De regeering aan het woord. Ezeltje-strek-je" of de Nederlandsche Staatsleening ver overteekend ZATERDAG 14 NOVEMBER 1936 HAAELE M'S DAGBLAD 3 TWEEDE KAMER Dr. Colijn en Mr. Oud verdedigen het regeeringsbeleid. DEN HAAG Vrijdag. Onder groote aandacht nam vandaag de Minister-President dr. M. Colijn het woord om allereerst te verklaren, dat het Ka binet de kwestie der versterking van de de fensie geenszins op de kiezers wenscht af te wentelen. Maar behoorlijke voorbereiding van een regeling maakt het al zoo goed als on mogelijk om deze aangelegenheid nog voor den aanvang van den stembusstrijd in het Parle ment in behandeling te nemen. Daar komt bij, dat als de Regeering nu niet met een voorstel verschijnt, zulks praktisch geen verschil uit maakt. want in elk geval zal een en ander toch niet voor 1938 in werking kunnen treden. Bo vendien is het toch juister, waar over verster king van defensie tot nu toe met geen woord gerept is, in deze omstandigheden den kiezers gelegenheid te verschaffen zich mede over dit punt uit te spreken. Een nader denkbeeld zul len zij zich kunnen vormen aan de hand van de in de M. v. A. betreffende de Oorlogsbegroo- ting te geven uiteenzettingen. Hiermee deed de Minister dus de toezegging, dat hij dan toch binnenkort zijn inzichten zal meedeelen om trent de wijze, waarop onze weermacht z.i. versterking zal moeten ondergaan. Overigens legde hij, heel handig, aan de Kamer de ge wetensvraag voor, of zij, als daar eens in April voorstellen ter tafel zouden liggen om het jaar- lijksch contingent met 10 a 12000 man uit te breiden en den eersten oefeningstij d van 5V2 op 12 maanden te brengen, dan zelf er niet de voorkeur aan zou geven eerst het kiezersvolk te laten spreken?! Met betrekking tot de gezagshand- having verzekerde Minister Colijn met nadruk, dat de Regeering in de komen de maanden ter dege zal waken tegen orde-verstoring op vergaderinen. Doch tot een algemeen colportage-verbod is het Kabinet niet bereid. Mr. Westerman had er over geklaagd, dat „De Tribune" nog steeds niet verboden is. ..Volk en Vaderland" evenmin antwoordde de Minister, welke hieraan toevoegde, dat tus- schen die twee organen op het stuk van ge- zagseerbiediging niet veel verschil bestaat. Trouwens, Dr. Colijn gaf te verstaan er van overtuigd te zijn, dat communisten noch na- tionaal-socialisten in ons land eenige kans van slagen hebben. De persvrijheid noemde hij een zoo groot goed, dat men te dien aanzien zeer voorzichtig te werk moet gaan. Voorshands bleek de Premier voor het denk beeld om tot een wettelijke regeling van 't partijwezen over te gaan, nog niet veel te voelen. Met betrekking tot het verbod voor ambte naren om lid te zijn van bepaalde politieke organisaties, erkende de Minister dat de hui dige regeling niet bevredigend is, doch het zoeken naar een betere oplossing is nog gaande. Na de gezags-eerbiediging en -handhaving kwam het economisch beleid van het Kabinet ter tafel. Allereerst kreeg Ir. Albarda te hoo- ren, dat de uitvoer sinds 1933 een achteruit gang van f 44 millioen (van 755 op 711 mil- lioen vertoont, terwijl die daling alleen wat Duitschland betreft, 70 millioen bedraagt. M.a.w. heeft de Regeering dus kans gezien dank zij ingespannen onverdroten arbeid el ders den uitvoer nog te hebben opgevoerd, dit ondanks alle mogelijke hinderpalen en moei lijkheden voor het internationale handelsver keer. Trouwens, in dit jaar, viel reeds vóór de munt-depreciatie een vooruitgang in ver schillende opzichten waar te nemen. Ook in anderen zin valt er iets goeds van de aanpassing te zeggen. De met 't buitenland te overbruggen klove was nog maar heel klein en zoo kan de muntdepreciatie plaats vinden zonder groote schokken te veroorzaken. De leider der S D.A.P. had betoogd, dat verschil lende andere landen, b.v. België en Amerika, er veel beter aan toe zouden zijn dan ons land. Maar kan dit werkelijk gezegd van den levensstandaard der Belgische arbeiders-be volking? Zouden wij het Amerikaansche voor beeld hebben gevolgd, dan zou onze schuld 750 millioen meer bedragen. Wat zou de heer Albarda, als hij straks Kabinetsformateur ware. van zulk een „erfenis" zeggen?! Boven dien, in 't midden van dit jaar waren er in de Vereenigde Staten op de 1000 menschen 81, bij ons slechts 45 werkloozen. De Minister rekende verder nog voor, dat er heel wat uit gegeven is voor en gedaan aan uitvoering van groote werken, zonder tot een roekelooze fi- nancieele politiek over te gaan. Zeker, met behulp van ruime credieten, d.w.z. van crediet- inflatie kan men nog veel meer gelegenheid voor werk-verschaffing scheppen. Maar ten slotte leidt te ruime ere diet-verleening tot zeer bedenkelijke gevolgen. Productie-vermeerde ring is toe te juichen. Maar onder één voor waarde. En die is, dat er ook afzet te vinden moet zijn. De Staat, die werkt met het gedl van de belasting-opbrengsten, heeft de noodige voorzichtigheid bij het aanwenden dier gel den in acht te nemen. Wat de werkloosheid aangaat, daarvan zullen we voorloopig nog wel niet af zijn, o.m. tengevolge van wijzigingen in den bouw der bevolking. Zoo hebben zich tusschen 1930 en 1935 ruim 62000 menschen meest vol wassen personen meer gevestigd dan er vertrokken zijn. Daar is voorts, als factor die een deel der werkloosheid veroorzaakt, de rationalisatie, daar is de sterke bevolkings toeneming. Hadden anderen geregeerd, en evenmin een roekeloos financieel beleid ge- voei'd, dan zou het er met de werkloosheid net zoo uitzien. Waar dit Kabinet nog slechts enkele maan den levens heeft en er ook nog wel een paar maanden mee heengaan eer men 'n voor- loopigen balans van de gevolgen der munt depreciatie kan opmaken, heeft het geen zin zich thans te verdiepen in wat straks al of niet mogelijk zal zijn. In elk geval kan Mi nister Colijn zich niet uitspreken over wat op economisch gebied zou moeten en kun nen gebeuren na de verkiezingen En hoe nu het Kabinet denkt over de naaste toekomst? Sommigen dit met be trekking tot de monetaire politiek baart het zweven van den gulden nog eenige zorg. Waar 't op aankomt is of de gulden niet sterk schommelt. Welnu de gulden schom melt minder dan hij onder den gouden standaard deed. Toen bedroeg 't verschil met. den dollar meermalen 21b ct. en thans was het hoogste verschil 11/16. dus ongeveer 3/4 ct. Dat er ten opzichte van 't pond groo- tere zwenkingen plaats vinden, is 'n gevolg van 't feit, dat 't pond zelf groote zwenkin gen tegenover den dollar vertoonde. En nu de crisïspolitiek. Wij snakken naar meer vi'iilieid van 't. bedrijfsleven, maar dit neemt niet weg. dat de landbouw, die over 't. algemeen van de depreciatie meer na- dan voordeel ondervindt, niet aan zijn lot over gelaten kan worden. Wat de industrie be treft moet men ook wel bedenken, dat zonder wederkeerigheid op dit terrein, contingenten niet kunnen verdwijnen, aangezien we an ders elk onderhandelingsobject met 't bui tenland missen. Naar aanleiding van een desbetreffende vraag van Mr. Joekes, deelde Minister Colijn mee, dat in totaal in gansch het land slechts 25 processen-verbaal wegens ongeoorloofde prijsopdrijving zijn opgemaakt wat voor de wijze, waarop ons volk gereageerd heeft, pleit. Binnen een paar weken zal de aan besteding van den N.O. polder plaats hebben, waai'mee tientallen millioe- nen gemoeid zullen gaan. Dit, wat de vragen omtrent het aanpakken van openbare werken aangaat. Ook nog eenige andere werken zijn mis schien nog denkbaar. Eeix komend Kabinet kan daarvair profiteeren. Het huidige Kabinet wenscht zich natuur lijk over wat na de verkiezingen komt, niet uit te laten. Een kort woord wenscht Dr. Colijn nog over het ordenings-proble e m te zeggen dit kwam neer op 'n verwijzing naar wat hij zelf hierover in de Toelichting op het A. R. program heeft geschreven. Het tegenwoordige kabinet denkt er in het algemeen vrijwel net zoo over. Met den heer Goseling hecht de Premier, die nu nog het vraagstuk van kabinetsfor matie aanroerde, niet veel aan een stempel, dat men 'n kabinet weet op te drukken. Hoofdzaak is of vruchtbare samenwerking met de Kamer mogelijk is. Parlementaire ka binetten in den klassieken zin, die alleen nog onzent bij het Huis van Oranje berust. De Kroon regeert en de Ministei's zijn dienaren van de Kroon. De Kamer moet niet op den stoel der Regeering willen gaan zitten en an derzijds dienen de Ministers zooveel mogelijk te handelen in overeenstemming met de ge voelens der volksvertegenwoordiging. Ten tweede is voor zulk een harmonische samenwex'king tusschen Kabinet en Kamer een algemeexxe geestelijke verwantschap on ontbeerlijk en die is slechts bestaanbaar bij erkenning van het feit, aldus de Premier dat wij een Christelijke natie zijn en dat de Christelijke grondbeginselen ook voor staatkundigen ai'beid richtsnoer moeten zijn. Al te nauw moeten de grenzen echter niet getrokken worden, wil men. bij de partij-ver- splintering die er ten onzent nu eenmaal be staat niet een toestand veroorzaken, waar onder de christelijke invloed geheel zou ont breken. Daarom wil Dr. Colijn van de samen werking zelfs niet uitsluiten hen, die slechts uit traditie nog de christelijke beginselen aan hangen. M.a.w.. hier kondigde de Minister- President eigenlijk aan, dat hij wel bereid is wat verder te gaan dan een Kabinet steunend op de oude coalitie-partijen. In het slot zijner rede kon men dit bepaald beluisteren, ook, doordat hij. goed beschouwd, alleen niet mo gelijk achtte samenwerking met hen. die uit sluitend steunen op de menschelijke rede. Maar voor een kabinet als we nu hebben is hij, ook straks, zeer zeker te vinden, mits de vrijzinnigen bereid zijn in zeker opzicht zijn stelling omtrent de beteekenis van de Chris telijke leer, mede voor 't staatkundig beleid, te onderschrijven. Minister Oud vulde den verderen middag met vooral tegenover Mr. Teulings uiteen te zetten, dat hij in zijn berekeningen heusch niet te optimistisch is geweest. Een deel van zijn rede was verder gewijd aan de finan- cieele verhoudingen tusschen Rijk en Ge meente, in welk vei'band hij o.m. opmerkte, dat het onmogelijk is het Rijk te laten op draaien voor de tekorten, ontstaan door de regeling i.z. de werkloosheidsbij dragen. E. v. R. „In Holland staat een huis". Naar wij vernemen hebben de dichters mr. M. Nijhoff en Anton van Duinkerken van een comité uit de burgerij te Rotterdam, onder - r eei-e-vooi'zitterschap van den burgemeester. maar bestaanbaar zijn, waar de strijd slechts opdracht gekregen om ter gelegenheid van het tusschen twee nartnen craat. lr,,nn*n m nnc huwelijk V£m Prinses Juliana en prins Bernhard, een tsuk te schrijven waarvoor zij als titel gekozen hebben: ..In Holland staat een huis". Door bovenbedoeld comité is de Amsterdam- sche tooneelvereeniging, onder artistieke lei ding van de heeren Albert van Dalsum en A. Defresne, belast met de uitvoering van dit stuk in een gala-opvoering, die een der hoogtepunten van de feestelijkheden te Rot terdam zal zijn. tusschen twee partijen gaat, kunnen in ons land niet meer gevormd worden. Elk Ministerie, dat er in slaagt in goede harmonie zijn programma met de volksver- tegenwooi'diging tot een goed einde te bren gen is parlementair, ongeacht hoe het tot stand kwam, mits het aan een tweetal voor waarden voldoet. Over en weer, bij Kabinet en Kamer, dienen juiste opvattingen i. z. elks bevoegdheid aanwezig te zijn. Zij dienen er van uit te gaan, dat de souvereiniteit ten Benzine bijgevuld bij een brandende petroleumlamp. Brand in opslagplaats het gevolg. In een opslagplaats van de firma Mol, gele gen aan de Assen dorperstraat te Zwolle, is Vrijdagavond omstreeks kwart over zeven een felle brand uitgebroken. Deze brand is ont staan in de middelste van de vijf opslagruim ten, waarin de loodsen zijn onderverdeeld en de oorzaak ervan is waarschijnlijk gelegen iix het feit. dat de bakker O. uit Zwolle, die zijn bestel-auto juist had gestald, de tank van zijn wagen met benzine heeft willen bijvullen bij het licht van een brandende petroleumlamp. Een tapissière van den expediteur Hersevoort. gevuld met huisi-aad. waaronder een piano, ging dientengevolge in de vlammen op, even als goedei'en van den meubelhandelaar van Amelsfoort en een expeditie-auto van de Nieuwe Coöperatieve Winkelvereeniging. Toegeschoten omwonenden wisten te ver hinderen, dat ook een tapissière van den ex pediteur Schuurhuis verloren ging. De brandweer, die het vuur aan twee kanten aantastte, had den brand omstreeks half tien onder de knie. Haar krachtig optreden leidde ertoe, dat de overige opslagloodsen behouden konden blijven, al kregen de goedeien, welke hierin waren opgeslagen en die men niet bij tijds naai- buiten had kunnen brengen, veel waterschade. De drie auto's waren niet ver zekerd, evenmin als de meubelen van de firma van Amelsfoort. Hotelchef met geld er van door Gasten bestolen en tevens de kas geplunderd. Naar wij vernemen is sixxds enkele dagen een chef van een hotel in de Warmoesstraat te Amsterdam voortvluchtig. De man zou zich schuldig gemaakt hebben aan een ernstige verduistering .waarvan zijn patroon en eenige gasten van het hotel de dupe zijn geworden Daarbij zou in totaal een bedrag van eenige duizenden guldens gemoeid zijn. In hoofdzaak zou het gaan om gelden, welke de man onder zijn beheer had. O a. van een bekend buiten- landsch schrijver, die sedert enkele maanden in het hotel zijn domicilie had. Voorts zou de voortvluchtige bedragen, wel ke hij voor zijn dii'ecteur had geïnd, niet heb ben afgedragen, terwijl hij ook het kasgeld heeft meegenomen. De politie heeft een uitgebi'eid onderzoek in gesteld. Totdusver echter zonder resultaat. Men vermoedt, dat de man de wijk naar het buitenland heeft genomen. Vermoedelijk be vindt hij zich te Brussel of Parijs. Minister Oud: „Ze mogen dan minder waard zijn, maar er zijn er toch nog genoeg!" Justitie onderzoekt ver schillende zaken. In ae memorie van antwoord inzake de justitiebegrooting schrijft de minister met betrekking tot de zaak tegeix den vi'oegeren Haagschen hoofdcommissarie van Politie: deze zaak bevindt zich nog in het stadium van gerechtelijk vooronderzoek. Haar bijzon dere aai'd en de groote tijdsruimte, welke ligt tusschen de handelingen in quaestie en de tegen den oudhoofdcommissaris ingebrachte beschuldigingen, deden van den beginne af een moeilijk en langdurig onderzoek verwach ten. Bij den rechter-commissaris, die naar dezerzijds is gebleken met voortvarendheid het onderzoek leidt-, berust de beslissing om trent de sluiting van dat onderzoek. Van het resultaat daarvan zal afhangen. of vei'dere vervolging zal kunnen plaats hebben, Dat het onderzoek thans over geheel axxdere feiten zou loopen, is ten eenenmale uitgesloten. Na sporingen in het buitenland behoeven daar voor zeker geen aanwijzing te zijn. Omtrent de z.g. Haagsche zedenzaak lezen wij in de genoemde memorie: de wijze van pu blicatie van deze zoowel ernstige als ge ruchtmakende zaak heeft ook den minister zeer onaangenaam getroffen. Door berich ten. als in deze zijn verschenen, wordt de maatschappelijke positie aangerand van per sonen, tegen wie een gei'echtelijk voorondei'- zoek is ingesteld^ zonder dat ook maar op eenige wijze vaststaat of kan vaststaan, of de resultaten van dit onderzoek grond zullen op leveren voor verdere vervolging. De minister stelt zich voor zich met de pers in verbinding te stellen ten einde te overleggen wat te dezen zou kunnen woi'den gedaan om herhaling ixx de toekomst te voorkomen. Voor wat het verdere verloop van de zaak betreft, zijn slechts de volgende mededeelingen mogelijk. Politie en justitie hebben in deze zaak niet bul ten den minister om gehandeld.Toen de verden king zich namelijk uitbreidde tot een twee tal hooge ambtenaren, is hij tei'Stond per soonlijk in de zaak gekend. Door hem is, in overleg ovei'igens met zijn ambtgenoot van financiën, daarop te kennen gegeven, dat deze zaak even zoo goed als iedere andere moest worden onderzocht. Anderzijds is door of namens hem gedaan wat hem naar goed beleid mogelijk was, om lichtvaardig optre den in deze te voorkomen. Naar zijn stellige overtuiging is ook niet lichtvaardig opge treden. Een grondig onderzoek naar den overval bij Abcoude heeft niet tot resultaat kunnen hebben, dat ten aanzien van ook maar een der personen, van wie vermoed wordt, dat zij bij den overval betrokken zijn geweest, doch die zulks unaniem ontkennen, het bewijs van schuld te leveren was. Nationaal Herstel wil een defensieleening. Gedachte door generaal Snijders geopperd. In den Dierentuin te 's Gravenhage is Vrijdagavond een tweedaagsch congres van het vei'bond voor Nationaal Herstel geopend door den voorzitter, luitenant-generaal H. N. A. Swart. Deze noemde als aanleiding voor het hou den van dit congres o.m. de wenschelïjkhcid nog eens te wijzen op de groeiende ongerust heid in Nederland en in de overzeesche ge westen, dat nog steeds niet door de regee ring alles is gedaan, of aangekondigd, dat alles zal worden gedaan, opdat onze weer macht in alle opzichten in staat is bij een oorlog of conflict, in Europa of in Oost-Azië niet alleen onze neutraliteit te handhaven, maar ook met eenige kans op succes onze onafhankelijkheid te verdedigen. De eere-voorzitter, generaal C. J. Snijdei's, hield een rede over „de verdediging van het rijk". Spr. noemde het nieuw ontwaakt nationaal leven zooals dat bij treffende nationale ge beurtenissen den laatsten tijd aan den dag is getreden, een gelukkig verschijnsel. Maar vraagt spr.. hoe is het met het nationaal be wustzijn van het Nederlandsche volk te rij men, dat het een zijner eerste plichten ver zaakt: deugdelijke voorbereiding en afdoen de verzekering der verdediging van het rijk? Spr. beschuldigde de opvolgende i'egee- ringen. de Nederlandsche volksvertegenwoor diging en het Nederlandsche volk van het zich niet verzetten tegen het in gevaar bren gen van 's lands veiligheid te midden van het gewapend Europa en de steeds wassende spanning in de Pacific. Wat de marine betreft, merkte spr. op. dat het door de volksvertegenwoordiging aan vaarde plan van aanbouw 1930, hetwelk voor den uitgestrekten Indischen Archipel slechts een minimale vlootsterkte in uitzicht stelde, in 1940 zou behooren te zijn voltooid, doch nimmer volledig is uitgevoerd geworden, zoodat thans op de te verwerken gelden een achterstand van 31 millioen bestaat. Ook de landmacht in Nederl. Indië is door loopend het slachtoffer geweest van een be leid, wankelend tusschen bezuinigingsdrang eenerzijds en aan den anderen kant de onaf wijsbare eisclien der verzekex'ing van rust en orde en tot beveiliging tegen buitenlandsch gevaar. Nationaal Herstel elscht: alle Nederland sche mannen en vrouwen weerplichtig. dat wil niet zeggen: algemeene militaire dienst plicht, doch beteekent, dat iedere staatsbur ger en iedere staatsburgeres zijn of haar deel zal hebben bij te dragen tot de militaire of tot de economische weerbaarheid der natie. Het beteekent alzoo: militaire dienstplicht of burgerlijke arbeidsplicht voor alle mannen en vrouwen. En ten slotte een weerbelasting voor hen, die aan geen dezer diensten kunnen deelne men Zoo zullen alle Nederlandei's zich een gevoelen in hun offervaardigheid in den dienst des vaderlands. Zoo zal tevens een belangrijke vermindering der werkloosheid kunnen worden bereikt. In naam van het Verbond voor Nationaal Herstel richtte spr. zich met eerbied en ver trouwen tot de Nederlandsche regeering en het Nederlandsche volk. met het voorstef het Zwitsersche voorbeeld tt volgen. De regee- riiig moge op korten termijn een vrijwillige defensieleening uitschrijven ten bedrage van 200 a 250 millioen gulden, uit te geven in 2 of 3 termijnen tegen een rente van 2(4 pet 's jaars. ten dienste der verdediging te" lancï en ter zee in Nederland en Ned. Indië Spr. wees er op. dat er geen land is. dat zoo weinig aan zijn defensie per hoofd der be volking uitgeeft, als Nederland. Het is alsof in ons land alle aandacht geconcentreerd is op de binnenlandsche moeilijkheden, die niet grooter zijn dan elders, en men de buiten- landsche gevaren, die, ook met het oog op Azië. wel grooter zijn. niet wil zien. Hiertegen dient, volgens spreker, mét klem gewaarschuwd te worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 5