WiiHT SNEEUW Dienstplichtwet is goedgekeurd Een sta-in-den-weg op uw zolder Haarlem's Dagblad Ziekenverzorging voorloopig niet aan de orde Ordeningsdebat Ruit* kern aft daat een ftaentje Kunst in Haarlem en daarbuiten Motorschip vergaan? W '0 E N S D A G 10 Mi A R T 1937 IT AAKI.E M'S DAGBCAD 3 TWEEDE KAMER Wetsontwerp niet op agenda J- 3, O. j Dijk (A.RJ DEN HAAG Dinsdag. Ministers en het bureau van de Kamer wikken, de dames en heeren afgevaardigden beschikken. Dat heeft men heden weer eens moeten ondervinden. Minister Slingenberg had gaarne gezien, dat hij de na vele jaren probeeren eindelijk als ontwerp tot stand gebrachte voorstellen tot wijziging van de wet op de ziekenverzorging nog voor het scheiden van de markt in het Staatsblad had zullen krijgen. Hard is er gewerkt om dit mogelijk te maken. Doch tenslotte bleek de Tweede Kamer niet bereid om met dit plannetje mee te gaan. Toen de voorzitter voorstelde de agenda zoo in te richten, dat genoemd ontwerp nog vóór Pasehen naar de „overzijde" zou kun nen gaan, kwam van verschillende kanten het verzet los. We hebben nog maar veel te kort- geleden de jongste nota van wijzigingen ontvan gen (.nummer 6 was het!) waardoor van het oorspronke lijk, al meer dan 15 jaar geleden ingedien de wetsvoorstel, vrij wel niets meer is over gebleven om een en ander goed te kun nen beoordeelen. Bovendien bestaat er groo- te kans, dat ook wanneer wij deze zaak nog wel vóór het Paaschreces afdeden, de Eerste Kamer hiermee toch niet meer voor de slui ting van dit zittingjaar (zeg voor de verkie zingen op 20 Mei) gereed zou komen. Waar nu onze Senaat tot dusverre het standpunt placht in te nemen, dat al wat zij niet voor een dergelijk tijdstip heeft afgehandeld, weer geheel en al opnieuw bij de Tweede Kamer hoort binnen te komen, zouden we allicht ook nog noodeloos haastwerk ver richten. Daarom ziekenverzorgings-ontwerp, van de agenda af. Aldus het betoog van den heer v. D ij k (a.-r.)die van Mr. G o s e 1 i ng (r.-k), Mr. Boon (lib.) en den heer Ku- pers (s.-d.) bijval ontmoette. Laatstge noemde bleek eigenlijk het ontwerp zelf 'niet te lusten, doch natuurlijk mocht een derge lijke overweging, gelijk President Aalberse kenbaar trachtte te maken, bij de regeling van werkzaamheden geen gewicht in de schaal leggen. De oppositie tegen de spoed- behandeling -kreeg dank zij haar -eenstem migheid haar zin: de ziekenverzorging is van de agenda afgevoerd. Toen dit negatieve resultaat bereikt was, kon eindelijk de gedaehtenwisseling over de ontworpen wijzigingen van de Dienst plichtwet beginnen. In hoofdzaak komen ze hierop neer, dat de eerste oefeningstijd van de dienstplichti gen voor de zeemacht een verlenging zal ondergaan (het anaxi mum van 15 maan den wordt op 21 ge bracht, terwijl Voor de kustwachters de verlenging van 9 op 11 maanden neer komt) daarnaast stelt de Regeering voor het aantal herhalingsoefeningen voor de landmacht van 2 op 3 wat het vroeger geweest is uit te breiden, zonder dat het aantal op te komen dagen (40) in het alge meen grooter zal worden. De regeling inzake de zee-dienstplichtigen gaven in het bijzonder den R.-K. fractiege- nooten Schaepman en v. d. Bilt aan leiding om elkaar r— heel vreedzaam te lijf te gaan. Juister nog, hun broedertwist liep over het materieel, dat eventueel voor oefe ning der manschappen ter beschikking zal zijn. In tegenstelling met den heer Schaep- m a n, die van het in 't moederland houden van een aantal schepen een al te schade lijke verzwakking onzer maritieme weer macht in Indië vreesde, bleek de heer v. d. Bilt het veel meer eens te zijn met hetgeen Minister Colijn in dit opzicht beoogt, terwijl Mr. Wendelaar (lib.) zich z'n zienswijze hieromtrent nog even wil voorbehouden. Deze afgevaardigde betreurde het, dat niet reeds nu een voorstel tot uitbreiding van het aantal manschap pen der jaarlichtin gen ter tafel ligt. In dit verband bepleitte de heer Tilanus (c.-h.) een veel gerin gere vrijgevigheid ten aanzien van de afkeuringen: wij kon den z.i. in dit opzicht een voorbeeld aan België nemen. Van het verdere debat, zij alleen nog aangestipt dat de heer Ter Laan niets wilde Schaepman (R.-K.) H. W. Tilanus <Chr.H.) weten van de bepaling, waardoor de vrijstel ling wegens broederdienst. voor de lichtin gen 1938 en 1939 slechts een voorwaardelijk karakter zullen hebben. Na het overigens niet zeer belangwekken de debat begon Minister O o 1 ij n met op te merken, dat de sterkte van het contingent samenhangt met den omvang van het te be dienen materieel. Welnu op het oogenblik is het hierdoor technisch volstrekt onmogelijk om al precies te weten hoeveel meer het jaar lij ksch contingent zal moeten bedragen, want het staat nog niet vast hop veel materieel men er bij de verschillende wapens op na zal (kunnen) gaan houden Ligt het oorlogstooneel alleen.in Azië, dan zal hier geen actieve kustverdediging noodig zijn en wanneer de vloot geheel in Indië zal moeten optreden, zullen we ons uit den aard der zaak wat het moederland betreft tot pas sieve kustverdediging hebben te bepalen. Doch voor zoover er wèl 'n vloot hier aanwe zig zou zijn kan deze ook haar deel in actieve kustverdediging hebben. Dit kreeg Mr. Wen delaar te hooren, die omtrent deze punten volgens den Minister ten onrechte, een twee slachtige redeneering in de stukken bespeurd meende te hebben Wat de glgeering nu voorstelt, is op het oogenblik onvermijdelijk met het oog op de nooden van de grensverdediging. Aldus gaf de Minister te verstaan, die verzekerde, dat aangezien uit de Kamer zelf was aan gedrongen op voortmaken met contingents- uitbreidmg, met 't oog daarop, gezien ook de omstandigheden in de wereld, niet te ontken nen viel aan „voorwaardelij k" maken van de vrijstellingen over 1938. En nu het betoog van den heer Schaepman omtrent de plaats, waar de vlootmaterieel- reserve zal verblijven. Verlenging van den eersten oefeningstijd der zeemilitie moet men zien in het licht van de eventueele noodzaak eener passieve kustverdediging, indien overi gens de gansche vloot in Nederlandsch-Indië op haar post dient te zijn. De hoofdvraag is intusschen wie of moet bepalen, waar de aeelen der zeemacht het beste op haar plaats zijn. Dit hebben de Staten-Generaal niet uit te maken. Zij moeten het geld beschikbaar stellen en daarbij zijn ze ten volle bevoegd mee te spreken over de samenstelling van het materieel. Doch als eenmaal het mate rieel ter beschikking is gesteld, heeft de Re geering te beslissen waar de vlootonderdeelen dienen te vertoeven. Zoo heeft de Minister, nu er zich in de Straat van Gibraltar moei lijkheden hebben voorgedaan (een Neder- landsche schip met sinaasappelen is daar door Franco aangehouden en de lading is in beslag genomen aan den op weg naar het moederland zijnden kruiser „Java" laten seinen, zich in de Straat van Gibraltar op te houden, om daar te kunnen patrouilleeren ter bescherming, zoo noodig ter convoyeering van onze handelsschepen. De Minister zette nog eens nader uiteen, dat de verantwoordelijke bewindsman heeft te bepalen, waar het materieel zich dient te bevinden. In het algemeen zullen voor aller lei doeleinden ook wel wat schepen in Neder land aanwezig moeten zijn. Maar t.a.v. dit alles geldt, dat de practijk steeds zal beslis sen, wat er met uitzending van materieel kan en moet gebeuren, zoodat de door den Mi nister geschetste richtlijnen wel degelijk voor wijziging vatbaar zijn. In 't kort verdedigde de heer Ter Laan zijn amendement- om aan de vrijstelling wegens broederdienst over 1938 niet een „voorwaar delijk" karakter te geven. Hier tegenover wees de Minister er op, dat het ter tafel liggende ontwerp op zichzelf niets beslist omtrent de vergrooting van het con tingent. In het najaar zal men volkomen vrij zijn ten aanzien van de te nemen beslissing. Maar als dan de omstandigheden zoo zijn, dat men uitbreiding volstrekt èn ten spoedigste noodzakelijk zal achten, dan is de huidige be paling onmisbaar, want anders zou uitbreiding van het contingent over 1938 niet meer wel mogelijk wezen. Met 1746 stemmen verwierp de Kamer het amendement, dat alleen de stemmen van de sociaal-democraten plus den eenigen aanwezigen communist kreeg. Voor de eindbeslissing verklaarde Mevr. d e Vries—Bruins (s.d.) op grond van haar principieel bezwaar tegen toeneming van be wapening, dat zij als „tegen" beschouwd wenscht te worden. EERSTE KAMER. De jongelui op het Binnenhof, die zich bui ten 's lands senatoriale vergaderzaal ophielden, hadden dit keer schoon gelijk. Hun ongeorden de sneeuwballenveldslag was voor alle partijen heel wat genoegelijker dan de 1 \'z uur durende rede door het Eerste Kamerlid de la Bella afgestoken over bedrijfsordening. Hoofdzaak van deze uiteenzetting scheen te zijn, vooral te doen uitkomen, hoezeer socialisten eenerzijds, Katholieken en anti-revolutionairen aan den anderen kant, elkaar op het stuk van „orde ning" genaderd zijn: volgens spr. lag het on derscheid nog maar alleen inhet tempo. Terstond maakten de heeren ter Haar (c.h.) en Gelder man (lib.) zich op, om uit een gansch ander vaatje te tappen. Zij moeten veel meer hebben van bedrijfsvrijheid. Beperking daarvan is huns inziens alleen ge oorloofd voor zoover het vrijwillige onderne mersovereenkomsten betreft. Dit tweetal was het ook roerend eens omtrent het verwerpelijke van verhooging van invoerrechten om der wille van aan de industrie te verleenen steun. Dan verdiende voortzetting van het contingentee- ringsstelsel zeer zeker de voorkeur, maar vol gens Mr. Knottenbelt (lib.) moet ook daaraan een einde komen. Deze afgevaardigde kwam voorts o.m. tegen willekeur bij de wetstoepas sing op. (Landbouwcrisiswet; evenredige vrachtverdeeling)Had zijn vroegere stadge noot Nivard (R.K.) als vurig Rotterdammer voor Rijnvaartpremies gepleit. Mr. Werker (v.d.) kwam uiteenzetten, dat daarvoor veel te zeggen viel op grond van 'n algemeen lands belang. Na deze beschouwingen konden we gelukkig nog wat levendigs meemaken, te weten: den sneeuwballen-strijd van de hope des vaderlands. Wat in elk geval 'n aardige, opfrisschende, afwisseling was! E. v. R. MATTHAEUS PASSION IN DE GROOTE KERK TE NAARDEN. De Nederlandsche Bachvereeniging geeft op Donderdagavond 25 Maart en Goeden Vrij dag 26 Maart onverkorte uitvoeringen van Bach's Matthaeus Passion, in de Groote Kerk te Naarden. Medewerkenden zijn: Jo Vincent, Annie Woud. Louis van Tulder, Max Kloos, Henk Viskil. Willem Ravelli, Herman Hüls- mann en Lucien Louman. Marie Landré, clavecimbel, Valentijn Schoonderbeek. orgel, Karei van Leeuwen Boomkamp, viola da gamba, voorts werken mee het koor der Nederlandsche Bachvereeniging en het Utrechtsch Stedelijk Orkest. Dirigent is An ton van der Horst. Thans ook met menthol-smaak! i Adv. ingez. Meet.) DE ARBEIDSTIJD IN MELKINRICHTINGEN. De Minister van Sociale Zaken heeft goed gevonden, zulks m afwijking van het bepaalde in artikel 24, le lid der Arbeidswet 1919, aan hoofden of bestuurders van melkinrichtingen te Amsterdam, Rotterdam, Haarlem, Den Haag. Utrecht, Arnhem, Nijmegen en Apeldoorn, te vergunnen, dat gedurende 17 weken 10 uren perdag en 55 uur per week en gedurende 9 weken 9 uren per dag en 50 uur per week door arbeiders van 16 jaar of ouder arbeid wordt verricht, met dien verstande, dat bedoelde af wijking nieit van toepassing is op den arbeid in consumptie-ijsafdeelüigen. N.V. OOST-BORNEO MAATSCHAPPIJ. 's-GRAVENHAGE. 9 Maart. De petro- leumproductie in Februari 1937 heeft bedra gen: 35.800 K.G. ton en de steenkolenproduc- tie in Januari 1937 6.149 K.G. ton. Die komt in den schoonmaaktijd weder aan het licht 13 regels 30 cent, elke regel meer 10 ct in Haarlem's Dagblad te plaatsen zooals jaarlijks zoo vele duizenden doen Het is de eenvoudigste, goedkoopste en zekerste weg Een Toorop-teekening in Bloemendaalsch particulier bezit. Door het Toorop-monument- dat John Radecker maakte en dat nu eindelijk defini tief geplaatst werd in Den Haag, is er weer wat leven in de stilte rondom Toorop geko men. Een kleine tentoonstelling van zijn vroegste werk in het Haagsch Museum is met de plaatsing van het monument verbon den en wij willen die gelegenheid gebruiken om een mooi werk van den schilder, dat zich in onze omgeving bevindt, te reproduceeren en te bespreken. Het is een teekening, hiel en daar met wat kleur verlevendigd uit 1904, den tijd dat Toorop de zomers in Domburg doorbracht en er zijn Zeeuwsche boeren als modellen voor zijn Apostelkoppen gebruikte. Het is ongeveer die tijd ook, waarin hij de gepointilleerde landschappen van Walcheren schildert. Deze teekening is wel een uitnemend staal van Toorop's handschrift als teekenaar. Er is in de contourlijn van de groote figuur iets van de nadrukkelijkheid waarmee Van Gogh détails hl plooi en val van werkmanskleeding placht te geven. Het gebruikt-zijn er van komt sterk tot uiting, maar toch is Toorop in zoo iets veel toegeeflijker dan Van Gogh, minder snijdend, en ook brengt Toorop's van-huis-uit schilder zijn hem er eerder toe aan die figuur nog iets van de impressionis tische charme mee te geven. Doch tegelijkertijd belet zijn lust om die knokige werkhanden van den boer uitvoerig te geven hem niet den linkerarm veel te lang te maken. Hij wil daarin opzettelijk een ex pressie geven en vindt het andere van min der belang. Die grijpende vingers rondom het hout van den steel zijn wel echt-Tooropsch, zooals ook de stijl van teekenen van het koolveld geheel van hèm is. De luchtige, en toch zoo alles bevattende teekening van het verschiet hoe leuk geeft hij in éen licht haaltje een verre duinkom weer is dan juist charmeerend genoeg om het hevige in die werkhanden minder luid ruchtig te maken en dat is ook weer typisch Toorop, dat gevoel voor verhoudingen, dat hem door zijn goeden smaak gedicteerd werd. De steeds voelbare vakbeheersching. de groote technische bekwaamheid die er uit spreekt maakt ieder werk van Toorop het bekijken overwaard. Zijn geheele oeuvre is, overzien, een hoogst eigenaardig complex. Mogen de verschillende inzichten, waaruit het geboren werd, al niet volmaakt logisch uit en door elkaar ontstaan zijn, maar veelal door invloeden van buiten, gezaaid en ont wikkeld, het blijft een genot zich in zijn fi guur te verdiepen en de roode draden open te leggen waardoor al die inzichten aan elkaar verbonden zijn. Toen de kleine Jan op dertienjarigen leef tijd Indië verliet, was de oorspronkelijke be doeling niet geweest van hem een kunstenaar te laten groeien. Zijn vader had zich een ambtenaarsloopbaan voor hem gedacht. Hij zou dien vader nooit weex-zien. noch zijn moeder. Men heeft wel geti-acht sommige neigingen in Toorop uit zijn afstamming te vei-klaren. De moeder was de dochter van een Engelsch onderdaan en een Javaansche vrouw; Jan's vader was Europëeer, met waarschijnlijk Noorsch bloed in de aderen. De melodieën der Javanen zoemden nog na in Toorop's brein; zijn liefde voor het Buddhisme, in een bepaalde levenspe riode, werd vermoedelijk door herinnering uit kinderjaren gevoed. Jan Toorop. Landarbeid op Walcheren. Na de Amsterdamsche Academie bezocht te hebben, gaat hij naar Bi*ussel, later naar Londen; dan vestigt hij zich in Den Haag. Tijdens een tweede verblijf in Brussel, waarheen hij gegaan was om zich door een beroemd specialist voor een zware oogziekte te laten behandelen, maakt hij kennis met het werk van Seurat en de pointillisten (stippelaars) en dat daardoor beïnvloede werk heeft men op de laatste Rotterdamsche Kersttentoonstelling nog eens terug kunnen zien. Wat dan komt na 1900. op Walcheren ontstaat, vertoont daarvan nog wel de spo ren. Maar wat heeft Tooi'op al niet beinvloed! Niets lettei'lijk is er onopgemerkt aan hem voorbijgegaan. Stei'k was hij in Engeland onder den indruk der Prerafaelieten geko men, met Burne Jones in contact geraakt. Als hij in Brussel is, verdiept hij zich in mystieke lectuur, verslindt alles; Thomas a Kenipis, Indische wijsbegeerte, Tolstoï en Wagner. Door Ruskin en William Morris was de zwaai naar ornamentiek in zijn teekening gekomen door het opkomend socialisme zou hij heengaan en als wij ons het schreeuwend affi che herinneren dat hij voor de vertoo ningen van Heyer- mans' „Pantser" teekende dan vin den wij dezelfde markante grijp vingers terug die hij op onze teeke ning van vandaag zoo, op veel ver- zachter wijze, de monstreerde. Toorop is een merkwaardig mensch en kun stenaar onder ons volk geweest. Voor zijn latere leven was te veel belang stelling uit ande ren hoofde dan 't uitsluitend artis tieke. Nu die weer langzaam gaat lu wen, kan men de totaliteit zijner curieuse verschij ning in de Neder landsche kunst al licht weer eens wat overzichtelij ker en vrijer be schouwen. J. H. DE BOIS. Sinds 24 Februari vermist. Op weg van Vlissingen Rochester. Er heerscht eenige ongerust heid omtrent het Nederland sche motorvaartuig „Baltic" dat op 24 Februari van Vlissingen naar Rochester is vertrokken, doch tot dusver daar nog niet is aangekomen. Het betreft hier een scheepje van 114 bruto ton, waarvan kapitein-eigenaar is R. Brink man, uit Groningen. De „Baltic" onderhoudt een geregelden vrachtdienst tusschen Vlissin gen en Engeland. Japan wil N.-Guinea niet pachten. Kwestie maakt geen punt van overweging uit Verklaring van minister Sato. De Japansche zaakgelastigde te 's-Gra- venhage de heer Yamagucki, deelt het vol gende mede: Op 28 Februari heeft in de eerste begroo- tingscommissie van het Japansche Lagerhuis de heer Fakoerai eenige vragen gericht tot den eersten minister Hajasji betreffende de mogelijkheid van het pachten vaix land in Nieuw-Guinea en het sluiten van een non agressiepact tusschen Japan en Nederland. Hierop heeft de Japansche regeering geant woord, dat zij de onderwerpen, waarop de beide vragen betrekking hebben, nog niet bestudeerd had. Zij voegde hieraan toe. dat zij slecht de mogelijkheid van 'n vreedzame en economische ontwikkeling in Ned. Oost- Azië overweegt. Daarbij zal de Japansche regeering ten volle rekening houden met de houding, die Nederland ten opzichte hiervan inneemt. Den 2en Maart bracht de Nederlandsche gezant in Tokio, de heer Pabst, een bezoek aan den onderminister van het Japansche ministerie van Buitenlandsche Zaken te Tokio, den heer Horinouchi, naar aanleiding van de op 28 Februari in het Lagerhuis ge houden interpellatie en de artikelen, in de dagbladen liiei-over vei-schenen. De heer Horinouchi gaf hierop den heer Pabst de hierboven genoemde uiteenzetting. Den 9en Maart- werden in de parlemen taire commissie voor cultureelen arbeid voor China door den afgevaardigde in het La gerhuis den heer Nakamoera, eenige vragen gesteld aan den Japanschen minister van Buitenlandsche Zaken, Sato, betreffende pacht in Nieuw-Guinea. Minister Sato gaf hierop het volgende antwoord: „Het pachten van land in Nieuw- Guinea maakt op het oogenblik in het geheel geen punt van overweging- uit. Japan streeft onvermoeid naar een vreedzame en economische ont wikkeling in het Zuiden en zal hier bij den toestand en de verhoudingen van de betreffende staten nauwkeu- rig in acht nemen en trachten, zoo tot wederzijdschen voorspoed te gera ken". een onaangename verrassing. Vooral Midden-Nederland getroffen. Maart roert dit jaar wel geducht met zijn staart. De meteorologen zeggen wel, dat sneeuwval in Maart geen buitenge woon vei-schijnsel is een verkla ring, waarvoor men geen meteoro loog behoeft te zijn maar we den ken er ongetwijfeld allen aan, dat over 11 dagen de lente al begint en we zouden allen graag van het win- tersche weer afscheid willen nemen. Midden-Nedei'land is het zwaarst door den seneuwval getroffen. De neerslag te Gronin gen, Vlissingen en Maastricht is slechts ge ring geweest. Maar waar de sneeuwstorm, heeft gewoed, heeft men er grooten last van ondervonden en zijn vele ongelukken het ernstige ongeval bij Schardam en verder hebben verschillende mensehen beenen ge broken gebeurd. Van gistermorgen elf uur tot gisteravond zes heeft de sneeuw de sche pen uit den Nieuwen Waterweg gehouden. Geen schip heeft het gewaagd binnen de pieren te komen. Een witte werveling van sneeuw joeg over onze kust een. sneeuwjacht die slechts enkele honderden meters zicht liet. Voor de wintersportliefhebbers is deze laatste sneeuwval een verrassing geweest. Sleden zijn van zolder gesleept en ski's te voorschijn gehaald. De K.N.A.C. heeft voor hedenmiddag zelfs een ski-wedstrijd achter auto's op Ypenburg georganiseerd. De spoorwegen en de sneeuw val. Nagenoeg geen vertraging. De treinenloop heeft nagenoeg ongestoord voortgang kunnen vinden. Op het Centraal Station te Amsterdam kwamen de treinen regelmatig binnen. Slechts enkele hadden door het vastraken der wissels een paar minuten oponthoud. Ook de buitenlandsche treinen hadden zoo goed als geen vertraging. Verder vernemen wij, dat ook op het z.g. midden-net. waar de meeste tremen samen komen, niet de minste last van den sneeuw val weid ondervonden. Voor zoover viel na te gaan hebben zich ook in andere deelen van het land geen opstoppingen van be- teekenis voorgedaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 5