Een belangrijke Suikerconferentie
«Mora*
De Oslo-moeilijkheden
op komst.
Verborgen Schoonheid...
zijn niet gering.
DIGESTIF RENNIE
VRIJDAG 12 MAART 1937
HAARDE M'S D A GJ3 E A D'
Eindelijk bindende besluiten te wachten?
Verhooging van den prijs.
Kansen voor internationale
overeenkomst niet ongunstig.
Ti de economische geschiedenis van de sui
kerproductie en distributie vinden wij
herhaialdelijik gewag' gemaakt van inter
nationale conferenties, welks ten doel
hadden de voortbrenging van het artikel in
overeenstemming met de behoefte te brengen.
In nagenoeg ieder geval was de voort
brengen, hetzij geleidelijk, hetzij plotseling
zoodanig gestegen, dat, aangezien het ver
bruik slechts geregeld en geleidelijk toenam,
er te eeniger tijd een te veel aan beschikba
ren voorraad ontstond, dat op den wereldprijs
een nadeeligen invloed oefende. Tot ongeveer
het midden der 19de eeuw hadden de rietsui-
feerproduceerende landen in de behoefte aan
suiker kunnen voorzien en toen aiis een gevolg
van die afschaffing van de slavernij de pro
ductie van de Antilles afnam, kon het daar
door ontstaande tekort geleidelijk worden aan
gevuld door die van de zich uitbreidende Euro
peesche beetwortelsuiikerindiistrie. Aangezien
deze op de vrije markt niet met de rietsuiker
kon concurreeren, kwamen de regeeringen der
beetwortelprodueeerende landen er geleidelijk
toe de in het land geproduceerde suiker finan
cieel te begunstigen. Dit geschiedde in het
eerst door het verleenen van faciliteiten bij
de belastingheffing, hetzij open of vermomd
en later zelfs door het verstrekken van premie
op den uitvoer. Het zou ons veel te ver voeren,
indien wij in dit opstel doorgingen op de vele
en velerlei wijzen, waarop deze begunstigingen
of privileges werden gebaseerd en tot uitvoe
ring werden gebracht en wij vermelden alleen,
dat reeds in het jaar 1886 Lord Salisbury de
eerste internationale suikerconferentie te Lon
den bijeenriep, teneinde tot algeheele afschaf
fing van suikerpremiën te geraken.
Alhoewel de meeste continentale t>eetwortel-
suikerproduceerende rijken gaarne van den
zwaren last der subsidies af zouden willen ko
men, was hun onderlinge mededinging zoo
groot, dat niemand zijn buurman den afzet
op de zoo begeerde overzeesohe markten gunde
en liever den strijd voortzette. Het duurde tot
het jaar 1902 eer men door den dwang, welken
de Britsohe Minister Chamberlain vermocht
uit te oefenen, de Brusselsche Conventie kon
sluiten, waarbij 'de contractanten zich verbon
den alle premiën en privileges bij de produc
tie en de distributie van suiker af te schaffen
en gedurende den duur der Conventie niet
weder in 'te stellen.
Dit was nu wel in zekeren zin een mooi suc
ces, doch daar de overeenkomst slechts tus-
sohen acht produceerende landen en één groot
verbruikend werd gesloten, bleven alle an
deren vrij hun houding in dezen te bepalen.
Daardoor konden landen, die tijdens het
sluiten der Conventie geen merkbaren invloed
op den wereldhandel hadden, meer op den
voorgrond komen, zoodat de Conventie voor
de aangesloten productielanden eer een be
lemmering dan een voordeel werd.
Alhoewel de Conventie, met eenige wijzi
ging tot het jaar 1907, later tot 1912 en
daarna tot 1918 werd verlengd en ied'eren
keer verzwakt werd. maakte de oorlog van
19141918 door de vele verboden van invoel
en van uitvoer en door blokkade er automa
tisch een einde aan, dat in het jaar 1917
ook de jure werd bezegeld.
Engeland wilde vrijheid.
De Britsche .regeering wenschte in 1918
over te gaan totohet verleenen van voorrech
ten aan de in eigen koloniën en gebieden en
op eigen bodem voortgebrachte suiker en
haar volle vrijheid in dezen te hernemen,
om welke redenen zij de Conventie opzegde.
Dit besluit, dat eigenlijk alleen den toen be-
staanden toestand vastlegde en er geen groote
wijziging in bracht, gaf ieder de volle vrij
heid van handelen terug, zoodat er daardoor
weder een tijdperk van internationale zelf
standigheid op het gebied van de suikerpro
ductie en distributie intrad. Zoowel direct als
indirect was er door den oorlog een groote
wijziging in den toestand gekomen. De
groote Europeesohe suiker.producenten
Duitschland, Oostenrijk, Hongarije, Rusland,
en Frankrijk, die in het laatste kwartaal der
vorige eeuw en zelfs, in mindere mate ook
na 1903 groote hoeveelheden suiker naar
Groot-Brittannië, de Vereenigde Staten en
Britsoh-Inclië hadden uitgevoerd, waren tot
de bevrediging hunner eigen zeer beperkte
behoefte teruggebracht. Daarentegen hadden
de Vereenigde Staten van Amerika met hun
overzeesche bezittingen en verder Cuba en
Java him voortbrenging sterk uitgebreid.
Formosa, Australië, Zuid-Afrika, Peru, San
Domingo, Mozambique, enz. enz. konden
steeds "grootere hoeveelheden suiker opleve
ren. Vele landen, die voorheen van het arti
kel moesten invoeren, konden nu hun over
productie op de wereldmarkt aanbieden.
Toen na het sluiten van den wapenstilstand
in 1918 de Europeesche suikernijverheid po
gingen aanwendde om het verloren terrein
te henvinnen, was d'e toestand zoo, dat er
weliswaar geen noemenswaardige voorraad
aanwezig was, doch dat het productieappa
raat van de rietsuikerlanden zoo was ver
groot. dat reeds in 1925 een aanzienlijk over
schot de wereldmarkt ontwrichtte. Men moet
wel in het oog houden, dat na den wereld
oorlog nagenoeg ieder land hetwelk groote
bezwaren met zijn suikervoorziening had on
dervonden, moeite deed in eigen behoefte te
voorzien. Dientengevolge kromp de hoe
veelheid, die van buitenlands, d'.w.z. door de
wereldmarkt moest worden aangevoerd, niet
tegenstaande een aangroeiend suikerverbruik
steeds in.
Waren nog in den oorlogstijd vele suiker-
invoerende landen over, daar beperkte zich
reeds in 1925 hun getal zich tot Groot-
Brittannië met Canada en Nieuw Zeeland,
tot Britsch-Indië, tot China, zoowel door
directen invoer als over Hongkong en Japan
en tot eenige Europeesohe landen, zooals
Noorwegen, Zwitserland, Turkije en Grie
kenland en het was juist de verdeeling van
het exced'ent der suiker uitvoerende landen
Cuba, Java. Duitschland. Tseeho-Slowakije,
Hongarije, Polen enz. welk het oogmerk der
vele elkander na 1927 opvolgende suiker-con
ferenties uitmaakte. Van November 1927 tot
Mei 1931 vonden de onderhandelingen inzake
de Ohadbourne overeenkomst plaats, wel
ke ten doel hadden om door con tingen teering
van de uitvoeren der contracteerende landen
van zelf tot een productiebeperking en
Tot ons genoegen vonden wij
Dr. H. C. Prinsen Geerligs te
Amsterdam bereid speciaal voor
ons blad, een artikel te schrijven
over de internationale suiker
conferentie, welke in het begin
van de volgende maand in
Londen zal worden gehouden.
De schrijver geeft in dit artikel
een overzicht van de reeds ge
houden conferenties, benevens
van de maatregelen, die men
heeft genomen om productie en
vraag in evenwicht te brengen.
daardoor tot een stijging van den wereldprijs
te geraken.
De contractanten Cuba, Java, Duitschland,
Tsjecho-Slowakije, Hongarije, Polen, België,
Peru en Joego-Slavië hielden zich stipt aan
de overeenkomst, beperkten de uitvoeren
zelfs tot ver beneden het toegestane bedrag,
krompen hun voorraden, zelfs hun productie
in, doch het doel. de stijging van den wereld
prijs, werd niet bereikt.
Andere producenten, te weten Groot-Brit
tannië, met zijn kroon koloniën. Britsch-
Indië, de Philippijnen, Puerto Rico, Japan
enz. verhoogden zoodanig hun suikerpro
ductie, dat de hoeveelheid suiker, die de vrije
markt behoefde, ieder jaar minder werd. De
basiscijfers, die voor de Ohadbourne-plannen
tot grondslag hadden gediend, werden in de
verte niet behaald (contingent 25.108.40 ton
werkelijke uitvoer 15.803.561 voor de 5 ja
ren van alle aangesloten landen), zoodat het
bleek, dat een contingenteering van hypothe
tische behoefte 5 jaren te voren over een
klein aantal deelnemers niet tot een goed
einde kon voeren. Gelijk men weet, is dan
ook na 1935 de Chadbourne-overeenkomst
niet vernieuwd.
Een nieuw geluid.
Een geheel nieuw geluid werd dan ook ver
nomen tijdens de „Economische Wereldconfe
rentie te Londen" in 1935.
Hoewel die conferentie zelve geen tastbare
resultaten heeft gehad was de suikersectie
in zooverre een succes, dat daar de aanvang
werd gemaakt van een geheel nieuw plan.
In plaats van een zeer beperkt aantal deel
nemers, die alle verplichtingen op zich ne
men en d'e niet aangeslotenen vrijlaten in
hun bewegingen, zou de nieuw te sluiten
overeenkomst uitgebreid moeten worden over
zoo veel mogelijk alle gegadigden, waarvan
te Londen werden genoemd; Unie van
Z.-Afrika Duitschland, Argentinië. Australië,
Oostenrijk, België, Brazilië, Vereenigd Ko
ninkrijk, Cuba, San Domingo, Egypte, Ver
eenigde Staten van Amerika, Frankrijk,
Hongarije, Britsch-Indië, Italië, Japan,
Mexico, Nederland (ook voor Java). Peru,
Unie van Russische Sovjet republieken en
Joego-Slavië, terwijl de toetreding van ande
ren eveneens zeer gewenscht werd geacht.
Deze zouden zich moeten verbinden gedu
rende een tijdperk van tien jaren geen nieuwe
suikerfabrieken op te richten, noch de capaci
teit der. bestaande uit te breiden, noch des
tijds niet werkende fabrieken weder in
werking te brengen. Zij moesten zich ver
binden geen nieuwe premie aan de productie,
noch aan den uitvoer van suiker toe te ken
nen en ook de bestaande tarieven tot 1 Sep
tember 1935 niet met een grooter bedrag dan
70 pet. ad valorem te verhoogen. Doordat in
het jaar 1935 zoowel de Vereenigde Staten
als het Vereenigd Koninkrijk interne sui
kerregelingen hadden getroffen, waarvan de
resultaten nog niet konden worden over
zien, werd de conferentie tot een later te be
palen datum uitgesteld, die nu op 5 April 1937
is bepaald. Uitgenoodigd zijn nu de regee-
rings-gedelegeerden van Zuid-Afrika, Austra
lië. België. Canada. China, Cuba. San Do
mingo, Duitschland. Vereenigd Koninkrijk,
Britsch-Indië. Frankrijk, Hongarije, Italië.
Japan, Nederland, Peru. Polen. Portugal.
Unie van Russische Sovjet republieken,
Tsjecho-Slowakije, Vereenigde Staten en
Joego-Slavië.
Deze uitnoodiging bevat deze beide zeer
algemeen genomen punten:
lste Verhooging van den wereldprijs van
suiker.
2de Mogelijkheid zulk een verhooging te
bewerkstelligen door een overeenkomst die een
wijziging van de contingenten te weeg brengt,
in positieven zin, in geval van een tekort als
in negatieven zin, in geval van een te veel op
de wereldvraag van suiker.
Het is tot heden onbekend, welke voor
stellen ter sprake zulllen komen, doch uit de
studie van den tegenwoordigen toestand,
meenen wij het volgende te mogen veronder
stellen.
Suikerproductie thans gelijk
aan het verbruik.
Op dit oogenblik is de wereldsuikerproductie
ongeveer gelijk aan het, suikerverbruik, waar
bij men voor het laatst genoemde een regel
matige stijging met ongeveer 3 pet. per jaar
mag aannemen.
De suikerproductie is voor de Vereenigde
Staten zoodanig geregeld, dat het land zelf
met de overzeesche bezittingen en de eilan
dengroepen en het eiland, met welke overeen
komsten zijn gemaakt, een eenheid voorstelt,
die niets van buiten noodig heeft en voor
Cuba een uitvoeroverschot laat. dat plaatsing
zoekt, doch hetwelk door regeeringsbeslui-
ten binnen grenzen wordt gehouden. De
suikerproducenten van de Britsche gebieden
en koloniën over zee (Britsch-Indië is daar
van uitgesloten) genieten bij invoer van hun
product in het moederland een ruim rabat op
het invoerrecht tot een praktisch onbeperkte
hoeveelheid. Bovendien ontvangen tot een
zeker maximum de Kroonkoloniën nog een
extra rabat.
Tenslotte wordt aan de aaneengesloten pro
ducenten en raffinadeurs in het binnenland
een subsidie en accijnsbegunstiging verleend,
die hen in staat stelt zelfs bij lagen we
reldprijs behoorlijke winsten te maken. Ook
Canada geeft aan Britsche suiker groote ra
batten op het invoerrecht en dientengevolge
vormt het Britsche Wereldrijk een aaneen
gesloten geheel, waarvan de leden hun over
schot aan suiker naar het moederland of naar
Canada kunnen zenden. De andere deelen
van het Rijk. die nog bovendien suiker be
hoeven. te weten Straits Settlements, Nieuw
Zeeland en eenige kleinere gebieden in de
Middellandse he Zee en Afrika gaan ter
markt waar het hun belieft.
Alleen wat die landen nog meer behoeven,
hetgeen in de laatste jaren is verminderd,
moet uit de vrije markt worden opgeleverd.
Tengevolge van zijn invoerverboden en uit
voerregelingen kan het groote Russische
Rijk als een op zichzelf staand geheel worden
beschouwd, dat geheel onafhankelijk van
statistische overwegingen desnoods groote
hoeveelheden suiker kan uitvoeren, als dit.
gewenscht zou zijn, of hen binnenslands
distribueeren, zoo men dit zou verkiezen.
De Fransche suikerproducenten hebben
met hunne collega's in de Koloniën in de An
tilles en Réunion een overeenkomst gesloten,
waarbij zij met in achtneming van een ze
kere marge, hun productie in overeenstem
ming brengen met de behoefte. Alleen het
geen bovendien noodig is voor de gebieden
in Afrika wordt in den vorm van ruwe suiker
van het buitenland gekocht en na raffinage
uitgevoerd.
Portugal verdeelt zijn suikerinvoer tus-
schen zijn bezittingen in Oost- en West-
Af rika.
Nederland doet thans praktisch hetzelfde,
met hetgeen het boven de eigen productie
voor zijn raffinaderijen behoeft.
In nagenoeg ieder ander Europeesch con
tinentaal productieland wordt vanwege de
semi-oft'icieele lichamen de suikerproductie
gecontroleerd en aan de behoefte toegepast.
Gelijk men weet. is zulks op Java ook het
geval, en eveneens in Japan. Australië en
vele andere landen. Men weet verder, dat de
Internationale Raad van de Chadbourne
overeenkomst nog steeds in wezen is en veel
moeite doet om de uitvoercontlngenten van
de oude deelnemers te handhaven. Er is dus
reeds een reeks van kernpunten voorhanden,
omwelke een geheele wereldafspraak zou
kunnen kristalliseer en. die zich slechts teil
doel stelt, niet slechts in de toekomst van 5
jaren, dich geregeld met kennis van zaken de
productie te regelen naar de behoefte. Wat is
thans het geval. Praktisch zijn Groot Brit-
tannië en Canada en Nieuw Zeeland met
eenige Europeesche Landen en China de
eenige koopers van suiker op de vrije markt
en een aantal Europeesche landen bene
vens Cuba, Java, Peru, San Domingo. Bra
zilië, en eenige kleinere producenten wenschen
die te bedienen en het is dus voor den kooper
geen groote moeilijkheid om bij eenigszins
grooten verkoopdrang lage prijzen te bedin-
gen.
Toen die markt steeds inkromp, en de
contingenten op een ruimeren afzet waren
berekend, was aan de voorwaarde voldaan,
gelijk onze ervaring ons heeft geleerd.
Lage wereldprijzen waren daarvan het ge
volg en om de suikerindustrie in stand te
doen blijven, waren regeeringssubsidies, het
zij open of bedekt, noodig.
In Groot-Brittannië werden, buiten de
reeds genoemde rabatten, van de Rijksvoor
keur. sedert het begin van de industrie tot
1936 ruim 37 millioen pond sterling aan di
recte subsidiën gegeven, of veel meer en ge
durende veel langeren tijd dan waarop men
oorspronkelijk gerekend had. Ten tijde, waar
op de subsidieering had moeten eindigen,
moest, de regeering haar verlengen, om
dat- de lage prijs, dien de suiker op
bracht. die verlenging wel noodzakelijk
maakte. Het is dus wel te begrijpen, dat de
Britsche regeering met graagte ieder doel
treffend middel zal toepassen om den wereld
prijs te doen stijgen, waardoor hetgeen zij
aan de industrie bijpast zou verminderen.
In dit geval, waar buiten China zoowel op
directen weg als via Hongkong en Japan prak
tisch Groot-Brittannië met Canada. Nïeuw-
Zeeland en nog eenige Britsche gebieden de
eenige kooper op de wereldmarkt is. zal dat
land" op. de conferentie veel gewicht in de
schaal kunnen leggen. Waar verder vele
andere regeeringen even gaarne van de sub-
sidieeringsverplichting zouden worden ont
slagen. zal op een hartelijke samenwerking
om" tot prijsverhooging te komen, tenminste
tot het- bedrag van een redelijken kostprijs
gerekend mogen worden.
Uit de zeer korte uitnoodiging blijkt dat de
conferentie beoogt, door onderlinge overeen
komst geregeld de productie in overeen
stemming te brengen met de behoefte en te
dien einde eerstgenoemde niet kunstmatig
op te drijven.
Algemeen overleg.
Het contingenteeren van een van te
voren berekend uitvoerquantum heeft ge
faald, omdat dit quantum veel kleiner werd
dan waarop men gerekend had en omdat
het aantal contractanten te klein was te
genover dat dergenen, die niet gebonden
waren. Zou men nu door algemeen overleg
tot een overeenkomst kunnen geraken, waar
bij zooveel mogelijk alle belanghebbenden
zorgdragen door regeling van ieders indivi-
dueele voortbrenging de vorming van onver
teerbare op de markt drukkende overschot
ten te beletten, dan zal er kans bestaan op
een stijging van den prijs tot een peil. waar
op in de voor de suikerproductie geschikte
landen de industrie op eigen voeten kan
staan, doch waarbij uitbreiding ten koste
van anderen vermeden wordt.
Of de nieuwe conferentie zulks zal berei
ken, of in ieder geval de productie en dis
tributie van suiker in goede banen zal lei
den, is een vraag, die wij onbeantwoord
moeten laten, maar het feit, dat na vier jaar
voorbereiding de uitnoodigingen zijn verzon
den, brengt ons tot de verwachting, dat de
tijden nu voor internationale overeenkom
sten op suikergebied gunstiger zijn dan in
1886 of zelfs in 1933
VAN HEES' WITKALK
maakt na
éénmaal witten het vuilste plafond en
den zwartsten muur SNEEUWWIT.
FIRMA KLINKSPOOR
Apotheker-assistent
KAMPERSINGEL hoek Kamperstraat
TELEFOON 16074
(Adv. ingez. Med.)
NED. NATUl'RHIST. VEREENIGING.
Zondagmorgenwandeling.
Zondag 14 Maart zal de afd. Haarlem en
omstreken van de Nederlandsche Natuurhis
torische Vereeniging een ochtendwandeling
door het oude buiten „Meerenberg" aan den
Glipperweg te Haamstede maken, onder
leidin van den heer G. Gert# randa. Na af
loop zal een bezoek aan Groenendaal ge-
'ft t worden.
Samenkomst 9.30 uur bij den ingang" van
„Groenendaal".
Vele vrouwen zouden bijzonder bekoorlijk zijn
als zij niel zulk dof en glansloos haar hadden.
Zij kennen de moderne, volmaakte haarverzor-
ging nog niel met Blondona en Brunetta. Zij
weten nog niet, dat Blondona het beroemde
Kamilloflor bevat; en dat Brunetta door het
speciale preparaat Hequil, het volmaakte was
middel is voor donker haar. Eén enkele proef met
Blondona of Brunetta en U behoort tot de
grote schare van enthousiaste verbruiksters. Ook
zult U bemerken, dat na gebruik het drogen van
net haar verrassend snel gaat, hetgeen met eefi
verwarmde badhanddoek nog bespoedigd wordt-
8LOHOHAA* I
WAARBORGEN VOLMAAKTE HAARVERZ OR6IN6
V.HA7-0331.A
(Adv. Ingez. Med.)
Geheel ongelijke grootheden
om de conferentietafel.
Het oog moet
op Engeland
gericht blijven.
De kansen om tot nauwere economische
samenwerking te geraken mogen onder geen
enkele omstandigheid ongebruikt gelaten
worden. Zeker geldt dat voor de kleinere
staten. En al zou dit samenkomen geen di
recte, materieele voordeelen opleveren, dan
nog gaat er een beteekenis van uit, die
waarschijnlijk veel grooter is dan velen den
ken. Alleen het streven tot die nauwere sa
menwerking moet alle hulde verdienen. Dit
initiatief werkt- ongetwijfeld heilzaam op de
geestesgesteldheid van allen, die al of niet om
de conferentietafel zaten, of die er alleen
behagen in scheppen de beteekenis dezer
gebeurtenis te kleineeren.
Niet voor niets herinnert de „Times" er
aan. dat het eventueel scheppen van een
laag-tarievengebied van groote beteekenis is
en schreef de „Manchester Guardian", dat
het initiatief der „lage" landen ook de En-
gelsche regeering ter harte behoort te gaan.
Wil men zich rekenschap geven van de be
teekenis van de op 22 December 1930 te Oslo
gemaakte afspraak tusschen ons land, Bel
gië en de Scandinavische landen, waarbij
men zou trachten het internationale ruilver
keer te bevorderen, dan zijn de practische
consequenties van dit overleg beperkt tot
een wederzijdsche hoffelijkheid. Meer niet.
Twee jaren later beoogde het verdrag van
Ouchy de invoering van een stelsel van voor
keursrechten tusschen ons land en België,
hetwelk onuitvoerbaar bleek door de hou
ding van Engeland, welk land geen afstand
wenschte te doen van de voordeelen. ver
bonden aan de meest begunstigingsclausule.
Andermaal wagen de Oslo-staten een po
ging om tot verbetering van den handel on
derling te geraken en de mogelijkheid te
overwegen eendrachtig naar buiten op te
treden.
De statistische cijfers omtrent den handel
tusschen de Oslo-staten geven eenige aan
wijzingen omtrent de mogelijkheden, al
spreekt het van zelf. dat deze gegevens geen
volledig uitsluitsel kunnen verstrekken. Uit
een en ander volgt in ieder geval, dat met
name voor ons land het handelsverkeer met
onze Zuidelijke naburen veel grooter is dan
met de overige Oslo-staten, Tegenover een
waarde van den uitvoer van ons land naar
België in 1936 ten bedrage van ruim 81 mil
lioen gulden, was de uitvoer in dat jaar naar
Zweden bijna 20. naar Denemarken 5, naar
Noorwegen ruim 6 en naar Finland circa 4
millioen gulden. De invoercijfers uit deze
respectievelijke landen naar Nederland be
droegen in het afgeloopen jaar voor België
bijna 119, voor Zweden 16. voor Denemarken
ongeveer 4 en voor Noorwegn en Finland
ieder circa 7 millioen gulden. De overwegen
de positie van België blijkt uit deze gegevens
overduidelijk. Naast deze vergelijking is ook
een splitsing mogelijk naar de verschillende
producten-groepen. Gaat men daartoe over
en houdt men voorts rekening met de 'be
staande con tin gen teeringen, dan zal waar
schijnlijk blijken, dat het. voor ons land
moeilijk zal zijn tot een intensiever handels
verkeer te geraken met de Scandinavische
landen
De moeilijkheid schuilt waarschijnlijk hier
in, dat geheel ongelijke grootheden om de
conferentietafel zijn gaan zitten. Deze verhou
dingen mogen evenwel geen aanleiding vor
men om dit samenzijn bij voorbaat als nut
teloos te beschouwen. Want geen enkele der
Oslo-staten kan er wel bij varen, dat men
de autarkische tendenzen tot het uiterste
doorvoert. Vandaar dan ook, dat Ir. Plate in
de Nederlandsche Mercuur van 25 Februari
1937 aanbeveelt om te geraken tot een gra
dueel en percentsgewijze verlagen van doua
netarieven over de geheele linie. Een mid
del, dat uitmunt door zijn eenvoud en waar
van een groote beteekenis naar buiten kan
uitgaan. Daarbij zou overwogen kunnen wor
den om deze verlaging trapsgewijze tot stand
te brengen, terwijl ook een verruiming van
contingenten daaraan zou kunnen worden
verbonden.
Die ongelijkvormigheid treedt ook duide
lijk naar voren ten aanzien van onzen in-
dustrieelen export. Ons land verkeert in dat
opzicht zeker niet in een gunstige positie.
Zweden en België zijn op dat gebied onze
groote concurrenten en het is de vraag, of
wij eenig voordeel kunnen bereiken. Daar
naast is Denemarken onze meest ernstige
concurrent op het gebied van den agrari-
schen uitvoer.
Het heeft geen zin deze moeilijkheden
weg te doezelen. Zij bestonden ook bij vorige
besprekingen. Het feit. dat men. niettegen
staande de ondervonden teleurstelling, het
contact heeft bestendigd en op nieuw een
poging doet iets te bereiken, is toe te jui
chen. Er bestaat een kans om een invloed
ten goede uit te oefenen. Desnoods laat
men het ook thans maar bij woorden, in de
hoop dat men binnen afzienbaren tijd tot
daden kan overgaan.
Maar ook thans zal men het oog op En
geland gericht moeten houden. Dit land
heeft den sleutel in handen voor de toekom
stige oplossing. Het feit van de onderhande
lingen tusschen de Oslo-stoten moet op zich
zelf reeds een meer of minderen invloed uit
oefenen op andere stoten De wil iets in dit
opzicht te bereiken mag niet onderschat
worden. Reeds meer dan eens is gebleken.
(Jat het blijven doorhameren tenslotte tot
succes leidt. De „kleinere" stoten doen daar
toe een eerlijke poging. Men kan slechts wen
schen. dat in ieder geval iets bereikt zal wor
den. Moeilijkheden en vooral ln dezen tijd
zijn er nu eenmaal om overwonnen te
worden
MOLLERUS.
Overzuring der maag
Na jaren eindelijk verlossing
„Sedert een tiental jaren had ik last van een
overzuring der maag. Door allerlei middelen
zocht ik verlossing van deze lasten, doch
waren de resultaten steeds nihil, tot ik door
een toeval kennis maakte met Digestif
Rennie Pastilles. Zij hebben bij mij een waar
wonder teweeggebracht en kan ik niet na
laten U mijn enthousiasme te betuigen." Dit
schreef ons de heer G. F. te N.
Digestif Rennie Pastilles bestrijden het over
tollige maagzuur op een geheel nieuwe wijze,
n.l. door het te neutraliseeren en te absor-
beeren, terwijl de pancreatine en pepsine,
die zij bevatten, de spijsvertering krachtig
bevorderen. Digestif Rennie Pastilles zijn
verkrijgbaar bij alle apothekers en erkende
drogisten a ƒ0.40 per pakje en 1.25 per groot
pak. omzetbelasting inbegrepen.
PASTILLES
(Adv. Ingez. Med.)
Luchtbeschermingsoefening in
Gelderland.
Verkenningsvlucht boven het verduisterde
gebied.
Gisteren is in de provincie Gelderland een
luchtbeschermingsoefening gehouden, welke
haar bekroning vond in dc verduistering' van
het geheele gebie:d der oefening gisteravond
tusschen acht en tien uur. Voor de eerste
maal geschiedde dit in Gelderland onder de
nieuwe luchtbeschenningswet, die de bur
gerij den plicht oplegt aan de oefening mede
te werken door in de huizen de lichten te
dooven of zoodanig af te schermen, dat zij
van buiten niet zichtbaar zijn.
Een nieuw element in de oefening brach
ten ook de spoorwegen, die weliswaar ook
vroeger hun medewerking verleenden, doch
ditmaal eenige bijzondere maatregelen had
den genomen, o.a. door het aanbrengen van
een speciale verlichting van het stationssein
huis te Dieren, van den spoorwegoverweg bij
Eist en van de electrische seininstallatie bij
Ressen-Bemmel en Wolfheeze. Bovendien
hadden de spoorwegen de Geldersche auto
riteiten in de gelegenheid gesteld van den
grond af de verduisteringsproef te contro
leeren van een motortrein uit. die te 20.08
uur uit Nijmegen vertrok om via Arnhem,
Dieren, Doesburg en Apeldoorn de donkere
provincie te doorkruisen, wat met een auto
met afgeschermde lichten nauwelijks mo
gelijk zou zijn geweest.
Slechts een kleine groep personen nam
deel aan de verkenningsvlucht boven Gel
derland, die ten doel had de verduistering
uit de lucht te controleeren. Tot hen be
hoorde o.a. de adjunct-inspecteur van de
luchtbescherming, kapitein J. H. van Riesen
en de heer Posthumus Meyes van de Neder
landsche Spoorwegen,
Zij scheepten zich te ruim 8 uur op Schip
hol in in het Douglasvliegtuig der KLM., de
..Jan van Gent", die bestuurd werd door den
piloot Fuchs Aan boord van dit vliegtuig
had de AVRO een kortegolfzender geïnstal
leerd. die met een capaciteit van circa 10
watt op een golflengte van 92.3 meter in
verbinding kon blijven met vijf kortegolf-
ontvangposten te Hilversum. Apeldoorn, Zut-
fen, Arnhem en Nijmegen. Deze posten wa
ren verbonden met den zender te Hilversum
en konden op de gewone 1875 Meter-golf, dus
hoorbaar voor alle luisteraars, ook met het
vliegtuig spreken, waar de heer W. Vogt een
reportage verzorgde die geheel door de ra
dioluisteraars kon worden gehoord.
De speciale verlichlingsmaatregelen der
spoorwegen bij de seinhuizen te Ressen-
Bemmei en Wolfheeze schenen afdoende tc
zijn. Althans was van de seinhuizen niet veel
waar te nemen. Ook was tijdens de geheele
vlucht boven het verduisterde gebied in te
genstelling tot vorige vluchten geen enkele
trein te zien, hoewel het vliegtuig verschei
dene treinen moest zijn gepasseerd, die ech
ter alle op speciale wijze hun lichten hadden
geblindeerd.
Verschillende steden konden echter nog
vrij gemakkelijk worden gevonden. Vooral
Apeldoorn en Arnhem waren gemakkelijk te
herkennen.