Geluk ligt in de Sneeuw
Door een comité, gevormd uit de Haagsche
burgerij, zijn Maandag aan het regiment grena
diers en jagers te den Haag een twaalftal diepe
trommen aangeboden, die door de tamboers
bij parades e.d. gebruikt zullen worden
Voor de studentensociëteit „Nia* in de Sarphatistraat te Amsterdam is Maandag door den
garnizoenscommandant de eerewacht geïnspecteerd, welke bij het vorstelijk huwelijk door do
Koninklijke Studenten Weerbaarheid gevormd zal worden
Boomen snoeien langs de
Mali te Londen in verband
met den tribunebouw voor
de kroningsplechtigheden
De Nederlandsche Banketbakkersvereeniging biedt het vorstelijk bruidspaar een
huwelijkstaart aan, welke vervaardigd is in de Vakschool voor Banketbakkers te
Amsterdam
Links: de Vorst van Waldeck, Erfhertogin
van Oldenburg, Hertogin Eilika van
Oldenburg, en rechts: de Groothertogin
van Oldenburg en Erfhertog van Olden
burg, die Maandag ter bijwoning van
het vorstelijk huwelijk In de Residentie
arriveerden
De koude aan het front van Madrid doet zich in den Spaanschen burgeroorlog
gevoelen. De soldaten worden van extra dekens voorzien
Het Nationaal Jongeren Verbond heeft Maandagavond te den Haag een krans gelegd aan den voet
van het Juliana van Stolberg monument. De voorzitter, mr. T. A. Baud, tijdens het verrichten van de
plechtigheid
Hertogin Eilika van Oldenburg, oudste
petekind van H. K. H. Prinses Juliana,
die bij het vorstelijk huwelijk te den
Haag tegenwoordig zal zijn
FEUILLETON
Een Wintersportroman.
PETER KRAYENBÜHL.
(Nadruk verboden.)
14)
Het verwondert bet gezelschap eenigszins,
dat Dieter nu reeds het einde van de rust aan
kondigt en tot vertrek aanmaant. Thans gaat
hij aan den kop, terwijl Girsholm de rij moet
sluiten. Dieter vertoont het kunststukje de
steile helling met vijf of zes handig uitge
voerde zig-zag's te nemen en wacht beneden.
Boven staart de heele troep hem in stomme
verbazing na.
Met de dalski goed tegen houden! roept
Dieter omhoog en de een na den ander sukkelt
langzaam weg, aarzelend in de bochten en
met een angstigen blik zijwaarts in de diepte.
Geleidelijk echter voelen zij hun moed toe
nemen; bij de laatste serpentine suizen allen
in een sneltreinvaart omlaag en juichend
werpen zij zich in den verkwikkenden roes
van het pijlsnelle omlaag glijden, waarbij de
fijne poedersneeuw hen om de ooren stuift.
Dieter. die steeds ver vooruit den weg aan
geeft, komt aan den Blauen Wand eindelijk
tot stilstand en wacht daar tot allen beneden
zijn. Aan de overzijde onder de Rothornalm
stijgt een dunne rookpluim uit Petra's hut
omhoog.
Hij voelt er zich onweerstaanbaar toe aan
getrokken: de droom van den zilveren ridder
dien hij al bijna vergeten was, hecht zich weer
▼ragend In zijn geest....
Dieter heeft het gevoel alsof er een deur
achter hem open staat, die hij vergeten heeft
te sluiten. Zóó gaat men toch nergens weg..,.
Hij wacht tot allen voorbij zijn en toeft dan
nog tot ook de laatste deelnemer behouden
in het dal beneden is aangekomen. Nu kan
hij zijn eigen weg gaan naar Petra
Als hij de Raupenpas gepasseerd is, heeft
Bollman, die zich in de omgeving van de hut
ophoudt, hem onmiddellij k in de gaten. Met
groot sprongen rent de St.-Bemhard den
reeds welbekenden gast tegemoet, dwingt hem
halt te houden door uitgelaten tegen hem op
te springen en komt eerst tot rust, als Dieter
zijn omvangrijken kop in beide handen neemt
en hem onder kalmeerende woorden, over de
dikke vacht streelt.
Aarzelend vervolgt Dieter zijn tocht naar
het blokhuis; Bollman snelt vooruit, krabt met
beide pooten tegen de deur en vraagt jankend
te worden toe gelaten. Daar binnen schijnt
men echter niet op hem te letten
Door een klein raampje aan de achterzijde
van de hut ontwaart Dieter Petra, die bij
den haard zit en met de kin in de han
den gesteund, in het vuur staart.
En achter Pgtra, tegen een der houten
steunbanken geleund, staatGrace. Die
ter keert zich haastig om en snelt de helling
op.
Hoe komen die twee bij elkaar?
Natuurlijk heeft Dieter reeds een en ander
over Grace gehoord, deels door eigen infor
maties. voor een ander deel door ongevraagde
mededeelingen, waarbij, zooals gebruikelijk,
fantasie en waarheid dooreen zijn geweven.
Maar nu verwondert het hem toch. dat Grace
bij Petra op bezoek is. Tenslotte echter vraagt
hij zich af, wat dat hem eigenlijk aangaat?
Waarom maakt hij zich zoo ongerust?
Dieter begrijpt zich zelf niet. Met een on
verklaarbaar gevoel van wrevel en ontstem
ming klimt hij hooger op de helling. Boven bij
de skiehut op de Rothornalm bespeurt hij. dat
hii een razenden honger heeft. Haastig veror
bert hij een tablet chocolade en twee, drie
sneden brood.
Dat brengt hem langzamerhand tot rust.
Zijn blik wordt, geboeit door de pracht der
natuur rondom hem; met manend geweld
dringt de spanning der uitgestrekte sneeuw
vlakten en wintersche bergtoppen in zijn
verscheurd gemoed.
Wat is dat voor een toestand? vraagt
Dieter zich af, doch onmiddellijk laat hij er
op volgen: Wees jezelf!
De mensch wikt, maar het lot geschikt. Dit
maal wil het, dat Dieter, die spoedig daarna
opbreekt en in razende vaart de helling af-
suist met een technisch volmaakte zwaai
den scherpen bocht in de Raupenpas neemt
en daarbij tegen Grace aanbotst, die op
hetzelfde moment languit in de sneeuw ligt
Grace en Dieter zijn beide zulke in zich
zelf gekeerde, gesloten naturen, dat wel als
vaststaand mag worden aangenomen, dat zij
ten eeuwige dage zwijgend en kwasi onver
schillig aan elkaar voorbij zouden gaan. wan
neer niet het raadselachtige toeval, hierboven
genoemd, hen op zoo zonderlinge wijze nader
tot elkaar had gebracht.
Maar dat zal beiden pas later duidelijk
worden. Op dit oogenblik heeft Dieter ge
noeg te doen met zich allernederigst te excu-
seeren en zeer omstandig te verzekeren, dat
hem dit alles zeer pijnlijk is, dat hij zijn onop
lettendheid buitengewoon betreurt, maar dat
het incident louter aan een ongelukkigen sa
menloop van omstandigheden moet worden
toegeschreven, waarbij van onvoorzichtig
heid van een hunner eigenlijk niet gesproken
kan worden, enzoovoort
Grace hoort een en ander een poosje aan,
tot zij er tenslotte een eind aan maakt:
U kunt dit alles veel korter zeggen, meneer
Prausnitz. Laten we de schade maar eens op
nemen....
Dan ziet Dieter pas, dat langs haar voor
hoofd bloed vloeit, een dunne streep weliswaar
maar bloed bijna zoo donkerrood als Die
ter's totaal verbluft jongensgezicht.
Deze aanblik doet hem den stamelenden
mond sluiten en maakt hem tot een wat
bruikbaarder mensch. Hij helpt Grace over
eind en drukt dan voorzichtig, uiterst voor
zichtig, zijn zakdoek op de wond, welke
gelukkig slechts een kleine schram blijkt
te zijn, veroorzaakt door een grooten splinter,
die van Dieter's skie is afgebroken.
Ja en van Grace's rechter lat is de punt
verdwenen, tegelijk met de stokken van beide
partijen. Dieter zoekt ze bij elkaar. Hij zegt
geen woord meer, maar bij zichzelf denkt hij
als aan den loopenden band: ik ben een
idioot
Grace wrijft over haar heup. waar ze op ge
vallen is en die haar nu leelijk pijn doet
Natuurlijk die ellendige pijp!
Hier, meneer Prausnitz mag ik u dat
rookinstrument overhandigen
Verbaasd staart Dieter naar het rookwerk-
tuig; het is inderdaad z'n eigen pijp, ja
U wordt er zoowaar bleek van. meneer
de skiieeraarkan Grace niet nalaten op
te merken.
Dan herstelt Dieter zich en snel steekt hij de
pijp in zijn zak. Neemt u mij niet kwalijk,
alstublieftmompelt hij.
Wat is er aan de hand?
Mag ik je steunen, Grace?
Nee, Dieter. dat mag je niet. Marsch,
naar bed, in Kaiserhof! Ik vindt den weg
naar huis alleen wel
Doch daartegen meent Dieter zich energiek
te moeten verzetten. Hij kan niet toestaan,
dat ze alleen door de dikke sneeuw naar het
Grand Hotel in Antonswil strompelt, neen
dat moet ze hem als een kleine boetedoening
voor zijn onhandigheid veroorloven.
En Dieter gaat vooruit, terwijl hij omstandig
den weg voor haar vrijmaakt en de sneeuw
flink aanstampt; Grace lacht stilletjes voor
zich heen en bemerkt zeer weL dat Dieter
haar in gedachten op zijn rug draagt
Zoo nu en dan, bij een of andere onbetee-
kenende oneffenheid neemt Dieter haar
hand en hij drukt die zoo krachtig, dat ook
een minder gevoelige natuur dan Grace aüleen
daaruit reeds zou hebben begrepen, dat er
hem alles aan gelegen is om het weer goed
te maken
Op nog slechts drie minuten afstand van
het Grand Hotel maakt zij halt en verzoekt
zij Dieter om te keeren. Thans helpt geen te-
genspraak en als Dieter toch blijft aandrin-
gen zegt ze hem onomwonden, dat ze er nleta
voor voelt het onderwerp te worden van ho-
telpraatjes en dat het hem, Dieter, zeker ook
geen goed zal doen, als voortaan overal wordt
rond gebazuind, dat de nieuwe skiieeraar ar-
gelooze passanten run down tegen den
grond rent
Er blijft Dieter tenslotte niet anders over
dan te gehoorzamen. Hij biedt nogmaals zijn
welgemeende excuses aan en vraagt verlof la- i
ter nog eens naar haar toestand te mogen in- j
formeeren.
Grace voelt, dat zij zich tegen deze jeug
dige vasthoudendheid behoort te verzetten,
maar ze weet, dat het toch niet zal helpen.
Wel, u moet doen, dat u niet laten kunt..,
zegt ze met een lichte zucht. Het ontgaat Die
ter niet. dat zij hem met haar grijze oogen
scherp opneemt
Onderweg bemerkt hij de roode bloedvlek
op zijn zakdoek en met de verliefdheid van
een schooljongen denkt hij: dat kan niemand
mij afnemen.
(Wordt vervolgd.)