eenIzonde huid DINGERS HEERENKLEEDING Nieuwe Uitgaven Lectuur voor de jeugd. Kinderboeken. Week-Reclame fesCNH/S DAGMEISJE KENNEMER PENSION- HOUDERSBOND Ómdat dit de Bond is £n ttu juittiqe cadeaivx Qrst Ze/i ructnle ruild* oóSZ op CÜL -ruaajn cZuhLteMoke. (hxiJAam JtatHfi heeft „hkuh $aed"... „het mooiste goed" Barteljorisstr.18 Tel.10626 WOENSDAG 23 NOVEMBER 1936 HAARDE M'S DAGBDAD 13 Tuberculose bij vogels. Een gevaar voor menschen? In het orgaan van de Haarlemsche vereeni- ging tot bestrijding der tuberculose schrijft dr. S. J. van Slooten, directeur van het Con sultatiebureau, het volgende: De laatste maanden is velerlei aandacht gewijd aan het voorkomen van tuberculose bij het vee, speciaal bij het rund en aan de ge volgen, die hieraan voor den mensch zijn ver bonden. De aandacht is daarbij speciaal gevestigd op het voorkomen van rundertuberkelbacillen in de melk en in het vleesch en voorts op de maatregelen, die genomen dienden te worden om het gevaar voor den mensch te bezweren. Behalve bij zoogdieren, is de tuberculose een ziekte, die ook voorkomt onder de vogels en wel speciaal onder die vogels, die in de buurt van menschen of van runderen leven, zoowel in vrijheid als in gevangenschap. Nergens ter wereld toch is tuberculose aangetoond bij wil de vogelsoorten. Zooals de tuberculose bij den mensch meestal wordt veroorzaakt door een bepaald type van tuberkelbacil en bij het rund door een ander type, zoo wordt de ziekte bij de vogels door weer een ander type veroorzaakt, doch het zijn slechts geringe verschillen en de verwekker, van welk type hij ook zij, blijft een tuberkelbacil. Allerlei vogels kunnen door de ziekte wor den aangetast, maar het menigvuldigst wordt zij gevonden bij hoenders, duiven en fazanten, ook wel bij kanaries ën parkieten. In tegenstelling tot den mensch, bij wien de tuberculose meestal zetelt in de longen, komt bij de vogels voornamelijk een tubercu lose voor der buikorganen. De dieren gaan lij den aan diarrhee en in hun uitwerpselen zijn de tuberkelbacillen rijkelijk aanwezig. Deze vormen dus de besmettingsbron voor andere vogels en zoo is de tuberculose bij vogels meestal van alimentairen oorsprong. In som mige gevallen echter is gebleken, dat de be smetting erfelijk was door middel van een besmet ei. Evenals nu een vogel tuberculose kan krij gen door besmetting van den mensch of van een ander zoogdier, zoo heeft men bij ver schillende zoogdieren gevallen van tubercu lose kunnen aantoonen, die door van vogels afkomstige tuberkelbacillen waren veroor zaakt. Men heeft dit gevonden bij muizen, ratten, konijnen en varkens, evenals bij apen, paarden en runderen. Het is bovendien zeker, dat onder bepaalde, overigens vrij zeldzame omstandigheden, de tuberculose der vogels kan' overgaan op den mensch. Door Löwenstein is dit o.a. aange toond bij een kind lijdende aan niertubercu- lose en in een geval van huidtuberculose. Dit is een feit van groot belang. Bij de bestrijding der tuberculose zal niet alleen aandacht geschonken moeten worden aan besmetting, af komstig van den mensch of van het vee, maar ook van vogels. De tuberculose der hoenders, die in ons land vrij frequent is, levert voor den mensch geen groot gevaar op voor zoover het de levende dieren betreft. Doch anders wordt dit, indien wij het van deze dieren afkomstige vleesch beschouwen en de van haar afkomsti ge producten (eieren). Aan te bevelen is dus een deugdelijke toe passing, op grond van de vleeschkeuringswet, van die maatregelen, welke het gevaar van tuberculeus vleesch verminderen, terwijl die wet ook van toepassing verklaard dient te worden op vogels. Uit een artikel in het Tijdschrift voor Dier geneeskunde blijkt, dat ongeveer 8—24 pro cent der kippen, 3 procent der duiven en 1 procent der eenden- tuberculeus is. Hieruit concludeert men, dat 3—7 procent der han delseieren met vogeltuberkelbacillen besmet zou zijn. Vooral zij, die krachtens hun beroep in in nig contact komen met kippen, staan aan ernstige besmetting bloot en als men dan be denkt, dat in sommige streken van ons land 70—75 procent der boerderijen is besmet, ligt het voor de hand, dat besmetting van den mensch veel meer moet voorkomen dan ver moed wordt. Daar bovendien zelfs in zacht gekookte eieren levende tuberkelbacillen zijn aange toond, dient aan dezen besmettingsweg te worden gedacht. Ook Löwenstein heeft in het hierboven vermelde geval gedacht aan een besmetting tengevolge van het gebruik van eieren, die rauw of nauwelijks gekookt gegeten waren. Al neemt de tuberculose der vogels als be smettingsbron voor den mensch een plaats in die, vergeleken bij de besmettingsgevaren wel ke dreigen van den aan tuberculose lijdenden mensch en het tuberculeuse rund, zeer in het niet verzinkt, zoo moet toch aan de mogelijk heid gedacht worden. Deze mogelijkheid is al belangrijk genoeg om tot nieuwe onderzoe kingen op dit gebied aan te sporen. Tot zoover dit artikel. Wij hadden een kort onderhoud met dr. Van Slooten waarin wij hem eenige practische vragen stelden. Allereerst vroegen wij wat het gebruik van eieren betreft: „Uw artikel wekt den indruk, dat het gewenscht is voor zichtigheid te betrachten bij het gebruik van eieren. Hoe lang zou een ei moeten ko ken om zekerheid te krijgen dat er geen ge vaar voor besmetting meer bestaat?" Dr. Van Slooten antwoordde:: Het is niet mijn bedoeling geweest eenige angst te verwekken over het eten van eieren. Het besmettingsge vaar door middel van eieren is zóó klem, dat zonder eenig bezwaar eieren gegeten kunnen worden. Zoo'n heel klein risico mogen wij heusch wel nemen omdat wij anders een zeer goed voedings- en versterkingsmiddel zou den verliezen. Wat de eieren betreft, heb ik de quaestie meer theoretisch willen stellen, want ik acht het vrijwel uitgesloten dat iemand tuberculose zou krijgen door het eten van een enkel besmet ei. Het is uitgesloten een ei zóo lang te kun nen koken dat eventueel t.b.c.-bacillen ge dood worden. Men zou dan het ei minstens 10 minuten moeten laten koken en dan is het als voedsel vrijwel onbruikbaar. Natuurlijk zou het heel goed zijn als alleen eieren verkocht werden van t.b.c.-vrije kippen maar die eisch is niet practisch uitvoerbaar. Anders is het risico evenwel wat het vleesch van geslachte hoenders betreft. Daarbij kan inderdaad be smettingsgevaar aanwezig zijn, zoodat er alles voor te zeggen zou zijn de zelfde voorzorgen te treffen voor het in consumtie brengen van vleesch van geslachte hoenders als nu reeds bestaan voor het slachten van tu berculose runderen. „Wir War", door Lydia Hamstra- Baarschers; geïll. door G. D. Hoo- gendoorn. Uitg. H. Meulenhoff, Amsterdam. Wir-War is een beetje vreemde titel voor een boek. Maar na lezing van het verhaal blijkt die te slaan op de verwarringen welke ontstaan door een persoonsverwisseling. Deze vondst van de schrijfster, een jongen die zich onder twee namen uitgeeft, brengt afwisseling en spanning. En toch had het verhaal niet ranger moeten zijn, omdat het dan desondanks te eentonig was geworden; nu, in de beper king van zijn 192 bladzijden, is het een aan trekkelijk boek voor de meisjes van 1417 jaar. De jonge baron van Zuylen geeft zich, om zijn hooge afkomst te verbergen, tegen over twee meisjes met wie hij en zijn vriend Dick de vacantie doorbrengen, uit voor den boschwachterszoon Frits van Dam. Frits en Lous vatten grootte vriendschap voor elkaar op. Maar ongelukkigerwijs pleegt de echte Frits van Dam een diefstal en een oom be weegt Lous ertoe van verdere omgang met Frits af te zien. Zoo dreigt de grap van baron Frits van Zuylen een ongelukkig einde te ne men. De oom echter, die eerst roet in het eten gestrooid had, brengt tenslotte klaarheid in het gewirwar, zoodat het verhaal toch nog een gelukkig einde krijgt. Wat maakt u van uw leven? Naar aanleiding van een reeks lezingen, die hij voor de radio heeft gehouden, heeft Dr. Th. van Schelven, zenuwarts te 's-Gravenhage, den inhoud van die lezingen in boekvorm uitgegeven. Deze „elementen van een psychologische levensbeschouwing" zijn onder den titel „Wat maakt u van uw le ven?" bij de N.V. Uitg. Mij. Kosmos te Am sterdam verschenen. Dit boek wil de antwoorden verzamelen, die de psychologische wetenschap geeft op de vra gen, die zich voordoen in het praktische le ven, zoo zegt de schrijver in zijn voorwoord. '„Het tracht daarbij alle vaagheid te vermij den en alle onverstaanbare vaktaal terzijde te laten". Wij gelooven, dat Dr. van Schelven in dit streven ten volle is geslaagd. Op zeer be grijpelijke wijze behandelt hij de vele psy chologische problemen, die in het leven tel kens weer voorkomen. Hij geeft hierbij als medicus en psycholoog tal van goede wen ken voor de opvoeding van zichzelf en ande ren. Een boek, begeerenswaardig voor wie de ra diolezingen van Dr. van Schelven heeft ge volgd, nuttig en leerrijk voor ieder ernstig mensch. Reidansen, derde bundel. Voor Nederland bewerkt door M. van Crevel. Uitgave W. L. J. Brusse, N.V., Rotterdam 1936. Het doel van deze uitgave is: de verbreiding van de Engelsche reidansen in ons land te bevorderen en te vergemakkelijken. Het frisch uitgevoerde boekje bevat een vijftiental van deze dansen met de muziek en aanwijzingen voor de -uitvoering. Bij de toenemende belang stelling voor het volksdansen, zal dit boekje ongetwijfeld in een behoefte voorzien. Vergelijkend literatuur-overzicht Bij de firma Naeff te 's-Gravenhage is ver schenen een Tabellarisch Overzicht van de Vier Literaturen, samengesteld door de hee- ren A. J. Schneiders en P. H. Greiner, resp. leeraar aan het R.K. Lyceum en de 1ste H. B. S. B met 5-jar. cursus te Haarlem. De bedoeling van dit overzicht is, de ver binding tusschen de Fransche, Duitsche, Engel sche en Nederlandsche literaturen aan te ge ven. Reeds lang Is bij het literatuuronderwijs aangedrongen op de z.g. vergelijkende metho de. De samenstellers hebben met dit overzicht een begin gemaakt met het in practijk brengen van dit streven. Vooral achten zij de tabel bruikbaar als oriëntatie- en repetitiemiddel bij het literatuuronderwijs. Met groote zorg en buitengewoon overzich telijk zijn de data en de voornaamste voort brengselen der letterkunde chronologisch ge rangschikt en is het onderlinge verbanc! aan- gegeven.Het overzicht loopt van de vroege mid deleeuwen tot den modernsten tijd. De jong ste producten der letterkunde zijn er nog in opgenomen. De uitvoering van de tabel is zeer duidelijk en fraai. Wij twijfelen er niet aan, of het werkje, dat in een behoefte voorziet, zal zijn weg bij het literatuuronderwijs weten te vinden en daar nuttige diensten bewijzen. „Radio-techniek", door J. Roorda. De uitgeversmaatschappij „Kosmos" te Am sterdam heeft een nieuw werk op het gebied der radio-techniek uitgegeven. Het is „Radio techniek. handboek voor de studie van radio- zend- en ontvangtechniek", door ing. J. Roorda Jr., Het is een zeer verzorgd werk met ruim 200 teekeningen, die de tekst toe lichten. Het boek is, naar de inleiding opmerkt, in de eerste plaats bestemd voor de lezers die zich vertrouwd wenschen te maken met de we tenschappelijke grondslagen van de radio techniek. Bij den lezer wordt een zekere graad van ontwikkeling verondersteld en wel be kendheid met electrotechniek, in het bijzon der de wisselstroomtechniek en met de lagere wiskunde. Uit den inhoud noemen wij de hoofdstuk ken: electromagnetische straling, het opwek ken van electrisehe trillingen, de eigen schappen van gesloten trillingskringen, ge koppelde kringen, theorie der radiolampen, de radiolamp als versterker, laagfrequent-ver- sterkers, hoogfrequent-versterkers, de radio lamp als trillingsgenerator. gemoduleerde hoogfrequenttrillmgen, detectie van hoogfre quente trillingen etc. Zevende album van de Zuiderzeewerken. Bij de N.V. Handelsdrukkerij Holdert en Co. te Amsterdam is verschenen het zevende al bum over de afsluiting en gedeeltelijke droog making van de Zuiderzee. Het laatste, zesde, van deze serie albums, die zooals men weet samengesteld is met medewerking van het departement van watersbaat, de directie van de Zuiderzeewerken en de voorloopige directie van de Wieringermeer, is in September 1934 verschenen. In 1935 gaf de stand van de wer ken geen aanleiding tot de uitgave van een album, zoodat gewacht is tot dit najaar om het zevende deel te doen verschijnen. Dit zevende album kan beschouwd worden als een afsluiting van de periode, waarin de bouw van den afsluitdijk tot stand kwam en ons land verrijkt werd met een nieuw gebied, de Wieringermeer. Een nieuwe periode in de geschiedenis van de drooglegging ran de Zuiderzee is begonnen door den aanvang van den arbeid tot inpol dering van den Noordoostelijken polder. In een volgend album zal hiervan nader melding gemaakt worden. Evenals al zijn voorgangers ziet dit album er weer keurig verzorgd uit en bevat een schat van interessante gegevens en instructieve foto's. Voor degenen, die belang stellen in dat enorme werk en wie in Nederland en vei-; daarbuiten doet dat niet? zal dit zevende album een waardevol bezit zijn. J Korte Nederlandsche Spraakkunst met oefeningen, door Dr. P. Koster en Dr. F. G. Schuringa. Uitgave W. Versluys, N.V., Am sterdam 1936. Verschenen is de zevende druk van dit leer boek, dat bestemd is voor het onderwijs op Gymnasia en Middelbare scholen. Het bevat de hoofdzaken van de Nederlandsche spraak kunst, terwijl de oefeningen, welke voor een deel aan de litteratuiu- zijn ontleend, voor een prettige afwisseling tusschen de uiteraard wat droge theorie zorgen. „Van Boer Dikneus, de Blin kende Guldentjes en een Grote Kaas", en „De Avonturen van Swiebertje" heeten de twee boeken van J H. Uit den Boo gaard, verschenen bij Gebr. Kluitman, Alk maar. Zij zien er vroolijk uit met hun blau we letters en de aardige plaatjes van Hans Borrebach. Het eerste verhaalt de geschiedenis van een boer die zijn koe verkocht h^ft en het geld in een kaas bergt. Zijn vro' Itverkoopt de kaas; de boer holt langs alle pfcen, tot dat hij eindelijk zijn kaas met cu blinkende guldentjes vindt in de keuken bij den bur gemeester. Swiebertje, de landlooper, beleeft wel een heel vreemd avontuur. Hij neemt voor een paar dagen de plaats in van den dorpsbur gemeester, terwijl deze laatste als zwerver zijn brood bij den bakker moet wegnemen en in hooibergen slaapt. „Koen Borgers" door H. E. Kuyl- man; illustraties van G. D. Hoo- gendoorn; uitg. H. Meulenhoff, Amsterdam. Dat ook het type der kinderboeken zich aanpast aan den tijd waarin ze geschreven zijn lijdt geen twijfel. En dan is het boek van Kuylman er een van een ouder type dan de meeste andere nieuwe verhalen voor de jeugd. Er is een goede en een slechte jongen. De laatste voert overal kattekwaad uit en laffe streken, waarvan hij dan liefst den goeden jongen, Koen Borger, de schuld geeft. Des ondanks helpt deze den boosaardigen Jan Wouters wanneer die in gevaar verkeert; en dat gebeurt meer dan eens. Tusschen de fa milies van de jongens bestaat een dergelijke verhouding. Tenslotte komt Jan tot inkeer en hij is erg blij als hij iets van zijn schuld kan boeten door Koen het leven te redden. De vijandschap verkeert in vriendschap en alles loopt nog gunstig af. Ondanks de iet wat ouderwetsche trant zal dit verhaal met zijn stroopers, boschwachters, baronnen en het leven in de bosschen toch wel aantrek kelijk zijn voor jongens van 1114 jaar. „De Gouden Draad", door Hélène Laman de Vries; platen van Rie Reinderhoff; uitg. v. Holkema Warendorf N.V., Amsterdam. Dit is weer een boek uit de bekende Tip- Top serie, een verhaal voor oudere meisjes. Het thema van dergelijke boeken is langza merhand wel bekend. Een meisje van een jaar of achttien moet den weg leeren vinden in haar eigen leven, in haar omgang met vrien dinnen en vooral met vrienden. Allemaal tob ben en zoeken ze een tijdlang, totdat ze den éénen waren vriend gevonden hebben die hun verloofde en later hun echtgenoot zal worden. En zoo is. het in dit goed geschreven boek ook weer met Emy Noorduyn, die opgroeit in een allerliefst gezin van vader, moeder en zes kinderen, een gezin waar alles altijd kan en waar iedereen welkom is. Uit de gezellige troep vrienden en vriendinnen komen eenige verloofde paartjes te voorschijn; en op de laatste bladzijde voegt zich daarbij ook Emy, die na lang aarzelen en zoeken tenslotte voelt, dat zij haar liefde, die geen medelijden is bestemd heeft voor den manken Joost. Bij denzelfden uitgever, eveneens in de Tip Topserie, zijn verschenen de tweede drukken van: „Kampeeridyllen", door J. v. Dorp; „De Zoon van den Berenleider", door G. Holle; „Het drijvende Wot", door J. A, Slempkes; „Bob en Ina", door Nanda en „Onder de Duinkerkers", door G. C. Hoogewerf, alle ge ïllustreerd door Rie Reinderhoff. Zondagschoolboekjes Nu het zoo langzamerhand alweer naar den Kersttijd begint te loopen, verschijnen ook weer de Kerst- en Zondagsschoolverhalen. Bij v. Gorcum en Comp. N.V. te Assen zijn uit gegeven: De kleine Mozes, door Mary Ent- wistle, vertaling van V. Witte Eechout, platen van Roberta F. C. Wandby, en De Bondsdag, door Mien Labberton, met platen van Willy Smit. Het eerste boekje is voor kinderen van 3 tot 6 jaar. Het verhaalt de geschiedenis van den kleinen Mozes in het biezen kistje; op iedere bladzijde is een gekleurd plaatje en daarnaast een korte, kinderlijke tekst. De Bondsdag is een verhaal van kinderle ven uit de Zwitsersche bergen, van het ont steken der vuren door de kinderen op 1 Augus tus. De winnaar van den wedstrijd Is een toon beeld van eerlijkheid; hij draagt het gewon nen horloge aan een anderen jongen over, omdat hij niet geheel alleen zijn houtstapel bijeengesprokkeld heeft. Libellen-serie In deze bekende serie van kleine, goedkoope boekjes verscheen van de hand van mevr. M. Barendrecht—HoenDe Toovertuïn der Alpen. Het is een beschrijving van het leven der planten in de bergen, bezien met het oog van bioloog en natuurliefhebber. Het boekje is verlucht met eenige teekeningetjes en talrij ke fraaie foto's. Dr. P. J. Waardenburg, privaat-docent in medische erfelijkheidsleer aan de Rijksuniver siteit te Utrecht, deed een boekje verschijnen getiteld: De Erfelijkheid bij den Mensch. Het is uiteraard populair geschreven en het be handelt o.a. erfelijken aanleg, invloed van het milieu, wetten van Mendel. Een groot gedeelte van het boekje is verder gewijd aan de stu die der tweelingen in verband met lichamelij ke en geestelijke eigenschappen. Beide werk jes zijn uitgegeven bij Bosch en Keuning te Baarn. 100 recepten van verschillende saladen, koude voorgerechten en andere koude scho tels is de titel van een geïllustreerd recepten boekje van G. van den Bosch, verschenen bij Van Holkema en Warendorf N.V. te Amster dam. J. H, A, Kroon en J. G. Th. van Nes schre- van een werkje: Prepareeren; eenvoudige methode voor het prepareren van allerlei die ren en planten. Het behandelt het lossnijden, conserveeren en opzetten der huiden van zoogdieren en vogels, het opzetten van insec ten, uitblazen van eieren, drogen van planten en aanleggen van herbarium. Deze zeer be knopte handleiding voor beginnende, serieu ze verzamelaars is een uitgave van W. J. Thieme en Cie., Zutphen. Graphologie toegepast op Kinderschrift, door M. Israël. Voor den leek klinkt deze titel wel wel onaannemelijk. Is graphologie werkelijk toe te passen op het moeizame schrift van kleine kinderen? De schrijver meent van wel. Technische factoren spelen hierbij natuurlijk een nog veel grootere rol dan bij het schrift van volwassenen, maar toch schijnen sommi gen eigenschappen zich wel degelijk in het schrift der kleinen te manifesteeren. W. J. Thieme en Cie. te Zutphen zijn de uitgevers van dit boek. t.m. 28 November Stoomen 20% Verven kos,ting DUS DEZE WEEK TARIEF A Volledig chemisch reinigen Heerencostuums 2.00 Demi-saisons1.80 Winterjassen. 2.20 Telefoon Oudste zoon „glad vergeten .kom niet eten". Pa, ervaren (grijze haren), neemt een slok, kijkt op klok: „Jammer zeg werkelijk pech. Wèg plezier EXTRA HIER. Watdus toch? Goed zoo jog!" In z'n sas, Haalt zoon's glas Na een kwartier Echt plezier „Proost Papa Mmm, da's EXTRA!" ZWEEDSCH Conv. en Handelscorr. Opl. praktijkexamens C. DENIJS (dipl. Upsala) Kleverparkweg 80 Telef. 1610' gevr. van 83 uur. Persoonlijk aanm. Molenlaan 9, Heemstede, tusschen half 7 en half S. Waar zoek ik Kamers met Pension? Natuurlijk bij den KONINKLIJK GOEDGEKEURDEN Alléén Kruisweg 4, tel. 10750 voor goede en beschaafde adressen AMSTERDAM Nieuwendijk 225-229 niet anders dan./,.'. Daarom stellen „schoon heidsmiddelen" U zoo vaak teleur. „Zwitsal" -de zalf met onbegrijpelijke genees kracht- beschermt en ver- fraaitUw huiden Uwgelaats* tint. Probeert het nog heden. TUBE A 25c DOOZEN a 30 - 60c Fl. 3.25 p. Ltr. (incl. Kruikfl.) f Ringers' melkchoco lade, witchoc én pure chocolade in een aantrekkelijke vorm. 25:centS per ons. Z WITS AL-POEDER 40» irnmi Alleenverkoop voor Haarlem en Omstreken' Baccarat kristal Wedgwood aardewerk Delftsch porcelein Kamphof tin Leerdam glas Goudsch plateel Rosenthal porceleir Maastrichtsch krista Roestvrije messen Gerozilver en Zilm. Electrisehe Lampen Serveer boys In 1867 reeds, zeidemeninHaarlem- Toen was het de oude brave „St. Nicolaaslafel" die dat mooie goed toonde.Thans - na 69 jaar- kan men zeggen, LAMP heeft - in tal van afdeelingenenzalengeëtaleerd LAMP noodigt U beleefd uit U daarvan te overtuigen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 3