Het Geluk ligt in de Sneeuw FEUILLETON Een Wintersportroman. van PETER KRAYENBÜHL. (Nadruk verboden.) 26) Morgen, morgen? Morgen is het te laat. U behoeft mij trouwens niet te vertellen, wie hier in werkelijkheid burgemeester is, dat zie ik zoo wel. Uw chef is immers herbergier, niet waar? Wel, dan zal hij contant geld ook op prijs weten te stellen. Hier hebt u voorloopig 50 mark; de overige 50 maar dan ook geen cent meer! volgen als de gemeente ja heeft gezegd. En dat zal ze toch stellig doen, niet waar? Er wordt nog wat heen en weer ge praat tot Grace er zeker van is het pleit te hebben gewonnen en hij haar voor het ont vangen bedrag een kwitantie heeft gegeven. In tusschen is de avond gevallen, de sterren fonkelen aan den winterschen hemel en de rust van het landschap rondom haar dwingt Grace tot een meditatie. Zij denkt aan Dieter en dat stemt haar droevig. Ze wenscht zich mijlen ver weg iaar Londen Eastend, naar haar warenhuis met de duizend verkoopstertjes, waar men haar noodig heeft, waar haaT werk wordt ge waardeerd en waar men geen tijd heeft voor vervelende stemmingen Het Is toch een wel daad te weten, dat men zich een plaats heef' veroverd tn de maatschappij, dat men eer onmisbaar onderdeel vormt, van het geweldige raderwerk, dat de wereld in beweging houdt En van Dieter dwalen haar gedachten als yanzell naar Petra, de wonderlijke klulzena- res. Wat mag er haar toe bewogen hebben haar eenzaamheid op te heffen? Of Dieter er iets van weet? Grace zal het hem niet vra gen! Uit het hotel dringt gedempt strijkmuziek naar buiten; five o'clock tea er wordt gedanst. Grace voelt zich plotseling ontevreden: zij verlummelt hier haar tijd, uren en dagen, een deel van haar leven, dat zij nooit meer zal zal kunnen inhalen. Hoe „dicht", hoe door en door vol is toch zoo'n achturige arbeidsdag in vergelijking met dit geestdoodend vege- teeren, dit leege nietsdoen, dat den dag voorbij doet zijn vóór men goed en wel wakker is Grace verlangt er naar zich te concentree- ren, eens ernstig over het een of ander na te denken. Zij herinnert zich dat Dieter haar laatst een boek heeft gegeven over het stre ven naar reformatie in de paedagogie na den oorlog. Dat komt haar nu juist van pas en ze besluit daarom naar haar kamer te gaan. In de hall ziet ze hoe haar „Pap" in een geanimeerd gesprek is gewikkeld met den be- drijfschef van het hotel, meneer William Lersner, een bereisd man met veel levens ervaring, van wie de hotelgasten elkaar fluis terend vertellen dat hij het boeddhisme op Ceylon aan de bron zelf bestudeerd heeft Zij maakt van deze gelegenheid gebruik en mengt zich in het gesprek.. Het duurt niet lang, of meneer Lersner heeft hen beiden in zijn privé kantoor op de thee genoodigd een thee, die hij zelf heeft toebereid, Met de zwijgende aandacht van een. geheel in zijn hobby opgaanden kenner schenkt hij de kop jes vol. Grace kan een glimlach niet onder drukken; het is, alsof hij een of ander mystiek rituaal celebreert. Mr. Arlen oprechte bewondering wordt, -chter pas opgewekt, als Lersner in den loop /an het gesprek een of andere geheime lade opent en zijn gasten een map voorlegt die niets meer of minder bevat dan een oud-Indi sche miniatuur van onschatbare waarde en een g«w»,urde Japansche houtsnede van zeldzame schoonherr. Doch daarmede Is Lers ner niet aan het einde van zijn schatten. „Speciaal voor Grace's jonge oogen" haalt hij uit een wandkastje nog een ander kostbaar kleinood, een meestelijk volmaakte afbeelding van een „Kwannon" in ivoor, Daar moet je je handen bij in de zak steken, anders loop je kans kleptomaan te worden", zegt mr, Ai-len schertsend, maar hoe komt u eigenlijk aan die kostbare raritei ten? Geschenken natuurlijk! Koopen kan men zulke dingen niet; ik zou er trouwens geen geld voor hebben gehad. Ik heb voor en tij dens den oorlog vele jaren in het oosten ge woondLater ook nog een poosje in Zuid- AmerikaDeze lanspunt, een oud Inka,- werk, is een herinnering aan PeruAlleen mijn boeken, die zijn mijn eigen geldbeleg ging Mag ik nog een poosje blijven, Pap? Ik voel groote lust eens wat in uw bibliotheek rond te neuzen, meneer Lersner Van mij wel, Grace, maar ik vrees dat wij onzen vriendeiijken gastheer te lang op houden Ik moet inderdaad langzamerhand de ronde gaan doen voor het diner, maar als u zich niet verveelt, miss Arlen, heb ik er niets tegen dat u hier alleen blijft en mijn boeken eens inziet Mr. Arlen en de gérant vertrekken en laten Grace alleen, maar reeds na eenige minuten is Lersner weer terug. Ik zou u nog graag iets willen vragen, miss. Een paar dagen geleden zag ik u samen met een jongeman. Als lk me niet vergis, was het de skileeraar die in Kaiserhof woont Dat kan uitkomen, zegt Grace, terwijl zij ietwat verwonderd den fraaien lederen band dien zij juist in de ha.nd heeft, weer op zijn plaats zet. En....? Begrijpt u mij alstublieft niet verkeerd... Ik wil natuurlijk niet indiscreet zijnDie jongeman interesseert m* slechts.Hij lijkt1 op iemand, die ik goed gekend heb. Bovendien heeft hij een prettigen indruk op me ge maakt, voor zoover ik daar dan nu al over kan oordeelen. Ik heb hem eigenlijk pas een paar maal vluchtig gezien, zoo even in 't voor bijgaanHoe heet hij eigenlijk? Dieter Prausnitz Zoo; ahaPrausnitzdus toch, hm Meneer Lersner schijnt over iets na te den ken; de gewoonlijk zoo vlotte gérant is zichtbaar verlegen. Weet u iets van zijn ouders af. Zijn vaderja, nu is Grace even uit het veld geslagen zijn vader isik ben niet precies op de hoogtenaar ik meen overledenZijn moeder was, geloof ik leerares aan een meisjeskostschool. Zoodat interesseert me. Ik dank u zeer, miss. Neemt u mij niet kwalijk dat ik zoo nieuwsgierig ben. Nog één vriendelijk verzoek, als u het permitteert: misschien kunt u bij gelegenheid zoo terloops meneer Prausnitz er eens toe bewegen mij te bezoe kenIk zou hem graag persoonlijk iets wil len vragen. Zoudt u zoo goed willen zijn Met genoegen, meneer Lersner, als u daar prijs op stelt; op het oogenblik echter is er oneenigheid tusschen Dieter en mij, bittere vijandschap Ach dat is jammer, hoe is dat nu toch mogelijkzegt Lersner, terwijl hij bezwe rend beide armen ten hemel heft. Maar Grace stelt hem lachend gerust. Dat komt wel weer in orde, op z'n laatst bij het bal masqué I Het zou waarschijnlijk inderdaad zoo lan° hebben geduurd, als de vriendelijke buitenwe reld er zich niet op haar eigen wijze mee bemoeid had St.-Valentin is, evenals Antonswil. een klein nest. Skiloopen, sledetochten, af en toe een vossenjacht daartoe blijven de sensaties buiten het hotel beperkt en altijd vindt men onbescheiden menschen, die zich met het be staande niet tereden stellen en zich geroe- penn voelen hun neus in een andermans za ken te steken. Zoo ging het ook hier. Het verblijf van den vreemdeling in de Sennhut bij de Krie- gerhöhe lekte spoedig uit, de resten van het neergestorte en verbrande vliegtuig vormden even gauw het doel ven menigen skitocht en de herhaalde proviand-expedities van Grace naar de Sennhut bleven evenmin onopge merkt Op dezen dag na de lunch heeft Dieter zich als vele andere hotel gasten in een lig stoel op de veranda neergevlijdt om wat af leiding te zoeken in een Engelschen detective roman. De onderhoudende lectuur vermag zijn stemming een mengsel van woede en ver driet geenszins te verbeteren, maar daar aan is hem ook niets gelegen. Een scherpe opmerker zal kunnen constateeren, dat Dieter zich op het oogenblik zoo ongeveer gedraagt als de bekende kleine jongen, wiens koppig heid hem deed uitroepen: Dat is net goed voor m'n vader, als m'n handen bevriezen; waar om koopt hij me ook niet een paar nieuwe handschoenen. Niet ver van Dieter verwijderd, ligt de Friezin met de lichtblonde vlechten,, die reeds lang naar Gugelhofer's tweeden cursus is verhuisd. Dat zij daarbij een half dozijn an dere skiehazen, die als ijzervijlsel aan een. magneet zijn blijven hangen, heeft meegeno men, neemt hij haar niet kwalijk, want zijn baby-cursus Is nog steeds overvol. Maar een schande is het toch, zooals die Gugelhofer bij haar aan den leiband loopt, denkt Dieter, als hij ziet, hoe zijn collega haastig het trapje van de veranda opklimt en in een stoel naast de Friezin plaats neemt. Een paar minuten later dringt Gugelho fer's stem duideHik Lot hem door: (Wordt veivolftd.X De haven van Tanger staat thans in het mid delpunt der internationale belangstelling door de berichten over troepenverscheping naar Marokko. Een overzicht van de haven. Oorlogs bodems van verschillende nationaliteit liggen er voor anker De eerste Amsterdamsche deelnemer aan den Sterrit naar Monte Carlo, de heer W. J. T. van der Hoek, is Maandag uit de hoofdstad vertrokken naar zijn startplaats Palermo. Een snapshot even voor het vertrek Een gewichtig man in Patrla Palace te Krynica. De chef-kok, wiens culinaire bekwaamheid ten dienste der vorstelijke gasten is gesteld De weg Zwolle Deventer zal bij Windesheim berooid worden yan 300 iepen. Het vroegere vorstendom Goa, nabij Makassar in Ned. Indië, heeft thans na dertig jaar weer zelf- welke door de iepenziekte zijn aanqetast bestuur gekregen onder ons oppergezag. De nieuwe Radja. Mangi-Mangi Kraeng Bontonompo, betuigt in een rede zijn trouw aan het gouvernement Negoro VII bracht Maandag met zijn echtgenoote en dochter een bezpek aan de Ned. Handelmaatschappij te Amsterdam. De aankomst van het gezelschap Gep. luitenant-generaal C. P. J. yan Vlierden is op 93-jarigen leeftijd te Arn hem overleden Z. K. H. Prins Bernhard op de ski's tijdens een tocht, dien de Prins dezer dagen te Krynica, het verblijf van het jeugdig vorstelijk echtpaar, ondernam

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 10