Verlaging van accijns in zicht? Cremolda MH' ,,'t Gaat erin als koek!" SITTE RS&"/d KAR Tram oorzaak van ernstig ongeluk. Prof. Vening Memesz over zijn nieuwen tocht. VRIJDAG 27 NOVEMBER 1936 HAAECE M'S DAGBE A D' 3 TWEEDE KAMER. Begrooting van Handel, Nijverheid en Scheepvaart aangenomen. Hulp voor de K. H. L.- gepensionneerden. DEN HAAG Donderdag. In het begin van de vergadering had de voor zitter reeds „liet groote gebeuren", te weten de komst van Prins Bernhard, aangekondigd. Het moest vooral heelemaal onofficieel gaan en men zou den hoogen bezoeker in de Presidents loge, die dan ook niet officieel ontvangen zou worden, het meeste genoegen doen met van zijn aanwezigheid geen notitie te nemen. Hier van namen zoowel de afgevaardigden als de verdere aanwezigen goed nota, al blijft het na tuurlijk de vraag, of er niet eenige gasten op de gereserveerde tribune verschenen, die, toen ce van dit zeldzame „schouwspel" vernomen hadden, zich Kamerwaar.ts spoedden, meer uit belangstelling voor den a.s. Prins-Gemaal dan voor Minister Ge- issen, die op keurige ivijze de meer dan 20 sprekers over de begroo ,ing van Handel, Nij- /erheid en Scheepvaart oeantwoordde. Zijn beleid op het ge- 5ied van onze handels politiek verdedigend, vees hij er op dat /ooral in en door de crisisjaren twee doel- (e.'k. siantop.) pinden op den voor grond zijn gekomen: eenerzijds bescherming van onze industrie, anderzijds de bevordering van den uitvoer. De Minister verklaarde, dat contingenteeringen nog onmisbaar zijn, terwijl zij bovendien beteekenis hebben als troeven bij handelspolitieke onderhandelingen. Om ons land nog sterker -te doen staan en om ons handolspolitie k-arsenaal uit te brei den, is er een wetsontwerp op stapel gezet, dat o.a. door opheffing van leemten, die nu nog in verschillende crisiswetten voorkomen, onze onderhandelaars sterker zal doen staan. Uitvoerig sprak Mr. Gelissen over het vraag stuk van de industrialisatie, waaronder hij verstaat het inpassen van de fabrie'ksuitbrei- ding en het scheppen van nieuwe industrieën in 'het Nederlandsche economische leven, met in achtneming van wat hier historisch ge groeid is. Opnieuw liet de Minister niet na te onder strepen, dat men van de industrialisatie toch heusch geen te groote resultaten met be trekking tot de werkloosheid moet verwachten. Hiervoor is bovenal uitvoering van groote werken noodig en het werkloosheidsprobleem is z.i. alleen oplosbaar, wanneer men bereid en in staat is tot vermindering van werktijd over te gaan, naar mate machinale arbeid den han denarbeid vervangt. Na met een aantal cijfers te hebben aange toond"/ dat er ook al heel wat dank zij 't werk fonds ondernomen is, verweerde de Minister zich tegen hen, die vonden dat men te weinig en te langzaam voor den Middenstand werk zaam is. Hij toonde ook den moed om „neen" te zeggen. Zoo b.v. wat betreft het hier en daar geuite, door geen enkelen rechtsgrond ge steund, verlangen om de ontwikkeling van het groot-winkelbedrijf met behulp van wette lijke maatregelen tegen te houden. Evenmin krijgen die Middenstanders, welke het cadeau stelsel met behulp "van vader „Wetgever" wil len om hals brengen, hun zin: voor zoover het hier te lande voortgebrachte geschenken be treft, ware zulk een verbod trouwens in strijd met de belangen van de Nederlandsche in dustrie. Van Middenstand en Handel in het alge meen kwam de Minister bij de Scheepvaart te recht en dan allereerst bij de binnenschippe- rij. Hij is bereid intrekking van de wet op de Evenredige Vrachtverdeeling te overwegen, zou dat eigenlijk gaarne doen, doch dan moet er ■voor de pl.m. 4000 buiten werk komende bin nenschippers een steunregeling geschapen worden, wat ongveer 2V2 millioen gulden per gaar zou vergen. Van de binnenschipperij naar de haven steden is, zeker in een ministerieel betoog, slechts een klein sprongetje. Op grond van merkwaardige cijfers kon de Kamer verne men, dat onze groote zeehavens zich sinds 1932 heel aardig ingeschakeld hebben in het internationale handelsverkeer, gelijk dit zich thans ontwikkeld heeft. In elk geval kan Mi nister Gelissen thans geen toezeggingen doen om ook aanstonds weer voor bijzonderen overheidssteun ten behoeve van Rotterdam (en Amsterdam) zorg te dragen. En wat de kwestie van de Rijnvaart-premies betreft, momenteel is er volgens het mede in dit op zicht voortdurend waakzaam oog van den Minister geen reden om onzerzijds met derge lijke premies te gaan werken, nu het Rijn- verkeer via Rotterdam een stijging vertoont. Aan het slot van .zijn rede, waarin hij nog t. a. v. het pensioengerechtigd personeel dei- Koninklijke Hollandsche Lloyd geruststel lende mededeelingen had gedaan (dank zij verkoop van eenige booten zal men de pen sioen-aanspraken volledig kunnen voldoen, terwijl de Regeering bovendien .bereid is hier wat voor te schieten), kan de Minister het genoegen smaken eenige bewijzen aan te voe ren voor zijn mede op oudejaar 1935 verkon digde stelling, dat er lichtpunten vallen waar te nemen. Een begin van herstel is onmisken baar aanwezig. En wat de toekomstige econo mische politiek aangaat, bleek Prof. Gelissen ter dege doordrongen van het gezonde in onze, historisch gegroeide, economische struc tuur, met den actieven diensten- en den pas sieven handelsbalans. Daarop is onze han delspolitiek gebouwd en daarop moet zij, ver schuivingen binnen haar kader daargelaten, gebouwd blijven. Aldus deze bewindsman, die spoedig hierna zijn begrooting z. h. St. zag aannemen. Hier aan ging echter een stemming vooraf over de motie-v. d. Tempel welke steun uit alle groote fracties, behalve uit die der c. h. en die der a. r. afgevaardigden ontving die de Regeering verzocht dank zij financieele medewerking het tot stand komen van een Amsterdamsche wereldtentoonstelling 1940 mogelijk te maken. De Minister had in eerste instantie warme sympathie voor het plan geuit, doch de 2y2 millioen gulden, die men gaarne uit de schat kist zou toegestaan krijgen (de totale kosten zijn op 4V2 millioen gulden geraamd), moes ten maar bijeenkomen uit vrijwillige bijdra gen van de burgerij. Als ieder een kwartje geeft en een aantal menschen bovendien nog wat meer opbrengen, is 't gewenschte bedrag in enkele maanden bijeen. Dit was een verma kelijk advies, doch meer kon de Minister niet doen omdat het kabinet het standpunt inneemt, dat het zijn opvolgers in dezen niet voor 'n voldongen feit meent te mogen stellen. Bij de replieken kwam de motie-v. d. Tempel te voorschijn. Mr. de Geer verklaarde, dat de grootst mogelijke meerderheid der c. h.- fractie tegen zou stem men, omdat het z.i. niet aanging der re geering een uitgave te willen opdringen, die zij zelf nog dezen mid dag met beslistheid had afgewezen. Ook de anti-revolutionnairen stemden evenals de Staatkundig Gereformeerden en ue Hervormd Staatkundigen tegen, doch de rest der Ka mer, waaronder eveneens Mej. Mr. Katz, wier Amsterdamsche hart het van het inzicht harer c. h.-vrienden won, hielp de motie met 5219 aannemen. Een uitslag, die minister Gelissen zelf niet onwelvallig geweest zal zijn, Want als wij goed zijn ingelicht, zal hem niets aangena mer zijn dan wanneer hij alsnog in het Ka binet den steun voor het tentoonstellings plan kan los krijgen! De rest van den middag was aan Buiten- landsche Zaken gewijd, waarbij het opviel, dat niet alleen de heer Vliegen (s.-d.), die zijn zwanenzang over dit begrootingshoofd- stuk liet hooren, aangezien hij zich niet her kiesbaar stelt, maar ook de heeren Rut gers v. Rozenburg (c.-h.) en Ir. Bon- g a erts (r.-k.), te kennen geven niets te voelen voor verzwakking van den Volken bond. Geen omzetting hiervan in een Bond van Staten, die alleen maar eens met elkaar overleg zullen plegen zonder dat op schen ding van de rechtsorde den Bond met dwang maatregelen (sancties) zal antwoorden. Geen schrapping dus van de sanctie-bepalingen, wat Minister de Graeff wel eens even als wellicht aanbevelenswaardig beschouwd schijnt te hebben. Genoemde spankers waren allerminst blind voor de, in 't bijzonder in de Italiaansch-Abessynische botsing onder vonden teleurstelingen. Dit belette hen ech ter niet het hier aangegeven standpunt in te nemen, waarmee gepaard ging het advies om het vooral niet te zoeken in wijzigingen van het Bondshandvest. 'Ir. Bon-gaerts stond lang stil bij de vraag wat er nu met Vader Rijn moet ge beuren, sinds Duitschland door de bestaande regeling een streep haalde. Deze spreker ried aan te streven naar het sluiten eener veelzijdige internationale overeenkomst op den grondslag van de in 1815 op het Weener- congres aangenomen beginselen voor de scheepvaart op internationale rivieren, Had de hper Vliegen kenbaar gemaakt, dat het geschil mét België over de kwestie van de Maaswater-aftapping niet voor den internationalenrechter gebracht had moe ten worden, ir. Bongaerts scheen daar an ders over te denken. Uit het betoog van den s.-d. afgevaardigde stippen we nog aan, dat. nu het helaas meer en meer schijnt te gaan in de richting-van de tegenstelling tusschen de pacifistisch democratische staten eener zijds de fascistische anderzijds, z.i. volhar ding in onze zelfstandigheidspolitie wellicht niets steeds mogelijk zal blijven. Misschien moeten we op een gegeven oogenbldk uit lijfsbehoud bij een dezer groepen (hij meen de natuurlijk bij eerstgenoemde) aansluiten. Dit kan volgens hem ook t.o.v. ons defensie- en bewapeningsvraagstuk consequenties met zich meebrengen. Tenslotte vermelden we nog, dat Ds. Lingbeek het noodig achtte te waarschu wen tegen het in zijn oogen voor kleine na ties bestaande gevaar, dat zij in den Vol kenbond, waarvan zij in geval van een con flict geen heil zouden kunnen verwachten, de dupe worden van de groote mogend heden. AVONDVERGADERING. Financiën. Het was duidelijk, dat geen der sprekers, die zich vanavond lieten hooren oyer belas tingen, nog op de collegebanken bij wijlen Prof. Oppenheim, den lateren staatsraad, hadden gezeten. Want deze placht als hoog- leeraar in het staatsrecht zijn leerlingen bij te brengen, dat voor hem, als goed burger, de prettigste dag in het jaar was, wanneer hij zijn belasting ging betalen. Hedenavond was het vrijwel alles pleitreden voor afschaf fing van verschillende belastingen, wat de lïlok sloeg. Zoo wilden de heer v. d. Put (R.-K.) en de heer IJzerman (s.-d.) aan het invoerrecht op sigarettenpapier een ein de gemaakt zien, onderhamen de heeren v. d. We ij d en (r.-k.) en Weitkamp (c.h een aanval op de grondbelasting, donr laatst genoemden afgevaardigde beschouwd als „een boerenbelasting van het ergste soort". Voorts bepleitten de heeren v. d. Poll (r.-k.) en v. d. We ij den (r.-k.) vrijstelling voor poeliers van de omzetbelasting. De Minister was echter, gelijk voor de hand lag, niet scheutig met toezeggingen. Zoo behoeft men van hem niet een voorstel tot afschaffing van de grondbelasting te verwachten, aangezien zij niet drukt on den tegenwoordigen eigenaar en bovendien de gemeenten en de provincies kunnen de opcenten niet missen! Van alles wat Mr. Oud in 't midden bracht, zal men alleen met ge noegen vernomen hebben, dat er kans be staat op verlaging van de accijnzen op bier en gedistilleerd, denkbeeld o.m. aanbevolen door den heer S c h i 11 h u i s (v.-dO Bij de afdeeling „Dienst der belastingen een reeks van personeels-beschouwingen. oomerkingen over het gebruik van vuurwapenen tegen smokkelaars, wat de Minister soms wel de gelijk noodig acht. Al betreurt hij 't natuur lijk als er iemand wordt doodgeschoten. Tot zoover over dit niet zeer belangrijke be- grootingsdebat. E. v. R. UIT DE STAATSCOURANT. Bij K. B. is met ingang van 15 December 1936 benoemd tot burgemeester der gemeente Leeuwarderadeel: jhir. W. J. H. Hora Siccama, met toekenning van gelijktijdig eervol ontslag als burgemeester der gemeente Baarderadeel. Wanneer er maar Cremolda op de boterham is. En dan deze verrukkelijke choco- ladecrême kan dun ge smeerd worden, zoodat Cremolda ook nog zeer voordeelig is. Groote pot 37V2 cent, plus statiegeld. Verkrijgbaar in drie smaken'. Vanille, Orange, Citroen. Vraag vandaag bijv. eenr Cremolda Vanille, „een crème van chocolade" (Adv. Ingez. Med.) Het huwelijk van Prinses Juliana. Wetsontwerpen goedgekeurd. Donderdag zijn uitgegeven: Staatsblad no. 1, wet van 24 No vember 1936, houdende goedkeuring van het huwelijk van Prinses Juliana en regeling van de toelating van ge tuigen bij de voltrekking van dat hu welijk, alsmede van eenige gevolgen van deze echtverbintenis. Staatsblad no. 2, wet van 24 No vember 1936, houdende naturalisatie van Prins Bernhard Leopold Frede- rik Everhard Julius Coert Karei God fried Pieter van Lippe-Biesterfeld en regeling van eenige gevolgen dier naturalisatie. alle modellen uit voorraad leverbaar SCHOTERWEG 1, TELEFOON 16659 (Adv. Ingez. Med.) Twee auto's in botsing. Eén doode, vier gewonden. Donderdagmorgen te kwart voor twaalf uur is op den weg Maasbracht- Stevensweert onder Echt een zeer ernstig autoongeluk gebeurd, waarbij de heer M. Tops, secretaris van den Limburgschen land- en tuinbouwbond om het leven is gekomen en vier an dere personen ernstig werden gewond. Langs genoemden weg rijdt de tram van de Limburgsche Tramweg Maatschappij, welke op het tijdstip van het ongeluk juist pas seerde. Als gevolg van het mistige weer sloeg de rook van de tram sterk neer en benam daardoor voor het verkeer op den naastlig- genden rijweg het uitzicht. Hierdoor reed ver moedelijk een uit de richting Maasbracht komende vrachtauto van de onderneming Schellings en Zoon te Rotterdam aan den lin kerkant van den weg, juist op dat oogenblik kwam echter uit de richting Echt een perso nenauto, waarin gezeten waren de heeren M. Dings consulent van de „Jonge Boeren" in Limburg, M. Tops, secretaris van den Lim burgschen Land- en Tuinbouwbond, J. Wil- lems, directeur van .Landbouwbelang", M. Ament, directeur van de gewestelijke tarwe- organisatie en E. Verheggen, directeur van de Boeren- en Tuinders Onderlinge. De heeren waren op weg naar huis en kwamen van de begrafenis van emeritus pastoor Houben te Stevensweert. De auto werd bestuurd door den heer Dings en hield de rechterzijde van den weg. Beide wagens reden in volle vaart op el kander. De gevolgen waren verschlkkelijk. De heer Tops was er het ernstigst aan toe. Hij had een ernstige schedelfractuur. De heer Dings liep een ernstige hoofdwonde op, ter wijl de heer Willems een been brak en de andere inzittenden van de personenauto lich tere kwetsuren opliepen. Geestelijke en geneeskundige hulp was zeer spoedig ter plaatse. De heer Tops overleed enkele oogenblikken nadat hem de sacramen ten der stervenden waren toegediend. Dr. Sonnen uit echt verbond de gewonder waarna zij per ziekenauto naar Roermom werden overgebracht. Dubbel auto-ongeluk te Laren. Tegen twee stilstaande auto's gebotst. Vier personen gewond. Donderdagavond heeft op den nieuwen rijksweg te Laren een dubbel auto-ongeluk plaats gehad, waardoor vier personen werden gewond, van wie 1 ernstig. Even voorbij de Vredelaan stond op den rijksweg een vrachtauto met aanhangwagen stil, welke bestuurd werd door H. Faassen uit Steyl (L.) Uit de richting Baarn kwam een personenauto, waarin zaten de heer en mevr. Land uit Amersfoort, hun kind en nog een dame. De heer Land, die chauffeerde, had de vrachtauto waarschijnlijk te laat gezien en reed ertegen op. Hij kreeg ernstige kneuzingen terwijl zijn echtgenoote een ernstige hoofd wonde en een hersenschudding opliep. De andere dame die te Laren woont, liep eveneens een hersenschudding op, terwijl het kind on gedeerd bleef. De heer en mevr. L. zijn naar het R.K. ziekenhuis St. Jan overgebracht. Even later kwam uit de richting Amsterdam een vrachtauto, bestuurd door den broer van den chauffeur van de aangereden vrachtauto. Hij stopte en plaatste zijn wagen aan de rechterzijde, dus aan den overkant, van den weg. Weer even later kwam een truck met aanhangwagen eveneens uit de richting Am sterdam, bestuurd door J. H. Bolland uit Zutphen, die tegen de achterzijde van de stil staande vrachtauto opreed. De truck met aan hangwagen schoof over den weg en kwam in een greppel terecht, De truck werd geheel vernield. De chauffeur kwam met den schrik vrij, doch de knecht, een zekere Franken uit Zutphen, die naast hem zat, werd uit de cabine geslingerd en liep een ontwrichting van den rechter arm, een kneuzing van de borstkas, en een gebroken rechter bovenbeen op. Hij werd in zeer ernstigen toestand per ziekenauto eveneens naar het bovengenoemd ziekenhuis vervoerd. Voor Duitschland zijn triptieken noodig. In een door het Duitsehe Verkeersbureau aan de pers verstrekt bericht, wordt mede gedeeld, dat buitenlandsche automobilisten bij' een bezoek aan Duitschland van 1 Jan. a.s. af geen triptiek meer noodig zouden hebhen. De AjN.W-B. vestigt er de aandacht op, dat dit bericht niet juist is. Voor een bezoek aan Duitschland blijft een triptiek vereischt. Oplichting van een weduwe. Twee Hagenaars aangehouden. Wegens oplichting, ten nadeele van een te Capelle a. d. IJssel wonende weduwe gepleegd, heeft de rijkspolitie twee Hagenaars aange houden, de 32-jarige G. H. en de 38-jarige A. W. A. A. Beiden zijn naar Capelle a.d. IJssel overge bracht. waar zij voor den burgemeester geleid zijn, Omtrent den aard der oplichting, waar mede een vrij groot bedrag gemoeid zou zijn, kon men ons nog geen nadere mededeeling doen, aangezien het onderzoek nog in vollen gang is. De mogelijkheid bestaat dat nog meer aanhoudingen volgen zullen (A.N.P.) Heymans en Sluiter op den terugweg. PENANG, 26 Nov. (A.N.P.) De sport- vliegers Heijmans en Sluiter die op zoo suc cesvolle wijze naar Oost-Indië zijn gevlogen, hebben vanmorgen de terugreis naar het va derland aanvaard. Om 7.10 uur plaatselijken tijd stegen zij te Batavia op en bereikten vanmorgen Palem- bang, vanwaar zij om 9.45 vertrokken naar Singapore. Deze plaats werd om 13.07 ver laten en de tocht werd voortgezet naar Alor- star, waar men om 18.00 uur plaatselijken tijd aankwam. Onderweg hadden de sport vliegers mooi weer. Morgen zullen zij verder vliegen. K. L. M.-avondvluchten in den winter. Toenemend passagiersvervoer. De K. L. M. heeft dit jaar besloten ooh in den winter verschillende late diensten naar en van het buitenland te handhaven. In deze dagen van herfststormen, mist en regen, gaat het luchtverkeer vrijwel ononderbroken voort en de perfectionneering van het nachtvliegen leidt ertoe, dat een steeds drukker gebruik wordt gemaakt van de avondvexbmdingen, die immers zulk een prachtige gelegenheid schep pen om voor een noodzakelijke bespreking naar het buitenland te vertrekken nadat de dagtaak op het eigen kantoor is volbracht of om na afloop van een conferentie in een buitenland sche hoofdstad nog denzelfdeai avond naar huis terug te kunnen keeren. Hoe groot het aantal reizigers is, dat juist in deze gure herfstdagen den voorkeur geeft aan een snelle reis in de comfortabele, beschut te cabine van de Douglas-machine boven een andere reismethode, blijkt wel uit de stati stieken der K. L. M. over- de eerste zeven we ken sedert het ingaan van den winterdienst, dus van 3 October tot 21 November. De bezettingsgraad van het avondvliegtuig naar Londen, dat des avonds te 5 uur van Schiphol vertrekt, bedroeg in deze periode 78,4 procent, d.w.z. dat er gemiddeld van de 14 plaatsen in de Douglas elf bezet waren, Het vliegtuig in omgekeerde richting, dat des avonds 6 uur van Croydon naar Schiphol ver trekt (men kan dus tot ongeveer 5 uur in Lon den zijn zaken afdoen) had een bezettings graad van 73 procent dus gemiddeld 10 van "de 14 stoelen bezet. En de overgebleven vervoerscapaciteit bleef niet ongebruikt maar werd grootendeels pro ductief gemaakt door het meevoeren van groo te hoeveelheden post en vracht. De nog betrekkelijk jonge dienst op Frank- °urt, heeft gemiddeld acht stoelen per vlïeg- uig bezet, en ook het verkeer naar Parijs, Ber- ijn en Malmö is in vergelijking met vorige iaren gestegen. Een halve eeuw geleden Uit Haarlem's Dagblad van 188b 27 November: Ten blijke van 'sKonings groote be langstelling in de hoenderteelt wordt medegedeeld, dat voor rekening van Z.M. in den Planten- en Vogeltuin te Arnhem een jongmensch tot pluimgraaf wordt opgeleid, en de Koning daarbij den wensch uitte, dat zijn voorbeeld door anderen moge worden gevolgd. De directie zoude dan ook, bij genoegzame deelneming, het plan hebben, een school op te richten tot practische opleiding voor tuinman en pluimgraaf, zoo moge lijk als vervolg en in aansluiting op de meer theoretische tuinbouwscholen „Linnaeus" en „Generaal van Swieten", en daar het tot dusverre in ons land aan een gelegenheid ontbreekt, waar latere tuinlieden voor groote buitenplaatsen zich practisch kunnen bekwamen in de verzorging der meestal aan hunne zorgen toevertrouwd wordende hoenders en ander pluimvee, zou dit plan in een be staande behoefte kunnen voorzien. Een onderhoud met den hoogleeraar Vol lof over onze Marine. In „De Bremberg", zijn prachtig gelegen wo ning aan de Potgieterlaan te Amersfoort, heeft prof. dr. ir. F. A. Vening Meinesz ons het een en ander verteld naar aanleiding van den tocht, dien hij met Hr. Ms. „O. XVI" in de eerste maanden van het nieuwe jaar op den Atlantischen Oceaan zal maken. Gezeten in zijn ruime studeerkamer, welke uitziet op de Geldersche vallei, heeft de ge leerde ons een overzicht gegeven van de reizen, die hij aan boord van onderzeeërs in de afgeloopen jaren in dienst van de weten schap heeft ondernomen en ons bovendien enkele bijzonderheden medegedeeld over zijn wetenschappelijken arbeid. „Uw hoeveelste reis wordt dit, professor?" F.en glimlach. „Dat kan ik niet zoo dadelijk zeggen. Maar laat eens kijken: in 1923 ben ik met m'n on derwatertochten" begonnen. U moet weten, dat het uiterst bezwaarlijk is, zwaartekracht onderzoekingen te land te verrichten, Dat geldt in het bijzonder voor een groot deel van Nederland, waar de bodem daarvoor te „slap" is en te veel beweegt. Gewone schepen zijn er evenmin toe geschikt, omdat zij even eens te zeer aan beweging onderhevig zijn. Bij eer. onderzeeboot vervalt dit bezwaar wel- is waar niet geheel, maar dan toch voor een groot deel. Vandaar, dat ik de laatste jaren steeds van duikbooten gebruik heb gemaakt." „Maar om op mijn zeereizen terug te ko men. In 1923 trok ik er op uit met de ,,K. II" De boot was op de uitreis naar Indië en de tocht heeft waardevolle resultaten opgele verd." „Enkele jaren later was er een nieuw toe stel voor zwaartekrachtmetingen gecon strueerd en de marine-autoriteiten verklaar den zich dadelijk bereid, mij in de gelegen heid te stellen, het te beproeven, dat ge beurde in 1925, op de „K. XI" die ook op de uitreis naar onze Oost was. Dien tocht maak te ik echter slechts mee tot Port Said." „Een jaar later ging ik met de ,.K. XIII" via het Panamakanaal naar Indië. Niet minder dan 6V2 maand duurde de reis". „In 1928 onderzocht ik, op uitnoodiging van het Carnegie Institution, aan boord van een Amerikaanschen onderzeeër, de S 21", de West-Indische wateren. In 1929 en 1930 maakte ik drie reizen door onze Oost, in 1931 ging ik met de ..O. XII" de Noordzee op en in de eerste maanden van het volgende jaar met de ,,S. 48" weer een Amerikaansche „schuit", naar West-Indië. In den zomer van 1932 ging het met de „O XIII" naar de Azoren. Madei ra, enz. en in den winter van 1933 met een Fransche boot naar de Middellandsche Zee. Deze laatsten tocht maakte ik mee om een collega in te werken. En toen kwam de tocht met de „K. XVIII". waarover ik u wel niet veel meer zal behoeven te vertellen." „Het toestel professor, dat u gebruikte „Dat was een slingerapparaat. Maar niet zoo een als men vroeger had, met één enkelen slinger, maar met meer slingers, waardoor al le bijkomstige effecten worden geëlimineerd. U begrijpt hoe noodzakelijk dat is, want de slingeringen zijn vaak buitengewoon gering.". Het apparaat, waarvan hier sprake is, is door prof. Vening Meinesz zelf ontworpen en vervaardigd door den chef-instrumentmaker Van Rest. van het meteorologisch Instituut te de Bilt. „Hoeveel mijlen hebt u zoo ongeveer al gevaren, professor?" „Dat heeft juist dezer dagen een kennis voor me uitgerekend: Als ik deze reis achter den rug heb, dan zal ik er zoo'n 100.000 mijl op hebben zitten: 4J/2 maal om de aarde." De hoogleeraar was als steeds, vol lof over de marine. De route van de „O. XVI" is in hoofdzaak door prof. Vening Meinesz zelf ontworpen, alleen de havens zijn door de marine aange geven. Het gedeelte van den Atlantischen Oceaan rondom de Azoren is op vorige toch ten reeds „verkend". De route van de „O XVI" gaat ook over dit gebied. Men treft er hier en daar „gaten" van 6000 a 6500 M. diepte aan, waaromtrent nog niet veel bekend is. Prof. Vening Meinisz hoopt thans te onderzoeken, of de Middel-Atlantische rug een plooiingsge- bergte is, zooals de Andes, de Himalaya, de Alpen, of een zuiver vulkanisch gebied. Daar naast zal men zich bezig houden met loodin gen. Wij merkten tenslotte nog op dat het voor den professor wel „kort dag" was, nu de offi- cieele toestemming voor het meemaken van de reis met de „O. XVI" eerst dezer dagen is verleend, terwijl de tocht, naar men weet, 11 Januari reeds aanvangt. „Inderdaad, er moet nog heel wat werk worden verzet voor m'n vertrek. Maar en wijst u daar vooral op dat alles wordt mij veel vergemakkelijkt door de enorme mede werking, die de marine mij verleent. Mijn dankbaarheid daarvoor, en voor haar mede werking bij vroegere' gelegenheden, is wer kelijk niet in woorden uit te drukken".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 5