De Landverrader luchtvaartverbindingen met het vasteland De meisjes-verpleegden van het Doofstommen- instituut aan de Ammanstraat te Rotterdam ver vaardigen een tafellaken, vingerdoekjes en thee muts als huwelijksgeschenk voor H. K. H. Prinses Juffawa FEUILLETON Naar liet Engelscli bewerkt door TIÏEA BLOEMERS. (Nadruk verboden). 22) i Gladys liet de auto voorkomen en reed in gezelschap van haar voogd naar Ashford. Eenige uren bracht zij daar door in de grootste meubelzaak, ter plaatse, die welis waar niet zeer gesorteerd was, maar waar men toch genoeg vakkennis bezat om te we ten, wat de deftige klant verlangde. De eige naar, buiten zich zelf van trots, dat hij „het kasteel" tot klant had gekregen, beloofde nog denzelfden dag naar Londen te gaan, om zichtzendingen te bestellen. Vervolgens werd naar het station gereden, ofschoon de majoor ieder oogenblik te kennen scheen te willen geven, dat zijn maag hem waar schuwde. dat het etenstijd was. Als terloops deelde Gladys hem echter mede, welke ver anderingen zij in de etensuren had gebracht en besloot: Dan hebben we nu nog volop gelegenheid om mijn tante en particuliere secretaresse van den trein te gaan halen. De brompot moest zich wel schikken naar de bevelen van de jongste gebiedster. Aan het station was de belangstelling groot. De stedelingen waren er op een of andere manier achter gekomen, dat de nieu we kasteelvrouwe zou aankomen. En zij groetten eerbiedig, of rekten hun halzen, al naar zij opgevoed waren, toen de auto voor reed. De begroeting tusschen de nieuw aan- gekomenen en Gladys was. zooals zich den ken laat zeer hartelijk. Majoor Peacock daar entegen gedroeg zich koeltjes en deed min of meer of de zaak hem niet aanging. De terugtocht naar Boroughbridge verliep onder vroolïjken kout. Tante Clare was hee- lemaal van haar bezwaren genezen en ge noot volop van de heerlijke natuur, terwijl Mary haar vriendin nog allerlei mededeelen moest over den nieuwen uitzet van haar zelf en tante Clare, over de voorkomendheid van dep notaris, die hen gisteravond nog even een bezoek was komen brengen en over hon derd andere minder belangrijke zaken. Op de beide gasten maakten het slot en zijn om geving eveneens een grooten indruk: Mary was weer uitgelaten en tante deed niets dan haar grijze hoofd schudden en zeggen, dat het haast niet te gelooven was. De beide dames werden aanstonds door de huishoudster naar haar kamers geleid en tante Clare was meer dan tevreden, toen ze de hare in oogenschouw had genomen. Mary stoorde zich niet aan de deftige wanden van haar twee ruime kamers, maar zong het hoogste lied en waagde van louter levens lust eenige danspassen. Een en ander tot vermaak van Gladys, die haar twee verdie pingen lager bezig hoorde, tot ergernis van den majoor, dien het maar het beste leek om kwaad te kijken en tot verbazing van het kamermeisje van de secretaresse, die niet goed wist of de juffrouw heelemaal wijs was. of dat zij aan overmaat van uitbundigheid leed. Dit keer was de majoor aan de lunch niet aanwezig wegens hoofdpijn; een nogal vreemde soldatenziekte, oordeelde Gladys. Maar ze trok zich van zijn boosheid niets aan en at met. tante en Mary met veel smaak van de uitstekend toebereide gerechten. Ze moest nu niet meer. zooals in de aller eerste dagen na het ontvangen van de tij ding die haar heele bestaan had gewijzigd, steeds vergelijkingen maken tusschen dit leven en dat waarvan ze afscheid had geno men. Aan niets was te merken, dat de gra vin voor nauwelijks een week geleden nog typiste op een redactiekantoor was geweest. Ze verwonderde zich zelf over dien snellen overgang en ze kon er geen anderen uitleg aan geven, dan dat ze van haar geboorte af hier eigenlijk had hooren te zijn en dat on bewust, in haar geleefd hadden alle oude tradities en karaktereigenschappen der Bo- roughbriage's. De notaris had wel gelijk ge had Ze was niet plotseling gravin gewor den, ze was het altijd geweest. Aan Mary daarentegen was heel goed te bemerken, dat de overgang haar nog vreemd was. Ze vond alles „moppig" en „reuze", maar scheen geen gevoel te hebben voor en gewicht te hechten aan de eeuwenoude gebruiken, die in het slot nog heerschten, aan de ouderwetsche wijze, waarop nog veel in dit huis geschiedde. Want ondanks auto's, moderne ameuble menten en aangebouwde vleugels, was er nog heel veel in het kasteel, dat herinnerde aan de tijden, toen er nog gevochten werd op de wallen met het zwaard en in het har nas. Zoo werd iederen avond om half twaalf de slotbrug opgehaald, zoo werden de oude wapenrustingen, hoewel nooit meer gebruikt, toch nog geregeld gepoetst en onderhouden, zoo kwam iederen dag om elf uur een der bedienden zeggen, dat alles rustig was, alleen omdat dit de gewoonte was, sinds de bele geringen. die het slot had doorstaan. Gladys hechtte er aan, dat deze mooie, oude gebrui ken in stand werden gehouden en zij nam zich voor Mary te belasten met het nazoe ken der oude chronieken. om te weten te ko men, waaraan ieder gebruik zijn oorsprong had te danken. Vergezeld van den majoor maakte Gladys des namiddags een wandeling door de nog onbezochte vertrekken van het kasteel. En vooral in het oude gedeelte werd lang ver toefd. Zoo bezochten zij de bibliotheek, waar in verschillende zeer kostbare middeleeuw- sche handschriften berustten en waar ook de oude familiepapieren, die de nog ongeschre ven geschiedenis van het geslacht. Borough- brige behielden, te vinden waren. In de wa penzaal verklaarde majoor Peacock, die zijn booze bui alweer vergeten was, haar het ge bruik der oude hellebaarden en zwaarden en de wijze, waarop de harnassen, werden aan gegespt. Doch de mesete tijd werd zoek ge bracht in de portrettengalerij. Daar immers hingen de meer dan levensgroote schilde rijen der voorvaderen met hunne vrouwen en kinderen. Voor sommigen hield de majoor langer stil en vertelde een of andere bij zonderheid uit hun leven. Daar was graaf Edward, de derde van dien naam, die in 't ge heim de zaak van de ongelukkige vorstin Ma ria Stuart scheen te zijn toegedaan geweest, daar was de afbeelding van gravin Louise, de echtgenoote van William Boroughbridge, die minister van Financiën geweest was on der Pitt. Dit schilderij trok de bijzondere aandacht van Gladys, want ze meende in de trekken van deze edelvrouwe haar eigen gelaat terug te zien. Ook werd langeren tijd verwijld bij de lijst, die de statige figuur van graaf Herbert besloten hield. Deze was een held geweest, niet op het slagveld maar op het gebied van de medische wetenschap. Ter wille van belangrijke proefnemingen had hij zich tot driemaal toe bereid verklaard zich met een gevaarlijke stof te laten inspuiten en den laatsten keer was hij aan deze daad van menschenliefde bezweken. Het laatste portret was dat van Gladys' grootvader. Het stelde den graaf voor in zijn beste jaren, ge kleed in het costuum van Ridder van de Orde van den Kousenband, de hoogste onder scheiding. die een edelman te beurt kan val. len. Ongetwijfeld was er op het oogenblik, dat de graaf voor den schilder poseerde, nog geen verdriet van eenig belang in zijn leven geweest, want hij glimlachte op het schilde rij en maakte in alle opzichten den indruk van een man, die nog veel van het leven verwacht. U had hem moeten zien ln de laatste jaren van zijn leven. Welk een verschil merkte de majoor op. Gladys antwoordde niet. Ze bekeek het gelaat aandachtig. Het was de echte kop van een Boroughbridge, met dezelfde trot- sche trek, die hen allen kenmerkte, met de zelfde koele oogen, denzelfden beslisten mond. Alleen scheen het of dit alles bij haar grootvaders portret nog sterker te zien was dan op de anderen. Hij liep geheel gebogen de laatste ja ren. Zijn haren waren sneeuwwit geworden en hij sprak nog slechts zelden. Zelfs tegen over mij was hij stil en teruggetrokken. Hij heeft den slag, die de veroordeeling van zijn zoon tengevolge had, nooit geheel te boven kunnen komen. Gelooft u aan de schuld van mijn va der, majoor Peacock? Ja ,lk ben er van overtuigd, dat hij een landverrader is, gaf de aangesprokene ^met onverwachte scherpte ten antwoord. Acht u het onmogelijk, dat hij onrecht vaardig veroordeeld is? vroeg Gladys, die zich met moeite beheerschte. Dat is uitgesloten, mylady. De proces stukken wijzen zijn schuld aan, onherroepe lijk. Processtukken zijn ook onderhevig aan menschelijke dwaling majoor. Maar wat wilt u toch? Uw vader heeft zelf zijn schuld bekend. Ik zou denken, dav er geen beter bewijs noodig was. Wat zegt u? Mijn vader heeft toegege ven, dat hij schuldig was? Juist, zoo is het. Het spijt mij voor u, maar uw vader was een onwaardige Bo roughbridge. U schijnt er genoegen in te vinden, mij dat te kunnen zeggen, zei Gladys, die het leedvermaak in de stem van den majoor wel bespeurd had. Volstrekt niet. Hoe komt u er bij? Ik zou geen vriend van uw grootvader zijn ge weest. als ik integendeel dit tragische voor val niet levendig betreurde. Plotseling nam Gladys een besluit, Is er geen portret van mijn vader op het kasteel aanwezig? Dat bestaat wel mylady, maar het ls op last van uw grootvader verwijderd. Dan gelast ik, dat het er weer wordt neergehangen. Onmogelijk, antwoordde de ma joon streng. (Wordt De ramp van het K.L.M.-vliegtuig de .Lijster" op het vliegveld Croydon. De brandweer tijdens het blusschlngswerk van het wrak. (Deze foto moest, daar de door den mist verbroken waren, van Londen telegrafisch via Berlijn naar Nederland worden overgebracht) Terwijl anders eerst met Kerstmis de eerste tulpen in den handel komen, zijn thans reeds de eerste exemplaren op de Amsterdamsche veiling aange voerd. Een snapshot in een der .trek'-kassen te Hoogwoud De nieuwe verkeersbrug over het Hollandsch Diep aan den Moercfijk, die Zaterdag door H. M. de Koningin officieel voor het verkeer zei worden opengesteld

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 9