eenIzonde huid
DINGERS
HEERENKLEEDING
Nieuwe Uitgaven
Lectuur voor de jeugd.
Kinderboeken.
Week-Reclame
fesCNH/S
DAGMEISJE
KENNEMER PENSION-
HOUDERSBOND
Ómdat dit de Bond is
£n ttu
juittiqe cadeaivx
Qrst
Ze/i ructnle ruild*
oóSZ op CÜL -ruaajn
cZuhLteMoke. (hxiJAam
JtatHfi heeft „hkuh $aed"...
„het mooiste goed"
Barteljorisstr.18 Tel.10626
WOENSDAG 23 NOVEMBER 1936
HAARDE M'S DAGBDAD
13
Tuberculose bij vogels.
Een gevaar voor menschen?
In het orgaan van de Haarlemsche vereeni-
ging tot bestrijding der tuberculose schrijft
dr. S. J. van Slooten, directeur van het Con
sultatiebureau, het volgende:
De laatste maanden is velerlei aandacht
gewijd aan het voorkomen van tuberculose bij
het vee, speciaal bij het rund en aan de ge
volgen, die hieraan voor den mensch zijn ver
bonden.
De aandacht is daarbij speciaal gevestigd
op het voorkomen van rundertuberkelbacillen
in de melk en in het vleesch en voorts op de
maatregelen, die genomen dienden te worden
om het gevaar voor den mensch te bezweren.
Behalve bij zoogdieren, is de tuberculose een
ziekte, die ook voorkomt onder de vogels en
wel speciaal onder die vogels, die in de buurt
van menschen of van runderen leven, zoowel
in vrijheid als in gevangenschap. Nergens ter
wereld toch is tuberculose aangetoond bij wil
de vogelsoorten.
Zooals de tuberculose bij den mensch
meestal wordt veroorzaakt door een
bepaald type van tuberkelbacil en
bij het rund door een ander type, zoo
wordt de ziekte bij de vogels door
weer een ander type veroorzaakt, doch
het zijn slechts geringe verschillen en
de verwekker, van welk type hij ook
zij, blijft een tuberkelbacil.
Allerlei vogels kunnen door de ziekte wor
den aangetast, maar het menigvuldigst wordt
zij gevonden bij hoenders, duiven en fazanten,
ook wel bij kanaries ën parkieten.
In tegenstelling tot den mensch, bij wien
de tuberculose meestal zetelt in de longen,
komt bij de vogels voornamelijk een tubercu
lose voor der buikorganen. De dieren gaan lij
den aan diarrhee en in hun uitwerpselen zijn
de tuberkelbacillen rijkelijk aanwezig. Deze
vormen dus de besmettingsbron voor andere
vogels en zoo is de tuberculose bij vogels
meestal van alimentairen oorsprong. In som
mige gevallen echter is gebleken, dat de be
smetting erfelijk was door middel van een
besmet ei.
Evenals nu een vogel tuberculose kan krij
gen door besmetting van den mensch of van
een ander zoogdier, zoo heeft men bij ver
schillende zoogdieren gevallen van tubercu
lose kunnen aantoonen, die door van vogels
afkomstige tuberkelbacillen waren veroor
zaakt. Men heeft dit gevonden bij muizen,
ratten, konijnen en varkens, evenals bij apen,
paarden en runderen.
Het is bovendien zeker, dat onder bepaalde,
overigens vrij zeldzame omstandigheden, de
tuberculose der vogels kan' overgaan op den
mensch. Door Löwenstein is dit o.a. aange
toond bij een kind lijdende aan niertubercu-
lose en in een geval van huidtuberculose. Dit
is een feit van groot belang.
Bij de bestrijding der tuberculose
zal niet alleen aandacht geschonken
moeten worden aan besmetting, af
komstig van den mensch of van het
vee, maar ook van vogels.
De tuberculose der hoenders, die in
ons land vrij frequent is, levert voor
den mensch geen groot gevaar op voor
zoover het de levende dieren betreft.
Doch anders wordt dit, indien wij het
van deze dieren afkomstige vleesch
beschouwen en de van haar afkomsti
ge producten (eieren).
Aan te bevelen is dus een deugdelijke toe
passing, op grond van de vleeschkeuringswet,
van die maatregelen, welke het gevaar van
tuberculeus vleesch verminderen, terwijl die
wet ook van toepassing verklaard dient te
worden op vogels.
Uit een artikel in het Tijdschrift voor Dier
geneeskunde blijkt, dat ongeveer 8—24 pro
cent der kippen, 3 procent der duiven en 1
procent der eenden- tuberculeus is. Hieruit
concludeert men, dat 3—7 procent der han
delseieren met vogeltuberkelbacillen besmet
zou zijn.
Vooral zij, die krachtens hun beroep in in
nig contact komen met kippen, staan aan
ernstige besmetting bloot en als men dan be
denkt, dat in sommige streken van ons land
70—75 procent der boerderijen is besmet, ligt
het voor de hand, dat besmetting van den
mensch veel meer moet voorkomen dan ver
moed wordt.
Daar bovendien zelfs in zacht gekookte
eieren levende tuberkelbacillen zijn aange
toond, dient aan dezen besmettingsweg te
worden gedacht. Ook Löwenstein heeft in het
hierboven vermelde geval gedacht aan een
besmetting tengevolge van het gebruik van
eieren, die rauw of nauwelijks gekookt gegeten
waren.
Al neemt de tuberculose der vogels als be
smettingsbron voor den mensch een plaats in
die, vergeleken bij de besmettingsgevaren wel
ke dreigen van den aan tuberculose lijdenden
mensch en het tuberculeuse rund, zeer in het
niet verzinkt, zoo moet toch aan de mogelijk
heid gedacht worden. Deze mogelijkheid is al
belangrijk genoeg om tot nieuwe onderzoe
kingen op dit gebied aan te sporen.
Tot zoover dit artikel.
Wij hadden een kort onderhoud met dr.
Van Slooten waarin wij hem eenige practische
vragen stelden. Allereerst vroegen wij wat
het gebruik van eieren betreft: „Uw artikel
wekt den indruk, dat het gewenscht is voor
zichtigheid te betrachten bij het gebruik
van eieren. Hoe lang zou een ei moeten ko
ken om zekerheid te krijgen dat er geen ge
vaar voor besmetting meer bestaat?"
Dr. Van Slooten antwoordde::
Het is niet mijn bedoeling geweest
eenige angst te verwekken over het
eten van eieren. Het besmettingsge
vaar door middel van eieren is zóó
klem, dat zonder eenig bezwaar eieren
gegeten kunnen worden. Zoo'n heel
klein risico mogen wij heusch wel
nemen omdat wij anders een zeer goed
voedings- en versterkingsmiddel zou
den verliezen. Wat de eieren betreft,
heb ik de quaestie meer theoretisch
willen stellen, want ik acht het vrijwel
uitgesloten dat iemand tuberculose
zou krijgen door het eten van een
enkel besmet ei.
Het is uitgesloten een ei zóo lang te kun
nen koken dat eventueel t.b.c.-bacillen ge
dood worden. Men zou dan het ei minstens 10
minuten moeten laten koken en dan is het
als voedsel vrijwel onbruikbaar.
Natuurlijk zou het heel goed zijn als alleen
eieren verkocht werden van t.b.c.-vrije kippen
maar die eisch is niet practisch uitvoerbaar.
Anders is het risico evenwel wat
het vleesch van geslachte hoenders
betreft. Daarbij kan inderdaad be
smettingsgevaar aanwezig zijn, zoodat
er alles voor te zeggen zou zijn de
zelfde voorzorgen te treffen voor het
in consumtie brengen van vleesch
van geslachte hoenders als nu reeds
bestaan voor het slachten van tu
berculose runderen.
„Wir War", door Lydia Hamstra-
Baarschers; geïll. door G. D. Hoo-
gendoorn. Uitg. H. Meulenhoff,
Amsterdam.
Wir-War is een beetje vreemde titel voor
een boek. Maar na lezing van het verhaal
blijkt die te slaan op de verwarringen welke
ontstaan door een persoonsverwisseling. Deze
vondst van de schrijfster, een jongen die zich
onder twee namen uitgeeft, brengt afwisseling
en spanning. En toch had het verhaal niet
ranger moeten zijn, omdat het dan desondanks
te eentonig was geworden; nu, in de beper
king van zijn 192 bladzijden, is het een aan
trekkelijk boek voor de meisjes van 1417
jaar. De jonge baron van Zuylen geeft zich,
om zijn hooge afkomst te verbergen, tegen
over twee meisjes met wie hij en zijn vriend
Dick de vacantie doorbrengen, uit voor den
boschwachterszoon Frits van Dam. Frits en
Lous vatten grootte vriendschap voor elkaar
op. Maar ongelukkigerwijs pleegt de echte
Frits van Dam een diefstal en een oom be
weegt Lous ertoe van verdere omgang met
Frits af te zien. Zoo dreigt de grap van baron
Frits van Zuylen een ongelukkig einde te ne
men. De oom echter, die eerst roet in het eten
gestrooid had, brengt tenslotte klaarheid in
het gewirwar, zoodat het verhaal toch nog
een gelukkig einde krijgt.
Wat maakt u van uw leven?
Naar aanleiding van een reeks lezingen,
die hij voor de radio heeft gehouden, heeft
Dr. Th. van Schelven, zenuwarts te
's-Gravenhage, den inhoud van die lezingen
in boekvorm uitgegeven. Deze „elementen
van een psychologische levensbeschouwing"
zijn onder den titel „Wat maakt u van uw le
ven?" bij de N.V. Uitg. Mij. Kosmos te Am
sterdam verschenen.
Dit boek wil de antwoorden verzamelen, die
de psychologische wetenschap geeft op de vra
gen, die zich voordoen in het praktische le
ven, zoo zegt de schrijver in zijn voorwoord.
'„Het tracht daarbij alle vaagheid te vermij
den en alle onverstaanbare vaktaal terzijde te
laten".
Wij gelooven, dat Dr. van Schelven in dit
streven ten volle is geslaagd. Op zeer be
grijpelijke wijze behandelt hij de vele psy
chologische problemen, die in het leven tel
kens weer voorkomen. Hij geeft hierbij als
medicus en psycholoog tal van goede wen
ken voor de opvoeding van zichzelf en ande
ren.
Een boek, begeerenswaardig voor wie de ra
diolezingen van Dr. van Schelven heeft ge
volgd, nuttig en leerrijk voor ieder ernstig
mensch.
Reidansen, derde bundel. Voor Nederland
bewerkt door M. van Crevel. Uitgave W. L. J.
Brusse, N.V., Rotterdam 1936.
Het doel van deze uitgave is: de verbreiding
van de Engelsche reidansen in ons land te
bevorderen en te vergemakkelijken. Het frisch
uitgevoerde boekje bevat een vijftiental van
deze dansen met de muziek en aanwijzingen
voor de -uitvoering. Bij de toenemende belang
stelling voor het volksdansen, zal dit boekje
ongetwijfeld in een behoefte voorzien.
Vergelijkend literatuur-overzicht
Bij de firma Naeff te 's-Gravenhage is ver
schenen een Tabellarisch Overzicht van de
Vier Literaturen, samengesteld door de hee-
ren A. J. Schneiders en P. H. Greiner, resp.
leeraar aan het R.K. Lyceum en de 1ste H. B.
S. B met 5-jar. cursus te Haarlem.
De bedoeling van dit overzicht is, de ver
binding tusschen de Fransche, Duitsche, Engel
sche en Nederlandsche literaturen aan te ge
ven. Reeds lang Is bij het literatuuronderwijs
aangedrongen op de z.g. vergelijkende metho
de. De samenstellers hebben met dit overzicht
een begin gemaakt met het in practijk brengen
van dit streven. Vooral achten zij de tabel
bruikbaar als oriëntatie- en repetitiemiddel
bij het literatuuronderwijs.
Met groote zorg en buitengewoon overzich
telijk zijn de data en de voornaamste voort
brengselen der letterkunde chronologisch ge
rangschikt en is het onderlinge verbanc! aan-
gegeven.Het overzicht loopt van de vroege mid
deleeuwen tot den modernsten tijd. De jong
ste producten der letterkunde zijn er nog in
opgenomen. De uitvoering van de tabel is zeer
duidelijk en fraai.
Wij twijfelen er niet aan, of het werkje, dat
in een behoefte voorziet, zal zijn weg bij het
literatuuronderwijs weten te vinden en daar
nuttige diensten bewijzen.
„Radio-techniek", door J. Roorda.
De uitgeversmaatschappij „Kosmos" te Am
sterdam heeft een nieuw werk op het gebied
der radio-techniek uitgegeven. Het is „Radio
techniek. handboek voor de studie van radio-
zend- en ontvangtechniek", door ing. J.
Roorda Jr., Het is een zeer verzorgd werk
met ruim 200 teekeningen, die de tekst toe
lichten.
Het boek is, naar de inleiding opmerkt, in
de eerste plaats bestemd voor de lezers die
zich vertrouwd wenschen te maken met de we
tenschappelijke grondslagen van de radio
techniek. Bij den lezer wordt een zekere graad
van ontwikkeling verondersteld en wel be
kendheid met electrotechniek, in het bijzon
der de wisselstroomtechniek en met de lagere
wiskunde.
Uit den inhoud noemen wij de hoofdstuk
ken: electromagnetische straling, het opwek
ken van electrisehe trillingen, de eigen
schappen van gesloten trillingskringen, ge
koppelde kringen, theorie der radiolampen, de
radiolamp als versterker, laagfrequent-ver-
sterkers, hoogfrequent-versterkers, de radio
lamp als trillingsgenerator. gemoduleerde
hoogfrequenttrillmgen, detectie van hoogfre
quente trillingen etc.
Zevende album van de Zuiderzeewerken.
Bij de N.V. Handelsdrukkerij Holdert en Co.
te Amsterdam is verschenen het zevende al
bum over de afsluiting en gedeeltelijke droog
making van de Zuiderzee. Het laatste, zesde,
van deze serie albums, die zooals men weet
samengesteld is met medewerking van het
departement van watersbaat, de directie van
de Zuiderzeewerken en de voorloopige directie
van de Wieringermeer, is in September 1934
verschenen. In 1935 gaf de stand van de wer
ken geen aanleiding tot de uitgave van een
album, zoodat gewacht is tot dit najaar om
het zevende deel te doen verschijnen.
Dit zevende album kan beschouwd worden
als een afsluiting van de periode, waarin de
bouw van den afsluitdijk tot stand kwam en
ons land verrijkt werd met een nieuw gebied,
de Wieringermeer.
Een nieuwe periode in de geschiedenis van
de drooglegging ran de Zuiderzee is begonnen
door den aanvang van den arbeid tot inpol
dering van den Noordoostelijken polder. In
een volgend album zal hiervan nader melding
gemaakt worden.
Evenals al zijn voorgangers ziet dit album
er weer keurig verzorgd uit en bevat een schat
van interessante gegevens en instructieve
foto's. Voor degenen, die belang stellen in dat
enorme werk en wie in Nederland en vei-;
daarbuiten doet dat niet? zal dit zevende
album een waardevol bezit zijn. J
Korte Nederlandsche Spraakkunst met
oefeningen, door Dr. P. Koster en Dr. F. G.
Schuringa. Uitgave W. Versluys, N.V., Am
sterdam 1936.
Verschenen is de zevende druk van dit leer
boek, dat bestemd is voor het onderwijs op
Gymnasia en Middelbare scholen. Het bevat
de hoofdzaken van de Nederlandsche spraak
kunst, terwijl de oefeningen, welke voor een
deel aan de litteratuiu- zijn ontleend, voor een
prettige afwisseling tusschen de uiteraard wat
droge theorie zorgen.
„Van Boer Dikneus, de Blin
kende Guldentjes en een Grote
Kaas", en „De Avonturen van
Swiebertje"
heeten de twee boeken van J H. Uit den Boo
gaard, verschenen bij Gebr. Kluitman, Alk
maar. Zij zien er vroolijk uit met hun blau
we letters en de aardige plaatjes van Hans
Borrebach.
Het eerste verhaalt de geschiedenis van
een boer die zijn koe verkocht h^ft en het
geld in een kaas bergt. Zijn vro' Itverkoopt
de kaas; de boer holt langs alle pfcen, tot
dat hij eindelijk zijn kaas met cu blinkende
guldentjes vindt in de keuken bij den bur
gemeester.
Swiebertje, de landlooper, beleeft wel een
heel vreemd avontuur. Hij neemt voor een
paar dagen de plaats in van den dorpsbur
gemeester, terwijl deze laatste als zwerver
zijn brood bij den bakker moet wegnemen en
in hooibergen slaapt.
„Koen Borgers" door H. E. Kuyl-
man; illustraties van G. D. Hoo-
gendoorn; uitg. H. Meulenhoff,
Amsterdam.
Dat ook het type der kinderboeken zich
aanpast aan den tijd waarin ze geschreven
zijn lijdt geen twijfel. En dan is het boek van
Kuylman er een van een ouder type dan de
meeste andere nieuwe verhalen voor de jeugd.
Er is een goede en een slechte jongen. De
laatste voert overal kattekwaad uit en laffe
streken, waarvan hij dan liefst den goeden
jongen, Koen Borger, de schuld geeft. Des
ondanks helpt deze den boosaardigen Jan
Wouters wanneer die in gevaar verkeert; en
dat gebeurt meer dan eens. Tusschen de fa
milies van de jongens bestaat een dergelijke
verhouding. Tenslotte komt Jan tot inkeer
en hij is erg blij als hij iets van zijn schuld
kan boeten door Koen het leven te redden.
De vijandschap verkeert in vriendschap en
alles loopt nog gunstig af. Ondanks de iet
wat ouderwetsche trant zal dit verhaal met
zijn stroopers, boschwachters, baronnen en
het leven in de bosschen toch wel aantrek
kelijk zijn voor jongens van 1114 jaar.
„De Gouden Draad", door Hélène
Laman de Vries; platen van Rie
Reinderhoff; uitg. v. Holkema
Warendorf N.V., Amsterdam.
Dit is weer een boek uit de bekende Tip-
Top serie, een verhaal voor oudere meisjes.
Het thema van dergelijke boeken is langza
merhand wel bekend. Een meisje van een jaar
of achttien moet den weg leeren vinden in
haar eigen leven, in haar omgang met vrien
dinnen en vooral met vrienden. Allemaal tob
ben en zoeken ze een tijdlang, totdat ze den
éénen waren vriend gevonden hebben die hun
verloofde en later hun echtgenoot zal worden.
En zoo is. het in dit goed geschreven boek
ook weer met Emy Noorduyn, die opgroeit in
een allerliefst gezin van vader, moeder en
zes kinderen, een gezin waar alles altijd kan
en waar iedereen welkom is. Uit de gezellige
troep vrienden en vriendinnen komen eenige
verloofde paartjes te voorschijn; en op de
laatste bladzijde voegt zich daarbij ook Emy,
die na lang aarzelen en zoeken tenslotte voelt,
dat zij haar liefde, die geen medelijden is
bestemd heeft voor den manken Joost.
Bij denzelfden uitgever, eveneens in de Tip
Topserie, zijn verschenen de tweede drukken
van:
„Kampeeridyllen", door J. v. Dorp;
„De Zoon van den Berenleider", door G.
Holle;
„Het drijvende Wot", door J. A, Slempkes;
„Bob en Ina", door Nanda en „Onder de
Duinkerkers", door G. C. Hoogewerf, alle ge
ïllustreerd door Rie Reinderhoff.
Zondagschoolboekjes
Nu het zoo langzamerhand alweer naar den
Kersttijd begint te loopen, verschijnen ook
weer de Kerst- en Zondagsschoolverhalen. Bij
v. Gorcum en Comp. N.V. te Assen zijn uit
gegeven: De kleine Mozes, door Mary Ent-
wistle, vertaling van V. Witte Eechout, platen
van Roberta F. C. Wandby, en De Bondsdag,
door Mien Labberton, met platen van Willy
Smit.
Het eerste boekje is voor kinderen van 3
tot 6 jaar. Het verhaalt de geschiedenis van
den kleinen Mozes in het biezen kistje; op
iedere bladzijde is een gekleurd plaatje en
daarnaast een korte, kinderlijke tekst.
De Bondsdag is een verhaal van kinderle
ven uit de Zwitsersche bergen, van het ont
steken der vuren door de kinderen op 1 Augus
tus. De winnaar van den wedstrijd Is een toon
beeld van eerlijkheid; hij draagt het gewon
nen horloge aan een anderen jongen over,
omdat hij niet geheel alleen zijn houtstapel
bijeengesprokkeld heeft.
Libellen-serie
In deze bekende serie van kleine, goedkoope
boekjes verscheen van de hand van mevr. M.
Barendrecht—HoenDe Toovertuïn der Alpen.
Het is een beschrijving van het leven der
planten in de bergen, bezien met het oog van
bioloog en natuurliefhebber. Het boekje is
verlucht met eenige teekeningetjes en talrij
ke fraaie foto's.
Dr. P. J. Waardenburg, privaat-docent in
medische erfelijkheidsleer aan de Rijksuniver
siteit te Utrecht, deed een boekje verschijnen
getiteld: De Erfelijkheid bij den Mensch. Het
is uiteraard populair geschreven en het be
handelt o.a. erfelijken aanleg, invloed van het
milieu, wetten van Mendel. Een groot gedeelte
van het boekje is verder gewijd aan de stu
die der tweelingen in verband met lichamelij
ke en geestelijke eigenschappen. Beide werk
jes zijn uitgegeven bij Bosch en Keuning te
Baarn.
100 recepten van verschillende saladen,
koude voorgerechten en andere koude scho
tels is de titel van een geïllustreerd recepten
boekje van G. van den Bosch, verschenen bij
Van Holkema en Warendorf N.V. te Amster
dam.
J. H, A, Kroon en J. G. Th. van Nes schre-
van een werkje: Prepareeren; eenvoudige
methode voor het prepareren van allerlei die
ren en planten. Het behandelt het lossnijden,
conserveeren en opzetten der huiden van
zoogdieren en vogels, het opzetten van insec
ten, uitblazen van eieren, drogen van planten
en aanleggen van herbarium. Deze zeer be
knopte handleiding voor beginnende, serieu
ze verzamelaars is een uitgave van W. J.
Thieme en Cie., Zutphen.
Graphologie toegepast op Kinderschrift, door
M. Israël. Voor den leek klinkt deze titel wel
wel onaannemelijk. Is graphologie werkelijk
toe te passen op het moeizame schrift van
kleine kinderen? De schrijver meent van wel.
Technische factoren spelen hierbij natuurlijk
een nog veel grootere rol dan bij het schrift
van volwassenen, maar toch schijnen sommi
gen eigenschappen zich wel degelijk in het
schrift der kleinen te manifesteeren. W. J.
Thieme en Cie. te Zutphen zijn de uitgevers
van dit boek.
t.m. 28 November
Stoomen 20%
Verven kos,ting
DUS DEZE WEEK TARIEF A
Volledig chemisch reinigen
Heerencostuums 2.00
Demi-saisons1.80
Winterjassen. 2.20
Telefoon
Oudste zoon
„glad vergeten
.kom niet eten".
Pa, ervaren
(grijze haren),
neemt een slok,
kijkt op klok:
„Jammer zeg
werkelijk pech.
Wèg plezier
EXTRA HIER.
Watdus toch?
Goed zoo jog!"
In z'n sas,
Haalt zoon's glas
Na een kwartier
Echt plezier
„Proost Papa
Mmm, da's EXTRA!"
ZWEEDSCH
Conv. en Handelscorr.
Opl. praktijkexamens
C. DENIJS (dipl. Upsala)
Kleverparkweg 80 Telef. 1610'
gevr. van 83 uur. Persoonlijk
aanm. Molenlaan 9, Heemstede,
tusschen half 7 en half S.
Waar zoek ik Kamers
met Pension?
Natuurlijk bij den
KONINKLIJK GOEDGEKEURDEN
Alléén Kruisweg 4, tel. 10750
voor goede en beschaafde adressen
AMSTERDAM
Nieuwendijk 225-229
niet anders dan./,.'.
Daarom stellen „schoon
heidsmiddelen" U zoo vaak
teleur. „Zwitsal" -de zalf
met onbegrijpelijke genees
kracht- beschermt en ver-
fraaitUw huiden Uwgelaats*
tint. Probeert het nog heden.
TUBE A 25c
DOOZEN a 30 - 60c
Fl. 3.25 p. Ltr. (incl. Kruikfl.)
f Ringers' melkchoco
lade, witchoc én pure
chocolade in een
aantrekkelijke vorm.
25:centS per ons.
Z WITS AL-POEDER 40»
irnmi
Alleenverkoop voor
Haarlem en Omstreken'
Baccarat kristal
Wedgwood aardewerk
Delftsch porcelein
Kamphof tin
Leerdam glas
Goudsch plateel
Rosenthal porceleir
Maastrichtsch krista
Roestvrije messen
Gerozilver en Zilm.
Electrisehe Lampen
Serveer boys
In 1867 reeds, zeidemeninHaarlem-
Toen was het de oude brave
„St. Nicolaaslafel" die dat mooie
goed toonde.Thans - na 69 jaar- kan
men zeggen, LAMP heeft - in tal
van afdeelingenenzalengeëtaleerd
LAMP noodigt U beleefd uit U
daarvan te overtuigen.