Het Zilveren Jubileum van De Haarlemsche Tooneelclub. HET TOONEEL. CABARET-EDWIN. ZATERDAG 14 NOVEMBER 1936 HAASÏE M'S D A G B E 'A D 5 it.fflilllllliimiiti iüiülffliiiiiSiinBBianjainiiiHHii R IJ K A A N V 1 T A MINE N ^- 7^^ Het bestuur van de H. i'. C. iu den tyd van dc opvoéring van „Zaïre". Toen ik hoorde, dat de H. T. C. dit seizoen haar zilveren jubileum ging vieren, had ik toch even moeite mij dit te realiseeren. Het is dus 25 jaar geleden, dat Nolst Trenité en ik op de voor velen bekende kamer op de Ge dempte Oude Gracht dezelfde kamer, waar Trenité nog steeds woont het plan vormden te Haarlem een nieuwe dilettantenclub op te richten. Het voorstel kwam ik herinner mij dit nog heel goed van Trenité Het was in den tijd. dat Verkade met zijn Haghespelers groot succes had met de opvoering van Engelsche Society-stukken, die van de spelers een be paalden speelstijl en vooral distinctie ver langden. Dilettanten waagden zich 25 jaar geleden nog zelden aan society-stukken maar Trenité was van meening, dat juist hier een terrein open lag voor amateurs, die op het tooneel eigenschappen zouden medebrengen, welke voor het spelen van dergelijke stukken een vereischte waren. Wij plaatsten daarom In de plaatselijke bladen een door ons onder- teekende annonce, waarin wij tooneeliefheb bers opriepen om met ons samen een nieuwe tooneelclub op te richten. Liefhebberij bleek er genoeg voor te zijn en eenige weken later was dan ook de H. T. C. opgericht. Wij begonnen te repeteeren in het gebouw van de Haarl. Roei- en Zeilvereeni- ging ,.Het Spaarne", dat toen nog aan het Noorder Spaarne stond, en reeds in Februari 1912 werd het nieuwe kindje aan den volke vertoond. Het programma van den openingsavond in den Jansschouwburg was heel bescheiden. Er gingen drie eenacters. De Open Deur. een door Charivarius bewerkt juweeltje van Su- tro, Zijn Excellentie in Spé, een lever de ri- deau uit het Fransch beide stukjes voor twee personen en Een nieuwe Leuze van Marcellus Emants in een grootere bezetting. Trenité regisseerde De Open Deur, ik zelf de twee andere stukjes en het succes van deze eerste opvoering was zoo. dat wij met ver trouwen door konden gaan. Mijn drukke werkzaamheden ik was toen behalve criticus aan dit blad ook nog luitenant van beroep beletten mij geregeld aan.de re petities deel te nemen, waarom ik besloot mij terug te trekken, waarop de leiding geheel op Trenité overging. Voor de H. T. C. en ik ver oorloof mij hier een gedeelte over te nemen van het artikel, dat ik vijf jaar geleden in ons blad schreef beteekende dat louter winst, want Trenité kon zich geheel aan zijn ver- eeniging geven en hij deed dit op een wijze zooals niemand anders dat ooit had kunnen doen. Dat de H. T. C. geworden is, wat zij is. heeft zij in de eerste plaats aan Trenité te danken. Jaren lang was hij de ziel ervan en het is wel zeker, dat de H. T. C. ook een groote vulling in zijn leven is geweest. „De club van Trenité", zoo werd zijn vereeniging in de eerste jaren terecht genoemd. Onnoemelijk veel heeft Tre nité voor zijn club gedaan, niet alleen door zijn knappe bewerkingen van vele Engelsche tooneelstukken en zijn regie van geestige pa rodieën, zooals Zaïre van J. G. L. Nolst Tre nité een broer van Charivarius en De Storm van hem zelf, waarmee de H. T. C. in de eerste jaren zoo'n groot succes ook buiten Haarlem heeft gehad, maar vooral door zijn bezielenden invloed. Man van verfijnden smaak en van ongewoon, ik mag wel zeggen on-Hol- landsch esprit, heeft hij een zeer bijzonder cachet aan zijn vereeniging gegeven en het was door zijn ijveren vooral, dat deze Haarlem sche club in die jaren bijna elk seizoen een welkome gast was te Amsterdam, Rotterdam. Den Haag, Utrecht, Arnhem, Dordrecht en Apeldoorn. Wij konden ons in die dagen geen opvoering van de H.T.C. denken zonder het „praatje vooraf" van den man aan het groene tafeltje voor het gordijn. Dat begin, zoo geheel in den stijl van Charivarius, was dikwijls het gees tigste deel van den avond, omdat het woord van den voorzitter altijd „anders dan anders" was. Aan dat groene tafeltje kregen wij Cha rivarius op zijn best. Velen zullen nog zijn geestige, ironische kritiek op onzen Stads schouwburg herinneren, een speech, die in extenso in vele bladen werd opgenomen. Dat de man aan het groene tafeltje met het be danken van Trenité tegelijk voor goed ver dween. was begrijpelijk, omdat er nu eenmaal geen tweede Charivarius bestaat. Wij hebben, toen Trenité eenige maanden jeleden zoo ernstig ziek lag, even gevreesd, dat er een zware schaduw over dit jubileum jaar van de H.T.C. zou vallen, maar dit gevaar is gelukkig geweken. Al zal zijn gezondheids toestand hem misschien niet toestaan den jubileumavond bij te wonen op 28 November wanneer o.a. het indertijd door hem met zoo veel liefde geregisseerde Zaïre zal worden op gevoerd hij componeerde er ook de muziek voor op dien avond zal de geest van Tre nité toch weer in de H.T.C. gevaren zijn en op dat feest zal men allereerst hem gedenken als den man, die de club op een zoo hoog ni veau heeft gebracht. Reeds in den tijd van Trenité werd be halve voor de opvoering van parodieën de eigenlijke tooneelleiding geheel aan deskun digen toevertrouwd en zoo hebben achtereen-» volgen de dames Mollinger en Wessels en de heeren Louis van Gasteren, Kommer Kleyn, John Gobau en het laatst Eduard Verkade de regie bij de H.T.C. gevoerd. In de eerste jaren waren het, behalve de reeds genoemde pai'o- dieën van de Trenité's. voornamelijk stukken van het Fransche en Engelsche repertoire, die werden gespeeld. Ook heeft de H.T.C. eenige stukken van Spaanschen bodem in ons land leïntroduceerd, waaronder het door den heer P. Lugt vertaalde „De Kringloop der Belangen" van Benevento wel het belangrijkste was. Nu en dan hoewel zelden gingen er ook Hollandsche stukken. Zoo heeft de H.T.C. indertijd zeer veel genoegen gehad o.a. ook op tournee van Charivarius' uitstekende tooneelbewerking van Potgieter's .Hoe het Weeuwtje uit het Hof van Holland gevrijd werd" van „De Heks van Overholland", van Balthazer Verhagen, voor welk stuk eigen décors naar ontwerpen van den zoo talent rijken helaas jonggestorven Kreunen waren gemaakt en van P. H. Schroder's „De Tragedie van den Prins" bij gelegenheid van de herdenking van Willem van Oranje in 1933. Met buitengewoon veel succes speelde de H.T.C. ook tot drie maal toe revues „De Haagsche Ooievaar" en „Weg met de Kritiek" van Herman Robbers voor het Algemeen Kunstverbond de eerste revue onder regie van Jan Musch en „De Schoonheidswed strijd" van Cornelis Veth voor de Vereeniging van Letterkunde. En vergeten wij ook niet de opvoering van Multatuli's „Aleid" en „Het| avondje bij juffrouw Pieterse" bij de Multa- tuli-herdenking in 1920 en van Vorstenschool met de door zoo velen nog altijd zeer be treurde mevrouw F. E. KremerWijt in de rol van Koningin Louise en den heer Salo- monsen als een voortreffelijke Koning George. Dat de H.T.C. nog steeds tot de beste dilettanten-tooneelclubs in Nederland gere kend mag worden en zich vooral door zijn repertoire van de meeste amateursvereeni- gingen gunstig onderscheidt heeft zij ook de aatste jaren herhaaldelijk bewezen. Ik herin ner hier slechts aan de zeer bijzondere opvoe dingen van „Twee Dasjes" van Georg Kaiser bij het 20-jarig bestaan, de reeds door mij venoemde „Tragedie van den Prins", waar- n de heeren Nijenbandring de Boer en de ■.eede zich zoo zeer onderscheidden, Hokus ':okus van Coert Goets met Roest van Lem- burg in de hoofdrol en vooral van „Een /an Ons" van Galsworthy in 1934, welke .orostelling als geheel in mijn herin nering leeft niet alleen als de beste opvoe- :ing van de H.T.C. maar ook als de meest ,-olmaakte, welke ik ooit van dilettanten :ag. De H.T.C. heeft onder haar leden vooral onder de heeren verscheidene krachten gehad, die, wanneer ze bij het beroepstoo- neel waren overgegaan, er een voortreffelijk figuur zouden hebben gemaakt. Opmerkelijk is het, dat er maar één Chris Baay deze stap heeft gedaan. Van de oud-leden is zeker Landzaat een der meest talentrijke krachten. Hij is een dilettant-tooneelspeler. van wien niemand minder dan Jan Musch heeft verklaard, dat hij onmiddellijk en met zekerheid van succes bij het beroeps- tooneel zou kunnen overgaan. Maar er zijn er meer, die een niet ongewoon talent voor het tooneel toonden. Ik denk aan Hans Dekkers, die op een voor een amateur wel uitzonderlijk knappe wijze de hoofdrol in bs ver ley speelde, aan J. de Reede, die in De Tragedie van den Prins en Eén van Ons uitmuntte, aan Mr. Nyenbandring de Boer. die herhaaldelijk o.a. in Twee Dasjes, en Graaf X en als de Prins van Oranje voor treffelijk werk heeft gedaan, aan Wijsmuller, een speler, die altijd het tooneel vult en de aandacht trekt door zijn knappe typee ringen en niet te vergeten Roest van Lim burg. een vlot speler van groote distinctie, die al meer dan 20 jaar een steunpilaar van 'de H.T.C. is en Rutgers van der Loeff. die al op de openingsvoorstelling mee speelde en nog altijd een zeer gewaardeerde kracht is. Hoeveel dilettanten-clubs zouden zooveel góede heerenkrachten kunnen aanwijzen? En van de dames hebben zich onderschei den de dames Ita Kreunen-Mees. Dora Brond- geest, M. Waller, mevrouw Enthoven. Jan sen -Vriesendorp, Van der Muelen, Serphos Heerkens Thijssen, Winkler Prins. Wijsmul- ler-Wout en nog vele anderen. En met wee moed herdenken wij in dit artikel mevrouw Kremer-Wijt, die jaren lang de ziel der H.T.C. is geweest, Op Zaterdag 28 November zal de H.T.C. haar eerste jubileumvoorstelling geven. De hoofdschotel voor dien avond vormt Zaïre, Voltaire zeer vrijelijk nagevolgd door Dr. J. G. L. Nolst Trenité. Het is met deze paro die, dat de H.T.C. vóór den oorlog ook bui ten Haarlem zoo veel succes heeft gehad. De heeren Landzaat en Roest van Limburg zullen in Zaïre hun oude rollen spelen en de regie wordt gevoerd door mevrouw Ita Kreu nen-Mees, die in de eerste voorstelling zal heeft meegewerkt. En de voorstelling zal worden geopend met Zijn Excellentie in Spé, hetzelfde stukje, dat ook op den openings avond als lever de rideau ging. Na de voor stelling volgt een „nachtfeest" in Riche te Zandvoort. Deze avond zal dus 'n stukje ge schiedenis geven van de H.T.C. zooals zij eenmaal w a s Op den tweeden avond zullen voornamelijk de nieuwe krachten aan het woord zijn, en in een modern stuk onder regie van Eduard Verkade laten zien, wat de H.T.C. tegenwoordig is. J. B. SCHUIL. Charivarius, die jaren lang de ziel van de H. T. C. is geweest. Wanneer ik het „cabaret Edwin" had ge hoord in zijn eigen milieu te Laren, waar men zooals men mij vertelde aan tafeltjes bij kaarslicht zit. zou mijn indruk misschien an ders zijn geweest dan in de groote schouw burgzaal, waarin de bezoekers als krenten in een krentenbrood verspreid zaten. Zulke „Klein Kunst" heeft haar eigen milieu noodig en een leege schouwburgzaal is dat milieu zeer zeker niet. De artisten deden hun best, maar het kostte hun moeite contact met het publiek te krijgen. Wat er reeds dadelijk aan ontbrak, dat was de conferencier, die er voor zorgt, dat zaal en tooneel één worden. Maryke van Tooren, die als cabaret-zangeres ontegenzeggelijk verdien sten heeft, is geen conferencière, al beschikt zij over de noodige vrijmoedigheid. Zij wist niet de vroolijke, prettige stemming in de zaal te tooveren, welke voor een cabaret allereerst noodig is. En wat er geboden werd, was in zijn genre nu ook niet bepaald „eerste klas". Het dansen van Madeleine Dubas was erg dilet tanterig en onbeholpen, Amsy Moïna, die heel aardig „krontjong-liedjes" zingt, moet zich niet wagen aan gewone chansons. De samen spraken van Louis van Dommelen en Carl Tobi als „Mug en Spin" behoorden meer in een revue dan in het cabaret thuis en waren bovendien nog grenzenloos flauw ook, de een- acter „De Driehoek", gespeeld door Maryke van Tooren en Louis van Dommelen, was zonder eenig espirit en voor zoo'n nieman- rlalletje veel te lang. Het stukje zou misschien :iog te redden zijn geweest door geestig spel. waaraan gisteren echter al te veel ontbrak, Maryke van Tooren heeft een goede zangstem sn zij draagt haar liedjes ook wel aardig voor, il is zij niet te vergelijken bijvoorbeeld met "line Pisuisse. En dan was er nog het hoofd an het cabaret, Edwin Gubbins Doorenbos, ie zich zelf troubadour noemt. Men kan dezen abaretier temperament niet ontzeggen. Hij zingt met volle overgave, maar hij geeft zich -oo. dat hij zich niet weet te beheerschen. Zijn plastiek is om het maar precies te zeggen -- afschuwelijk leelijk en dit bederft zeer veel. Eigenlijk heb ik maar één lied van hem vol komen kunnen waardeeren en dat was „Ma Femme est morte", van welk geestig chanson hij jammer genoeg het laatste couplet weg liet. Dat was zuiver Fransch van voor dracht. Maar in de andere chansons was zijn voordracht te weinig gecultiveerd om werkelijk indruk te maken. Het programma was voor een cabaret-avond veel te lang. Tegen half elf gingen wij pas de pauze in en omdat ik het heele gezelschap toen gehoord had, heb ik het tweede gedeelte, dat nog 8 nummers beloofde, met precies dezelfde indeeling als voor de pauze, er maar aan gegeven. Men kan ook te veel van het publiek en den criticus verlangen. J. B. SCHUIL. MUZIEK AFSCHEIDS-CONGERT CEORG SCHMIDT. Het concert, waarop de fluitist Georg Schmidt voor het laatst als lid' van het H. O. V.-orkest meewerkte is tot een glorieuze muzikale gebeurtenis geworden: niet alleen voor den 83-jarige, die op 47 dienstjaren in ons orkest terug kan zien, maar ook voor het or kest zelf en zijn leider Frits Schuurman. Alles werkte daartoe in gunstigen zin samen. De zaal was zeer vol, het orkest speelde in alle opzichten voortreffelijk en de solisten, die allen welwillend meewerkten, verhoogden den glans van het musiceeren in hooge mate. Mu- siceeren het woord is te zwak, te neutraal, te objectief om Annie Woud's geweldige, ge- passionneerde uitbeelding van Mozart's Reci tatief en Aria K. V. 505 weer te geven. Ook voor de temperamentvolle en toch door en door edele vertolking van het celloconeert van St. Saëns, die Carel van Leeuwen Boomkamp gaf is het woord „musiceeren" ontoereikend. En wat de orkestwerken betreft: daar was een mysterieuze sfeer in den aanvang der Oberon- ouverture en een entrain in het daaropvolgend Allegro, daar was een gloed en een verschei denheid van kleur in de weergave van het Meistersinger- Voorspel, een overtuigende kracht en spontaneïteit, die geen enkele ge dachte aan de middelen, waarmee dit alles bereikt werd, lieten opkomen Alleen voor de vertolking van Bach's Vioolconcert in E gr. t. paste het woord „musiceeren" wel, wanneer men het althans neemt in den zin van supe rieure kunstbeoefening. Gaaf en zuiver werd de solopartij door den vroegeren concertmees ter der H. O.V., Frans Vonk, gespeeld en, al heeft b.v. het heerlijke Adagio wel eens dieper indrukken nagelaten, men kon zijn heldere en sereene visie toch zeker ook waardeeren. Dat het Recitatief en Rondo (Aria) van Mo zart eigenlijk voor sopraan geschreven is, was voor Annie Woud geen bezwaar: haar altstem is omvangrijk genoeg om ook de hoogste in dit werk voorkomende tonen zonder eenige moeite te zingen. De obligate klavierpartij werd door Maria de Jong grootendeels wat te zwak ge speeld, zoodat zij vaak niet goed verstaanbaar was. Met dat al bleef de man, ten wiens eere en benefice dit concert gegeven werd, het grootste deel van den avond op den achtergrond, on zichtbaar voor de meeste bezoekers. Edoch, vóór het begin der pauze moest de oude ge trouwe naar voren komen en werd hij behoor lijk in 't zonnetje gezet. Dat deed eerst de voorzitter van het huldigingscomité. Mr. M. van Toulon van der Koog, die, terwijl alle aanwezigen zich van hun zetels verhieven, den scheidende toesprak, aan de vele jaren zijner werkzaamheid onder verschillende diri genten herinnerde en hem een lauwerkrans met een daaraan bevestigd geschenk in enve loppe overhandigde. Vervolgens nam de voor zitter der H. O. V., Mr. A. Beets, het woord. Deze verzocht allereerst de aanwezigen te gaan zitten, aan welk verzoek zij gaarne voldeden en hield toen een geestige causerie over het lief en leed dat Schmidt in de vele jaren zijner werkzaamheid bij ons orkest had meegemaakt. Die werkzaamheid was al begonnen vóórdat de spreker het levenslicht aanschouwde, maar uit dien tijd had Mr. Beets enkele program ma's weten te bemachtigen, waaruit bleek, dat Schmidt toen vaak bij de concerten in den Hout solistische nummers, als b.v. „Le Rossig- nol" en „Le Colibri" speelde die „op verzoek" op de programma's geplaatst waren. In al die jaren had Schimdt nooit een repetitie of con cert verzuimd. De mensch en de musicus zijn in hem te waardeeren en daarom was spr. blij dat Schmidt daar eindelijk nu eens als jubi laris stond. Maar het afhalen van dien jubi laris aan zijn woning was nog mislukt door diens groote bescheidenheid: toen spr. met een auto bij hem voorreed was de vogel al gevlo gen, d.w.z. volgens zijn gewoonte te voet naar de gemeentelijke concertzaal gegaan. Doch daar was hij nu geknipt en kon hij niet weg, voordat Mr. Beets hem een onverwelkbare krans, een gedenkpenning en een gecalligra- feerde oorkonde aangeboden had. Toen kon Schmidt nog niet weg, want na Mr Beets sprak ook Frits Schuurman den ouden man hartelijk toe. Schuurman noemde hem een voorbeeld van plichtsbetrachting en overhan digde hem een geschenk in enveloppe namens het orkest. Mr. Beets dankte namens den ge huldigde allen die tot het welslagen van dezen avond bijgedragen hadden, daaronder ook het gemeentebestuur, dat voor deze gelegenheid van het heffen van den vijfden penning had afgezien, den Heer Deinum, die de zaal be schikbaar had gesteld en de adverteerders in het programma. Daarna was er in de boven zaal gelegenheid om Schmidt te complimen teeren. Hij was daar met zijn gezin en daar is nog menig hartelijk woord gesproken. Zooals reeds gezegd is, was de zaal zeer vol. „Als dat in den loop der jaren altijd zóó ge weest was, zou dit concert niet noodig ge weest zijn, want dan hadden wij U een be hoorlijk pensioen kunnen verzekeren", merkte Mr. Beets in zijn causerie op. Men neme deze woorden ter harte. De velen onder de toe hoorders, die geen leden der H. O. V. zijn, die misschien ons orkest voor het eerst hoorden spelen, hebben nu kunnen ervaren welk een factor dit ensemble in onze muzikale cultuur vertegenwoordigt. „Een avond als deze be hoeft in kunstwaarde voor menig Bachconcert niet onder te doen" zeide mij iemand, die tot oordeelen bevoegd geacht mag worden. Ik zeg het voort! - K. DE JONG. Paul Claudel, de dichter en dramaturg. Lezing voor de Alliance Fran^aise. Monsieur C. A. Puget. advocaat en dichter, heeft gisteravond voor de leden der afd. Haarlem van de Al liance Frangaise een causerie ge houden over den dichter en tooneel- schrijver Paul Claudel. Daar de voorzitter van de Alliance, de heer J. H. Sauveur, door ziekte verhinderd was. leidde Dr. Jessurun den spreker met enkele woorden in. M. Puget bleek een diepe bewondering, ja zelfs, zooals hij zeide een groote vereering voor Claudel te koesteren. In een wereld, die gericht is op het materieele, het geld en de machine, is het werk van Claudel een schoo- ne droom. Zijn menschen zijn anders dan wij. maar toch gaan zij ons aan. Claudel is zeer verschillend beoordeeld: de een noemde hem een werkelijk, doch wonderlijk genie, de ander verklaarde zijn werk voor onleesbaar. In het oeuvre van Claudel spreekt telkens weer de herinnering aan zijn jeugd, zoo ver volgde de spreker. Die jeugd heeft hij door gebracht op het land en dit heeft tengevolge, dat zijn géést dichter bij de realiteit is ge bracht. Nooit heeft hij de gelukkige dagen van deze jeugd vergeten. Een tweede kenmerkende karaktertrek van Claudel's werken is het katholicisme. Hij is de groote katholieke dichter bij uitnemend heid. In zijn innig geloof blijft hij van alle katholieke dichters in de beste verstandhou ding met de wereld. Met de liefde, zoowel de Goddelijke als de menschelijke. is het werk van Claudel geheel en al doortrokken. Teneinde zijn betoog te verduldelijken las M. Puget enkele fragmenten uit Claudel's tooneelwerk voor en hij deed dat met zulk een vuur en bezieling, dat het auditorium hem met een spontaan applausje onderbrak. Spreker constateerde vervolgens dat in geen enkel stuk van Claudel de humor ont breekt. Maar vóór alles is zijn geheele werk lyrisch Claudel schreef in een volkomen, na tuurlijk metrum, aangepast aan het karak ter van de sprekende personen Concludeerend stelde spr. vast. dat de Fransihe literatuui weinig schooncre blad zijden kent dan het werk van Paul Claudel. Degcen, die zich te eeniger tijd eenzaam voelt, beangstigd door het leven ellendig en terneergedrukt, dis grijpe naar de boeken van Claudel. Hij za zich spoedig "erlicht ge voelen. en geestelijk gegroeid. Dr. Jessuiun dankte, ongetwijfeld namens alle aanwezigen, den spreke'1 voor zijn inte ressante en vooral met zoovpei vuur en liefde uitgesproken rede. HUURT UW PRIMO voor 60 cent per week. ALLE REPARATIES VRIJ. ALLE ONDERHOUD VRIJ. ALLE SLIJTAGE VRIJ. Geen waarborgsom. De STOFZUIGER CENTR. HAGEMAN GED. OUDE GRACHT 52 Telef. 12762 (Adv. Ingez. Med.) CHRIST. GEMENGD KOOR „HAARLEM". Het Christelijk gemengd koor Haarlem, dirigent de heer E. v. Zoest. is voornemens Maandag 23 Nov. een kienavond te hou den in het Blauwe Kruis, Oude Groenmarkt voor leden, donateurs en belangstellenden. Maandag 18 Januari 1937 herdenkt het koor het 10-jarig bestaan met het geven van een concert in de Kloppersingelkerk met me dewerking van de heeren Jo en Arnold Juda (viool en piano) als solisten. Maandag 1 Maart zal het koor een revue opvoeren van hetgeen in dc afgeloopen 10 jaar is gepasseerd in de St.-Bavo, Smede- straat. NEDERLANDSCHE HANDELSREIZIGERS VEREENIGING „HERMES". Deze vereeniging hield Donderdagavond in café-restaurant 't Bolwerk een algemeene le denvergadering, waarvoor de belangstelling zeer groot was. De voorzitter, de heer A. N. Zonneveld, ver welkomde de leden, sprak zijn vreugde uit over de aanneming van het wetsvoorstel in zake de rechtspositie van de handelsreizigers en agenten door de Eerste Kamer cn felici teerde vereeniging. die met de zuster- vereenigingen zooveel had bijgedragen voor het tot stand komen van de wettelijke be scherming der handelsreizigers, met het be haalde succes. De heer A. Slarkenbuig bracht rapport uit van de gehouden vergadering van de alge meen propaganda-commissie, ontvouwde de groote propaganda-plannen die dezen winter in Haarlem en omstreken uitgevoerd zullen worden Het St.-Nicolaasfeest voor de kinderen der leden zal dit jaar plaats vinden in het ge bouw „Zang en Vriendschap" en wel op Za terdag 12 December. Op Donderdag 26 November zal in de groote bovenzaal van café-restaurant ,,'t Bol werk" een propagandalezing worden gehou den met het onderwerp: „De organisatie door alle tijden", waarvoor 350 ongeorganiseerde handelsreizigers te Haarlem, woonachtig, uitgenoodigd zullen worden. In verband met het verschijnen en te werk stellen van twee nieuwe wetten over koop en verkoop en colportage, zal den mi nister een nadere omschrijving verzocht worden van de aanduiding „colporteurs". De nieuwe bepalingen voor huurtoeslag voor de werkloozen werden nader toegelicht door den heer P. J. C. Dijken. Met een opwekking de as. propagandaver- gadering bij te wonen, werd deze zeer geani meerde vergadering door den voorzitter ge sloten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 9