W!
fCUN/T IN UITERE
50
BALLET TILLY SYLON
Jongens wordt levensmoed gegeven.
In werkkampen krijgen ze weer
de kracht om voort te gaan.
WOENSDAG 17 MA ART 1937
HAARLEM'S DAGBLAD
7
MUZIEK.
Haarlemsche Bachvereeniging
Zevende Concert.
Het laatste Bachconcert van dit seizoen had
«en solist van wereldvermaardheid, een dier
grooten, die tot een superklasse behooren.
«Arthur Rubinstein. Alles wat in verband
staat met of invloed kan hebben op pianis
tische prestaties, bezit deze man in formi
dabele grootte: een allesomvattende techniek,
.een nooit falend geheugen, een ontzaglijk
.repertoire, en, wat van c*st minder belang
is: een ijzeren lichaam. Want ook dit laatste
moet men hebben om de vermoeienissen
•van een loopbaan als die van Arthur Ru
binstein schadeloos te doorstaan. De wereld
vermaardheid brengt wereldreizen mee, on
ophoudelijk, van Oost naar West, van Noord
naar Zuid. vise versa, kriskras, zonder rust,
zonder verademing. Twee dagen vóór het
Bachconcert van Dinsdagavond was hij te
•Casablanca, in Afria dus; hij ging per vlieg
tuig naar Parijs' en kwam vandaar prompt
op tijd n de Haarlemsche Begijnestraat "aan.
•Zes dagen zal hij in ons land vertoeven,
dan gaat hij weer verder. Naar Zuid-Amerika.
■waar hij en passant een paar discipelen,
•resp. te Rio de Janeiro en Buenos Aires eenige
aanwijzingen zal geven, dan weer naar
Europa, vervolgens per Avion naar Australië
en over den grooten Oceaan naar Honoloeloe
wie zou denken dat daar concerten ge
geven werden? enz. enz. In het laatst van
October hoopt hij enkele dagen in zijn wo
ning te Parijs te kunnen vertoeven. Moet.
men niet een ijzeren lichaam hebben om dat
.uit te houden, nog meer: om nimmer eenige
inzinking te toonen, maar altijd weer even
vitaal, krachtig, frisch en onfeilbaar te
spelen?
Arthur Rubinstein is nu 47 jaar oud. Ik
sprak hem ongeveer twee jaren geleden, na
zijn recital in onzen Stadsschouwburg, ik
£prak hem nu weer, en hij herinnerde zich
welk een geheugen! terstond onze eerste
kennismaking. Maar, wat ik zeggen wilde,
hij leek me in dien betrekkelijk korten tijd
merkbaar ouder geworden, wat zijn uiterlijk
betreft. Niet wat zijn spel aangaat. Het 4de
.Concert van Beethoven heb 1k dezen winter
ook van hem gehoord, toen hij het in het
.Concertgebouw te Amsterdam speelde. Het
.was een festijn van klankschoonheid, een
demonstratie van souvereine technische
heerschappij in het Andante ook een open
baring van poëzie. Dit alles was zijn voor
dracht op het Bachconcert ook weer. En al
hadden we het eerste hoofddeel gaarne wat
rustigerwat romantischer gehoord: de oer
gezonde kracht en de schier verblindende
glans van zijn vertolking hadden toch ook
een fascineerende werking. Daarbij kwam
.dan nog zijn prachtige interpretatie van
Saint-Saëns' brillante, niet te lange en goed
in den stijl van het werk gehouden cadens.
Het Andante speelde Rubinstein weer in den
grootst dankbaren eenvoud, op volmaake
wijze gesecondeerd door Issay Dobrowen en
het Residentie-orkest. Trouwens de heele
orkestbegeleiding was superieur, en toen het
Rondo in een geweldige stuwing was vol
eindigd, brak de geestdrift allerwege los.
Het gejubel wilde pas bedaren, toen Rubin
stein den dirigent mede naar voren had ge
bracht. Van de drie vertolkingen van het 4e
Concert, die we dezen winter te Haarlem
hoorden was deze laatste dan ook verreweg
de schoonste.
Dobrowen heeft me in de Leonore Ouver
ture, waarmee hij den avond opende, veel
minder voldaan. De innerlijke spanning ont
brak daarin geheel en kon niet door 's diri
genten bewegelijkheid worden vervangen. Die
bewegelijkheid vari hoofd, armen en romp
maakten bij Beehoven's Ouverture een haas:
grotesk effect en bovendien speelden de
blazers van het orkest lang niet zuiver.
Veel meer scheenDobrowen in zijn element
toen hij de Eerste oymphonie van Schosta-
kowitsch leidde. Wat de definitieve, en vooral
wat de innerlijke waarden van deze muziek
zijn, zou ik na deze eerste auditie niet
durven beoordeelen. Vooralsnog maakte het
werk een uiterst grilligen indruk. Wat er i
aan orkestrale effecten en combinaties te
bedenken valt, is daarin toegepast en de
hoorder valt van de eene verrassing cl
schrik in de andere, zoodat zijn aandacht
gaande gehouden wordt ook als hij geen in-
nerlijk verband bespeurt. Het eerste Alle-
gretto klinkt nogal humoristisch, Uilenspie-
gelachtig, en het daaropvolgend Allegro ze:
deze stemming voort; het Largo heeft breed'
cantilenes en schrille contrasten en de Finale
zou een luchtbombardement met deszelfs ge
volgen kunnen voorstellen. Voor het orkes
is deze Symphonie een zeer moeilijke opgave
Bijna alle instrumenten zijn solistisch aan
gewend en sommige doen zeer vreemde din
gen. We hoorden bijv. de pauken een mili
taire marsch slaan, alsof ze trommen waren
en we hoorden een blazersduo, herinnerende
aan de twee monnikj es uit Strauss' Don
Quixote, met een bisbigliando op een losse
en een vaste e der 2e violen. En dan weei
een paar knallen, en dan dachten we dat 't
uit was, maar dan was 't niet uit en kwam
er weer iets heel zachts, en dan kwam er
weer een knal. en zoo ging 't maar door tot
de slotontploffing. Toen was 't geloof ik, nog
niet heelemaal uit, maar dan toch bijna.
Het was haast teveel om na dit lange en
rumoreuze werk nog de Romeo et Juliette
van Tchaikowsky te geven, waar het ook a"
rumoerig in toegaat, want de Montecchï er.
Capuletti waren ook allesbehalve vreedzaam
ten opzichte van elkaar gestemd, en de com
ponist heeft dat even drastisch geschilderd
als in zijn Ouverture „1812", het Fransch-
Russische conflict.
Maar daartegenover staan in zijn Romeo
et Juliette de werkelijke melodieuze gedeelten
die de liefde van het paar bezingen. Deze
gaven een verkwikking na de Symphonie.
Dobrowen dirigeerde de Ouverture uit het
hoofd, met volledge kennis der partituur en
veel laaiend temperament. Hij beheerscht
dat temperament echter niet. en laat zich
vaak tot tempoversnellingen leiden, die de
grenzen overschrijden. Dat is vermoeiend voor
het orkest. En het te lange concert was in
zijn geheel ook vermoeiend voor de hoorders.
De pianopartij in de Symphonie werd door
Theo v. d. Pas gespeeld.
K. DE JONG.
Behalve „Het Pensionaat", het humoris
tisch dansspel op muziek van Marinus Adam,
was het programma, dat Tilly Sylon gis
teren met haar ballet in den Stadsschouwburg
heeft gegeven, geheel nieuw. Wederom hebben
wij de productiviteit van Tilly Sylon kunnen
bewonderen. Want niet alleen, dat zij alle dan
sen en costuums zelf ontwerpt, zij werkt ook
in elk nummer onvermoeid mede en is bijna
altijd weer de animatrice van. baar ensemble.
Het hoogtepunt van het programma was
gisteren wel het slotnummer voor de pauze,
de Polovezkïsche dansen uit de opera Prince
Igor van Borodin. Wat in deze dansen door
het ensemble van Tilly Sylon met de mede
werking van onze H. O. V. bereikt werd, dwong
werkelijk respect af. In deze dansen vergaten
wij het meest, dat al deze danseressen ten
slotte slechts dilettanten zijn. Het tooneel was
bijna te klein voor deze in drie groepen dan
sende Bussen en Russinnen, waarvan vooral
de groep der „mannen" met eland, geestdrift
en vuur danste. Het Russische karakter was
in deze dansen door Tilly Sylon uitstekend
getroffen en opmerkelijk knap wist zij het on
derling verband der drie groepen waarvan
die der mannen het centrum vormde te
bewaren Het was een staag door elkander
warrelen der groepen, zonder dat het ooit
chaotisch werd. Er zat pit, kracht en rhytme
in deze dansen. En hoe frisch en karakte
ristiek waren ook de costuums!
Hoeveel zorg Tilly Sylon aan de costumee-
ring besteedt, bleek wel heel duidelijk uit de
gisteren gedanste cyclus van Liadow. De
costuums hebben daaraan wel zeer mee ge
holpen tot versterking van den indruk. Zeer
suggestief bijvoorbeeld waren de grijze
kleeden, gedragen in het klaaglied, mooi van
tint en stijlvol de costuums in het Geeste
lijk Lied. geestig dat „mugje" ook aller-
charmantst en licht gedanst door een mi
niatuur-danseresje fijn van tint het ge
heel in Berceuse. En het danslied en de
slotdans waren geheel ln denzelfden stijl
van de Polovezkische dansen van Borodin.
Vooral het Klaaglied trof ons door de
fraaie plastiek en de zeer mooie muziek. Het
was opmerkelijk, hoe Tilly Sylon in deze zes
dansen het karakter van elk deel wist te
accentueeren, daarbij telkens rekening hou
dend met de capaciteiten harer danseressen.
Dat zij in het burleske veel weet te berei
ken bewees zij weer in de „Burlesque March"
van George Mc. Kay allergeestigst waren
hierin ook de costuums al was de uitvoe
ring van dit nummer niet zoo zeker en pun
tig als wij vroeger wel eens in de burleske
nummers van Tilly Sylon hebben gezien.
Wanneer allen gedanst hadden zooals mej.
van der Laan, die ook mimisch in dezen dans
voortreffelijk was, zou dit nummer nog
meer tot zijn recht zijn gekomen,
De Drie Melodieën van Schumann vormden
een aardige introductie van dezen dansavond
De eerste van deze drie melodieën werd het
best en meest etherisch gedanst. In den
Spaanschen Dans van Moszkowsky voelden
wij het meest, waar de grenzen 'van deze
danseressen liggen Deze dans miste te veel
't Spaansche volkskarakter en was ook van
uitvoering te zwaar en te weinig spontaan.
In de Valse Triste van Sibelius had Tilly
Sylon een pantomisch element gebracht. De
indruk bleef althans bij mij beneden de
bedoeling. Het kleed van de stervende vrouw
was te mooi en glanzend om ons de verschrik
king van den dood te suggereeren en er was
ook te weinig wisselwerking tusschen de
dansende gestalten en de hoofdpersoon. Wij
Centrale Tandheelk. Kliniek
KENAUPARK 26 A TELEF. 12614.
KUNSTTANDEN EN GEBITTEN
ZIEKENFONDSTARIEF
Spreekuren 911 en 12, Dinsdagsavonds
6.30—8.30 uur.
(Adv. Ingez. Med.)
voelden het niet als een visioen en iets be
klemmends ging er van dezen, koortsdroom
dan ook niet uit.
Tot slot kregen wij „Wiener Blut" van Joh.
Strauss, welke dans mij sterk geïnspireerd leek
op het. Weensche ballet van Kurt Jooss. Eigen
lijk vond ik het jammer, dat Tilly Sylon haar
ensemble in dat walsnummer niet eens heeft
laten uitdansen zooals indertijd in „Die Ge-
schichten aus dem Wiener Wald". De muziek
van Strauss leent zich daartoe immers geheel
en wij hebben vroeger gezien, wat Tilly Sylon
daarin vermag te bereiken. Het werd nu wat
brokkelig en dezelfde motieven herhaalden zich
te veel. Maar voortreffelijk was de oplossing,
de slotapotheose, die prachtig van vondst was.
Welk een mooie groep vormden de danseres
sen toen om de centrale figuur van den „man"
en hoe natuurlijk vormde zich deze groep uit
den dans.
Het misschien wat te lange programma was
vol afwisseling en wij hebben Tilly Sylon weer
bewonderd om haar fantasie, haar élan en
haar onvermoeide werkdrift, al zou ik niet dur
ven beweren, dat zij in haar programma's nooit
gelukkiger is geweest. In de haar gebrachte
hulde liet zij zoowel na de Polovezkische dan
sen als aan het slot Marinus Adam en daar
mee de H.O.V., die alle nummers zeer muzikaal
en met entrain had begeleid deelen. De goed
bezette zaal heeft Tilly Sylon en Marinus
Adam warm toegejuicht, vooral toen vele
bloemen voor de leidster van het ballet werden
opgedragen
J. B. SCHUIL.
OPDRACHT.
Het rioleeringswerk in de Rollandslaan is
opgedragen aan de firma H. J. de Weers,
alhier
PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE
RADIOCENTRALE OP DONDERDAG
18 MAART.
Progr. 1: Hilversum n.
Progr. 2: Hilversum I.
Progr. 3: 8.00 Keulen. 9.50 Parijs Radio. 10.20
Pauze. 11.20 Keulen. 12.05 Parijs Radio. 1.05
Vlaamsch Brussel. 2.20 Diversen. 2.50 Parijs
Radio. 3.35 London Regional. 4.20 Deutsch-
land Sender. 5.20 Keulen. 6.20 Pauze. 6.25
Parijs Radio. 7.30 Keulen. 8.05 Berlijn. 9.20
Droitwich. 9.40 Weenen. 10.20 Diversen. 10.30
Berlijn. 11.20 Kalundborg.
Progr. 4: 8.00 Vlaamsch Brussel. 9.20 Pauze.
10.35 London Regional. 3.35 Droitwich. 6.40
London Regional. 7.00 Droitwich. 8.20 Fransch
Brussel. 9.5012.00 Droitwich.
Progr. 5 8.00—7.00 Diversen. 7.00 Eigen gra-
mofoonplatenconcert: Poutpourri's: 1. Hol-
landsche potpourri, Kovacs Lajos en Bob
Scholte; 2. Marinelieder Potpourri, orkest; 3.
Uber Land und Meer. W. Bohème orkest; 4.
Rheinlander Potpourri, Groot blaasorkest; 5.
Standchen aus alter Zeit, Balalaika orkest; 6.
Das ist Johann Strauss. W. Bohème orkest; 7.
Bayrische Volkstanze, Tiroler Kapel. 8 Foxtrot
Poutpourri, 2 vleugels. 8.0012.00 Diversen.
'at verdienen de deelnemers aan een
werkkamp voor jeugdige werkloozen.
zooals de „Centrale voor Werkloozen-
zorg" die in ons land organiseert?
Reeds heb ik hierover het één en ander mede
gedeeld, Er is n.l. geen sprake van verdienen
in den eigenlijken zin des woords. De deelne
mers krijgen gedurende 9 weken kost en in
woning gratis, benevens aan het einde van elke
week een zakgeld, dat f 1.75 bedraagt. Zij, die
een afstand van méér dan 10 K.M. moeten af
leggen om hun kamp te bereiken, krijgen daar
voor een fietsvergoeding tot- een bedrag van
f 0.50. En als zij nu geen fiets hebben? Geen
nood! De eerste maal mogen zij per trein rei
zen. welke reis hun wordt vergoed en in het
kamp stelt men dan een kampfiets te hunner
beschikking. Maar er is nog meer dat zij in
bruikleen krijgen, b.v. overalls en schoenen
(echte kistjesiNeen in de werkkampen eischt
men van de deelnemers niet, dat zij zelf voor
hun uitrusting zorgen. Begrijpt gij nu ook,
lezer, dat er aan zoo'n kamp heel veel op ad
ministratief gebied vastzit? Bovendien wordt
er door de Regeering en door de „Centrale"
gecontroleerd wat er al zoo uitgegeven is. En
aanschaffing van nieuwe dingen kan ook pas
na overleg met de betrokken instanties ge
schieden.
In de kantoren der kampen, daar waar de
leider van de administratie zetelt, is dan ook
altoos werk te doen. Zijn er geen staten bij te
houden, dan is men bezig aan de weeklijsten.
Zijn die gereed, dan moeten er brieven getypt
worden ofde kampkrant.
Volgens afspraak zal ik het week-end in „De
Schaapskooi" doorbrengen.
Uitbetaling.
Zaterdag om 12 uur is het: uitbetaling!
Barak na barak treedt dan aan in het kan
toortje om van den kampco het zakgeld
(eventueel met fietsvergoeding) in ontvangst
te nemen. Hier passeeren alle jongens de revue.
Ik zie versleten kleeren, broeken in allerlei
snit en kleurIk zie hoe ruwe werkhanden
het geld opstrijken, dat de kampco op tafel
uittelt. Sommigen bergen het zorgvuldig in hun
portemonnaie. anderen, de meesten overigens,
koopen in de cantine ook die is in de kam
pen aanwezig een pakje sigaretten, tabak
of een paar sigaren! Eindelijk tegen één uur,
hebben alle jongens hun beurt gehad.
Even later zitten zij reeds aan tafel om voor
het vertrek nog een warm maal eten te ver
werken. De stamppot van savoyekool met worst
gaat er in als koek. Geen wonder, na dien
ochtend van arbeid. En dan nadert de uittocht
met rassche schreden. De achterblijvenden.
kampco, dames, chefs, kok en de schrijver van
deze regels, stellen zich bij den uitgang op. En
kele minuten later passeeren ons reeds de
eerste kampdeelnemers. Zij zijn allen in een
best humeur. Kwinkslagen vliegen over en
weer. Steeds meer fietsers volgen het voorbeeld
van de vlugsten. De een gaat wat sneller, de
ander wat langzamer. Na een kwartier zie ik
nummer laatst om de bocht van den weg ver-
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 8 ct. en 25% zwaarder dan de meeste andere.
(Adv. Inaez. Med.)
De secretaris van den Voogdij
raad.
Vijf en twintig jaar trouwe
dienst.
Heeft ontslag gevraagd tegen 1 April.
Jubileum bij de firma Carels.
LEZING PROFESSOR R. CASLAHR.
De derde lezing van Prof. R. Casimir in het
Kennemer Lyceum zal plaats vinden op
Donderdagavond 18 Maart.
Het te behandelen onderwerp is: „De psy
chologie der verhouding van de generaties.
G. van Tienhoven.
Naar wij vernemen heeft de heer G. van
Tienhoven, secretaris van den Voogdijraad
alhier, met ingang van 1 April a.s. ontslag
uit deze functie verzocht.
De heer G. van Tienhoven werd 8 Juni 1875
te Soden (bij Wiesbaden) geboren.
Hij bezocht de H. B. S te Amsterdam en
daarna de Kon. Militaire Academie te Breda.
In 1895 kwam hij als tweede luit. der in
fanterie te Amsterdam; van 1901 tot 1904 was
hij leerling der Hoogere Krijgsschool te
's Gravenhage. Tusschen de jaren 1910 en
1919 klom hij op tot den rang van kapitein.
Hij is commandant geweest van de 2e mi-
trailleur-afdeeling te Deventer en daarna van
het wielrijders-depot te Gouda.
In 1919 werd hij gepensionneerd.
Daarna volgde zijn benoeming tot secreta
ris van den Voogdijraad te Haarlem.
De heer Van Tienhoven is res. luit. kol. van
het regiment wielrijders en voorzitter van het
bestuur van het Geref of Burger Weeshuis.
Voorts is hij nog bestuurslid van de Vereeni-
ging „Kinderzorg' te Hoenderloo en van Ned.
Mettray.
Ook heeft de heer Van Tienhoven de func
tie van president-kerkvoogd der Ned. Herv.
Gemeente alhier vervuld,
Gisteren was het 25 jaar geleden, dat de
heer J. A. Geerlings bij de firma Carels als
broodbezorger in dienst trad. De jubilaris
en zijn gezin zijn hedenmiddag door de di
rectie' en het gezamenlijke personeel in de
versierde bakkerij gehuldigd.
Allereerst voerde de directeur, de heer C.
J. Taaie het woord. Deze memoreerde de trou
we plichtsbetrachting van den jubilaris,
waarna de bedrijfsleider, de heer G. J.
Wanders en de heer Ir. J. A. Pesy hem toe
spraken en hem een geschenk onder cou
vert werd overhandigd, vergezeld van een
bloemstuk alsmede legpenning en diploma der
Ned. Vereeniging van Werkgevers in het
bakkersbedrijf.
Eén der oudste personeelleden, de heer G.
Eijsker, voerde namens het personeel het
woord en bood den jubilaris een clubfauteuil
en een theemeubel aan. Hierna werd de
eerewijn rondgediend en bleef men nog
eenigen tijd gezellig bijeen.
OPDRACHT.
Aan den architect A. Koster „te Haarlem,
is wederom het oprichten van een over
dekte zweminrichting opgedragen, ditmaal
te Hilversum.
FILIAAL STADSBIBLIOTHEEK EN
LEESZAAL.
„Huis te Zaanen".
Nieuwe aanwinsten:
ZEDEKUNDE; LEVENS- EN WERELDBE
SCHOUWING:
Eichacker. De leer van het geluk.
Schelven, van. Wat maakt u van uw
leven?
KUNST.
Janssen. Schets over het leven en en
kele werken van Jan Toorop.
Gonnet. Frans Hals in Haarlem
Knackfuss. Frans Hals.
Vlaanderen. Het letterteekenen
NEDERLANDSCHE LETTTERKUNDE"
Boutens. Carmina.
Boutens. Verzen.
Keuning. Litteratuur en leven
NEDERLANDSCHE EN IN HET NBDERL.
VERTAALDE ROMANS.
Boenin. Het dorp.
Daum. GoenaGoena.
Lokhorst, Emmy van. Lenoor Sonnevelt.
Lokhorst, Emmy van. Phil's amoureuze
perikelen.
Lokhorst. Emmy van. Phil's laatste wil.
Vries. Anne de e.a. Groot-Nederlands
boerenboek.
Zwelg. Noodlotsuren der menschheid
E-NGELSCHE ROMANS:
Hope. Rupert of Hentzau.
Lewis. Dodsworth.
Wells.Love and Mr. Lewisham.
Wright. The shepherd of the hills.
Per kano naar Indië.
Gebroeders Entrop op Penang aangekomen.
De gebroeders Nicolaas en Gerrit Entrop.
die half April 1935 met een kano uit Haarlem
naar Indië vertrokken zijn 9 Maart j.l. op
het eiland Penang, (Sumatra's Oostkust)
aangekomen.
Een vertegenwoordiger van de „Singapore
Free Press" had een onderhoud met hen. Zij
deelden mede, dat zij een paar weken te Pe
nang zouden blijven, om zich een andere
kano aan te schaffen, daar hun eigen kano
die intusschen door den tocht zeer gele
den had verdwenen was.
Zij hadden de kano bij Penang bij een
Hollandsch schip gemeerd en den volgenden
dag was de boot weg: misschien meegevoerd
door den stroom, misschien ontvreemd. In
ieder geval verstoorde dit incident hun plan
nen. Het was n.l. hun bedoeling, onmiddellijk
per kano naar Java te gaan, om te trachten,
daar werk te krijgen. De uitvoering van dit
plan zal nu in ieder geval vertraagd worden.
MOTORFIETSRIJDER DOOR ZACHTEN
BER.AI VERONGELUKT.
Dinsdagmiddag is op den Woudenbergschen
weg nabij de pyramide van Austerlitz een acht
tien-jarige motorrijder uit Oosterbeek in den
zachten berm van den weg terecht gekomen
en daarbij van zijn voertuig geslingerd.
Met een schedelbasisfractuur is het slacht
offer in zorgwekkenden toestand naar het zie
kenhuis „De Lichtenberg" te Amersfoort
overgebracht.
„HAARLEM'S TOONEEL".
Het H. T.-Maandblad, officieel orgaan van
de tooneelvereeniging „Haarlem's Tooneel".
kondigt voor Woensdag 14 April de slotvoor-
stelling van dit seizoen in den Stadsschouw
burg aan.
H. T. voert dan op: Nadya" (The Queen
•was in the Parlour, verfilmd onder de titel
„De Koningin had bezoek") van Noel Co
ward, bewerkt door C. J. Pieters.
Donderdag 18 Maart is er een clubavond
in Hotel „De Leeuwerik", waarna een slot-
clubavond op Donderdag 22 April wordt ge
houden.
'dwijnenop weg naar huis. Wat zij daar
zullen vinden? Ik weet het- niet. ik kan het al
leen maar raden. Een uur of wat geleden heb
ik een stapel rapporten doorgelezen, rappor
ten, welke de chefs aan het einde van een
werkperiode over de deelnemrs uitbrengen.
Meestal vermelden deze rapporten moeilijk
heden. „Huiselijke omstandigheden: niet roos
kleurig. Vader werkloos, broers werkloos, geen
huiselijkheid enz. enz." Neen. het is geen
wonder, dat zulke jongens uit baloorigheid de
straat zoeken, laat thuiskomen en laat op
staan. De fut gaat er uit. Slechts een enkele
maal lees ik van jongens, die den moed niet
verliezen. Die thuis zooveel mogelijk de han
den uit de mouwen steken. Maar de meeste
rapporten getuigen toch van een leven zonder
werk en van de daarmede gepaard gaande
minder goede omstandigheden.
En wat gaan wij nu vanmiddag doen? Naar
het badhuis in Brielle. „Gaat U mede?" De zon
schijnt zoo heerlijk, dat het mij onmogelijk is
om „neen" te zeggen. Bovendien is er een
kampfiets te mijner beschikking.
Een goed half uur later peddelen 5 vroolijke
wielrijders het nu zoo stille kamp uit. Naar
Brielle (en niet naar den BrielIn dit onge
looflijk rustige stadje heb ik tevergeefs uitge
keken naar overblijfselen, die herinnerden aan
eens zoo roemruchte jaren. Ik zie slechts
droomerige huisjes in smalle straten, een
pleintje, waar rustig een kanon afgevuurd
kan worden zonder iemand te raken. Dan
staan wij reeds voor het badhuis. Badhuisje
zal ik liever zeggen. Wij drommen naar bin
nen en scharen ons daar aan de zijde van een
reeds wachtende dame. De zes douchehokjes
zijn bezet. Even later stapt een tweede Briel-
sche huismoeder naar binnen. Ook zij zal moe
ten wachten. En dan volgen haar aarzelend
twee kleine jongens. Zij zijn nog geen 2
stappen ver of de badman schiet al op hen
af. „Ga maar terug, er is geen plaats meer!"
Blijde verbazing licht op in 2 paar oogen.
Haastig draaien 2 jongens zich om, haastig
bijna op een hol, verdwijnen zij weer door de
voordeur.
„Twee hokjes vrij!", annonceert de bad
man. De dame. die in dit „bain mixte" ons
vóór was. had reeds eerder een opengevallen
plaats ingenomen. Wie zal van ons eerst
gaan? Eén der chefs laat lucifers trekken
en hij en ik zijn de gelukkigen.
In het duister reden wij terug naar het
kamp. De weg was slechts spaarzaam verlicht,
maar dat deed er niet zoo heel veel toe. Vier
der vijf wielrijders kenden de route op een
prik.
's Avonds aten wij in de leeszaal, rustig en
kalm een gesprek voerende over koetjes en
kalfjes. Na het eten bleven wij waar we waren;
de radio werd aangezet, er werd orgel ge
speeld en er werden indrukken uitgewisseld
over de deelnemers, die thans in het kamp
waren.
Het was vrij laat toen de lichten in de
leeszaal gedoofd werden en er over „nachtrust"
gedacht werd.
Zondag, rustdag. Ik heb nimmer geweten, dat
er in een kamp zulk een weldadige stilte kon
heerschen. Er was letterlijk niets dat de rust
verstoorde. Kwam het soms daardoor, dat- wij
eerst laat in den ochtend verrezen? Gelukkig
waren er geen deelnemers, die ons obser
veerden
Wij waren zoo „vroeg", dat het ontbijt ver
schoven werd naar het middagmaal. Dat werd
dan ook alle eer aangedaan, 's Middags bleven
er slechts enkelen ln het kamp achtei. ue
overigen gingen in Rockanje naar de kerk.
Natuurlijk was de zon achter de wolken
schuil gegaan. Stel je voor, dat ik eens één
dag lang zonder regen in een werkkamp was.
Dat beteekende dus binnen blijven. Gelukkig
was er een chef, die damde en een chef. die
schaakte. Het dammen bracht ik er nogal
dragelijk af: vijf partijen gespeeld, 1 remise,
4 verloren, 't Kan er mee door.
's Avonds na het eten kwam het schaak
bord op tafel. Er ontstond een verwoede strijd
op het bord met de 64 velden. M'n tegenstan
der had kunnen winnen.maar hij benutte
zijn kans niet. En toen, juist tegen bedtijd,
boekte ik een vol winst-punt. M'n figuur was
gered.
De laatste nacht in „de Schaapskooi" ver
liep ongestoord. Toen ik na een stevig ontbijt
ing vertrekken waren er nog geen deelnemers
gearriveerd Het afscheid, dat natuurlijk zeer
hartelijk was. beperkte zich dus tot de
kampdames, de chefs en den kampco, die me
tot het hek wegbracht. Het regende natuur
lijk pijpestelen. maar daar was ik al heele
maal op ingesteld. Aan het stationnetje te
Oostvoorne stond het tramtreintje reeds te
puffen. De reis naar Rotterdam terug verliep
precies als de heenweg.
KORPS MOTORDIENST.
Aan de 24 uurs oefenrit van de Vrijwillige
burgerwacht te Amsterdam zullen van het
korps Motordienst te Haarlem deelnemen 2
auto- en 3 motorteams.
De autoteams worden gevormd door 1. lui
tenant kolonel A. M. M. van Loon. kapitein F.
de Nijs Bik en sergeant W. L. Verschragen; 2.
kapitein J. A. Claessen, kapitein T. C. van
Dierendonck en res. Ie luitenant H. H. Beer;
de motorteams door 1. ie luitenant L. W. Ha-
berkorn, sergeanten J. Krediet en J. E. Lange;
2. sergeant H. Drenth en twee soldaten; 3.
door drie soldaten.
Voorts zullen deelnemen per motorrijwiel le
luitenant ir. A. L. W. Seijffardt en 5 soldaten
en per auto vijf soldaten.
HAARLEMSCH KAMERORKEST
Naast enkele openbare concerten, bezoekt-
Haarlemsch Kamerorkest, het bekende dilet
tantenstrijkje. regelmatig de verschillende
verplegingsinrichtingen in Haarlem en Om
geving. Het geeft daar door zang en muziek
afwisselde programma's.
Op Donderdag 18 Maart a.s. is het Diaco
niehuis aan de beurt.
Het orkest concerteert daar onder leiding
van den dirigent W. Lasschuit en voert ver
schillende repertoire-nummers uit.
Als zangsoliste zal optreden: Bep Wagener.
die behalve liederen van Mendelssohn en Schu
bert. de bekende Strauss' wals Rosen aus dem
Süden zal zingen.
Voorts wordt nog een nummer viool en
piano gegeven.
Het orkest zal vermoedelijk op een der
Paaschdagen in Brederodeduin concerteeren.
PERSONALIA.
De sergeant J. Kooy van het korps Motor-
dienst is op zijn verzoek teruggeplaatst bij het
Korps Luchtdoelartillerie te Utrecht.
SOCIëTEIT „VEREENIGING".
Donderdagavond 18 Maart houden de leden
der Sociëteit „Vereeniging" een algemeene
ledenvergadering in een der zalen van de
Sociëteit. Aan de orde komen o.a.: verkiezing
van een secretaris, een adjunct-secretaris en
een commissaris van consumptie f wegens af
treden onderscheidenlijk van de heeren H. N.
A. Roozen, K. Sanders en Ant. Meyer) en van
10 leden van het College van Gecommitteer
den.
Punt 7 van de agenda luidt: voorstel tot
invoering van een nieuwe groep leden, naar
aanleiding van het gehouden referendum.