De blokkade der Spaansche kust. Demonstratie met motorsproeimachines. De Landverrader Vanwege de Ned. Pomologische Vereeniglng. hoofdafdeeling fruitteelt der Ned. Heide Maatschappij, werd Donderdag in een boomgaard te Geldermalsen een demonstratie gegeven met motorsproeimachines De blokkade langs de Spaansche Middellandsche Zee kust. De Spaansche kruiser „Libertad' houdt een visschersvaartuig aan om het te onderzoeken naar zijn lading Prins Bernbard verlaat fn gezelschap van zijn secretaris, Jhr. Roel!, het gebouw der Tweede Kamer te den Haag, waar Z. D. H. Donderdagmiddag een zitting heeft bijgewoond Dr. J. B. Hubrecht, Nederlandsqh ge zant te Boekarest, wiens benoeming tot gezant te Rome binnenkort te ver wachten is Marx Dormoy (midden) heeft Woensdag de functie van Fransch minister van Binnenlandsche Zaken aanvaard Het Duitsch-Japansch verdrag tegen de Komintern is Woensdag te Berlijn onderteekend door Von Ribbentrop en den Japanschen gezant Mushakoji. Het historische moment der onderteekening Een foto van het ernstig auto-ongeluk te Echt, waarbij de heer M. Tops, Iri leven secretaris van den Limburgschen Land- en Tuinbouwbond te Roermond, om het leven is gekomen FEUILLETON Naar het Engelsch bewerkt door THEA BLOEMERS. (Nadruk verboden). Jl) Hij stemde hierin onmiddellijk toe en het heele geval scheen hem vrij onverschillig te laten. Ook sprak hij er later tegenover zijn moeder niet anders dan terloops over. Dit voorval echter had mijn vertrouwen in hem •weer ernstig geschokt. Ik was daarom dubbel blij, toen hij me na het einde der groote va- cantie mededeelde de militaire loopbaan te willen kiezen. Volgaarne gaf ik hiertoe mijn toestemming, nu zou hij immers weer aan tucht moeten gewennen. Op twintigjarigen leeftijd dan, trad hij in de cadettenacademie, waar hij het onder wijs in krijgskunde met groot succes volgde. Zoozeer viel hij op door zijn bekwaamheid, dat hij bij extra promotie bevorderd werd tot den rang van jongsten luitenant. Zijn gedrag liet in geen enkel opzicht wat te wen- schen over, en mijn vrouw en ik waren trotsch op hem, dat spreekt van zelf. Inmiddels was de Boerenoorlog in Trans vaal en Oranje Vrijstaat uitgebroken en de bloem der Engelsche jongelingschap kreeg gelegenheid om zich te onderscheiden in de bloedige veldslagen bij Mafeking en Bloem fontein. Ondanks zijn herhaald aandringen weigerden zijn superieuren hem naar het ge vechtsterrein te zenden. George werd be noemd tot adjudant van generaal Whitehall die in het vaderland belast was met het drillen der vrijwilligers. Toen het ons de eer ste maanden in Zuid-Afrika, dank zij de hardnekkige verdediging der ongetwijfeld i dappere Boeren, al heel weinig voor den wind ging en steeds meer troepen naar het gevechtsterrein werden verscheept, herhaal de mijn zoon zijn verzoeken om te worden uitgezonden. En nog zouden zijn onmiddel lijke chefs hebben volhard in hunne afwij zende houding, toen de opperste legerleiding besloot het negentiende regiment infanterie, waarvan ik kolonel was, naar het tooneel van den strijd te zenden. Onmogelijk was het toen om nog langer aan de smeekbeden van mijn zoon weerstand te bieden. Hij deed het voorkomen of niets hem liever zou zijn dan te vechten in dezelfde rijen, waarin ook zijn vader streed. Na een voorspoedige reis landden wij aan de Zuid-Afrikaansche kust en zonder talmen werden wij door Lord Kitchener, den bevel hebber der Engelsche troepen, na.ar een punt van den strijd gezonden, waar deze het felst woedde. Weinige dagen na onze ontscheping ont vingen wij den vuurdoop tijdens den Moedi gen slag bij Paardenberg. Mijn zoon onder scheidde zich door zijn moed. Hij vocht zoo als alleen een Boroughbridge kan vechten. De generale staf dacht er ernstig over hem, ondanks zijn jeugdigen leeftijd, tot kapitein te bevorderen. Terwijl de beslissing nog han gende was. werd alvast besloten hem voor te dragen voor het Vietoria-kruis, de hoogste onderscheiding, die men begeeren kan als soldaat. Weinige dagen nadien begon de kans te keeren. De Engelsche troepen rukten dieper het land in en het was reeds te voorzien, dat de beslissing in dezen Moedigen kamp ten onzen gunste zou uitvallen. Wij verkeerden allen in de beste stemming, ondanks de ern stige verliezen, die aan onze zijde waren gele den. Op 'n avond waren de officieren van 't regiment, voor zoover zij geen dient hadden, inleen tent verzameld en rustten onder vroo- iijke kout uit van de vermoeiende marschen, die door den snellen terugtocht der Boeren waren noodzakelijk geworden. Alleen mijn zoon zweeg. Anders was hij een der luidruch- tigsten, hetgeen hem al den bijnaam had be zorgd van „Vroolijke George", maar dien avond was hij opvallend teruggetrokken. Ook mij viel zijn zonderlinge houding op en ik nam hem terzijde om hem te vragen of hem wellicht iets scheelde. Hij antwoordde niet, nam mij op een vrij onbeschaamde manier van boven tot beneden in een oogopslag op en verzocht mij toen even buiten de tent te komen. Wij liepen een eind voort, tot aan de grens van het kamp. Wat wilt u- eigenlijk met dien heelen oorlog? vroeg hij norsch. Niet begrijpend staarde ik hem aan. Ja, ziet u niet in, dat u verkeerd doet? Ik zweeg, als ik op iets niet was voorbereid, dan was het op deze zonderlinge opmerking. Immers het behoort niet tot de bevoegdhe den van een militair zich af te vragen of een oorlog rechtvaardig is of niet. Hij heeft te gaan, waar zijn regeering hem stuurt. De Boeren zijn volkomen in hun recht en wij zijn schurken, voegde hij ter meer dere duidelijkheid aan zijn woorden van zoo even toe. Ik trachtte hem de dwaasheid uit het hoofd te praten, maar zonder eenige gevolg. Eerst veronderstelde ik, dat hij tengevolge van oververmoeidheid of van een zenuw schok zijn verstand voor een oogenblik had verloren, maar toen hij me kort en goed mededeelde, zoo spoedig mogelijk ontslag te nemen uit den militairen dienst, waarin geen mensch meer eerlijk scheen te zijn, begreep Ik maar al te goed. dat het bittere ernst was. Toch hoopte ik nog, dat hij van inzicht zou veranderen. Ik rekende er op, dat rust en een verkwikkende slaap hem tot inkeer zouden brengen en zonder dan ook verder op zijn bezwaren in te gaan, gaf ik hem voor dien avond en dien nacht vrij van dienst. Hij bedankte mij op militaire wijze en bleef achter, terwijl ik naar de officierstent terug liep. Daar vertelde ik hetgeen er gebeurd was aan mijn collega's, die echter geen van allen konden gelooven, dat hij „hardnekkig" zou blijven. Een uur later kwam een sergeant vertellen, dat luitenant Boroughbridge gezien was even buiten het kamp, terwijl hij met een Zoeloe kaffer een gesprek trachtte te voeren. Dit was niets bijzonders, immers de Zoeloes stre den aan onze zijde en de liefhebberij van mijn zoon om de negerdialecten wat te lee- ren spreken was algemeen bekend. Het werd dan ook alleen medegedeeld als rapportmel ding. Het was volkomen rustig in het kamp. Wij waren reeds zoo gewend aan de steeds weer- keerende geluiden der wildernis, zooals het geluid der jakhalzen en der hyena's, het roepen der woudvogels en het doffe gerulsch van een aantal kleine watervallen, dat wij deze ternauwernood nog hoorden. Op gere gelde tijden riepen de posten hun "wacht woord, anders was er niets wat de doodsche stilte verbrak. De nacht was niet bijzonder helder. Terwijl wij anders op verren afstand de zonderling gebouwde kafferkralen nog konden zien, was het dien bewusten en nood- lottigen nacht niet mogelijk verder dan 10 meter voor zich uit te zien. Het moet van deze omstandigheid vooral zijn geweest, dat de Boeren gebruik hebben gemaakt. Het middernachtelijk uur was reeds lang voorbij en binnen korten cijd zou de morgen gloren, toen een zonderling geluid mijn ooren trof. Eenigermate opgewonden door het gesprek met mijn zoon, had ik onrustig geslapen en lag nu sinds geruimen tijd wakker, steeds denkende hoe ik George van zijn voornemen, met welks uitvoering hij zijn carrière op het spel zette, zou kunnen afbrengen. Plotseling verbeeldde ik mij door een kier van het tentdoek sluipende gestalten waar te nemen Ik richtte mij half overeind en tastte onwillekeurig naar mijn revolver. Alles bleef echter stil. spiedde om mij heen, of mis schien de andere officieren in de tent even eens ontwaakt waren. Maar alles sliep kalm. De plaats, waar mijn zoon placht te rusten, was ledig, waarschijnlijk was hij het geweest die voorbij de tent was gekomen. Zeker was hij nog niet tot een vast besluit gekomen en doolde hij nog door het kamp rond. Ik leg de mij weer neder en probeerde opnieuw den slaap te vatten. Dit was mij reeds half en half gelukt, ik was tenminste lichtelijk ingedommeld, toen ik na ongeveer twintig minuten met schrik ontwaakte. Nu vlogen ook de andere officieren overeind, want het knallen der geweerschoten had ons allen ge wekt Onder vervaarlijk geschreeuw stormden Boeren en Zoeloes ons kamp binnen. De on betrouwbare negers waren weer eens voor een dagje overgeloopen en gezamenlijk open den de vijandige partijen een verwoed sper vuur op ons. De officieren riepen de man schappen toe, zich in carrévorm op te stel len. Maar daar kon niets van komen, de ver warring onder onze soldaten was te groot om een behoorlijk geregeld gevecht te kunnen leveren. De omsingeling was volkomen. Wil den wij de onzen niet zien afslachten, clan zat er niets anders op dan ons over te geven. Tijd om te beraadslagen was er niet. Aan alle kanten vielen onze troepen uiteen. Binnen eenige oogenblikken bedekten tientallen lij ken de aarde. Met een bezwaard hart gaf ik last de witte vlag te zwaaien. Nog nooit was het voorgekomen, dat een Boroughbridge le vend ln de handen van den vijand was ge vallen! De Boeren hielden met vuren op en voerden ons, ons legermateriaal, ons voedsel en de buit, die wij eerst op hen veroverd had den mee. Wij werden naar een der gevange niskampen gevoerd en bleven daar tot den oorlog, dien met de nederlaag der Boeren eindigde, was afgeloopen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 15