST,
RADIO-MONTEUR en RADIO
TECHNICUS.
Den 2den NOVEMBER vangen aan de nieuwe AVOND
CURSUSSEN. Inlichtingen Maandags en Donderdags
van 7 uur n.m. tot 10 uur n.m., Kruisweg 66 rood, Haarlem.
Brieven Instituut Radio, J. P. Coenstraat 69, Dmuiden.
tegen uiterst concurreerende prijzen, aangeboden door
Zijlstr. 64, Tel. 1.2.6.8.3., Haarlem
Derikt aan Uw Wit Achterspatbord
De Politie let er op
Wij berichten onze geachte
cliëntèle, dat wij, in overleg
met
ELIZABETH ARDEN Ltd.
London W. I
de prijzen der verschillende
praeparaten, vooralsnog
NIET VERHOGEN
MODE-ACADEMIE S. H. HUNTELAAR
GEDIPL. LEERARES NED. MODE VAKBOND.
Opl. examen COSTUMIéRE, COUPEUSE en LEERARES.
DAG- en AVONDCURSUS in KNIPPEN en NAAIEN, ter ver
vaardiging van eigen kleeding. Ook privé lessen. Aanm. leer
lingen dagelijks.
KLEVERPARKWEG 130, TELEFOON 14802, HAARLEM.
SPECIAAL ADRES voor PAPIEREN PATRONEN NAAR MAAT,
Lawines en Cf-teisckets.
i; u
Velen van ons ontvluchten tegenwoor-
woordig den kwakkelwinter om in het
land van sneeuw en ijs voor korten of
langoren tijd te genieten van de win
tersport.
Het beoefenen van de skisport is in de laat
ste jaren sterk toegenomen en dat juist heeft
een ontsluiting van de wintersche bergwereld
ten gevolge gehad. Wat eens een onherberg
zaam oord leek van sneeuw en ijs, wordt nu
doorkruist door sporen, die de menschen op
hun latten er doorheen trekken. Zoo leert men
de schoonheid van het sneeuwlandschap van
nabij kennen, maar ook de gevaren, die de
witte wereld biedt.
Zoodoende is men in den laatsten tijd meer
aandacht gaan schenken aan de dikwijls zoo
gevaarlijke sneeuwlawines en is men oordeel
kundig begonnen het gevaar zoo goed mogelijk
te bestrijden De vraag is nu hoe ontstaat zoo'n
lawine.
Hoog in de bergen, waar door de koude, die
daar heerscht, de neerslag meest uit sneeuw
bestaat, ligt een dikke sneeuwlaag, omdat de
toevoer grooter is dan de afvoer. Waar dat
sneeuwkleed nooit geheel verdwijnt, spreekt
men van eeuwige sneeuw, hoewel die betite
ling eigenlijk te mooi is, daar de oude sneeuw
Alpeii-Gletscher. Men ziet op de teekening hoe
het ijs van verschillende kanten in de glet-
schertong samenkomt.
(F Firnveld. G Gletschertong.)
die er wel enkele jaren blijft liggen tenslotte
toch plaats moet maken voor pas gevallen
sneeuw. Opruiming van sneeuw heeft plaats
door lawines en igletschers, twee machtige na
tuurverschijnsel in de Alpenwereld.
Zoo'n sneeuwstorting of lawine komt* vooral
in het voorjaar voor,, als de sneeuw week wordt,
zijn hec'htihgsvermogen verliest en van de
steile berghellingen naar beneden komt glij
den. Door het smeltwater is de rotsbodem glad
geworden, het glijproces van de lawine wordt
erdoor vergroot en nadat de lawine naar be
neden is gestort, blijft alleen de naakte rots
over. Men noemt 'n dergelijke lawine een grond
lawine, omdat zij tot op den grond toe alle
sneeuw meesleurt.
Toch is deze soort niet de gevaarlijkste, daar
de jaarlijks weerkeerende lawine in vrij
vaste banen naar beneden komt. Verder tracht
men het gevaar tegen te gaan door het glij-
vlak ruwer te maken b.v. door paaltjes te zet
ten of door z.g. lawine-muurtjes te bouwen,
alles met het doel om de sneeuw meer tegen
te houden.
Nog afdoender is de aanleg van bosschen;
zoover dat mogelijk is, gaat men er daar dan
ook meer en meer toe over.
Grilliger en daardoor gevaarlijker zijn de
z.g. stof- of stuiflawines. Deze komen in den
winter voor en voornamelijk na een koude pe
riode, als de bevroren ondergrond glad is en
weinig houvast biedt, zoodat zoodra de sneeuw
massa te groot geworden is, de droge sneeuw
naar beneden stuift. Vooral hierbij geldt het
gezegde „kleine oorzaken, groote gevolgen",
want het afgaan van een schot, waarbij zich
een luchttrilling voordoet, kan reeds de oor
zaak zijn van een lawine. Schieten is daarom
dan ook in bergstreken 's winters verboden.
Zoo tracht men het lawine-gevaar tot een mi
nimum te beperken, maar toch maakt de witte
dood nog jaarlijks vele slachtoffers. Het
systeem om de verongelukte(n) te vinden,
met lange staven de sneeuw systematisch
te doorsteken.
Gletschers.
'met een.vreemd woord: firn, afgeleid van het
Duitsche fern, wat oude sneeuw beteekent.
Maar daar er steeds nieuwe sneeuw bij komt,
wordt de onderliggende firn samen gedrukt,
de lucht wordt er uit geperst en een harde ijs
massa blijft over. Op de zoogenaamde firn
velden heeft die ijsmakerij in het groot plaats,
terwijl het gebied, waar de gletscher langs
schuift, de gletschertong wordt genoemd.
Over de oorzaak van die gletscherbeweging is
heel wat te doen geweest en nog zijn de gla-
ciologen er niet over uitgepraat. Vroeger leg
de me nden nadruk op het hellende vlak, als
de oorzaak van het naar- beneden glijden van
den gletscher. Maar tegenwoordig is men van
meening, dat de helling weinig terzake doet,
maar dat het de zwaartekracht is die op het
ijs drukt en die de 'bewegelijkheid veroorzaakt.
Hoe grooter de gletscher is, hoe meer druk er
achter zit. Zoo beweegt een gletscher in de
Alpen zich met een snelheid van enkele d.M.
per dag; in een jaar wordt 5075 M. afgelegd.
Interessante proeven heeft men in Zwitser
land gedaan: Om de beweging van den Rhöne-
gletscher te kunnen nagaan heeft men een
rij van gekleurde en genummerde steenen op
de ijsmassa geplaatst.
Elk jaar werd de stand van de steenen opge
nomen en nauwkeurig in kaart gebracht.
Hierbij bleek dat de beweging sneller in het
midden was dan aan de kanten.
Nu moeten wij ons die ijsmassa's niet te
vlak voorstellen. Door het ongelijkmatig voort
bewegen van den gletscher ontstaan reksple-
ten, terwijl door oneffenheden in den bodem
spleten in het ijs optreden, die zoowel in de
lengte als dwars voorkomen. Behalve een ijs-
stroom is de gletscher ook een voortstuwer van
steenen in allerlei grootte en vorm. Groote
rotsblokken kunnen op het ijs vallen en zoo
dalwaarts worden vervoerd, maar zelf kan de
ijsmassa ook steenen van den bodem los
woelen, deze bewerken dan verder den bodem
en laten dan als stille getuigen van hun ar
beid de z.g. gletscherkrassen achter. Al dat
puin-materiaal, dat de gletscher vervoert heet
in de gletscherkunde: moraine.
Zoo onderscheid men grondmoraine, het
puin, dat over den gletscherbodem schuift;
randmoraine, het puin dat op de kanten van
den gletscher blijft liggen en middenmoraine,
het steenmateriaal dat tusschen twee samen
gevoegde gletschertongen blijft liggen. Ten
slotte de puinwal of eindimoraine, die aan het
eind van den gletscher blijft liggen. Hierdoor
breekt zich het smeltwater een baan, soms is
de uitholling door de gletscherbeek zoo groot
dat men van een gletscherpoont spreekt. Door
het vele slib is het water lang niet helder,
zoodat het troebele water wel gletsehermelk
genoemd wordt. Dat het meegevoerde puin
soms oorzaak is van bijzondere vormen, laat
de z.g. gletscher tafel zien. Tengevolge van
snellere afsmelting van het ijs rond het* rots
blok (de zon heeft daar vrij spel) komt de
steen steeds hooger te liggen en steekt ten
slotte als een tafel boven het ijs uit. Een steen
kan ook in een spleet vallen en door het daar
instroomende smeltwater in draaiende bewe
ging worden gebracht. Een uitslij pende wer
king heeft dan plaats, de z.g. gletschermolen
is aan het werk, zoodat reuzenpotten ont
staan. Hoe die er precies uitzien, kunnen we
prachtig bestudeeren in de Gletschergarten
van Luzern, waar verscheidene overblijfselen
van de vroegere Reuss-gletscher gevonden
zijn.
He
M—ioo snel als de lawine de sneeuwmassa's
naar lagere streken vervoert, zoo langzaam is
de gletscher met zijn transport.
Maar de gletscher is als verschijnsel in het
hooggebergte veel belangrijker en veel indruk
wekkender, dan de af en toe voorkomende la
wine. Verschillende geleerden houden zich met
de bestudeering van den vorm en ontwikke
ling van de gletschers bezig, zoodat onze ken
nis van de gletschers zich steeds uitbreidt. Een
bekende Nederlandsche glacioloog is de heer
Dr. Ph. C. Visser, de leider van de Karakorum-
expedities, die in dat gebergte volop gelegen
heid heeft gehad gletschers te bestudeeren.
Het ontstaan van een gletscher gaat als
volgt.
In het eeuwige sneeuwgebied staat de
sneeuw steeds aan ontdooien en weer bevrie
zen bloot; zoodoende ontstaat een grof kor
relige sneeuwsoort. Men noemt deze sneeuw
et meest voorkomende gletscher-type is
de Alpen- of dalgletscher. Hierbij wordt de
gletschertong door één of meer firnvelden van
ijs voorzien. In Noorwegen is de toestand ech
ter, anders. Daar bestaat de gletscher uit één
groote firnkap, waaruit verschillende glet
schertongen ontstaan. In tegenstelling met het
Alpen-type spreekt men in Noorwegen van
Kapgletscher.
Weer anders is het in Groenland, dat door
één compacte sneeuw-ijskap bedekt is, zoodat
men van landijs spreekt. Slechts aan de kust
breekt de ijsstroom af en vormt dan de zoo
gevaarlijke ijsbergen.
Dat de lengte van een gletscher niet con
stant blijft, laat zich begrijpen. Ie is zij onder
hevig aan den sneeuwtoevoer in de firnvelden,
2e aan de afsmelting. Het zijn beide klimaats
invloeden, waarmee dus rekening moet ge
houden worden. In het kort gezegd een lange
winter en dus ook een lange gletscher.
Zoo zijn de gletschers steeds bezig om de
ijsmassa's naar beneden te transporteeren,
zoodoende medewerkend aan den kringloop
van het water. INEKE VEENHOVEN.
Kap-Gletscherzooals die in Noorwegen voor
komen, Van één ijsveld komen de diverse
gletschertongen.
(F Firnveld. G Gletschertong.)
TIP-TOP