Zandvoortsche Reddingboot
omgeslagen.
Schipper J. Molenaar en roeier Engel
Schuiten omgekomen.
Vliegende Propaganda
TAXI NOODIG2
17 0 3 1
Het deiatytijkste
54e Jaargang No. 16453
Verschijnt dagelijks, hehalve op Zon- en Feestdagen
Donderdag 11 Februari 1937
HAARLEM S DAGBLAD
Directie: F. W. FliEKEBOOM UITGAVE LOURENS COSTER MAATSCHAFF1J VOOR
en ROBERT PEEREBOOM. COURANT-UITGAVEN EN ALGEMEENE DRUKKERIJ N.V Hoofdredacteur: ROBERT FEL V
Directie: P. W. PEEREBOOM
en ROBERT PEEREBOOM,
UITGAVE LOURENS COSTER MAATSCHAPPIJ VOOR
COURANT-UITGAVEN EN ALGEMEENE DRUKKERIJ N.V.
Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM,
ABONNEMENTENper week f 0.25, per maand T 1.10, per 3 maanden
ƒ3.25, franco per post ƒ3.55, losse nrs. ƒ0.06. Geïllustreerd Zondagsblad:
per week 0.05, p. maand f 0.22, p. 3 mnd. f 0.65, franco p. post f 0.72J4
Bureaux: Groote Houtstraat 93 Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12
Telefoon Nos-: Directie 13082 Hoofdredactie 15054 Redactie 10600
Drukkerij: 10132,12713 Administratie: 10724, 14825 e Postgiro 38810
Bijkantoor: Soendaplein 37, Haarlem-Noord, Telefoon 12230.
ADVERTENTIëN 1—5 regels 11.75, elke regel meer 10.35. Reclames
ƒ0.60 per regel. Tarieven regelabonnementen op aanvraag. Vraag en
aanbod 1—4 regels f 0.60. elke regel meer ƒ0.15. Onze Groentjes zie
hoofd rubriek.
Gratis Ongevallenverzekering voor betalende abonnés. Levenslange ongeschiktheid f 600.overlijden 400.—, verlies van hand, voet of oog 200.beide leden duim f 100.één lid duim 50.alle leden wijsvinger f 60.
één of twee leden wijsvinger f 25.—, alle leden anderen vinger 15.—, één of twee leden anderen vinger f 5.—, arm- of beenbreuk 30.—, enkelbreuk f 15.—, polsbreuk f 15.—.
Nog afzonderlijke verzekering voor abonnés op het Geïllustreerd Zondagsblad. Alles indien het gevolg van een ongeval en volgens gratis ten kantore van dit blad verkrijgbare voorwaarden.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
VEERTIEN BLADZIJDEN
HAARLEM, I I Februari.
Uit den Raad.
De gemeenteraad van Haarlem heeft zich
Woensdagmiddag in hoofdzaak bezig gehou
den met het erfpachts-vraagstuk. Het onder
werp heeft in den loop der jaren heel wat
debatten uitgelokt en zal ze in de toekomst
wel blijven uitlokken. Want het is rijk aan
factoren die beschouwingen pro en contra
"uitlokken, het inspireert dus juristen buiten
gemeen zooals ook ditmaal weer bleek en
het boeit allen die zich interesseeren voor
transacties in onroerende goederen. Die laat-
sten zijn altijd velen.
Aanleiding tot het debat was ditmaal een
voorstel van de heer en Wolzak (A.R.) en Klein
(R.K.) om mogelijk te maken dat de erf
pachtscanon binnen tien jaar kan worden
herzien, en dat het bedrag van dien canon
voortaan zal liggen binnen de grenzen van
4 pCt. tot 6 pCt. van de waarde van den erf-
pachtsgrond ten tijde van uitgifte. Een
„schommelende canon" dus. B. en W. hadden
afwijzend op het voorstel gepraeadviseerd,
zooals wij gemeld hebben, en notaris Wolzak
vond dat zij dat niet erg zakelijk gedaan had
den. Er waren teveel bijzaken bij gehaald. Hij
wilde de vraag beantwoord zien: is het billijk
dat de erfpachtscanon, die in een duren tijd
gesteld is, verlaagd wordt? Kan men een
canon handhaven die in geen verhouding
staat tot de tegenwoordige huren? Tegen het
bezwaar van B. en W., dat er voor de erf-
pachtsgronden geen hypotheek te krijgen zou
zijn bracht hij in, dat dit nu o§k al moeilijk
is en dat de hypotheekbanken bovendien be
sloten hebben geen hypotheek op nieuwe erf-
pachtsgronden te verleenen zoolang de oude
canon niet verlaagd is. Ook haalde hij uit het
verleden (anno 1919) op dat B. en W. toen de
rente op 6 pCt. hebben vastgesteld met het
argument dat' de gemeente 'zelf alleen duur
geld kon krijgen én dat bij de vaststelling de
term „voorloopig" was gebruikt.
De tweede voorsteller, de heer Klein, merkte
o.a. op dat huizen die op erfpachtsgronden
staan, thans moeilijk verkoopbaar zijn en dat
men nu de kans heeft om het stelsei te ver
beteren.
Een storm van bezwaren werd hierop op de
voorstellers losgelaten. De heer' Westerveld
(S.D.A.P.) stelde erfpachters op één lijn met
koopei's, die als zij in een duren tijd gekocht
hebben later ook verliezen en de gemeente
dan toch niet. om schadevergoeding kunnen
vragen! Als koopers hebben verloren, is het
niet meer dan billijk dat erfpachters ook ver
liezen. Contract is contract. In dezelfde ge-
dachtenlijn zei wethouder Reinalda later, dat
iemand die een erfpacht aangaat weet waar
aan hij toe is.
De wijziging van den canon is in de Haar-
lemsche verordening gebonden aan een ter
mijn van 75 jaar. De wethouder stelde zich
evenwel niet op het standpunt „contract is
contract", in zooverre dat hij het goed
achtte dat in verschillende gevallen rekening
wordt gehouden met omstandigheden, die niet
hij de sluiting van de overeenkomst voorzien
konden worden.
Overigens kwamen de hypotheekbanken
veelvuldig aan de orde. De wethouder zag
groot bezwaar in een schommelenden canon
omdat de bank de grootste zekerheid zou
nemen en de erfpachters .daar de nadeelen
van zouden ondervinden. Ook bevestigde hij
een opmerking van den heer Klein Schip
horst, dat .het grootste deel van de huizen,
die op erfpacht zijn gebouwd, in handen is
van hypotheekbanken „Als dus de eigenaars
niet geholpen worden door een verlaging,
voel ik er niets voor", zei de heer Klein
Schiphorst.
Mi'. Bijvoet en mr. Drilsma, de eerste voor
stander van hét voorstel-Wolzak-Klein, de
tweede tegenstander, begaven zich met de
geestdrift des beroeps in een debat over de
origine van erfpacht, die aanvankelijk alleen
voor het in cultuur brengen van woeste gron
den bestemd was geweest, tot in 1896 de ge
meente Amsterdam de nieuwe richting in
sloeg.
Dit bracht mr. Bijvoet in herinnering. Zijn
confrère riposteerde met beschouwingen over
de evolutie der tijden waarin de wet altijd
achteraan komt bij de practijk. Mr. Bijvoet
schetste erfpacht als een vorm van huur; mr.
Drilsma trok zich van het. etiket niets aan en
zei dat erfpacht evenmin huur als eigendom
is. Het is erfpacht in zijn moderne toepas
sing.
Mr. Bijvoet beriep zich op recht en billijk
heid om den canon afhankelijk te stellen van
wisselende omstandigheden en zei dat men
niet zonder meer kan zeggen „contract is
contract", omdat de rechtsopvatting ten deze
in den laatsten tijd is gewijzigd.
Mr. Drilsma noemde de stelling „contract
is contract" een oud-liberale en scheen hard
op weg mevrouw mr. Scheltema op deze wijze
Oefentocht met ongelukkigen afloop.
Een oefentocht van de Zandvoortsche roeireddingsboot, welke
tocht door den secretaris der N. Z. H. R. M. werd meegemaakt, heeft
Woensdagmiddag een noodlottigen afloop gehad. In de branding is
de boot omgeslagen, waardoor alle inzittenden te water raakten.
Verschillenden van hen kwamen onder de boot terecht. De schipper,
de heer J. Molenaar, die waarschijnlijk met het hoofd ergens tegen
aan is geslagen en bewusteloos geraakt, kon niet meer onder de
boot uit komen en is verdronken. Een ander lid der brigade, Engel
Schuiten, bij wien men nog de levensgeesten heeft weten op te
wekken, is 's avonds overleden.
Woensdagmiddag 2 uur zou
de Zandvoortsche Reddingboot
uitgaan voor een oefening. De
zee stond vrij hol en in verband
met de vloed was de stroom
zeer sterk. Schipper en beman
ning, die de zee door en door
kennen, zagen we! dat hun taak
dezen keer hier niet gemakke
lijk zou zijn, doch zonder aar
zelen stapten zij in de boot.
Schipper Jan Molenaar.
Angst is een woord, dat in het
woordenboek van deze
dappere mannen niet voorkomt.
In geval van nood zouden zij
toch immers ook uitvaren, al was
de zee nog veel onstuimiger?
Nagestaard door honderden
schoot de boot van den wagen
de schuimende golven ir>. Het
was een indrukwekkend
schouwspel, te zien, hoe de
ranke boot door de hooggaan
de golven sneed. Hoog spatte
het schuimende water tegen
den boeg en over de zwoegen
de mannen, die met hun volle
kracht op de riemen lagen.
Alles ging prachtig tot op de
eerste bank. Dan slaat plotse
ling een geweldige roller over
de boot. De schipper, die voor
op staat, wordt achterover in de
boot geslagen. De riemen wor-
ook in het debat te tarten, maar zij zweeg en
stemde later, tot zijn kennelijke verbazing
evenals hij* tegen het voorstel.
Uit dit alles gelieve de haastige lezer niet af
te leiden dat een contract eigenlijk geen con
tract meer zou zijn. Het is het nog steeds en
iemand die er een sluit heeft de verplichting
al wat in zijn vermogen is te doen om het na
te komen. Komt hij in moeilijkheden door
onvoorziene omstandigheden buiten zijn
schuld, dan is er ongetwijfeld in dezen tijd
meer aan de zaak te doen dan vroeger en dat
was dan ook natuurlijk de bedoeling van de
genen die de stelling „contract is contract"
niet als ijzerharde wet aanvaardden.
Het voorstel-WolzakKlein legde het ten
slotte met 269 stemmen af.
R, R
den uit de dollen geslagen.
Een tweede, geweldige golf
slaat de boot met ontzettende
kracht achteruit. De boot die
thans roerloos is, begint te snij
den en een derde aanrollende
golf kantelt de boot zonder
eenige moeite.
Dit alles gebeurde zoo razend snel. dat de
bemanning geen tijd had om uit de boot te
springen. Bijna allen kwamen dan ook on
der de boot terecht.
Een huivering va.n ontzetting liep door de
toeschouwers. Eén oogenblik stonden allen
sprakeloos, als verstijfd, toen draafde en
schreeuwde plotseling alles door elkaar.
Van de diebtbijzijnde garnalen-
bootjes werden lange lijnen gehaald
en dertig, veertig menschen liepen
achter elkaar met deze. lijnen tot
hun hals in het water. Hoog sloegen
de golven over hun hoofden, doch dat
deerde hun wiet. Zij hielden de lijn
en vonden steun bij elkaar. Op een
van de voorste, dus gevaarlijkste
plaatsen, stond een van de dappere
vrouwelijke leden der Zandvoortsche
Reddingsbrigade, Jansje Dorsman.
Wel kwam men zoo bot dicht bij de
boot, doch loopende was deze niet te
bereiken. Men kon dus niets anders
doen, dan wachten tot de boot door
de golven wat dichter naar het
strand was gedreven. Doch in tijden
van nood werkeloos toezien ligt niet
in den aard van onze Zandvoortsche
bevolking en zeker niet van de leden
der Zandvoortsche Reddingsbrigade.
Onvervaard greep Jaap Dorsman het
einde der lijn en gekleed, zelfs met
zijn schoenen aan. bond hij den
strijd aan tegen de wilde golven en
het gelukte hem, zoo de boot te be
reiken.
Intusschen was het grootste deel der be
manning onder de boot uitgekomen. Enkelen
bereikten zwemmende den wal. De anderen
klommen op de omgekeerde boot. Veilig was
deze zitplaats allerminst, want op een ge
geven moment werden allen door een golf
er af gevaagd.
De omgeslagen boot vorderde slechts uiterst
langzaam, 't Was of het water vastzoog. De
oorzaak was evenwel de sleepzak. Deze was
na het omslaan der boot in werking getre
den en belette thans een snelle beweging der
boot. De in normale omstandigheden zoo
nuttige werking van den sleepzak bracht
thans onheil. Ook onder de boot bevonden
zich nog menschen en dus was iedere mi
nuut, zelfs iedere seconde kostbaar.
De reddingboot na het ongeluk op het strand.
De heer De Booy, de secretaris van
de N.Z.H.R.Mij., die deze onfortuin
lijke reis als passagier meemaakte,
liet zich van de omgekeerde boot
glijden. Vervolgens dook hij naar de
lijnen van den sleepzak om deze met
zijn zakmes door te snijden. Terwijl
hij hiermede onder water bezig was
werd hij door een geweldigen roller
opgenomen en met onweerstaan
bare kracht, nieters ver van de boot
geslingerd. Toen hij weer boven
kwam was zijn zakmes in de diepte
verdwenen.
De bemanning, die op de boot zat hield zoo
veel mogelijk de kleppen, die in den bodem
van de boot zijn aangebracht, open om de
kameraden die er nog onder lagen zooveel
mogelijk van lucht te voorzien. Twee van
deze menschen voelden, toen ze dichter bij
den wal kwamen grond onder hun voeten en
kropen toen onder de boot uit.
Zoodra de boot zoo dicht het strand
was genaderd, dat de toegeschoten
redders, de boot konden oplichten,
werden de laatste twee menschen, de
schipper Jan Molenaar en de roeier
Engel Schuiten onder de boot uitge
haald. Onder leiding van Dr. Van
Fraassen en Dr. Gerke werd bij bei
den onmiddellijk kunstmatige adem
haling toegepast.
Ook de roeiers Evert Koper en Leen Koper
moesten aan wal gedragen worden. Zij kwa
men evenwel spoedig weer bij en konden
daarna onder geleide op eigen gelegenheid
thuis komen.
Na ongeveer een half uur gelukte
het, de levensgeesten bij Engel
Schuiten weer op te wekken. In al
lerijl werd hij toen per rijwielbran
card naar Badhuis Zeeduin vervoerd,
waar men geen moeite spaarde om
zijn leven te redden.
Toen Schuiten na eenigen tijd weer
flink warm was geworden, voelde hij
zich tamelijk wel. Omstreeks zes uur
sprak hij zelfs even met Dr. Van
Fraassen. Nog geen half uur daarna
zakte hij echter plotseling in en gaf
den geest. Schuiten is 41 jaar en
laat een vrouw en een dochtertje on
verzorgd achter.
(Vervolg op pag. 2, eerste kolocn.)
Het woord is aan
Mr. C. Bake:
Als ivij van iemand zeg
gen: hij heejt zijn eigen
aardigheden. bedoelen ivij
doorgaans dat hij zijn eigen
onaardigheden heeft.
(De heer Mellema, die in verband
met de eerste opdracht aan Ne
derland om voor Britsch-Indische
rekening een stoomschip te bou
wen, daarheen reisde, verklaarde,
dat de goede naam, dien Neder
land ginds door de K. L. M. heeft
verworven, hem van groot nut is
geweest.)
Men wist in Britsch Indië in vroeger dagen,
Dat ver in het Westen en ergens aan zee,
Ook Nederland lag, maar meer moest men
niet ^ragen,
Men had van den aard van ons volk geen
idee.
Dat is niet zoo'n wonder nietwaar, want
wat weten
Wij op onze beurt van Britsch Indië nou.
Dan hoe die bewoners en vorsten er heeten
En dat men meer last heeft van hitte
dan kou.
Maar sinds er de K.L.M. heen is gevlogen,
Met steeds grooter regelmaat, steeds
sneller vlucht,
Moest dat wel de aandacht voor Holland
verhoogen,
Britsch Indië kreeg van ons landje.
de lucht.
Men zag er ons vliegverkeer vluchtig
passeeren,
Maar tevens, hoe grondig die taak werd
volbracht.
Men kreeg er respect voor ons luchtig
verkeeren,
En zag daarin blijken van durf en van
kraoht.
Britsch Indië kreeg in ons landje
vertrouwen,
Wie zoo konden vliegen, die konden heel veel,
Ons land kreeg de opdracht, een
stoomschip te bouwen,
In 't krijgen dier order heeft 't vliegtuig
zijn deel.
De Vliegende Hollander was een legende,
Die mee onzen naam over d' aard heeft
verbreid,
Maar sinds zich ons vliegtuig naar Indië
wendde,
Is hij nog roemruchtiger werkelijkheid.
P. GASUS.
BEL OP ALS VOORHEEN
(Adv. Ingez. Med.)
Onmiddellijk na het bekend worden van de nuouiuuoige Ljcimg spoedden zich
talrijke Zandvoorters, waaronder leden van de Reddingsbrigade, naar de plaats
des onheils om de behulpzame hand te bieden.
WOENSDAGMIDDAG IS DE ZANDVOORT
SCHE REDDINGBOOT BIJ EEN OEFEN
TOCHT OMGESLAGENDE SCHIPPER
EN EEN ROEIER ZIJN OM HET LEVEN
GEKOMEN. pag 1
De Spaansche burgeroorlog: massa-executies
te Malaga binnen een week de aanval op
Valencia? pag. 4
Bij de General Motors te Detroit is thans
overeenstemming bereikt. pag. 4
Engeland koopt vier a vijfduizend ton iïol-
landsche pekelharing. pag. 4
Verschillende Tweede Kamerleden hebben
verhooging bepleit van het Nederlandscli-
Indisch extra-uitvoerrecht. pag. 3
De tuinderij krijgt steun tot een bedrag van
f 2.4 millioen. pag. 3
Noorwegen heeft, de uitnoodiging voor een
conferentie der Oslo-Staten in den Haag
aanvaard. pag. 2
De Haarlemsche gemeenteraad besluit den
erfpachtscanon niet te verlagen. pag 6
Onze enquête over de remedie tegen de ver
ruwing van het voetbalspel. pag. 9
Ragnhild Hveger verbetert eèn wereldrecord
van W. den Ouden. pag. 9
ARTIKELEN, ENZ.
R. P.: Uit den Raad. pag. 1
Dr. J. Roorda: Dat gevaarlijke Pacifisme.
pag. 3
Jhr. dr. J. C. Mollerus: Een woord ter aanbe
veling van Haarlem's Bloei. pag. 7
Joh. Chr. Wijnand: Vlaggenkwestic op eigen
bodem. pag 6
K. de Jong: Eerste Jeugdconcert. pag. 13
K. de Jong over Tïbor de Macliula en Theo
van der Pas. pag. 13
Onze Indische E. correspondent: Een belang
wekkend beeld van oud-Batavia. pag. 10
Van onzen Londenschen correspondent? De
hertog van Windsor en de civiele lijst.
pag. 4
II. D. Vertelling: De dorpsheks. pag. 6
pag. 9
Schaakrubriek.
Voor de Vrouw. pag7 10
De Burgerlijke Stand van Haarlem is opge
nomen op pag. 11.