Een belangrijke Suikerconferentie «Mora* De Oslo-moeilijkheden op komst. Verborgen Schoonheid... zijn niet gering. DIGESTIF RENNIE VRIJDAG 12 MAART 1937 HAARDE M'S D A GJ3 E A D' Eindelijk bindende besluiten te wachten? Verhooging van den prijs. Kansen voor internationale overeenkomst niet ongunstig. Ti de economische geschiedenis van de sui kerproductie en distributie vinden wij herhaialdelijik gewag' gemaakt van inter nationale conferenties, welks ten doel hadden de voortbrenging van het artikel in overeenstemming met de behoefte te brengen. In nagenoeg ieder geval was de voort brengen, hetzij geleidelijk, hetzij plotseling zoodanig gestegen, dat, aangezien het ver bruik slechts geregeld en geleidelijk toenam, er te eeniger tijd een te veel aan beschikba ren voorraad ontstond, dat op den wereldprijs een nadeeligen invloed oefende. Tot ongeveer het midden der 19de eeuw hadden de rietsui- feerproduceerende landen in de behoefte aan suiker kunnen voorzien en toen aiis een gevolg van die afschaffing van de slavernij de pro ductie van de Antilles afnam, kon het daar door ontstaande tekort geleidelijk worden aan gevuld door die van de zich uitbreidende Euro peesche beetwortelsuiikerindiistrie. Aangezien deze op de vrije markt niet met de rietsuiker kon concurreeren, kwamen de regeeringen der beetwortelprodueeerende landen er geleidelijk toe de in het land geproduceerde suiker finan cieel te begunstigen. Dit geschiedde in het eerst door het verleenen van faciliteiten bij de belastingheffing, hetzij open of vermomd en later zelfs door het verstrekken van premie op den uitvoer. Het zou ons veel te ver voeren, indien wij in dit opstel doorgingen op de vele en velerlei wijzen, waarop deze begunstigingen of privileges werden gebaseerd en tot uitvoe ring werden gebracht en wij vermelden alleen, dat reeds in het jaar 1886 Lord Salisbury de eerste internationale suikerconferentie te Lon den bijeenriep, teneinde tot algeheele afschaf fing van suikerpremiën te geraken. Alhoewel de meeste continentale t>eetwortel- suikerproduceerende rijken gaarne van den zwaren last der subsidies af zouden willen ko men, was hun onderlinge mededinging zoo groot, dat niemand zijn buurman den afzet op de zoo begeerde overzeesohe markten gunde en liever den strijd voortzette. Het duurde tot het jaar 1902 eer men door den dwang, welken de Britsohe Minister Chamberlain vermocht uit te oefenen, de Brusselsche Conventie kon sluiten, waarbij 'de contractanten zich verbon den alle premiën en privileges bij de produc tie en de distributie van suiker af te schaffen en gedurende den duur der Conventie niet weder in 'te stellen. Dit was nu wel in zekeren zin een mooi suc ces, doch daar de overeenkomst slechts tus- sohen acht produceerende landen en één groot verbruikend werd gesloten, bleven alle an deren vrij hun houding in dezen te bepalen. Daardoor konden landen, die tijdens het sluiten der Conventie geen merkbaren invloed op den wereldhandel hadden, meer op den voorgrond komen, zoodat de Conventie voor de aangesloten productielanden eer een be lemmering dan een voordeel werd. Alhoewel de Conventie, met eenige wijzi ging tot het jaar 1907, later tot 1912 en daarna tot 1918 werd verlengd en ied'eren keer verzwakt werd. maakte de oorlog van 19141918 door de vele verboden van invoel en van uitvoer en door blokkade er automa tisch een einde aan, dat in het jaar 1917 ook de jure werd bezegeld. Engeland wilde vrijheid. De Britsche .regeering wenschte in 1918 over te gaan totohet verleenen van voorrech ten aan de in eigen koloniën en gebieden en op eigen bodem voortgebrachte suiker en haar volle vrijheid in dezen te hernemen, om welke redenen zij de Conventie opzegde. Dit besluit, dat eigenlijk alleen den toen be- staanden toestand vastlegde en er geen groote wijziging in bracht, gaf ieder de volle vrij heid van handelen terug, zoodat er daardoor weder een tijdperk van internationale zelf standigheid op het gebied van de suikerpro ductie en distributie intrad. Zoowel direct als indirect was er door den oorlog een groote wijziging in den toestand gekomen. De groote Europeesohe suiker.producenten Duitschland, Oostenrijk, Hongarije, Rusland, en Frankrijk, die in het laatste kwartaal der vorige eeuw en zelfs, in mindere mate ook na 1903 groote hoeveelheden suiker naar Groot-Brittannië, de Vereenigde Staten en Britsoh-Inclië hadden uitgevoerd, waren tot de bevrediging hunner eigen zeer beperkte behoefte teruggebracht. Daarentegen hadden de Vereenigde Staten van Amerika met hun overzeesche bezittingen en verder Cuba en Java him voortbrenging sterk uitgebreid. Formosa, Australië, Zuid-Afrika, Peru, San Domingo, Mozambique, enz. enz. konden steeds "grootere hoeveelheden suiker opleve ren. Vele landen, die voorheen van het arti kel moesten invoeren, konden nu hun over productie op de wereldmarkt aanbieden. Toen na het sluiten van den wapenstilstand in 1918 de Europeesche suikernijverheid po gingen aanwendde om het verloren terrein te henvinnen, was d'e toestand zoo, dat er weliswaar geen noemenswaardige voorraad aanwezig was, doch dat het productieappa raat van de rietsuikerlanden zoo was ver groot. dat reeds in 1925 een aanzienlijk over schot de wereldmarkt ontwrichtte. Men moet wel in het oog houden, dat na den wereld oorlog nagenoeg ieder land hetwelk groote bezwaren met zijn suikervoorziening had on dervonden, moeite deed in eigen behoefte te voorzien. Dientengevolge kromp de hoe veelheid, die van buitenlands, d'.w.z. door de wereldmarkt moest worden aangevoerd, niet tegenstaande een aangroeiend suikerverbruik steeds in. Waren nog in den oorlogstijd vele suiker- invoerende landen over, daar beperkte zich reeds in 1925 hun getal zich tot Groot- Brittannië met Canada en Nieuw Zeeland, tot Britsch-Indië, tot China, zoowel door directen invoer als over Hongkong en Japan en tot eenige Europeesohe landen, zooals Noorwegen, Zwitserland, Turkije en Grie kenland en het was juist de verdeeling van het exced'ent der suiker uitvoerende landen Cuba, Java. Duitschland. Tseeho-Slowakije, Hongarije, Polen enz. welk het oogmerk der vele elkander na 1927 opvolgende suiker-con ferenties uitmaakte. Van November 1927 tot Mei 1931 vonden de onderhandelingen inzake de Ohadbourne overeenkomst plaats, wel ke ten doel hadden om door con tingen teering van de uitvoeren der contracteerende landen van zelf tot een productiebeperking en Tot ons genoegen vonden wij Dr. H. C. Prinsen Geerligs te Amsterdam bereid speciaal voor ons blad, een artikel te schrijven over de internationale suiker conferentie, welke in het begin van de volgende maand in Londen zal worden gehouden. De schrijver geeft in dit artikel een overzicht van de reeds ge houden conferenties, benevens van de maatregelen, die men heeft genomen om productie en vraag in evenwicht te brengen. daardoor tot een stijging van den wereldprijs te geraken. De contractanten Cuba, Java, Duitschland, Tsjecho-Slowakije, Hongarije, Polen, België, Peru en Joego-Slavië hielden zich stipt aan de overeenkomst, beperkten de uitvoeren zelfs tot ver beneden het toegestane bedrag, krompen hun voorraden, zelfs hun productie in, doch het doel. de stijging van den wereld prijs, werd niet bereikt. Andere producenten, te weten Groot-Brit tannië, met zijn kroon koloniën. Britsch- Indië, de Philippijnen, Puerto Rico, Japan enz. verhoogden zoodanig hun suikerpro ductie, dat de hoeveelheid suiker, die de vrije markt behoefde, ieder jaar minder werd. De basiscijfers, die voor de Ohadbourne-plannen tot grondslag hadden gediend, werden in de verte niet behaald (contingent 25.108.40 ton werkelijke uitvoer 15.803.561 voor de 5 ja ren van alle aangesloten landen), zoodat het bleek, dat een contingenteering van hypothe tische behoefte 5 jaren te voren over een klein aantal deelnemers niet tot een goed einde kon voeren. Gelijk men weet, is dan ook na 1935 de Chadbourne-overeenkomst niet vernieuwd. Een nieuw geluid. Een geheel nieuw geluid werd dan ook ver nomen tijdens de „Economische Wereldconfe rentie te Londen" in 1935. Hoewel die conferentie zelve geen tastbare resultaten heeft gehad was de suikersectie in zooverre een succes, dat daar de aanvang werd gemaakt van een geheel nieuw plan. In plaats van een zeer beperkt aantal deel nemers, die alle verplichtingen op zich ne men en d'e niet aangeslotenen vrijlaten in hun bewegingen, zou de nieuw te sluiten overeenkomst uitgebreid moeten worden over zoo veel mogelijk alle gegadigden, waarvan te Londen werden genoemd; Unie van Z.-Afrika Duitschland, Argentinië. Australië, Oostenrijk, België, Brazilië, Vereenigd Ko ninkrijk, Cuba, San Domingo, Egypte, Ver eenigde Staten van Amerika, Frankrijk, Hongarije, Britsch-Indië, Italië, Japan, Mexico, Nederland (ook voor Java). Peru, Unie van Russische Sovjet republieken en Joego-Slavië, terwijl de toetreding van ande ren eveneens zeer gewenscht werd geacht. Deze zouden zich moeten verbinden gedu rende een tijdperk van tien jaren geen nieuwe suikerfabrieken op te richten, noch de capaci teit der. bestaande uit te breiden, noch des tijds niet werkende fabrieken weder in werking te brengen. Zij moesten zich ver binden geen nieuwe premie aan de productie, noch aan den uitvoer van suiker toe te ken nen en ook de bestaande tarieven tot 1 Sep tember 1935 niet met een grooter bedrag dan 70 pet. ad valorem te verhoogen. Doordat in het jaar 1935 zoowel de Vereenigde Staten als het Vereenigd Koninkrijk interne sui kerregelingen hadden getroffen, waarvan de resultaten nog niet konden worden over zien, werd de conferentie tot een later te be palen datum uitgesteld, die nu op 5 April 1937 is bepaald. Uitgenoodigd zijn nu de regee- rings-gedelegeerden van Zuid-Afrika, Austra lië. België. Canada. China, Cuba. San Do mingo, Duitschland. Vereenigd Koninkrijk, Britsch-Indië. Frankrijk, Hongarije, Italië. Japan, Nederland, Peru. Polen. Portugal. Unie van Russische Sovjet republieken, Tsjecho-Slowakije, Vereenigde Staten en Joego-Slavië. Deze uitnoodiging bevat deze beide zeer algemeen genomen punten: lste Verhooging van den wereldprijs van suiker. 2de Mogelijkheid zulk een verhooging te bewerkstelligen door een overeenkomst die een wijziging van de contingenten te weeg brengt, in positieven zin, in geval van een tekort als in negatieven zin, in geval van een te veel op de wereldvraag van suiker. Het is tot heden onbekend, welke voor stellen ter sprake zulllen komen, doch uit de studie van den tegenwoordigen toestand, meenen wij het volgende te mogen veronder stellen. Suikerproductie thans gelijk aan het verbruik. Op dit oogenblik is de wereldsuikerproductie ongeveer gelijk aan het, suikerverbruik, waar bij men voor het laatst genoemde een regel matige stijging met ongeveer 3 pet. per jaar mag aannemen. De suikerproductie is voor de Vereenigde Staten zoodanig geregeld, dat het land zelf met de overzeesche bezittingen en de eilan dengroepen en het eiland, met welke overeen komsten zijn gemaakt, een eenheid voorstelt, die niets van buiten noodig heeft en voor Cuba een uitvoeroverschot laat. dat plaatsing zoekt, doch hetwelk door regeeringsbeslui- ten binnen grenzen wordt gehouden. De suikerproducenten van de Britsche gebieden en koloniën over zee (Britsch-Indië is daar van uitgesloten) genieten bij invoer van hun product in het moederland een ruim rabat op het invoerrecht tot een praktisch onbeperkte hoeveelheid. Bovendien ontvangen tot een zeker maximum de Kroonkoloniën nog een extra rabat. Tenslotte wordt aan de aaneengesloten pro ducenten en raffinadeurs in het binnenland een subsidie en accijnsbegunstiging verleend, die hen in staat stelt zelfs bij lagen we reldprijs behoorlijke winsten te maken. Ook Canada geeft aan Britsche suiker groote ra batten op het invoerrecht en dientengevolge vormt het Britsche Wereldrijk een aaneen gesloten geheel, waarvan de leden hun over schot aan suiker naar het moederland of naar Canada kunnen zenden. De andere deelen van het Rijk. die nog bovendien suiker be hoeven. te weten Straits Settlements, Nieuw Zeeland en eenige kleinere gebieden in de Middellandse he Zee en Afrika gaan ter markt waar het hun belieft. Alleen wat die landen nog meer behoeven, hetgeen in de laatste jaren is verminderd, moet uit de vrije markt worden opgeleverd. Tengevolge van zijn invoerverboden en uit voerregelingen kan het groote Russische Rijk als een op zichzelf staand geheel worden beschouwd, dat geheel onafhankelijk van statistische overwegingen desnoods groote hoeveelheden suiker kan uitvoeren, als dit. gewenscht zou zijn, of hen binnenslands distribueeren, zoo men dit zou verkiezen. De Fransche suikerproducenten hebben met hunne collega's in de Koloniën in de An tilles en Réunion een overeenkomst gesloten, waarbij zij met in achtneming van een ze kere marge, hun productie in overeenstem ming brengen met de behoefte. Alleen het geen bovendien noodig is voor de gebieden in Afrika wordt in den vorm van ruwe suiker van het buitenland gekocht en na raffinage uitgevoerd. Portugal verdeelt zijn suikerinvoer tus- schen zijn bezittingen in Oost- en West- Af rika. Nederland doet thans praktisch hetzelfde, met hetgeen het boven de eigen productie voor zijn raffinaderijen behoeft. In nagenoeg ieder ander Europeesch con tinentaal productieland wordt vanwege de semi-oft'icieele lichamen de suikerproductie gecontroleerd en aan de behoefte toegepast. Gelijk men weet. is zulks op Java ook het geval, en eveneens in Japan. Australië en vele andere landen. Men weet verder, dat de Internationale Raad van de Chadbourne overeenkomst nog steeds in wezen is en veel moeite doet om de uitvoercontlngenten van de oude deelnemers te handhaven. Er is dus reeds een reeks van kernpunten voorhanden, omwelke een geheele wereldafspraak zou kunnen kristalliseer en. die zich slechts teil doel stelt, niet slechts in de toekomst van 5 jaren, dich geregeld met kennis van zaken de productie te regelen naar de behoefte. Wat is thans het geval. Praktisch zijn Groot Brit- tannië en Canada en Nieuw Zeeland met eenige Europeesche Landen en China de eenige koopers van suiker op de vrije markt en een aantal Europeesche landen bene vens Cuba, Java, Peru, San Domingo. Bra zilië, en eenige kleinere producenten wenschen die te bedienen en het is dus voor den kooper geen groote moeilijkheid om bij eenigszins grooten verkoopdrang lage prijzen te bedin- gen. Toen die markt steeds inkromp, en de contingenten op een ruimeren afzet waren berekend, was aan de voorwaarde voldaan, gelijk onze ervaring ons heeft geleerd. Lage wereldprijzen waren daarvan het ge volg en om de suikerindustrie in stand te doen blijven, waren regeeringssubsidies, het zij open of bedekt, noodig. In Groot-Brittannië werden, buiten de reeds genoemde rabatten, van de Rijksvoor keur. sedert het begin van de industrie tot 1936 ruim 37 millioen pond sterling aan di recte subsidiën gegeven, of veel meer en ge durende veel langeren tijd dan waarop men oorspronkelijk gerekend had. Ten tijde, waar op de subsidieering had moeten eindigen, moest, de regeering haar verlengen, om dat- de lage prijs, dien de suiker op bracht. die verlenging wel noodzakelijk maakte. Het is dus wel te begrijpen, dat de Britsche regeering met graagte ieder doel treffend middel zal toepassen om den wereld prijs te doen stijgen, waardoor hetgeen zij aan de industrie bijpast zou verminderen. In dit geval, waar buiten China zoowel op directen weg als via Hongkong en Japan prak tisch Groot-Brittannië met Canada. Nïeuw- Zeeland en nog eenige Britsche gebieden de eenige kooper op de wereldmarkt is. zal dat land" op. de conferentie veel gewicht in de schaal kunnen leggen. Waar verder vele andere regeeringen even gaarne van de sub- sidieeringsverplichting zouden worden ont slagen. zal op een hartelijke samenwerking om" tot prijsverhooging te komen, tenminste tot het- bedrag van een redelijken kostprijs gerekend mogen worden. Uit de zeer korte uitnoodiging blijkt dat de conferentie beoogt, door onderlinge overeen komst geregeld de productie in overeen stemming te brengen met de behoefte en te dien einde eerstgenoemde niet kunstmatig op te drijven. Algemeen overleg. Het contingenteeren van een van te voren berekend uitvoerquantum heeft ge faald, omdat dit quantum veel kleiner werd dan waarop men gerekend had en omdat het aantal contractanten te klein was te genover dat dergenen, die niet gebonden waren. Zou men nu door algemeen overleg tot een overeenkomst kunnen geraken, waar bij zooveel mogelijk alle belanghebbenden zorgdragen door regeling van ieders indivi- dueele voortbrenging de vorming van onver teerbare op de markt drukkende overschot ten te beletten, dan zal er kans bestaan op een stijging van den prijs tot een peil. waar op in de voor de suikerproductie geschikte landen de industrie op eigen voeten kan staan, doch waarbij uitbreiding ten koste van anderen vermeden wordt. Of de nieuwe conferentie zulks zal berei ken, of in ieder geval de productie en dis tributie van suiker in goede banen zal lei den, is een vraag, die wij onbeantwoord moeten laten, maar het feit, dat na vier jaar voorbereiding de uitnoodigingen zijn verzon den, brengt ons tot de verwachting, dat de tijden nu voor internationale overeenkom sten op suikergebied gunstiger zijn dan in 1886 of zelfs in 1933 VAN HEES' WITKALK maakt na éénmaal witten het vuilste plafond en den zwartsten muur SNEEUWWIT. FIRMA KLINKSPOOR Apotheker-assistent KAMPERSINGEL hoek Kamperstraat TELEFOON 16074 (Adv. ingez. Med.) NED. NATUl'RHIST. VEREENIGING. Zondagmorgenwandeling. Zondag 14 Maart zal de afd. Haarlem en omstreken van de Nederlandsche Natuurhis torische Vereeniging een ochtendwandeling door het oude buiten „Meerenberg" aan den Glipperweg te Haamstede maken, onder leidin van den heer G. Gert# randa. Na af loop zal een bezoek aan Groenendaal ge- 'ft t worden. Samenkomst 9.30 uur bij den ingang" van „Groenendaal". Vele vrouwen zouden bijzonder bekoorlijk zijn als zij niel zulk dof en glansloos haar hadden. Zij kennen de moderne, volmaakte haarverzor- ging nog niel met Blondona en Brunetta. Zij weten nog niet, dat Blondona het beroemde Kamilloflor bevat; en dat Brunetta door het speciale preparaat Hequil, het volmaakte was middel is voor donker haar. Eén enkele proef met Blondona of Brunetta en U behoort tot de grote schare van enthousiaste verbruiksters. Ook zult U bemerken, dat na gebruik het drogen van net haar verrassend snel gaat, hetgeen met eefi verwarmde badhanddoek nog bespoedigd wordt- 8LOHOHAA* I WAARBORGEN VOLMAAKTE HAARVERZ OR6IN6 V.HA7-0331.A (Adv. Ingez. Med.) Geheel ongelijke grootheden om de conferentietafel. Het oog moet op Engeland gericht blijven. De kansen om tot nauwere economische samenwerking te geraken mogen onder geen enkele omstandigheid ongebruikt gelaten worden. Zeker geldt dat voor de kleinere staten. En al zou dit samenkomen geen di recte, materieele voordeelen opleveren, dan nog gaat er een beteekenis van uit, die waarschijnlijk veel grooter is dan velen den ken. Alleen het streven tot die nauwere sa menwerking moet alle hulde verdienen. Dit initiatief werkt- ongetwijfeld heilzaam op de geestesgesteldheid van allen, die al of niet om de conferentietafel zaten, of die er alleen behagen in scheppen de beteekenis dezer gebeurtenis te kleineeren. Niet voor niets herinnert de „Times" er aan. dat het eventueel scheppen van een laag-tarievengebied van groote beteekenis is en schreef de „Manchester Guardian", dat het initiatief der „lage" landen ook de En- gelsche regeering ter harte behoort te gaan. Wil men zich rekenschap geven van de be teekenis van de op 22 December 1930 te Oslo gemaakte afspraak tusschen ons land, Bel gië en de Scandinavische landen, waarbij men zou trachten het internationale ruilver keer te bevorderen, dan zijn de practische consequenties van dit overleg beperkt tot een wederzijdsche hoffelijkheid. Meer niet. Twee jaren later beoogde het verdrag van Ouchy de invoering van een stelsel van voor keursrechten tusschen ons land en België, hetwelk onuitvoerbaar bleek door de hou ding van Engeland, welk land geen afstand wenschte te doen van de voordeelen. ver bonden aan de meest begunstigingsclausule. Andermaal wagen de Oslo-staten een po ging om tot verbetering van den handel on derling te geraken en de mogelijkheid te overwegen eendrachtig naar buiten op te treden. De statistische cijfers omtrent den handel tusschen de Oslo-staten geven eenige aan wijzingen omtrent de mogelijkheden, al spreekt het van zelf. dat deze gegevens geen volledig uitsluitsel kunnen verstrekken. Uit een en ander volgt in ieder geval, dat met name voor ons land het handelsverkeer met onze Zuidelijke naburen veel grooter is dan met de overige Oslo-staten, Tegenover een waarde van den uitvoer van ons land naar België in 1936 ten bedrage van ruim 81 mil lioen gulden, was de uitvoer in dat jaar naar Zweden bijna 20. naar Denemarken 5, naar Noorwegen ruim 6 en naar Finland circa 4 millioen gulden. De invoercijfers uit deze respectievelijke landen naar Nederland be droegen in het afgeloopen jaar voor België bijna 119, voor Zweden 16. voor Denemarken ongeveer 4 en voor Noorwegn en Finland ieder circa 7 millioen gulden. De overwegen de positie van België blijkt uit deze gegevens overduidelijk. Naast deze vergelijking is ook een splitsing mogelijk naar de verschillende producten-groepen. Gaat men daartoe over en houdt men voorts rekening met de 'be staande con tin gen teeringen, dan zal waar schijnlijk blijken, dat het. voor ons land moeilijk zal zijn tot een intensiever handels verkeer te geraken met de Scandinavische landen De moeilijkheid schuilt waarschijnlijk hier in, dat geheel ongelijke grootheden om de conferentietafel zijn gaan zitten. Deze verhou dingen mogen evenwel geen aanleiding vor men om dit samenzijn bij voorbaat als nut teloos te beschouwen. Want geen enkele der Oslo-staten kan er wel bij varen, dat men de autarkische tendenzen tot het uiterste doorvoert. Vandaar dan ook, dat Ir. Plate in de Nederlandsche Mercuur van 25 Februari 1937 aanbeveelt om te geraken tot een gra dueel en percentsgewijze verlagen van doua netarieven over de geheele linie. Een mid del, dat uitmunt door zijn eenvoud en waar van een groote beteekenis naar buiten kan uitgaan. Daarbij zou overwogen kunnen wor den om deze verlaging trapsgewijze tot stand te brengen, terwijl ook een verruiming van contingenten daaraan zou kunnen worden verbonden. Die ongelijkvormigheid treedt ook duide lijk naar voren ten aanzien van onzen in- dustrieelen export. Ons land verkeert in dat opzicht zeker niet in een gunstige positie. Zweden en België zijn op dat gebied onze groote concurrenten en het is de vraag, of wij eenig voordeel kunnen bereiken. Daar naast is Denemarken onze meest ernstige concurrent op het gebied van den agrari- schen uitvoer. Het heeft geen zin deze moeilijkheden weg te doezelen. Zij bestonden ook bij vorige besprekingen. Het feit. dat men. niettegen staande de ondervonden teleurstelling, het contact heeft bestendigd en op nieuw een poging doet iets te bereiken, is toe te jui chen. Er bestaat een kans om een invloed ten goede uit te oefenen. Desnoods laat men het ook thans maar bij woorden, in de hoop dat men binnen afzienbaren tijd tot daden kan overgaan. Maar ook thans zal men het oog op En geland gericht moeten houden. Dit land heeft den sleutel in handen voor de toekom stige oplossing. Het feit van de onderhande lingen tusschen de Oslo-stoten moet op zich zelf reeds een meer of minderen invloed uit oefenen op andere stoten De wil iets in dit opzicht te bereiken mag niet onderschat worden. Reeds meer dan eens is gebleken. (Jat het blijven doorhameren tenslotte tot succes leidt. De „kleinere" stoten doen daar toe een eerlijke poging. Men kan slechts wen schen. dat in ieder geval iets bereikt zal wor den. Moeilijkheden en vooral ln dezen tijd zijn er nu eenmaal om overwonnen te worden MOLLERUS. Overzuring der maag Na jaren eindelijk verlossing „Sedert een tiental jaren had ik last van een overzuring der maag. Door allerlei middelen zocht ik verlossing van deze lasten, doch waren de resultaten steeds nihil, tot ik door een toeval kennis maakte met Digestif Rennie Pastilles. Zij hebben bij mij een waar wonder teweeggebracht en kan ik niet na laten U mijn enthousiasme te betuigen." Dit schreef ons de heer G. F. te N. Digestif Rennie Pastilles bestrijden het over tollige maagzuur op een geheel nieuwe wijze, n.l. door het te neutraliseeren en te absor- beeren, terwijl de pancreatine en pepsine, die zij bevatten, de spijsvertering krachtig bevorderen. Digestif Rennie Pastilles zijn verkrijgbaar bij alle apothekers en erkende drogisten a ƒ0.40 per pakje en 1.25 per groot pak. omzetbelasting inbegrepen. PASTILLES (Adv. Ingez. Med.) Luchtbeschermingsoefening in Gelderland. Verkenningsvlucht boven het verduisterde gebied. Gisteren is in de provincie Gelderland een luchtbeschermingsoefening gehouden, welke haar bekroning vond in dc verduistering' van het geheele gebie:d der oefening gisteravond tusschen acht en tien uur. Voor de eerste maal geschiedde dit in Gelderland onder de nieuwe luchtbeschenningswet, die de bur gerij den plicht oplegt aan de oefening mede te werken door in de huizen de lichten te dooven of zoodanig af te schermen, dat zij van buiten niet zichtbaar zijn. Een nieuw element in de oefening brach ten ook de spoorwegen, die weliswaar ook vroeger hun medewerking verleenden, doch ditmaal eenige bijzondere maatregelen had den genomen, o.a. door het aanbrengen van een speciale verlichting van het stationssein huis te Dieren, van den spoorwegoverweg bij Eist en van de electrische seininstallatie bij Ressen-Bemmel en Wolfheeze. Bovendien hadden de spoorwegen de Geldersche auto riteiten in de gelegenheid gesteld van den grond af de verduisteringsproef te contro leeren van een motortrein uit. die te 20.08 uur uit Nijmegen vertrok om via Arnhem, Dieren, Doesburg en Apeldoorn de donkere provincie te doorkruisen, wat met een auto met afgeschermde lichten nauwelijks mo gelijk zou zijn geweest. Slechts een kleine groep personen nam deel aan de verkenningsvlucht boven Gel derland, die ten doel had de verduistering uit de lucht te controleeren. Tot hen be hoorde o.a. de adjunct-inspecteur van de luchtbescherming, kapitein J. H. van Riesen en de heer Posthumus Meyes van de Neder landsche Spoorwegen, Zij scheepten zich te ruim 8 uur op Schip hol in in het Douglasvliegtuig der KLM., de ..Jan van Gent", die bestuurd werd door den piloot Fuchs Aan boord van dit vliegtuig had de AVRO een kortegolfzender geïnstal leerd. die met een capaciteit van circa 10 watt op een golflengte van 92.3 meter in verbinding kon blijven met vijf kortegolf- ontvangposten te Hilversum. Apeldoorn, Zut- fen, Arnhem en Nijmegen. Deze posten wa ren verbonden met den zender te Hilversum en konden op de gewone 1875 Meter-golf, dus hoorbaar voor alle luisteraars, ook met het vliegtuig spreken, waar de heer W. Vogt een reportage verzorgde die geheel door de ra dioluisteraars kon worden gehoord. De speciale verlichlingsmaatregelen der spoorwegen bij de seinhuizen te Ressen- Bemmei en Wolfheeze schenen afdoende tc zijn. Althans was van de seinhuizen niet veel waar te nemen. Ook was tijdens de geheele vlucht boven het verduisterde gebied in te genstelling tot vorige vluchten geen enkele trein te zien, hoewel het vliegtuig verschei dene treinen moest zijn gepasseerd, die ech ter alle op speciale wijze hun lichten hadden geblindeerd. Verschillende steden konden echter nog vrij gemakkelijk worden gevonden. Vooral Apeldoorn en Arnhem waren gemakkelijk te herkennen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 13