Koningin te Igls
aangekomen
In dezen GRIEP-tyd
SCH. 68 en 179 door grondzeeën
vergaan
Sportvliegtuig in vrille geraakt.
Dame tij auto-ongeluk
verbrand.
Gevaarlijke richel bij IJmuiden.
Tandheelkundig
Instituut
GEHEEL GEBIT
MAANDAG IS JANUARI 1937
HAARLEM'S DAGBLAD
Reis eenigszins vertraagd.
Door gebroken veer van het
speciale rijtuig.
Koningin Wilhelmina is Zaterdag
met haar gevolg aangekomen te Igls
nabij Innsbruck in Oostenrijkseh
Tirol, waar H.M. eenigen weken zal
verblijven.
De reis naar Igls ls voorspoedig verloopen,
behoudens een onbeduidend oponthoud bij
de Nederlandsch-Duitsche grens.
In het Duitsche grensplaatsje Cranenburg
bleek, dat het speciale slaaprijtuig Rotter dam-
München, waarin Hare Majesteit de reis
maakte, door de spoorwegautoriteiten moest
worden afgekeurd, in verband met het feit,
dat er in het onderstel een veer was gebroken.
De Koningin heeft toen in een gewonen
slaapwagen, welke in den trein was voor het
traject AmsterdamBazel, de reis voortgezet
tot Keulen, waarinmiddels door de goede zor
gen der Duitsche spoorwegen een speciaal
slaaprijtuig in gereedheid was gebracht in de
onmiddellijk nabijheid van de plaats van
-aankomst van den trein.
Aangezien dit rijtuig een stoomverwarming
had, moesten de Duitsche spoorwegen een
voorziening treffen in zake de tractie aange
zien op het traject StuttgartMünchen elec-
trische tractie bestaat, de trein werd voor deze
gelegenheid daarom voorzien van stoomtrac-
tie.
De Duitsche spoorwegautoriteiten hebben
alle medewerking verleend, om het oponthoud
voor Hare Majesteit zoo weinig mogelijk hin
derlijk te doen zijn. Een der leden van de
Deutsche Reichsbahnen, Direktion Köln, heeft
de reis medegemaakt, om zich er van te verge
wissen, dat alles een vlot verloop had.
Tegen werkloosheid in het
bloembollenbedrij f
Bedrijfsraad gaat actie voeren.
De bedrijfsraad van het bloembollenbedrij f
heeft aan de besturen van de werkgeversorga
nisaties in het bloembollenbedrijf een rond
schrijven gezonden, waarin wordt uiteengezet,
dat alle. bruikbare middelen moeten worden
aangewend om de werkloosheid te beperken.
Vast staat, dat er in het bedrijf nog heel wat
werk achterwege blijft, dat bij een beteren be-
drijfstoestand zeker zou worden verricht.
Indien de bedrijfsraad over de noodige gege
vens beschikt, ware door bespreking met de
voor werkverschaffing en werkverruiming aan
gewezen instanties overleg te zoeken om voor
dit extra werk een subsidieregeling te verkrij
gen. Indien vast staat, dat werkelijk extra werk
wordt verricht, kan dat aldus het rond
schrijven nooit voor de openbare kassen kos
ten veroorzaken.
De bedrijfsraad verzoekt, daarom de besturen
der werkgeversorganisaties deze aangelegen
heid met haar leden en andere werkgevers te
bespreken en zijn streven, om de werkloosheid
zooveel mogelijk te temperen, te steunen.
Twee andere inzittenden
gewond.
Wagen door gladheid geslipt en
over de kop geslagen.
Zondagmorgen omstreeks half twaalf
is op den betonweg EdeArnhem een
auto, bestuurd door den heer Kehrer
uit Huis ter Heide, welke in de rich
ting Arnhem reed, vermoedelijk door
de gladheid van den weg geslipt. De
auto, die tegen een boom terecht
kwam, welke op ongeveer 20 M. af
stand van den weg in de heide stond,
raakte vrijwel onmiddellijk in brand.
De bestuurder en de achter in de
auto zittende heer Van der Heuvel uit
Mühlheim/Ruhr konden uit den bran
denden wagen komen. Beiden hadden
gecompliceerde beenbreuken opge-
loopen. Pogingen van het toe
geschoten publiek om mevrouw
Kehrer, die naast den bestuurder ge
zeten was, en reeds het bewustzijn
verloren had, uit de auto te bevrijden,
gelukten niet, zoodat mevrouw Kehrer
in de vlammen omkwam.
Het verkeer, dat op den met ijzel be
dekten weg levensgevaarlijk was, was
na het ongeluk eenigen tijd gestremd.
De toestand van de gewonden, die
in gemeente-ziekenhuis te Arnhem
zijn opgenomen, is niet levensgevaar
lijk.
De resten van de auto zijn naar het
politiebureau te Ede vervoerd en in
verband met het onderzoek in beslag
genomen>
staat Gij èlkoogenblik aan besmetting bloot.
Neem daarom eiken avond een "AKKERTJE".
Daarmede voorkomt Gij dat de infectie doorzet,
want 'AKKERTJES"zijn échte GRIEP-bestiijders,
die een GRIEP in weinige dagen verdrijven f
(Adv. Ingez. Med.)
De Raad voor de Scheepvaart is van oordeel, dat de ramp van de
SCH 179 en de, SCH. 68 veroorzaakt is door den storm, die op 26 en
27 October van het vorige jaar boven de Noordzee en ons land heeft
gewoed. Beide schepen zijn zeer waarschijnlijk overweldigd door
één van die grondzeeën, welke zich aan onze kust vaker voordoen en
welke nu zoovele menschenlevens heeft geëischt. Bij zijn uitspraak
heeft de Raad hulde gebracht aan den matroos De Ruiter en den
monteur Toet, leden der bemanning van de SCH. 68, die onder uiter
mate moeilijke omstandigheden kans hebben gezien het schip
tusschen de pieren te brengen.
Bij zijn uitspraak heeft de Raad geconstateerd, dat aan beide
schepen blijkbaar niets heeft gemankeerd.
Waarschuwing
van
Raad voor de
Scheepvaart.
Beide schepen in goede conditie.
Aan de uitspraak omtrent de SCH. 179 ont-
leenen we het volgende:
De Raad is, met den mspecteur-generaal
voor de scheepvaart, van oordeel, dat de „Cor
nells Vrolijk Fz." SCH. 179 in den storm van
26 en 27 October 1936 op de Nederlandsche
kust is vergaan en dat alle opvarenden daar
bij het leven hebben verloren.
Hoogstwaarschijnlijk is het schip door een
grondzee overweldigd Daarop wijst wel de
plaats, waar het wrak is gevonden.
De Raad moet zich er toe bepalen te con
stateer en, dat niet is gebleken, dat aan het
schip zelf iets mankeerde. Integendeel, de in
gewonnen rapporten wijzen er op, dat de
„SCH. 179" in volkomen deugdelijken staat
verkeerde.
Slechts enkele opmerkingen wil de
Raad hieraan toevoegen. Door het ja
ren achtereen storten van opgebag
gerde modder in de nabijheid van de
lichtbrulboei heeft zich ook daar ter
plaatse dus niet alleen ter plaatse
van de bekende banken een gebied
gevormd, waar grondzeeën, met het
groote gevaar daaraan verbonden,
optreden. Het is te betreuren, dat de
„SCH. 179" zich daar ter plaatse en
in het algemeen dicht bij de kust
heeft bevonden tijdens den hevigen
Daar geen enkele opvarende deze ramp
heeft overleefd, kan dus ook niet worden on
derzocht, of het voor de „SCH. 179" niet mo
gelijk ware geweest het einde van den storm
af te wachten op zee. Hoogstwaarschijnlijk
wilde het schip de haven van IJmuiden bin-
nenloopeneen zeer hachelijke onderneming,
welke tot mislukking was gedoemd. Een ver
wijt spreekt de Raad hier niet uit, nu niet is
kunnen blijken, waarom de „SCH. 179" zoo
gehandeld heeft. De Raad maakt deze op
merkingen slechts ter leering voor anderen.
Op een gevaar gewezen.
Trouwens, er doen zich nog verschillende
mogelijkheden voor. Op één wil de Raad nog
wijzen.
Het komt voor, dat vlak voor het
thuiskomen de vleet aan dek wordt
gehaald en dat door deze netten of
door de aan dek gestorte visch de spui
gaten verstopt raken, met alle gevaar,
daaraan verbonden door het niet kun
nen wegstroomen van het overgeko
men water De Raad weet natuurlijk
In het geheel niet, of dit hier het ge
val is geweest. Er is hier echter een
gevaarlijke toestand aanwezig, welke
tot ondergang van het schip kan lei
den. Dit gevaar wordt nog niet vol
doende ingezien.
Nadat het onderzoek ter zitting van den
Raad geëindigd was heeft de Raad kennis ge
kregen van het resultaat van het gehouden
duikeronderzoek, dat eenige malen wegens het
ruwe weer moest worden onderbroken. Aan
vankelijk werden lijken van opvarenden, die
in de netten verward waren geraakt, aange
troffen. Van bergen kon echter bij de toen
heerschende weersomstandigheden niets ko
men. Wel konden de duikers het netwerk zoo
veel mogelijk stuksnijden Vermoedelijk zijn
daardoor verschillende lijken losgekomen en
later aangespoeld. Eén lijk werd op de in de
haven gezonden „SCH. 68" aangetroffen. La-
ter werd nog een lijk in het wrak van de
„SCH. 179" gezien, dat echter zoover in het
zand was bedolven, dat van bergen geen spra
ke kon zijn.
Lek in het achterschip
Wat den toestand van het schip be
treft, heeft het duikeronderzoek be
schadigingen aan het achterschip uit
gewezen, welke op een vóór het schip
plaats gehad hebbende aanvaring
aan het achterschip schijnen te wij
zen. Op 22 November 1936 werd be
vonden, dat het opperdek nog steeds
geheel vrij was van zand, terwijl de
verschansing nog geheel boven den
zeebodem uitstak. Ook dit duidt er op,
dat het schip achteruit lek is gewor
den. Of dit lek worden door een aan
varing of door het stooten hetzij te
gen den zeebodem of tegen een voor
werp is veroorzaakt, kan niet meer
worden uitgemaakt.
Al de hiervoren aangeduide om
standigheden kunnen bij den on
dergang van de „SCH. 179" een rol
hebben gespeeld. Wat in werkelijk
heid is gebeurd kan helaas niemand
navertellen.
De SCH. 68.
Wat het vergaan van den motorlogger
„Zuid-Holland" Sch. 68 betreft, is de Raad
van oordeel, dat deze ramp is veroorzaakt door
een van die grondzeeën, welke zich onder
weersomstandigheden als die welke hier aan
wezig waren, vaak voordoen, niet alleen op
het gebied van de banken in de onmiddellijke
nabijheid van de kust, maar ook bij de brul
boei. waar jaren achtereen modder wordt
gestort en waar zich een richel heeft gevormd
welke tot vorming van de zoo gevaarlijke
grondzeeën aanleiding kan geven. Het ware
wel te wenschen, wanneer deze richel, welke
vroeger door tonnen werd kenbaar gemaakt,
waar een betrekkelijk groot diepteverschil
voorkomt, zooveel mogelijk werd gemeden.
Toen eenmaal de „Sch. 68" door de grondzee
was getroffen en daarbij lek was geslagen, was
haar lot bepaald.
Het is de groote verdienste geweest
van den matroos De Ruiter en den
monteur Toet, dat zij, toen het
stuurhuis was weggeslagen en groote
schade aan dek was ontstaan, nog
kans hebben gezien het schip binnen
de pieren te brengen alvorens het zijn
graf in de golven vond. Ware dit niet
gelukt, dan zou ongetwijfeld niemand
deze ramp hebben overleefd. Een
woord van warme hulde aan deze
beide mannen mag dan ook niet ach
terwege blijven.
Bij deze ramp, te weten voor dat het schip
binnen de pieren was gebracht, hebben schip
per J. den Heijer. stuurman W. Verbaan en de
matrozen P. Vink en P. Kuiper helaas het le
ven verloren. De schipper kan zich dus niet
meer verantwoorden en de Raad acht het
niet oirbaar hem eenig verwijt te maken. Wel
echter acht de raad zich verplicht te onder
zoeken welke lessen uit deze ramp zijn te
putten, ter leering van anderen.
Ongetwijfeld ware het beter geweest
wanneer de „Sch. 68" op dien morgen
van 26 October 1936 niet naar zee
ware vertrokken. Het stormsein was
geheschen en de vaart langs de
kust was vol gevaren, Maar het mag
niet worden verheeld de opvaren
den, die groot belang hebben bij de
uitkomst van het bedrijf, worden ge
dreven door de zucht om zich zoo hoog
mogelijke inkomsten te verzekeren.
Dat belang brengt mede: zoo spoedig
mogelijk varen, met het gevolg, dat
de neiging bestaat om de gevaren
lichter te stellen dan zij verdienen.
Zoo is ook te verklaren het voorste] van den
schipper, bij het telefoongesprek in den vroe
gen morgen van 26 Ooctober aan den ree
der gedaan, om ae gezouten haring, welke
in Scheveningen moest worden gelost, niet
over zee daarheen te brengen, maar met een
motorschuit binnen door. Deze omstandigheid
heeft aanvankelijk de meening doen postvat
ten, dat schipper en opvarenden in den op
handen zijnden storm een gevaar zagen om
de visch over zee naar Scheveningen te bren
gen. Uit het onderzoek is echter ten duidelijk
ste gebleken, dat dit geenszins het geval was
Men wilde de gezouten haring binnen door
zenden, omdat dan de „Sch. 68" weer eerder
ter vischvangst kon gaan, waarbij de beman
ning groot financieel belang had. Daarom
kan ook niet aan den reeder het verwijt wor
den gedaan, dat hij, aandringende op het
brengen van de gezouten haring met de „Sch.
68", schip en opvarenden moedwillig aan te
groot gevaar heeft blootgesteld.
Het weer niet in het geding
geweest.
Het weer werd bij bedoeld telefoongesprek
zooals de reeder verklaarde, niet eens aan
geroerd en de getuige de Ruiter verklaarde,
dat ook later, bij het uitgaan, toen inmiddels
het stormsein was geheschen, de toestand van
het weer in het geheel geen punt van overwe
ging heeft uitgemaakt. Het is eehter jammer,
dat de schipper niet heeft bedacht, dat het
voor hem. onder de heerschende omstandig
heden van weer, wind en stroom vrijwel on
mogelijk zoude zijn om Zuid te halen, hetgeen
de uitkomst helaas afdoende heeft bewezen.
Er is uitsluitend gedacht aan de weersom
standigheden van het oogenblik.
Zeilen niet in goede conditie.
De uitrusting van het schip, dat overigens
wel in orde was, liet in zooverre te wenschen
over dat het grootzeil ook het reservezeil,
dat werd aangeslagen, toen het andere was
gescheurd niet in goede conditie verkeerde.
Het heeft voorts de aandacht van den Raad
getrokken, dat volgens ingekomen berichten
is gebleken, dat de kappen van machineka
mer en kajuit niet gesloten waren.
Het is wel zeer te betreuren, dat het
besluit om naar IJmuiden terug te
keeren te laat is genomen. Toen
bleek, hoe weinig het schip in de
richting van Scheveningen was op
geschoten de „Sch. 68" was zeven
uur in zee en men verkende nog pas
Noordwijk was de wind nog Zuid
west. Het was toen hoogstwaarschijn
lijk nog mogelijk om veilig terug te
gaan. Het had in ieder geval beproefd
kunnen worden. Later toen de wind
ruimde, was het binnenloopen van
IJmuiden een hoogst gevaarlijke on
derneming, op welwer goeden afloop
niet gerekend kon worden, al is het
den beiden genoemden opvarenden
nog gelukt om zelfs het zinkende
schip nog binnen de pieren te krijgen.
Jecovitol levertraan wetenschappelijk
de beste levertraan voor U en Uw kind.
Verkrijgbaar bij apothekers en
drogisten a f 0.75 per flacon.
(Adv. Ingez. Med.)
Zweefvliegers bij Stompwijk neergestort.
Een van hen gedood.
De heer Hoekstra gewond.
Onder de gemeente Stomp
wijk, vlak nabij het vliegveld
Ypenburg, is Zaterdagmiddag
ongeveer half vier de Pander
van het Nederlandsch Instituut
voor Zweefvliegen op een
hoogte van 800 Meter in een
vrille geraakt en omlaag ge
stort. Het toestel werd totaal
vernield. Van de beide inzitten
den werd de tweede bestuur
der, de heer P. Bosch, zóó ernstig
gewond, dat hij spoedig over
leed. De eerste bestuurder, de
heer J. K. Hoekstra, werd wel
gewond, doch zijn toestand is
niet ernstig.
De heeren Hoekstra en Bosch waren beiden
instructeurs van het Instituut voor Zweef
vliegen. De eerstgenoemde was ï'eeds geruimen
tijd in het bezit van zijn vliegbrevet, de heer
Bosch had het motorvliegbrevet A pas in No
vember j.l. gehaald. De beide heeren waren
Zaterdagmiddag omstreeks drie uur opge
stegen, waarbij de heer Hoekstra zijn mede
bestuurder nog verschillende vliegdetails zou
bijbrengen. Boven Stompwijk voerde het toe
stel nog allerlei toeren uit, maar geraakte
daarop plotseling in een vrille, waarbij het
den bestuurder niet gelukte de machine weer
in zijn macht te brengen. De Pander stortte
neer, raakte den grond, rolde nog een twin
tig meter verder, waarbij het eenige malen
over den kop sloeg, kwam in aanraking met
prikkeldraad, dat om het weiland is en met
een grooten slag bleef het toestel voor een
sloot liggen, terwijl een gedeelte van de ma
chine boven het water bleef hangen.
Toen hulp toeschoot, bleek de heer Hoek
stra nog bij kennis te zijn. De heer Bosch
verloor zeer veel bloed.
Beide gewonden werden naar het ziekenhuis
St. Antoniushoeve vervoerd, waar de heer
Bosch kort na aankomst is overleden.
'IT DE STAATSCOURANT
Bij Koninklijk Besluit van 14 Januari 1937,
is aan P. J. de Hoop op zijn verzoek, met ingang
van 15 Febrauri 1937, eervol ontslag verleend
als burgemeester der gemeente Sneek, met
dankbetuiging voor de langdurige diensten
door hem als burgemeester bewezen.
WAARNEMEND-DIRECTEUR VEEHOUDERIJ
CENTRALE TREEDT AF.
De heer Oonk, waarnemend-directeur der
Veehouderijcentrale, heeft als zoodanig ont
slag gevraagd. Hij zal weer in zijn vroegere
functie, procuratiehouder bij de firma Van
Zwanenberg te Oss, terugkeeren.
Machinist door locomotief
gedood.
In den nacht van Zaterdag op Zondag is de
rangeerder Van Z. op het goederen-emplace
ment te Arnhem gevallen, toen hij een paar
wagons aan een locomotief wilde koppelen. De
leerling-machinist W. I-I. zag het ongeval ge
beuren en sprong van de locomotief om hem
te hulp te komen,
Van Z. bleek bekneld te zijn geraakt onder
den baanschuiver van de locomotief. Toen de
machinist de locomotief terug zette is H. door
tot nu toe niet opgehelderde oorzaak onder de
wielen van de locomotief terecht gekomen
Zijn verwondingen waren van dien aard, dat
hij onmiddellijk overleed. Het slachtoffer was
40 jaar oud. gehuwd en vader van eenige
kinderen. Van Z. liep een snijwonde op aan het
hoofd. Hij is naar het gemeente-ziekenhuis
overgebracht en daar opgenomen.
RIJKSSTRAATWEG 16
HAARLEM-NOORD. TELEF 16726
C i IR met garantie, pijn-
vanar «jO.- 1oos t,rekken inbegr
BESLIST PIJNLOOZE BEHANDELING
Spreekuren alle werkdagen
van 9—12 en 1—4 uur. Zaterd. 9—12 uur
Avondspreekuren
Dinsdag. Woensd en Donderd. v. 79 u.
(Adv. Ingez. Med.)
Beteekenis en muzikale
waarde der jazz.
Lezing van den heer Frits Schuurman.
HAARLEM Maandag.
Voor de leden der Nederlandsche
Toontaunstenaarsvereeniging, hield
de heer Frits Schuurman, dirigent
der H.O.V., in een der zalen van café-
restaurant Brinkmann, Zaterdag
avond een lezing over den „Oor
sprong, beteekenis en muzikale
waarde van jazz-muziek". Een lezing,
die tevens een warm pleidooi was
voor deze vaak bespotte en verkeerd
begrepen muziekuiting.
De voorzitter, de heer E. A. Cats wees er
in zijn openingswoord op, dat de jazzmuziek
nog steeds in het middelpunt der belang
stelling van vele muziekliefhebbers staat, en
zoowel onder de amateur- als beroepsmusici
vele beoefenaars» telt. Vervolgens leidde hij
met een kort woord den heer Schuurman in.
De meeningen omtrent jazz, aldus deze
spreker, zijn nog steeds zeer verdeeld. Dat
komt vooral, doordat wij hier zoover van de
plaats, waar deze muziek ontstond, Amerika,
verwijderd zijn. Jazz is geen monstruositeit
of een wanstaltige verminking der klassieke
muziek, doch een waardevolle uiting van een
geheel andere cultuur en een geheel ander
volk; de negers. Het gaat om de uitdrukking
van een zuivere emotie, de oogenblikkelijke
vertolking van een groote inspiratie.
In groote trekken schetste spr. de historie
der jazzmuziek, die omstreeks het begin van
deze eeuw in de Zuidelijke staten van Ame
rika ontstond. In de jaren 19101915 ver
plaatste de nieuwe muziek zich naar het
Noorden, waar New-York en Chicago er de
centra van werden. Daar ontstond echter
helaas ook de beruchte potten- en pannen-
muziek. die de jazz, terecht, zoo'n slechten
naam bezorgd heeft.
In het Zuiden ontwikkelde doze muziek
zich echter zelfstandig, en toen daar King
Oliver en Louis Armstrong met hun bands
gingen optreden, ging het snel voorwaarts
Het belangrijkste criterium ter onderschei
ding van jazz- en dansmuziek is de swing.
Bertus van Lier omschreef het begrip swing
als: een trekking tusschen tijd en metrum;
het is een elastische spanning, een demon
stratie van het „take it easy".
Een van de hulpmiddelen tot het bereiken
van swing is de intonatie die dit in te
genstelling tot de klassieke muziek waarbij,
wanneer de aanzet hard is. b.v geen tremolo
wordt getolereerd zich snel kan veran
deren.
Bij de jazzmuziek is het thema niet zoo be
langrijk. behalve bij arrangementen, waarbij
de partituur vrijwel volledig ls. en bij com
posities als die van Duke Ellington. Het
merkwaardige is. dat als men tien bands het
zelfde thema hoort uitwerken, elk der tien
vertolkingen verschillend is. door de groote
vrijheid welke de musici zoowel individueel
als collectief hebben.
De jazzmuziek, aldus de heer Schuurman,
is zeer begrensd, en heeft weinig waarde voor
andere muziek. De werkelijke waarde schuilt
in de enorme klankschoonheid en in het ver
doorgevoerde rhythme Hoe de jazz zich ver
der zal ontwikkelen, is moeilijk te voorspel
len. Maar. en dit dient nogmaals te worden
vastgesteld, het is geen misplaatste grap.
Het is de muzikale uiting van een ras, een
muziek, die slechts met absolute beheer-
sching van de techniek ten gehoore kan
worden gebracht, en die de uiting is van een
naieve kinderlijk oprechte, ongecompliceer
de ziel.
De heer Schuurman illustreerde zijn le
zing met een groot aantal gramofoonplaten
van bekende j azzcomponisten en bandlei
ders. terwijl hij zelf. aan de piano het ge
sprokene nog met tal van voorbeelden toe
lichtte.
De lezing werd door een talrijk publiek
met groote aandacht gevolgd.