H.D.* VERTELLING iiiiieiiiiiRiiiiiiiB Wat zonder haar te doen URODONAL ff tam stktiifi. DONDERDAG 28 J A N U A R I 1937 HA'ARLE M'S D A G B E A D 6 De Vrouw in de Maatschappij. Er is reden tot dankbaarheid. Gisteravond hield mej. mr, J. Zeelenberg uit Rotterdam in het Re monstrantenhuis aan de Wilhelmi- nastraat, voor de afd. Haarlem van de Ned. Vereen, voor Vrouwen-belan gen en. GelijUa Staatsburgerschap een lezing over „De huidige positie der vrouw". De tegenwoordige positie van de vrouw kan pas van het juiste standpunt bezien worden, aldus spreekster, als wij haar vergelijken met de positie van de vrouw van een halve eeuw geleden. De vrouw bemoeide zich toen weinig met het maatschappelijk leven, een toestand waarin pas de wouwenbeweging verandering bracht Wij zijn vervuld, aldus spr., van een gevoel van dankbaarheid voor den huldigen toe stand, ondanks de critiek, die er misschien mag zijn Het passief en actief kiesrecht voor vrou wen bracht geen groote invasie van vrou welijke Kamerleden. Toch waren er wel en kele vrouwen, die een plaats in de vertegen woordigende lichamen kregen, doch hun aan tal loopt weer langzaam terug'. In de ge meenteraden heerscht dezelfde toestand. Ben belangrijke factor hierbij is, dat in de groote partijen de stemdwang zoo groot is. dat er vrijwel geen voorkeurstemmen wor den uitgebracht. Er zijn, meende spr., in de Kamer weinig vrouwen, die een voorname rol spelen. Trou wens, er zijn misschien ook slechts vier of vijf mannen, die iets van belang hebben mede te deeien. De vrouwen behooren echter tok.de goede middelmaat. De vrouw heeft over het algemeen maar weinig interesse voor het staatkundig leven. Het noodige élan ontbreekt hier In het maatschappelijk leven is de positie van de vrouw sterk veranderd. Zij is. aldus spr. op de arbeidsmarkt een bijna even be langrijke rol gaan spelen als de man. Ook in de staatsbetrekkingen is dit vrij gemakkelijk gegaan. De crisis bracht ook hierin eenige veran dering. De vrouw werd uit sommige beroe pen stelselmatig geweerd. Dit vond uiting in „de circulaire van minister de Wilde", waarin werd geadviseerd dat bij sollicitaties de man steeds voor de vrouw zou gaan. Men heeft verschillende crisismoeilijkhe den trachten te bestrijden, door de schuld van veel van die moeilijkheden op den vrou wenarbeid te schuiven. Daarbij heeft men. aldus spr. niet altijd met eerlijke wapenen gestreden, wat aanleiding gaf tot verzet uit de vrouwenbeweging. Dit heeft echter het voordeel gehad, dat voor al deze zaken veel meer belangstelling is gewekt. Dit was heel noodig, want sinds het vrouwenkiesrecht veroverd werd, was de belangstelling toch sterk verslapt. Het is voor de vrouw vaak heel moeilijk om bepaalden arbeid te verrichten. Het gaat echter niet op, deze plaatsen voor de man nen in te ruimen. Dat zou zich zeker wreken. De oplossing ligt ergens anders. Werk kan pas bevrediging schenken en productief zijn, wanneer het arbeidsvreugde schenkt. In het scheppen van die arbeidsvreugde zal de op lossing van dit vraagstuk moeten liggen. Na de pauze was er gelegenheid tot het stellen van vragen, wat tot een levendige ge- dachténwisseling aanleiding gaf. PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE RADIO CENTRALE OP VRIJDAG 29 JANUARI 1937. Prog. I. Hilversum n Progr. n. Hilversum I (Huizen). Progr. Hl. 8.00 Keulen. Concert door een ka merkwintet 8.50. 9.05 Keulen Tijdsein. Nieuwsberichten. Waterstandberichten. 9.20 Keulen. Programma van Hamburg 9.50. 10.10 Deutsehl.sender. Kindergarten 10.35. 11.20 Keulen. Programma van den Deutsch- landsenaer. 12.20 Vlaamsch Brussel. Gramo- foonmuziek. 12.50 Vlaamsch Brussel. Weerbe richt. 12.51 Vlaamsch Brussel. Het omroep orkest o.l.v. Paul Gason. 1.20 Vlaamsch Brus sel. Gesproken dagblad van het N. I. R. 1.30 Vlaamsch Brussel. Salonorkest o.l.v. Walter Feron. 1.50 Vlaamsch Brussel. Gramofoomnu- ziek. 2.20 Diversen. 2.55 Parijs Radio. Gramo- foonmuziek. 4.20 Parijs Radio. Kamermuziek d. h. Krettly-kwartet. 5.20 Keulen. Program ma van Leipzig (populair concert). S.20 Keu len „Sing uns Spielmusik der ju-ngen Mann- schaft!" 7.05 Keulen Programma van Mün- chen (reportage uit Garm. Partenkirchen). 7.20 Berlijn. Nieuwsberichten. Wir teilen mit... 7.30 Berlijn. Concert d. h. omroeporkest o.lv. H. Steiner m.m.v. W. Stuhlfaut, viool. 8.20 Berlijn. Populair concert d. h. kl. omroepor kest o.l.v. W. Steiner. 9.20 Droitwich. Weer- en nieuwsberichten. 9.40 Weenen. Verzoekpro gramma Concert d. h. omroeporkest o.l.v. J Holz. 10.50 Berlijn. Programma van de Deutsehl.sender (Otto Dobrindt). 11.20 Di versen. Progr. IV. 8.00 Vlaamsch Brussel. Gym nastiek. 8.20 Vlaamsch Brussel. Gramofoon- muziek. 8.30 Vlaamsch Brussel. Kroniek van den deg. 8.40 Vlaamsch Brussel. Gramofoon- plaat. 8.45 Vlaamsch Brussel. Gesproken dag blad van het N. I. R. 9.00 Vlaamsch Brussel. Gramofoonmuziek. 9.20 Diversen. 10.35 Londen Regional. Korte Godsdienstoefening. 10.50 Londen Regional. Tijdsein van Greenwich. Weerbericht. 11.05 Londen Regional. Orgel concert door Sydney Gustard. 11.50 Londen Regional. Het Rutland Square en New Victoria orkest. 12.05 Parijs Radio. Causerie voor Israë lieten. 12.35 Parijs Radio. Gramofoonmuziek. 12.50 Londen Regional. Concert van Sheffield. I.35 Londen Regional. Medvedeff's Balalaika orkest. 2.20 Londen Regional. B.B.C. Welsch orkest o.l.v. Idris Lewis. 3.05 Londen Regional. Piano recital door Johanne Chambard. 3.35 Londen Regonal. Gramofoonmuziek. 4.05 Lon den Regional. Alan Ivimey: „What is the West End?" 4.20 Droitwich. B.B.C. Midland orkest o.l.v. Leslie Heward. 5.35 Droitwich. Frank Biffo's Kwintet met Eleonor Warren, cello. 6.20 Nieuwsberichten. 6.45 Droitwich. Piano recital door York Brown. 7.20 Droitwich. Sir Walford Davies: Music and the ordinary listener. 7.40 Droitwich. The Kentucky Minstrels. 8.40 Diversen. 10.50 Droitwich. „Midnight Laugh ter". Cabaret in het Dorchester Hotel. 11.20 Droitwich. Bram Martin met zijn dansorkest. 11.50 Droitwich. Dansmuziek gr.pl. Progr. V. 8.00—7.00 Diversen. 7.008.00 Eigen gramofoonplatenconcert. Acc.: 1. Seaddle your blues to a wild mustang, Gypsy Accordeon Band. 2. Please believe me. London Piano Acc. Band. 3. Alone, Gypsy Accordeon Band. 4. Poor little Angeline, Lon don Piano Acc. Band. 5. Reine de Musette, Orchestre Musette. 6. The Apache dance, Scott Wood. 7. Je m' en fous, Orchestre Mu sette. 8. La Paloma, Scott Wood. Boswell Sisters: 9. Dinah, Boswel! Sisters. 10 The lonesome Road, Idem. 11. Alex. Rag time Band, Idem. 12, Going home. Idem. Piano-muziek: 13. Piano Medley, Peter Kreu- der. 14. Piano Medley, Charley Kunz. 15. Piano Medley, Fred. Stein. 8.00—12.00 Diver,sen. Ordening in het winkelbedrijf. Volgens B. en W. van Haarlem is dit een Rijkszaak, B. en W. van Haarlem schrijven aan den Raad Met betrekking tot de zoogenaamde orde ning van het winkelbedrijf, een vraagstuk, dat reeds geruimen tijd hier en elders de gemoe deren beroerde, werd op 10 Juli j.l. door den heer Mr. L. G. van Dam een concreet voorstel bij den Raad ingediend, beoogende beperking der vestiging van nieuwe winkelzaken door het uitvaardigen van eenige verbodsbepa lingen van gemeentewege. Een nader voorstel van Mi-. Van Dam in de raadsvergadering van 22 Juli gedaan met het doel een spoedig prae- advies van Burgemeester en Wethouders uit te lokken, werd echter na eenige gedachten- wisseling door den Raad met 28 tegen 8 stem men verworpen. De moeilijkheden, waarin een deel van den middenstand ten gevolge van de crisis ver keert, en de denkbeelden om door een zekere ordening verbetering op dit terrein tot stand te brengen, zijn bij de behandeling der laatste gemeentebegrooting en ook daarna eenige ma len in den Raad ter sprake geweest, doch prin cipieel werd het vraagstuk der ordening hier nog nimmer behandeld. Daartoe wenschte ook de Raad eerst de beschikking te hebben over de adviezen der belanghebbende organisaties, in verband waarmede begin Februari van het vorig jaar de bekende vragenlijst aan betrok kenen werd verzonden. Het vraagstuk kwam na Februari in een ander stadium, toen bij Koninklijke boodschap van 21 Maart j.l. bij de Tweede Kamer der Sta- ten-Generaal 't ontwerp Vestigingswet Klein bedrijf werd ingediend. De Regeering, overwe gende, dat het noodzakelijk is regelen vast te stellen nopens het vestigen van inrichtingen waarin eenige tak van detailhandel, ambacht of kleine nijverheid zal worden uitgeoefend, heeft in dit wetsontwerp de mogelijkheid ge opend tot het stellen van zekere vestigings- eischen met betrekking tot deskundigheid en financieele draagkracht van adspirant-onder- nemers, waarmede zij beoogt langs indirecten weg de bestaande overbezetting in het klein bedrijf tegen te gaan. Nadrukkelijk werd in de memorie van toelichting verklaard, dat aan dezen modus de voorkeur wordt gegeven bo ven een rechtstreeksche afweer, welke met inschakeling van het z.g. behoefte-element de toestrooming van nieuwe levenskrachtige ele menten in den. weg zou staan. Strikt formeel bleef nu weliswaar, zoolang dit ontwerp niet tot wet was verheven, de ge meente bevoegd zelfstandig deze zaak ter hand te nemen en de materie plaatselijk te regelen, gebruikelijk in ons staatsleven mocht een der gelijke handelwijze echter niet worden ge noemd en zeker leek ons dit hier niet de aan gewezen houding, waar het betrof een aange legenheid, welke uit den aard reeds als zaak van algemeen rijksbelang werd aangevoeld en welke vele principieele kanten had, ten aan zien waarvan de Rijksregeering, gehoord ook belanghebbenden, inmiddels haar standpunt had kenbaar gemaakt. Daarbij kwam, dat de ervaring elders had geleerd, dit ook practisch van een dergelijk plaatselijk ingrijpen vooralsnog weinig resul taat mocht worden verwacht. Een besluit n.l. van den Gemeenteraad van Bussum d.d. Fe bruari j.l. tot vaststelling van een vestigings verbod voor nieuwe winkels - door den Burge meester als strijdig met het algemeen belang niet uitgevoerd, maar ingevolge art. 76 Ge meentewet ter kennis gebracht van Gedepu teerde Staten was bij Koninklijk besluit ge schorst tot Augustus 1936, welke schorsing na dien tot 1 Jahuari 1937 werd verlengd. Een soortgelijke verordening van de gemeente Hil- legersb'erg d.d. Mei 1936 werd ambtshalve door Gedeputeerde Staten aan het oordeel van de Kroon onderworpen. Ook toen werd bij Ko ninklijk besluit (20 Juli 1936) de schorsing- uitgesproken. Aanleiding tot ingrijpen van gemeentewege met de bedoeling om ontduiking der nieuwe Alonso zat in den pijler. door FRANZ TAUT. Ze hadden op onze farm twee koeien en een kalf gekocht en ik dreef de beesten naar hun kamp. Ik had het vee drie uur voor mij uit gedreven. De steppenlucht trilde in de felle zon. Ik kwam voorbij de donkergroene euca- lyptusboschjes, en reeds lag de Rio Grande voor mij. Het rivierbed was droog. Half ver gane rommel en karkassen lagen in stinkende poelen te rotten. Zwermen muskieten zoemden in de lucht. Daarbovenuit hoorde men de mu ziek van het oerwoud. Ik kwam bij de F.C.R.G.A.-mannen. De let ters be teekenen Ferrocaril Rio'Grande Argen tina (de Rio Grande Spoorweg van Argen tinië), en de mannen arbeidden aan weg en werken. Hier zwoegden zij als duivels aan de pijlers van de spoorbrug, die zij over de rivier bouwden, en daarom hadden ze verder stroom opwaarts de stroöm afgedamd. Nu hadden ze een vollen dag een watervrij rivierbed om hun pijlers te gieten. De dag neeg ten einde. Spoedig zou het water komen. Daarom haastten zij zich. De ingenieur brulde. Ik dreef mijn runderen dich terbij. Zij werden door de helpers van den kampkok gegrepen en vastgemaakt. Juist toen ik afsteeg ik was nat van *t zweet en doodmoe hoorde ik een kreet in het rivierbed. De arbeiders liepen te hoop. Laat ze maar schreeuwen, dacht ik, ik wil eerst uit dien emmer wat koude thee drinken en mij ergens in.de schaduw neerleggen. Ik nam het zadel van mijn merrie, die dampte alsof ze gekookt was. Toen ik, met de handen op haar rug ge steund, naar de menschen in het rivierdal keek. begreep ik. dat er iets gebeurd moest zijn. Zij schreeuwden naar beneden en klopten tegen een pijler en eenige arbeiders renden bleek van schrik naar boven, waar de tenten stonden. De „ingeniero" was de eerste. Hijgend schreeuwde hij zijn peons bevelen toe. Dan keek hij op zijn polshorloge en zeeg vol ont zetting op een leeg potroleumblik neer. Het was een kerel als een buldog, met rossig haar. Het zweet straalde hem langs het gelaat. „Waar zijn de paarden?" riep hij ver bijsterd. „Buiten in het kamp", antwoordde een peon en rende weg om ze te halen. „Vervloekt. De ingeniero schopte het petroleumblik zoo krachtig tegen een palmstam, dat het zoo plat werd als een koek. Toen zag hij mij. Zijn kleine muizenoogen vielen op mijn merrie. Haastig kwam hij nader. Onder de begeer lijke dingen, die wij ons op aarde wen- sehen, noemt oen goede gezondheid ae eerste plaats in. Hoe kan men in derdaad van le vensgeluk genie ten, indien men lijdt aan steeds woerk- eerende aanvallen van rheumatiek en slechte spiisverte- ring?lndienU daar van last hebt, is het zoak U zoo spoe dig mogelijk aaar- tegen te vrijwarent Urodonal is een onvergelijkelijk middel ter verwij dering van urine zuur, ureum, afval stoffen en micro- bische kiemen. Ontspant en zuivert de organen, herstelt de verminderde levenskracht. Goedgekeurd door Profettor POUCHET, Lid aan de Académie de Médecine te Parijm. (Adv. Ingez. Medj wet te helpen voorkomen door nu reeds plaat selijk het detailbedrijf vrijwel af te sluiten, was er evenmin, omdat de Rijkswetgever vol komen bij machte mocht worden geacht daar tegen door een zekere terugwerkende kracht desgewenscht maatregelen te nemen. Boven dien zou men daarmede reeds in zekeren zin op de zaak zijn vooruit geloopen en een methode hebben gevolgd, welke de Regeering nadrukkelijk had verworpen. Om al deze redenen meenden wij het vraag stuk der ordening van het winkelbedrijf en het desbetreffende voorstel-Van Dam hier voorloopig te moeten laten rusten, deze gehee- le zaak voorshands beter over te laten aan de prudentie der Rijksregeering en eerst te moe ten afwachten wat de lotgevallen van het in gediende wetsontwerp zouden zijn. In het laatst van het af geloopen jaar nu is dit ontwerp Vestigingswet Kleinbedrijf in openbare behandeling gekomen en eenige we ken geleden door de Tweede Kamer aanvaard, ongewijzigd wat betreft de principieele uit schakeling van het z.g. behoefte-element en van de bevoegdheid der gemeentebesturen. Daarmede is. aannemende dat ook de Eerste Kamer haar goedkeuring aan het wetsont werp zal hechten, thans dus in deze zaak klaarheid gekomen en deze aangelegenheid definitief als rijkszaak aangemerkt. Als gevolg hiervan werden dan ook een dezer dagen de genoemde raadsbesluiten der gemeenten Bus sum en Hillegersberg door de Kroon vernie tigd. Het zal den Raad duidelijk zijn zoo be sluiten B. en W. gelet op bovenstaande uit eenzetting en den inhoud van het wetsöhtwerp dat wij in deze omstandighederf op dit oogen- blik geen aanleiding kunnen vinden den Raad te adviseeren het voorstel-Van Dam aan te nemen. Met de uitkomsten der gehouden bedrijfs- telling, welke voor dit vraagstuk van beteeke- nis is gebleven, hopen B. en W. den raad« bin nenkort in kennis te kunnen stellen. „Caballero", zei hij, „er is iets ontzettends gebeurd. Die Alonso is vanmiddag moe ge worden en heeft zich in een pijler gelegd, om dat het daar binnenin koel is. Hij ls Ingemet seld. Nu zit hij in het beton en hapt naar lucht, die Alonso „Par Dios!" „U ziet. al zijn kameraden werken met bijlen en mokers aan den pijler om Alonso te redden. Maar dat vraagt tijd, begrijpt u?" „Er moet iemand, zoo snel hij kan, de ri vier langs, naar boven rijden en verhinderen, dat bij den stuwdam het dynamiet ontploft. U hebt daar een paard „Hoe ver is het naar den stuwdam?" „Een uur". „En wanneer springt de dam?" „Klokslag zeven!" „Hoe laat is het nu?" Hij keek op zijn horloge: „Half zeven!" Wij zwegen. Dan riep ik om een emmer water, dat ik mijn merrie over den rug goot. Toen wierp ik haar het zadel op. Onwillig kwam zij ter been en ik trok de riemen aan. Op hetzelfde oogenblik kwamen twee peons aangegaloppeerd. Zij hadden de paarden ge vonden. „Half zeven!" riep de ingeniero en reikte mij zijn horloge. „Een van jullie drieën moet vóór zeven uur aan den stuwdam zijn, levend of dood!" „Adios", riepen wij en suisden weg, dat de harde aardkluiten in 't rond vlogen. De lucht was zoo heet als vuur. Wij bogen voorover en klapten met de tong. De paarden legden de ooren naar achteren en vlogen als een pijl uit den boog. Zij spanden zich bijzonder in, zooals altijd, wanneer zij niet alleen galoppeerden. Spoedig bleek het, dat er een slecht ros bij was. Hij kon niet mee. De peon trok met geweld aan de teugels, vloekte, behamerde met de naakte voeten zijn ribben en sloeg hem niet een afgerukte tak op den nek. Maar wij bekommerden ons om niets en holden slechts voorwaarts, niet ophoudend pnz-e paarden aan te vuren. Zouden wij de ontploffing kunnen ver hinderen en Alonso redden? Het paard van mijn metgezel was uitge rust en jong, zooals ik al spoedig bemerkte. De peon, met zijn breed, ijzeren Indianen- gezicht, lag over den nek van zijn paard ge bogen. Hij zou het wel uithouden Ik trok het horloge uit den zak: 12 minuten voor zeven! Ik schrok en zocht te vergeefs met m'n oogen den stuwdam: ik zag niets dan de zil verachtige, trillende steppen, waarover onze paarden renden. Ik besloot het uiterste te doen, wat ik tot nog toe bij mijn paard niet gewaagd had, want zij was het edelste dier van de geheele provincie Corrientes, een slan ke, hoogbeenige, vierjarige stamboekmerrie. Ik rukte onder het galoppeeren een tak van een boom, waarbij mijn hand opengereten werd. Toen sloeg ik de merrie. Ze vloog, bij wijze van spreken, nog sneller dan de blik sem. Het andere paard bleef terstond achter. Ik bemerkte hoe mijn merrie het laatste ons energie uit haar hart haalde. Haar hoeven trommelden een roffel op de schaduwlooze steppe. De conductrices. En de financiëele positie der N. Z. H. T. M. Eenigen tijd geleden deelden wij mede, dat de directie der N.Z.H.T.M. bij wijze van proef een 20-tal conductrices zal aanstellen. In een interview deelde de directeur mede, dat de ongunstige financieele toestand van het be drijf opnieuw tot bezuiniging dwingt. Wij lezen thans in het Maandblad voor het personeel der N.Z.H.T.M. het volgende: In het jaar 1930 is er een monster opge staan dat „Crisis" genaamd werd. Dit beest had één wachtwoord hetwelk ons allen heeft geïnfecteerd: goedkoop, nog goedkoo- per. Deze kreet werd krachtig versterkt door het crisis-kind: ..Honger". Wie niet zakte in prijs, kon niet meer mee, want de honger dreef om het nog goedkooper dan A te doen en C trachtte daarna B te overvleugelen. Ook ons bedrijf werd opgejaagd door den crisis- schreeuw, De tarieven werden al goedkooper en de inkomsten verminderden sterk. Sub sidies werden verlaagd, hielden ten slotte ge heel op. En de vaste lasten bleven onvermin derd drukken. Toen moest de Directie zij deed het niet zonder een intens leedgevoel de loonen er aan laten gelooven: éénmaal, andermaal, derde maal, totdat ongeveer 30 pet daling was bereikt. Nu is het 1936. We zijn door het dieptepunt van de crisis heen, zeggen de economisten, 't Is mogelijk, Maar bij de N.Z.H. bemerken we er slechts dit van, dat er nog blijkbaar veel armoe onder onze klanten is.We zijn al heel op timistisch als we zeggen, dat die verschrik kelijke daling gedurende 6 jaren de laatste maanden minder sterk is. Zijn de onderstaan de cijfers der ontvangsten niet sterk spre kend? 1929 f 4.276.000 1930 4.144.000 1931 3.907.000 1932 3.618,000 1933 3.868.000 1934 3.481.000 1935 3,356.000 1936 3.134.000 Sinds 1929 is de N.Z.H. derhalve in ont vangsten terug geloopen met f 1,140.000—, welk bedrag feitelijk nog beduidend hooger is, omdat in 1929 de opbrengsten der Water- landlijnen nog niet waren inbegrepen. Hier staat weliswaar tegenover, dat de exploitatie kosten door de van het personeel gevraagde offers en door andere bezuinigingen gedaald zijn, doch bij lange na niet in de mate van de ontvangstendaling. En hoe moeten nu weer worden opgevangen de angstwekkende stijgingen van de materiaalprijzen na den val van den gulden? Wie neemt die onverlichte vaste lasten voor een deel voor zijn rekening? Ik zou nu gaarne alle/dames en heeren op ponenten tegen de toepassing van het conduc trice-systeem in gedachten om mij heen willen verzamelen om enkele vragen met hen te be spreken. Daarbij herhaal ik de van levenswijs heid getuigende opmerking: ,,niemand ma: critiek oefenen, of hij moet tevens een bete ren weg kunnen aanwijzen". Het zal nu wel voor alle onpartijdig oordee lenden vast staan dat de Directie niet licht vaardig handelt, als zij zegt: er moet wat gebeuren! Met ons bedrijf staat of valt een een moeilijk te vervangen frequente vervoers- gelegenheid en:... de boterham van de dui zend gezinnen, welke in het N.Z.H.-bedrijf nog steeds een bestaan vinden. Nog meer plukken aan de reeds zoo geha- vende loonen? Menschen-met 'n grein sociaal gevoel in hun body zullen ongetwijfeld zeg gen: man, hou op! loonsverlaging en dat in dezen tij d De vrachtprijzen verhoogen? Het middel zou nog erger blijken dan de kwaal. Met 1 Januari 1934 werd de derde en zwaarste loons verlaging toegepast. Deze was evenwel niet afdoende. Toen werd van onze reizigers een tijdelijke crisistoeslag gevraagd, opdat het personeel niet geheel zou worden geruïneerd. Ik ril echter nog, als ik aan de uitwerking van dit middel terugdenk. Geltanker zonder eind en klantenverlies, Zou de uitwerking in 1937 anders en milder zijn? Weer keek ik op 't horloge: acht minuten voor zeven! Zouden wij de explosie verhinde ren? Ik klemde mijn tanden op elkaar en gaf de merrie een tweeden slag. Schuimvlokken vlogen op mijn laarzen. Er was geen stuwdam te ziep. Ik boog mij naar voren en riep schril en vol vertwijfeling mijn paard in de ooren: „Hou vol, Chica!Hou vol Zes minuten voor zeven! Plotseling een breede beek. Het paard vloog er doorheen, dat mij 't water om de ooren spatte. Eindelijk dacht ik in de verte den stuwdam in het ri vierbed te herkennen. De steppe werd heuvel achtig. Bosschages doken op. Drie minuten voor zeven! Het ging om Alonso, die in den pijler zat! Het viel mij in, dat het 't beste was in de rivierbedding te rij den, omdat men mij daarginds dan eerder in 't oog zou krijgen. Ik stuurde de merrie den zwart-modderigen oever af, zij gleed uit. Be smeurd kwamen wij beneden aan. In galop ging het over het losse rotsgesteente, de hoe ven kletterden, de steenen vlogen Zeven uur! Om Gods wil! Zij zouden het dynamiet doen ontploffen. Wij vlogen door een wolk van muskieten. Plotseling werd het levendig op den oever. Eenige mannen, die zich achter groote rots- steenen opgesteld hadden, renden op mij toe en wenkten: „Hallo, voorzichtig! stop Ik zag den hoogen stuwdam uit het stroom bed ven-ijzen en brulde: „Niet springen Een ongeluk!.... Niet laten springen! „Te laat!" schreeuwden de mannen terug. „De rivier uit! Redt u!" Ik stuurde het paard uit de rivierbedding in .de richting van den dam. Twee mannen renden op mij toe: „Terug, senor! De lont brandt!" „Dooft de lont! Een man ligt in het rivier bed! Een ongeluk! Ni-et laten springen!" „Terug! Het is te laat!" „Vervloekt!" Zij grepen het paard bij de teugels. Ik steeg af en wij holden allen terug Op hetzelfde oogenblik benam de luchtdruk ons den adem. Steenen ploften links en rechts neer. En toen begon het lang opgestuwde water donderend en loeiend zijn doodsweg 's Avonds laat, toe wij uitgerust waren, draafden wij terug. Toen wij in het kamp kwamen vonden wij de arbeiders rondom het vuur, vroolijk een rummetje drinken. De inge niero met zijn muizenoogen straalde van ge noegen. Ze hadden iets doLs gewaagd. Ze had den hun kamerdaad op de laatste minuut met een kleine explosie uit den peiler geheald. daar hij toch voor de haaien zou geweest zijn. Het was een meesterstuk van den ingeniero. Alon so had heel wat beenderen gebroken en zag er uit of hij geslacht was. Maar hij leefde en lag in de zieken tent. Later werkte diezelfde Alonso ons machtig op onze zenuwen, omdat hij van des morgens vroeg tot des avonds laat over niets anders sprak dan over zijn avontuur in het beton. Hij dronk zijn suikerrietsnaps bij den liter en was zoo gezond als een visch. Ja, senor, man- men van ons land zijn taai! De Buitenrustbrug. Geen bruggeld. In de raadsvergadering van 27 Mei jl. werd in handen van B. en W. om prae-advies ge steld een adres van de beurtvaartvereeniging ..Haarlem", behelzende o.m. het verzoek om de verordening op de heffing van bruggeld niet toepasselijk te verklaren op de Buiten rustbrug. Zonder geheel in te gaan op de niet in alle opzichten steekhoudende motie ven, waarop requestrante haar verzoek steunt, achten B. en W. toch voldoenden grond aanwezig, die het verzoek voor inwil liging vatbaar maakt. De abnormale tijds omstandigheden, het steeds toenemend goe derentransport per auto en de evenredige vrachtverd-eeling hebben niet nagelaten er het hunne toe bij te dragen, een niet te miskennen verslechtering in den toestand der binnenschipperij te doen ontstaan. Dit in aanmerking nemende, dient de gemeente een open oog te hebben voor de belangen der scheepvaart binnen haar grenzen. De ingebruikstelling van de ..Buitenrust- brug" had tot gevolg, d-at krachtens het be paalde in art. 1 der verordening op de hef fing van .brugeld de schippers voortaan voor het openen dier brug bruggeld moeten be talen. Daar de schippers reeds voor vijf bruggen hebben te betalen, achten B. en W. het redelijk om door het achterwege laten van de heffing van bruggeld voor het ope nen van meergenoemde brug de op de bin nenschipperij drukkende lasten niet te ver zwaren. Ik had ongelijk. Er was ruzie geweest. Het was begonnen om een kleinigheid. De meeste ruzies beginnen om een kleinigheid. Later wist niemand meer precies hoe het was aangekomen en waarom. Een misverstand om een verkeerd verstaan woord. Een ondoordacht antwoordverwij ten over en weer en het lieve leven was aan den gang. Hoor eenshiernaastze hebben al weer ruzie! zeiden de buren. Ik zal straks wel eens gaan .kijkensprak de buurvrouw, een lieve oude optimistische ziel; en na een uürtje nam zij een söhaaltje en ging' kwansuis een beetje meel leenen. De jonge vrouw deed zelf open met dikbe- huilde oogen. Och ben je zoo verkouden kind? vroeg de bezoekster meewarig. N-neenslikte het vrouwtje niet ver-verkoudenmaareik mijn man ik bedoelen toen kwam al gauw het heele zielige verhaal. En wanneer komt die booswicht thuis? in formeerde de oude dame streng. Van-vanavondsnikte de vrouw van de booswicht. Dan moet je nog een heele poos wachten voor je het weer in orde kunt maken. De jonge vrouw keek haar bezoekster aan met open mond. In in orde makeli?! maar u begrijpt het nietik heb niets gedaan! Hij is degeen die uitgevallen is en met de vuist op tafel heeft geslagen hij heeft leelijk gedaan maar ik niet! Ik zeihmdat je nog een heele poos moest wachten eer je het weer goed kunt maken herhaalde de buurvrouw. Maar ik denk er niet aan om zoete brood jes te bakken als het zijn schuld is viel de jonge vrouw heftig uit. Verbééld jenee maar verbééld jedat zou heelemaal mooi zijnDat doe ik niet hoor! nooit van z'n leven Dat is jammer zei de oude vrouw en ging. Een beetje teleurgesteld, een beetje ver drietigen toch met de hoop dat het wel allemaal terecht zou komen. Maar het kwam niet terecht. Mokkend en wrokkend bleef het jonge stel wederzij dsche grieven koesteren. Geen van beiden wilde toegeven. Verbeeld je.dacht zij. Stel je voordacht hij. Telkens waren zij er heel dicht bij om het weer goed te maken, want zij hielden oprecht veel van elkaar, maar als het er dan op aan kwam om dat eene kleine zinnetje te zeggen, dat simpele zinnetje van drie woorden: ik had ongelijk zie dan was het of er plotseling iets was dat hen weerhield. Zij konden het eenvoudig niet over de lip pen krijgen. Het was te moejlijk. En hoe langer'het duurde hoe moeilijker het werd. Toen kwam de jonge echtgenoot thuis met griep. De jonge vrouw paste hem op met alle toe wijding en liefde waarover zij beschikte, maar dat eene, dat moeilijke dat zei ze niet. En toen kwam er geheel onverwacht een ongun stige wending in de ziekte. Niemand was er op verdacht. Het ging allemaal zoo gauw. Binnen drie dagen stond er een wanhopige jonge vrouw aan een doodsbed en maakte zich de bitterste verwijten. Hoe velen zijn er onder ons die grif en ge makkelijk kunnen bekennen: ik had ongelijk? Drie zulke allerdaagsche simpele woorden. En hoevelen zijn er niet die er tot aan het einde van hun dagen in slagen ze te leeren uitspreken? Wij leeren onze kinderen Fransch en Duitsch en Engelsch met het juist accent, wij leeren hen gedichten opzeggen en beleefd heidsformules uitspreken met de vereischte intonatie. Laten wij bij dit alles niet vergeten hun te leeren, eerlijk en overtuigd die drie simpele woorden uit te spreken: ik had ongelijk. Is er schooner zelf-overwinning denkbaar? AMY GROSKAMPTEN HAVE, j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 10