De Landverrader Berno Baron von Cramm, prinses Sieglinde zur Lippe en graaf Ahlefeldt-Laurvig (v.l.n.r.), die als bruidsmeisje en bruidsjonkers bij het aanstaand huwelijk van H. K. H. Prinses Juliana met Z. D. H. Prins Bernhard zullen fungeeren Een aardig snapshot tijdens de generale repetitie van het historische spel, dat ter gelegenheid van de opening der Moerdijkbrug door officieren en cadetten van de Kon. Mil. Academie te Breda werd opgevoerd De commissaris van de Amsterdamsche verkeerspolitie, de heer C. DdMser, ?n gesprek met minister Van Lidth de Jeude (rechts), die Vrijdag de ver- keerstentoonstelling te Dordrecht officieel geopend heeft De militaire ordonnans, die in de afgeloopen week onaf gebroken den koeriersdienst tusschen fort Belvedere en Downing Street te Londen onderhield voor het overbrengen van gewichtige documenten De door het corps pontonniers ge- bouwdevlotten die bij de opening van de Moerdijkbrug hetdrukkeverkeer van personenauto's over de Oude Maas tusschen Zwijn- drecht en Dor drecht verwerkten Dordrecht is feestelijk verlicht in ver band met de opening van de nieuwe Moerdijkbrug. Een aardig detail De delegatie van Indische Zelfbestuurders, die in ons land is aangekomen, verlaat het paleis Noordeinde te den Haag, na aldaar door H. M. de Koningin ontvangen te zijn troonsafstand aan zijn woning te Londen FEUILLETON Naar het Engelsch bewerkt door THEA BLOEMERS. (Nadruk verboden). 24) Mary, lieveling, wat is je overkomen? Hoe komt het, dat je nog niet in bed ligt? Kalm nu maar, wil je wat drinken, vertel het mij maar. Op het hooren van den bezorgden, har- telijken stem, barstte Mary in een weldadige huilbui los. Ze snikte met groote schokken en scheen niet tot bedaren te kunnen ko men. Met vertrokken gezichten van slaap en van angst stond het halve personeel in' de gang toe te zien. Haal eens vlug een glas water voor de juffrouw, beval Gladys, terwijl ze de nog maar steeds schreiende Mary op den schou der klopte en haar haren streelde. Eindelijk, toen ze met moeite een paar teugjes had gedronken, scheen het doodelijk verschrikte meisje weer wat te bedaren. Zon der iets te zeggen vleide ze haar hoofd'tegen den schouder van Gladys en bleef zoo onbe wegelijk staan, terwijl nu en dan een ze nuwtrilling door haar leden liep. Daar kwam ook majoor Peacock aange sneld, gelaarsd en gespoord, of hij zoo een bende inbrekers te lijf moest gaan. Toen hij de beide jonge vrouwen, ontwaardde en het meewarig toekijkende personeel om hen heen. schalde zijn harde stem. Maar wat is me dat hier voor 'n treurig nachtelijk drama? Wat is er gebeurd dames, kan ik misschien op een of andere wijze hulp bieden? Het schijnt dat juffrouw Brown hevig yan iets is ontdaan, antwoordde Gladys, maar het juiste ben ik ook nog niet te wéten gekomen. Kom, kom, het zal wel niets ernstigs zijn. Laat iedereen maar weer gauw naar zijn bed gaan, dat lijkt mij het verstandigste. Nee, ik wil niet naar boven, waren de eerste woorden die Mary uitbracht. Ga maar met mij mee, hoor, troostte Gladys en vertel mij maar wat je is over komen. Misschien kan ik u in een paar woor den zeggen, wat wij gezien hebben, vroeg een van de bedienden, die op het hulpgeroep het eerst was aangekomen. Vertel maar, gebood de gravin en ieder een luisterde gespannen. Zooals gewoonlijk sliep ik om dezen tijd, begon de man, die een lang verhaal scheen te willen gaan vertellen en dacht aan geen droomen of aan nachtelijk rumoer. Ik sliep dus heel gerust, net zooals andere nach ten. Ja, dat weten we nu al, een beetje vlug ger alsjeblieft, verzocht Gladys. Zooals dan gezegd, ging de man onver stoorbaar voort, die veel te blij was dat hij iets met het duister geval te maken had en vast was besloten een rol van gewicht te spelen. Toen zag Gladys Jones staan, die met onbewogen gezicht naar de verwarring om hem heen stond te kijken. Gladys herin nerde zich opeens dat hij zooeven al met een glas water had klaar gestaan, maar dat ze dit in haar zenuwachtigheid nog eens door een ander had laten halen. Ze wendde zich tot Jones: Wat weet jij er van? maar vlug alsjeblieft. Tot uw dienst, mevrouw de Gravin, Ik hoorde een gil, even bleef het stil en toen begon de persoon, die zoo juist had gegild, lang en hard te schreeuwen. Ik kon aan stonds vaststellen, dat het geluid uit de bi bliotheek kwam, schoot een paar kleeding- stukken aan en zag juist hoe juffrouw Brown in doodsangst de gang oprende en precies tegen dien ouden zeur (hier wees hij op den man), die het eerst aan het woord was ge weest) aanliep. Ik trachtte haar te kalmee- ren en te doen vertellen wat haar overko men was, maar het lukte mij niet. Nu weet ik nog precies even veel, mop perde Gladys. Maar nu bleek gelukkig Mary in staat om te spreken: Ik was, om elf uur, kort nadat je bij me waart, naar de bibliotheek gegaan om te kijken of er ook boeken stonden, die ik graag zou lezen. Na een kwartiertje zoeken bij het licht van een kandelaar, vond ik er een en las dat uit. Daarna heb ik nog een uurtje zitten denken, tot ik opeens zag, dat de wanden van den muur tegenover mij uit weken. De arme Mary begon weer te schreeuwen, maar majoor Peacock barstte in een gewel dig gelach los. Wat zegt u? bracht hij er tusschen zijn lachen door uit, wat zegt u, bewoog de wand van de bibliotheek? Nee, die is prachtig. Ik kan u verzekeren juffrouw Brown, dat die bewegende wanden alleen bestaan in uw op gewonden verbeelding, maar in werkelijk heid is er geen sprake van dergelijke malle dingen. U hebt te lang zitten lezen, dat is de heele zaak. Wie heeft er hier nu ooit gehoord van bewegende wanden wendde hij zich tot het personeel, dat een slaperig „nooit meneer Peacock", tot antwoord bromde. Maar Mary gaf niet toe. Ik was heelemaal niet overspannen, In tegendeel, ik was juist heel kalm, ik dacht aan prettige dingen. Ik weet heel zeker, dat ik het gezien heb. De wand, rechts naast den schoorsteen, week op zij, werd als het ware in tweeën gedeeld. Ik droomde niet, ik weet het heel zeker. Nu werd de majoor bepaald boos. Ach wat praat u toch! Dit kasteel Is eeuwen en eeuwen bewoond geworden en nooit heeft iemand Iets van bewegende mu ren of iets dergelijks gehoord en u bent hier twee dagen en zou het aanstonds ontdekt hebben? Ja, dte vrouwenontdekkingen, die kennen we, voegde hij er smalend aan toe. En toch is het zoo hield Mary hardnek kig vol. Het leek Gladys maar het beste een einde te maken aan de twist. Kom, beval ze, vrien delijk maar beslist, laat iedereen zorgen weer gauw te gaan slapen, dat lijkt me voor het oogenblik het beste. Morgen is er weer een dag en dan kunnen we alles eens grondig on derzoeken. Waarom zouden we nu meteen geen on derzoek instellen? vroeg de majoor; als de wand open is gegaan, zal hij nog wel open staan ook. Laten we meteen maar even gaan kijken. En zonder het antwoord af te wachten, liep hij naar de deur van de boekerij en stootte die open. Hij maakte licht, hield de kande laar in de hoogte en riep: Ik noodig ieder een uit te komen kijken, er Is niets te zien hoor. Stijf de arm van Gladys vasthoudend, be trad ook Mary weer het vertrek, waar ze zoo even angstig uit was weggevlucht. Er viel in derdaad niets bijzonders te zien. Zou ze het zich toch verbeeld hebben? Maar neen, dat wr.s onmogelijk. Ze wist het heel zeker, even zeker als ze nu zag, dat alles weer in orde was. Nu ziet u zelf, u hebt zich vergist. Wat doen jonge dames ook zoo laat hier te zijn, u hoorde allang te slapen, voegde hij er nij dig aan toe. Gladys, nog altijd met Mary aan den arm, trad op den bewusten wand toe en duwde er tegen op alle mogelijke wijzen. Maar de wand bleef onwrikbaar. De majoor schoot gedienstig toe, nam eenige boeken weg van de verschillende plan ken en zocht met zijn hand langs den muur tastend naar een of andere geheime veer. Maar niets verdachts werd gevonden. Gladys twijfelde nu toch ook of haar vrien din wel goed had gezien. Laten we maar weer naar boven gaan. stelde ze voor. Jij kunt bij mij slapen, Mary. Ik dank u allen wel voor uw hulp, maar nij- is het weer slapenstij d. Men verspreidde zich. De majoor zocht'- weer pruttelend zijn kamers op, het perso-i neel eveneens en Gladys nam Mary naar-, haar eigen kamer mee. Toen ze de deur had opengedaan, zag ze; Daisy, haar kamenier, doodsbleek achter het; bed vandaan komen. Wat voer jij daar uit? vroeg ze verwon-»! derd. Ik durfde niet alleen die donkere gang' over, mevrouw, bekende het kind. Gladys, lachte. Van een paar kussens en dekens maakte ze in de aangrenzende kamer op den divan een gemakkelijk bedje voor het meisje en zorgde daarna, dat Mary, die nog lang niet op streek was, ging rusten. Weldra hoorde ze aan de regelmatige ademhaling van haar vriendin, dat deze sliep. De oude Kate wie men nog wel eens klei nere werkzaamheden, die ze zittend kon af doen, opdroeg, had haar stoeltje gesleept naar een hoekje in den tuin. waar het zon nig was en waar de voorjaarswind haar niet bereiken kon. Daar zat ze nu heel tevreden en over dacht op haar manier hetgeen er gebeurd was sinds de „kleindochter" op Borough- bridge was aangekomen. Natuurlijk had ook zij gehoord van de nachtelijke gebeurtenis, die het kasteel in rep en roer had gebracht. En even natuurlijk was het, dat de oorspron kelijke lezing van het gebeurde allang was verminkt. Kate wist niet beter, of er was een schot gelost op de particuliere secreta resse, die in de bibliotheek had zitten lezen. Maar ofschoon haar dit verteld was, hechtte ze er niet al te veel geloof aan. Ze was al bij de tachtig en wist hoe de praatjes in de wereld kwamen. Daarom had ze naar al de verhalen oplettend geluisterd, zich het dra ma door vier verschillende personen laten vertellen en was tot het besluit gekomen, „dat er waarschijnlijk wel heelemaal niets van aan zou zijn", (Wordt vervolg^

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 16