De nieuwe vleugel van het Haarlemsche Stadhuis. Het rapport der commissie. ZATERDAG 19 DECEMBER 1936 HAARDE M'S D "A G B E A D TÏ De commissie (bestaande uit de heeren Mr. Th. A. Wesstra (gemeentesecretaris), voor zitter, Ir. Jos. Tli. J Cuypers (architect te Roermond), Ir. G. Friedhoff (destijds archi tect te Amsterdam) Ir. M. H. Maas (directeur van Openbare Werken en A. P. Smits (archi tect te Aerdenhout) die door B. en W. be noemd werden om de ontwerpen voor een nieuwen stadhuis vleugel te beoordeelen. heeft het volgende rapport uitgebracht: De opgaaf, waarvoor de aan de prijsvraag deelnemende architecten gesteld werden, was moeilijk. Het ging er om ."een nieuwen vleu gel te ontwerpen aan een oud gebouwencom plex, dat door de merkwaardig levendige wijze, waarop het in den loop der eeuwen onder leiding van zeer bekwame bouwmees ters is uitgegroeid zonder zijn bruikbaarheid te verliezen, gerekend mag worden te behoo- ren tot de belangrijkste monumenten der Nederlandsche Architectuur. De oplossing, die de deelnemers hebben gemeend voor het vraagstuk te moeten geven, getuigt bij allen van een grooten eerbied voor Haarlem's oude raadhuis. Voor de toewijding, waarmede zij hun plannen hebben ontworpen en nader uitgewerkt, heeft de Commissie alle waar deering. De opmerkingen, waartoe de bestudeering der plannen de Commissie aanleiding gaf, mogen hier in beknopten vorm en in alpha- betfsche volgorde van de namen der archi tecten volgen. Plan F. A. Eschauzier. De architect heeft getracht, door een ge voelige behandeling van de samenstelling der uitwendige vormen, den nieuwen vleugel harmonisch op te nemen in de sfeer van het bestaande gebouwencomplex. Tot op zekere hoogte is hij daarin geslaagd. De belangrijkste bouwmassa ligt aan de Koningstraat; aan de smalle Jacobijnestraat is een lage vleugel geprojecteerd. Door dezen opzet en door de vlakke, rustige, een eigen karakter hebbende gevels wordt een harmo nische aansluiting aan het bestaande gebouw verkregen. Tegen de indeeling echter zijn verschillende bezwaren in te brengen. Vooreerst liggen de beide in het nieuwe gebouw onder te bren gen secretarie-afdeelingen op 5 niveau's, het geen zoowel voor den dienst hinderlijk als voor het publiek onoverzichtelijk is. Voorts is de ligging van de centrale verwarming on gunstig; de kolen moeten door de ambtena ren-ingang en door de vestibule naar de ko- lenbergplaats gedragen worden, terwijl de stationneerende kolenauto het verkeer in de Jacobijnestraat blokkeert. Verder is de ont worpen represen catie-ruimte als zoodanig overbodig. De ontworpen hoofdingang is als toegang tot den nieuwen vleugel te grootsch; als hoofdingang voor het geheele stadhuis is ze niet °eschikt, daar goede verbindingen met het oude gebouwencomplex ontbreken. i - v. iio van het vtn Krijgen van een groo ten inrit voor auto's, welke op die plaats niet noodig en uit een oogpunt van verkeer zelfs ongewenscht is, kwam ontwerper er toe, de historische Pandpoort op te offeren, hetgeen te betreuren is, alhoewel er een waardevol detail voor in de plaats is gekomen. Plan G. H. Holt. De architect, heeft zijn gebouw gescheiden gehouden van het oude gebouw, hetwelk hij door teruglegging van de rooilijn beter tot zijn recht wil doen komen. Hoewel deze eer bied voor het oude gebouw te respecteeren is, komt daardoor een scheiding tusschen het oude en het nieuwe gebouw tot stand, die de eenheid van het geheel niet ten goede komt. In het oude complex zijn verschillende aan- en verbouwen op zeer intensieve wijze met en door elkaar tot stand gekomen, waardoor het geheel zijn merkwaardige bekoring heeft ver kregen. De nieuwe aanbouw daarentegen wordt een op zichzelf staand geheel, dat zich in schaal niet gelukkig aansluit bij het be staande complex en niet tot een harmonische, eenheid daarmee samengroeit. Ook de wijze van accentueering der mas sa's, nl. het doorloopen van .de kap van den vleugel aan de Koningstraat naar dien aan de Jacobijnestraat, is een vreemd element en niet in overeenstemming met het wezen van het oude complex, waarvan de onderdee len wat dat betreft een zelfde karakter be zitten. Door het zeer karakteristieke verschil tusschen Koningstraat en Jacobijnestraat bevredigt bovendien de gelijke hoogte van de vleugels aan die beide straten niet. De indeeling is over het algemeen gunstig te noemen. De ligging der bureauruimten is zoowel voor den dienst als voor het publiek zeer overzichtelijk. De verlichting van de bu reau's is hier en daar minder srunstig. Dat alle ambtenaren van de 6e Afdeeling via de Afdeeling Verkiezingen binnenkomen, is min der juist. De ligging der loketten ten opzichte van de bijbehoorende afdeelingen is niet overal practlsch. Plan A. J. Kropholler. Dit plan vertoont vrijwel dezelfde karakte ristiek van het plan Holt. Dezelfde algemeene opmerkingen zijn hierbij dan ook te maken. De architect heeft het door hem ontwomen nieuwe gebouw nog meer geisoleerd van het oude gebouwencomplex door een open hof er tusschen te projecteeren, zoowel aan de Ko ningstraat als aan de Jacobijnestraat- Daar door ontstaat een geheel op zichzelf staand gebouw, dat niet een harmonisch geheel met het oude gebouw vormt, hetgeen, vooral van de Groote Markt af, een minder fraai gezicht- oplevert. Verder is de Jacobijnestraat een straat zonder zijwand geworden, waardoor het Prinsenhof als rustpunt in het stadsbeeld aesthetisch in waarde achteruit is gegaan. Het gebouw zelf acht de Commissie, zoowel wat de massa als de schaal betreft, te zwaar in verhouding tot het bestaande complex en de omgeving, waardoor het een te overheer- schend element zal worden. Wat de indeeling betreft, kan gezegd wor den, dat de ligging der afdeelingen en loket ten voldoende is. zoowel voor den dienst als voor het publiek. De inwendige verbinding van het nieuwe met het bestaande gebouw- heeft echter plaats langs een weinig overzich telijken en vrij grooten omweg, hetgeen voor het gebruik door ambtenaren en publiek be zwaarlijk is. De verlichting van de bureau's kan in het algemeen niet zeer gunstig genoemd worden De ligging, verlichting vorm van de reserve-kantoorruimten zijn ongunstig. Tot het gedeelte van het bestaande gebouw, dat in dit plan gesloopt moet worden, be hoort een vleugel, welke aansluit bij den ouden kloosterhof. Verdwijning ervan zou, waar de noodzakelijkheid daarvan niet is ge bleken, te betreuren zijn. Plan Ir. A. J. van der Steur. In dit plan is de aansluiting met het oude gedeelte doelbewust nagestreefd. De groe peering van de bouwmassa's is in het alge meen in overeenstemming met het karakter van het bestaande complex. De open ruimte in de Jacobijnestraat tusschen het oude en nieuwe gedeelte met den schoorsteen van de centrale verwarming geeft een straatbeeld, dat minder geslaagd is, hetgeen naar de mee ning dei* Commissie op weinig ingrijpende wijze te verbeteren zou zijn De planindeeling voldoet zeer goed aan de gestelde eischen. De inwendige verbinding tus schen het oude- en nieuwe gedeelte is uitste kend. Dat de Pandpoort als toegang tot het nieuwe gedeelte zal gaan dienen en daardoor in beteekenis zal toenemen, is toe te juichen. De architectuur van de gevels is niet in alle opzichten wei-overwogen. Het gebruik van geschagelde raamreeksen past minder goed bij het karakter van het bestaande complex. Het zoeken naar verlevendiging van den ge vel door verscbVaiving van muurvlakken en raamopeningen ten opzichte van elkaar kan van verrassende werking zijn, zoo ook het spreken van bepaalde partijen in den gevel. Bij den ouden Raadhuisvleugel aan de Marktzijde is dit levendige karakter echter voor een groot deel ontstaan door de verande ringen, welke in den loop der tijden hebben plaats gevonden, terwijl de in iater tijd aan gebouwde vleugel aan de Zijlstraatzijde in we zen zeer regelmatig is, doch door de behan deling en vormgeving evenzeer een levendieen aanblik biedt, die daardoor zoo goed harmo nieert met het anderen gedeelte van het Raad huis. De detailleering is nog niet op een zoodanig peil gekomen, dat deze boven het persoon lijke element wordt opgeheven. Vereenvoudi ging en meerdere beheersching in schaal der onderdeelen acht de Commissie zeker ge- wenscht. Plan F. H. T. Zwiers. Waar Eschauzier's ontwerp voor wat zijn gevelindeeling betreft, meer op het 18e eeuw- sche principe is ingesteld, heeft de architect Zwiers aansluiting gezocht bij de beweeglijk heid van het bestaande complex, waarbij de afwisseling in de gevels te verdedigen is met de planindeeling. De ontwerper heeft blijkbaar doelbewust gezocht naar een vormgeving, die ook wat de onderdeelen betreft, aansluit bij die van het bestaande raadhuis en tevens heeft hij getracht, aan de architectuur een eigen karakter te geven. Daardoor heeft deze architectuur wellicht meer dan bedoeld is, een neiging tot het Renaissancistische gekregen, hetgeen evenwel niet in overeenstemming is met den natuurlijken groei van het bestaande geheel. De straatwand langs de Jacobijnestraat is zeer verbrokkeld, wat wel de verlichting van de bureau's ten goede komt, doch de sfeer van dit straatje en het daaraan grenzende Prin senhof in hun wederzij dsche verhouding na- deelig beïnvloedt. De planindeeling is zeer geslaagd te noe men en voldoet geheel aan de gestelde eischen. Een inwendige verbinding van het nieuwe gedeelte met het westelijk deel van het oude raadhuis, zooals die in het plan-Van der Steur voorkomt, ontbreekt hier echter. De Commissie merkt op, dat bij een verge lijking van de bouwkosten der verschillende plannen een zelfde eenheidsprijs voor alle plannen door haar is aangehouden. Daarbij zijn afzonderlijk beschouwd de kelderruimten, de hoofdverdiepingen (beganegrond en 1ste verdieping) en de kapverdieping. Indien voor deze categoriën als prijs per M3. aangenomen wordt resp. f8, f 12 en f 10, dan blijken volgens een voor alle plannen op dezelfde wijze uitgevoerde inhoudsberekening de bouwsommen te bedragen: plan Eschauzier plan Holt plan Kropholler plan Van der Steur plan Zwiers f 89.000,— f 106.000,— f 88.000,— f 93.000,— f 106.000,— Ten overvloede zij nog opgemerkt, dat deze bedragen, mede door de thans aan sterke ver andering onderhevig zijnde prijzen der bouw materialen, slechts een vergelijkende waarde hebben. De Commissie is van meening, dat feitelijk bij geen der plannen de architect aan het nieuwe gedeelte een geheel eigen karakter heeft gegeven, zooveel mogelijk het aesthe tisch peil van de verschillende, in den loop der tijden tot stand gekomen onderdeelen van het bestaande gebouwencomplex benaderend, daarmee èèn harmonisch geheel uitmakend en waarbij tevens een aan alle eischen beant woordende planindeeling bereikt werd. Dit wil echuer niet zeggen, dat de Commissie dan ook geen plan voor uitvoering zou willen aan bevelen daarvoor zijn er in bet werk der in zenders te veel goede qualiteiten aanwezig. Als voornaamste eisch vooropstellend, dat de nieuwe vleugel harmonisch moet aanslui ten aan het bestaande gebouw en daarmee èèn geheel moet uitmaken, meent de Commis sie, dat de plannen van de architecten Holt en Kropholler niet voor aanbeveling in aan merking kunnen komen. Zooals hiervoor reeds uiteengezet is, vormt de door hen ontworpen uitbreiding te zeer een op zichzelf staand ge bouw, waardoor geen saamhoorigheid van het geheel bereikt is. De meerderheid der Commissie is voorts van meening, dat, hoe zeer zij ook de aesthetische qualiteiten van het plan-Eschauzier waardeert, dit plan evenmin aanbevolen kan worden. De bezwaren voornamelijk tegen de planindeeling, zijn daarvoor te belangrijk. Een der leden acht de architectonische qualiteiten van dit plan echter zoo geslaagd, dat hij. na grondige her ziening der plan-indeeling, de opdracht aan dezen architect zou durven aanbevelen. Wat de twee overblijvende plannen aangaat, meent de Commissie, dat beide wat de indee ling betreft vele goede eigenschappen bezitten Deze plannen voldoen aan de gestelde eischen en waarborgen het verkrijgen van een doel matig gebouw. Een der leden acht het ver schil tusschen beide plannen zeer gering en zou, indien mogelijk, beide inzenders in de ge legenheid gesteld willen zien. hun gevelarchi tectuur nader te bestudeeren, waarna dan een definitieve keuze zou kunnen worden gedaan. De meerderheid der Commissie acht echter de architectonische opvatting van het plan Van der Steur juister dan die van het plan Zwiers. JDe bijzonder gunstige verbinding met het (Adv. ingez. Med.) oude gebouw en de rustige straatwand aan de Jacobijnestraat geven haar dan ook aanlei ding het plan-Van der Steur aan te bevelen. Evenwel is de Commissie in haar geheel van meening. dat met het plan-Van der Steur een goede oplossing van het vraagstuk te verkrij gen is. zoodat dus de leden, die een minder- heidsmeening hebben uitgesproken, zich met het voorstel van de meerderheid kunnen ver eenigen. De commissie schrijft verder: Ingevolge het verzoek van B. en W. heeft de Commissie nog kennis genomen van de vier ingezonden plannen van architecten, die daar voor geen uitnoodiging hadden ontvangen. Deze plannen geven de Commissie geen aan leiding haar advies, dat over de ontwerpen van de vijf uitgenoodigde architecten uitge bracht is, te herzien. Er is bij de vier onge vraagde ontwerpen geen plan, dat het peil van de plannen van een der uitgenoodigde archi tecten zoo dicht benadert, dat een bestudee ring tot in details haar aanbevelenswaardig voorkwam. Toegevoegd secretaris van de commissie was Ir. F. Ottevangers van Openbare Werken. Reeds hebben wij medegedeeld, dat het col lege van B. en W. zich bij het advies der com missie hebben aangesloten. B. en W. deelen daarom aan den raad mede, dat zij voornemens zijn aan Fr. A. J. van der Steur, architect te Amsterdam, het maken van een uitge werkt plan op te dragen. De Tentoonstelling. Zooals wij reeds mededeelden worden de 5 ontwerpen tentoongesteld in de tentoonstel lingszaal van het Frans Halsmuseum van 21 tot 29 dezer en wel van 10 tot 3 uur (2de Kerst dag 123 uur). De toegang is op het Klein Heiligland. Tevens zullen de 4 ontwerpen van de niet uitgenoodigde architecten worden tentoonge steld voor zoover de inzenders daartegen geen bezwaar hebben. Op 21 en 22 Dec. is de tentoonstelling alleen voor genoodigden toegankelijk. Het publiek heeft toegang van 23 December af. De Luchtbescherming Haarlem. te Nog geen gelden op de begrooting voor 1937 uitgetrokken. De Commissaris van Politie te Haarlem, die als hoofd van den Luchtbeschermingsdienst optreedt, deelde ons in een kort onderhoud dat wij met hem hadden, mede, dat hij reeds eenigen tijd gereed is met de voorbereidende werkzaamheden voor de organisatie van dien dienst. Met de practische uitwerking daarvan moet evenwel gewacht worden tot de gemeente raad het geld daarvoor beschikbaar stelt. Op de dezer dagen gepubliceerde begrooting voor 1937 is nog geen post uitgetrokken, maar dit kan nog bij een aanvulling geschieden. Zonder geld zoo vervolgde de heer Tenckinck is niets te doen. Dit zal ieder begrijpen als men hoort dat m Haarlem ongeveer 5000 personen noodig zullen zijn om bij den Luchtbe schermingsdienst een rol te spelen. Dit personeel er hebben zich al heel wat vrijwilligers voor aangemeld moet nu ge oefend worden, maar om dit te kunnen doen moet over geld beschikt kunnen worden. Daarop is nu het wachten. De vergrooting van het Haarlemsche Politiebureau. Wat er thans uitgevoerd zal worden. De gemeenteraad van Haarlem heeft, zooals wij eenige weken geleden hebben medegedeeld, op voorstel van B. en W. den aankoop bekrach tigd van de huizen in de Smedestraat tusschen het Politiebureau en de Lange Wijngaard straat. De Politie heeft dringend behoefte aan meer ruimte. Voorloopig zal die gevonden worden dcor een eenvoudige verbouwing van den leegstaanden winkel naast het bureau. Daarin zullen kamers gemaakt worden voor den hoofdinspecteur van den stadsdienst, den in specteur van het vervoer en den inspecteur voor het behandelen van verschillende aan vragen. De winkelpui zal vervangen worden door een muur met gewone ramen, zoodat het cachet van winkel van het perceel verdwijnt. In het midden van het te verbouwen per ceel komt een breede gang. die gebruikt zal worden vnor fietsenbertrolaats Dar> verdwij nen de fietsen uit de smalle gang van het thans bestaande bureau. De politie heeft ook behoefte aan een groo- tere garage, daar de tegenwoordige garage in de Lange Wijngaardstraat veel te kleir ge worden is. Voorloopig wordt daarin. In ver band met de beschikbare geldmiddelen, nog geen voorziening getroffen. Kerk en Vrede. Kerst-getuigenisavond. De afdeeling Haarlem en Omstreken van „Kerk en Vrede" hield Vrijdag in de Lutersche Kerk haar jaarlijkschen Kerst-getuigenis avond over het onderwerp: „Christus' kerk tegen eiken oorlog". Ds. G. J. Duyvendak, Luth. predikant te Haarlem, opende de bijeenkomst op de ge bruikelijke wijze, waarna de aanwezigen staande zongen „Daar is uit 's werelds duist're wolken". Ds. Duyvendak sprak een kort welkomst woord. Hij dankte den Kerkeraad voor de be reidwilligheid, om het kerkgebouw voor dezen getuigenis-avond af te staan. „Kerk en Vrede" is er dankbaar voor, dat deze bijeenkomst in een kerkgebouw plaats kon hebben. „Kerk en Vrede" moet niet n a a s t de kerk worden uit gebouwd. Die twee behooren één te zijn. De kerk wil het verwijt ontgaan, dat ze zich van niets aantrekt, alsof er geen wolkje aan de lucht is. De oorlog mag nooit in verband met het evangelie worden gebracht. Het Kerstfeest leert ons te leven als kinderen van één Vader; als voorwerp van Gods liefde, onverschillig van welken rang of stand. Men moet het wagen met God, eindigde spreker, dan zal hij het wél met ons maken. Ds. R. H. Oldeman, Hervormd predikant te Santpoort, zei, dat hij tien jaar geleden een kerkdienst had bijgewoond, waarbij de predi kant vroeg, of wij eigenlijk nog Kerstfeest mochten vieren, want de cijfers begonnen te spreken van de slachtoffers van den massa moord; er kwamen steeds meer films, die aan duidelijkheid niets te wenschen overlieten. Er ging toen een huivering door de heele wereld en de kreet weerklonk; „Nooit meer!" Wij voelden dat we allen schuld hadden en wilden het gaarne weer goed maken. Er werden over al vredesvereenigingen opgericht en getuige nis-bijeenkomsten gehouden. En nu zijn we tien jaar verder. De kreet „Nooit meer" is helaas verstomd; er kwamen andere leuzen voor in de plaats, zooals: „de oorlog is voor den man en het moederschap voor de vrouw". Nimmer is de oorlogsdreiging zoo groot ge weest. als in dezen tijd. Wij schudden de ver antwoordelijkheid van ons af. Laten we het maar eerlijk bekennen: we hebben verloren. Wat maalt men tegenwoordig om een handje vol we des vrienden, die den oorlog willen ver bannen? De oorlogsgod Mars staat gereed om aan te vallen en Jezus Christus weent aan het kruis over de wereld en den mensch. De aan vallen op de kerk geschieden niet meer in het duister, maar openlijk. Hier en daar wor den de kerken neergehaald; men trapt op het hart van Christus. Men lacht om Christendom en kerk. En we hebben eigenlijk niet beter ver diend. De kerk heeft haar taak verwaarloosd De kerk heeft van Christus een caricatuur ge maakt. We mogen niet kwaad zijn op Hitier. Mussolini en op de oorlogsindustrieën, want de kerk is niet tusschenbeide gekomen. In tegendeel. zei spreker, de kerk heeft geheuld met Mars en de wapenen gezegend. En na den kerkdienst werden bij een kopje koffie de aan- deelen van de staalindustrieën bestudeerd Mogen we nog Kerstfeest vieren? Zal het hart niet schreien als men aanstonds zijn kinderen hoort zingen van „Vrede op aarde, in menschen een welbehagen"? Men weet im mers, dat hun lichaampjes later stukgereten zullen worden. Neen, het Christendom mag niet in dienst staan van den oorlog, want oorlog is zonde en een misdaad tegen de menschheid. Men weet immers wat ons te wachten staat als de oorlog losbarst. Christus heeft zich niet met het. zwaard verdedigd, maar met het kruis. Wij moeten dat voorbeeld volgen, ook al is er veel moed voor noodig. Is er, vroeg spreker, iets oramenschelijkers en afschuwe lij kers denkbaar, dan een burgeroorlog, waar familieleden en vrienden elkaar afslachten, zooals men dat nu in Spanje doet? Moeten we het nog langer toelaten, dat men de twee partijen daar tegen elkaar laat ophitsen? En de Volkenbond, de verstandige jongen, pro beert zich nu een houding te geven. Dat God ons toch vooral voor een burgeroorlog mag bewaren. Oorlog en kerk zijn onvereenig- baar en ook de voorbereiding daartoe. Men moet kiezen: vóór den Christus of tegen den Christus. Een andere keus is er niet. Wat be tee kent het Christendom als zulke onmen- schelijke dingen mogelijk zijn? Wee den mensch. die Christus huldigt met de lippen, maar kruisigt met de daad. Christus' kerk tegen den oorlog! God wil het!", zoo eindigde spreker. Dr. M. van der Voet, Hervormd predi kant te Haarlem-Noord en lid van het hoofdbestuur van „Kerk en Vrede", merkte op, dat de Vredesvorst in dezen tijd op de vlucht wordt gejaagd. Hij kan op aarde geen rustplaats meer vinden. Het cynisme neemt hand over hand toe. Men verwacht tegen woordig meer van bruut geweld, dan van een verzoenend woord. De oorlogsindustrie bloeit en de oorlogsgedachte groeit, ook dooi de schuld van de groote wereldpers, die ons telkens oorlogsillustraties te aanschouwen geeft „Kerk en Vrede" moet een heilig pro test tegen de huidige oorlogsdreiging laten weerklinken. Men mag niet neen zeggen. „Kerk en Vrede" moet protesteeren tegen den geest in deze eeuw; tegen de zonde van eiken oorlog, met alle kracht, die in ons is. Geprotesteerd moet vooral worden tegen den oorlog, die gemoderniseerd en geperfec tioneerd is, zooals de luchtoorlog met al zijn verschrikkingen, waarvan we al zooveel heb ben gelezen, maar waarvan we de gevolgen gelukkig nog niet aan den lijve hebben ge voeld. Spreker herhaalt wat hij al eens eer der gezegd heeft en waarvoor hij smadelijk uitgelachen is, namelijk dat tegen den lucht oorlog geen enkel verdedigingsmiddel baat. Dat is zijn eerlijke meening. rustend op reëele gronden. Een luchtoorlog zou ook voor ons land een funeste en vreeselijke uitwer king hebben. Ons protest daartegen moet scherp zijn. Aan zulk een misdrijf mogen we nooit in Gods naam meedoen. De luchtoor log is uit den duivel, evenals elke andere oorlog. Toen het conflict tusschen Italië en Abessynïë losbarstte, werd een oogenblik ge vreesd, dat er een Volkenbondsoorlog zou komen. Gelukkig is dat niet gebeurd, want die zou volgens "spreker stellig een wereld brand tengevolge hebben gehad. Wel hoopt hij dat men nog eens, zij het ook In een verre toekomst, mag spreken van een politioneel optreden van den Volkenbond „Wij moeten", zoo eindigde Dr. Van der Voet. ..door alle oorlogsgeruchten heen blijven letten op Hem, die zijn leven als Vredesvorst gegeven heeft. In Christus zullen we tenslotte overwinnen". Spreker wekte hen. die dif nog niet gedaan hebben, op om lid van „Kerk en Vrede" te worden. De bijeenkomst, werd met gemeenschappe lijk gezang en dankgebed gesloten. BEN OF MIN GEN W B'SDOM TI De Bisschop van Haarlem heeft benoemd tot Kapelaan: te Lisse (H. Agatha): den Wel eerw. heer W A. Nirolaas: tot assL-ten* te Haarlem «H.E Elisabeth en Barbara»: den Weleerw. heer J. J. Hetem; te Haarlem (H. Liduina)den Weleerw. heer M. J. Wenners. HUURT UW PRIMO voor 60 cent per week. ALLE REPARATIES VRIJ. ALLE ONDERHOUD VRIJ. ALLE SLIJTAGE VRIJ. Geen waarborgsom. De STOFZUIGER CENTR. HAGEMAN GED. OUDE GRACHT 52 Telef. 12762 (Adv. Ingez. Med.) GOED ZIET men eerst dan Met een bril van FEDERMANN GR. HOUTSTRAAT 37, TELEFOON 11059 Leverancier van alle Ziekenfondsen. (Adv. ingez. Med.) Het 50-jarig bestaan van „Amicitia Juncti". Feestavond in den Stadsschouwburg. Vrijdagavond hebben de Haarlemsche gym® nasiasten de kroon gezet op de viering van het tiende lustrum van .Amicitia Juncti" (het letterkundig gezelschap van leerlingen van het Haarlemsche Gymnasium) met een feestavond in den Stadsschouwburg, die klonk als een klok. De jubileerende vereeniging had zich geen gemakkelijke taak gesteld met de opvoering van het tooneelspel „Ferdinand Huyck", door Anna van Gogh—Kaulbach geschreven naar het bekende boek van Jacob van Lennep. Deze opvoering werd natuurlijk gegeven voor een „uitverkocht huis". Onder de aanwezigen wa ren o.m. de burgemeester van Haarlem, de heer C. Maarschalk en mevrouw: de wethou der van onderwijs, de heer A. G. Boes, het eerelid prof. Swaen. die vroeger zulke nauwe ralaties met „Amicitia Juncti" had. de rector van 't gymnasium, dr. C. Spoelder en vele leeraren en ouders. Op dezen bijzonderen avond kon, nadat de voorzitter van „Amicitia Juncti", de heer E. van Beusekom. een kort openingswoord had gesproken en het Amicitia-lied gezongen was (het klonk wel wat te bescheiden!) maar niet zoo dadelijk met het stuk begonnen worden. Want eerst kwam de president-curator, mr. Th. A. Wesstra, het bestuur namens curato ren hartelijk gelukwenschen. Spr. vestigde er de aandacht op. dat de vereeniging op dat hoog peil is gehouden, waarop een gymna siale vereeniging behoort te staan. Amicitia is, gedragen door de sympathie van rector, leeraren en ouders een levende en bloeiende vereeniging. Houdt den geest in uw vereeni ging frisch en vaardig, dan zal het Amici tia Juncti goed blijven gaan. zoo eindigde mr. Wesstra, die namens curatoren nieuwe insignes voor het bestuur aanbood en ze den bestuurs leden omhing. Namens de leeraren sprak de conrector, dr. G. Ras. woorden van gelukwensch, den kame- raadschappelijken geest tusschen leeraren en leerlingen prijzend, die heerscht in die groote familie, die „het gymnasium op het Prinsen hof" heet. Spr. uitte er zijn vreugde over, dat zoovele oud-leerlingen aanwezig waren en bood net bestuur een groote krans aan. Namens de Gymnasiale Muziekvereni ging L.I.N.O.S. voerde het woord de voorzit ter, de heer Pit en bood een presentielijst, op oud-Hollandsch papier en leeren band aande heer A. van der Most van Spijk wees er op, dat het Zaterdag ver schenen nummer van de gymnasiale Courant Mirabile Lectu, geheel opgedragen is aan het bestuur en bood van deze opdracht een oor konde aan; tenslotte voerde namens de lus trum-commissie de voorzitter, de heer R. A. van Valkenburg, het woord. Toen verdwenen de bestuursleden van het tooneel en spoedig daarop woonden wij bij, wat er gedurende een hevig onweer gebeurde in den koepel op 't buiten van den heer Blaek. In de opvoering van „Ferdinand Huyck" onder regie van Adriaan van Hees (dr. Schro der heeft zich slechts korten tijd met de regie kunnen belasten), viel zeer veel te prij zen. Wij zeiden reeds, dat de uitvoerenden zich een moeilijke opgaaf gesteld hadden en al was duidelijk te bemerken dat er onder de speel sters en spelers eenige meer-geroutineerden en ook verschillende niet-geroutineerden wa ren, het is toch bewonderenswaardig wat de regie ook met deze laatsten had weten te bereiken. De voorstelling liep bijna voortdu rend vlot en wat een aardig effect maakte de gelagkamer in een herberg buiten Naarden in het tweede bedrijf, waarin bovendien de leerlingen in de zaal in de oubollige figuur van den waard uit „De Rustende Jager" (waarvan de vertolker op het programma als N. N. was aangeduid) hun rector herkenden, die zijn rol met verve speelde! Het gaat niet aan. in een kort bestek het dertigtal medespelenden te bespreken. Allen deden hun uiterste best en dat de een wat meer kon bereiken dan de ander speekt van zelf. Bijzonder troffen ons de zwierige too- neelfiguur van Lodewijk Blaek; de buitenge woon goed uitgebeelde tante Letje die een welverdiend open doekje kreeg en de waar dige oude heer Huyck. hoofdschout van Am sterdam Het spel van Ferdinand Huyck zelf ofschoon over het algemeen goed. was wel wat vlak; Helding, de poëet, toonde de ver- eischte dwaasheid. Het was een lieve, nobele Henriëtte Blaek. die tenslotte haar Ferdinand kreeg, door toedoen van haar nicht Amelia, die in dit stuk wel wat a! ïe vaak door haar vader de kamer wordt uitgestuurd. Te betreuren was. dat niet altijd genoeg „de zaal in" gesproken werd; hierdoor ging nu en dan wel iets verloren. Van de costuums was buitengewoon veel werk gemaakt. Toen het applaus na het laat ste bedrijf was weggestorven en de dames-uit voerenden bloemen"gekregen hadden, sloot dr. Spoelder dit eerste, zoo goed geslaagde ge deelte van den feestavond met een geestige speech, waarin hij o.m. zelde, dat het nog niet was voorgekomen, dat de burgemeester een opvoering van Amicitia had bijgewoond en dat de wethouder van onderwijs bloemen had gezonden voor de medespelende dames. Spr. dankte allen voor de gave prestaties, die niettegenstaande onervarenheid. geleverd waren in een stuk, dat misschien wel iets boven de macht van jeugdige krachten ligt. Allen hebben den naam van de school weer hoog gehouden. In het bijzonder huldigde spr. den heer Adr. van Hees ah eer» «rpdu'dtqr voiv>o*-d»nd pp En daarna gingen allen naar de Concertzaal voor het bal, dat tot laat duurde. Tn aanmerking genomen de stemming, waarin de uitmuntend" onvoerln" "an ^er- Jinahd Huyck" de jongelui had gebracht, durven we gerust te zeggen: het zal goed ge weest zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 11