WO©
mouw
imm
DE VROUW IN DE XXe EEUW
Wintersporttrui.
DONDERDAG 10 DECEMBER 1936
HAARDE M'S DAGBEAD
10
ONZE KNIPPATRONEN
No. 772: gekleede, zeer gemakkelijk te ver
vaardigen japon van wollen stof. De mouwen
zijn aan het blousje geknipt. De garneering
bestaat uit een geborduurde ceintuur, gebor
duurde manchetten en een gevlochten koord
met kwasten langs den hals. Benoodigd mate
riaal: 3.25 meter stof van 130 centimeter
breedte. Plet patroon is te verkrijgen in maat
46: bovenwijdte: 107 centimeter, taillewijdte:
90 centimeter, heuwijdte: 120 centimeter. Door
het al of niet aanknippen van naden is het
patroon passend te maken voor het eigen fi
guur. Prijs: 30 ets. per stuk.
Dit, patroon is te verkrijgen bij het bureau
van dit blad, plus 6 ets portokosten. Den leze
ressen wordt vriendelijk verzocht bij bestel
ling duidelijk het nummer van het patroon en
tevens naam en adres zoo volledig en nauw
keurig mogelijk op te geven. Men voorkomt
daardoor onnoodige vertraging in de ver
zending.
Gelieve de bestelbrieven voldoende te fran-
keeren, daar deze anders niet door ons ge
accepteerd worden.
Bovenstaand patroon wordt naar maat ge
leverd. Prijs is dan: 70 ct. Verder leveren we
niet alleeen patronen van de hier gepubli
ceerde modellen, doch van ieder gewenscht
model. Toezending van een afbeelding of
schetsje met vermelding van maten is vol
doende. Prijzen van deze patronen naar maat
zijn: mantel 85 ets. japon 70 ct., lingerie en
kinderkleeding 45 ets., blouse 40 ets., en rok
35 ets. per stuk.
HET MENU VOOR DE HEELE WEEK.
ZONDAG.
Aspergesoep
Rolpens
Appelmoes
Aardappelen
Omelette sucré.
MAANDAG.
Runderlappen
Roode kool
Aardappelen
Vruchten.
DINSDAG.
Gestoofd konijn in een pikante saus.
Stoofperen
Aardappelen
Citroenrijst met stijf geslagen eiwit.
WOENSDAG.
Varkenscarbonaden
Groene kool
Gebakken aardappelen
Beschuit met bessensap.
DONDERDAG.
Koolsoep
Brusselsch lof met harde eieren en
gesmolten boter
Beschuit met kaas.
VRIJDAG.
Gebakken kleine schelvisch
Sla van Chineesche kool
Aardappelen
Rijst met appelen.
ZATERDAG.
Rookworst
Boerenkool
Aardappelen
Vruchten.
RECEPTEN.
KOOLSOEP.
Houd wat afkookwater van de groene kool
die den vorige dag gegeten is. apart en vul
deze aan met de benoodigde hoeveelheid
bouillon, van vleesch getrokken of van blok
jes. Houd ook een paar rauwe koolbladeren
apart, snipper deze fijn, en fruit ze met wat
kerry in boter lichtbruin. Voeg hierbij een
paar eetlepels bloem, bind de soep met de
bouillon en laat ze nog even doorkoken. Roei
er tenslotte wat gehaktballetjes, die apart in
wat water zijn gaar gekookt, doorheen.
BORDUURSEL
De wintermode vraagt borduurwerk, dus
gaan we de naald en de zij weer opzoeken
om oude japonnen te versieren. Maar we
werken niet met de zij zelf, doch met paillet
ten, metaal, cellophaan, chenille, kralen.
Om te beginnen vraagt dit alles geen hoe
kige paronen, maar golvende lijnen, en bij
het werken vóór alles: een losse hand.
Of we nu met metaal, cellophaan of che
nille op wollen stoffen borduren, of met pail
letten en kralen op zijde en velours chiffon
doet er niet toe. het moet altijd een luchtigen
indruk maken. Daarom moet ook de coupe
van de japon eenvoudig zijn en het werk moet
er als toevallig op zijn bevestigd.
Wie van degelijk en stevig.aannaaien houdt,
moet bij dit werk haar meest lichtzinnige
naaihumeur te voorschijn tooveren, anders
komt er van al haar werk niets beters te
recht dan een stijf en ouwelijk, veel te zwaar
toiletje, dat er uitziet alsof het uit de kamfer-
kist van oma te voorschijn is gehaald.
De beste kans voor een mooi effect hebben
de vrouwen die, zonder patroon, met artisieke
hand borduren zooals het oogenblik hun in
geeft. Maar omdat een dergelijke natuurlijke
aanleg lang niet ieder gegeven is, doen de
minder bedeelden verstandig, het patroon
eerst vast te stellen, waarvan zij dan onder
het werk natuurlijk nog heel goed kunnen
afwijken, wanneer dat mooier blijkt te zijn.
Maar vooral losjes en zonder eenige opzet
telijkheid: doen zij <lit niet, dan wordt het
zooals een zwarte ceintuur en kraag met
jabot, met pailletten bewerkt bestemd voor
een zwart middagjurkje, waarvan een jonge
goed gekleede vrouw bij het eerste gezicht
constateerde: 't is net figuurvermecelli.
Laat het dat vooral niet zijn, dan liever
zonder borduursel.
HOE GEDRAAG IK MIJ?
Een heer, die een vrouwelijke kennis op
straat ontmoet, mag nooit het eerst zijn hand
ter begroeting uitsteken. Hij moet wachten tot
de dame hem de hand reikt. Het spreekt van
zelf, dat hij zijn hoed afneemt en de sigaar
of sigaret, die hij rookt, uit zijn mond neemt.
Een grove fout, die vele heeren maken, is den
handschoen aan te houden, wanneer ze iemand
de hand schudden. Een man, die er aanspraak
op maakt, goede manieren te hebben, mag dat
nooit doen, onverschillig of hij een sexege-
noot dan wel een dame begroet.
En de dame, moet die ook altijd haar hand
schoen uittrekken?
Nee, een vrouw mag haar handschoen aan
houden bij een begroeting.
Slechts wanneer ze iemand een speciale
vriendelijkheid of beleefdheid wil bewijzen,
trekt ze den handschoen uit.
En hoe staat het er nu mee, wanneer men
elkander passeert en groet?
Dan groet de heer de dame het eerst in ons
land. In Engeland is dat bijvoorbeeld anders.
Daar geeft de dame door het eerst te groeten
den heer te kennen, dat ze gezien en gegroet
wil worden). Over het algemeen is het zoo, dat,
wanneer twee heeren elkaar ontmoeten, de
jongere den oudere, de mindere den meerdere
het eerst groet. Wanneer de jongere of de min
dere echter in vrouwelijk gezelschap is, is het
de oudere of de meerdere, die het eerst den
hoed licht.
GESTOOFD KONIJN IN EEN PIKANTE SAUS
Snijd het konijn in stukken en smelt een
flinke hoeveelheid boter met kruiden, zooals
twee gesnipperde uitjes, peterselie, laurier
bladen, peperkorrels, en in stukken gesne
den tomaten. Bak het wild hierin mooi bruin
van kleur, neem de kruiden er uit. en voeg
bij de boter een paar eetlepels bloem, maak
de saus aan met bouillon van blokjes of ge
trokken van kalfsvleesch, voeg wat melk of.
room toe en laat het wild hierin verder gaar
smoren, d.w.z. tot het van het been loslaat.
Geef de saus gedeeltelijk bij het wild, ge
deeltelijk apart voor over de aardappelen.
Zij die met of na Kerstmis van de winter
sport gaan genieten kunnen dit flatteuse
truitje nog juist op tijd afbreien. Materiaal
is 250 gram oranje koordwol, restjes donker
blauw en grijs en 4 pennen no. 3 (zonder
knopjes)
De trui wordt in de rondte gebreid dus
op 3 pennen zetten we 216 st. op en breien
2 recht 1 aver. 48 toeren. Dan draaien we het
werk binnenste buiten (om bij de omslag de
goede kant boven te krijgen.) en breien nog
100 toeren. Nu splitsen we het werk in tweeën
voor- en achterkant en kanten aan de voor
kant voor het armsgat aan weerszijden 15 st.
af. (Eerst 5, dan 4, dan 3, dan 2, dan 1)Door
breien tot de hals in 54 toeren. We rijgen in
het midden 36 st. op een draadje en de 21
st. die voor de schouder overblijven, breien
we nog 5 maal en schuinen dan de schouder
af. (Eerst van het armsgat af 16 st. breien,
dan 11, dan 6 en dan afkanten. De andere
schouder evenzoo. Nu kanten we aan de
achterkant evenveel steken voor het armsgat
af en breien 57 toeren tot de hals; weer 36
st. op een draadje rijgen en de schouder eerst
2 pennen opbreien en dan op dezelfde ma
nier als boven afschuinen en afkanten Schou
ders dichtnaaien.
De mouw beginnen we als altijd aan den
„kop" en zetten hiervoor 28 st. op. Aan de
rechte kant maken we nu telkens van de le
en laatsten steek 2 maar zorgen dat het pa
troon, 2 recht, 1 aver, doorloopt. Als we 56
st. op de pen hebben, zetten we voor en achter
in eenmaal 14 st. bij op en met de verkregen
84 st. breien we 6 pennen. Nu om de 6 pennen
de eerste en laatste 2 st. tezamenbreien om
dat de mouw naar onderen iets nauw toe
loopt. Als we 80 toeren gebreid hebben (van
de „kop" af geteld) keeren we het werk weer
binnenste buiten en breien nog 40 toeren
zonder minderen voor de omslag. Afkanten.
Het aardige van deze trui is de dubbele
boord met split van voren. De das loopt in de
boord en wordt uit het split komende gestrikt.
We kunnen dus de hals zoo wijd of nauw
inhalen als we zelf verkiezen.
We nemen de 36 st. van de halsuitsnijding
op een draadje daarna 12 st. langs de schouder
van het opgebreide gedeelte, daarna de 36
st. van de achterkant en 12 st. van de andere
zijde. Deze 96 st. breien we 20 toeren in de
rondt 1 r. 1 aver. Nu splitsen we het werk
midden voor en breien dan heen en terug
gaande nog 10 toeren. Nu weer samenvoegen
en nog 2 toeren in de rondte breien. De boord
wordt nu naar buiten om dubbel geslagen
en onzichtbaar opgenaaid. De mouwen worden
ingezet en de omslag van onder en aan de
mouw met een natte doek plat gestreken.
Das. Voor de das zijn met pennen no. 4j4
en heel dunne wol, 25 st. opgezet. We beginnen
met d.blauw. Aan het begin van de pen maken
we van de eerste steek 2, aan het eind breien
we 2 st. tezamen. Gewoon terugbreien. Dit
doen we telkens, waardoor de strepen vanzelf
schuin gaan loopen zooals op de foto zicht
baar is. We breien 6 blauwe ribbels. 3 grijze,
2 oranje en 3 grijze. Dit herhalen we tot de
das lang genoeg is en kanten dan na 3 blauwe
ribbels af. Natuurlijk kan men elke wille
keurige das bij het truitje dragen, in alle ge
val zult u er succes mee hebben.
Sp.Th.
BLOUSES
Nog meer dan in het vorige winterseizoen
zullen in het komende de blouses in trek
zijn, zwart, wit, gekleurd; van stof, van zij
en van kant. dus aanleiding- gevend tot een
zeer groot aantal variaties.
De modellen zijn kort, in het bekende en
sportieve vestmodel en in het gesloten genre,
slechts weinig over de rok vallend.
De halsafwerking is het meest gevarieerd,
en zij vormt dan ook vrijwel de eenige gar
neering: een enkele sierspeld, een paar sier-
knoopen, een fijne gesp, wat overtrokken
knoopjes zijn alle versiering, maar zij hebben
dan meteen doelmatige bestemming voor de
sluiting.
Daarmee is niet gezegd, dat deze eenvoud
in garneering ook een simpele snit beteekent
die vlug even te maken is. Allerminst: voor
een dilettantenaaister is voor een blouse van
de hedendaagsche mode een goed patroon
even noodzakelijk als voor een japon. Maar
het resultaat van het werk moet dan toch
een indruk geven van natuurlijke gemakke
lijkheid, en niet een van moeizaam werken,
want dan wordt het een stijf en onflatteus ge
heel.
Wenken voor de Huisvrouw.
Tapijten en vloerkleeden, zelfs de kostbaar
ste, kunnen zonder gevaar door de huisvrouw
zelf op de volgende wijze gereinigd worden
men lost in 3 liter lauw water een flinke eet
lepel borax op en wrijft met dit vocht het
goed uitgeklopte en aan weerszijden afge
schuierde kleed af. Telkens schoone doeken
nemen, die voor de tweede behandeling in
frisch boraxwater worden uitgespoeld. Wie
zich de moeite getroost, zal er_ geen spijt van
hebben; want niet alleen wordt het tapijt
grondig gereinigd; maar ook de kleu
ren krijgen hun oorspronkelijke frischheid
terug.
Een om de heupen te wijd geworden jum
per, wordt op de volgende wijze weer in model
gebracht: men voert den rand met dunne
stof en rijgt^door deze schuif een breed elas
tiek.
Vlekken op de handen verwijdert men met
azijn. Opdat de handen weer zacht zullen wor
den. wrijft men ze in met een paar druppels
glycerine. Wanneer de vlekken met azijn niet
weg willen, neemt men wat olie en suiker,
maakt daarvan een soort pasta, die men over
de handen wrijft.
Wollen goederen spoelt men uit in water,
dat dezelfde temperatuur heeft als het water,
waarin men de goederen gewasschen heeft,
dus „handwarm" water.
Glacé handschoenen maakt men schoon
door ze op de hand aan te trekken en dan met
een flanellen doek, die in de melk gedoopt is
en uitgewrongen er over heen te wrijven.
Daarna hangt men de handschoenen op een
plaats, waar ze langzaam kunnen drogen.
Vruchtenvlekken in wit goed kan men pro-
beeren te verwij deren, door het goed in den
damp te houden van een zeer sterke soda-
oplossing.
Vruchtenvlekken in gekleurd linnen verwij
dert men door het linnen enkele uren in melk
te laten liggen en daarna met lauw water na
te spoelen.
Houten voorwerpen moet men niet schuren
met soda, want daardoor krijgen ze een grau
we kleur.
Vetvlekken in matglas verdwijnen, wanneer
men de plek afwrijft met een weinig verwarmd
azijn en zout.
„Vette vingers" op de randen van lichtge-
schilderde deuren of ramen, kan men verwij
deren, door ze af te wrijven met een lapje, dat
in benzine gedoopt is. Benzine tast noch de lak,
noch de verf aan.
Joh. Westerman wordt zeventig
Reeds lang weten wij, dat wij ons bij de
zeventigjarigen niet meer de i*ustige oude
dames en heeren moeten voorstellen, die
thuis hun familie en enkele vrienden ontvan
gen, en verder zich geleidelijk uit het leven
terug trekken. Altijd zijn er uitzonderingen
geweest onder de vrouwen, die na de zeven
tig en vijf en zeventig nog reisden of een sa
lon hielden, en bewondering afdwongen voor
haar prestaties, maar tegenwoordig worden
de uitzonderingen de regel: Mejuffrouw
Baelde, Mejuffrouw Naber, Mej. Knappert.
Mevrouw Cohen Tervaert en vele andere ne
men nog steeds een actief deel aan het
maatschappelijk werk en zijn nog vol belang
stelling voor de vraagstukken van nationale-
en internationale beteekenis
En nu zal Johanna Westerman 15 Decem
ber a.s. dezen mijlpaal, de zeventig bereiken
en velen zullen twijfelen, of het waar is. Al
heeft mejuffrouw Westerman de laatste ja
ren herhaaldelijk verkondigd, dat het vóór
haar tijd werd het aan de jongeren over te
laten, zij kon toch nog niet alle arbeid op
geven en zoowel in het politieke als in het
maatschappelijke leven 'voelt zij zich nog
door vele banden gebonden.
In de eerste plaats maakt zij deel uit van
het bestuur van den Nat. Vrouwen-raad van
Nederland: wel heeft zij in deze organisatie
niet zoovele jaren een rol gespeeld als en
kelen van haar tijdgenooten, die van den
aanvang af haar krachten hebben gegeven
aan dezen Bond van Vereenigingen op maat
schappelijk gebied, die vrouwen in haar be
stuur hebben; toch is zij herhaaldelijk in
aanraking gekomen met den Vrouwenraad,
zoowel door haar werk in de aangesloten
Vrouwenvereenigingen als in de dagen, dat
zij als Kamerlid eeregast was van den raad
bij verschillende bijeenkomsten En nu zij in
het Dagelij-ksch Bestuur van den Raad zit
ting heeft, kan men er zeker van zijn. dat
zij er niet alleen door haar gezond verstand
nuttig advies kan geven, maar als onderwijs-
specialiste zeer zal worden gewaardeerd, ter
wijl zij, naar echten vrouwenaard, daar weer
bereid is, allerlei klein werk op zich te ne
men, waardoor zij anderen de taak kan ver
lichten, geen arbeid beneden zich achtend.
Dat is nu eenmaal de kunst van zuinig be
heer in Vrouwenvereenigingen, dat men niet
voor alles betaalde krachten neemt, maar
zelf ook wel aanpakt, al is men zich bewust
wel hersenen te hebben, die moeilijker werk
toelaten.
En dat zij voor zuinigheid voelt, heeft mej.
Westerman als Kamerlid reeds bewezen,
waar zij o.a. zitting had in de commissie voor
bezuiniging bij het onderwijs. Door en door
vrouw is zij zeker dit voormalig Kamerlid.
Is het niet welsprekend, dat zij tegenwoor
dig Presidente is van het Bestuur van de
Huishoudschool L. v. Meerdervoort te 's-Gra-
venhage? Natuurlijk trok haar in deze school
ook het onderwijselement, want mej. Wes-
terman blijft de voormalige onderwijzeres,
die als hoofd van een openbare school in Am
sterdam en als hoofd van een particuliere
meisjesschool in Den Haag heel wat paeda-
gogische ervaring opdeed, en heel wat leer
lingen aan zich verplichtte.
In de Kamer was zij de onderwijsspecialiste.
al heeft zij natuurlijk wel gezorgd zich ook in
de overige onderwerpen in te werken. In de
Vrouwenbeweging heeft zij steeds tot de ge
matigde groepen behoord, wat niet wegneemt,
dat zij, die zelf een werkkring heeft gehad die
haar lief was, stond aan den kamt van vrijheid
voor de Vrouw en daarom ook als Presidente
van de Vereemiging voor Vrouwen-arbeid, de
Directrice en adj.-directrice de noodige vrij
heid van actie kon toestaan. Als Presidente
(zij is van velerlei organisaties Presidente ge
weest) behoort mej. Wester man niet tot de
autoritaire persoonlijkheden, die hun wil
doorzetten en een zeer sterke leiding geven.
Zij zocht altijd samenwerking en trachtte zoo
veel mogelijk allen te laten deelnemen aan het
werk, hopend nieuwe krachten te vinden, die
het werk van de voorgangsters zouden over
nemen. Liever- overwint zij met een grapje dan
door een scherp woord. Wellicht is het hier
haar pacifistische aard, die den vreedzamen
weg boven den strijd verkiest, al kan zij als
het op beginselen aankomt op baar stuk staan.
Dat heeft zij getoond, toen zij in Amsterdam
de Openbare School eraan gaf, omdat de strijd
over het ambulantisme der Schoolhoofden
was beslist in een zin, die niet overeen stemde
met haar opvattingen. Het zal haar toen zeker
wel eenigen strijd hebben gekost een milieu
te verlaten, waarin zij was opgegroeid en zich
thuis gevoelde, en de geboren Amsterdamsche
moet zich den eersten tijd in den Haag wel
vreemd gevoeld hebben. Toch heeft zij zich
aangepast en zich ook in den Haag vele vrien
den verworven, zoodat het haar waarschijnlijk
op dezen bijzonderen verjaardag niet aan be
wijzen van belangstelling zal ontbreken.
Wij noemden haar pacifisme en meenen,
dat het vermoedelijk ook daarmee verband
houdt, dat zij een warm voorstander is van het
Esperanto en waar zij er kans toe ziet pleit
bezorgster is voor de wereldtaal, die den band
tusschen de menschen over de wereld en het
onderling begrijpen kan bevorderen. Het
heel aardig dat hier te constateeren, omdat
mej. Westerman het is geweest, die in de Ka
mer een succes had te boeken,' toen zij het op
nam voor het weder invoeren van vreemde
talen in de lagere school. Het getuigt, dat zij
geen tegenstelling ziet tusschen Esperanto en
onderwijs in de levende vreemde talen: Wie het
aan tijd en gelegenheid ontbreekt voor het
leeren van levende talen die 'n langen studie
tijd vereischen, wil zij althans de mogelijheid
bieden door kennis van een kunstmatige
vreemde taal die gemakkelijker is te leeren,
toenadering te krijgen tot menschen in het
buitenland, terwijl zij, ais alle Esperantisten
zeker beseft, dat in het toenemend wereldver
keer, bij de onmogelijkheid alle talen te lee
ren, het voor ieder een voordeel zou zijn, als
er een wereldtaal overal werd onderwezen,
waardoor allen elkaar konden verstaanen
begrijpenHier ligt immers het pacifis
tische element. We zouden nog veel over me
juffrouw Westerman kunnen schrijven, maar
zij is geen onbekende onder de vrouwen,
veel uit haai- leven vindt men in een „Wie is
dat". We besluiten dus met te vermelden, dat
het de bedoeling is van de vrouwengroepen
van den Vrijheidsbond, wier presidente zij
reeds eenige jaren is, haar den veertienden
een diner in de Twee Steden in den Haag aan
te bieden, terwijl de Haagsche va-ouwen groep,
wier presidente zij eveneens is, haar den ze
ventienden in intieme bijeenkomst haar vriend
schappelijke gevoelens hoopt te bewijzen.
EMMY J. B.
LIEVELINCSSPIJZEN VAN
ANDERE VOLKEREN
Engelandbroodpudding.
200 gram oud wittebrood, 100 gram rozijnen
of krenten, 50 gram fijngesneden niervet, 50
gram suiker, 1 ei, wat melk, een beetje noot
muskaat.
Met breekt het brood in kleine stukjes en
giet daarop koud water. Daarin laat men het
brood een half uur weeken en daarna drukt
men het droog in een zeef. Wanneer er nog
stukjes zijn, maakt men deze met een vork
fijn. Dan voegt men er de rozijnen, suiker, het
vet en de nootmuskaat bij. Daarna voegt men
er het geklopte ei bij en zooveel melk als noo-
dig is om de massa zoo vloeibaar te maken,
dat ze van een lepel loopt. Deze massa doet
men in een met boter besmeerde puddingvorm
en laat alles 1 uur op een zwak vuur bakken.
Dan stort men den pudding op een verwarm
den schotel en bestrooi hem flink met suiker
Spanje: witte boonen a la Catalonië.
Een avond te voren zet men ze op ha koud
water en doet daar 2 lepels olijfolie, laurier
blad. fijngehakte uit, fijngehakte peterselie,
knoflook en stukken worst in. Het geheel
kookt men langzaam, gedurende eenige uren,
tot 't water verkookt is en de boonen in een
gebonden roode saus liggen.
Zweden: knack (Kerstgebak),
1 eetlepel boter, 2 kopjes slagroom, 2 kopjes
stroop, 3 kopjes basterdsuiker, 3/4 kopje fijn
gewreven brood, 100 gram zoete amandelen.
De boter wordt gesmolten in de koekepan en
daarna voegt men de slagroom.de stroop en
de suiker toe. Dit mengsel moet zoo lang
koken, tot eenige druppels, die men in koud
water giet, stijf worden. Dan worden de ge
pelde amandelen en het fijngewi-even brood
erbij gedaan. Met dit deeg vult men kleine
papieren vormpjes.
Ook kan men de massa kokend heet op een
bakblik gieten, dun uitstrijken en na het be
koelen in stukken breken.
Noonvegen: Sötsuppe,
200 gram Siam sago, 1/4 liter vruchtensap,
100 gram stoofpruimen, 4 liter water.
De gewasschen sago wordt in het kokend
water geschud en gekookt, tot het helder is.
Als de soep gekookt is, doet men er de ge
wasschen stoofpruimen in. Suiker en vruch
tensap naar believen toevoegen.
BABY-CARNITUURTJE.
w x.V *yA -
Vy'V;
Voor dit aardige stelletje voor een baby van
ongeveer een jaar is noodig:
50 gram zesdraadswol in rose of blauw, 2
knotten tamelijk dikke witte angorawol. brei
pennen no. 3V2, 1 Meter satijnlint voor het
mutsje en 1 Meter smal satijnlint voor de
wantjes.
De te werken patroontjes zijn de volgende:
Fijne ribbel: 1 r., 1 a. Herhalen.
Dubbele gerstekorrel: 2 r., 2 a. Herhalen. Om
de 2 toeren verspringen.
Rechte ribbel: recht heen en weer breien.
Mutsje: zet met de angorawol 30 centimeter
steken op en brei daarop 12 toeren in de rech
te ribbel. Daarna met de gekleurde wol 2 cen
timeter in het gerstekorrelmotief breien. De
eerste en de laatste 4 steken van de pen breit
men echter recht heen en weer. Dan weer 12
toeren met de angorawol recht heen en weer
breien en vervolgens met de gekleurde wol in
het gerstekorrelpatroon, terwijl de 4 steken
aan beide kanten in rechte ribbels gemaakt
worden. Zoodra het werk een hoogte heeft van
10 centimeter, wordt het in drie gelijke deelen
verdeeld. Het middelste part wordt verder ge
breid. Wanneer men de laatste steek van
iedere toer breit, neemt men tegelijkertijd die
eerste op van de zijkanten. Als men op de zij-
pennen nog slechts de 4 steken in ribbelpa
troon over heeft gehouden, kant men de steken
van het middel gedeelte» af.
Aan iederen kant op de 4 steken nog 6 toe
ren in de rechte ribbel breien. Het naadje stikt
men dicht. Deze band naait men dan aan het
middel gedeelte vast. Daarna naait men het
lint aan de voorzijde. Men kan het mutsje des-
gewenscht voeren.
Wantjes: met de angorawol 35 steken op
zetten en daarop 4 toeren recht heen en weer
breien; dan met de gekleurde wol 4 toereaa in
het gerstekorrelpatroon. Met de angora wol
wederom 4 toeren recht heen en weer breien.
Daarna met de gekleurde wol 6 toeren fijne
ribbels breien, een gaatjestoer (lus om de
naald, 2 steken samen breien, enz), en weer 6
toeren fijne ribbels. Dan 4 toeren gerstekorrel.
We blijven in hel patroon breien en minderen
op de volgende wijze:
De eerste 2 steken samenbreien, daarna de
17de en de 18de, vervolgens de 19de en de 20ste
en tenslotte de beide laatste. Dit om de 2 toe
ren herhalen, net zoo lang tot men nog slechts
13 of 14 steken op de naald heeft gehouden.
Dan stikt men de naadjes dicht. Door de
.aatjestoer haalt men het smalle lint.