MIMI Kunstuitingen van het kind. WAAG UW GEZONDHEID NIET Het geheim van charme BLOMDQNA VRIJDAG 26 FEBRUARI 1937 H A A R L E M'S DAGBLAD De marionettenklasjes van Grietje Kots exposeeren. In bet Gooisohe Laren is een tentoon stelling gehouden, die zoowel kinderen als volwassenen in gelijke mate pakte, zij het dan ook om verschillende redenen. De kinderen, die bij de opening tegenwoor dig waren, voelden zich op bekend terrein, te midden van hun eigen werk. De volwas senen hebben zich wellicht eenigszins onze ker gevoeld, want .hier kwamen zij te staan voor de fantasie van het kind, voor een we reldje, waarin zij zich niet of nauwelijks meer verplaatsen konden. „Droefheid" (werk van een vijftienjarige). In zijn openingswoord had de heer Hon- dius er nadruk op gelegd, dat men vooral niet denken moest, dat het tentoongestelde werk gemaakt was door een uitgezocht groepje begaafde kinderen. Heel gewone kin deren waren het. die zich om Grietje Kots verzameld hadden, maar kinderen, die zich tot zulk werk aangetrokken hadden gevoeld. Langzamerhand wordt er dan bij allen wel iets wakker, de vingertjes krijgen meer en meer vaardigheid, telkens lukt er iets beter, de animo wordt grooter; vele kinderen be merken dat zij meer kunnen dan zij hadden gedacht. En de waarlijk begaafde ontdekt zichzelf. Kunnen kinderen zulke dingen maken? Leeft er een onbekende wereld in een kind? zullen velen zich hebben afgevraagd. Minder vérbaasd, maar meer geboeid zullen de pae- dagogen en de kunstenaars zijn, want de laatsten blijven levenslang dichtbij het kind staan en de eersten dringegn langs andere wegen tot het wezen van het kind door, Wat er rmi eigenlijk te zien was in de Open bare Leeszaal te Laren? 't Waren marionetten en decor, geboetseerde maskers en knipsels, vervaardigd door kinderen, die deel uitma ken van de marionettenklasjes van Grietje Kots, die in haar atelier te Blaricum en ten huize van mevrouw Hondius-Crone te.Bloe- mendaal wekelijks samenkomt met een groepje kinderen. Het woord klasje, dat ge makshalve wordt gebruikt, is in dit verband onjuist,want het betreft hier een spelend scheppenen volle vrijheid. Grietje Kots is een jonge kunstenares, die voor het eerst sterk de aandacht getrokken heeft met een tentoonstelling v i haar „poppen", die zij eenige jaren geleden in het Stedelijk Museum "te Amsterdam heeft ge houden. Het is jammer, dat wij geen goed woord bezitten voor de producten van een kunst als de hare: stukjes plastiek, gemaakt van waardelooze afval. Het feit. dat Grietje Kots kunstwerkjes vermag te scheppen uit afgedankte rommel is op zichzelf reeds ken merkend voor deze bescheiden, teruggetrok ken jonge vrouw. Zeer suggestief waren deze figuurtjes en van een rijk geschakeerden geestelijken inhoud: het daemonisehe naast het idylische, de tragiek naast den humor. Voorname, verfijnde kunst, soms op de grens van het onwezenlijke, toch het evenwicht be warend. Wie dit werk indertijd bewonderde, behoudt de herinnering aan een stil en sterk talent, dat de kracht bezit eigen wegen te gaan. De „poppen" behooren tot een afgesloten periode. In haar later werk maakt zij zich vrijwel geheel los van de uitdrukkingsmid delen, die zij voor haar „poppen" gebruikte. Zij maakt marionetten en maskers en be paalt zich tot het vaag aanduiden van een gelaat, een kleed en handen. Wie gezien heeft, hoe zij zulk een schimmig wezen door middel van enkele gebaren tot een persoon lijkheid. vol geheimzinnig leven weet te be zielen. vergeet dit niet meer. Wat aan ver sobering werd opgeofferd werd aan beweging en bezieling in veel grootere mate gewonnen. Zoo keerde Grietje Kots zich in de richting van het tooneel en het is begrijpelijk, dat zij dadelijk bereid werd gevonden, toen een moeder, verrukt over het werk van de jonge kunstenares, haar vroeg of zij mogelijk lei ding zou willen geven aan kinderen bij hun pogingen om gestalte te geven aan hun fan tasieën. Kindertooneel, in zoo verre, dat de kinderen zelf leven en bezieling moeten geven aan de door hen geschapen personages uit menschen, dieren- of elfenrijk De bekende Blaricv.msche schilder Kees van Urk heeft zijn medewerking verleend bij het inrichten van de tentoonstelling. Langs de wanden van het zaaltje waren een aantal nissen opgesteld. Hij had de vindingrijkheid golfcarton te gebruiken als materiaal voor het vormen van die nissen, die elk, met decor en achtergrond een tooneeltje vormde De rustige bewegelijkheid van dit materiaal gaf tegelijkertijd relief en gebondenheid aan de tafereeltjes. De kinderen van het marionettenklasje zijn geheel vrij om te maken wat zij willen. Soms is een kraal, die op een kattenoog lijkt, of een schitterend lapje, dat aan een kleurig insect doet denken, aanleiding tot. een klein begin dat uitgroeit tot- een heel verhaal. Zoo was er op de tentoonstelling een gezellige uilenfamilie die een wijdspreidenden boomtak bevolkt, terwijl achter haar in het diepe blauw van den nacht de volle maan staat te glanzen. Die familie dankt haar ontstaan aan het feit. dat een kleine jongen in den voorraad rom mel van eindelooze variatie, een gespje vond en op eens zag, dat dit net de vorm had van een uilenoog. Toen werd de uil daar omheen gebouwd en de moederuil kreeg een heele- boel kleintjes. Er was 'n woonwagenkamp, dat ons toonde hoe goed kinderen opmerken en weten te typeeren: de wasch ligt te drogen en een van de bewoners ligt heerlijk te luieren in het gras. De woonwagen is gemaakt van een koekdoos. De maker vond het eerst, wel vol doende als hij er ramen in maakt aan den kant, die te zien zou komen. „Kwam de wagen eens van den anderen kant op het tooneel". zei hij tegen zichzelf „nu. dan leek die op een vrachtauto en dan had je twee dingen in plaats van één". Eigenlijk was het dus een voordeel om het maar bij dat eene stel ramer. te laten. Grietje Kots bezit de paedagogischt i gave om kinderen rustig hun fouten te laten maken en kalm te wachten op het moment var. inzicht Die jongen had den woonwagen voorzien van een schoorsteen, waar rook uit kwam en het duurde ook niet lang of hij kwam tot het inzicht, dat het voertuig, wanneer het een vrachtauto zou moeten voor stellen, er toch zonderling uit zag, met zijn schoorsteen. Of een kind alleen werkt, of dat twee, drie of meer kinderen met elkaar een voorstelling opbouwen, is nooit te voren te zeggen, dat hangt af van allerlei, voor ons onnaspeur lijke roerselen in de kinderen. Soms springt de gedachte van één, als een vonk over op de anderen en wordt er. in gemeenschap aan een tooneeltje gebouwd. Zoo ging het bij ,Het feestmaal" dat een gala partij voorstelt, waar op verscheidene koningen, een koningin en een prinsesje, benevens een nar aanwezig zijn. Een rijk beladen disch staat aangericht en wat er op die tafel staat is een lust voor het oog. Schalen met vruchten, gebak, een schotel met vleesch, glaswerk, bloemen, alles nage bootst in klei en met behulp van kraaltjes, stukjes glas en allerlei andere primitieve hulpmiddelen. De verhoudingen zijn zoo goed. de kleuren zoo zuiver gekozen en tegen elkaar afgewogen, dat deze kleine werkstuk jes iets heel moois werden. Er is een groote verscheidenheid in de voor stellingen en deze geven een goed beeld van wat er in de kinderen omgaat. „Zeevol'kje" stelt een aquarium voor met exotische vis- schen, zee-anemonen en bovendien een zon derlinge menschelijke gestalte met een boos aardig gezicht (een interessant detail voor wie zich in het kind verdiept), In een oer woud staan twee menschapen onder sierlijk wuivende boomen (van papier). Van de „kip met de gouden eieren" is het lichaam van de broedende hen gemaakt van bruin fluweel. Toen alles af was en het gouden ei naast de kip lag, zei het kind, dat er toch ook wat goud op de kip moest worden aangebracht, want hoe zou die anders gouden eieren kun nen leggen. O, zeker, de kinderen leeren hier meer, veel meer dan alleen wat handigheid. Het is niet zoo precies te zeggen, wat er bij dit „spelen" tot ontplooiing komt, het is zoo teer en niet onmiddellijk naspeurbaar. Maar soms komt er plotseling iets bijzonders daar van ge tuigen: een geboetseerde kop. een masker of een marionet, zooals het aangrijpende kunst werkje, dat „Droefheid" heet en dat gemaakt werd door een vijftienjarig meisje, dal diep werd getroffen door het verlies van haar moeder. „Dit is geen kinderwerk meer", zei later het meisje zelf. Voor dit kind moet het een bevrijding zijn geweest zich zoo te kunnen uiten in haar werk, dat een diepe beteekenis voor haar had gekregen. Grietje Kots houdt zich steeds op den ach tergrond in den omgang met de kinderen; zij wil niet meer dan het bindend, steunend element zijn. Zij geeft alleen raad, wanneer die gevraagd wordt en aanwijzingen voor het. overwinnen van technische moeilijkheden. Toch zet haar talent onwillekeurig zijn stem pel op het werk der kinderen, dat daardoor op een hoog peil komt te staan. Bij het bezichtigen van het werk moeten wij niet vergeten, dat al deze figuren pas tot haar volle recht kunnen komen door de be weging, die op een tentoonstelling noodzake lijkerwijs moet ontbreken. De voorstellingen worden geheel door de kinderen verzorgd: het verhaal, het- bewegen van de marionetten, het aanbrengen van de verlichting, het is alles hun eigen werk. Is zoo iets niet ontwik kelend en voor vele kinderen een groot ge not? A. H. LOEFF—BOKJMA De „Scheldemusch" vliegt uit. Luchtwaardigheidspapieren verkregen. Reeds vijf toestellen verkocht. Donderdag is de eerste van een reeks van vijf Scheldemusschen" die bij de N.V. Kon. Mij. „De Schelde" te Vlissingen werd gebouwd, naar Engeland getransporteerd. Twee der toe stellen £aan naar de Ned. Luchtvaart School, één naar Ned. Indië en één naar Frankrijk. Dr. ir. H. J. v. d. Maas van den Rijksstudie dienst heeft de „Musch" gevlogen en de lucht waardigheidspapieren zijn verkregen. Ook de j vlieger van de Duitsche Buecker-Jungemann- - abrieken. de bekende vlieger Benetz is met de Musch" de lucht in geweest, en hoewel de Scheldemusch" een sporttoestel is en geen stuntvliegtuig, heeft de heer Benetz er vrijwel het geheele programma van stuntvlieger met succes op uitgevoerd. De nieuwe ..Musch" bezit verschillende tech nische verbeteringen ten aanzien van het eer ste toestel van dien naam. Zoo zijn alle kabels ingebouwd, ander landingsgestel met breeder wielbasis is geconstrueerd, en het vliegtuig be schikt over grooter vleugeloppervlak. Een school voor imbecielen. Adres aan den Raad. De bestuurders van de Vereeniging van onderwijzers en artsen, werkzaam bij het bui tengewoon onderwijs en de buitengewoon lager onderwijs groepen van den Bond van Nederlandsche onderwijzers en het Neder- landsche Onderwijzers Genootschap hebben een adres aan den raad van Haarlem gezon den met de volgende verzoeken: a. Om de laagstaande zwakzinnigen (im becielen). die in aparte klassen (bezinkings- klassen) aan schooi: „Buitenrust" en de „Dr. Huetschoof' ondergebracht zijn, van deze scholen te verwijderen, en b. om deze kinderen in het centrum der gemeente in een op te richten school voor imbecielen onder te brengen. In de toelichting die bij het adres gevoegd is worden vrijwel dezelfde argumenten naar voren gebracht, als reeds Donderdag door ons zijn aangevoerd. NED. JEUGDBOND VOOR NATUURSTUDIE. Lezing over Zuid-Limburg. In het gebouw der Haarlemsche Jongeman nen Vereeniging, Lange Margarethastraat 13, houdt de heer Ko Zweeres te Haarlem, op Za terdagavond 27 Februari; des avonds 7.45 uur een lezing over „Het Zuid-Limburgsche heu vellandschap" voor de afdeeling Haarlem van den Nederlandschen Jeugdbond voor Natuur studie. De lezing wordt toegelicht met lan taarnplaatjes. In de pauze zal een korte vergadering ge houden worden. DES DUIVELS PRENTEBOEK. Woensdag 3 Maart zal het Nederlandsche blijspel „Des duivels prentenboek" door het Ver. Rott. Hofstad-Tooneel. dir. Cor. v. d. Lugt Melsert, dat bij de première in Den Haag zeer gunstig ontvangen is, te Haarlem in den Stadsschouwburg worden opgevoerd. Het is een onderhoudend blijspel, rijk aan rake opmerkingen, levendig van dialoog en knap gecomponeerd. De hoofdrolLen worden vertolkt door Vera Bondam, Dirk Verbeek, Paul Steenbergen, Piet Rinks en Piet Bron. ALS DE NIEREN niet behoorlijk werken, kun nen verschijnselen optreden als rugpijn spit. stijve en pijnlijke gewrichten, verstoorde nachtrust en verlies van kracht. En wei. >rdat het bloed dan niet gezuiverd wordt de erin voorkomende onzuiverheden door :e blocdfiltreerende organen. Laat het zoo niet komen: voorkomen is beter dan iczcn. Gebruik tijdig Foster's Rugpijn Nieren Pillen, sinds jaren bekend als het dluretisch middel bij uitnemendheid. Zorg. dat uw bloed steeds zuiver, krachtig en leven gevend blijft. gpijn Nieren Fiilenfli gRugpij (Adv. Ingez. Med.) A.-R. Kamercandidaten. De lijst der a.-r. candidaten voor de Twee de Kamer is thans vastgesteld en luidt - aldus deelt „De Standaard" mede als volgt: 1 Dr. H. Colijn; 2 Mr. J. A. de Wilde; 3 J. Schouten: 4 J. J. C. van Dijk; 5 L. F. Duy- maer van Twist: 6 C. Smeenk: 7 J. Terpstra: 8 C. van den Heuvel: 9 W. Wagenaar: 10 H. Amelink; 11 C. van der Zaal; 12 J. Tjalma; 13 A. Zijlstra; 14 T. A. van Dijken; 15 G. A. Diepenhorst; 16 H. J. W. A. Meyerink; 17 A. B. Roosjen; 18 J. Algera. Ingevolge de voorloopige beslissing van het Centrale Convent stond reeds vast. dat de nummers 1 en 2 zouden bezet worden resp. door de namen van Dr. Colijn en Mr. J. A. de Wilde. Aan deze mededeelingen zoo vervolgt „De Standaard" dienen tot recht verstand twee opmerkingen te worden toegevoegd: Indertijd hebben de heeren Mr. C S. van Dobben de Bruyn, P. Wielinga, Mr. G. van Baren en Mr. P. A. Schwartz aan het C. C. bericht, dat zij niet opnieuw voor een can- didatuur op een kansbiedende plaats in aan merking wenschten te komen. Dientengevolge kwamen hun namen niet. voor op het advies C. C„ terwijl zulks ook vermoedelijk verklaart het ontbreken dezer namen in den uitslag der gehouden stemmingen. Het staat nog niet vast. dat de bezetting der plaatsen nummers 1 tot en met 18 nu ook definitief zal zijn, zóóals de bovenver melde opsomming aangeeft. Immers kan in gevolge het bepaalde in art. 37 der statuten en art. 13 van het reglement voor de candi- daatstelling nog overleg worden gevoerd in zake de bezetting der kansbiedende plaat sen, terwijl eerst na het besluit der Deputa- tenvergadering de samenstelling der lijsten zal vaststaan. Fraai glanzend haar verleent aan iedere vrouw haar grootste charme en aantrekkelijkheid. Voor blondines is de ideale verzorging: het geregeld wassen met Blondona, het enige haarwasmiddel dat Kamilloflor bevat en als U donker haar heelt is Brunetta het aangewezen middel, dat door het preparaat Hequil donker haar prachtig glanzend houdt. Neem een proef met Blondona of Brunetta, de bekende Vinolia producten! Beide zijn vrij van alkali, wat de witte neerslag op het haar voorkomt. Hierdoor wordt elke nabehandeling overbodig en droogt het haar verrassend snel. VOOR SLONP HAAR WAARBOROEN VOLMAAKTE (Adv. Ingez. Med.) INSTITUUT VOOR ARBEIDERS ONTWIKKELING. Zondagmorgen a.s. organiseert het Instituut voor Arbeidersontwikkeling een kunstmorgen voor haar leden en donateurs in gebouw van den Protestantenbond, Berkenstraat, Haar lem (N.). Op deze bijeenkomst draagt de bekende tooneelspeler Louis van Gasteren voor uit „Des Keizers Koelies" van Olivier. Dit boek beschrijft den toestand op de Duitsche vloot eedurende den wereldoorlog. Deze bijeenkomst draagt een besloten karakter, leden en dona teurs hebben alleen toegang. JAARVERGADERING R. K. MIDDENSTANDS- VEREENIGING. De R.K. Middenstandsvereeniging Haarlem houdt op Woensdag 3 Maart des avonds om half negen, haar jaarvergadering in een dei- zalen van café Brinkmann aan de Groote Markt. De agenda vermeldt o.a. een bespreking van de viering van het 80-jarig bestaan der Dioc. Haarlemsche Hanze. HET TOONEEL STUDENTEN-TOONEEL. De Uilenfamilie. „HARLEM". De tooneelafdeeling der Amsterdamsche Studenten van U.S.A. ünitas Studiosorum Amstelodamcnsium heeft gisteren Amsterdam een opvoering gegeven van Harlem" The White Man van Samson Raphaelson, den schrijver oa. van het ver leden jaar door Het Centraal Tooneel met veel succes gespeelde „Oude Liefde". Raphael son behandelt in dit nieuwe stuk, dat in New-York nog al sensatie heeft gewekt, het tegenwoordig wel zeeractueele rassenpro bleem, niet zooals dit in de laatste jaren in Duitschland tot uiting komt, maar zooals dit reeds tientallen jaren Amerika beheerscht. Want wij vergeten maar al te dikwijls, dat ook Amerika zijn rassenprobleem kent en de blanke daar waarlijk ook niet verdraagzaam is tegenover het andere, het zwarte ras. Wie dit nog niet mocht weten, leert dit wel uit het stuk van Raphaelson. Wij, Hollanders, staan eigenlijk zoo vreemd tegenover dit ras senvraagstuk. dat wij moeite hebben zoom tooneelspel als „Harlem" te aanvaarden. Paul Grimm, een blanke met negerbioed in zich zijn vader was een blanke en zijn moe der een halfbloed uit de negerstad Harlem heeft slechts één vrees, namelijk, dat de we reld tot de ontdekkmg zal komen, dat hij een „neger" is. Want in New York wordt iemand die al is het alleen maar van de grootmoe der negerbioed in zich heeft, blijkens dit stuk door den gewonen Amerikaan tot de „ne gers" en dtus tot het „minderwaardige" ras ge rekend. Paul Grimm heeft zijn afkomst weten geheim te ho-uden. zelfs voor zijn vrouw, Mary Nile, die een zuivere blanke is, maar als ei' een kind geboren zal worden, komt de vrees bij hem boven, dat zij zal ontdekken dat hij een „neger" is. Mairy bezweert hem, dat zij hem altijd zal blijven lief hebben, ook al is hij van het- andere ras. doch twijfel verteert hem, wanneer hij ziet, hoe zeer zij althans vol gens zijn meening haar kind verwaarloost. Al meer en meer kwelt hem de angst, dat zijn afkomst bekend zal worden en waf; dit voor een neger in New York beteekent, openbaart ons de schrijver in een zeer wrang tooneel. waarin Mary's vader in woede uitbarst, als hij hoort, dat zijn schoonzoon een „neger" is. De oude Nile scheldt hem voor „vullen nikker" en al zijn walg tegen het andere ras komt op wel heel drastische wijze tot uiting, als hij zijn verachting in den werkeiijken zin van het woord uitspuugt voor den vervloekten neger. Rufus Nile voert zijn dochter mee uit het milieu, waar zij volgens hem niet thuis hoort en Pau! weet niet anders te doen dan zijn kind het kind met negerbioed aan het. meisje, waarmee hij vroeger verloofd is geweest en dat haar negerbioed nooit verloochend heeft, mee te geven om het te laten opvoeden in de negerstad Harlem. Hij zelf zal blijven strijden om voor de wereld een „blanke" te schijnen. Wij kunnen moeilijk beoordeelen, in hoe verre dit stuk van Raphaelson een juiste af spiegeling is van de waarheid, maar wan neer de schrijver niet overdrijft, dan zou den wij tot de conclusie moeten komen, dat de Amerikanen geen recht hebben de Duit schers te veroordeelen. Hun behandeling van het andere ras zou dan nauwelijks minder wreed en onmensc'nelijk zijn dan van onze Oosterburen. Maar wij moeten bij het be oordeelen van een tooneelstuk altijd eenigs zins voorzichtig zijn. Fabricius heeft ook in dertijd gemeend het rassenprobleem in Ne- derlandsch-Indië in zijn Dolle Hans te moe ten behandeien. maar ieder, die in Indië be kend is. weet hoe zeer hij overdreef en de handeling in dat melodrama op onverant woordelijke wijze op de spits dreef. Ik krees denzelfden indruk van Raphaelson in de scène, waarin Rufus Nile zijn schoonzoon zijn verachting in het gezicht spuwt, doch wij zijn met. Amerikaansche toestanden niet genoeg op de hoogte om dit zuiver te kun nen beoordeelen. Maar wij hebben in ieder geval de Am sterdamsche studenten erkentelijk te zijn, dat zij ons met, dit. Amerikaansche stuk, het welk in New-York groot succes heeft gehad, hebben doen kennis maken, al is het dan ook belangrijker om den inhoud dan om de dramatische uitwerking. Raphaelson heeft bijvoorbeeld de hande ling evenals Fabricius het deed nog al geforceerd. Wij begrepen bijvoorbeeld niet, waarom Paul Grimm geen gehoor gaf aan de smeekbede van zijn vrouw om in Parijs te gaan wonen waar niemand hem als van „minderwaardig ros" zou hebben beschouwd. En wij verwonderen ons ook eenigszins over de houding van Ru fus Nile tegenover zijn schoonzoon, daar ons in het heele stuk niets was gebleken van zijn negerhaat. Of vond Raphaelson deze haat van den blanken Amerikaan zoo natuurlijk, dat hij het niet eens noodig oordeelde, die ook verder te accentueeren De leden van U.S.A. hebben zich onder re- regie van Verkade met toewijding aan dit stuk gegeven. Dat zelfs een zoo bekwaam regisseur als Verkade van dilettanten geen tooneelspelers kan maken bleek uit de op voering wel duidelijk, vooral in de dramati sche scènes, die dikwijls boven de kracht van gewone liefhebbers gingen. Maar wij konden ons begrijpen, dat U.S.A. zich aan getrokken heeft gevoeld tot dit stuk, dat zulk een brandend actueel vraagstuk behan delde. Van de spelers boeide het meest mej. Irmi Brondes in de rol van Mary Nile, een zeer lieve tooneelverschijning. die vooral trof door juiste intonatie en ook dikwijls door gevoelig spel. En mej. Ada Harders wist van Pansy Washington, het blanke neger meisje. dat haar ras niet verloochende, iets persoonlijks te maken door het gereserveer de in haar spel, dat in deze rol zeer goed paste. Stuk en opvoering hebben het publiek on getwijfeld geboeid en aan het slot, toen re gisseur en spelers met bloemen werden ge huldigd, was er hartelijk en langdurig ap plaus. J. B. SCHUIL. MUZIEK. CHRISTELIJK FANFARECORPS „ARTI ET RELICIONI". Bij de 8ste jaarlijksche uitvoering van „Arti et Religioni", die Donderdagavond in de groote zaal van het gebouw „St. Bavo" gegeven werd, werkte het mannenkoor „Proza en Poëzie" mede. Vanzelfsprekend had het fanfarecorps het grootste deel van het programma voor zijn rekening: een zestal eigen nummers en de begeleiding van het psalmgezang aan het begin en aan het einde der uitvoering. Het eerste eigen nummer bracht ons de massale uitvoering der Rubenscantate, die verleden jaar op de Groote Markt onder leiding van Jos. de Klerk plaats had. in herinnering. Het was de door Benoit zelf ingerichte .Rubens- marsch". waarin thema's uit de Rubens cantate. inzonderheid het bekende „Beiaard- lied" verwerkt zijn. De opvolging der tonali- teiten in dezen marsch wijkt af van de ge bruikelijke, omdat er drie in plaats van twee zijn, n.l. G, C en F. Het werkje werd door „A. et R." met entrain geblazen en vervolgens kondigde de spreker, die den avond geopend- had en die als een conférencier de verschil lende door het fanfarecorps uit te voeren num mers inleidde, „het neusje van den zalm" aan. Dat was de Ouverture „Fra Diavolo" van Auber, waarmee het corps in het vorige jaar te Texel een lsten prijs in de Afd. Uitmun tendheid behaald had. De uitvoering dezer Ouverture was zeker verdienstelijk, maar we kregen toch den indruk, dat voor wedstrijden wel eens nummers verplicht worden gesteld, die door hun aard eigenlijk buiten het kader van een fanfare-orkest vallen, omdat zij snelle figuren bevatten,, welke door koperen blaasinstrumenten nauwelijks met de ver- eischte duidelijkheid en nauwgezetheid te spelen zijn. Cornetten en bugles kunnen in vlugheid niet met violen wedijveren. Beter leende zich de .Suite oriëntale" van Popy voor deze bezetting en bij de uitvoering daar van maakte vooral de rythmische strafheid een goeden indruk; de zuiverheid daaren tegen had. met name in de hooge instrumen ten. beter kunnen zijn. Na de pauze speelde „A. et R." niet minder dan drie Ouvertures achter elkaar. De vroolijke signalen van Suppé's „Leichte Caval- lerie" openden de, reeks. Ook deze Ouverture is niet in allen deele voor uitvoering door fanfare geschikt maar we hoorden er een verdienstelijk gespeelde saxofoonsolo in. De tweede van het drietal „La Coupe d'Or" van Deneufbourg bracht o.a. een welklinkende cor netsolo en bleek een anticipatie van Keler Beia's bekende „Lustspiel-Ouverture", die er onmiddellijk op volgde, en in de uitvoering waarvan eenige onzuiverheden waar te nemen vielen. Over 't geheel echter maakte het spel van het fanfarecorps, dat onder de deskun dige leiding van den heer F. A. Dekker Jr., staat, een zeer goeden indruk. .Proza en Poëzie", waarvan de heer Jan Booda directeur is, zong vóór de pauze twee nummers, die we enkele dagen geleden in de Gemeentelijke Concertzaal van dit mannen koor hoorden, n.l. „Domme Jesu" van G. Rij ken en „Die Allmacht", van Schubert. Wat betreft dit laatste was het jammer dat in „St, Bavo" geen beter klavier ten dienste stond. Het tweede deel van den avond werd door het mannenkoor geopend met „Wanderschaft", van Karl Zöllner, waarop het „Soldatenchor" uit Gounod's Faust volgde. „Wanderschaft" is wel een der aardigste werkjes, die voor man nenkoor geschreven zijn, en de uitvoering door „P. en P." verdient grooten lof. Zoowel in dit als in de andere nummers heeft „P. en P." weer getoond tot de beste der Haarlem sche mannenzangvereenigingen te behooren. De zaal was geheel bezet. K. DE JOiNG.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 13