Films van deze week
In den kruitdamp
Onschuldige Meisjes
The King Steps Out
The golden arrow
^eis door Zuid-Afrika
LITTERAIRE
KANTTEEKENINCEN
ZATERDAG 14 NOVEMBER 1936
HAARLEM'S DAGBLAD
FILMNIEUWS
Een avonturen film
met Warner Baxter
Miriam Hopkins
Merle Oberon
Joel Mc. Crea
cinema
Luxor
Ann Loring als Juanita, in „Vogelvrij".
We hebben allemaal nog een herinnering,
aan den tijd, dat we Karl May verslonden,
met gretige oogen en gloeiende wangen. En
als we nu de kans nog eens krijgen, lezen we
„De schat in het Zilvermeer" of „De duivels-
kop in het Rotsgebergte" nog met evenveel
graagte. Dat is misschien ook de reden, dat de
filmproducers zich plotseling weer met zooveel
vuur op de Wild-West films gaan toeleggen.
Want Vogelvrij is niet de eerste film, waarin
de strijd tusschen de Mexicanen en Amerika
nen geschilderd wordt, welke zich nu reeds
bijna een eeuw geleden in Californië met de
meeste verbittering afspeelde.
Die strijd was aanlei
ding tot het ontstaan van
allerlei legenden en ver
dichtsels, en William A,
Wellman zal dan ook wel
niet veel moeite met zijn scenario gehad heb
ben. Trouwens, hij schijnt over het algemeen
niet veel moeite met deze film gehad te heb
ben. Alles gaat van een leien dakje. Revolver
schoten knallen precies op tijd, en de getrof
fenen rollen natuurgetrouw van hun paarden.
De schurken, zijn schurken in het quadraat, en
de edele figuren begaan wel eens een foutje,
maar ze blijven toch edel. Het is alleen maar
jammer, dat de bekeering van den bandieten
leider Joaquin Murietta die een historische
figuur moet zijn nog net verhinderd wordt.
En alweer door revolverschoten. Er knallen in
deze film onnoemelijk veel revolverschoten,
en in het gevecht aan het slot, wordt het een
ware symphonie van knallen.
Waarmee we niet willen zeggen, dat deze
film geen goede kwaliteiten zou bezitten. In
tegendeel, hij bezit er vele. Maar de regisseur
heeft de fout gemaakt, alles te veel aan te
dikken Hij heeft het te mooi willen maken,
en daardoor een overdaad bereikt, die maar
al te vaak stoort, en zeker aan het geheel af
breuk doet.
Joaquin Murietta en zijn jonge vrouw Ro
sita leven rustig op hun boerderij, als de goud
zoekers komen, de Americanos, die Rosita ver
moorden. en zijn land stelen. Dat eischt wraak,
en Joaquin doodt een voor een de moordenaars
van zijn vrouw. Maar door deze oude wet van
,.oog om oog en tand om tand" toe te passen,
komt hij in conflict met de wet. Hij moet
vluchten.
Een tijd lang leeft hij verborgen op de hoeve
van zijn broeder, maar weer zijn het de Ame
ricanos, die den vrede verstoren. Nu sluit hij
zich aan bij de bende van „Drievingerige
Jack", en wordt hun leider. Weldra heeft hij
een klein leger van volgelingen om zich ver
zameld, dat verborgen in een dal in de bergen
leeft, en de wijde omgeving terroriseert.
Juanita, de dochter van zijn vroegeren mees
ter, sluit zich bij hem aan, en tracht hem te
bekeeren. Hij geeft toe, maar juist als het be
sluit genomen is. naar Mexico te trekken, om
daar een rustig boerenleven te gaan leiden,
wordt het kamp door de Americanos overval
len. Een verbitterde strijd ontstaat, en slechts
Joaquin weet te ontkomen, zij het doodelijk
gewond. Stervende vlucht hij naar het graf
van Rosita.
De figuur van Joaquin wordt door Warner
Baxter goed weergegeven, terwijl de vrouwe
lijke hoofdrollen door Margo en Ann Loring
heel aardig worden gespeeld. Een opmerke
lijke creatie levert Carroll Naish, als „Drie
vingerige Jack", een ruwe, levensware bandiet.
HET „JUBEL HOLLAND" CAHIER.
Bij N. Samson te Alphen aan den Rijn is
verschenen een schoolcahier, in feestelijke
uitvoering. „Laat ook in uw school feest zijn",
voegt de uitgever aan zijn voorbericht toe
Zeker is dit een aardig denkbeeld.
„Drie menschen" is de titel, die ongeveer
correspondeert met den Engelschcn naam
(These Three» dien de film draagt, welke hier
als „Onschuldige meisjes" wordt vertoond
Drie menschen, dat zijn twee meisjes en een
man.
Martha Dobie (Miriam Hopkins) en Karen
Wright (Merle Oberon) zijn twee jonge, af
gestudeerde vrouwen. Zij hebben geen werk
en als het toeval Dr. Joseph Cardin (Joel Mc.
Crea) op haar weg brengt, besluiten zij een
school te beginnen.
De school zal ge
sticht worden in
een oud en verval
len huis, dat eens
bewoond is door de
grootmoeder van Karen, maar sinds haar
dood reeds jaren leeg staat.
Zij slagen, geholpen door Mrs. Mortar
Catharine Douchet), een vriendin van Ka
ren's grootmoeder, die de meisjes belooft,
haar kleindochtertje als leerlinge te zenden
en propaganda voor de school te maken.
Het kleindochtertje, Mary Tilford (Bonita
Granville) is een moeilijk kind. Zij wil niet
naar de school en als zij moet. besluit zij er
tot iederen prijs weer weg te komen.
Mary is een moeilijk kind. In haar schuilt
een harde en onverzettelijke geest, die voor
geen leugen terugschrikt, zij is oneerlijk en
intrigant. Van een incident weet zij op per
fide wijze gebruik te maken. Een tante van
Martha, Mrs. Milford (Alma Kruger) dringt
zich aan de meisjes op als leerares. Zij is een
twistzieke natuur en als zij eindelijk te ver
staan krijgt, dat zij maar weg moet gaan,
maakt zij luidkeels een scène. Karen en Dr.
Cardin zijn verloofd. Mrs Milford heeft be
speurd, dat Martha op Cardin verliefd is en
in de scène, die zij met haar nichtje maakt,
beschuldigt zij haar ervan, dat zij zich te
gen het huwelijk der verloofden verzet.
Een leerlinge van de school, Rosalie (Mar-
cia Mae Jones) hoort deze ruzie. Zij is een
bang meisje, dat heelemaal onder den dwang
leeft van Mary, haar kamergenoote.
Mary hoort van de ruzie tusschen Martha
en haar tante en ziet haar kans schoon. Zij
loopt weg en vertelt aan haar grootmoeder,
dat zij niet langer op de school wil blijven,
omdat er gemeene dingen gebeuren. Mrs.
Mortar vraagt haar verder, tenslotte wordt
Rosalie erbij gehaald. Rosalie is eerlijk, wil
niets vertellen, wat niet waar is. maar Mary
heeft haar in haar macht. Rosalie heeft een
armband gestolen en Mary dreigt, haar te
verraden, als Rosalie niet alles doet, wat
Mary haar zegt.
Mrs. Mortar is diep geschokt en licht alle
moeders over het geval in. De school staat
leeg. Hard vechten drie menschen tegen de
leugens, maar tevergeefs. Als Mrs. Milford
terugkomt van een Europeesche reis. hoort
zij, hoe alles is mislukt, en zij vertelt dood
leuk. dat dat natuurlijk samenhangt met die
armband, De opheldering staat voor de deur,
maar te laat. Karen en Cardin zijn van el
kaar. Het wantrouwen, de spanning hebben
Karen's liefde verwoest, zij is gaan twijfe
len. Cardin zit in Weenen, als Martha merkt
hoe de vork in de steel zit. De waarheid komt
uit en eerherstel voor de drie jonge men
schen volgt. Karen zoekt en vindt Cardin en
tusschen hen wordt alles weer goed. Maar
Martha blijft achter, verlaten, met haar
groote liefde voor Cardin.
Eigenlijk is deze film het belangrijkst om
het spel van de schoolkinderen. Bonita Gran
ville als de kleine Mary speelt haar moeilijke
rol met een bijzonder en gaaf talent. Een
dergelijke begaafdheid bij een zoo jong kind
steekt ver uit boven wat alle wonderkinderen
in Hollywood presteeren. Het is waarachtig
filmspel van de beste soort.
Regie: Joseph von Sternberg
Muziek: Fritz Kreisler
Hoofdrol: Grace Moore
Het Oostenrijksche hof van weleer blijkt
voor de filmindustrie nog altijd een zeer
dankbaar arbeidsterrein te zijn. Ditmaal is
het een Amerikaansche rolprent, die ons naar
de stemmige sfeer van het beroemde vorsten
huis terugvoert en uit den titel kan men
reeds afleiden, dat ons de noodige romantiek
niet onthouden zal worden. Een vorstelijke
verloving vormt de spil, waar het scenario
om draait. Een prinsesje uit het gemoedelijke
vorstendom Beieren is voorbestemd de vrouw
van den jongen keizer Franz Joseph te wor
den. Een hooge onderscheiding natuurlijk,
maar niettemin een onderscheiding, die het
uitverkoren meiske allerminst naar den zin is.
Want zij heeft haar
hart reeds wegge
schonken aan een
sympathieken lui-
•tenant, die de ad
judant van den keizer is. Nu heeft prinses
Helena nog eenige zusters, welgeteld zeven in
getal, en in het brein van een dier jonge
dames rijpt het plan dit huwelijk te ver
hinderen. Zij weet haar vader een Beier
van het traditioneele soort voor het idee
te winnen en hals over kop begeeft het twee
tal zich naar Heilbronn, waar de keizer zich
bevindt. Daar komt de ondernemende prinses
Elisabeth, in de wandeling Cissy genaamd,
al spoedig met den jongen vorst in aanraking
en wat men vermoed had wordt tot waarheid
Franz Joseph en Elisabeth, die zich voor
naaistertje uitgeeft, worden hopeloos ver
liefd op elkaar. De keizer moet om zijn ge
liefde op den dag van zijn verloving te kun
nen ontmoeten zelfs zijn toevlucht tot een
„slippertje" nemen en waar bovendien de
spionnen van zijn vorstelijke moeder zijn
gangen gevolgd hebben, dreigen daar allerlei
complicaties uit voort te vloeien. Gelukkig
wikkelt de geschiedenis zich op volkomen be
vredigende wijze af en blijkt, dat Cissy met
haar gedurfd initiatief een verstandigen zet
heeft gedaan.
„The king steps out" kwam onder leiding
van den begaafden regisseur Joseph von
Sternberg tot stand. Grace Moore, die een
Rembrandt
De bekoorlijke Grace Moore in „The king
steps out".
ieder zich uit „One night of love" herinnert,
speelt de vrouwelijke hoofdrol en zij heeft
van de pittige Cissy werkelijk een heel lief
figuurtje gemaakt. Natuurlijk krijgt men
herhaaldelijk de gelegenheid haar in haar
kwaliteiten als zangeres te bewonderen. De
melodieën van Kreisler komen, vertolkt door
Grace Moore's glashelder stemgeluid, wel
zeer goed tot haar recht. De rol van den
jongen keizer wordt gevuld door Franchot
Tone.
In het voorprogramma een opname van
Sophie Tucker, die haar lijflied „Some of
these dayszingt, een charmant teeken
filmpje in kleuren „De blauwe vogel" ge
naamd en het wekelijksche nieuws, waarbij
zich snaphots van de Rotterdamsche Zes-
daagsche bevinden.
Ook is ditmaal een variéténummer in het
bijprogramma opgenomen. De heer Linga
Singh, wiens optreden hier ter stede een pre
mière voor Nederland beteekent. demon
streert eenige „Oostersche mysteriën", die het
publiek met stijgende verwondering gade
slaat. Deze conférencier-illusionist verricht
dan ook allerhand geheimzinnige zaken. Hij
goochelt op verbluffende wijze met ringen en
touwen, verandert water in bier en durft het
zelfs aan een kist in brand te steken, waarin
men even te voren een dame in heeft zien
verdwijnen! Dit intermezzo valt bij het pu
bliek zeer in den smaak.
Een arme journalist
en een rijk meisje
Merle Oberon, Miriam Hopkins en Joel Mc. Crea vervullen de hoofdrollen
in „Onschuldige Meisjes.
Een arme journalist en een rijke erf
gename.... Bette Davis en George Brent in
„Dollarprinsessen.
Deze Warner Bros-film is vervaardigd door
den regisseur Alfred E. Green, dezelfde die
o.a. „Dangerous" regisseerde, de film waar
voor Bette Davis tot winnares van de Gouden
Trophee uitgereikt door de Academy of Motion
Pictures Arts and Sciences voor de beste ver
tolking in 1935, uitverkoren werd.
Dollarprinsessen
is een vlotte gees-
Twee films op Zondag
morgen Rembrandt
In Rembrandt zal Zondagmorgen een twee
tal films over Zuid-Afrika vertoond worden
met een toelichting van den heer Josselin de
Jong.
Meer dan Zuid-Afrika zich met Nederland
verbonden voelt, voelt men hier de histo
rische banden tusschen ons land en het land
der Boeren. De beide films vertellen ons over
dit land.
Een schip brengt ons in zestien dagen van
Nederland naar Zuid-Afrika. Durban is de
eerste haven en vandaar uit gaat het ruim
5000 K.M. kris kras door de Unie van Zuid-
Afrika. met zijn prachtige natuur, zijn heer
lijk sub-tropisch klimaat, zijn steden en zijn
goud- en diamantvelden.
Van Durban uit neemt ons de trein mede
door de Vallei der 1000 Heuvels naar het 2000
meter hooger gelegen „Veld". Wij bezoeken de
Howichwa ter va1 (365 voet hoog) en komen
temidden van de machtige Drakenbergen, die
zich als een hooge muur van Natal tot Noord-
Transvaal verheffen. De Drakenbergen zijn
een waar dorado voor de alpinist, doch ook hij,
die meer op zijn gemak gesteld is, kan zich
door een Basoeto-pony naar het „dak van
Afrika" laten dragen.
Wij verlaten het bergland en dalen af naar
de zijde van Transvaal: het land der oude
Voortrekkers. Hier treft ons vooral de enorme
hoofdstad van Transvaal, tevens de hoofdstad
van de Unie: Pretoria. Rijk aan moderne
bouwwerken, zooals het beroemde Uniegebouw,
rijk ook aan historische bouwwerken als de
..Raadszaal", het parlementsgebouw van de
Transvaalsche Republiek en het Paleis van
Justitie.
Na Pretoria Johannesburg en vandaar naar
het Noorden naar Rhodesia, genoemd naar
den stichter Rhodes, wiens laatste rustplaats
niet ver van Matappos, wij bezoeken.
Sinds Livingstone in 1855 den Victoria-wa-
terval ontdekte, hebben duizenden na hem
dezen waterval bewonderd, doch waar Li
vingstone eerst na een maandenlange reis,
steeds kampend met de grootste moeilijkheden
en gevaren, den Victoria-waterval bereikte, is
de reis thans erheen een genoegen. De Vic
toria-waterval in ongeveer 2V2 maal zoo breed
als de beroemde Niagara-waterval en zeker 2
maal zoo lang. In den regentijd stort het water
met zulk geweld naar beneden, dat een 100 M.
hooge nevel van fijnverdeelde waterdruppels
reeds op 50 K.M. afstand zichtbaar is. Iedere
minuut stort 450 millioen liter water omlaag.
Frans Hals
tige Amerikaansche
geschiedenis, waar
in Bette Davis de
rol speelt van de Amerikaansche dollarprinses
Daisy Appleby, die voortdurend omzwermd
wordt door tallooze aanbidders, niet zoozeer
om haar bekoorlijke persoontje dan wel om
de dollars van de firma "Appelby in huid-
crèmes"'. Om van al die lastige kwelgeesten
verlost te worden haalt ze John Jones, een
arm journalist en schrijver over, een schijn
huwelijk met haar te sluiten. John Jones,
George Brent, stemt om haar te helpen in
het huwelijk toe, maar te gelijk harnast hij
zich tegen de lieftalligheid van Daisy, omdat
hij noch van Daisy's inval, noch van haar
geld wil profiteeren. Er breekt een moeielijke
tijd aan, Daisy die werkelijk van Johnny houdt
tracht hem door allerlei listige vrouwelijk-
heidjes te winnen, maar hoe harder hij vecht,
hoe meer wint Daisy langzaam maar zeker
terrein. Ze zetten beiden een flirt met een
ander op touw, alle twee met het doel de(n)
ander jaloersch te maken.
Als aan het einde van de geschiedenis
Daisys tegenstandster haar hoogste troef tegen
Daisy denkt uit te spelen en haar zoodoende
in Johnny's oogen onmogelijk denkt te ma
ken, valt tegen haar verwachting in, juist
door die onthulling de slagboom tusschen
Johnny en Daisy weg, Johnny gooit zijn har
nas af en kan zich geven aan Daisy zooals
hij wex-kelijk voor haar voelt.
Juist door die onthulling aan het eind
krijgt de film nog een extra stootje naar
boven omdat zij daardoor nog meer inhoud
krijgt.
Het is een echt Amerikaansche geschiede
nis met geestige puntige dialoog en voortref
felijk spel, waarbij over de geheele linie veel
te waardeeren valt.
Het gebruikelijke bijprogramma verkrijgt
bijzondere waarde door dat kleine filmpje, dat
toont het vangen van een poema, een paar
kleine beertjes en een paar gevaarlijke groote
slangen.
NEDERLANDSCH PA3>VINDSTERS - GILDE.
Het bestuur van de afdeeling Haarlem van
het Ned. Padvindsters Gilde heeft een pro-
paganda-avond georganiseerd op Zaterdag 21
November in het Kennemer Lyceum. Op deze
bijeenkomst zal mejuffrouw Bungenberg de
Jong een voordracht houden, ook zullen
eenige films door prof. ir. Landberg vertoond
worden, betrekking hebbende op het werk in
het Gilde.
De kinderen zullen eveneens iets ten beste
geven.
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN
(Inlichtingen over gevonden voorwerpen aan
het bureau van politie Smedestraat, uitslui
tend tusschen 11 en 13 uur). Terug te krijgen:
Handschoenen en ceinturen: Politiebureau
Smedestraat. Autoband met velg: Verdam,
Lootsstraat 8. Bril: Steman, Prinsessekade 14.
Brief: Politiebureau Smedestraat. Honden:
Hessen, Timorstraat 197. v. d. Hoef. Duven-
voordestraat 60. Heerenhoed, v. d. Wal, Bakh.
v. d. Brinkstraat 5 Kalenders: Politiebureau
Smedestraat. Mes: Jansen. Rijksstraatweg 332
Mantel, De Jong, Hodsonstraat 36. Handpomp
Kroonsberg, Bataviastraat 29. Parapluie,
Brauckman. Wilsonsplein 21. Rij wiel plaat je,
Verzijlberg, Duncklerstraat 54. Gouden ring,
v. Doelder, Resedastraat 31, Damesschoen, Po
litiebureau Smedestraat. Autoslinger: Schou
ten, le Vooruitgangstraat 11. Damesschoenen:
v. Poeteren, Zomervaart 16 z,w. Kindertasch,
Politiebureau Smedestraat. Vulpenhouder,
Lota, Leidschestraat 48 rd. Wol (knot)Sabel,
Reigerstraat 55.
Handschoenen en ceinturen, Portemonnaie
met inhoud, Studiestukken (geldwezen). Po
litiebureau, Smedestraat: Broche, Gilliam,
Obistraat 69; Bril in étui, Ortt, K. v. Man-
derstraat 77 of 11; Duiven. Droog, Leeuwerik
straat 41: Handwarmer. Prinsen, Zomerkade
229; Armbandhorloge, Aberson, Jansstraat 68;
Halsketting, Smallegang, Zijlweg 89; Heeren
laars, Roosloot, Langen Margarethastraat 30
zw.; Lantaarn, v. d. Goes, v. d. Hulsstraat 7;
Lorgnet in étui, Lijnzaat. Lange Lakenstraat
24; Rijwielplaatje; Wennebs, Weltevreden
plein 38; Gouden ring, v. d. Mes. Laurierstraat
38; Rozenkrans, Wesseling, Voorhelmstraat
30 zw. Sigarenaansteker, Hendriks. Zomer
kade 169; Schaartje, v. d. Veen, Geweerstraat
18; Zelfbinder, Hartgers, Leidscheplein 37
rood.
DE ZWEVENDE GULDEN.
Mej. M. E. C. v. Dorp zal Woensdagavond 18
Nov. voor de afdeeling Haarlem van den
Vrijheidsbond in het gebouw de Nijverheid
in de Jansstraat spreken over den zwevenden
gulden.
LIJKEN VAN OPVARENDEN VAN DE
SCH 68 EN SCH 179.
De laatste dagen zijn op verschillende plaat
sen langs onze kust lijken aangespoeld, welke
door de nabestaanden herkend zijn als van
opvarenden van de bij IJmuiden vergane log
gers SCH 67 en SCH 179.
OUD-NOTARIS TOT DRIE JAAR
VEROORDEELD.
De oud-notaris L. uit den Bosch, die kort
geleden voor de rechtbank aldaar terecht
heeft gestaan o.a. wegens valschheid in ge
schrifte en verduistering, is thans door ge
noemde rechtbank veroordeeld tot drie jaar
gevangenisstraf met aftrek van het voor
arrest.
Arthur van Schendel, De Rijke
Man. Amsterdam J. M.
Meulenhoff.
De macht die een schrijver als Van Schen
del over den lezer krijgt, door zijn schrijftalent
alleen, is wonderlijk. Zijn nieliwste boek. „De
rijke man" is er het bewijs voor. Eigenlijk is
die rijke man. die heer Engelbertus Kompaan,
een vervelende knaap, een beetje zielig patiënt
des dagelijkschen levens, en hij wordt dat
steeds meer naarmate zijn lotgevallen zich
herhalen, tot in den treure. Telkens zal de
lezer geneigd zijn het boek te sluitenja
wel, nu weet ik het wel en het vervolg kan
ik raden. En telkens zal diezelfde lezer het
boek weer opnemen en dóórgaan met lezen
over Kompaan's in praktijk gebrachte naas
tenliefde. die hem zijn eigen bezit en een half
dozijn erfenissen doet uitdeelen onder de tal
loos velen die wel wat gebruiken kunnen en
onder wie hij te goed, te naïef en.te dom is
om onderscheid te kunnen maken. Hij heeft
een hardnekkigheid In het weldoen die ver
bijsterend ls en waar hf) bedrogen wordt,
wenscht hij met geopende oogen blind te blij
ven en ontkent het bedrog of vergoelijkt het.
Het eind is dat hij door zijn eigen kinderen
belogen en bestolen wordt, dat hij zich alles
laat ontfutselen en desondanks tot van zijn
laatsten stuiver de helft wegschenkt. Hij is
consequent tot in het waanzinnige, en zijn
passie om te geven wordt door zijn sukkel
achtigheid bijna een parodie op het Christe
lijk voorschrift der naastenliefde en het gebod
om wèl te doen.
Dat Van Schendel een dergelijke parodie
niet bedoeld heeft is klaar, maar wat hij dan
wel met zijn Engelbertus heeft voorgehad is
niet zoo gemakkelijk op te helderen. Want
deze staat in zijn neigingen en daden niet
maar zoo alleen, zijn erfooms en erftantes
hoewel een beetje voorzichtiger in het beleg
gen steunen hem telkens als de beurs leeg-
raakt en maken zich ook geen zorg over de
zekerheid die ze hebben, dat Engelbertus te
zijner tijd ook hun vermogen zal gaan uit
deelen.
Rondom den rijken man teekent Van
Schendel verscheidene groepen der door hem
begiftigden; eerlijke en oneerlijke, waarlijk
nooddruftigen en leugenaars. En die verkeeren
weer onderling samen, beschuldigen malkan
der, zijn eigenlijk weinig interessant in hun
gekonkel, en weinig effectief ln hun aanhan
kelijkheid aan Kompaan. Rustig gaat Van
Schendel maar voort en vertelt hoe zijn zwa
gers hem bedriegen, zijn zoons hem bestelen,
zijn vrienden hem, als een „rare", links laten
liggen. Ondanks de ruzies en de twisten, de
verwijten der anderen en het zelfverwijt van
Kompaan, dat hij niet genoeg geven kan,
komt in het verhaal nergens spanning of he
vigheid te pas. De lezer verneemt alles alsof
iemand in droomtoestand hem toesprak. Het
lijkt een verdroomd beeld van een tijd en van
menschen die misschien zestig, zeventig jaar
geleden mogelijk waren en thans onwezen
lijk schijnen. Maar, en hier raken wij des Pu-
dels Kern: er zit weer die eigenaardige Van
Schendelsche sfeer in, alleen door een waar
artist te scheppen, in een taal die in buiging
en klank schijnbaar onopvallend, doch in we
zen heel bijzonder is. Daardoor, en niet door
de rare bedoening in Engelbertus' omgeving,
grijpt de lezer dit boek weer op, als hij het
eerst een beetje gemelijk heeft neergelegd. Dat
is Van Schendel's macht op den lezer. Hij
boeit al met zijn allereerste regels:
„Een diender had al onder de lantaarn naar
de verlichte ruiten van De Oyevaar staan kij
ken toen het rumoer zoo luid werd dat hij
den weg overstak, tot over de enkels in de
sneeuw. Daarbinnen werd gestommeld en ge
slagen. Hij hief den stok om aan te kloppen,
maar de deur ging rinkelend open en twee
manspersonen werden de stoep afgeworpen,
zij vielen bezijden het kelderluik, de hoeden
hier en daar. Hij herkende ze en hij bukte
dadelijk over den vechterbaas, die opsprong
en hem te lijf wilde. Maar hij greep hem aan
en trok hem mee. En toen de andere opstond
en zich de kleederen afsloeg, zag hij ze nog
in de wemelende vlokjes den hoek omgaan,
hun stemmen klonken gedempt en anders was
het stil".
Van Schendel geef! hier in veertien regels
een suggestief beeld. Bijna iedere kleinigheid
in die paar zinnen draagt er toe bij dat wij
er onmiddellijk middenin zijn en dadelijk den
tijd aanvoelen: dat kan niet anders dan mid
den 19e eeuw en in een groote stad zijn.
Dat is inderdaad het geval. Hij die zich
de kleeren afslaat is Engelbertus Kompaan als
rijk en veel kroegjes bezoekend jongeling, die
na die vechtpartij tot zich zelf inkeert en de
zonderlinge weldoener van een zeer uitgebreid
gemengd gezelschap worden gaat. De onbe-
grijpelijkste typen schildert 'Van Schendel ons
dan later daaruit, even vaag als waarschijnlijk
tevens: het lijken soms schaduwbeelden, waar
om alleen de contour scherp op het doek
staat.
Vergelijken wij dit nieuwste werk van Van
Schendel met het „Hollandsch Drama" van
het vorige jaar, dan lijkt het of hij nog weer
meer het „verhaal" als zoodanig onderge
schikt maakt aan het oproepen van geestes
beelden uit een sfeer, waarin religieus gevoede
karakters in conflict met de werkelijkheid ko
men. Uit die werkelijkheid gezien blijft er
van Engelbertus Kompaan niet veel meer over
dan een sukkel, wiens onder curateele-stelling
veel te laat geschiedde.
Maar achter hem en rondom hem heen
schiep Van Schendel een sfeer, waaruit zijn
neigingen verklaarbaar worden, die velen bi
zar zal schijnen en toch werkelijk is. Met zijn
groot meesterschap der vertelkunst blijft hij
zijn lezer ln die sfeer gevangen houden, hoe
wel deze zich soms verzet tegen wat met zijn
gevoel voor realiteit strijdig is. Hem zal in
ieder geval de episode lief zijn waarin Engel
bertus met zijn dochtertje Titia een prachtig
menschelijk saam-begrijpen doorleeft, een
kleine oase in den woestijn der onmensche-
lijke braafheid, alleen door Van Schendel's
talent aanvaardbaar gemaakt.
Van de nieuwe boeken dezer maand ver
melden we voorloopig een roman van onzen
stadgenoot Tjebbo Franken, „Leewke de
Geus" 268 pag. A'dam Blitz.
Een nieuwe Henriette van Eijk, „Intieme
Revue, de kleine Parade II" getiteld. A'dam
Querido.
Verder van Anna van Gogh Kaulbach een
roman „Menschen van dezen tijd" 290 pag.
A'dam J. M. Meulenhoff.
Robert Nathan, De weg van eeuwen. Uit het
Amerikaansch 214 pag. Santpoort Mees.
W. A. Prestre, De solitaire met het ééne oor.
Uit het Fransch 208 pag. Zelfde uitg.
Wilhelm Moberg, Als de stad roeptRo
man uit het Zweedsch. Utrecht De Haan.
Jan Greshoff, Gedichten 1907—1936, 229
pag. Maastricht Stols.
J. B. Priestly. Goede kameraden. Roman uit
het Engelsch, 573 pag. A'dam Van Holke-
ma en Warendorf.
J. P. ZoomersVermeer, De villa Zonneoord.
Roman. 277 pag. Zelfde uitg.
Wies Defresne, Klanten. Roman. 167 pag.
Amsterdam Querido.
Salvador Hertog, De wilde Schuit. Roman,
262 pag. Zelfde uitgevers.
J, H. DE BOLS,