Was het accept
valsch?
DRUKPERSVRIJHEID VERDEDIGD.
Suikerconferentie
D ONDER D A G 28 J A N U A R I 1937
HAARLE M'S D A G B E A D
3
TWEEDE KAMER
„Nieuwe organen hadden niet veel om het lijf"
De machtigings-wefgeving.
J. Schouten (A.RJ
Mr. A. M. Joekea (V.DL
DEN HAAG Woensdag.
Volgens den heer Schouten (a.r.) leenen
zich labiele tijden geenszins voor algemeene
herziening der Grondwet, vooral niet, wan
neer de denkbeelden tot wijziging der staats
inrichting nog geen vasten vorm hebben aan
genomen. Vandaar, dat het z.i. juist was, dat
de Regeering zich tot het voorstellen van wij
zigingen van beperkten aard en omvang be
paald heeft. Voor zoover in de practijk van
het staatsleven nieuwe organen met wetge
vende bevoegdheid gewenscht zouden zijn.
kunnen die hun grondslag vinden in het be
staande art. 194.
Met Mr. Geseling beval spr. aan het vraag
stuk van delegatie van wetgevende macht eens
nader te laten bestudeeren.
Handhaving van art.
7 (drukpers-vrijheid)
tan 's heeren Schou-
;en's instemming ten
rolle hebben. Hij acht
te intusschen een ver
schijningsverbod niet
in strijd met het hui
dige Grondwettelijke
voorschrift, doch be
twijfelt de doelmatig
heid er van, omdat
veel meer dan in dag
bladen in ongeregeld
het licht ziende pu
blicaties misbruik van
de persvrijheid te bespeuren valt.
Mr. Joekes (v.d.) wees er op, dat in
hoofdzaak deze Grondwetsherziening een ge
volg is van het verschijnsel van toeneming
van scherpe extremistische uitingen. Dien
tengevolge rees de vraag of en hoe men daar
tegen zou kunnen ingaan. Zoo kwam dan de
staatscommissie (wier werk Mr. Goseling wel
wat al te zeer onderschat had) met voorstellen
voor den dag t.a.v. beperking der persvrijheid
en aangaande optreden tegen revolutionaire
volksvertegenwoordigers.
Nu is de drukpersvrijheid wel een van de
allerbelangrijkste volksrechten. De aantas
ting, door de staatscommissie beoogd, kwam
hierop neer. dat art, 7 der Grondwet een tij
delijk verschijningsverbod mogelijk zou moe
ten maken, wat dan eventueel door de Regee
ring zou kunnen geheven. Hiertegen had Mr.
Joekes ernstig bezwaar. Zulk een verbod, bij
rechterlijk vonnis uitgevaardigd, achtte spr.
echter wèl toelaat
baar, doch dat kan z.i.
ook nu, mits de wet
gever hiervoor verder
zorg drage. De vraag
is, of heden ten dage
de gewone wettelijke
bepalingen op dit punt
wel voldoende effectief
zijn om tegen pers
excessen met succes te
kunnen optreden.
Aan een Kamer voor
het bedrijfsleven be
drijfsleven bestaat
naast of in de Staten-
Generaal, die het hee-
le volk vertegenwoordigen, geen behoefte.
Vastlegging van'de bevoegdheid tot het aan
nemen van „machtigings-wetgeving" verdient
geen aanbeveling. Beter is het aan den wet
gever over te laten hoever men met die over
dracht wenscht te gaan.
Los van de vraag of hiertoe al of niet
Grondwetsherziening noodig is, zou het wel
goed wezen de kwestie van „functioneele de
centralisatie" eens aan een nader onderzoek
te onderwerpen. Ook de positie van de Eerste
Kamer ware nadere bestudeering waard.
Mr. Coops (lib.), die eerst uiteenzette, dat
er van een historisch gegroeide ordening nog
geen sprake is, zoodat de liberalen critisch
staan tegen de hierop betrekking hebbende
voorstellen der Regeering, juichte ongewijzigde
handhaving der grondwettelijk gewaarborgde
drukpersvrijheid van art. 7 toe. Drukpersvrij
heid, goed opgevat aldus ook Buys is het
ware middel tot volksopvoeding.
Natuurlijk moet tegen pers-excessen opge
komen, doch met Ir. Albarda onderstreept
deze afgevaardigde, dat art. 7 der Grondwet
een tijdelijk verschijningsverbod mogelijk zou
maken.
Ds. Zandt (Staatk. Ger.) betreurt, dat de
voorstellen de drukpersvrijheid niet aan ban
den leggen, wil van ordening door nieuwe or
ganen niets weten en betoogt verder dat de
maatregelen t.a.v. het kiesrecht de kleine par
tijen bedoelen te schaden ten bate van de
positie der Regeering.
Jhr. Mr. De Geer (c.-h.) vestigde er met
een beroep op de geschiedenis de aandacht
op. hoe een beraadslaging over Grondwets
herziening reeds voldoende kan zijn, om tot
uiting te doen komen, dat de Grondwet een
bepaalden gang van zaken toelaat, waarvan
men vroeger meende, dat dde uitgesloten
was. Na de ter gelegenheid van de herzie
ning van 1887 gevoer
de discussies was vast
komen te staan, dat
ook het bestaande
grondwetsartikel, zon
der wijziging te on
dergaan, subsidiee-
ring van bijzondere
scholen toeliet. Met
het gevolg, dat hier
toe twee jaar later de
wet-Mackay ontstond
Thans is aan het
licht getreden, dat
men in vrij breeden
kring de meening toe-
geou.au is in tegenstelling met de vroeger
ten dezsn gekoesterde opvatting dat het
huidige art. 7, wel degelijk een tijdelijk ver
schijningsverbod toelaat.
Wat de Regeeringsvoorstellen t.o.v. „nieu
we organen" inhouden heeft eigenlijk niet
veel om het lijf en brengt in wezen, na het
bestaande voorschrift van art. 194 niets
nieuws. Met betrekking tot de ontworpen
regeling aangaande revolutionnaire volksver
tegenwoordigers stipte spr. aan, dat hij ern
stig bezwaar had tegen het plan om de uit
sluiting door de vertegenwoordigende licha
men zelf. waarvan de eventueele „delinquen
ten" deel uitmaken, te doen uitspreken en
niet door een ander onpartijdig college. Ten
slotte was deze spr. evenmin als de heeren
Schouten en Goseling gesticht over wat de
Regeering over machtigingswetten had be
toogd. Dergelijke wetten moeten niet mis
bruikt buiten haar bedoeling en zin, zooals
geschied is bij de Landibouwcrisiswet.
Mr. Westerman (nation.) verkondigde
de stelling, dat democratie nooit bestaan
had. Bij besturen van den Staat is selectie
noodig. Het huidige stelsel is niet goed, het
heeft zichzelf overleefd. Intusschen brengen
deze herzieningsvoorstellen niets van struc-
(Cbr.
De cumulatie van pensioen als Kamerlid en de
inkomsten uit een ambt.
De heer Suring c.s. hebben, op het amende
ment Van den Heuvel in zake cumulatie van
pensioen van Kamerleden een sub-amendement
ingediend, waarvan de strekking is. ook een
regeling bij de wet mogelijk te maken van
cumulatie van een pensioen als Kamerlid en
de inkomsten, genoten uit het bekleeden van
een ambt of het vervullen van een betrekking
en van cumulatie van zoodanig pensioen en
een ambtenaarspensioen.
De heer Donker c.s. hebben een amendement
ingediend op het voorstel der regeering, dat
de Kamers een wet tot wijziging van de be
dragen in zake het inkomen der Kroon niet
kunnen aannemen dan met de stemmen van
twee derden van het aantal leden, waaruit elk
der Kamers bestaat.
De voorstellers willen deze bepaling ook doen
gelden bij wijziging of intrekking van zoo
danige wet.
tureele beteekenis. Spr hield zich verder
vooral bezig met deze Regeering te verwij
ten, dat zij een belangrijk deel van het volk
nl. allen, die het principieel met haar on
eens zijn buiten de rechtsorde sluit. Waar
na de communist de Visser ook al een
klaaglied aanhief over de ingediende ont
werpen. die 2.i. de kroon zetten op het werk
der staatkundige reactie, onder leiding van
het kabinet-Colijn ondernomen.
De voorstellen zijn in strijd met het pro
gramma van Dr, Colijn van 1933, dat immers
o.m. inhield, dat zijn bewind niets zou on
dernemen, wat de bestaande politieke tegen
stellingen zou toespitsen. De kleine partijen,
welke o.m. door de bepaling inzake het even
redigheids-stelsel bedreigd worden, heeft de
Regeering dus reeds bij voorbaat buiten de
politieke gemeenschap gesteld. Reactionnair
is verder, wat men ontworpen heeft t.o.v. de
uitsluiting van „revolutionnaire volksverte
genwoordigers" en door te bepalen, dat de
aldus open komende plaatsen niet meer bezet
zullen worden, is men er op uit een romp-
parlement te scheppen. Intusschen vernamen
we nog. dat de communisten als ze moeten
kiezen tusschen Colijn en Mussert aan eerst
genoemde de vöorkeur geven!
Op dit alles zal Minister De Wilde Donder
dag van antwoord dienen
E. v. R.
De Grondwetswijziging.
Gestolen auto teruggevonden.
Dader bleek een zwakzinnige te zijn.
Maandagavond is, naar wij hebben gemeld,
te Roosendaal een vrachtauto door een z.g.
meerijder gestolen, toen de chauffeur even
was uitgestapt om een zaak af te doen. Naar
later is gebleken, was de meerijder een zwak
zinnige. die te Dordrecht is aangetroffen. Hij
is naai- een gesticht overgebracht.
De wagen werd aan den buitenkant van
Dordrecht gevonden.
Dr. Colijn en Mac-Donald
werken samen.
Doel: Regeling productie en verkoop.
Dr. Colijn, voorzitter van de eco
nomische commissie van de in 1933
in Londen gehouden conferentie, en
de heer Ramsay MacDonald, die
voorzitter was van deze conferentie,
hebben besloten in April a.s. in Lon
den een internationale conferentie
bijeen te roepen, welke tot taak zal
hebben de mogelijkheid te onderzoe
ken om te komen tot een accoord
over de productie en den verkoop
van suiker.
Reeds tijdens genoemde economi
sche wereldconferentie hebben tus
schen eenige landen besprekingen
plaats gehad over het suikervraag-
stuk. Deze besprekingen hebben toen
geen resultaat opgeleverd. Nadien
zijn echter voortdurend informeele
besprekingen over dit vraagstuk ge
houden, welke nu hebben geleid tot
een in overleg tusschen de heeren
Ramsay MacDonald en Dr. Colijn
genomen beslissing om thans uit-
noodigingen te richten tot een in
Londen te houden officieele confe
rentie.
Daarbij is de datum van 5 April in
het oog gevat, doch die datum is nog
onzeker.
Postboot in ijs vastgeraakt.
Ameland nog geïsoleerd.
Gist raakt op.
Toen Dinsdagavond de postboot de „Wad
denzee". die den dagelijkschen dienst tus
schen Nes en Holwerd onderhoudt, te acht
uur 20 met tien passagiers en past. van drie
dagen kon vertrekken, meende men dat het
isolement van Ameland zou zijn opgeheven.
Op vijftig meter afstand van de pier te
Holwerd geraakte de boot echter in het ijs
vast. zoodat men den geheelen nacht op de
Wadden heeft moeten doorbrengen.
Pas Woensdagochtend om half twaalf heeft
men de passagiers en de post met de sloep te
Holwerd aan land kunnen zetten, De boot
kan tengevolge van ijsgang en lagen water
stand op de Wadden de terugreis niet aan
vaarden.
Men heeft thans bereikt, dat passagiers
van Ameland alsmede de post van drie da
gen op den vasten wal zijn. Ameland is echter
reeds vier dagen van nieuws- en familiebe
richten verstoken. Ook begint de gist op te
raken, zoodat de bakker zeer spoedig geen
brood meer kan bakken. Op het eiland hoopt
men, dat de K.L.M. uitkomst zal brengen.
Verlenging van contingentee-
ringen.
Contingenteering van basterdsuiker wordt
opgeheven.
De contingenteering van basterdsuiker zal
binnenkort worden opgeheven. De contingen
teer ingen van de andere suikersoorten blij
ven voorloopig gehandhaafd.
Voorts zal de contingenteering van gres-
buizen per 1 Februari a.s. voor den duur van
6 maanden worden verlengd. Als basistijdvak
is vastgesteld 1933-1934. het percentage be
draagt 50 van het bruto-gewicht.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
bovengenoemd percentage alleen betrekking
heeft op de autonome landencontingenten,
derhalve niet op de bij handelsverdrag ver
leende contingenten, welke in vele gevallen
hooger. zijn.
OPTOCHTVEREENIGING TE 'S-HERTOGEN-
BOSCH OPGERICHT.
Op initiatief van den burgemeester van
's-Hertogenbosch is aldaar opgericht de op-
tochtvereeniging Jeroen Bosch. Deze ver-
eeniging heeft ten doel op Maandagmiddag
van Carnaval een grootsche, artistieke en
geestige optocht te organiseeren. Allerwege
werd bij de voorbereiding, welke in vollen
gang is, groote medewerking ondervonden». De
provinciale en gemeentelijke diensten en na
genoeg alle in 's-Hertogenbosch gevestigde
grootere bedrijven zullen Maandagmiddag
van carnaval in verband met dien optocht
gesloten zijn.
Door locomotief doodgereden.
Bejaarde man het slachtoffer.
Woensdagmiddag liep de 68-jarige J. de J.,
wonende aan de Putsche laan te Rotterdam, in
deze laan dicht langs het hek, dat de rijstraat
van de trambaan van de R.T.M. scheidt, toen
uit de richting Rosestraat een locomotief
kwam. De J. merkte de machine blijkbaar te
laat op. hij werd gegrepen en tegen de straat
geslingerd. Hij liep een gapende hoofdwonde
op, terwijl hem beide beenen'onder de knie
werden verbrijzeld. In zorgwekkenden toestand
is de man opgenomen en naar het ziekenhuis
aan den Coolsingel vervoerd, waar hij in den
loop van den middag is overleden.
RECHTBANK
Dekwestievan de verloren
portefeuille.
Voor de Arr. Rechtbank werd gisteren voort
gezet de zaak tegen den directeur van een
bouwonderneming uit Heemskerk, die 23 Nov.
'34 een portefeuille met f 19.500 verloren zou
hebben bij een bezoek aan Haarlem. Verd.
wordt ervan beschuldigd, een accept .ten be
drage van f 11.570 50 te hebben afgegeven,
zonder dat daartoe aanleiding was. Het accept
zou dus valsch geweest zijn.
Als getuige werd gehoord een 51-jarige
Heemskerker, die verd. bouwcrediet zou heb
ben verstrekt tot een totaal bedrag van pl.m.
f 27.500. In den loop van den bouw had verd.
hem verschillende accepten tot een bedrag van
f 15.000 verstrekt. Ten slotte had get. 24 Nov.
'34 van verd. een accept van f 11.570,50 ont
vangen. Get. verklaarde, dit geld niet aan verd.
te hebben overhandigd.
Wel was hij dien zelfden dag bij zijn bank
geweest, doch daar had hij slechts_ f 800, be
stemd voor arbeidsloon, gehaald. Hij had verd.
geen geld gegeven.
Get,: „Het accept was valsch. Het moest bi]
een eventueel faillissement gebruikt worden,
om mijn geld, dat ik in de zaak had gestoken,
te redden."
Verdachte voerde hier tegen aan, dat get.
hem wel degelijk het geld ter hand had ge
steld. Zelfs nog f 8000 meer. Get. zou dit geld
onder zijn berusting hebben gehad. Het was
echter van een vriend uit ïndië.
Verd.: ,Hij heeft een luikje op zijn zolder,
waar hij dat geld bewaart. Daar heeft hii ook
revolvers!"
Getuige haalt de schouders op.
Het geld dat verd. dien bewusten dag had
ontvangen, had hij in een kast gesloten, waar
na hij weg ging. Later is hij terug gekomen.
Toen heeft hij de portefeuille bij zich gestoken.
Hij weet echter niet, of het geld toen nog in
de portefeuille was.
Verd. is naar Haarlem gegaan, om met het
geld een schuld af te lossen. Toen hij echter
in Haarlem bij zijn schuldeischers kwam,
miste hij zijn geld.
Verd. insinueert, dat get. zelf het geld wel
gestolen zou hebben. Get. heeft na het fail
lissement nog enkele malen geld aan verd.
gegeven. Verd. zou hem daartoe hebben ge
prest.
Get. ontkent echter stellig, dat verd. hem
ervan zou hebben, beschuldigd, het geld te
hebben ontvreemd.
De curatrice in het faillissement van verd.
verklaarde, dat de crediteuren door de mani
pulatie met het valsche accept gedupeerd zou
den zijn geworden. Haar was niet gebleken,
dat de bouwmaatschappij met groote verliezen
werkte.
Een'derde getuige had geld aan verdachte
geleend. Toen hij het. geld niet terugkreeg,
had hij gezegd, dat deze dan maar het geld
dat hij uit de portefeuille had genomen moest
geven. Verd. had geantwoord: „Ik heb dat geld
nooit gehad, en heb het- ook niet verloren!"
De jongedame, die belast was met het
schoonhouden van de keet, verklaarde dat zij
op den dag dat verd. het geld zou hebben ver
loren, gezien had dat de eerste get. met verd.
in de keet was. Er lag toen geld op tafel.
Ook' verklaarde zij, dat deze get, een sleutel
had bezeten van de kast, waarin het geld
eenlgen tijd bewaard werd.
Get. ontkent dit.
De Officier van Justitie stelde na dit getui
genverhoor voor, de zaak opnieuw uit te stel
len, ten einde een onderzoek te kruinen bistel
len naar sommige beweringen van verd.
De verdediger, mr. H. O. Drilsma protesteer
de hiertegen. Verd. is thans reeds meer dan
drie maanden in voorarrest, en zou hierdoor
bij een eventueele vrijspraak nog meer gedu
peerd worden.
Nadat de rechtbank zich in de raadskamer
had teruggetrokken om over dit voorstel te
beraadslagen, verklaarde de president, jhr. mr.
E. J. Strick van Linschoten. dat de rechtbank
,een termen aanwezig achtte, het vooronder
zoek opnieuw te openen.
Ook een voorstel van den Officier, om de
zaak met het oog op het late uur te schorsen,
werd afgewezen.
De Officier van Justitie, requisitoir ne
mende, achtte het ten laste gelegde wettig
en overtuigend bewezen. Aan verd. is valsah-
heid in geschrifte ten laste gelegd. De get.
heeft verklaard, dat het accept inderdaad
valsah was, doch de verklaringen van verd.
staan daar lijnrecht tegenover Get. heeft
zelf aan de knoeierij meegedaan, maar be
kent thans eerlijk zijn aandeel in deze zaak.
De verklaringen van getuige zijn niet over
al betrouwbaar. Er zijn inderdaad enkele
hiaten, doch zijn verklaringen klinken waar
schijnlijker dan die van ve~rd.
De politie heeft onmiddellijk argwaan ge
kregen. toen verd. aangifte deed van het
verlies van zijn portefeuille. Verd. moet, als
zijn verklaringen juist zijn, toch wel heel
onvoorzichtig met zijn geld zijn omgespron
gen.
Nu beschuldigt hij den get. van diefstal,
doc-h hij heeft daar nooit eerder over ge
sproken. Ook z-ij-n andere verklaringen zijn
heel zonderling.
Het meisje heeft wel geld gezien, doch
spr. vraagt zich af. waar get. het bedrag van
f 19.570.50 dan wel vandaan zou moeten
hebben gehaald. Het verhaal van verd. over
dien vriend uit Indië is maar een fabeltje. De
verklaring die get. van de aanwezigheid van
het geld geeft, is trouwens heel aannemelijk.
Het feit is zeer ernstig, en een strenge
straf is hier gerechtvaardigd. De Off. vraagt
een straf van 1 jaar en 6 maanden, met af
trek van voorarrest.
De verdediger Mr. H. O. Drilsma, vangt op
een vergevorderd uur 't is reeds half ze
ven zijn pleidooi aan, De bewijsvoering is
zeer dubieus. De verklaringen van de get.
lijken inderdaad heel aannemelijk, doch de
verklaringen van verd. zijn ook niet onge
loofwaardig te noemen
De eenige bezwarende aanwijzingen tegen
verd. zijn van de get, afkomstig en deze is
zelf bij deze zaak betrokken. Alles wat get.
verklaart, wordt even stellig ontkend door
verd., en omgekeerd.
Een der get. heeft het geld op tafel zien
liggen, waar de get. eerst geen woord van
gerept had. Get. geeft daar nu wel een ver
klaring van. doch die komt wel wat laat en
kan pl. niet erg bevredigen.
Get. heeft verd. gedreigd, hem „er in te
zullen draaien" Dat heeft hij nu inderdaad
gedaan.
Bovendien heeft de get. verklaard, dat hij
alles slechts heeft geaan, om verd. te hel
pen. Hij heeft daarbij zelf alles op het spel
gezet, wat toch wel een heel wonderlijk voor
beeld van philantropie zou zijn.
Er blijft tenslotte heel weinig van de be
wijsvoering over, aldus pleiter. Practisch is
het materiaal zeer zwak. Pl. concludeert
dan ook vrijspraak.
De Officier zegt in zijn repliek, dat de
verdediger aan de verklaringen van het
meisje wel veel waarde kan hechten maar
de get. geeft toch een heel geloofwaardige
verklaring voor deze zaak.
Wanneer de get. het geld inderdaad ge
stolen zou hebben, zooals de verd. insinueert,
dan zou een andere dief niet alleen de leege
portefeuille moeten hebben gestolen, maar
deze bovendien in een voortuintje van het
perceel in Haarlem, dat verd. heeft bezocht,
moeten hebben gedeponeerd, wat toch wel
erg onwaarschijnlijk moet worden geacht.
Het is evenmin aan te nemen, dat de get.
zoo geraffineerd is geweest, om eerst het
geld te stelen, om daarna verd. na te reizen,
de portefeuille te rollen, en deze in het
voortuintje te deponeeren.
De Officier persisteert bij zijn eisch.
De verdediger zegt tenslotte in zijn du
pliek, dat het overtuigend bewijs niet gele
verd is.
„Wij weten niets", aldus pl., „en er moet
dan ook vrijspraak volgen!"
Verdachte houdt zijn onschuld vol
Uitspraak op Donderdag 4 Februari a.s.
IJs op de pont.
Een ijsverkooper uit Velsen-Noord was in
beroep gekomen van het vonnis van den Kan
tonrechter van 14 Sept., waarbij hij was ver
oordeeld tot een boete van f 10 subs. 6 dagen,
wegens het venten van ijs op de Velserpont,
wat verboden is bij politieverordening.
De pontwachter, als getuige gehoord, ver
telde dat verd. in een autobus, welke op de
pont stond, ijs zou hebben verkocht.
Verd. bekende dit, doch voerde aan, niet op
de pont te zijn geweest. Hij was in de bus ge
bleven. In die bus bevond zich een besloten
gezelschap, zoodat de politieverordening hier
z.i. niet van kracht zou zijn geweest.
De Officier verwees naar een analoog geval
en vroeg bevestiging van het vonnis van den
Kantonrechter.
Uitspraak 4 Februari
Verspreiding van pamfletten.
Een 54-jarige Haarlemsche werklooze, lid
van de C. P. N., had appèl aangeteekend tegen
het vonnis van den Kantonrechter, van 10
Oct., waarbij hij was veroordeeld tot een geld
boete van f 10 subs. 5 dagen, wegens het ver
spreiden van pamfletten bij een stempellokaal
aan de Bakenessergracht.
De eerste getuige, agent van politie te Haar
lem had gezien, dat verd. de pamfletten aan
verschillende personen uitreikte.- Bij fouillee
ring was een voorraad vlugschriften op hem
gevonden.
Verd. voerde aan. de stukken slechts bij zich
te hebbengehad. om ze aan bepaalde adressen
af te leveren. Er waren bij het stempellokaal
wel pamfletten uitgedeeld, doch niet door hem.
Om dit te bewijzen, had hij drie getuigen
a décharge meegebracht. Deze verklaarden
niet te hebben gezien, dat verd. de pamflet
ten uitdeelde. Een van hen had wel zoo'n pam
flet ontvangen, doch niet van verdachte. Een
ander had met verd. staan praten. Verd. had
toen geen pamfletten uitgedeeld.
De Officier achtte in zijn requisitoir het ten
laste gelegde bewezen. De getuigen a décharge
hadden geen nieuw licht in deze zaak ge
bracht, en spr. vroeg bevestiging van het von
nis van den Kantonrechter.
Uitspraak 4 Februari.
Dronken achter het stuur.
Een 24-jarige Haarlemmer stond in hooger
beroep terecht, omdat hij Zondag 26 Sept.
onder den invloed van sterken drank met zijn
auto het verkeer in gevaar had gebracht op
den Schotersingel, waarna hij tenslotte tegen
een pilaar van het viaduct aan den Kinder
huissingel was gebotst.
Uit de getuigenverklaringen bleek, dat verd.
inderdaad zeer woest en onverantwoordelijk
had gereden. Na de aanrijding had hij het op
een loopen gezet, de auto in de steek latend.
Hij was echter gearresteerd, en bleek dronken
te zijn.
Verd. verklaarde, den geheelen dag niets te
hebben gegeten. Toevallig had hij een fleschje
Voorburg in zijn wagen, en dat had hij toen
maar leeggedronken.
De Officier achtte het ten laste gelegde be
wezen. De straf welke de Kantonrechter heeft
opgelegd 14 d. hechtenis en een jaar ont
zegging van de bevoegdheid, een motorrijtuig
te besturen was zeer clement. Spr. vraagt
bevestiging van dit vonnis.
De verdediger drong aan op clementie. Het
feit is niet goed te praten, maar verd. is een
rustige, bedaarde jongen. Preventie is hier niet
noodig en het zou wenschelijk zijn, den jonge
man uit de gevangenis te houden. Pl. drong
aan op een geldboete.
Uitspraak 4 Februari.
Nederlandsche Bond van
ViscKwinkeliers.
Een goede keurmeester te IJmuiden
gevx-aagd.
Dezer dagen is te Utrecht de jaarvergade
ring gehouden van den Nederlandschen Bond
van vischwin keiiers.
In principe werd besloten tot aansluiting
bij den Koninklijken Nederlandschen Mid
denstandsbond over te gaan. Verder werd be
sloten over te gaan tot de uitgave van een
landelijk blad.
Inzake de distributie van visch van regee-
ringswege aan werkloozen werd een telegram
gericht aan den minister vair landbouw en
visscherij, waarm verzocht werd de distri
butie van visch aan werkloozen te staken en
de heffing op de bakolie te verminderen.
Er zal een verzoek tot de spoorwegen worden
gericht om de vrachtkosten voor schaal- en
schelpdieren gelijk te maken met die voor
stukgoederen.
Na allerlei besprekingen van huishoud elij-
ken aard werd overgegaan tot de rondvraag,
waarbij nog eenige belangrijke punten ter
sprake kwamen, zooals de kwestie van een
goeden keurmeester te IJmuiden, de onbil
lijkheid, dat melk- en groentenhandelaren
wel visch mogen verkoopen, maar omgekeerd
de visch handelaren geen melk of groenten.
Ook de heffing van de belasting op de bakolie
leverde veel stof tot discussie.
Postautodiefstal te Eindhoven
opgehelderd
Twee mannen aangehouden.
De Eindhovensche politie heeft Woensdag
middag, in verband met het ontvreemden van
een postauto op Maandagavond j.l„ in het
perceel Boschdijk 214 aldaar gearresteerd
den 29-jarigen recidivist J. M. Otten en in
het perceel Hugo de Grootstraat 36, den 35-
jarigen Fr. Damen. Tevoren was in beide per-
ceelen huiszoeking gedaan.
De beide mannen ontkennen alle schuld. De
politie meent echter voldoende bewijzen tegen
hen in handen te hebben om hun in arrest te
houden. De aangehoudenen staan ongunstig
bekend.
Het vliegtuigongeluk bij Senlis.
Drie slachtoffers ter aarde besteld.
Woensdagmiddag is op de Aigemeene Be
graafplaats in Den Haag het stoffelijk over
schot teraardebesteld van den heer J. Tissot,
die bij de ramp van de PH-AMG in Frankrijk
het leven liet. Verscheiden bekende figuren
uit de luchtvaart- en de motorsport waren
gekomen om den jeugdigen kameraad de
laatste eer te bewijzen
Toen de met bloemen bedekte baar bij de
groeve was aangekomen, nam een familielid
Jhr. L. A. P. Six, het woord, die de eenvoud
en de ongekunsteldheid schetste van den
overledene. Zijn aantrekkelijke levenshou
ding schonk hem vele vrienden en zijn on
verwachte dood veroorzaakte een groote
schok. Ons medeleven gaat uit naar de jonge
vrouw van Tissot en naar zijn moeder, die
zoo zielsveel van hem hielden. Wij allen her
denken hem in deemoed en wenschen de
familie kracht om den ontzettenden slag te
dragen.
Vervolgens sprak de heer Wernink namens
den Raad van Beheer van de N.L.S.
De heer Bresser sprak enkele woorden na
mens de motorclub „Zuid-Holland".
Chef-mecanicien Janus
Hoeven teraardebesteld.
Onder zeer groote belangstelling is op de
begraafplaats Crooswijk te Rotterdam het
stoffelijk overschot van den chef-mecanicien
der Nationale Luchtvaart School, Janus Hoe
ven teraardebesteld.
Het eerst werd het woord gevoerd door den
heer Van Alphen. vice-voorzitter van de N.
L. S., die zeide, dat het verlies van Janus
Hoeven voor zijn sportvrienden moeilijk te
dragen is Het eerst gaan sprekers gedachten
uit naar de weduwe van Hoeven, die in hem
een trouw echtvriend heeft verloren. De
overledene was een meer dan bekwaam vak
man en een goed vriend van alle sportvlie
gers. Moge zijn weduwe troost putten uit de
mooie herinneringen welke zij aan hem
heeft.
De heer Schmidt Crans herdacht den
overledene niet alleen als chef doch ook als
vriend.
De heer D. H. Reynders. voorzitter van de
Haagsche Aeroclub, zeide. dat J. Hoeven een
trouwe hulp was voor hen, die aan hun kun
nen als vlieger begonnen te twijfelen.
De heer Pander, sprak tenslotte namens
alls sportvliegers.
Begrafenis van mecanicien
Maltha.
Op de algemeene begraafplaats te Schie
dam werd het stoffelijk hulsel van den meca
nicien J. Maltha teraardebesteld.
Nadat de kist in de kapel was geplaatst,
sprak de heer W. van Alphen eenige woor
den van afscheid namens den Raad van Be
heer van de Nationale Luchtvaart School.
De heer Schmïdt-Crans, sprak woorden
van waardeering voor den gestorven kame
raad en wees op de leergierigheid van -^n
makker die in korte" Mt''
aard mecanicien was gegroeid.
Na deze korte toespraken werd de kist ten
grave gedragen, waarbij instructeurs van de
Nationale Luchtvaart School als slippendra-
gers fungeerden.