Malaga geheel in handen der Spaansche nationalisten. Malaga, de stad der palmen Thijs Ijs en de drie daden van Slechtbedeeld DINSDAG 9 FEBRUARI 1937 HAARLE M'S DAGBLAD Regeeringstroepen trekken zich terug op Almeria. Gezicht op Malaga. Weg van Madrid naar Valencia afgesneden? Uit Gibraltar, 8 Februari. Vanmid dag werd door de opstandelingen officieel medegedeeld, dat Malaga geheel in handen der rechtsche troe pen is. Een deel van de vloot van Franco ligt in de haven. Ook uit Avila komt de bevestiging, dat de troepen der opstandelingen Malaga zijn binnengerukt. Colonnes van het leger van gene raal Queipo de Llano zijn gisteroch tend te Malaga aangekomen. De stad bevindt zich thans geheel in handen der opstandelingen. Een vaartuig aan boord, waarvan zich leiders van het Volksfront had den ingescheept, schijnt door Fran co's oorlogsschepen te zijn aangehou den Radio-Majorca deelde gisteravond 20 uur mede, dat volgens de laatste be richten van het front bij Malaga de regeeringstroepen teruggtrekken in de richting van Almeria. De weg ligt onder het vuur der opstandelingen. Het vliegveld van Malaga is door de opstandelingen bezet., in de stad waaien de kleuren der opstandelingen van alle openbare gebouwen en de vijand liet een aanzienlijke hoeveel heid materieel achter. Italianen het eerst in de stad. Nader meldt Reuter uit Gibraltar: In re- geeringsgetrouwe kringen wordt toegegeven, dat Malaga Maandagochtend elf uur. in hon den van de opstandelingen is gevallen. Volgens een Spaansch persbureau was een regiment Italianen het eerste, dat de stad binnenrukte, gevolgd door een colonne van het vreemdelingenlegioen en Marokkanen. Bij wanhopige pogingen om uit de stad te vluchten zijn honderden verdronken, meldt het bureau verder. De stad werd door de manschappen van het vreemdelingenlegioen en de Marokkanen geplunderd Uit Almaria wordt vernomen, dat overeen komstig de bevelen van den generalen staf van de regeering de regeeringstroepen zich in goede orde terugtrokken op hun nieuwe stel lingen. Zij konden nog een aanzienlijke hoe veelheid oorlogsmaterie el meenemen en reeds hebben zij versterking ontvangen om ieder verder oprukken van de opstandelingen on mogelijk te maken. In de eindbeslissing wer den meer dan nonderd Italiaansche tanks in den strijd geworpen, deelde een corres pondent van een Spaansche persagentschap mede, die tot het laatste oogenblik in de stad was gebleven. Deze aanval werd uitge voerd door 20.000 Italianen, vele duizenden Duitschers en Marokkanen. De correspondent verklaarde verder, dat de aanval werd geleid door den Duitschen generalen staf aan boord van den Duitschen kruiser „Graf von Spee". Tenslotte zeide deze correspondent nog, dat de opstandelingen enorme -verliezen hebben geleden, zij moesten versterkt worden met afdeelingen Italianen, die onmiddellijk na hun aankomst te Cadiz, naar het front wer den gezonden. Queipo de Llano: ,yHet roode Malaga wit geworden. In zijn radio-toespraak van gisteren zeide generaal Queipo de Llano: „Het roode Malaga is wit geworden. De operaties in die provincie zijn met het grootste succes bekroond. Nadat de nationale troepen den natuurlijken tegen stand van het terrein hadden overwonnen, trok de vijand zich terug, aldus de generaal, en vernielde op zijn terugtocht de bruggen, doch liet daarbij een groote hoeveelheid oor- logsmaterieei achter. De bezetting van Malaga vond in den ochtend plaats. Drie colonnes, die gisteravond in de voorsteden stonden, drongen tot het centrum der stad door, waar zich de uit Colmenar komende colonnes bij haar voegden. Het enthousiasme der bevolking ■was zeer groot. In het eerst moesten wij eenigen geringen tegenstand overwinnen en kregen enkele gewonden. De regeeringstroe pen moesten 80 dooden achterlaten. Het aan tal gevangenen dat in onze handen is ge vallen, is aanzienlijk, terwijl onze verschil lende colonnes op het oogenblik der bezet- ting van de stad reeds meer dan 450 ge vangenen hadden gemakt. Na de bezetting geven vele soldaten zich met hun bewapening aan ons over. Te 5 uur in den namiddag trokken verschillende colon nes die de stad hadden bezet. Onder toe juichingen door de stad". De weg van Madrid naar Valencia afgesneden? Een officieel te Salamanca gepubliceerd communiqué meldt: „Bij de divisies van Avila en Soria zijn vijf officieren en twee en dertig militiemanschap- 1 pen naar de rechtsche linies overgeloopen. Na bij Madrid gaat de verbetering van onze frontlinie voort. Wij hebben Coberteras bezet en Espolon. De weg naar Valencia is thans afgesneden. De vijand heeft zware verliezen geleden. In den sector van Ciempozuelos hebben wij van daag ruim achthonderd dooden begraven, die den vijand waren toegebracht tijdens de gevechten op 5 Februari. De schitterende operaties bij Malaga zijn voortgezet. De regeeringstroepen hebben ruim tweehonderd dooden verloren. Het in onze handen gevallen matrieel is zeer be langrijk. In een enkelen sector hebben wij twaalf kanonnen, tienduizend patronen, een vliegtuig, mitrailleurs, vrachtauto's, lichte voertuigen etc. buitgemaakt. Om twee uur des middags trokken de recht- schen het centrum van de stad binnen, toe gejuicht door de bevolking die neerknielde en de handen der soldaten kuste. De vijand vlucht in wanorde naar Motril. Twee rechtsche kanonneerbooten hebben zich meester gemaakt van verscheidene sche- Den van den vijand in de haven van Malaga. Ruim driehonderd gevangenen, die nog in leven waren, zijn bij aankomst der recht- schen in vrijheid gesteld. Aan de fronten Cordova en Granada is de vijand die op verscheidene punten tot den aanval was overgegaan, teruggeslagen, o.m. te Pinosfuentes en Limones. Aan het front van Lopera heeft de vijand ruim honderd dooden achtergelaten. Nabij Villa Sequilla heeft een groep Phalangisten den vijand te ruggeslagen. die een aanval deed op het Sta tion. De regeringstroepen verloren daarbij tal rijke dooden. Val vaii Madrid nabij? Een speciale correspondent van Haves meldt uit Avila: De verovering van Malaga is te dezer stede gevierd. Een stoet geestdriftigen trok door de straten.. Geraal Mola verscheen op het balcon van een huis en hield een korte toe spraak, waarin hij o.a. zeide: „Dit is het be gin van het einde". Sprekende over het thans aan den gang zijnde 'offensief tegen Madrid, zeide de generaal. „Ook hier is de overwin ning nabij. Wij zullen Madrid eerder binnen rukken dan de meest optimistische onder u zou durven hopen". Generaal Kleber gevangen genomen? Het dagblad „Le Matin" drukt een uit Lon den ontvangen telegram af. dat als volgt luidt: „Uit Gibraltar wordt geseind dat oorlogs- der reo^tschen een Spaansch regee- ringsschÏD zouden hebben gepraaid aan 'ccerii waarvan verscheidene communistische leiders trachtten uit Malaga te vluchten. Onder hen zouden zoch de commu nistische generaal Kleber bevinden, die kort geleden uit Madrid was ver trokken om de leiding van de defen sie van Malaga op zich te nemen. Engeland Koning George voorloopig niet naar Indië. Naar Reuter uit Londen meldt is daar me degedeeld dat de koni»g-keizer den minister voor Indië heeft laten weten, dat hij zeer tot zijn spijt tot de slotsom is gekomen, dat hij den a.s. winter niet in de gelegenheid zal zijn in Indië een „Kroningsdurbar" te houden. De koning is van meening, dat. de plichten en verantwoordelijkheden, die hij heeft aanvaard met de troonsbestijging onder on verwachte omstandigheden, het hem onmoge lijk maken een langdurige afwezigheid ge- gedurende 't eerste jaar zijner regeering onder oogen te zien. De koning hoopt later een durbar te kun nen houden. China Peil van Mississippi en Ohio zakt. Gezinnen keeren terug naar huil woningen. Van de 415 slachtoffers, die de over- stroomingen in de Ver. Staten voor zoover men weet, hebben geëischt, hebben r 285 te Louisville het leven gelaten. Het water van de Mississippi en de Ohio blijft, naar Reuter meldt, lang zaam vallen en de ingenieurs zijn vol vertrouwen, dat de dijken het zullen uithouden. Talrijke gezinnen keeren thans terug naar hun vernielde wo ningen waar alles met een dikke laag slijk is overdekt. President Roosevelt heeft zijn goed keuring gehecht aan de instelling van een organisme, dat maatregelen zal nemen voor het in toom houden van den was der Ohio-rivier en het weder in orde brengen van de over stroomde gebieden. De hulpstrijdmachten der maritieme mogendheden. Japansche admiraliteit publiceert een vergelijkenden staat. TOKIO, 8 Februari. De admiraliteit heeft den vergelijkenden staat der maritieme hulp strijdkrachten van Engeland. Amerika en Japan gepubliceerd. Deze is als volgt: Kruisers der a-klasse: Japan 107.800 ton (twaalf schepen): Vereenigde Staten 151.800 ton (zestien schepen); Groot-Britbannië 143.970 ton (vijftien schepen), behalve drie kruisers van het type Hawkin en de Vindic tive) Kruisers der b-klasse: Japan 101.575 ton (21 schepen, behalve de Hirato en de Yahagi) Ver. Staten 75.900 ton (met inbegrip van de 5400 ton metende Olympia, in het geheel elf schepenEngeland 215.070 ton 138 schepen) met inbegrip van drie schepen van het Hawkïn-type, vijf schepen van het type- Cerebes, maar behalve de Vindictive. Torpedojagers: Japan 116.559 ton f94 schepen) behalve de Takahasji en do Kaya. Ver.Staten 209.000 ton (180 schepen). Groot- Brittannië 100.509 ton (154 schepen), be halve 31.795 ton (33 schepen, welke worden gesloopt. Duikbooten: Japan 68.298 ton (53 schepen) behalve de RO. 54 en de RO 55). Ver. Staten 67.410 ton (75 schepen) en Groot-Brittannië 56.144 ton (54 schepen). DOCHTER VAN DEN HERTOG VAN KENT WORDT VANDAAG GEDOOPT. De met Kerstmis 1936 geboren dochter van den hertog van Kent is Maandag in het register van den burgerlijken stand in geschreven onder de namen Alexandra. Helen, Elisabeth, Olga, Christobel. De prinses zal vandaag door den aartsbisschop van Can terbury in de kapel van Buckingham Palace worden gedoopt in tegenwoordigheid van den koning', de koningin en koningin Mary, Malaga de arena en het kasteel van Gibralfaro. Hieronder volgt een artikel, dat onze mede werker J. B. Schuil in Juni 1926 schreef over de stad Malaga, de stad, die thans door de Spaansche nationalisten op de regeering is veroverd. De reis naar Malaga had onze verwachtin gen voor deze Middellandsche zeestad in het Zuiden van Spanje hoog gespannen. Het dal van de Guadalhorce, waar de trein doorreed, was één groot lustoord, waarin de gaarden van oranje- en citroenboomen vol gele vruch ten afwisselden met tuinen vol dwergpalmen, eucalyptussen, bloeiende aoacias, blauwe regen en paarse bougamvillcar« Het was één en al kleur en bloeiende len I weelde! Hoe moest de stad wel zijn, die de poort van zoo een paradijs was. Ik zag reeds in mijn ver beelding een witte stad, terrasvormig afda lend naar het diep-blauwe water van de Mid dellandsche Zee en omkranst door begroeide, groene bergen. Zoo ongeveer als Algiers! Afrika in Europa! Kwamen wij hier niet in het gebied, waar suikerriet en bananen groei den? En was heel het dal van de Gualdal- horce. waardoor wij reden niet als één groot, uitgestrekt natuurpark? Maar zooals wij ons de stad gedacht had den, zoo was Malaga allerminst. Het dal ging over in een hobbelige vlakte en Malaga lag er zonder tinten als uitgevloeid over het lage land. En de Middellandsche Zee was hier ook niet diep-blauw. zooals bij Italië's of Afrika's kust. maar licht-groen als de zee aan den voet van Zandvoori's duin. De aan komst te Malaga aan een oud, smerig station in een omgeving, die meer aan een steenko len-stapelplaats dan aan een sub-tropischen tuin deed denken en ook de rit door Malaga's allerminst fraaie straten konden ons niet in verrukking brengen. En toen we aan een ho tel afstopten, dat een wel heel erg „zuidelijk" aspect had en waar het gezicht van de slaap kamer, dicht onder de dakpannen ik her inner er aan, dat wij in de Semana Santa kwamen en Malaga stampvol met vreemde lingen was mij al kriebel bezorgde, voordat ik er nog goed en'wel in was, toen was er van mijn hooggespannen verwachting in den Garnizoen van Sianfoe heeft zich overgegeven Het garnizoen van Sianfoe de hoofdstad van de provincie Sjensi, heeft zich overgegeven. Regeeringstroepen hebben de stad bezet. De Theems wast. Vrees voor overstrooming van oud-Londen. Reuter meldt uit Londen, 8 Februari: De Theems wast nog steeds en men vreest, dat de waterkeering bij Oud-Windsor, die een eeuw geleden uit vrijwillige bijdragen werd gebouwd, het water niet meer zal kunnen hou den. Indien deze dijk zou bezwijken, zou de geheele oude stad onder water komen. Bij Windsor zelf staan de promenades langs de rivier blank. De rivier is hier een mijl breed en de aulori'eiten hebben water- keeringen van zandzakken doen opwerpen op de meest gevaarlijk punten. De haven en de kathedraal van Malaga. ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLINC Zooals je misschien al had vermoed, had Thijs wel succes met zijn list. Kijk maar eens wat er nu weer gaat gebeuren. De toovenaar at heel vlug en begeerig de aardappels op, want zijn honger was nog lang niet gestild. Hap hap hap, daar gingen ze allemaal achter elkaar in zijn mond. Met zijn vork ging het hem niet vlug genoeg, zoodat hij met zijn handen begon te eten. Doch. plotse ling voelde de gulzighappende toovenaar de keisteen in zijn mond Au! Wat deed dat een pijn! En al brullende zonk Scheelverkniezen op zij'n stoel neer. trein van een half uur geleden precies niets meer overgebleven. Nee, de vergelijking met andere Middel landsche zeesteden als Algiers, Marseille en Genua kon Malaga niet doorstaan, ook niet als men de stad van de kust af aan zee ziet liggen. Ze klimt niet fier tegen de bergen op, zij is niet omheuveld door weelderig groen, zij ligt er van verre gezien kaal en nuchter aan de zee, grijs als de Gibralfor, de ruige, barre rots, die met haar ruines van een Moorsch kasteel en met haar huizen-afval op haar flanken er de armelijke vervallen voort- zétting van schijnt. Was er niet de cathe- draal, die hoog oprijst boven de vierkante huizenmassa, dan zou er in het silhouet van deze stad boven de zee al heel weinig teeke- ning zijn. Toch, de stad van het Zuiden als zij is, heeft Malaga „paseos" wandelplaatsen en parken, die ons, menschen uit het Noor den, wel weer heel erg bekoorden. Het geeft altijd opnieuw een wonder-blijde sensatie in het eind van Maart wanneer je je Holland guur en koud denkt in een licht zomercol- bertje op een marmeren bank onder uit waaiende palmboomen aan zee te zitten. Die extra lente-weelde, welke het Zuiden je als voorschot schenkt, op wat je in het eigen land nog te wachten staat, aanvaard je steeds weer met bijzondere vreugde. Ja. als ik aan dien Zondagmiddag terug denk, toen wij ons daar te koesteren zaten in de zon tusschen al die exotische palmen, die hun glanzend groene bladen naar beneden bogen als fon- teinstralen, een mozaiek van bloemen van Witte Aronskelken, paarse Irissen, roode ro zen, rose violieren en witte cynerarias om ons heen, dan lijk ik mij zelf bijna ondank baar toe, dat ik niet in extatische termen over Malaga schrijf. En gaf ook niet die rit in de gemoedelijke tentwagentjes langs de buitenwegen van Malaga op die laatsten Zon dag van Maart, toen de zon onze ruggen bla kerde, alsof het Augustus ware, en de tocht ging langs een lange rij van villa's, die daar met lrun bloem en-tuin en lagen als een kleu rige guirlande langs .de zee, recht op meer waardeering en bewondering van mijn kant? Maar ik zie als ik daar aan terugdenk ook onmiddellijk weer den ruigen Gibralfor, den kalen rotsigen grond, die aan den an deren kant lag en waartusschen de witte, stoffige wegen liepen als tusschen uitgegraven mergelgroeven door. De beschrijving, die Marcellus Emants in zijn „Schetsen uit Spanje" indertijd over Ma laga gaf, zou doen gelooven, dat dezen ha venstod de onveiligste en vuilste plaats van Spanje was. Hij schreef, dat de kaden al tijd bevolkt waren met dronken matrozen van. alle natiën, vuile sjouwers, gapende agenten, handtastelijke bedelaars. Afrika nen in grauwe lompen, een luierende lastige volksmenigte, zooals hij in geen andere Spaansche stad had aangetroffen. En met de veiligheid was het volgens hem allertreu rigst gesteld. Geen nacht ging er voorbij zon der aanrandingen op straat en de politie was er zoo slecht, dat ge enparticulier zich des avonds gonder revolver of gewapend geleide in de buitenwijken zou wagen. Wat Emants in 1886 over Malaga schreef, is thans volkomen geschiedenis. Van de on veiligheid, waarvan hij gewaagde, hebben wij niets meer gemerkt. Wij wandelden 's nachts na de processie heel laat door Malaga's nauwe donkere straatjes even veilig en onbekom merd als 's nachts bij ons in de Groote Hout straat of de Anegang, En ook bij ons bezoek aan de havens merkten wij niets van be schonken, slenterende, luierende, nog minder lastige matrozen, sjouwers of bedelaars. 1-Iet was er op de kaden van Malaga hetzelfde nij vere leven als op de kaden van onze haven steden, alleen wat minder roezig en wat min der druk, omdat er in de havens minder vertier was. Neen, lastig of hinderlijk was de bevolking van Malaga in het geheel niet. Er werd daar gebedeld, als overal in het zuiden, maar zon der de brutale handtastelijkheid van de Na- politaansche bedeljongens of de onverstoor bare volharding der Arabische bedelaars ha Afrika! De bedelaars in Malaga waren, ver geleken bij de zigeuners in Granada zelfs bescheiden te noemen. De oude vi-ouw, die mij in Malaga volgde tot in een sigarenwinkel toe. maakte mij zelfs beschaamd door mijn weigering om in den. zak te tosten te beantwoorden met een hof felijk: .Moge uw genade met God gaan!" Te gen zoo groote vriendelijkheid van een bede lares. was mijn hart niet bestand. Het gevolg was. dat ik een minuut later door twee be deljongens en een bedelmeisje omringd was, die mij alle drie op mijn weigering denzelfden goeden wensch meegaven, maar toen was ik al zoo verhard, dat ik er niet meer door ont roerd werd, wat volgens mijn leidsman maar heel verstandig was. daar ik anders in min der dan geen tijd, alle Malageensche bede laars om mij heen verzameld zou hebben. Natuurlijk hebben wij daar te Malaga ook de beroemde Malaga gedronken. In een heel klein kroegje aan de toonbank hebben wij ons het donkerbruine zoetige vocht zoo dade lijk van het vat laten inschenken. Wanneer wij het in ons hotel tot ons hadden genomen zou 't immers niet „echt" zijn geweest. Tien centissimos of te wel 3,5 Hollandsche cent moesten wij er op het „zink" voor neerleggen. En omdat het was begonnen te stortregenen en het zelfs daar in Malaga guur was ge worden als bij ons in deze gezegende maand! Mei, namen wij er „voor de kou" nog 'n tweede en omdat het maar door bleef re genen sloegen wij zelfs nog een derde glas om. Gelukkig werd het na deze derde Malaga droog!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 6