Verlaging van accijns in zicht?
Cremolda
MH'
,,'t Gaat erin
als koek!"
SITTE RS&"/d KAR
Tram oorzaak van
ernstig ongeluk.
Prof. Vening Memesz over
zijn nieuwen tocht.
VRIJDAG 27 NOVEMBER 1936
HAAECE M'S DAGBE A D'
3
TWEEDE KAMER.
Begrooting van Handel, Nijverheid en
Scheepvaart aangenomen.
Hulp voor de K. H. L.-
gepensionneerden.
DEN HAAG Donderdag.
In het begin van de vergadering had de voor
zitter reeds „liet groote gebeuren", te weten de
komst van Prins Bernhard, aangekondigd. Het
moest vooral heelemaal onofficieel gaan en
men zou den hoogen bezoeker in de Presidents
loge, die dan ook niet officieel ontvangen zou
worden, het meeste genoegen doen met van
zijn aanwezigheid geen notitie te nemen. Hier
van namen zoowel de afgevaardigden als de
verdere aanwezigen goed nota, al blijft het na
tuurlijk de vraag, of er niet eenige gasten op
de gereserveerde tribune verschenen, die, toen
ce van dit zeldzame „schouwspel" vernomen
hadden, zich Kamerwaar.ts spoedden, meer
uit belangstelling voor
den a.s. Prins-Gemaal
dan voor Minister Ge-
issen, die op keurige
ivijze de meer dan 20
sprekers over de begroo
,ing van Handel, Nij-
/erheid en Scheepvaart
oeantwoordde.
Zijn beleid op het ge-
5ied van onze handels
politiek verdedigend,
vees hij er op dat
/ooral in en door de
crisisjaren twee doel-
(e.'k. siantop.) pinden op den voor
grond zijn gekomen: eenerzijds bescherming
van onze industrie, anderzijds de bevordering
van den uitvoer. De Minister verklaarde, dat
contingenteeringen nog onmisbaar zijn, terwijl
zij bovendien beteekenis hebben als troeven
bij handelspolitieke onderhandelingen.
Om ons land nog sterker -te doen staan en
om ons handolspolitie k-arsenaal uit te brei
den, is er een wetsontwerp op stapel gezet, dat
o.a. door opheffing van leemten, die nu nog
in verschillende crisiswetten voorkomen, onze
onderhandelaars sterker zal doen staan.
Uitvoerig sprak Mr. Gelissen over het vraag
stuk van de industrialisatie, waaronder hij
verstaat het inpassen van de fabrie'ksuitbrei-
ding en het scheppen van nieuwe industrieën
in 'het Nederlandsche economische leven, met
in achtneming van wat hier historisch ge
groeid is.
Opnieuw liet de Minister niet na te onder
strepen, dat men van de industrialisatie
toch heusch geen te groote resultaten met be
trekking tot de werkloosheid moet verwachten.
Hiervoor is bovenal uitvoering van groote
werken noodig en het werkloosheidsprobleem
is z.i. alleen oplosbaar, wanneer men bereid en
in staat is tot vermindering van werktijd over
te gaan, naar mate machinale arbeid den han
denarbeid vervangt.
Na met een aantal cijfers te hebben aange
toond"/ dat er ook al heel wat dank zij 't werk
fonds ondernomen is, verweerde de Minister
zich tegen hen, die vonden dat men te weinig
en te langzaam voor den Middenstand werk
zaam is. Hij toonde ook den moed om „neen"
te zeggen. Zoo b.v. wat betreft het hier en daar
geuite, door geen enkelen rechtsgrond ge
steund, verlangen om de ontwikkeling van
het groot-winkelbedrijf met behulp van wette
lijke maatregelen tegen te houden. Evenmin
krijgen die Middenstanders, welke het cadeau
stelsel met behulp "van vader „Wetgever" wil
len om hals brengen, hun zin: voor zoover het
hier te lande voortgebrachte geschenken be
treft, ware zulk een verbod trouwens in strijd
met de belangen van de Nederlandsche in
dustrie.
Van Middenstand en Handel in het alge
meen kwam de Minister bij de Scheepvaart te
recht en dan allereerst bij de binnenschippe-
rij. Hij is bereid intrekking van de wet op de
Evenredige Vrachtverdeeling te overwegen, zou
dat eigenlijk gaarne doen, doch dan moet er
■voor de pl.m. 4000 buiten werk komende bin
nenschippers een steunregeling geschapen
worden, wat ongveer 2V2 millioen gulden per
gaar zou vergen.
Van de binnenschipperij naar de haven
steden is, zeker in een ministerieel betoog,
slechts een klein sprongetje. Op grond van
merkwaardige cijfers kon de Kamer verne
men, dat onze groote zeehavens zich sinds
1932 heel aardig ingeschakeld hebben in het
internationale handelsverkeer, gelijk dit zich
thans ontwikkeld heeft. In elk geval kan Mi
nister Gelissen thans geen toezeggingen doen
om ook aanstonds weer voor bijzonderen
overheidssteun ten behoeve van Rotterdam
(en Amsterdam) zorg te dragen. En wat de
kwestie van de Rijnvaart-premies betreft,
momenteel is er volgens het mede in dit op
zicht voortdurend waakzaam oog van den
Minister geen reden om onzerzijds met derge
lijke premies te gaan werken, nu het Rijn-
verkeer via Rotterdam een stijging vertoont.
Aan het slot van .zijn rede, waarin hij nog
t. a. v. het pensioengerechtigd personeel dei-
Koninklijke Hollandsche Lloyd geruststel
lende mededeelingen had gedaan (dank zij
verkoop van eenige booten zal men de pen
sioen-aanspraken volledig kunnen voldoen,
terwijl de Regeering bovendien .bereid is hier
wat voor te schieten), kan de Minister het
genoegen smaken eenige bewijzen aan te voe
ren voor zijn mede op oudejaar 1935 verkon
digde stelling, dat er lichtpunten vallen waar
te nemen. Een begin van herstel is onmisken
baar aanwezig. En wat de toekomstige econo
mische politiek aangaat, bleek Prof. Gelissen
ter dege doordrongen van het gezonde in
onze, historisch gegroeide, economische struc
tuur, met den actieven diensten- en den pas
sieven handelsbalans. Daarop is onze han
delspolitiek gebouwd en daarop moet zij, ver
schuivingen binnen haar kader daargelaten,
gebouwd blijven.
Aldus deze bewindsman, die spoedig hierna
zijn begrooting z. h. St. zag aannemen. Hier
aan ging echter een stemming vooraf over
de motie-v. d. Tempel welke steun uit alle
groote fracties, behalve uit die der c. h. en
die der a. r. afgevaardigden ontving die
de Regeering verzocht dank zij financieele
medewerking het tot stand komen van een
Amsterdamsche wereldtentoonstelling 1940
mogelijk te maken.
De Minister had in eerste instantie warme
sympathie voor het plan geuit, doch de 2y2
millioen gulden, die men gaarne uit de schat
kist zou toegestaan krijgen (de totale kosten
zijn op 4V2 millioen gulden geraamd), moes
ten maar bijeenkomen uit vrijwillige bijdra
gen van de burgerij. Als ieder een kwartje
geeft en een aantal menschen bovendien nog
wat meer opbrengen, is 't gewenschte bedrag
in enkele maanden bijeen. Dit was een verma
kelijk advies, doch meer kon de Minister
niet doen omdat het kabinet het standpunt
inneemt, dat het zijn opvolgers in dezen niet
voor 'n voldongen feit meent te mogen stellen.
Bij de replieken kwam
de motie-v. d. Tempel
te voorschijn. Mr. de
Geer verklaarde, dat
de grootst mogelijke
meerderheid der c. h.-
fractie tegen zou stem
men, omdat het z.i.
niet aanging der re
geering een uitgave te
willen opdringen, die
zij zelf nog dezen mid
dag met beslistheid
had afgewezen. Ook de
anti-revolutionnairen
stemden evenals de
Staatkundig Gereformeerden en ue Hervormd
Staatkundigen tegen, doch de rest der Ka
mer, waaronder eveneens Mej. Mr. Katz, wier
Amsterdamsche hart het van het inzicht
harer c. h.-vrienden won, hielp de motie met
5219 aannemen.
Een uitslag, die minister Gelissen zelf niet
onwelvallig geweest zal zijn, Want als wij
goed zijn ingelicht, zal hem niets aangena
mer zijn dan wanneer hij alsnog in het Ka
binet den steun voor het tentoonstellings
plan kan los krijgen!
De rest van den middag was aan Buiten-
landsche Zaken gewijd, waarbij het opviel,
dat niet alleen de heer Vliegen (s.-d.), die
zijn zwanenzang over dit begrootingshoofd-
stuk liet hooren, aangezien hij zich niet her
kiesbaar stelt, maar ook de heeren Rut
gers v. Rozenburg (c.-h.) en Ir. Bon-
g a erts (r.-k.), te kennen geven niets te
voelen voor verzwakking van den Volken
bond. Geen omzetting hiervan in een Bond
van Staten, die alleen maar eens met elkaar
overleg zullen plegen zonder dat op schen
ding van de rechtsorde den Bond met dwang
maatregelen (sancties) zal antwoorden. Geen
schrapping dus van de sanctie-bepalingen,
wat Minister de Graeff wel eens even als
wellicht aanbevelenswaardig beschouwd
schijnt te hebben. Genoemde spankers waren
allerminst blind voor de, in 't bijzonder in
de Italiaansch-Abessynische botsing onder
vonden teleurstelingen. Dit belette hen ech
ter niet het hier aangegeven standpunt in
te nemen, waarmee gepaard ging het advies
om het vooral niet te zoeken in wijzigingen
van het Bondshandvest.
'Ir. Bon-gaerts stond lang stil bij de
vraag wat er nu met Vader Rijn moet ge
beuren, sinds Duitschland door de bestaande
regeling een streep haalde. Deze spreker
ried aan te streven naar het sluiten eener
veelzijdige internationale overeenkomst op
den grondslag van de in 1815 op het Weener-
congres aangenomen beginselen voor de
scheepvaart op internationale rivieren,
Had de hper Vliegen kenbaar gemaakt,
dat het geschil mét België over de kwestie
van de Maaswater-aftapping niet voor den
internationalenrechter gebracht had moe
ten worden, ir. Bongaerts scheen daar an
ders over te denken. Uit het betoog van den
s.-d. afgevaardigde stippen we nog aan, dat.
nu het helaas meer en meer schijnt te gaan
in de richting-van de tegenstelling tusschen
de pacifistisch democratische staten eener
zijds de fascistische anderzijds, z.i. volhar
ding in onze zelfstandigheidspolitie wellicht
niets steeds mogelijk zal blijven. Misschien
moeten we op een gegeven oogenbldk uit
lijfsbehoud bij een dezer groepen (hij meen
de natuurlijk bij eerstgenoemde) aansluiten.
Dit kan volgens hem ook t.o.v. ons defensie-
en bewapeningsvraagstuk consequenties met
zich meebrengen.
Tenslotte vermelden we nog, dat Ds.
Lingbeek het noodig achtte te waarschu
wen tegen het in zijn oogen voor kleine na
ties bestaande gevaar, dat zij in den Vol
kenbond, waarvan zij in geval van een con
flict geen heil zouden kunnen verwachten,
de dupe worden van de groote mogend
heden.
AVONDVERGADERING.
Financiën.
Het was duidelijk, dat geen der sprekers,
die zich vanavond lieten hooren oyer belas
tingen, nog op de collegebanken bij wijlen
Prof. Oppenheim, den lateren staatsraad,
hadden gezeten. Want deze placht als hoog-
leeraar in het staatsrecht zijn leerlingen bij
te brengen, dat voor hem, als goed burger,
de prettigste dag in het jaar was, wanneer
hij zijn belasting ging betalen. Hedenavond
was het vrijwel alles pleitreden voor afschaf
fing van verschillende belastingen, wat de
lïlok sloeg. Zoo wilden de heer v. d. Put
(R.-K.) en de heer IJzerman (s.-d.) aan
het invoerrecht op sigarettenpapier een ein
de gemaakt zien, onderhamen de heeren v.
d. We ij d en (r.-k.) en Weitkamp (c.h
een aanval op de grondbelasting, donr laatst
genoemden afgevaardigde beschouwd als
„een boerenbelasting van het ergste soort".
Voorts bepleitten de heeren v. d. Poll
(r.-k.) en v. d. We ij den (r.-k.) vrijstelling
voor poeliers van de omzetbelasting.
De Minister was echter, gelijk voor de
hand lag, niet scheutig met toezeggingen.
Zoo behoeft men van hem niet een voorstel
tot afschaffing van de grondbelasting te
verwachten, aangezien zij niet drukt on den
tegenwoordigen eigenaar en bovendien
de gemeenten en de provincies kunnen de
opcenten niet missen! Van alles wat Mr. Oud
in 't midden bracht, zal men alleen met ge
noegen vernomen hebben, dat er kans be
staat op verlaging van de accijnzen op bier
en gedistilleerd, denkbeeld o.m. aanbevolen
door den heer S c h i 11 h u i s (v.-dO Bij de
afdeeling „Dienst der belastingen een reeks
van personeels-beschouwingen. oomerkingen
over het gebruik van vuurwapenen tegen
smokkelaars, wat de Minister soms wel de
gelijk noodig acht. Al betreurt hij 't natuur
lijk als er iemand wordt doodgeschoten.
Tot zoover over dit niet zeer belangrijke be-
grootingsdebat.
E. v. R.
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij K. B. is met ingang van 15 December 1936
benoemd tot burgemeester der gemeente
Leeuwarderadeel: jhir. W. J. H. Hora Siccama,
met toekenning van gelijktijdig eervol ontslag
als burgemeester der gemeente Baarderadeel.
Wanneer er maar Cremolda
op de boterham is. En dan
deze verrukkelijke choco-
ladecrême kan dun ge
smeerd worden, zoodat
Cremolda ook nog zeer
voordeelig is. Groote pot
37V2 cent, plus statiegeld.
Verkrijgbaar in drie smaken'.
Vanille, Orange, Citroen.
Vraag vandaag bijv. eenr
Cremolda Vanille,
„een crème van chocolade"
(Adv. Ingez. Med.)
Het huwelijk van Prinses
Juliana.
Wetsontwerpen goedgekeurd.
Donderdag zijn uitgegeven:
Staatsblad no. 1, wet van 24 No
vember 1936, houdende goedkeuring
van het huwelijk van Prinses Juliana
en regeling van de toelating van ge
tuigen bij de voltrekking van dat hu
welijk, alsmede van eenige gevolgen
van deze echtverbintenis.
Staatsblad no. 2, wet van 24 No
vember 1936, houdende naturalisatie
van Prins Bernhard Leopold Frede-
rik Everhard Julius Coert Karei God
fried Pieter van Lippe-Biesterfeld en
regeling van eenige gevolgen dier
naturalisatie.
alle modellen uit voorraad leverbaar
SCHOTERWEG 1, TELEFOON 16659
(Adv. Ingez. Med.)
Twee auto's in botsing.
Eén doode, vier gewonden.
Donderdagmorgen te kwart voor
twaalf uur is op den weg Maasbracht-
Stevensweert onder Echt een zeer
ernstig autoongeluk gebeurd, waarbij
de heer M. Tops, secretaris van den
Limburgschen land- en tuinbouwbond
om het leven is gekomen en vier an
dere personen ernstig werden gewond.
Langs genoemden weg rijdt de tram van
de Limburgsche Tramweg Maatschappij, welke
op het tijdstip van het ongeluk juist pas
seerde. Als gevolg van het mistige weer sloeg
de rook van de tram sterk neer en benam
daardoor voor het verkeer op den naastlig-
genden rijweg het uitzicht. Hierdoor reed ver
moedelijk een uit de richting Maasbracht
komende vrachtauto van de onderneming
Schellings en Zoon te Rotterdam aan den lin
kerkant van den weg, juist op dat oogenblik
kwam echter uit de richting Echt een perso
nenauto, waarin gezeten waren de heeren M.
Dings consulent van de „Jonge Boeren" in
Limburg, M. Tops, secretaris van den Lim
burgschen Land- en Tuinbouwbond, J. Wil-
lems, directeur van .Landbouwbelang", M.
Ament, directeur van de gewestelijke tarwe-
organisatie en E. Verheggen, directeur van de
Boeren- en Tuinders Onderlinge. De heeren
waren op weg naar huis en kwamen van de
begrafenis van emeritus pastoor Houben te
Stevensweert. De auto werd bestuurd door den
heer Dings en hield de rechterzijde van den
weg.
Beide wagens reden in volle vaart op el
kander. De gevolgen waren verschlkkelijk. De
heer Tops was er het ernstigst aan toe. Hij
had een ernstige schedelfractuur. De heer
Dings liep een ernstige hoofdwonde op, ter
wijl de heer Willems een been brak en de
andere inzittenden van de personenauto lich
tere kwetsuren opliepen.
Geestelijke en geneeskundige hulp was zeer
spoedig ter plaatse. De heer Tops overleed
enkele oogenblikken nadat hem de sacramen
ten der stervenden waren toegediend.
Dr. Sonnen uit echt verbond de gewonder
waarna zij per ziekenauto naar Roermom
werden overgebracht.
Dubbel auto-ongeluk te Laren.
Tegen twee stilstaande auto's
gebotst.
Vier personen gewond.
Donderdagavond heeft op den
nieuwen rijksweg te Laren een dubbel
auto-ongeluk plaats gehad, waardoor
vier personen werden gewond, van
wie 1 ernstig.
Even voorbij de Vredelaan stond op den
rijksweg een vrachtauto met aanhangwagen
stil, welke bestuurd werd door H. Faassen uit
Steyl (L.) Uit de richting Baarn kwam een
personenauto, waarin zaten de heer en mevr.
Land uit Amersfoort, hun kind en nog een
dame. De heer Land, die chauffeerde, had de
vrachtauto waarschijnlijk te laat gezien en
reed ertegen op. Hij kreeg ernstige kneuzingen
terwijl zijn echtgenoote een ernstige hoofd
wonde en een hersenschudding opliep. De
andere dame die te Laren woont, liep eveneens
een hersenschudding op, terwijl het kind on
gedeerd bleef. De heer en mevr. L. zijn naar
het R.K. ziekenhuis St. Jan overgebracht.
Even later kwam uit de richting Amsterdam
een vrachtauto, bestuurd door den broer van
den chauffeur van de aangereden vrachtauto.
Hij stopte en plaatste zijn wagen aan de
rechterzijde, dus aan den overkant, van den
weg. Weer even later kwam een truck met
aanhangwagen eveneens uit de richting Am
sterdam, bestuurd door J. H. Bolland uit
Zutphen, die tegen de achterzijde van de stil
staande vrachtauto opreed. De truck met aan
hangwagen schoof over den weg en kwam
in een greppel terecht, De truck werd geheel
vernield. De chauffeur kwam met den schrik
vrij, doch de knecht, een zekere Franken uit
Zutphen, die naast hem zat, werd uit de
cabine geslingerd en liep een ontwrichting
van den rechter arm, een kneuzing van de
borstkas, en een gebroken rechter bovenbeen
op. Hij werd in zeer ernstigen toestand per
ziekenauto eveneens naar het bovengenoemd
ziekenhuis vervoerd.
Voor Duitschland zijn
triptieken noodig.
In een door het Duitsehe Verkeersbureau
aan de pers verstrekt bericht, wordt mede
gedeeld, dat buitenlandsche automobilisten
bij' een bezoek aan Duitschland van 1 Jan.
a.s. af geen triptiek meer noodig zouden
hebhen.
De AjN.W-B. vestigt er de aandacht op, dat
dit bericht niet juist is. Voor een bezoek aan
Duitschland blijft een triptiek vereischt.
Oplichting van een weduwe.
Twee Hagenaars aangehouden.
Wegens oplichting, ten nadeele van een te
Capelle a. d. IJssel wonende weduwe gepleegd,
heeft de rijkspolitie twee Hagenaars aange
houden, de 32-jarige G. H. en de 38-jarige
A. W. A. A.
Beiden zijn naar Capelle a.d. IJssel overge
bracht. waar zij voor den burgemeester geleid
zijn, Omtrent den aard der oplichting, waar
mede een vrij groot bedrag gemoeid zou zijn,
kon men ons nog geen nadere mededeeling
doen, aangezien het onderzoek nog in vollen
gang is. De mogelijkheid bestaat dat nog
meer aanhoudingen volgen zullen (A.N.P.)
Heymans en Sluiter op den
terugweg.
PENANG, 26 Nov. (A.N.P.) De sport-
vliegers Heijmans en Sluiter die op zoo suc
cesvolle wijze naar Oost-Indië zijn gevlogen,
hebben vanmorgen de terugreis naar het va
derland aanvaard.
Om 7.10 uur plaatselijken tijd stegen zij te
Batavia op en bereikten vanmorgen Palem-
bang, vanwaar zij om 9.45 vertrokken naar
Singapore. Deze plaats werd om 13.07 ver
laten en de tocht werd voortgezet naar Alor-
star, waar men om 18.00 uur plaatselijken
tijd aankwam. Onderweg hadden de sport
vliegers mooi weer. Morgen zullen zij verder
vliegen.
K. L. M.-avondvluchten in den
winter.
Toenemend passagiersvervoer.
De K. L. M. heeft dit jaar besloten ooh in den
winter verschillende late diensten naar en van
het buitenland te handhaven. In deze dagen
van herfststormen, mist en regen, gaat het
luchtverkeer vrijwel ononderbroken voort en
de perfectionneering van het nachtvliegen
leidt ertoe, dat een steeds drukker gebruik
wordt gemaakt van de avondvexbmdingen, die
immers zulk een prachtige gelegenheid schep
pen om voor een noodzakelijke bespreking naar
het buitenland te vertrekken nadat de dagtaak
op het eigen kantoor is volbracht of om na
afloop van een conferentie in een buitenland
sche hoofdstad nog denzelfdeai avond naar
huis terug te kunnen keeren.
Hoe groot het aantal reizigers is, dat juist
in deze gure herfstdagen den voorkeur geeft
aan een snelle reis in de comfortabele, beschut
te cabine van de Douglas-machine boven een
andere reismethode, blijkt wel uit de stati
stieken der K. L. M. over- de eerste zeven we
ken sedert het ingaan van den winterdienst,
dus van 3 October tot 21 November.
De bezettingsgraad van het avondvliegtuig
naar Londen, dat des avonds te 5 uur van
Schiphol vertrekt, bedroeg in deze periode
78,4 procent, d.w.z. dat er gemiddeld van de 14
plaatsen in de Douglas elf bezet waren, Het
vliegtuig in omgekeerde richting, dat des
avonds 6 uur van Croydon naar Schiphol ver
trekt (men kan dus tot ongeveer 5 uur in Lon
den zijn zaken afdoen) had een bezettings
graad van 73 procent dus gemiddeld 10 van "de
14 stoelen bezet.
En de overgebleven vervoerscapaciteit bleef
niet ongebruikt maar werd grootendeels pro
ductief gemaakt door het meevoeren van groo
te hoeveelheden post en vracht.
De nog betrekkelijk jonge dienst op Frank-
°urt, heeft gemiddeld acht stoelen per vlïeg-
uig bezet, en ook het verkeer naar Parijs, Ber-
ijn en Malmö is in vergelijking met vorige
iaren gestegen.
Een halve eeuw geleden
Uit Haarlem's Dagblad van 188b
27 November:
Ten blijke van 'sKonings groote be
langstelling in de hoenderteelt wordt
medegedeeld, dat voor rekening van
Z.M. in den Planten- en Vogeltuin te
Arnhem een jongmensch tot pluimgraaf
wordt opgeleid, en de Koning daarbij
den wensch uitte, dat zijn voorbeeld
door anderen moge worden gevolgd. De
directie zoude dan ook, bij genoegzame
deelneming, het plan hebben, een school
op te richten tot practische opleiding
voor tuinman en pluimgraaf, zoo moge
lijk als vervolg en in aansluiting op de
meer theoretische tuinbouwscholen
„Linnaeus" en „Generaal van Swieten",
en daar het tot dusverre in ons land aan
een gelegenheid ontbreekt, waar latere
tuinlieden voor groote buitenplaatsen
zich practisch kunnen bekwamen in de
verzorging der meestal aan hunne zorgen
toevertrouwd wordende hoenders en
ander pluimvee, zou dit plan in een be
staande behoefte kunnen voorzien.
Een onderhoud met den hoogleeraar
Vol lof over onze Marine.
In „De Bremberg", zijn prachtig gelegen wo
ning aan de Potgieterlaan te Amersfoort,
heeft prof. dr. ir. F. A. Vening Meinesz ons
het een en ander verteld naar aanleiding van
den tocht, dien hij met Hr. Ms. „O. XVI" in
de eerste maanden van het nieuwe jaar op
den Atlantischen Oceaan zal maken.
Gezeten in zijn ruime studeerkamer, welke
uitziet op de Geldersche vallei, heeft de ge
leerde ons een overzicht gegeven van de
reizen, die hij aan boord van onderzeeërs in
de afgeloopen jaren in dienst van de weten
schap heeft ondernomen en ons bovendien
enkele bijzonderheden medegedeeld over zijn
wetenschappelijken arbeid.
„Uw hoeveelste reis wordt dit, professor?"
F.en glimlach.
„Dat kan ik niet zoo dadelijk zeggen. Maar
laat eens kijken: in 1923 ben ik met m'n on
derwatertochten" begonnen. U moet weten,
dat het uiterst bezwaarlijk is, zwaartekracht
onderzoekingen te land te verrichten, Dat
geldt in het bijzonder voor een groot deel van
Nederland, waar de bodem daarvoor te
„slap" is en te veel beweegt. Gewone schepen
zijn er evenmin toe geschikt, omdat zij even
eens te zeer aan beweging onderhevig zijn.
Bij eer. onderzeeboot vervalt dit bezwaar wel-
is waar niet geheel, maar dan toch voor een
groot deel. Vandaar, dat ik de laatste jaren
steeds van duikbooten gebruik heb gemaakt."
„Maar om op mijn zeereizen terug te ko
men. In 1923 trok ik er op uit met de ,,K. II"
De boot was op de uitreis naar Indië en de
tocht heeft waardevolle resultaten opgele
verd."
„Enkele jaren later was er een nieuw toe
stel voor zwaartekrachtmetingen gecon
strueerd en de marine-autoriteiten verklaar
den zich dadelijk bereid, mij in de gelegen
heid te stellen, het te beproeven, dat ge
beurde in 1925, op de „K. XI" die ook op de
uitreis naar onze Oost was. Dien tocht maak
te ik echter slechts mee tot Port Said."
„Een jaar later ging ik met de ,.K. XIII" via
het Panamakanaal naar Indië. Niet minder
dan 6V2 maand duurde de reis".
„In 1928 onderzocht ik, op uitnoodiging van
het Carnegie Institution, aan boord van een
Amerikaanschen onderzeeër, de S 21", de
West-Indische wateren. In 1929 en 1930
maakte ik drie reizen door onze Oost, in 1931
ging ik met de ..O. XII" de Noordzee op en in
de eerste maanden van het volgende jaar met
de ,,S. 48" weer een Amerikaansche „schuit",
naar West-Indië. In den zomer van 1932 ging
het met de „O XIII" naar de Azoren. Madei
ra, enz. en in den winter van 1933 met een
Fransche boot naar de Middellandsche Zee.
Deze laatsten tocht maakte ik mee om een
collega in te werken. En toen kwam de tocht
met de „K. XVIII". waarover ik u wel niet veel
meer zal behoeven te vertellen."
„Het toestel professor, dat u gebruikte
„Dat was een slingerapparaat. Maar niet zoo
een als men vroeger had, met één enkelen
slinger, maar met meer slingers, waardoor al
le bijkomstige effecten worden geëlimineerd.
U begrijpt hoe noodzakelijk dat is, want de
slingeringen zijn vaak buitengewoon gering.".
Het apparaat, waarvan hier sprake is, is
door prof. Vening Meinesz zelf ontworpen en
vervaardigd door den chef-instrumentmaker
Van Rest. van het meteorologisch Instituut
te de Bilt.
„Hoeveel mijlen hebt u zoo ongeveer al
gevaren, professor?"
„Dat heeft juist dezer dagen een kennis
voor me uitgerekend: Als ik deze reis achter
den rug heb, dan zal ik er zoo'n 100.000 mijl
op hebben zitten: 4J/2 maal om de aarde."
De hoogleeraar was als steeds, vol lof over
de marine.
De route van de „O. XVI" is in hoofdzaak
door prof. Vening Meinesz zelf ontworpen,
alleen de havens zijn door de marine aange
geven. Het gedeelte van den Atlantischen
Oceaan rondom de Azoren is op vorige toch
ten reeds „verkend". De route van de „O XVI"
gaat ook over dit gebied. Men treft er hier en
daar „gaten" van 6000 a 6500 M. diepte aan,
waaromtrent nog niet veel bekend is. Prof.
Vening Meinisz hoopt thans te onderzoeken,
of de Middel-Atlantische rug een plooiingsge-
bergte is, zooals de Andes, de Himalaya, de
Alpen, of een zuiver vulkanisch gebied. Daar
naast zal men zich bezig houden met loodin
gen.
Wij merkten tenslotte nog op dat het voor
den professor wel „kort dag" was, nu de offi-
cieele toestemming voor het meemaken van
de reis met de „O. XVI" eerst dezer dagen is
verleend, terwijl de tocht, naar men weet, 11
Januari reeds aanvangt.
„Inderdaad, er moet nog heel wat werk
worden verzet voor m'n vertrek. Maar en
wijst u daar vooral op dat alles wordt mij
veel vergemakkelijkt door de enorme mede
werking, die de marine mij verleent. Mijn
dankbaarheid daarvoor, en voor haar mede
werking bij vroegere' gelegenheden, is wer
kelijk niet in woorden uit te drukken".