W! fCUN/T IN UITERE 50 BALLET TILLY SYLON Jongens wordt levensmoed gegeven. In werkkampen krijgen ze weer de kracht om voort te gaan. WOENSDAG 17 MA ART 1937 HAARLEM'S DAGBLAD 7 MUZIEK. Haarlemsche Bachvereeniging Zevende Concert. Het laatste Bachconcert van dit seizoen had «en solist van wereldvermaardheid, een dier grooten, die tot een superklasse behooren. «Arthur Rubinstein. Alles wat in verband staat met of invloed kan hebben op pianis tische prestaties, bezit deze man in formi dabele grootte: een allesomvattende techniek, .een nooit falend geheugen, een ontzaglijk .repertoire, en, wat van c*st minder belang is: een ijzeren lichaam. Want ook dit laatste moet men hebben om de vermoeienissen •van een loopbaan als die van Arthur Ru binstein schadeloos te doorstaan. De wereld vermaardheid brengt wereldreizen mee, on ophoudelijk, van Oost naar West, van Noord naar Zuid. vise versa, kriskras, zonder rust, zonder verademing. Twee dagen vóór het Bachconcert van Dinsdagavond was hij te •Casablanca, in Afria dus; hij ging per vlieg tuig naar Parijs' en kwam vandaar prompt op tijd n de Haarlemsche Begijnestraat "aan. •Zes dagen zal hij in ons land vertoeven, dan gaat hij weer verder. Naar Zuid-Amerika. ■waar hij en passant een paar discipelen, •resp. te Rio de Janeiro en Buenos Aires eenige aanwijzingen zal geven, dan weer naar Europa, vervolgens per Avion naar Australië en over den grooten Oceaan naar Honoloeloe wie zou denken dat daar concerten ge geven werden? enz. enz. In het laatst van October hoopt hij enkele dagen in zijn wo ning te Parijs te kunnen vertoeven. Moet. men niet een ijzeren lichaam hebben om dat .uit te houden, nog meer: om nimmer eenige inzinking te toonen, maar altijd weer even vitaal, krachtig, frisch en onfeilbaar te spelen? Arthur Rubinstein is nu 47 jaar oud. Ik sprak hem ongeveer twee jaren geleden, na zijn recital in onzen Stadsschouwburg, ik £prak hem nu weer, en hij herinnerde zich welk een geheugen! terstond onze eerste kennismaking. Maar, wat ik zeggen wilde, hij leek me in dien betrekkelijk korten tijd merkbaar ouder geworden, wat zijn uiterlijk betreft. Niet wat zijn spel aangaat. Het 4de .Concert van Beethoven heb 1k dezen winter ook van hem gehoord, toen hij het in het .Concertgebouw te Amsterdam speelde. Het .was een festijn van klankschoonheid, een demonstratie van souvereine technische heerschappij in het Andante ook een open baring van poëzie. Dit alles was zijn voor dracht op het Bachconcert ook weer. En al hadden we het eerste hoofddeel gaarne wat rustigerwat romantischer gehoord: de oer gezonde kracht en de schier verblindende glans van zijn vertolking hadden toch ook een fascineerende werking. Daarbij kwam .dan nog zijn prachtige interpretatie van Saint-Saëns' brillante, niet te lange en goed in den stijl van het werk gehouden cadens. Het Andante speelde Rubinstein weer in den grootst dankbaren eenvoud, op volmaake wijze gesecondeerd door Issay Dobrowen en het Residentie-orkest. Trouwens de heele orkestbegeleiding was superieur, en toen het Rondo in een geweldige stuwing was vol eindigd, brak de geestdrift allerwege los. Het gejubel wilde pas bedaren, toen Rubin stein den dirigent mede naar voren had ge bracht. Van de drie vertolkingen van het 4e Concert, die we dezen winter te Haarlem hoorden was deze laatste dan ook verreweg de schoonste. Dobrowen heeft me in de Leonore Ouver ture, waarmee hij den avond opende, veel minder voldaan. De innerlijke spanning ont brak daarin geheel en kon niet door 's diri genten bewegelijkheid worden vervangen. Die bewegelijkheid vari hoofd, armen en romp maakten bij Beehoven's Ouverture een haas: grotesk effect en bovendien speelden de blazers van het orkest lang niet zuiver. Veel meer scheenDobrowen in zijn element toen hij de Eerste oymphonie van Schosta- kowitsch leidde. Wat de definitieve, en vooral wat de innerlijke waarden van deze muziek zijn, zou ik na deze eerste auditie niet durven beoordeelen. Vooralsnog maakte het werk een uiterst grilligen indruk. Wat er i aan orkestrale effecten en combinaties te bedenken valt, is daarin toegepast en de hoorder valt van de eene verrassing cl schrik in de andere, zoodat zijn aandacht gaande gehouden wordt ook als hij geen in- nerlijk verband bespeurt. Het eerste Alle- gretto klinkt nogal humoristisch, Uilenspie- gelachtig, en het daaropvolgend Allegro ze: deze stemming voort; het Largo heeft breed' cantilenes en schrille contrasten en de Finale zou een luchtbombardement met deszelfs ge volgen kunnen voorstellen. Voor het orkes is deze Symphonie een zeer moeilijke opgave Bijna alle instrumenten zijn solistisch aan gewend en sommige doen zeer vreemde din gen. We hoorden bijv. de pauken een mili taire marsch slaan, alsof ze trommen waren en we hoorden een blazersduo, herinnerende aan de twee monnikj es uit Strauss' Don Quixote, met een bisbigliando op een losse en een vaste e der 2e violen. En dan weei een paar knallen, en dan dachten we dat 't uit was, maar dan was 't niet uit en kwam er weer iets heel zachts, en dan kwam er weer een knal. en zoo ging 't maar door tot de slotontploffing. Toen was 't geloof ik, nog niet heelemaal uit, maar dan toch bijna. Het was haast teveel om na dit lange en rumoreuze werk nog de Romeo et Juliette van Tchaikowsky te geven, waar het ook a" rumoerig in toegaat, want de Montecchï er. Capuletti waren ook allesbehalve vreedzaam ten opzichte van elkaar gestemd, en de com ponist heeft dat even drastisch geschilderd als in zijn Ouverture „1812", het Fransch- Russische conflict. Maar daartegenover staan in zijn Romeo et Juliette de werkelijke melodieuze gedeelten die de liefde van het paar bezingen. Deze gaven een verkwikking na de Symphonie. Dobrowen dirigeerde de Ouverture uit het hoofd, met volledge kennis der partituur en veel laaiend temperament. Hij beheerscht dat temperament echter niet. en laat zich vaak tot tempoversnellingen leiden, die de grenzen overschrijden. Dat is vermoeiend voor het orkest. En het te lange concert was in zijn geheel ook vermoeiend voor de hoorders. De pianopartij in de Symphonie werd door Theo v. d. Pas gespeeld. K. DE JONG. Behalve „Het Pensionaat", het humoris tisch dansspel op muziek van Marinus Adam, was het programma, dat Tilly Sylon gis teren met haar ballet in den Stadsschouwburg heeft gegeven, geheel nieuw. Wederom hebben wij de productiviteit van Tilly Sylon kunnen bewonderen. Want niet alleen, dat zij alle dan sen en costuums zelf ontwerpt, zij werkt ook in elk nummer onvermoeid mede en is bijna altijd weer de animatrice van. baar ensemble. Het hoogtepunt van het programma was gisteren wel het slotnummer voor de pauze, de Polovezkïsche dansen uit de opera Prince Igor van Borodin. Wat in deze dansen door het ensemble van Tilly Sylon met de mede werking van onze H. O. V. bereikt werd, dwong werkelijk respect af. In deze dansen vergaten wij het meest, dat al deze danseressen ten slotte slechts dilettanten zijn. Het tooneel was bijna te klein voor deze in drie groepen dan sende Bussen en Russinnen, waarvan vooral de groep der „mannen" met eland, geestdrift en vuur danste. Het Russische karakter was in deze dansen door Tilly Sylon uitstekend getroffen en opmerkelijk knap wist zij het on derling verband der drie groepen waarvan die der mannen het centrum vormde te bewaren Het was een staag door elkander warrelen der groepen, zonder dat het ooit chaotisch werd. Er zat pit, kracht en rhytme in deze dansen. En hoe frisch en karakte ristiek waren ook de costuums! Hoeveel zorg Tilly Sylon aan de costumee- ring besteedt, bleek wel heel duidelijk uit de gisteren gedanste cyclus van Liadow. De costuums hebben daaraan wel zeer mee ge holpen tot versterking van den indruk. Zeer suggestief bijvoorbeeld waren de grijze kleeden, gedragen in het klaaglied, mooi van tint en stijlvol de costuums in het Geeste lijk Lied. geestig dat „mugje" ook aller- charmantst en licht gedanst door een mi niatuur-danseresje fijn van tint het ge heel in Berceuse. En het danslied en de slotdans waren geheel ln denzelfden stijl van de Polovezkische dansen van Borodin. Vooral het Klaaglied trof ons door de fraaie plastiek en de zeer mooie muziek. Het was opmerkelijk, hoe Tilly Sylon in deze zes dansen het karakter van elk deel wist te accentueeren, daarbij telkens rekening hou dend met de capaciteiten harer danseressen. Dat zij in het burleske veel weet te berei ken bewees zij weer in de „Burlesque March" van George Mc. Kay allergeestigst waren hierin ook de costuums al was de uitvoe ring van dit nummer niet zoo zeker en pun tig als wij vroeger wel eens in de burleske nummers van Tilly Sylon hebben gezien. Wanneer allen gedanst hadden zooals mej. van der Laan, die ook mimisch in dezen dans voortreffelijk was, zou dit nummer nog meer tot zijn recht zijn gekomen, De Drie Melodieën van Schumann vormden een aardige introductie van dezen dansavond De eerste van deze drie melodieën werd het best en meest etherisch gedanst. In den Spaanschen Dans van Moszkowsky voelden wij het meest, waar de grenzen 'van deze danseressen liggen Deze dans miste te veel 't Spaansche volkskarakter en was ook van uitvoering te zwaar en te weinig spontaan. In de Valse Triste van Sibelius had Tilly Sylon een pantomisch element gebracht. De indruk bleef althans bij mij beneden de bedoeling. Het kleed van de stervende vrouw was te mooi en glanzend om ons de verschrik king van den dood te suggereeren en er was ook te weinig wisselwerking tusschen de dansende gestalten en de hoofdpersoon. Wij Centrale Tandheelk. Kliniek KENAUPARK 26 A TELEF. 12614. KUNSTTANDEN EN GEBITTEN ZIEKENFONDSTARIEF Spreekuren 911 en 12, Dinsdagsavonds 6.30—8.30 uur. (Adv. Ingez. Med.) voelden het niet als een visioen en iets be klemmends ging er van dezen, koortsdroom dan ook niet uit. Tot slot kregen wij „Wiener Blut" van Joh. Strauss, welke dans mij sterk geïnspireerd leek op het. Weensche ballet van Kurt Jooss. Eigen lijk vond ik het jammer, dat Tilly Sylon haar ensemble in dat walsnummer niet eens heeft laten uitdansen zooals indertijd in „Die Ge- schichten aus dem Wiener Wald". De muziek van Strauss leent zich daartoe immers geheel en wij hebben vroeger gezien, wat Tilly Sylon daarin vermag te bereiken. Het werd nu wat brokkelig en dezelfde motieven herhaalden zich te veel. Maar voortreffelijk was de oplossing, de slotapotheose, die prachtig van vondst was. Welk een mooie groep vormden de danseres sen toen om de centrale figuur van den „man" en hoe natuurlijk vormde zich deze groep uit den dans. Het misschien wat te lange programma was vol afwisseling en wij hebben Tilly Sylon weer bewonderd om haar fantasie, haar élan en haar onvermoeide werkdrift, al zou ik niet dur ven beweren, dat zij in haar programma's nooit gelukkiger is geweest. In de haar gebrachte hulde liet zij zoowel na de Polovezkische dan sen als aan het slot Marinus Adam en daar mee de H.O.V., die alle nummers zeer muzikaal en met entrain had begeleid deelen. De goed bezette zaal heeft Tilly Sylon en Marinus Adam warm toegejuicht, vooral toen vele bloemen voor de leidster van het ballet werden opgedragen J. B. SCHUIL. OPDRACHT. Het rioleeringswerk in de Rollandslaan is opgedragen aan de firma H. J. de Weers, alhier PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE RADIOCENTRALE OP DONDERDAG 18 MAART. Progr. 1: Hilversum n. Progr. 2: Hilversum I. Progr. 3: 8.00 Keulen. 9.50 Parijs Radio. 10.20 Pauze. 11.20 Keulen. 12.05 Parijs Radio. 1.05 Vlaamsch Brussel. 2.20 Diversen. 2.50 Parijs Radio. 3.35 London Regional. 4.20 Deutsch- land Sender. 5.20 Keulen. 6.20 Pauze. 6.25 Parijs Radio. 7.30 Keulen. 8.05 Berlijn. 9.20 Droitwich. 9.40 Weenen. 10.20 Diversen. 10.30 Berlijn. 11.20 Kalundborg. Progr. 4: 8.00 Vlaamsch Brussel. 9.20 Pauze. 10.35 London Regional. 3.35 Droitwich. 6.40 London Regional. 7.00 Droitwich. 8.20 Fransch Brussel. 9.5012.00 Droitwich. Progr. 5 8.00—7.00 Diversen. 7.00 Eigen gra- mofoonplatenconcert: Poutpourri's: 1. Hol- landsche potpourri, Kovacs Lajos en Bob Scholte; 2. Marinelieder Potpourri, orkest; 3. Uber Land und Meer. W. Bohème orkest; 4. Rheinlander Potpourri, Groot blaasorkest; 5. Standchen aus alter Zeit, Balalaika orkest; 6. Das ist Johann Strauss. W. Bohème orkest; 7. Bayrische Volkstanze, Tiroler Kapel. 8 Foxtrot Poutpourri, 2 vleugels. 8.0012.00 Diversen. 'at verdienen de deelnemers aan een werkkamp voor jeugdige werkloozen. zooals de „Centrale voor Werkloozen- zorg" die in ons land organiseert? Reeds heb ik hierover het één en ander mede gedeeld, Er is n.l. geen sprake van verdienen in den eigenlijken zin des woords. De deelne mers krijgen gedurende 9 weken kost en in woning gratis, benevens aan het einde van elke week een zakgeld, dat f 1.75 bedraagt. Zij, die een afstand van méér dan 10 K.M. moeten af leggen om hun kamp te bereiken, krijgen daar voor een fietsvergoeding tot- een bedrag van f 0.50. En als zij nu geen fiets hebben? Geen nood! De eerste maal mogen zij per trein rei zen. welke reis hun wordt vergoed en in het kamp stelt men dan een kampfiets te hunner beschikking. Maar er is nog meer dat zij in bruikleen krijgen, b.v. overalls en schoenen (echte kistjesiNeen in de werkkampen eischt men van de deelnemers niet, dat zij zelf voor hun uitrusting zorgen. Begrijpt gij nu ook, lezer, dat er aan zoo'n kamp heel veel op ad ministratief gebied vastzit? Bovendien wordt er door de Regeering en door de „Centrale" gecontroleerd wat er al zoo uitgegeven is. En aanschaffing van nieuwe dingen kan ook pas na overleg met de betrokken instanties ge schieden. In de kantoren der kampen, daar waar de leider van de administratie zetelt, is dan ook altoos werk te doen. Zijn er geen staten bij te houden, dan is men bezig aan de weeklijsten. Zijn die gereed, dan moeten er brieven getypt worden ofde kampkrant. Volgens afspraak zal ik het week-end in „De Schaapskooi" doorbrengen. Uitbetaling. Zaterdag om 12 uur is het: uitbetaling! Barak na barak treedt dan aan in het kan toortje om van den kampco het zakgeld (eventueel met fietsvergoeding) in ontvangst te nemen. Hier passeeren alle jongens de revue. Ik zie versleten kleeren, broeken in allerlei snit en kleurIk zie hoe ruwe werkhanden het geld opstrijken, dat de kampco op tafel uittelt. Sommigen bergen het zorgvuldig in hun portemonnaie. anderen, de meesten overigens, koopen in de cantine ook die is in de kam pen aanwezig een pakje sigaretten, tabak of een paar sigaren! Eindelijk tegen één uur, hebben alle jongens hun beurt gehad. Even later zitten zij reeds aan tafel om voor het vertrek nog een warm maal eten te ver werken. De stamppot van savoyekool met worst gaat er in als koek. Geen wonder, na dien ochtend van arbeid. En dan nadert de uittocht met rassche schreden. De achterblijvenden. kampco, dames, chefs, kok en de schrijver van deze regels, stellen zich bij den uitgang op. En kele minuten later passeeren ons reeds de eerste kampdeelnemers. Zij zijn allen in een best humeur. Kwinkslagen vliegen over en weer. Steeds meer fietsers volgen het voorbeeld van de vlugsten. De een gaat wat sneller, de ander wat langzamer. Na een kwartier zie ik nummer laatst om de bocht van den weg ver- HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 8 ct. en 25% zwaarder dan de meeste andere. (Adv. Inaez. Med.) De secretaris van den Voogdij raad. Vijf en twintig jaar trouwe dienst. Heeft ontslag gevraagd tegen 1 April. Jubileum bij de firma Carels. LEZING PROFESSOR R. CASLAHR. De derde lezing van Prof. R. Casimir in het Kennemer Lyceum zal plaats vinden op Donderdagavond 18 Maart. Het te behandelen onderwerp is: „De psy chologie der verhouding van de generaties. G. van Tienhoven. Naar wij vernemen heeft de heer G. van Tienhoven, secretaris van den Voogdijraad alhier, met ingang van 1 April a.s. ontslag uit deze functie verzocht. De heer G. van Tienhoven werd 8 Juni 1875 te Soden (bij Wiesbaden) geboren. Hij bezocht de H. B. S te Amsterdam en daarna de Kon. Militaire Academie te Breda. In 1895 kwam hij als tweede luit. der in fanterie te Amsterdam; van 1901 tot 1904 was hij leerling der Hoogere Krijgsschool te 's Gravenhage. Tusschen de jaren 1910 en 1919 klom hij op tot den rang van kapitein. Hij is commandant geweest van de 2e mi- trailleur-afdeeling te Deventer en daarna van het wielrijders-depot te Gouda. In 1919 werd hij gepensionneerd. Daarna volgde zijn benoeming tot secreta ris van den Voogdijraad te Haarlem. De heer Van Tienhoven is res. luit. kol. van het regiment wielrijders en voorzitter van het bestuur van het Geref of Burger Weeshuis. Voorts is hij nog bestuurslid van de Vereeni- ging „Kinderzorg' te Hoenderloo en van Ned. Mettray. Ook heeft de heer Van Tienhoven de func tie van president-kerkvoogd der Ned. Herv. Gemeente alhier vervuld, Gisteren was het 25 jaar geleden, dat de heer J. A. Geerlings bij de firma Carels als broodbezorger in dienst trad. De jubilaris en zijn gezin zijn hedenmiddag door de di rectie' en het gezamenlijke personeel in de versierde bakkerij gehuldigd. Allereerst voerde de directeur, de heer C. J. Taaie het woord. Deze memoreerde de trou we plichtsbetrachting van den jubilaris, waarna de bedrijfsleider, de heer G. J. Wanders en de heer Ir. J. A. Pesy hem toe spraken en hem een geschenk onder cou vert werd overhandigd, vergezeld van een bloemstuk alsmede legpenning en diploma der Ned. Vereeniging van Werkgevers in het bakkersbedrijf. Eén der oudste personeelleden, de heer G. Eijsker, voerde namens het personeel het woord en bood den jubilaris een clubfauteuil en een theemeubel aan. Hierna werd de eerewijn rondgediend en bleef men nog eenigen tijd gezellig bijeen. OPDRACHT. Aan den architect A. Koster „te Haarlem, is wederom het oprichten van een over dekte zweminrichting opgedragen, ditmaal te Hilversum. FILIAAL STADSBIBLIOTHEEK EN LEESZAAL. „Huis te Zaanen". Nieuwe aanwinsten: ZEDEKUNDE; LEVENS- EN WERELDBE SCHOUWING: Eichacker. De leer van het geluk. Schelven, van. Wat maakt u van uw leven? KUNST. Janssen. Schets over het leven en en kele werken van Jan Toorop. Gonnet. Frans Hals in Haarlem Knackfuss. Frans Hals. Vlaanderen. Het letterteekenen NEDERLANDSCHE LETTTERKUNDE" Boutens. Carmina. Boutens. Verzen. Keuning. Litteratuur en leven NEDERLANDSCHE EN IN HET NBDERL. VERTAALDE ROMANS. Boenin. Het dorp. Daum. GoenaGoena. Lokhorst, Emmy van. Lenoor Sonnevelt. Lokhorst, Emmy van. Phil's amoureuze perikelen. Lokhorst. Emmy van. Phil's laatste wil. Vries. Anne de e.a. Groot-Nederlands boerenboek. Zwelg. Noodlotsuren der menschheid E-NGELSCHE ROMANS: Hope. Rupert of Hentzau. Lewis. Dodsworth. Wells.Love and Mr. Lewisham. Wright. The shepherd of the hills. Per kano naar Indië. Gebroeders Entrop op Penang aangekomen. De gebroeders Nicolaas en Gerrit Entrop. die half April 1935 met een kano uit Haarlem naar Indië vertrokken zijn 9 Maart j.l. op het eiland Penang, (Sumatra's Oostkust) aangekomen. Een vertegenwoordiger van de „Singapore Free Press" had een onderhoud met hen. Zij deelden mede, dat zij een paar weken te Pe nang zouden blijven, om zich een andere kano aan te schaffen, daar hun eigen kano die intusschen door den tocht zeer gele den had verdwenen was. Zij hadden de kano bij Penang bij een Hollandsch schip gemeerd en den volgenden dag was de boot weg: misschien meegevoerd door den stroom, misschien ontvreemd. In ieder geval verstoorde dit incident hun plan nen. Het was n.l. hun bedoeling, onmiddellijk per kano naar Java te gaan, om te trachten, daar werk te krijgen. De uitvoering van dit plan zal nu in ieder geval vertraagd worden. MOTORFIETSRIJDER DOOR ZACHTEN BER.AI VERONGELUKT. Dinsdagmiddag is op den Woudenbergschen weg nabij de pyramide van Austerlitz een acht tien-jarige motorrijder uit Oosterbeek in den zachten berm van den weg terecht gekomen en daarbij van zijn voertuig geslingerd. Met een schedelbasisfractuur is het slacht offer in zorgwekkenden toestand naar het zie kenhuis „De Lichtenberg" te Amersfoort overgebracht. „HAARLEM'S TOONEEL". Het H. T.-Maandblad, officieel orgaan van de tooneelvereeniging „Haarlem's Tooneel". kondigt voor Woensdag 14 April de slotvoor- stelling van dit seizoen in den Stadsschouw burg aan. H. T. voert dan op: Nadya" (The Queen •was in the Parlour, verfilmd onder de titel „De Koningin had bezoek") van Noel Co ward, bewerkt door C. J. Pieters. Donderdag 18 Maart is er een clubavond in Hotel „De Leeuwerik", waarna een slot- clubavond op Donderdag 22 April wordt ge houden. 'dwijnenop weg naar huis. Wat zij daar zullen vinden? Ik weet het- niet. ik kan het al leen maar raden. Een uur of wat geleden heb ik een stapel rapporten doorgelezen, rappor ten, welke de chefs aan het einde van een werkperiode over de deelnemrs uitbrengen. Meestal vermelden deze rapporten moeilijk heden. „Huiselijke omstandigheden: niet roos kleurig. Vader werkloos, broers werkloos, geen huiselijkheid enz. enz." Neen. het is geen wonder, dat zulke jongens uit baloorigheid de straat zoeken, laat thuiskomen en laat op staan. De fut gaat er uit. Slechts een enkele maal lees ik van jongens, die den moed niet verliezen. Die thuis zooveel mogelijk de han den uit de mouwen steken. Maar de meeste rapporten getuigen toch van een leven zonder werk en van de daarmede gepaard gaande minder goede omstandigheden. En wat gaan wij nu vanmiddag doen? Naar het badhuis in Brielle. „Gaat U mede?" De zon schijnt zoo heerlijk, dat het mij onmogelijk is om „neen" te zeggen. Bovendien is er een kampfiets te mijner beschikking. Een goed half uur later peddelen 5 vroolijke wielrijders het nu zoo stille kamp uit. Naar Brielle (en niet naar den BrielIn dit onge looflijk rustige stadje heb ik tevergeefs uitge keken naar overblijfselen, die herinnerden aan eens zoo roemruchte jaren. Ik zie slechts droomerige huisjes in smalle straten, een pleintje, waar rustig een kanon afgevuurd kan worden zonder iemand te raken. Dan staan wij reeds voor het badhuis. Badhuisje zal ik liever zeggen. Wij drommen naar bin nen en scharen ons daar aan de zijde van een reeds wachtende dame. De zes douchehokjes zijn bezet. Even later stapt een tweede Briel- sche huismoeder naar binnen. Ook zij zal moe ten wachten. En dan volgen haar aarzelend twee kleine jongens. Zij zijn nog geen 2 stappen ver of de badman schiet al op hen af. „Ga maar terug, er is geen plaats meer!" Blijde verbazing licht op in 2 paar oogen. Haastig draaien 2 jongens zich om, haastig bijna op een hol, verdwijnen zij weer door de voordeur. „Twee hokjes vrij!", annonceert de bad man. De dame. die in dit „bain mixte" ons vóór was. had reeds eerder een opengevallen plaats ingenomen. Wie zal van ons eerst gaan? Eén der chefs laat lucifers trekken en hij en ik zijn de gelukkigen. In het duister reden wij terug naar het kamp. De weg was slechts spaarzaam verlicht, maar dat deed er niet zoo heel veel toe. Vier der vijf wielrijders kenden de route op een prik. 's Avonds aten wij in de leeszaal, rustig en kalm een gesprek voerende over koetjes en kalfjes. Na het eten bleven wij waar we waren; de radio werd aangezet, er werd orgel ge speeld en er werden indrukken uitgewisseld over de deelnemers, die thans in het kamp waren. Het was vrij laat toen de lichten in de leeszaal gedoofd werden en er over „nachtrust" gedacht werd. Zondag, rustdag. Ik heb nimmer geweten, dat er in een kamp zulk een weldadige stilte kon heerschen. Er was letterlijk niets dat de rust verstoorde. Kwam het soms daardoor, dat- wij eerst laat in den ochtend verrezen? Gelukkig waren er geen deelnemers, die ons obser veerden Wij waren zoo „vroeg", dat het ontbijt ver schoven werd naar het middagmaal. Dat werd dan ook alle eer aangedaan, 's Middags bleven er slechts enkelen ln het kamp achtei. ue overigen gingen in Rockanje naar de kerk. Natuurlijk was de zon achter de wolken schuil gegaan. Stel je voor, dat ik eens één dag lang zonder regen in een werkkamp was. Dat beteekende dus binnen blijven. Gelukkig was er een chef, die damde en een chef. die schaakte. Het dammen bracht ik er nogal dragelijk af: vijf partijen gespeeld, 1 remise, 4 verloren, 't Kan er mee door. 's Avonds na het eten kwam het schaak bord op tafel. Er ontstond een verwoede strijd op het bord met de 64 velden. M'n tegenstan der had kunnen winnen.maar hij benutte zijn kans niet. En toen, juist tegen bedtijd, boekte ik een vol winst-punt. M'n figuur was gered. De laatste nacht in „de Schaapskooi" ver liep ongestoord. Toen ik na een stevig ontbijt ing vertrekken waren er nog geen deelnemers gearriveerd Het afscheid, dat natuurlijk zeer hartelijk was. beperkte zich dus tot de kampdames, de chefs en den kampco, die me tot het hek wegbracht. Het regende natuur lijk pijpestelen. maar daar was ik al heele maal op ingesteld. Aan het stationnetje te Oostvoorne stond het tramtreintje reeds te puffen. De reis naar Rotterdam terug verliep precies als de heenweg. KORPS MOTORDIENST. Aan de 24 uurs oefenrit van de Vrijwillige burgerwacht te Amsterdam zullen van het korps Motordienst te Haarlem deelnemen 2 auto- en 3 motorteams. De autoteams worden gevormd door 1. lui tenant kolonel A. M. M. van Loon. kapitein F. de Nijs Bik en sergeant W. L. Verschragen; 2. kapitein J. A. Claessen, kapitein T. C. van Dierendonck en res. Ie luitenant H. H. Beer; de motorteams door 1. ie luitenant L. W. Ha- berkorn, sergeanten J. Krediet en J. E. Lange; 2. sergeant H. Drenth en twee soldaten; 3. door drie soldaten. Voorts zullen deelnemen per motorrijwiel le luitenant ir. A. L. W. Seijffardt en 5 soldaten en per auto vijf soldaten. HAARLEMSCH KAMERORKEST Naast enkele openbare concerten, bezoekt- Haarlemsch Kamerorkest, het bekende dilet tantenstrijkje. regelmatig de verschillende verplegingsinrichtingen in Haarlem en Om geving. Het geeft daar door zang en muziek afwisselde programma's. Op Donderdag 18 Maart a.s. is het Diaco niehuis aan de beurt. Het orkest concerteert daar onder leiding van den dirigent W. Lasschuit en voert ver schillende repertoire-nummers uit. Als zangsoliste zal optreden: Bep Wagener. die behalve liederen van Mendelssohn en Schu bert. de bekende Strauss' wals Rosen aus dem Süden zal zingen. Voorts wordt nog een nummer viool en piano gegeven. Het orkest zal vermoedelijk op een der Paaschdagen in Brederodeduin concerteeren. PERSONALIA. De sergeant J. Kooy van het korps Motor- dienst is op zijn verzoek teruggeplaatst bij het Korps Luchtdoelartillerie te Utrecht. SOCIëTEIT „VEREENIGING". Donderdagavond 18 Maart houden de leden der Sociëteit „Vereeniging" een algemeene ledenvergadering in een der zalen van de Sociëteit. Aan de orde komen o.a.: verkiezing van een secretaris, een adjunct-secretaris en een commissaris van consumptie f wegens af treden onderscheidenlijk van de heeren H. N. A. Roozen, K. Sanders en Ant. Meyer) en van 10 leden van het College van Gecommitteer den. Punt 7 van de agenda luidt: voorstel tot invoering van een nieuwe groep leden, naar aanleiding van het gehouden referendum.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 11