Films van deze week The murder man Anthony Adverse „Ramona" in kleuren 3 Marx Brothers" RAM®, __irH LITTERAIRE KANTTEEKENINCEN LATERE) AG 19 DECEMBER 1936 HAAR T. E M'S D A G B E A D 3 FILMNIEUWS Luxor Virginia Bruce Spencer Tracy „The murder man" Is vertaald als „de ver- leider" en deze titel zou allicht tot misverstand aanleiding kunnen geven. De „murder man" is verslaggever van de Star, specialist in Ame- rikaansche journalistiek en in het bijzonder in moord-„stories" en de verleider is een ander. Het is moeilijk iets van deze film te vertellen zonder er tevens iets van te verklappen. Het begint in de pers-kamer van het politiebureau. Het is er de razende drukte, die we van Amerikaan- sche films kennen. Telefoons ratelen, verslag gevers rennen af en aan. Dan komt plotse ling het bericht, dat er een moord is gebeurd, een belangrijke moord op een belangrijk man. Alles vliegt weg, tuk op nieuws. Maar er is er één, die er niet bij is. Het is Stephen Grey, de murder-man, de moord-reporter. Dan vliegt het verhaal voort, langs het onderzoek, Grey's opzienbarende ontdekking, dat de moord daar en daar gepleegd moet zijn, op die en die manier. En dan tenslotte luistert Stephen een telefoongesprek af, dat de beiwijsketen sluit om Men is zeker van de schuld van den ver dachte. Een rechtzitting volgt. Stephen Grey getuige, de eenige beslissende getuige. En toch Stephen Grey is voor alles verslaggever en de Star heeft alles het eerste. Maar toch niet alles, want zoo als het begint in de perskamer van het politiebureau, zoo ein digt het in de kamer daarnaast, in de ka mer van den commis saris. Daar bekent een moordenaar, dat hij een man gedood heeft en hij vertelt, waarom hij dat deed. Stephen Grey heeft het van te voren ge weten, de „story" is geschreven voor de bekentenis is afge Spencer Tracy. legd. Maar hij komt voor het eerst te laat. Maar dit alles is niet het belangrijkste van deze film. Het belangrijkste van de intrige ver tellen wij hier niet, omdat wij er niemand een dienst mee zouden bewijzen. Maar wij willen hier wel zeggen, dat „De Verleider", hoe ver keerd de titel ervan ook is, een goede, buiten gewoon goede film is. De eer daarvan komt in de eerste plaats toe aan Spencer Tracy, die hiel de „murder-man" is, en in de tweede plaats aan den regisseur Tim Whelan. Het is knap werk, veel beter dan gewoonlijk bij films, die in dit milieu van politiemannen en reporters, moorden en terechtzittingen spelen, te zien valt. Frederic March met Mervyn Leroy als regisseur Waarschijnlijk is het groote succes van Hervey Allen's boek, dat hier in Nederland, evenals de film, als „De kleine Madonna" verscheen, de aanleiding geweest tot de ver filming. Daardoor Frans Hals werd de regisseur voor een wel zeer moeilijke taak ge steld: niet alleen dat hij een populair boek zóó moest verfil men ook voor de lezers van het boek aan trekkingskracht behield, doch bovendien was hij genoodzaakt de ruim 1200 pagina's van Allen's roman in een enkele film samen te vatten. Dat daarbij de psychologische ontwikke ling van de hoofdpersonen in het gedrang komt. is onvermijdelijk. Dit verklaart waar schijnlijk de in de film niet erg waarschijn lijk gemaakte verandering van de zacht moedige Anthony Adverse in een wreeden slavenhandelaar. Doch dit verklaard zeker niet, waarom de regisseur er niet inslaagde, de aandacht ge durende de lange film geboeid te houden. Juist het groote aantal gebeurtenissen had de film" meer vaart moeten geven. Toch is er in deze film zeer veel te waar- deeren. In de eerste plaats wel de vrijwel vlekkelooze fotografie waardoor een werke lijk zeer behoorlijke rolprent ontstond. Doch ook het soel van Frederic March, als Antho- nv Adverse is niet alleen elegant, zij het mis schien wat te koel ik denk hierbij vooral aan zijn houding tegenover zijn pleegvader dodh alleszins aanvaardbaar. De vrouwe lijke hoofdrol Angela Guessippi, vertolkt door Olivia de Havilland kon mij veel minder bekoren. Opmerkelijk zijn de beide knapen- rollen, die van Anthony zelf, door Billy Manch, doch vooral die van zijn zoontje, door Scotty Beckett. Het zou ondoenlijk zijn, het scenario weer te geven. Vermeld zij slechts, dat het laat ste deel van Allen's boek werd weggelaten, wat m.i de film niet ten goede komt, daar zij nu niet „af" is. Het geheel werd echter een bekoorlijke, charmante avonturenfilm, met. uitstekende decors en regie, die zich vooral naar het einde toe aanmerkelijk verstrakt, wat het ge heel ten goede komt. Een film, die de lezers van Allen's baek moeten gaan zien, om de vele bekenden, die zij er in zullen aantref fen. en die voor de niet-lezers aanleiding zal zijn, Allen's boek ter hand te nemen. Een opmerking moet, mij nog van het hart. De Napoleon iRollo Lloyd) welke Leroy ons brengt wijkt toch wel heel sterk af van de gangbare Napoleon -figuur. Een regie fout. die mij onverklaarbaar lijkt. Doch ik herhaal, ondanks al deze bemer kingen, die misschien slchts opvallen, door het hooge peil waarop de g.eheele film staat, een voortreffelijke rolprent. 1000 spelers onder regie van Henry King Ramona Is een volgens het nieuwste kleuren- procédé vervaardigde 20th Century-Fox Film. De stof voor deze film leverde de roman van Helen Hunt Jackson. De regisseur Henry King heeft het gegeven op romantische, soms span nende. soms minder aannemelijke wijze ver werkt. De drie hoofdrollen zijn in handen van Loretta Young, Don Ameche en Kent Taylor. Van deze drie is Lo- Rembrandt retta verreweg de beste. Op haar bewegelijk ge zicht teekenen zich alle aandoeningen dui delijk af. haar spel is zuiver en diep mensche- lijk. haar karakter en haar geheele wezen zijn een open boek voor den toeschouwer, terwijl men bij den Alessandro van Don Ameche eenig-szins voor een raadsel staat, wat z'n dik wijls onbewogen uiterlijk eigenlijk bedoelt te geven. Dat de kleurenfilm nog niet daar is, waar zij moet zijn, bewijst ook. deze film weer, al zijn er vele stukken, die aangenaam voor het het oog zijn. De inhoud van Ramona is in 't kort de volgendeRamono, de dochter van een Indiaansche. die jong gestorven is, wordt op een ranch opgevoed gelijk met den zoon van haar pleegmoeder. Deze zoon, Felipe Moreno, gespeeld door Kent Taylor behoort tot de groote schare aanbidders van Ramona, die voor hem echter slechts zusterlijke genegen heid heeft. Haar liefde geeft ze aan Allessan- dro (Don Ameche i die op de ranch van haar pleegmoeder de schapen komt scheren en zoon is van een Indiaansch stamhoofd. Tegen den wil van haar pleegmoeder vlucht ze met hem naar zijn bezitting. De vruchtbare, goed bewerkte gronden leveren hun een goed be staan en ze leven met hun kleine dochtertje heel gelukkig met elkaar, als aan dat rustige geluk plots een einde komt, doordat ze door landverhuizers verdreven worden. Verzet tegen de overmacht baat niet en in stroomenden regen trekken ze op een open wagen verder het land in, waar ze door „Tante Ria" liefde rijk in haar huis worden opgenomen. Het grootste leed komt nog over Ramona doordat haar man, die medicijnen voor het ziekgewor- den dochtertje ver weg uit het naburige stadje moet hélen door een Yankee wordt doodge schoten, omdat hij in ruil voor zijn paard, dat kreupel was geworden, zoolang een paard van den Yankee nam. In dien tijd was paarden diefstal in Amerika een halsmisdrijf, vooral bedreven door een Indiaan. Er werden korte metten gemaakt met paardendieven, zonder bedenken werden ze neergepaft. Om deze film niet al te droevig te laten eindigen, verschijnt juist als Ramona van de begrafenis komt, haar goede oude trouwe vriend Felipe Morena aan wiens borst ze haar leed uitschreit en in wien ze een toegewijd kameraad zal vinden. Het voorprogramma geeft binnen- en bui- tenlandsch nieuws, o.a. de opening van de Moerdijkbrug door de Koningin en de laatste vaart van de veerpont in een sluier van nevel. Frederick March als Anthony Adverse (Frans Hals). Loretta Young in en als „Ramona". „Een avond in de Opera" van Sam Wood. „Een avond in de opera", was de eerste film, waarmede de Marx Brothers respectievelijk Groucho, Harpo en Chico genaamd voor het forum van de Amerikaansche filmwereld ver schenen. Hun humor bleek er „als koek" in te gaan, de film werd een Schlager van de eerste grootte en de drie dwaze gebroeders stonden meteen op het hooge voetstuk der populariteit Cinema De drie „Marx Brothers". Na den triomftocht aan gene zijde van den Oceaan begon de film haar tournée in Europa. Ook hier bleek men in hun grappen en grollen veel plezier te hebben, in Londen en Parijs draaide de film verscheidene weken. Na Amsterdam is nu Haarlem aan de heurt en wij twijfelen er niet aan of ook in onze stad zal het vroolijke trio een dankbaar publiek vinden. De Marx Brothers zijn allround-clowns. Zij scheppen de dolste situaties, houden eindelooze gesprekken, die op niets uitloopen, verrichten te pas en te onpas acrobatische toeren en bespelen hun verschil lende instrumenten met groote vaardigheid. Wij zien Groucho, Harpo en Chico onder aller lei zonderlinge omstandigheden, waaruit zij zich meestentijds op het laatste nippertje weten te redden. Of ge ze ontmoet als pseudo- oorlogshelden, waarbij .ze de grootste moeite hebben hun valsche baarden in bedwang te houden, of als de onverwachte nieuwe leden van het opera-orkest overal geeft hun ver schijning aanleiding tot de ergste wanorde en misverstanden. De zotheid stijgt van tafereel tot tafereel en vindt ongetwijfeld zijn climax in de wilde gebeurtenissen achter de coulis sen, waar Harpo in zijn eentje de Grootsch opgezette première van „II Trovatore" in de war weet te sturen, ondanks het heele leger belagers, dat hem op de hielen zit. Het spreekt vanzelf, dat tusschen de clownerieën van de Marx Brothers door een liefdeshistorie loopt, al raakt deze ,„draad" begrijpelijkerwijs wat op den achtergrond. Het love-team bestaat uit Allan Jones en Kitty Carlisle, die er beide mooie stemmen op na houden. Kitty Carlisle, „crooneress" bij uitnemendheid, zingt o.a. het lieve jazz deuntje „Alone". Wie een middel tegen pessimisme zoekt, die zal bij de Marx Brothers zeker niet ver geefs te rade gaan. Hun probate medicijn zal ongetwijfeld op heel wat Nurkschen een heilzamen invloed hebben! In het voorprogramma zien wij onzen ouden vriend Charley Chase weer eens in actie, 's Mans vreemde lotgevallen brengen natuurlijk de noodige hilariteit teweeg.. Het journaal bevat opnamen van de ope ning van den Moerdijkbrug en de voorbe reidingen voor de feestelijkheden bij het vor stelijk huwelijk in de residentie. KON. LIEDERTAFEL ,,Zang en Vriendschap" Indien onze Koninklijke Liedertafel nog had moeten bewijzen na haar verrichtin gen van het vorige seizoen is dat eigenlijk overbodig! dat zij onder Frits Schuurman's leiding weer tot de artistieke hoogte barer meest roemruchte jaren gestegen is, dan zou haar Vrijdagavond gegeven verklanking van Bruckner's „Um Mitternacht" daarvoor al voldoende geweest zijn. Schitterend was de koorklank, ook daar, waar de opdrijving der stemmen de tenoren gingen tot de hooge c het uiterste vergde; ongerept bleven zuiverheid en doorzichtigheid ook in de moeilijkste harmonische opvolgingten en het uitklinken hiervan was werkelijk ,.ein wun- dersamer Klang". Even mooi was de harmo nische achtergrond, dien het koor bij de tenorsolo in de tweede en derde strofe vorm de; waren stemvolumen en zeggingskracht van den solist daarmee gelijkwaardig ge weest. dan hadden we den indruk eener vol maakte interpretatie ontvangen Bruckner's werk was echter niet het eenige, welks vertolking van de hooge kwaliteiten van onze Koninklijke Liedertafel getuigde. Reeds bij het „Wilhelmus" imponeerde de sehoone klank van dezen mannenzang; bij Palestrïna's „Pueri Hebraeorum" was dat in nog hooge mate het geval en ongerept bleef de zuiverheid der intonaties trots de door de open ligging der harmonieën veroorzaakte moeilijkheden Niet zoo volkomen slaagde de weergave van het eerste der 2 Madrigalen van Thomas Morleyhier was reeds in 't begin eenige neiging tot zakken en was de koor klank, vooral in de hoogere stemmen, min der gepolijst dan elders. Het tweede dier Madrigalen, een aardig en bewegelijk mu ziekstuk werd zeer goed gezongen en het slotnummer van den avond, „Bede" van Roeske zette wat welluidendheid van den koorzang' betreft de kroon op het werk. Over den temorsolist sprak ik hierboven reeds even. Het was Günter Witepski, dien we Vrijdagavond voor het eerst hoorden: niet alleen in die solopartij van „Um Mitter nacht", maar bovendien in twee oude Ita- liaansche zangen, een Concertaria van Mo zart en .twee opera-fragmenten, resp. van Donizetti en Puccini. Het was dus alles Ita- Iiaansch, wat hij zong, maar niet op z'n Italiaansch: het was alles zuiver en be schaafd en lyrisch, maar zoo kleintjes en zoo zacht, dat we een heimelijk verlangen kregen naar de echte Italianen, van wie we zulke stukken wel eens anders gehoord heb ben! Neen, dan gaf de andere solist van dit concert, de violist Willem Noske, meer reden tot voldoening. Nog pas een paar weken ge leden hoorde ik dezen jongen kunstenaar in het a mineur-concert van Bach, dat hij op den door de zangeres Titi Fermin gegeven avond ten gehoore bracht. Nu Vrijdagavond speelde hij de werken, die toen eerst op het programma vermeld waren, maar vervangen werden, nl. „La Folia" van Corelli, Ariette van Hem*. Bosnians, Slavïseher Tanz van Dvorak en Danse espagnole van De Falla, de beide laatste in de bewerking van Kreisler. De door zijn vertolking van Bach's Concert gewekte goede indrukken werden nu be vestigd en vermeerderd: het virtuoze ele ment kreeg nu ook zijn plaats en werd zelfs een factor van beteekenis, zoowel in de ca dens van „La Folia" als in de twee Kreisle- riana. Die virtuositeit is bij Noske reeds aan merkelijk ontwikkeld. Zijn stokvoering is zeker, ook in staccato's en arpeggio's; zijn intonaties en Flageoletten zijn feilloos, zijn rythmïek is correct. Alles openbaart- een aanzienlijk violistisch talent en ernstige en consciëntieuze studie en men kan naar dit spel met genoegen luisteren. Maar toch moet dit talent nog groeien en rijpen, tot een per soonlijkheid. die overtuigend werkt door de kracht die van binnen uit komt. Dit zal waarschijnlijk met de jaren ook wel komen. Willem Noske is nog jong; hij kan reeds zeer veel en zijn innerlijke groei zal ook wel niet uitblijven. Emmy van Eden's begeleidingen van de zangsoli waren als steeds goed verzorgd; de violist werd door zijn moeder, mevr. Leny Noske-Friedlander, aan den vleugel gesecon deerd: in „La Folia" wat sterk en zonder veel schakeering, in de kleinere nummers kleur rijk en levendig. Een toegiftje diende als re- pliek op den langdurigen bijval, dien het spel van den jongen en veelbelovenden vio list verwierf. K. DE JONG. Mededeelingen. 8.15 Revue-programma. 9.45 AVRO-Kerstprijsvraag. 10.15 Radiojournaal. 10.30 Orgel, viool en zang. 11.00 Berichten ANP 11.10—12.00 AVRO-dansorkest. DROITWICH 1500 M. 9.45—10.35 Kerkdienst. 12.50 Het Commo dore Grand orkest. 1.50 BBC-Mannenkoor en solisten. 2.20 Voor bloemenliefhebbers. 2.40 BBC-Harmonie-orkest. 3.20 Gramofoonpl. 4.00 Relig. causerie. 4.20 BBC-Theaterorkest en solisten. 5.20 Missiepraatje. 5.40 Het Kutcher strijkkwartet en solist. 6.35 Filmpraatje. 6.50 Orgelspel. 7.20 Causerie: I was here. 7.40 Fred Hartley's Novelty kwintet en zang. 8.15 Kerk dienst. 9.05 Liefdadigheidsoproep. 9.10 Berich ten. 9.25 Radiotooneel met muziek. lO.lo De BBC-zangers. 10.50 Elipoog. RADIO PARIS 1648 M. 7.20 en 8.20 Gramofoonpl. 11.20 Parijsch kamerorkest. 12.20 Orgelconcert. 1.20 Vervolg orkestconcert. 3.20 Zang. 3.50 Mandolinecon cert. 5.20 Pascalorkest. 7.50 Zang. 8.20 en 9.05 Radiotooneel. 11,20—12.35 Goldy dansorkest. KEULEN 456 M. 5.20 Havenconcert. 7.35 Westduitsch kamer orkest. 9.50 Gramofoonpl. 10.50 Orgelconcert. 11.20 Militair orkest. Omroepkleinorkest en pianoduo. 2.20 Mannenkoor-concert. 3.20 Om roepkleinorkest. 5.20 Opera: „Hansel und Gre- tel". 7.20 Omroepkoor, Leipz. Symphonie-orkest en solisten. 9.50—11.20 Barnabas von Géczy's dansorkest. BRUSSEL 322 M. 9.25 Gramofoonpl. 10.20 Omroepkleinorkest. 11.05 Gramofoonpl. 11.20 Orgelspel. 12.20 Gra mofoonpl, 12.50 Omroeporkest. 1.30 Salon orkest. 1.50—2.20 Gramofoonpl. 2.35 J. Schny- der's orkest. 3.20 Declamatie. 3.35 J. Schny- der's orkest. 4.35 Gramofoonpl. 5.20 R. de Kers' dansorkest. 6.20 Salonorkest. 7.20 Gramofoon pl. 8.20 Omroepsymphonie-orkest. 9.05 Repor tage. 9.20 Vervolg concert. 10.30 Omroepdans- orkest. 11.2012.20 Gram.pl. DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 7.20 Gevarieerd programma. 9.20 Berichten. 9.50 Barnabas von Géczy's dansorkest. (Om 10.05 Weerbericht). 11.20—12.15 Dansmuziek (gr.pl.) WRÜEUAMMA ZONDAG 20 DECEMBER. HILVERSUM I 1875 M. 8.30 NCRV, 9.30 KRO, 5.00 NCRV, 7.45- 11.00 KRO. 8.30 Morgenwijding. 9.30 Gramofoonpl. 10.00 Hoogmis. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-orkest en gramofoonpl. Om 1.00 Boekbespreking. 2.00 Godsdienstonderricht. 2.30 KRO-orkest. 3.05 Gramofoonpl. 3.15 Het Trio Rosa Spier en Gra mofoonpl. 4.25 Ziekenhalfuur. 4.55 Sportnieuws. 5.00 Evang. Luthersche Kerkdienst. Hierna orgelspel. 7.15 Gewijde muziek. 7.45 Sport nieuws. 7.50 Causerie namens de R.K. Artsen- vereenigrng. 8.10 Berichten ANP. Mededeelin gen. 8.20 Gramofoonpl. 8.30 Voordracht. 9.15 Luitrecital. 9.30 Sted. orkest van Maastricht, mmv. solist. 10.15 Gramofoonpl. 10.30 Berich ten ANP. 10.35 Gramofoonpl. 10.4011.00 Epi loog. HILVERSUM n 301 M. 8.55 VARA, 10.00 VPRO. 12.00 AVRO, 5.00 VPRO. 5.30 VARA, 8.00 AVRO. 8.55 Gramofoonpl. 9.00 Voetbalnieuws. Turn- bouwpraatje. 9.30 Orgelspel. 9.45 Causerie: Van staat en maatschappij. 10.00 Voor kinderen. 10.30 Vrïjz. Prot. Kerkdienst. 12.00 Orgelcon cert. 12.05 Filmpraatje. 12.30 Kovacs Lajos' orkest en orgelspel. 1.15 Gramofoonpl. 1.30 Kovacs Lajos' orkest. 2.00 Boekbespreking. 2.30 Omroeporkest en soliste. 4.00 AVRO-dans orkest. 4.30 Gramofoonpl. 4.50 Sportnieuws ANP. Gramofoonpl. 5.00 Gesprekken met luisteraars. 5.30 Causerie: Hoe leert men den ken. 5.50 Gramofoonpl. 6.00 Voetbalpraatje. Sportnieuws ANP. 6.20 VARA-orkest. 7.00 De Ramblers en solisten. 8.00 Berichten ANP. RADIO MOORS N.V. KRUISSTRAAT 38, TELEF.14609 OFFICIEEL PHILIPS REPARATEUR (Adv. Ingez. Med.) MAANDAG 21 DECEMBER 1936. HILVERSUM I. 1875 M. N.C.R.V.-uitzending. 8.0 Schriftlezing; 8.15 Gram.platen; 10.30 Morgendienst; 11.00 Chr. lectuur; 11.30 Gra- mofoonplaten; (Om 12.00 berichten); 12.30 Orgelconcert; 200 Voor de scholen; 2.35 Gra- mofoonplaten; 3.00 Voor tuinliefhebbers; 4.00 Bijbellezing; 5.00 Gram.platen; 5.45 Chr. Fanfarecorps „Soli Deo Gloria"; 6.30 Vra genuur; 7.00 Berichten; 7.15 Vragenuur; 7.45 Reportage; 8.00 Berichten A.N.P.; 8.15 NCRV orkest; 9.00 Voor jonge menschen; 9.30 Ver volg concert (Om 10.00 berichten A.N.P.) 10.30 Gram.platen. Hierna: Schriftlezing. HILVERSUM II. 301 M. Algemeen programma, verzorgd door dé VARA. 10.00 VPRO. 8.00 Gram.platen: 10.00 Morgenwijding; 10.20 Declamatie; 10.40 Gram.platen; 11.00 Vervolg declamatie; 11.20 Orgelspel; 12.00 Gram.platen; 12.25 „De Flierefluiters" en so list; 1.00 „Melody Circle"; 2.00 Paedagogische causerie; 2 15 Gram.platen; 2.30 Piano-recital 3.00 Causerie en gram.pl.; 3.30 Zang en gra- mofoonplaten; 4.00 Muzikale causerie en gra- mofoonplaten; 4.30 Kinderuurtje; 5.00 Gra- mofoonplaten; 6.00 Orgelspel; 6.35 Muzikale causerie en graan .platen; 7.10 Veiligheids kwartiertje; 7.30 „De Krekeltjes" en graimpl.ji 8.00 Herh. SOS-berichten; berichten A.N.P.;i 8.10 Gram.platen; 8.15 VARA-Groot-orkest;i 8.45 Declamatie; 9.00 VARA-Groot-orkest;! 9.45 „De Stem des Volks", Utrecihitsch StedL Orkest en solisten; 10.00 Berichten ANP.jl 10.05 Vervolg concert; 10.30 Gram.platen;i 10.40 Ramblers: 11.15 Gram.platen, I DROITWICH 1500 M. 11.05 Orgelspel; 11.35 Gram.platen; 12.20 BBC-Northern Ireland-orkest en solist; 1.20 Sportverslag; 1.40 Orgelconcert; 2.20 Gra° mofoonplaten; 2.50 Solistenconcert; 3.20 Gram mofoonplaten; 2.50 Harp-trio; 4.20 Dansmu ziek (Gr.pl.); 4.50 Piano-recital; 5.20 Causerie over een Groenland-expeditie5.35 Concert door de Alphas"; 6.20 Berichten; 6.40 Re vue-programma; 7.40 Geraldo's orkest en so listen; 8.20 Optreden van straatartisten; 8.50 Piano-recital; 9.20 Berichten; 9.40 Buiten- landsch overzicht; 9.55 BBC-orkest en -koor; 10.55 Billy Gerhardi en zijn Band; 11.50 Re portage. RADIO PARIS 1648 M. 7.20 en 8.20 Gram.platen; 11.20 Poulet-ka- merorkest; 4.20 Orkestconcert; 5.50 Parijsch Symphonie-orkest; 8.25 Zang; 9.05 Vocaal ensemble, declamatie en piano; 11.20 Dans muziek. KEULEN 456 M. 5.50 Hauck's orkest; 7.50 Militair orkest; 11.20 Fabrieksorkestconcert; 12.35 Ned er Sak sisch Symphonie-orkest; 1.35 Omroep- Schrammel-ensemble; 3.20 Omroep-amuse- mentsorkest; 4.30 Viool en piano; 5.20 Bala laika-orkest, II. Braendle's orkest en solisten; 7 30 Weekoverzicht; 8.20 Keulsch strijkkwar tet en solisten; 9.50 Omroeporkest. BRUSSEL, 322 M. 11.20 Gram.platen; 12.50 Kleinorkest; 1.30 Salonorkest; 1.50 Gram.platen; 5.20 Klein orkest; 6.50 en 7.20 Gram.platen; 8.20 Om roeporkest; 10.30 Gram.platen. BRUSSEL, 484 M. 12.20 Gram.platen; 12.50 Salon-orkest; 1.30 Omroepkleinorkest; 1.50 en 5.20 Gram.platen, 6.35 Salonorkest; 7.10 Piano en cello; 8.20 Radio-tooneel met muziek; 10.30 Gram.pl. DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 7.30 Barnabas von Géczy's orkest; 9.20 Be richten; 9.50 Viool en piano; 10.05 Weerbe richt; 10.20 Gevar. programma. Verhalen uit liet land van Bartje, dóór Anne de Vries. Nijkerk. Callenbach. Bartje, van Anne de Vries, heeft een waren triomfócht over de Hollandsche boekenmarkt gemaakt; de boekhandelaren veikochten Bartje als de bakker zijn broodjes en étaleer den zijn pienter en jongenssnuit voor hun vensterramen. Vijftig duizend exemplaren zijn er met muziek „ingegaan", een oplaagcijfer waaraan de gevierdste romancier hier te lande niet tippen kan. Meer dan men ver moedt heeft een Christelijk auteur hier een duizendvoudig publiek gereed staan om hem te koopen en te lezen, als hij wat goeds te voorschijn brengt. Zoo nu en dan blijkt dat. Een beetje onnoozel was, na Bartje's succes, de haast van eenige andere auteurs een Keesje of Flipje te produceeren, maar desondanks werd ook daarbij nog wel litteratuur voort gebracht. Nu hebben de uitgevers van Bartje aan Anne de Vries verzocht een zestal Drentsche schetsen uit zijn laatste jaren te bundelen en die hebben zij. op vorstelijke wijze ver zorgd met prachtige groote foto's uit het Drentsche land (door Hans Gilberg) en mo dern bedoelde illustraties (door G. D. Hoogen- doorn) in albumformaat uitgegeven. Als een hulde misschien ook tevens aan hun fortuin lijken auteur. Zes typische pastorales zijn deze korte ver halen, waarin zelfs de boersch-stugge gods dienstigheid in een dichterlijke sfeer ver schijnt, Aardig is het verhaal gedaan in „ongewoon aanzoek" waarin een boer, sinds vier maanden weduwnaar, zijn buurvrouw die reeds een jaar weduwe is, ten huwelijk vraagt. Daar zit niet zoo veel ongewoons in, te minder waar Janna haar buurman een goed hart toedraagt, hem op koffie met klontjes onthaalt en medelijden met zijn eenzaamheid heeft. Maar die gesprekken waarin beiden het hebben over vroeger, toen ze geen eenzaamheid kenden, leiden tot mis verstand. En als de brave Henrdik-Jan voor stelt van twee huisjes één huusien te maken jaagt Janna hem met de pook de deur uit. „Ie oude smeerlappe", riep ze, „ie lelijke oude kerel! Denk ie dan dat ik mien Jan vergeten hebbe? Moet ie de satan in mien huissien brengen?" D'r uut, d'r uut, uut mien huissien. Ze stak hem de vuist na. „Kom d'r nog es in, ie olie zwien. Drie maanden is je Margien dood, dartien maanden mien Jan. Wat moet een mensch wel niet beleven". Maar zij zal hem straks toch maar weer binnenroepen als hij langs komt. de stakker En zij bidt „och Heere wees zien oude ziele genadig". Janna's trouw aan heur Jan reikt tot ver over het graf, maar als immer zal het wel de quaestie blijven van „hoe" ver. Als het uur nog niet gekomen is, en in Drente kan dat lang duren, zal ze haar trouw met de pook verdedigen. Modern is dat alles niet, maar daarvoor moeten we ook niet bij Janna in het land van Bartje wezen, dan gaan we op be zoek bij de Menschen van dezen tijd van mevr. v. Gogh-Kaulbach. Ik geloof niet dat er één jaar voorbij is gegaan, zonder dat mevrouw Van Gogh een nieuw omvangrijk werk ter Sinterklaastafel déponeerde, waar ik altijd met eerbiedige be wondering naar heb zitten staren zonder het ooit tot meer dan een aankondiging te bren gen. Mevr. Van Gogh behoort tot de meest gelezen romancières van ons land, hetgeen begrijpelijk is als men de vlotheid ziet, waar mee haar zinnen loopen, de gemakkelijkheid bewondert waarmee vellen vol dialoog dooi haar gevuld worden, den vakkundigen zwaai toejuicht waarmee zoo'n roman van drie honderd pagina's op pooten wordt gezet. Er wordt veel in verteld, gepraat, gediscussieerd en mevrouw Van Gogh heeft al haar sujetten een klap van den modernen molen gegeven, zoodat de romanverslindende lezeressen en lezers ten volle en up to date bediend wor den. Een roman dezer schrijfster moet altijd zijn weg wel vinden; zij stelt haar- lezers geen hooge eischen wat litteraire fïinproeverij be treft en wat in zuïken m:j het meest te bewonderen lijkt is de intuïtieve macht steeds nog net boven de banaliteit eener werkwijze te blijven, die aan litteraire vorm schoonheid weinig aandacht schenkt. Daar is Bertha ten Bos, in haar jeugd pionierster geweest van de vrouwenbeweging en die haar vijf en zestigsten verjaardag viert Daar komen de kinderen Gerard, de leeraar in plantkunde, even in de veertig en reeds met de herinnering aan een mislukt huwe lijk, Otto, de communist, één bonk resoluut heid in zijn beweringen, daar zijn Theo de dokter en Jan de sociaal-democraat met vrouwen en kinders. En ergens in de stad zit Stella, de onder wijzeres, die alles en alles gespaard heeft om haar dochter Joop te kunnen laten stu- deeren. Joop is juist afgestudeerd in de medi cijnen en doctores geworden, als ze haar vrij heid herneemt ze schijnt alleen zoo hard gestudeerd te hebben om haar moeder geen verdriet te doen en er niet aan denkt zich te vestigen of assistente te worden. Moeder Stella en dochter Joop kennen beide den plantkundige Gerard ten Bos. Stella verliefd op Gerard; Gerard op Joop 't Laatste paar wordt een stel en Stella blijft over. De communist Otto wordt Joop's zwager ook daar ruikt men reeds bij de eerste blad zijde brandlucht. Enfin, de lezer ziet reeds dat hier door de schrijfster op handige wijze een gehee. leger „menschen van dezen tijd" gemobili seerd is. Ze praten en handelen zooals men dat van ze verwachten kan zonder er bijster bij geïnteresseerd te rakenik geloof dat de moderne menschen aan deze schrijfster veel te openhartig zijn om nog interessant te wezen. Met dat al is dit boek als aange wezen om velen de drie Zondagen, die aan- eengeklit op komst zijn, te helpen doorbren gen gedurende den tijd dat ze niet naar de radio luisteren, kousen stoppen of bridge spe len. Maar men kan natuurlijk ook iets anders doen. Albert Kuyle. Rond een blauw meer. Hilversum. Paul Brand. Herdrukjes van reisnotities, die naar ik: meen voor de Maasbode geschi-even zijn. Nu uitgegeven met illustraties van Otto van Rees. Kuyle is misschien een raremaar ik mag hem graag. Het is tenminste een levende vent en geen type-machine. Nieuwe boeken: Alie van WijheSmeding. Tusschen de menschen. Zestien vertellingen. 243 pag. Haarlem. Uitg. Bedrijf Eigen Volk. Jan Heil. Het huis. Roman. 203 pag. A'dam. Uitg. Contact. Hans Fallada. Een oud hart gaat spele varen. Vertaald door Nico Rost. 367 pag. Leiden A. W. Sijthoff. John Erskine. A'dam Lilïth en Eva. vert. door J. de Vries. 317 pag. A'dam Uitg. Con tact. i J. H. DE BOIS

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 14