Films van deze week In den kruitdamp Onschuldige Meisjes The King Steps Out The golden arrow ^eis door Zuid-Afrika LITTERAIRE KANTTEEKENINCEN ZATERDAG 14 NOVEMBER 1936 HAARLEM'S DAGBLAD FILMNIEUWS Een avonturen film met Warner Baxter Miriam Hopkins Merle Oberon Joel Mc. Crea cinema Luxor Ann Loring als Juanita, in „Vogelvrij". We hebben allemaal nog een herinnering, aan den tijd, dat we Karl May verslonden, met gretige oogen en gloeiende wangen. En als we nu de kans nog eens krijgen, lezen we „De schat in het Zilvermeer" of „De duivels- kop in het Rotsgebergte" nog met evenveel graagte. Dat is misschien ook de reden, dat de filmproducers zich plotseling weer met zooveel vuur op de Wild-West films gaan toeleggen. Want Vogelvrij is niet de eerste film, waarin de strijd tusschen de Mexicanen en Amerika nen geschilderd wordt, welke zich nu reeds bijna een eeuw geleden in Californië met de meeste verbittering afspeelde. Die strijd was aanlei ding tot het ontstaan van allerlei legenden en ver dichtsels, en William A, Wellman zal dan ook wel niet veel moeite met zijn scenario gehad heb ben. Trouwens, hij schijnt over het algemeen niet veel moeite met deze film gehad te heb ben. Alles gaat van een leien dakje. Revolver schoten knallen precies op tijd, en de getrof fenen rollen natuurgetrouw van hun paarden. De schurken, zijn schurken in het quadraat, en de edele figuren begaan wel eens een foutje, maar ze blijven toch edel. Het is alleen maar jammer, dat de bekeering van den bandieten leider Joaquin Murietta die een historische figuur moet zijn nog net verhinderd wordt. En alweer door revolverschoten. Er knallen in deze film onnoemelijk veel revolverschoten, en in het gevecht aan het slot, wordt het een ware symphonie van knallen. Waarmee we niet willen zeggen, dat deze film geen goede kwaliteiten zou bezitten. In tegendeel, hij bezit er vele. Maar de regisseur heeft de fout gemaakt, alles te veel aan te dikken Hij heeft het te mooi willen maken, en daardoor een overdaad bereikt, die maar al te vaak stoort, en zeker aan het geheel af breuk doet. Joaquin Murietta en zijn jonge vrouw Ro sita leven rustig op hun boerderij, als de goud zoekers komen, de Americanos, die Rosita ver moorden. en zijn land stelen. Dat eischt wraak, en Joaquin doodt een voor een de moordenaars van zijn vrouw. Maar door deze oude wet van ,.oog om oog en tand om tand" toe te passen, komt hij in conflict met de wet. Hij moet vluchten. Een tijd lang leeft hij verborgen op de hoeve van zijn broeder, maar weer zijn het de Ame ricanos, die den vrede verstoren. Nu sluit hij zich aan bij de bende van „Drievingerige Jack", en wordt hun leider. Weldra heeft hij een klein leger van volgelingen om zich ver zameld, dat verborgen in een dal in de bergen leeft, en de wijde omgeving terroriseert. Juanita, de dochter van zijn vroegeren mees ter, sluit zich bij hem aan, en tracht hem te bekeeren. Hij geeft toe, maar juist als het be sluit genomen is. naar Mexico te trekken, om daar een rustig boerenleven te gaan leiden, wordt het kamp door de Americanos overval len. Een verbitterde strijd ontstaat, en slechts Joaquin weet te ontkomen, zij het doodelijk gewond. Stervende vlucht hij naar het graf van Rosita. De figuur van Joaquin wordt door Warner Baxter goed weergegeven, terwijl de vrouwe lijke hoofdrollen door Margo en Ann Loring heel aardig worden gespeeld. Een opmerke lijke creatie levert Carroll Naish, als „Drie vingerige Jack", een ruwe, levensware bandiet. HET „JUBEL HOLLAND" CAHIER. Bij N. Samson te Alphen aan den Rijn is verschenen een schoolcahier, in feestelijke uitvoering. „Laat ook in uw school feest zijn", voegt de uitgever aan zijn voorbericht toe Zeker is dit een aardig denkbeeld. „Drie menschen" is de titel, die ongeveer correspondeert met den Engelschcn naam (These Three» dien de film draagt, welke hier als „Onschuldige meisjes" wordt vertoond Drie menschen, dat zijn twee meisjes en een man. Martha Dobie (Miriam Hopkins) en Karen Wright (Merle Oberon) zijn twee jonge, af gestudeerde vrouwen. Zij hebben geen werk en als het toeval Dr. Joseph Cardin (Joel Mc. Crea) op haar weg brengt, besluiten zij een school te beginnen. De school zal ge sticht worden in een oud en verval len huis, dat eens bewoond is door de grootmoeder van Karen, maar sinds haar dood reeds jaren leeg staat. Zij slagen, geholpen door Mrs. Mortar Catharine Douchet), een vriendin van Ka ren's grootmoeder, die de meisjes belooft, haar kleindochtertje als leerlinge te zenden en propaganda voor de school te maken. Het kleindochtertje, Mary Tilford (Bonita Granville) is een moeilijk kind. Zij wil niet naar de school en als zij moet. besluit zij er tot iederen prijs weer weg te komen. Mary is een moeilijk kind. In haar schuilt een harde en onverzettelijke geest, die voor geen leugen terugschrikt, zij is oneerlijk en intrigant. Van een incident weet zij op per fide wijze gebruik te maken. Een tante van Martha, Mrs. Milford (Alma Kruger) dringt zich aan de meisjes op als leerares. Zij is een twistzieke natuur en als zij eindelijk te ver staan krijgt, dat zij maar weg moet gaan, maakt zij luidkeels een scène. Karen en Dr. Cardin zijn verloofd. Mrs Milford heeft be speurd, dat Martha op Cardin verliefd is en in de scène, die zij met haar nichtje maakt, beschuldigt zij haar ervan, dat zij zich te gen het huwelijk der verloofden verzet. Een leerlinge van de school, Rosalie (Mar- cia Mae Jones) hoort deze ruzie. Zij is een bang meisje, dat heelemaal onder den dwang leeft van Mary, haar kamergenoote. Mary hoort van de ruzie tusschen Martha en haar tante en ziet haar kans schoon. Zij loopt weg en vertelt aan haar grootmoeder, dat zij niet langer op de school wil blijven, omdat er gemeene dingen gebeuren. Mrs. Mortar vraagt haar verder, tenslotte wordt Rosalie erbij gehaald. Rosalie is eerlijk, wil niets vertellen, wat niet waar is. maar Mary heeft haar in haar macht. Rosalie heeft een armband gestolen en Mary dreigt, haar te verraden, als Rosalie niet alles doet, wat Mary haar zegt. Mrs. Mortar is diep geschokt en licht alle moeders over het geval in. De school staat leeg. Hard vechten drie menschen tegen de leugens, maar tevergeefs. Als Mrs. Milford terugkomt van een Europeesche reis. hoort zij, hoe alles is mislukt, en zij vertelt dood leuk. dat dat natuurlijk samenhangt met die armband, De opheldering staat voor de deur, maar te laat. Karen en Cardin zijn van el kaar. Het wantrouwen, de spanning hebben Karen's liefde verwoest, zij is gaan twijfe len. Cardin zit in Weenen, als Martha merkt hoe de vork in de steel zit. De waarheid komt uit en eerherstel voor de drie jonge men schen volgt. Karen zoekt en vindt Cardin en tusschen hen wordt alles weer goed. Maar Martha blijft achter, verlaten, met haar groote liefde voor Cardin. Eigenlijk is deze film het belangrijkst om het spel van de schoolkinderen. Bonita Gran ville als de kleine Mary speelt haar moeilijke rol met een bijzonder en gaaf talent. Een dergelijke begaafdheid bij een zoo jong kind steekt ver uit boven wat alle wonderkinderen in Hollywood presteeren. Het is waarachtig filmspel van de beste soort. Regie: Joseph von Sternberg Muziek: Fritz Kreisler Hoofdrol: Grace Moore Het Oostenrijksche hof van weleer blijkt voor de filmindustrie nog altijd een zeer dankbaar arbeidsterrein te zijn. Ditmaal is het een Amerikaansche rolprent, die ons naar de stemmige sfeer van het beroemde vorsten huis terugvoert en uit den titel kan men reeds afleiden, dat ons de noodige romantiek niet onthouden zal worden. Een vorstelijke verloving vormt de spil, waar het scenario om draait. Een prinsesje uit het gemoedelijke vorstendom Beieren is voorbestemd de vrouw van den jongen keizer Franz Joseph te wor den. Een hooge onderscheiding natuurlijk, maar niettemin een onderscheiding, die het uitverkoren meiske allerminst naar den zin is. Want zij heeft haar hart reeds wegge schonken aan een sympathieken lui- •tenant, die de ad judant van den keizer is. Nu heeft prinses Helena nog eenige zusters, welgeteld zeven in getal, en in het brein van een dier jonge dames rijpt het plan dit huwelijk te ver hinderen. Zij weet haar vader een Beier van het traditioneele soort voor het idee te winnen en hals over kop begeeft het twee tal zich naar Heilbronn, waar de keizer zich bevindt. Daar komt de ondernemende prinses Elisabeth, in de wandeling Cissy genaamd, al spoedig met den jongen vorst in aanraking en wat men vermoed had wordt tot waarheid Franz Joseph en Elisabeth, die zich voor naaistertje uitgeeft, worden hopeloos ver liefd op elkaar. De keizer moet om zijn ge liefde op den dag van zijn verloving te kun nen ontmoeten zelfs zijn toevlucht tot een „slippertje" nemen en waar bovendien de spionnen van zijn vorstelijke moeder zijn gangen gevolgd hebben, dreigen daar allerlei complicaties uit voort te vloeien. Gelukkig wikkelt de geschiedenis zich op volkomen be vredigende wijze af en blijkt, dat Cissy met haar gedurfd initiatief een verstandigen zet heeft gedaan. „The king steps out" kwam onder leiding van den begaafden regisseur Joseph von Sternberg tot stand. Grace Moore, die een Rembrandt De bekoorlijke Grace Moore in „The king steps out". ieder zich uit „One night of love" herinnert, speelt de vrouwelijke hoofdrol en zij heeft van de pittige Cissy werkelijk een heel lief figuurtje gemaakt. Natuurlijk krijgt men herhaaldelijk de gelegenheid haar in haar kwaliteiten als zangeres te bewonderen. De melodieën van Kreisler komen, vertolkt door Grace Moore's glashelder stemgeluid, wel zeer goed tot haar recht. De rol van den jongen keizer wordt gevuld door Franchot Tone. In het voorprogramma een opname van Sophie Tucker, die haar lijflied „Some of these dayszingt, een charmant teeken filmpje in kleuren „De blauwe vogel" ge naamd en het wekelijksche nieuws, waarbij zich snaphots van de Rotterdamsche Zes- daagsche bevinden. Ook is ditmaal een variéténummer in het bijprogramma opgenomen. De heer Linga Singh, wiens optreden hier ter stede een pre mière voor Nederland beteekent. demon streert eenige „Oostersche mysteriën", die het publiek met stijgende verwondering gade slaat. Deze conférencier-illusionist verricht dan ook allerhand geheimzinnige zaken. Hij goochelt op verbluffende wijze met ringen en touwen, verandert water in bier en durft het zelfs aan een kist in brand te steken, waarin men even te voren een dame in heeft zien verdwijnen! Dit intermezzo valt bij het pu bliek zeer in den smaak. Een arme journalist en een rijk meisje Merle Oberon, Miriam Hopkins en Joel Mc. Crea vervullen de hoofdrollen in „Onschuldige Meisjes. Een arme journalist en een rijke erf gename.... Bette Davis en George Brent in „Dollarprinsessen. Deze Warner Bros-film is vervaardigd door den regisseur Alfred E. Green, dezelfde die o.a. „Dangerous" regisseerde, de film waar voor Bette Davis tot winnares van de Gouden Trophee uitgereikt door de Academy of Motion Pictures Arts and Sciences voor de beste ver tolking in 1935, uitverkoren werd. Dollarprinsessen is een vlotte gees- Twee films op Zondag morgen Rembrandt In Rembrandt zal Zondagmorgen een twee tal films over Zuid-Afrika vertoond worden met een toelichting van den heer Josselin de Jong. Meer dan Zuid-Afrika zich met Nederland verbonden voelt, voelt men hier de histo rische banden tusschen ons land en het land der Boeren. De beide films vertellen ons over dit land. Een schip brengt ons in zestien dagen van Nederland naar Zuid-Afrika. Durban is de eerste haven en vandaar uit gaat het ruim 5000 K.M. kris kras door de Unie van Zuid- Afrika. met zijn prachtige natuur, zijn heer lijk sub-tropisch klimaat, zijn steden en zijn goud- en diamantvelden. Van Durban uit neemt ons de trein mede door de Vallei der 1000 Heuvels naar het 2000 meter hooger gelegen „Veld". Wij bezoeken de Howichwa ter va1 (365 voet hoog) en komen temidden van de machtige Drakenbergen, die zich als een hooge muur van Natal tot Noord- Transvaal verheffen. De Drakenbergen zijn een waar dorado voor de alpinist, doch ook hij, die meer op zijn gemak gesteld is, kan zich door een Basoeto-pony naar het „dak van Afrika" laten dragen. Wij verlaten het bergland en dalen af naar de zijde van Transvaal: het land der oude Voortrekkers. Hier treft ons vooral de enorme hoofdstad van Transvaal, tevens de hoofdstad van de Unie: Pretoria. Rijk aan moderne bouwwerken, zooals het beroemde Uniegebouw, rijk ook aan historische bouwwerken als de ..Raadszaal", het parlementsgebouw van de Transvaalsche Republiek en het Paleis van Justitie. Na Pretoria Johannesburg en vandaar naar het Noorden naar Rhodesia, genoemd naar den stichter Rhodes, wiens laatste rustplaats niet ver van Matappos, wij bezoeken. Sinds Livingstone in 1855 den Victoria-wa- terval ontdekte, hebben duizenden na hem dezen waterval bewonderd, doch waar Li vingstone eerst na een maandenlange reis, steeds kampend met de grootste moeilijkheden en gevaren, den Victoria-waterval bereikte, is de reis thans erheen een genoegen. De Vic toria-waterval in ongeveer 2V2 maal zoo breed als de beroemde Niagara-waterval en zeker 2 maal zoo lang. In den regentijd stort het water met zulk geweld naar beneden, dat een 100 M. hooge nevel van fijnverdeelde waterdruppels reeds op 50 K.M. afstand zichtbaar is. Iedere minuut stort 450 millioen liter water omlaag. Frans Hals tige Amerikaansche geschiedenis, waar in Bette Davis de rol speelt van de Amerikaansche dollarprinses Daisy Appleby, die voortdurend omzwermd wordt door tallooze aanbidders, niet zoozeer om haar bekoorlijke persoontje dan wel om de dollars van de firma "Appelby in huid- crèmes"'. Om van al die lastige kwelgeesten verlost te worden haalt ze John Jones, een arm journalist en schrijver over, een schijn huwelijk met haar te sluiten. John Jones, George Brent, stemt om haar te helpen in het huwelijk toe, maar te gelijk harnast hij zich tegen de lieftalligheid van Daisy, omdat hij noch van Daisy's inval, noch van haar geld wil profiteeren. Er breekt een moeielijke tijd aan, Daisy die werkelijk van Johnny houdt tracht hem door allerlei listige vrouwelijk- heidjes te winnen, maar hoe harder hij vecht, hoe meer wint Daisy langzaam maar zeker terrein. Ze zetten beiden een flirt met een ander op touw, alle twee met het doel de(n) ander jaloersch te maken. Als aan het einde van de geschiedenis Daisys tegenstandster haar hoogste troef tegen Daisy denkt uit te spelen en haar zoodoende in Johnny's oogen onmogelijk denkt te ma ken, valt tegen haar verwachting in, juist door die onthulling de slagboom tusschen Johnny en Daisy weg, Johnny gooit zijn har nas af en kan zich geven aan Daisy zooals hij wex-kelijk voor haar voelt. Juist door die onthulling aan het eind krijgt de film nog een extra stootje naar boven omdat zij daardoor nog meer inhoud krijgt. Het is een echt Amerikaansche geschiede nis met geestige puntige dialoog en voortref felijk spel, waarbij over de geheele linie veel te waardeeren valt. Het gebruikelijke bijprogramma verkrijgt bijzondere waarde door dat kleine filmpje, dat toont het vangen van een poema, een paar kleine beertjes en een paar gevaarlijke groote slangen. NEDERLANDSCH PA3>VINDSTERS - GILDE. Het bestuur van de afdeeling Haarlem van het Ned. Padvindsters Gilde heeft een pro- paganda-avond georganiseerd op Zaterdag 21 November in het Kennemer Lyceum. Op deze bijeenkomst zal mejuffrouw Bungenberg de Jong een voordracht houden, ook zullen eenige films door prof. ir. Landberg vertoond worden, betrekking hebbende op het werk in het Gilde. De kinderen zullen eveneens iets ten beste geven. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN (Inlichtingen over gevonden voorwerpen aan het bureau van politie Smedestraat, uitslui tend tusschen 11 en 13 uur). Terug te krijgen: Handschoenen en ceinturen: Politiebureau Smedestraat. Autoband met velg: Verdam, Lootsstraat 8. Bril: Steman, Prinsessekade 14. Brief: Politiebureau Smedestraat. Honden: Hessen, Timorstraat 197. v. d. Hoef. Duven- voordestraat 60. Heerenhoed, v. d. Wal, Bakh. v. d. Brinkstraat 5 Kalenders: Politiebureau Smedestraat. Mes: Jansen. Rijksstraatweg 332 Mantel, De Jong, Hodsonstraat 36. Handpomp Kroonsberg, Bataviastraat 29. Parapluie, Brauckman. Wilsonsplein 21. Rij wiel plaat je, Verzijlberg, Duncklerstraat 54. Gouden ring, v. Doelder, Resedastraat 31, Damesschoen, Po litiebureau Smedestraat. Autoslinger: Schou ten, le Vooruitgangstraat 11. Damesschoenen: v. Poeteren, Zomervaart 16 z,w. Kindertasch, Politiebureau Smedestraat. Vulpenhouder, Lota, Leidschestraat 48 rd. Wol (knot)Sabel, Reigerstraat 55. Handschoenen en ceinturen, Portemonnaie met inhoud, Studiestukken (geldwezen). Po litiebureau, Smedestraat: Broche, Gilliam, Obistraat 69; Bril in étui, Ortt, K. v. Man- derstraat 77 of 11; Duiven. Droog, Leeuwerik straat 41: Handwarmer. Prinsen, Zomerkade 229; Armbandhorloge, Aberson, Jansstraat 68; Halsketting, Smallegang, Zijlweg 89; Heeren laars, Roosloot, Langen Margarethastraat 30 zw.; Lantaarn, v. d. Goes, v. d. Hulsstraat 7; Lorgnet in étui, Lijnzaat. Lange Lakenstraat 24; Rijwielplaatje; Wennebs, Weltevreden plein 38; Gouden ring, v. d. Mes. Laurierstraat 38; Rozenkrans, Wesseling, Voorhelmstraat 30 zw. Sigarenaansteker, Hendriks. Zomer kade 169; Schaartje, v. d. Veen, Geweerstraat 18; Zelfbinder, Hartgers, Leidscheplein 37 rood. DE ZWEVENDE GULDEN. Mej. M. E. C. v. Dorp zal Woensdagavond 18 Nov. voor de afdeeling Haarlem van den Vrijheidsbond in het gebouw de Nijverheid in de Jansstraat spreken over den zwevenden gulden. LIJKEN VAN OPVARENDEN VAN DE SCH 68 EN SCH 179. De laatste dagen zijn op verschillende plaat sen langs onze kust lijken aangespoeld, welke door de nabestaanden herkend zijn als van opvarenden van de bij IJmuiden vergane log gers SCH 67 en SCH 179. OUD-NOTARIS TOT DRIE JAAR VEROORDEELD. De oud-notaris L. uit den Bosch, die kort geleden voor de rechtbank aldaar terecht heeft gestaan o.a. wegens valschheid in ge schrifte en verduistering, is thans door ge noemde rechtbank veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf met aftrek van het voor arrest. Arthur van Schendel, De Rijke Man. Amsterdam J. M. Meulenhoff. De macht die een schrijver als Van Schen del over den lezer krijgt, door zijn schrijftalent alleen, is wonderlijk. Zijn nieliwste boek. „De rijke man" is er het bewijs voor. Eigenlijk is die rijke man. die heer Engelbertus Kompaan, een vervelende knaap, een beetje zielig patiënt des dagelijkschen levens, en hij wordt dat steeds meer naarmate zijn lotgevallen zich herhalen, tot in den treure. Telkens zal de lezer geneigd zijn het boek te sluitenja wel, nu weet ik het wel en het vervolg kan ik raden. En telkens zal diezelfde lezer het boek weer opnemen en dóórgaan met lezen over Kompaan's in praktijk gebrachte naas tenliefde. die hem zijn eigen bezit en een half dozijn erfenissen doet uitdeelen onder de tal loos velen die wel wat gebruiken kunnen en onder wie hij te goed, te naïef en.te dom is om onderscheid te kunnen maken. Hij heeft een hardnekkigheid In het weldoen die ver bijsterend ls en waar hf) bedrogen wordt, wenscht hij met geopende oogen blind te blij ven en ontkent het bedrog of vergoelijkt het. Het eind is dat hij door zijn eigen kinderen belogen en bestolen wordt, dat hij zich alles laat ontfutselen en desondanks tot van zijn laatsten stuiver de helft wegschenkt. Hij is consequent tot in het waanzinnige, en zijn passie om te geven wordt door zijn sukkel achtigheid bijna een parodie op het Christe lijk voorschrift der naastenliefde en het gebod om wèl te doen. Dat Van Schendel een dergelijke parodie niet bedoeld heeft is klaar, maar wat hij dan wel met zijn Engelbertus heeft voorgehad is niet zoo gemakkelijk op te helderen. Want deze staat in zijn neigingen en daden niet maar zoo alleen, zijn erfooms en erftantes hoewel een beetje voorzichtiger in het beleg gen steunen hem telkens als de beurs leeg- raakt en maken zich ook geen zorg over de zekerheid die ze hebben, dat Engelbertus te zijner tijd ook hun vermogen zal gaan uit deelen. Rondom den rijken man teekent Van Schendel verscheidene groepen der door hem begiftigden; eerlijke en oneerlijke, waarlijk nooddruftigen en leugenaars. En die verkeeren weer onderling samen, beschuldigen malkan der, zijn eigenlijk weinig interessant in hun gekonkel, en weinig effectief ln hun aanhan kelijkheid aan Kompaan. Rustig gaat Van Schendel maar voort en vertelt hoe zijn zwa gers hem bedriegen, zijn zoons hem bestelen, zijn vrienden hem, als een „rare", links laten liggen. Ondanks de ruzies en de twisten, de verwijten der anderen en het zelfverwijt van Kompaan, dat hij niet genoeg geven kan, komt in het verhaal nergens spanning of he vigheid te pas. De lezer verneemt alles alsof iemand in droomtoestand hem toesprak. Het lijkt een verdroomd beeld van een tijd en van menschen die misschien zestig, zeventig jaar geleden mogelijk waren en thans onwezen lijk schijnen. Maar, en hier raken wij des Pu- dels Kern: er zit weer die eigenaardige Van Schendelsche sfeer in, alleen door een waar artist te scheppen, in een taal die in buiging en klank schijnbaar onopvallend, doch in we zen heel bijzonder is. Daardoor, en niet door de rare bedoening in Engelbertus' omgeving, grijpt de lezer dit boek weer op, als hij het eerst een beetje gemelijk heeft neergelegd. Dat is Van Schendel's macht op den lezer. Hij boeit al met zijn allereerste regels: „Een diender had al onder de lantaarn naar de verlichte ruiten van De Oyevaar staan kij ken toen het rumoer zoo luid werd dat hij den weg overstak, tot over de enkels in de sneeuw. Daarbinnen werd gestommeld en ge slagen. Hij hief den stok om aan te kloppen, maar de deur ging rinkelend open en twee manspersonen werden de stoep afgeworpen, zij vielen bezijden het kelderluik, de hoeden hier en daar. Hij herkende ze en hij bukte dadelijk over den vechterbaas, die opsprong en hem te lijf wilde. Maar hij greep hem aan en trok hem mee. En toen de andere opstond en zich de kleederen afsloeg, zag hij ze nog in de wemelende vlokjes den hoek omgaan, hun stemmen klonken gedempt en anders was het stil". Van Schendel geef! hier in veertien regels een suggestief beeld. Bijna iedere kleinigheid in die paar zinnen draagt er toe bij dat wij er onmiddellijk middenin zijn en dadelijk den tijd aanvoelen: dat kan niet anders dan mid den 19e eeuw en in een groote stad zijn. Dat is inderdaad het geval. Hij die zich de kleeren afslaat is Engelbertus Kompaan als rijk en veel kroegjes bezoekend jongeling, die na die vechtpartij tot zich zelf inkeert en de zonderlinge weldoener van een zeer uitgebreid gemengd gezelschap worden gaat. De onbe- grijpelijkste typen schildert 'Van Schendel ons dan later daaruit, even vaag als waarschijnlijk tevens: het lijken soms schaduwbeelden, waar om alleen de contour scherp op het doek staat. Vergelijken wij dit nieuwste werk van Van Schendel met het „Hollandsch Drama" van het vorige jaar, dan lijkt het of hij nog weer meer het „verhaal" als zoodanig onderge schikt maakt aan het oproepen van geestes beelden uit een sfeer, waarin religieus gevoede karakters in conflict met de werkelijkheid ko men. Uit die werkelijkheid gezien blijft er van Engelbertus Kompaan niet veel meer over dan een sukkel, wiens onder curateele-stelling veel te laat geschiedde. Maar achter hem en rondom hem heen schiep Van Schendel een sfeer, waaruit zijn neigingen verklaarbaar worden, die velen bi zar zal schijnen en toch werkelijk is. Met zijn groot meesterschap der vertelkunst blijft hij zijn lezer ln die sfeer gevangen houden, hoe wel deze zich soms verzet tegen wat met zijn gevoel voor realiteit strijdig is. Hem zal in ieder geval de episode lief zijn waarin Engel bertus met zijn dochtertje Titia een prachtig menschelijk saam-begrijpen doorleeft, een kleine oase in den woestijn der onmensche- lijke braafheid, alleen door Van Schendel's talent aanvaardbaar gemaakt. Van de nieuwe boeken dezer maand ver melden we voorloopig een roman van onzen stadgenoot Tjebbo Franken, „Leewke de Geus" 268 pag. A'dam Blitz. Een nieuwe Henriette van Eijk, „Intieme Revue, de kleine Parade II" getiteld. A'dam Querido. Verder van Anna van Gogh Kaulbach een roman „Menschen van dezen tijd" 290 pag. A'dam J. M. Meulenhoff. Robert Nathan, De weg van eeuwen. Uit het Amerikaansch 214 pag. Santpoort Mees. W. A. Prestre, De solitaire met het ééne oor. Uit het Fransch 208 pag. Zelfde uitg. Wilhelm Moberg, Als de stad roeptRo man uit het Zweedsch. Utrecht De Haan. Jan Greshoff, Gedichten 1907—1936, 229 pag. Maastricht Stols. J. B. Priestly. Goede kameraden. Roman uit het Engelsch, 573 pag. A'dam Van Holke- ma en Warendorf. J. P. ZoomersVermeer, De villa Zonneoord. Roman. 277 pag. Zelfde uitg. Wies Defresne, Klanten. Roman. 167 pag. Amsterdam Querido. Salvador Hertog, De wilde Schuit. Roman, 262 pag. Zelfde uitgevers. J, H. DE BOLS,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 14