MIMI
Kunstuitingen van het kind.
WAAG UW
GEZONDHEID NIET
Het geheim van charme
BLOMDQNA
VRIJDAG 26 FEBRUARI 1937
H A A R L E M'S DAGBLAD
De marionettenklasjes
van Grietje Kots exposeeren.
In bet Gooisohe Laren is een tentoon
stelling gehouden, die zoowel kinderen als
volwassenen in gelijke mate pakte, zij het dan
ook om verschillende redenen.
De kinderen, die bij de opening tegenwoor
dig waren, voelden zich op bekend terrein,
te midden van hun eigen werk. De volwas
senen hebben zich wellicht eenigszins onze
ker gevoeld, want .hier kwamen zij te staan
voor de fantasie van het kind, voor een we
reldje, waarin zij zich niet of nauwelijks
meer verplaatsen konden.
„Droefheid" (werk van een vijftienjarige).
In zijn openingswoord had de heer Hon-
dius er nadruk op gelegd, dat men vooral
niet denken moest, dat het tentoongestelde
werk gemaakt was door een uitgezocht
groepje begaafde kinderen. Heel gewone kin
deren waren het. die zich om Grietje Kots
verzameld hadden, maar kinderen, die zich
tot zulk werk aangetrokken hadden gevoeld.
Langzamerhand wordt er dan bij allen wel
iets wakker, de vingertjes krijgen meer en
meer vaardigheid, telkens lukt er iets beter,
de animo wordt grooter; vele kinderen be
merken dat zij meer kunnen dan zij hadden
gedacht. En de waarlijk begaafde ontdekt
zichzelf.
Kunnen kinderen zulke dingen maken?
Leeft er een onbekende wereld in een kind?
zullen velen zich hebben afgevraagd. Minder
vérbaasd, maar meer geboeid zullen de pae-
dagogen en de kunstenaars zijn, want de
laatsten blijven levenslang dichtbij het kind
staan en de eersten dringegn langs andere
wegen tot het wezen van het kind door,
Wat er rmi eigenlijk te zien was in de Open
bare Leeszaal te Laren? 't Waren marionetten
en decor, geboetseerde maskers en knipsels,
vervaardigd door kinderen, die deel uitma
ken van de marionettenklasjes van Grietje
Kots, die in haar atelier te Blaricum en ten
huize van mevrouw Hondius-Crone te.Bloe-
mendaal wekelijks samenkomt met een
groepje kinderen. Het woord klasje, dat ge
makshalve wordt gebruikt, is in dit verband
onjuist,want het betreft hier een spelend
scheppenen volle vrijheid.
Grietje Kots is een jonge kunstenares, die
voor het eerst sterk de aandacht getrokken
heeft met een tentoonstelling v i haar
„poppen", die zij eenige jaren geleden in het
Stedelijk Museum "te Amsterdam heeft ge
houden. Het is jammer, dat wij geen goed
woord bezitten voor de producten van een
kunst als de hare: stukjes plastiek, gemaakt
van waardelooze afval. Het feit. dat Grietje
Kots kunstwerkjes vermag te scheppen uit
afgedankte rommel is op zichzelf reeds ken
merkend voor deze bescheiden, teruggetrok
ken jonge vrouw. Zeer suggestief waren deze
figuurtjes en van een rijk geschakeerden
geestelijken inhoud: het daemonisehe naast
het idylische, de tragiek naast den humor.
Voorname, verfijnde kunst, soms op de grens
van het onwezenlijke, toch het evenwicht be
warend. Wie dit werk indertijd bewonderde,
behoudt de herinnering aan een stil en sterk
talent, dat de kracht bezit eigen wegen te
gaan.
De „poppen" behooren tot een afgesloten
periode. In haar later werk maakt zij zich
vrijwel geheel los van de uitdrukkingsmid
delen, die zij voor haar „poppen" gebruikte.
Zij maakt marionetten en maskers en be
paalt zich tot het vaag aanduiden van een
gelaat, een kleed en handen. Wie gezien
heeft, hoe zij zulk een schimmig wezen door
middel van enkele gebaren tot een persoon
lijkheid. vol geheimzinnig leven weet te be
zielen. vergeet dit niet meer. Wat aan ver
sobering werd opgeofferd werd aan beweging
en bezieling in veel grootere mate gewonnen.
Zoo keerde Grietje Kots zich in de richting
van het tooneel en het is begrijpelijk, dat zij
dadelijk bereid werd gevonden, toen een
moeder, verrukt over het werk van de jonge
kunstenares, haar vroeg of zij mogelijk lei
ding zou willen geven aan kinderen bij hun
pogingen om gestalte te geven aan hun fan
tasieën. Kindertooneel, in zoo verre, dat de
kinderen zelf leven en bezieling moeten geven
aan de door hen geschapen personages uit
menschen, dieren- of elfenrijk
De bekende Blaricv.msche schilder Kees
van Urk heeft zijn medewerking verleend bij
het inrichten van de tentoonstelling. Langs
de wanden van het zaaltje waren een aantal
nissen opgesteld. Hij had de vindingrijkheid
golfcarton te gebruiken als materiaal voor
het vormen van die nissen, die elk, met
decor en achtergrond een tooneeltje vormde
De rustige bewegelijkheid van dit materiaal
gaf tegelijkertijd relief en gebondenheid aan
de tafereeltjes.
De kinderen van het marionettenklasje zijn
geheel vrij om te maken wat zij willen. Soms
is een kraal, die op een kattenoog lijkt, of een
schitterend lapje, dat aan een kleurig insect
doet denken, aanleiding tot. een klein begin
dat uitgroeit tot- een heel verhaal. Zoo was er
op de tentoonstelling een gezellige uilenfamilie
die een wijdspreidenden boomtak bevolkt,
terwijl achter haar in het diepe blauw van
den nacht de volle maan staat te glanzen. Die
familie dankt haar ontstaan aan het feit.
dat een kleine jongen in den voorraad rom
mel van eindelooze variatie, een gespje vond
en op eens zag, dat dit net de vorm had van
een uilenoog. Toen werd de uil daar omheen
gebouwd en de moederuil kreeg een heele-
boel kleintjes.
Er was 'n woonwagenkamp, dat ons toonde
hoe goed kinderen opmerken en weten te
typeeren: de wasch ligt te drogen en een van
de bewoners ligt heerlijk te luieren in het
gras. De woonwagen is gemaakt van een
koekdoos. De maker vond het eerst, wel vol
doende als hij er ramen in maakt aan den
kant, die te zien zou komen. „Kwam de wagen
eens van den anderen kant op het tooneel".
zei hij tegen zichzelf „nu. dan leek die op
een vrachtauto en dan had je twee dingen
in plaats van één". Eigenlijk was het dus een
voordeel om het maar bij dat eene stel ramer.
te laten. Grietje Kots bezit de paedagogischt i
gave om kinderen rustig hun fouten te laten
maken en kalm te wachten op het moment
var. inzicht Die jongen had den woonwagen
voorzien van een schoorsteen, waar rook uit
kwam en het duurde ook niet lang of hij
kwam tot het inzicht, dat het voertuig,
wanneer het een vrachtauto zou moeten voor
stellen, er toch zonderling uit zag, met zijn
schoorsteen.
Of een kind alleen werkt, of dat twee, drie
of meer kinderen met elkaar een voorstelling
opbouwen, is nooit te voren te zeggen, dat
hangt af van allerlei, voor ons onnaspeur
lijke roerselen in de kinderen. Soms springt
de gedachte van één, als een vonk over op de
anderen en wordt er. in gemeenschap aan een
tooneeltje gebouwd. Zoo ging het bij ,Het
feestmaal" dat een gala partij voorstelt, waar
op verscheidene koningen, een koningin en
een prinsesje, benevens een nar aanwezig zijn.
Een rijk beladen disch staat aangericht en
wat er op die tafel staat is een lust voor het
oog. Schalen met vruchten, gebak, een schotel
met vleesch, glaswerk, bloemen, alles nage
bootst in klei en met behulp van kraaltjes,
stukjes glas en allerlei andere primitieve
hulpmiddelen. De verhoudingen zijn zoo
goed. de kleuren zoo zuiver gekozen en tegen
elkaar afgewogen, dat deze kleine werkstuk
jes iets heel moois werden.
Er is een groote verscheidenheid in de voor
stellingen en deze geven een goed beeld van
wat er in de kinderen omgaat. „Zeevol'kje"
stelt een aquarium voor met exotische vis-
schen, zee-anemonen en bovendien een zon
derlinge menschelijke gestalte met een boos
aardig gezicht (een interessant detail voor
wie zich in het kind verdiept), In een oer
woud staan twee menschapen onder sierlijk
wuivende boomen (van papier). Van de „kip
met de gouden eieren" is het lichaam van de
broedende hen gemaakt van bruin fluweel.
Toen alles af was en het gouden ei naast de
kip lag, zei het kind, dat er toch ook wat
goud op de kip moest worden aangebracht,
want hoe zou die anders gouden eieren kun
nen leggen.
O, zeker, de kinderen leeren hier meer, veel
meer dan alleen wat handigheid. Het is niet
zoo precies te zeggen, wat er bij dit „spelen"
tot ontplooiing komt, het is zoo teer en niet
onmiddellijk naspeurbaar. Maar soms komt
er plotseling iets bijzonders daar van ge
tuigen: een geboetseerde kop. een masker of
een marionet, zooals het aangrijpende kunst
werkje, dat „Droefheid" heet en dat gemaakt
werd door een vijftienjarig meisje, dal diep
werd getroffen door het verlies van haar
moeder. „Dit is geen kinderwerk meer", zei
later het meisje zelf. Voor dit kind moet
het een bevrijding zijn geweest zich zoo te
kunnen uiten in haar werk, dat een diepe
beteekenis voor haar had gekregen.
Grietje Kots houdt zich steeds op den ach
tergrond in den omgang met de kinderen;
zij wil niet meer dan het bindend, steunend
element zijn. Zij geeft alleen raad, wanneer
die gevraagd wordt en aanwijzingen voor het.
overwinnen van technische moeilijkheden.
Toch zet haar talent onwillekeurig zijn stem
pel op het werk der kinderen, dat daardoor
op een hoog peil komt te staan.
Bij het bezichtigen van het werk moeten
wij niet vergeten, dat al deze figuren pas tot
haar volle recht kunnen komen door de be
weging, die op een tentoonstelling noodzake
lijkerwijs moet ontbreken. De voorstellingen
worden geheel door de kinderen verzorgd:
het verhaal, het- bewegen van de marionetten,
het aanbrengen van de verlichting, het is
alles hun eigen werk. Is zoo iets niet ontwik
kelend en voor vele kinderen een groot ge
not?
A. H. LOEFF—BOKJMA
De „Scheldemusch" vliegt uit.
Luchtwaardigheidspapieren
verkregen.
Reeds vijf toestellen verkocht.
Donderdag is de eerste van een reeks van
vijf Scheldemusschen" die bij de N.V. Kon.
Mij. „De Schelde" te Vlissingen werd gebouwd,
naar Engeland getransporteerd. Twee der toe
stellen £aan naar de Ned. Luchtvaart School,
één naar Ned. Indië en één naar Frankrijk.
Dr. ir. H. J. v. d. Maas van den Rijksstudie
dienst heeft de „Musch" gevlogen en de lucht
waardigheidspapieren zijn verkregen. Ook de
j vlieger van de Duitsche Buecker-Jungemann-
- abrieken. de bekende vlieger Benetz is met de
Musch" de lucht in geweest, en hoewel de
Scheldemusch" een sporttoestel is en geen
stuntvliegtuig, heeft de heer Benetz er vrijwel
het geheele programma van stuntvlieger met
succes op uitgevoerd.
De nieuwe ..Musch" bezit verschillende tech
nische verbeteringen ten aanzien van het eer
ste toestel van dien naam. Zoo zijn alle kabels
ingebouwd, ander landingsgestel met breeder
wielbasis is geconstrueerd, en het vliegtuig be
schikt over grooter vleugeloppervlak.
Een school voor imbecielen.
Adres aan den Raad.
De bestuurders van de Vereeniging van
onderwijzers en artsen, werkzaam bij het bui
tengewoon onderwijs en de buitengewoon
lager onderwijs groepen van den Bond van
Nederlandsche onderwijzers en het Neder-
landsche Onderwijzers Genootschap hebben
een adres aan den raad van Haarlem gezon
den met de volgende verzoeken:
a. Om de laagstaande zwakzinnigen (im
becielen). die in aparte klassen (bezinkings-
klassen) aan schooi: „Buitenrust" en de „Dr.
Huetschoof' ondergebracht zijn, van deze
scholen te verwijderen, en
b. om deze kinderen in het centrum der
gemeente in een op te richten school voor
imbecielen onder te brengen.
In de toelichting die bij het adres gevoegd
is worden vrijwel dezelfde argumenten naar
voren gebracht, als reeds Donderdag door
ons zijn aangevoerd.
NED. JEUGDBOND VOOR NATUURSTUDIE.
Lezing over Zuid-Limburg.
In het gebouw der Haarlemsche Jongeman
nen Vereeniging, Lange Margarethastraat 13,
houdt de heer Ko Zweeres te Haarlem, op Za
terdagavond 27 Februari; des avonds 7.45 uur
een lezing over „Het Zuid-Limburgsche heu
vellandschap" voor de afdeeling Haarlem van
den Nederlandschen Jeugdbond voor Natuur
studie. De lezing wordt toegelicht met lan
taarnplaatjes.
In de pauze zal een korte vergadering ge
houden worden.
DES DUIVELS PRENTEBOEK.
Woensdag 3 Maart zal het Nederlandsche
blijspel „Des duivels prentenboek" door het
Ver. Rott. Hofstad-Tooneel. dir. Cor. v. d.
Lugt Melsert, dat bij de première in Den Haag
zeer gunstig ontvangen is, te Haarlem in den
Stadsschouwburg worden opgevoerd.
Het is een onderhoudend blijspel, rijk aan
rake opmerkingen, levendig van dialoog en
knap gecomponeerd. De hoofdrolLen worden
vertolkt door Vera Bondam, Dirk Verbeek,
Paul Steenbergen, Piet Rinks en Piet Bron.
ALS DE NIEREN niet behoorlijk werken, kun
nen verschijnselen optreden als rugpijn
spit. stijve en pijnlijke gewrichten, verstoorde
nachtrust en verlies van kracht. En wei.
>rdat het bloed dan niet gezuiverd wordt
de erin voorkomende onzuiverheden door
:e blocdfiltreerende organen. Laat het zoo
niet komen: voorkomen is beter dan
iczcn. Gebruik tijdig Foster's Rugpijn
Nieren Pillen, sinds jaren bekend als het
dluretisch middel bij uitnemendheid. Zorg.
dat uw bloed steeds zuiver, krachtig en leven
gevend blijft.
gpijn Nieren Fiilenfli
gRugpij
(Adv. Ingez. Med.)
A.-R. Kamercandidaten.
De lijst der a.-r. candidaten voor de Twee
de Kamer is thans vastgesteld en luidt -
aldus deelt „De Standaard" mede als
volgt:
1 Dr. H. Colijn; 2 Mr. J. A. de Wilde; 3 J.
Schouten: 4 J. J. C. van Dijk; 5 L. F. Duy-
maer van Twist: 6 C. Smeenk: 7 J. Terpstra:
8 C. van den Heuvel: 9 W. Wagenaar: 10 H.
Amelink; 11 C. van der Zaal; 12 J. Tjalma;
13 A. Zijlstra; 14 T. A. van Dijken; 15 G. A.
Diepenhorst; 16 H. J. W. A. Meyerink; 17 A.
B. Roosjen; 18 J. Algera.
Ingevolge de voorloopige beslissing van het
Centrale Convent stond reeds vast. dat de
nummers 1 en 2 zouden bezet worden resp.
door de namen van Dr. Colijn en Mr. J. A.
de Wilde.
Aan deze mededeelingen zoo vervolgt
„De Standaard" dienen tot recht verstand
twee opmerkingen te worden toegevoegd:
Indertijd hebben de heeren Mr. C S. van
Dobben de Bruyn, P. Wielinga, Mr. G. van
Baren en Mr. P. A. Schwartz aan het C. C.
bericht, dat zij niet opnieuw voor een can-
didatuur op een kansbiedende plaats in aan
merking wenschten te komen. Dientengevolge
kwamen hun namen niet. voor op het advies
C. C„ terwijl zulks ook vermoedelijk verklaart
het ontbreken dezer namen in den uitslag
der gehouden stemmingen.
Het staat nog niet vast. dat de bezetting
der plaatsen nummers 1 tot en met 18 nu
ook definitief zal zijn, zóóals de bovenver
melde opsomming aangeeft. Immers kan in
gevolge het bepaalde in art. 37 der statuten
en art. 13 van het reglement voor de candi-
daatstelling nog overleg worden gevoerd in
zake de bezetting der kansbiedende plaat
sen, terwijl eerst na het besluit der Deputa-
tenvergadering de samenstelling der lijsten
zal vaststaan.
Fraai glanzend haar verleent aan iedere vrouw
haar grootste charme en aantrekkelijkheid. Voor
blondines is de ideale verzorging: het geregeld
wassen met Blondona, het enige haarwasmiddel
dat Kamilloflor bevat en als U donker haar heelt
is Brunetta het aangewezen middel, dat door het
preparaat Hequil donker haar prachtig glanzend
houdt. Neem een proef met Blondona of Brunetta,
de bekende Vinolia producten! Beide zijn vrij
van alkali, wat de witte neerslag op het haar
voorkomt. Hierdoor wordt elke nabehandeling
overbodig en droogt het haar verrassend snel.
VOOR
SLONP HAAR
WAARBOROEN VOLMAAKTE
(Adv. Ingez. Med.)
INSTITUUT VOOR ARBEIDERS
ONTWIKKELING.
Zondagmorgen a.s. organiseert het Instituut
voor Arbeidersontwikkeling een kunstmorgen
voor haar leden en donateurs in gebouw van
den Protestantenbond, Berkenstraat, Haar
lem (N.).
Op deze bijeenkomst draagt de bekende
tooneelspeler Louis van Gasteren voor uit
„Des Keizers Koelies" van Olivier. Dit boek
beschrijft den toestand op de Duitsche vloot
eedurende den wereldoorlog. Deze bijeenkomst
draagt een besloten karakter, leden en dona
teurs hebben alleen toegang.
JAARVERGADERING R. K. MIDDENSTANDS-
VEREENIGING.
De R.K. Middenstandsvereeniging Haarlem
houdt op Woensdag 3 Maart des avonds om
half negen, haar jaarvergadering in een dei-
zalen van café Brinkmann aan de Groote
Markt.
De agenda vermeldt o.a. een bespreking van
de viering van het 80-jarig bestaan der Dioc.
Haarlemsche Hanze.
HET TOONEEL
STUDENTEN-TOONEEL.
De Uilenfamilie.
„HARLEM".
De tooneelafdeeling der Amsterdamsche
Studenten van U.S.A. ünitas Studiosorum
Amstelodamcnsium heeft gisteren
Amsterdam een opvoering gegeven van
Harlem" The White Man van Samson
Raphaelson, den schrijver oa. van het ver
leden jaar door Het Centraal Tooneel met
veel succes gespeelde „Oude Liefde". Raphael
son behandelt in dit nieuwe stuk, dat in
New-York nog al sensatie heeft gewekt, het
tegenwoordig wel zeeractueele rassenpro
bleem, niet zooals dit in de laatste jaren in
Duitschland tot uiting komt, maar zooals dit
reeds tientallen jaren Amerika beheerscht.
Want wij vergeten maar al te dikwijls, dat
ook Amerika zijn rassenprobleem kent en de
blanke daar waarlijk ook niet verdraagzaam
is tegenover het andere, het zwarte ras.
Wie dit nog niet mocht weten, leert dit wel
uit het stuk van Raphaelson. Wij, Hollanders,
staan eigenlijk zoo vreemd tegenover dit ras
senvraagstuk. dat wij moeite hebben zoom
tooneelspel als „Harlem" te aanvaarden.
Paul Grimm, een blanke met negerbioed in
zich zijn vader was een blanke en zijn moe
der een halfbloed uit de negerstad Harlem
heeft slechts één vrees, namelijk, dat de we
reld tot de ontdekkmg zal komen, dat hij een
„neger" is. Want in New York wordt iemand
die al is het alleen maar van de grootmoe
der negerbioed in zich heeft, blijkens dit
stuk door den gewonen Amerikaan tot de „ne
gers" en dtus tot het „minderwaardige" ras ge
rekend. Paul Grimm heeft zijn afkomst weten
geheim te ho-uden. zelfs voor zijn vrouw, Mary
Nile, die een zuivere blanke is, maar als ei' een
kind geboren zal worden, komt de vrees bij
hem boven, dat zij zal ontdekken dat hij een
„neger" is. Mairy bezweert hem, dat zij hem
altijd zal blijven lief hebben, ook al is hij van
het- andere ras. doch twijfel verteert hem,
wanneer hij ziet, hoe zeer zij althans vol
gens zijn meening haar kind verwaarloost.
Al meer en meer kwelt hem de angst, dat zijn
afkomst bekend zal worden en waf; dit voor
een neger in New York beteekent, openbaart
ons de schrijver in een zeer wrang tooneel.
waarin Mary's vader in woede uitbarst, als hij
hoort, dat zijn schoonzoon een „neger" is. De
oude Nile scheldt hem voor „vullen nikker"
en al zijn walg tegen het andere ras komt op
wel heel drastische wijze tot uiting, als hij zijn
verachting in den werkeiijken zin van het
woord uitspuugt voor den vervloekten neger.
Rufus Nile voert zijn dochter mee uit het
milieu, waar zij volgens hem niet thuis hoort
en Pau! weet niet anders te doen dan zijn kind
het kind met negerbioed aan het. meisje,
waarmee hij vroeger verloofd is geweest en
dat haar negerbioed nooit verloochend heeft,
mee te geven om het te laten opvoeden in de
negerstad Harlem. Hij zelf zal blijven strijden
om voor de wereld een „blanke" te schijnen.
Wij kunnen moeilijk beoordeelen, in hoe
verre dit stuk van Raphaelson een juiste af
spiegeling is van de waarheid, maar wan
neer de schrijver niet overdrijft, dan zou
den wij tot de conclusie moeten komen, dat
de Amerikanen geen recht hebben de Duit
schers te veroordeelen. Hun behandeling van
het andere ras zou dan nauwelijks minder
wreed en onmensc'nelijk zijn dan van onze
Oosterburen. Maar wij moeten bij het be
oordeelen van een tooneelstuk altijd eenigs
zins voorzichtig zijn. Fabricius heeft ook in
dertijd gemeend het rassenprobleem in Ne-
derlandsch-Indië in zijn Dolle Hans te moe
ten behandeien. maar ieder, die in Indië be
kend is. weet hoe zeer hij overdreef en de
handeling in dat melodrama op onverant
woordelijke wijze op de spits dreef. Ik krees
denzelfden indruk van Raphaelson in de
scène, waarin Rufus Nile zijn schoonzoon
zijn verachting in het gezicht spuwt, doch
wij zijn met. Amerikaansche toestanden niet
genoeg op de hoogte om dit zuiver te kun
nen beoordeelen.
Maar wij hebben in ieder geval de Am
sterdamsche studenten erkentelijk te zijn,
dat zij ons met, dit. Amerikaansche stuk, het
welk in New-York groot succes heeft gehad,
hebben doen kennis maken, al is het dan
ook belangrijker om den inhoud dan om de
dramatische uitwerking.
Raphaelson heeft bijvoorbeeld de hande
ling evenals Fabricius het deed nog
al geforceerd. Wij begrepen bijvoorbeeld
niet, waarom Paul Grimm geen gehoor gaf
aan de smeekbede van zijn vrouw om in
Parijs te gaan wonen waar niemand hem
als van „minderwaardig ros" zou hebben
beschouwd. En wij verwonderen ons
ook eenigszins over de houding van Ru
fus Nile tegenover zijn schoonzoon, daar
ons in het heele stuk niets was gebleken
van zijn negerhaat. Of vond Raphaelson
deze haat van den blanken Amerikaan zoo
natuurlijk, dat hij het niet eens noodig
oordeelde, die ook verder te accentueeren
De leden van U.S.A. hebben zich onder re-
regie van Verkade met toewijding aan dit
stuk gegeven. Dat zelfs een zoo bekwaam
regisseur als Verkade van dilettanten geen
tooneelspelers kan maken bleek uit de op
voering wel duidelijk, vooral in de dramati
sche scènes, die dikwijls boven de kracht
van gewone liefhebbers gingen. Maar wij
konden ons begrijpen, dat U.S.A. zich aan
getrokken heeft gevoeld tot dit stuk, dat zulk
een brandend actueel vraagstuk behan
delde.
Van de spelers boeide het meest mej. Irmi
Brondes in de rol van Mary Nile, een zeer
lieve tooneelverschijning. die vooral trof
door juiste intonatie en ook dikwijls door
gevoelig spel. En mej. Ada Harders wist
van Pansy Washington, het blanke neger
meisje. dat haar ras niet verloochende, iets
persoonlijks te maken door het gereserveer
de in haar spel, dat in deze rol zeer goed
paste.
Stuk en opvoering hebben het publiek on
getwijfeld geboeid en aan het slot, toen re
gisseur en spelers met bloemen werden ge
huldigd, was er hartelijk en langdurig ap
plaus.
J. B. SCHUIL.
MUZIEK.
CHRISTELIJK FANFARECORPS
„ARTI ET RELICIONI".
Bij de 8ste jaarlijksche uitvoering van
„Arti et Religioni", die Donderdagavond in
de groote zaal van het gebouw „St. Bavo"
gegeven werd, werkte het mannenkoor „Proza
en Poëzie" mede.
Vanzelfsprekend had het fanfarecorps het
grootste deel van het programma voor zijn
rekening: een zestal eigen nummers en de
begeleiding van het psalmgezang aan het
begin en aan het einde der uitvoering. Het
eerste eigen nummer bracht ons de massale
uitvoering der Rubenscantate, die verleden
jaar op de Groote Markt onder leiding van
Jos. de Klerk plaats had. in herinnering. Het
was de door Benoit zelf ingerichte .Rubens-
marsch". waarin thema's uit de Rubens
cantate. inzonderheid het bekende „Beiaard-
lied" verwerkt zijn. De opvolging der tonali-
teiten in dezen marsch wijkt af van de ge
bruikelijke, omdat er drie in plaats van twee
zijn, n.l. G, C en F. Het werkje werd door
„A. et R." met entrain geblazen en vervolgens
kondigde de spreker, die den avond geopend-
had en die als een conférencier de verschil
lende door het fanfarecorps uit te voeren num
mers inleidde, „het neusje van den zalm"
aan. Dat was de Ouverture „Fra Diavolo" van
Auber, waarmee het corps in het vorige jaar
te Texel een lsten prijs in de Afd. Uitmun
tendheid behaald had. De uitvoering dezer
Ouverture was zeker verdienstelijk, maar we
kregen toch den indruk, dat voor wedstrijden
wel eens nummers verplicht worden gesteld,
die door hun aard eigenlijk buiten het kader
van een fanfare-orkest vallen, omdat zij
snelle figuren bevatten,, welke door koperen
blaasinstrumenten nauwelijks met de ver-
eischte duidelijkheid en nauwgezetheid te
spelen zijn. Cornetten en bugles kunnen in
vlugheid niet met violen wedijveren. Beter
leende zich de .Suite oriëntale" van Popy
voor deze bezetting en bij de uitvoering daar
van maakte vooral de rythmische strafheid
een goeden indruk; de zuiverheid daaren
tegen had. met name in de hooge instrumen
ten. beter kunnen zijn.
Na de pauze speelde „A. et R." niet minder
dan drie Ouvertures achter elkaar. De
vroolijke signalen van Suppé's „Leichte Caval-
lerie" openden de, reeks. Ook deze Ouverture
is niet in allen deele voor uitvoering door
fanfare geschikt maar we hoorden er een
verdienstelijk gespeelde saxofoonsolo in. De
tweede van het drietal „La Coupe d'Or" van
Deneufbourg bracht o.a. een welklinkende cor
netsolo en bleek een anticipatie van Keler
Beia's bekende „Lustspiel-Ouverture", die er
onmiddellijk op volgde, en in de uitvoering
waarvan eenige onzuiverheden waar te nemen
vielen. Over 't geheel echter maakte het spel
van het fanfarecorps, dat onder de deskun
dige leiding van den heer F. A. Dekker Jr.,
staat, een zeer goeden indruk.
.Proza en Poëzie", waarvan de heer Jan
Booda directeur is, zong vóór de pauze twee
nummers, die we enkele dagen geleden in de
Gemeentelijke Concertzaal van dit mannen
koor hoorden, n.l. „Domme Jesu" van G. Rij
ken en „Die Allmacht", van Schubert. Wat
betreft dit laatste was het jammer dat in „St,
Bavo" geen beter klavier ten dienste stond.
Het tweede deel van den avond werd door het
mannenkoor geopend met „Wanderschaft",
van Karl Zöllner, waarop het „Soldatenchor"
uit Gounod's Faust volgde. „Wanderschaft" is
wel een der aardigste werkjes, die voor man
nenkoor geschreven zijn, en de uitvoering
door „P. en P." verdient grooten lof. Zoowel
in dit als in de andere nummers heeft „P. en
P." weer getoond tot de beste der Haarlem
sche mannenzangvereenigingen te behooren.
De zaal was geheel bezet.
K. DE JOiNG.