OlónaardeSpaansche wateren
Drooggelegd Haarlem.
Beleid ter Zee.
BERICHT
Een gebroken traditie.
Het belangrijk'
54e JAARGANG No. '16483
Verschijnt cfagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
DONDERDAG IS MAART 1937
HAARLEM S DAGBLAD
Directie: P.W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM
Uitgave Lourens Coster Maatschappij voor
Courant-Uitgaven en Algemeene Drukkerij N.V.
Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM
ABONNEMENTEN per week ƒ0.25, per maand ƒ1.10, per 3 maanden
ƒ3.25, franco per post ƒ3.55, losse nrs. ƒ0.06. Geïllustreerd Zondagsblad:
per week 0.05, p. maand 0.22, p. 3 mnd. 0.65, franco p. post 0.72l/2.
BureauxGroote Houtstraat 93 DrukkerijZuider Buiten Spaame 12
Telefoon Nos.Directie 13082 Hoofdredactie 15034 Redactie 10600
Drukkerij: 10132, 12713 Administratie 10724, 14823 Postgiro 38810
Bijkantoor: Soendaplein 37, Haarlem-Noord. Telefoon 12230
ADVERTENTIëN 15 regels 1-75, elke regel meer 0.35. Reclames
ƒ0.60 per regel. Tarieven regelabonnementen op aanvraag. Vraag en
aanbod 14 regels ƒ0.60, elke regel meer ƒ0.15. Onze Groentjes zie
hoofd rubriek.
Gratis Ongevallenverzekering voor betalende abonnés. Levenslange ongeschiktheid ƒ2000.overlijden ƒ400.verlies van hand, voet of oog ƒ200.beide leden duim
één of twee leden wijsvinger ƒ25.alle leden anderen vinger 15.één of twee leden anderen vinger 5.arm- of beenbreuk ƒ30.enkelbreuk f 15.polsbreuk ƒ15.
Nog afzonderlijke verzekering voor abonnés op het Geïllustreerd Zondagsblad. Alles indien het.gevolg van een ongeval en volgens gratis ten kantore van dit blad verkrijgbare voorwaarden.
100.één lid duim 50.alle leden wijsvinger J 60.
HEDEN: 14 PAGINA'S.
De commandanten der Nederlandsche oor
logsschepen, die naar de Spaansche wateren
gedirigeerd zijn om Nedei'landsche koop
vaardijschepen tegen inbeslagneming te vrij
waren door ze te convoyeeren hebben daar
mee ongetwijfeld een zeer moeilijke opdracht
gekregen. Velen zullen met bezorgdheid van
de berichten hieromtrent kennis hebben ge
nomen. Wel niemand in ons land kan er ook
maar het geringste voor voelen, Nederland
op eenigerlei wijze in het Spaansche wespen
nest betrokken te zien. Maar het opbrengen
en leeghalen van het schip „Triton", welks
lading sinaasappelen door de Franco-partij
eenvoudig in beslag genomen is, nu al weer
gevolgd door het opbrengen van het in bal
last varende Rotterdamsche stoomschip
„Jonge Johanna" laat geen twijfel over dat
de Nederlandsche schepen convooi kunnen
behoeven. De regeering-Franco is door Ne
derland niet erkend, een oorlogstoestand
waarbij twee staten met elkaar in conflict
zijn bestaat in Spanje niet, het recht van de
toepassing van blokkade-maatregelen op Ne
derlandsche schepen ontbreekt den Spaan-
schen opstandelingen totaal. Het is dan ook
begrijpelijk dat minister De Graeff gisteren
in de Eerste Kamer van „daden van zee-
rooverij" gesproken heeft want dit is de on-
prettig-klinkende maar juiste qualificatie
van zulk optreden. En men is in Den Haag
niet van zins toe te laten, dat Nederland
sche schepen maar ad libitum worden opge
bracht en leeggehaald. Vandaar thans de
aanwezigheid in de Spaansche wateren van
het pantserschip Hertog Hendrik, dat weldra
vervangen zal worden door den snellen
ikruiser Java, en van den onderzeeër O 16,
die professor Vening Meinesz met zijn weten
schappelijke instrumenten te Lissabon aan
land heeft gezet en zijn nieuwe orders is
gaan volgen. Bovendien worden er vier on
derzeeërs voor een lange reis in gereedheid
gebracht te Nieuwediep en „beweert men"
dat die ook naar Spanje zouden gaan. Het
geen niet bevestigd is en dus slechts een ge
rucht, maar in zooverre indruk heeft ge
maakt dat men niet begrijpt waarheen zij
anders wel zouden varen.
Het zeerecht bevat vele bepalingen omtrent
convoyeeren en daarmee gepaard gaand over
leg, die de Nederlandsche commandanten na
tuurlijk met het noodige beleid zullen toepas
sen. Bijzonder „beleid ter zee" in een moeilijke
situatie wordt ongetwijfeld van hen gevergd.
Daarbij schijnt het feit, dat de regeering-
Franco wel door Duitschland en Italië is er
kend en dat ook van deze mogendheden oor
logsschepen in de Spaansche wateren vertoe
ven, welker commandanten dus wél Franco's
blokkade-maatregelen zullen erkennen, een
extra-moeilijkheid. En bij den gemiddelden
Nederlander zal onvermijdelijk het wrevelige
gevoel opkomen: „Wat voor den duivel heb
ben die Spaansche ruziemakers met onze
schepen uit te staan? Welk recht hebben zij,
zich ervan meester te maken?" Inderdaad
geen .enkel.
Het beroep op bepalingen van het zeerecht,
vastgelegd in verscheidene internationale con
ferenties die tientallen .jaren geleden gehou
den zijn, zal velen sceptisch stemmen. In de
laatste jaren is in Europa met de nakoming
van internationale verdragen door zooveel
staten een loopje genomen, dat men zich
zwartgallig gestemd voelt zoodra maar eenig
internationaal recht in het geding wordt ge
bracht. Wij schijnen immers al grootendeels
teruggekeerd te zijn naar de opvattingen van
vroeger tijden, waarin alleen het recht van den
sterkste goldl
Als „de sterkste" kan ovearigens 'noch de
Spaansche regeeringsvloot, noch de vloot van
Franco beschouwd worden. Het zijn zwakke
maritieme strijdikrachten, geheel bestaande
uit verouderde schepen, gering in aantal. Niet
temin zal het in ons land verlichting geven ais
de regeering spoedig in staat zal zijn onze
oorlogsschepen terug te roepen zonder dat het
tot eenig ernstig incident is gekomen. Moige
zulk een incident uitblijven. Nederland staat
volkomen buiten dit Spaansche conflict en
wenscht alleen, er even volkomen buiten te
blijven. Dat geldt natuurlijk ook onze koop
vaardijschepen.
R. P.
C. KLIJN t
Woensdag is in den ouderdom van 47 jaar
na een kort ongesteldheid overleden de heer
Cornelis Klijn, in leven gezagvoerder van de
Stoomvaart Mij. Nederland.
De teraardebestelling zal plaats hebben Za
terdag 20 Maart a.s. te 12 uur op de Alg. Be
graafplaats aan de Kleverlaan.
Zij, die zieh met ingang van 1 April
per kwartaal abonneeren, ontvangen
de in Maart nog te verschijnen nummers
gratis.
DE ADMINISTRATIE.
(De aloude traditie, dat een Griek
in een schrikkeljaar niet in het
huwelijk tradis, naar de statistiek
over 1936 bewijst, verdwenen.)
De Grieken houden sterk de hand,
En dat mag nauw een wonder heeten,
Aan de tradities van hun land,
Welks glorietijd niet is vergeten.
Een dier tradities wilde nou,
Sinds d' oudheid, dat in schrikkeljaren,
Een echte Griek niet trouwen zou,
Hoe groot ook zijn verlangens waren.
Wat dit gebruik ten grondslag lag,
Kan ik u tot mijn spijt niet zeggen,
Maar dat de vrouw 't niet gaarne zag,
Behoef ik nauwlijks vast te leggen.
Was 't een bescherming tegen haar,
Benut door d' oude Grieksche „helden",
Juist in het zeer speciale jaar,
Dat z' extra rechten kon doen gelden?
Het recht van het initiatief
Werd zoo een wassen neus voor vrouwen,
Wanneer z' al zei: ik heb je lief,
Verbood traditie haar het trouwen.
Enfin, die tijd is nu voorbij.
De Griek heeft dus zijn moed herwonnen.
Zelfs in het schrikkeljaargetij,
Mag 't huwlijksleven nu begonnen.
Een groote zegepraal voor haar,
Die na haar eeuwenlange streven,
Den schrik verjoeg uit schrik-keljaar,
Moog' zij geluk eraan beleven.
P. GASUS.
gedirigeerd.
Jonge Johanna" weer vrijgelaten.
Aanhouding
zeerooveri|
genoemd.
Javanadert Middellandsche Zee.
In de vergadering van de
Eerste Kamer heeft de minister
van buitenlandsche zaken
Woensdagmiddag verklaard,
dat hij de aanhouding van Ne
derlandsche schepen in de
Spaansche wateren zuiver een
daad van zeerooverij acht.
Daar moest een daad tegenover
worden gesteld en die bestaat
in het zenden van oorlogssche
pen.
Uit Lissabon wordt gemeld,
dat de Nederlandsche onder
zeeboot 0-16, die de vorige
week op de Taag is aangeko
men, van de Nederlandsche
regeering opdracht heeft ge
kregen voorloopig in de
Spaansche wateren te blijven,
ter behartiging van de belangen
der Nederlandsche koopvaardij.
Px-of. Vening Meinesz. die zich aan
boord van den ondei-zeeër bevond,
heeft zich met zijn wetenschappelijke
uitrusting aan land begeven.
Naar aanleiding van het in enkele
dagbladen gepubliceerde bericht uit
den Helder over de werkzaamheden
aan onderzeebooten aldaar, vernemen
wij het volgende:
De vier onderzeebooten „O 12"
„,0 13", „O 14" en „O 15" hebben
volgens het program der aanstaan
de zomeroefenngen proefgevaren en
worden gereed gemaakt voor den ac
tieven dienst.
Van een eventueel vertrek naar de
Spaansche wateren, dat hiermede in
Moet de Bakenessergracht
gedempt worden?
Wij hebben onzen criticus in de sferen
der beeldende kunsten, den heer J. H.
de Bois, verzocht zich ter Bakenesser
gracht te begeven, zijn kunstzinnig oog
over het geheel te doen weiden en onzen
lezers zijn bevindingen te doen geworden.
Zij volgen hier, met zijn oordeel over
demping-of-niet tot besluit.
Moet de Bakenessergracht gedempt wor
den, ja of neen? De stad Haarlem heeft óók
haar Rokin-vraagstukwaarom zouden
wij, die tezamen de vijfde stad des Lands for-
meeren, bij de hoofdstad ten achter blijven!
Pro en contra valt er, zoolang des Raads be
sluit nog niet gevallen is, nog wel wat over
op te merken. Tot nu waren de ingezonden
stukken-schrijvei-s in ons blad, bewoners der
bedreigde schoonheid, geen bewonderaars
van dezelve, en zij die contra basten, waren
„slechts" oudheidliefhebbers en artisten, dus:
menschen, die, als het over het moderne ver
keer en dergelijke dingen gaat, ik zou haast
zeggen: van nature in de contramine zijn.
Men zou zich kunnen voorstellen dat er drie
groepen van alle even eerbiedwaardige Haar
lemmers in het inderdaad troebele water
van Bakenes het geval bespiegelend be
schouwen. Groep A, die der omwonenden, on
aandoenlijk voor Onwelriekend stedenschoon,
redeneert aldus: des zomers stinkt het hiel
en 't wemelt van de ratten, het is hier ouder-
wetsch ongezond, dusdempen s.v.p.
De tweede groep, B, die der meest op een
afstand wonende minnaars van oud-steden
schoon, zegt: die gracht is nog een der zeer
weinige karakteristieke restanten van een
tijd die haar gunstig was en een attractie
voor wie zich dien tijd nog voor oogen wil
toovei-en, dusafblijven, s.v.p.
Groep C, de machtigste, wordt gevormd
door de heeren die het voor het zeggen heb
ben. Zij kunnen als volgt redeneeren: het
stinkend stedenschoon is voor ons een onge
zocht werkobject voor onze werkloozen: laat
ons dempen derhalve.
Zooals immer zit in de beredeneeriy.g van
elk der drie zienswijzen iets buitengewoon
sympathieks, men kan zelfs al van te voren
meevoelen met de groep die haar zin niet
krijgt. Want dat zal er natuurlijk altijd één
of misschien zullen het zelfs twee moeten
zijn.
Men zou kunnen trachten buiten alle par
tijen te blijven en met onbewogen gemoed
elks standpunt verkennen. Beginnen wij de
vrienden der historische schoonheid. Het is
onweersprekelijk dat het karakteristieke van
iedere Hollandsche. en Vlaamsche stad het
WATER is. Amsterdam zonder zijn gordels
van grachten en dwarsgrachten, Rotterdam
zonder zijn binnenhavens, kleine steden als
Sneek en Leeuwarden, gi-ootere als Utrecht,
zouden zonder hun waterwegen hun ty
pisch Hollandsch karakter verliezen. Waar
dat water werd weggewerkt ontstond 'een ka-
rakterlooze straat, een straat die nooit als
straat bedoeld was en er misschien een paar
eeuwen over doen zal om op een straat te gaan
gelijken, zoo dat ooit lukt. Waar dat vast
staat ga men er dus slechts in uiterste nood
zakelijkheid toe over uit een Hollandsch
stadsbeeld het water te verwijderen. Dat
beeld zal er zeker niet mooier op worden.
Of de Bakenessergracht dan n u zulk een
mooi beeld oplevert? Helaas, neen. Het zal
wel eens heel mooi geweest zijn, maar ach
teruitgang en zorgeloosheid hebben van de
oude schoonheid weinig ongerept bewaard.
Er zijn misschien nog vijf, zes gevels die het
aankijken waard zijn, en dan nog.in welk
een verkommerden toestand verkeeren ze.
Een der aardigste punten op de smalle zijde,
is waar men recht tegenover het straatje staat,
dat naar de kei-k van Bakenes voert. Op den
rechtschen hoek van dat straatje staat een
aardig huis, maarlaten we het zacht zeg
gen het is geen reclame voor Haarlem's Bloei.
Hoe geestig en fijntjes-aristocratisch komt
het kerktorentje daar boven uit kijken! En
toch, en toch, als straks de boom en aan de
oneven zijde der gracht weer in blad staan en
de schamelheid van sommige huizen aan het
oog onttrekkend, zich in het water spiegelen,
dan zal het totaal-aspect van de, over haar
lengte geziene gracht, naar het Spaarne toe,
weer alle intimiteit hebben van een oud-Hol-
landsche stad, die een karakter had. Gooi
dat toch altijd nog een tiental meters breede
water dicht en rooi de hoornen en ge zult heel-
misschien een gezonde, maar zekerlijk een
uiterst leelijke en karakterlooze straat krij
gen, Zelfs al zouden alle huiseigenaren die
nu, uit antipathie tegen de gracht, hun bezit
vei-waarloozen, plotseling den geest krijgen en
uit puur plezier voor de straat, alle schilders,
metselaars en timmerlieden van Haarlem aan
het werk zetten om de boel wat op te knap
pen. Object voor wei-kverschaffing? Maar dat
is hier immers al voorhanden. Alleen ligt het
niet onder, doch boven den walkant en ligt
het niet op den weg van de overheid die groot-
scher objecten behoeft.
De groep der niet bij de Schoonheid ge-
interesseei-de omwonenden klaagt over den
ongezonden staxik der gracht en het gevaar,
dat ratten er opleveren. Volkomen terecht zou
men zoo zeggen
De. kleur van het water heeft geen enkel lu-
ministisch schilder op zijn palet in voorraad.
Maarhoeveel jaar geleden heeft de naar
arbeid smachtende overheid hier het laatst
laten baggeren?
Terwijl dezer dagen ons naar schoonheid
speurend oog langs de gevelrij der oneven zijde
dwaalde, stond daar op den walkant een heer
met een enorme pikhaak in het water te stoo-
ten. Waar de haak den bodem raakte werd het
water inderdaad volmaakt zwart. Maar daar
ging het niet om. Hij dacht er niet aan een
demonstratie te geven. Hij zocht iets, zooals
wij allen telkens in ons leven iets zoeken, niet
waar, zoeken blijven naar „dat, wat je niet
hebt". Soms scheen het zwaar den stok weer
boven het water te krijgen, dan zat er iets aan
den haak vast, en trok de man dat alles voor
zichtig opwaarts. De paar minuten dat wij
dien arbeid konden gadeslaan, kwam met den
haakstok eerst een fietsgeraamte, daarna een
onderstel vaxx een kinderwagen en ten slotte
een potkacheltje boven water.
Alleexi het laatste object werd een oogenblik
ter nadere bestudeering op den wal getrokken,
doch daar het blijkbaar niet was, wat gezocht
werd, wederom in de gracht gedeponeerd.
Eenige spelende knaapjes beijverden zich in-
bussehen met het dempingswerk een te vroeg
tijdig' begin te maken door van alles wat onder
hun speelsche handen kwam naast de opge
noemde voorwerpen in het water te storten,
om van de daardoor veroorzaakte opborreling
te genieten.
Voor een deel der bewoners fungeert de
gracht, blijkbaar als vuilnisbelt, hetgeen een
vergefelijke vergissing hunnerzijds is. Corri-
geerend zou hier alleen de dienst der gemeen-
tereiniging kunnen optreden door de Bake-
nessergracht voortdurend als baggerobiect in
het oog te houden. Voor het goede doelHaar
lem te sparen voor een nóg leelijker straat,
dan er al eenige zijn. Want van een boulevard
de Bakenes behoeft- men niet te droomen en
het moet toch met de moderne hulpmiddelen
der wetenschap mogelijk zijn ergens de ratten
te verdelgen zonder dat er een rattenvanger
van Hameln aan te pas komt. Terwijl het wa
ter dat links en rechts met Spaarne en Nieuwe
Gracht in verbinding staat toch vermoede
lijk van beide niet het riool behoeft te blijven
dat het, naar gezegd werd, thans zou zijn.
Dicht gooien kan men hetaltijd nog, maar dat
lijkt voorshands weinig wijs beleid.
Al is de Bakenessergracht niet meer zoo
mooi als ze geweest is.wat er voor in de
plaats zou komen, zou horribel zijn. dat kan
men op zijn vingers aftellen.
J. H. DE BOIS.
Het woord is aan
Otto Weiss:
Reeds in zoo menige partij
trad een splitsing in omdat
twee harer leiders hetzelfde
wilden.
verband gebracht werd, is, volgens
mededeeling van officieele zijde on
der de huidige omstandigheden geen
sprake.
De „Jonge Johanna" weer vrij.
Het s.s. „Jonge Johanna", dat
Woensdagmorgen door een nationa
listisch oorlogsschip naar Ceuta werd
opgebracht, s, na in deze Noord-
Afrikaansche haven te zijn onder
zocht, dadelijk weer vrijgegeven. In
het bezit van zijn geheele lading
heeft het schip zijn reis vervolgd.
De „Java" in de Roode Zee.
De Nederlandsche kruiser „Java" is Woens
dag te Aden aagekomen. Met volle kracht
heeft het schip zijn reis naar de Middel
landsche Zee vervolgd.
BARON RöELL VAN HAZERSWOUDE
OVERLEDEN.
UTRECHT. 18 Maart. Hedenochtend is
hier ter stede in den ouderdom van 75 jaar
ovexieden de heer W. C. Baron Röell, am
bachtsheer van Hazerswoude, gep. luitenant-
generaal der artillerie en commandator van
de commenderij Nederland der Johanniter-
orde.
Behalve groene zeep brengt de
schoonmaaktijd nog een ander
groen embleem. Plaats een
„Groentje" in Haarlem's Dag
blad als er een sta-in-den-weg
moet worden opgeruimd, een
werkster gevraagd enz. enz. De
eenvoudigste, goedkoopste en
succesvolste manier.
De Bakenessergracht in 1768.
De regeering acht aanhouding van
Nederlandsche schepen door de
Franco-vloot zeerooverij pag. 1
Wordt de spoorbaan Haarlem-Zand-
voert verder verhoogd? 2
De verwachtingen van Zandvoort
voor het a.s. badseizoen2
De K. L. M. zal weldra aan ..De
Schelde" opdracht geven voor den
bouw van een trans-atlantisch
vliegtuig3
De verbetering van het economisch
leven is duidelijk merkbaar3
De Eerste Kamer behandelt buiten
landsche kwesties3
Wetsontwerp inzake verbindend
of onverbindend verklaring van
collectieve arbeidsovereenkomsten
door de Tweede Kamer in behan
deling genomen3
De Fransch vakvereenigingen heb
ben naar aanleiding van de gebeur
tenissen te Clichy een halven dag
staking afgekondigd
Amelia Earhart is voor haar wereld
vlucht gestart
De Duitsche ambassadeur te Wash
ington heeft opnieuw tegen de uit
latingen van La Guardia gepro
testeerd
Hoe het vastrechttarief voor electrï-
citeit te Bloemendaal werkt
De bloemententoonstelling te Heems
kerk is Woensdag door minister
Deckers geopend
ARTIKELEN, ENZ.
R. P.: Beleid ter zee
J. H. de Bois over drooglegging van
de Bakenessergracht
Van onzen Parijschen correspondent:
Een stad in opstand
H. D. Vertelling: Stem door de tele
foon
Van onzen G. P. D.-redacteur: Auto's
verdroomen hun laatste uren.
Speciale correspondentie: Met de K.
N. A. C.* verkeersauto er op uit.
Damrubriek
Voor de vrouw 1
B. Schuil over de gast voorstelling
van Hermann Thiinig 1
De Burgerlijke Stand van Haarlem
is opgenomen op