- -
De Landverrader
Begrafenis van den marconist Van Bemmel.
Op Zorgvliet te Amsterdam heeft Maandag de teraardebestelling plaats gehad van het stoffelijk overschot van den bij de ramp van De nieuwe betonnen Vechtbrug te Ommen, de ontbrekende schakel in den gemoderniseerde»
de .Lijster" om het leven gekomen radio-telegrafist, den heer P. C. V. van Bemmel. De rouwstoet op weg naar de groeve verkeersweg Achterhoek-Twentenaar^he^tvoltooid en n09 i«r ie
FEUILLETON
Naar het Engelsch bewerkt door
THEA BLOEMERS.
(Nadruk vertoodenX
2©
Gladys zuchtte, toen zeide zij:
1 Maar ik wil mijn vader van de schande,
die op zijn naam rust, bevrijden.
God zegene u daarvoor mylady. Uw va-
-der had ook altijd alles voor een ander over.
Ik heb wel eens hooren vertellen, dat hij,
om den goeden naam van een van zijn vrien
den te redden, het heeft doen voorkomen,
of hij zelf speelschulden had gemaakt.
Wat zeg je daar? vroeg Gladys in ge
spannen aandacht.
-Ja. dat heb ik wel eens gehoord. Of
het waar is weet ik niet en wie het me ver
teld heeft weet ik ook niet meer, maar dat
het niet onmogelijk zou zijn, is ook zeker.
En weet je ook iets van het andere, van
de grootste beschuldiging?
Neen, alleen heeft het gerucht geloopen,
dat uw vader gevangen zou zijn gezet, maar
dat heb ik nooit geloofd.
En toch is het zoo, Kate. Mijn lieve
vader heeft niet minder dan zeven jaar, on
der beschuldiging van landverraad, in den
kerker doorgebracht. En het is juist van de
zen smet, dat ik zijn naam en het blazoen
der Borough-bridges wil zuiveren.
U zou me nog doen schrikken op mijn
ouden dag. mylady. Maar gelooft u mij, zoo
iets zou uw vader niet hebben kunnen doen.
U moet niet vergeten, ik heb hem goed ge
kend; ik heb hem zelfs de flesch gegeven,
liet ze er met trots op volgen, als was dit een
toewijs van de innige verstandhouding tus-
gchen Kate en den jongen graaf,
Gladys lachte even, ondanks haar teleur
stelling.
Leefden mijn grootouders in onmin,
Kate?
Nu, daarover kan ik u wel inlichten,
babbelde het oude menschje verder. Waar
over ze steeds ruzie hadden weet ik niet.
Waarschijnlijk over het eten. Waar zou de
adel anders ruzie over maken? Uw groot
vader was niet gemakkelijk en u moet me
maar niet kwalijk nemen, wanneer ik u eer
lijk zeg, dat we allemaal erg blij waren, toen
we hoorden, dat hij in het buitenland ging
reizen. Ach ja, dat is ook al weer twintig
jaar geleden. Hadden we toen maar geweten,
dat u zoom lief kleindochtertje waart, dan
hadden we n hier vast naar toe gehaald.
fWie heeft al dien tijd het beheer ge
voerd, Kate?
Eerst een tijdje de eerste huishoudster,
de latere jaren kwam majoor Peacock aan
het bewind.
Dus je hebt grootvader nooit terug ge
zien?
Hij moet hier wel eens geweest zijn,
maar voor heel korten tijd. Toen lag ik juist
op bed. En iemand, die veel met zijn overle
den vrouw ophad, zou hij heusch niet komen
opzoeken.
Je mocht hem niet graag lijden?
Wie mocht dat wel? Hij ging te veel
met Peacock en allerlei andere officieren om.
Maar hij hield toch wel van mijn va
der, niet?
Ja, dat deed hij, al was het dan ook op
zijn manier. Maar toen hij graaf George weg
stuurde, deed hij het meer om zijn vrouw-
te plagen dan terwille van de opvoeding van
zijn zoon.
Het was langzamerhand tijd voor de lunch
geworden. Gladys groette de spraakzame
oude vriendelijk en. diep in gedachten, aan
vaardde ze den terugweg.
Ze kon echter niet aan de verleiding weer
staan om nog wat voort te wandelen. Het
heerlijk noodigde er ook zoo drln-
genö toe uit. Inplaats van rechtstreeks naar
het kasteel terug te keer en, maakte de jonge
kasteelvrouw nog een kleinen omweg.
Ze dwaalde wat doelloos rond en bemerkte
tenslotte dat zij op den straatweg naar Ash-
fort was uitgekomen. Blijkbaar had ze
onwillekeurig haar schreden daarheen ge
richt, afgaande op het driftige gegrom van
een motor.
Toen ze het kasteelterrein had verlaten,
bevond ze zich weldra bij een kleine twee
persoons auto, die in een blauwe benzine
wolk gehuld te ronken stond van belang.
Niet zonder vermaak zag Gladys, die van
nature geneigd was, dergelijke gevallen van
den komischen kant te bezien, dat de be
stuurder op zijn rug onder het wagentje lag
en blijkbaar vergeefsche pogingen aanwend
de om den motor te repareeren.
Langzaam kwam ze naderbij om het ge
doe wat meer op haar gemak te beschou
wen. De persoon onder de auto voerde al
mopperende een alleenspraak met zich zelf
terwijl hij daarbij zijn voertuig afwisselend
voor „lam ding'', „prul", „kinderwagen" en
„speelgoed" uitschold.
Ik sla je in elkander, als je het nu nog
langer vertikt, snauwde de stem met zoo
veel overtuiging, dat Gladys haar lachen on
mogelijk langer kon inhouden. Op dit geluid
kroop de eigenaar onder zijn wagen vandaan
en richtte zich overeind. De lachbui van de
gravin werd nog heviger. De heer voor haar
maakte inderdaad een lachwekkenden in
druk. Zijn gezicht was purper van de inspan
ning en daarbij roetzwart van stof en olie,
de gelaatsuitdrukking was daar bij zoo woe
dend en de haarbos stond zoo woest over
eind, dat men inplaats van bang van hem
te worden, eerder medelijden met hem moest
hebben.
Vindt u het geval zoo grappig? vroeg
hij niet op bijster vriendelijken toon.
Ja, erg. bekei.Je Gladys tusschen twee
proestbuien door.
Maar ik zit er maar mee.
r» Moet u nog verff,
Naar de spoorwegwerken, mejuffrouw.
En het onaangenaamste is, dat het een auto
van de directie is. Ik had al een half uur
lang op het werk moeten zijn. Hij zuchtte en
bromde. Dat zul je nu altijd zien, den eenen
keer in de week, dat je haast hebt, weigert
dat onding.
U moet zich niet zoo kwaad maken,
wantGladys haperde even.
Nu, wantvroeg de ongeluksvogel.
Gladys wachtte even met haar antwoord
en keek den man voor haar wat nauwkeuri
ger aan. Hij was achter in de twintig en had
een ferm, wilskrachtig gezicht, dat door lang
durig verblijf in de open lucht door zon en
wind was gebruind. Tusschen de sterke rus
tige oogen stond een rimpel steil overeind,
de mond was klein en vastberaden. Met zijn
lang bovenlichaam leunde hij tegen de auto
om wat uit te rusten, terwijl hij, in afwach
ting van hetgeen de jonge dame tot hem zeg
gen zou. een groote schroef door zijn ge
spierde handen liet draaien. Terwijl hij zoo
stond om te luisteren naar hetgeen zij zou
gaan zeggen, was zijn blik heel wat vriende
lijker geworden, ja het scheen of hij zelf
vermaak begon te krijgen in zijn pech, nu
deze hem zulk een aardige ontmoeting be
zorgde.
Want dat staat u heelemaal niet, ein
digde Gladys haar zin.
Hij lachte, waarbij zijn gaaf gebit bloot
kwam. Ongevoelig voor deze vrijmoedige op
merking was hij blijkbaar niet.
Ik wist niet. dat ik in dezen toestand
nog zulk een betrekkelijk gunstlgen indruk
op een zoo lieftallige verschijning als u kon
maken.
Nu lachten ze allebei.
Ik zei het eigenlijk maar om u te troos
ten, plaagde Gladys.
Heeft u geen beteren troost voor me?
Als u verstand van motoren had, was ik mis
schien meer geholpen.
Ik heb heel wat beters voor u.
Een damesfiets misschien? vroeg de
automobilist wantrouwend.
Een auto.
De jongeman zag in het rond en hernam*
Ik vrees, dat de wensch bij u de va
der van de gedachte is.
Toch niet, maar u moet een o ogenblik
blikje geduld hebben.
Ja, als u hem van Ashfort moet laten
komen, kan ik evengoed loopen.
Ik vind u niet erg geduldig, niet erg
vriendelijk en niet erg beleefd, beknorde
Gladys den ander.
O, neemt u mij niet kwalijk. Maar dat
is mijn zwakke zijde. Ik ben niet erg bedre
ven in het maken van vriendelijke opmer
kingen als de zaken mij tegenloopen.
Erg bedreven in het autorijden lijkt u
mij ook niet, merkte Gladys gevat op.
Ik vind u niet ergo, daar had ik mij
bijna versproken spotlach te hij.
Neen, in ernst. Ik geloof wel u te kun
nen helpen. Als u zich de moeite wilt geven
even naar het kasteel mee te loopen, zal ik
een auto tot uw beschikking stellen, indien
u tenminste inderdaad zoo gedupeerd bent
als uit uw houding schijnt, liet ze er met
een zweem van ironie op volgen.
De heer staarde haar een beetje ongeloo-
vig aan.
Ik ben gravin Boroughbrldge, stelde
Gladys zich voor, inwendig lachend om het
gezicht, dat de ander op het hooren van
deze woorden trok.
Maar hij herstelde zioh onmiddellijk en
noemde zelf zijn naam en zijn beroep: Mont-
leven, ingenieur bij de spoorwegen.
O, maar dan heb ik uw naam meer ge
hoord. bekende Gladys verrast.
Ik kan tot mijn spijt niet hetzelfde-zeg
gen, mylady. Ik wist namelijk niet beter, of
op het kasteel heerschte de heer Peacock.
Tot voor kort was dit inderdaad het
geval, maar aan zijn bewind op het slot is
een eind gekomen.
Waarlijk? «/"eg Montleven met slecht
verborgen vreugde.
WTordt vervolgd*.
Lord Baden Powell brengt
den groet op de groote
padvindersbijeenkomst te
Parijs
Zwolle-Coevorden, waarvan de op
heffing per 1 Januari reeds zeker
scheen, blijft voorloopig gehandhaafd.
Een tegenvaller voor velen
Verpleegden van het Oude Vrouwen-, Mannen- en Bestedelingenhuis aan den
Amstel te Amsterdam vervaardigen een kleed als huwelijksgeschenk aan H. K. H.
Prinses Juliana. Aan het werk onder toezicht der directrice
De reis van den ex-koning van Enge
land. Een telegrafisch overgebrachte
foto van den Hertog van Windsor bij
aankomst op het station te Weenen
Freule C. C. Ph. van der Wijck, een bekende figuur op het gebied van huishoudonderwijs, vierde
Maandag te Haarlem haar 70sten verjaardag. Tijdens de receptie kwamen vele oud-leerlingen haar
gelukwenschen aanbieden
Kermispret op de Kerstmarkt in de Lustgarten te Berlijn. De traditioneels
vermakelijkheden ontbreken niet