Het Roode Kenteeken
De Kennemer Golf en Country Club speelde Vrijdag op haar golflinks een wedstrijd tegen de
Oxford en Cambridge Golfing Society. Een overzicht op een der greens
De Japansche aviateurs Linoema en Tsoekagoshi zijn Vrijdag na hun sensationeele record-goodwill-vlucht Tokio Londen met
hun toestel .Verheven Wind" veilig op het vliegveld Croydon geland. Een snapshot na de aankomst der koene vliegers
Nederlandsche kunstenaars in Budapest. Fientje de Ia Mar
met haar gezelschap bij aankomst op het vliegveld der
Hongaarsche hoofdstad
Het eerste van de
tien nieuwe Dou
glas D. C. 3 ma
chines voor de
K.L.M., de .Hop"
is Vrijdag door
piloot Tepas van
Cherbourg naar
Schipholgevlogen.
Na de aankomst
op Schiphol
De Zesdaagsche te Parijs. Tijdens de
neutralisatie. Ignat aan den maaltijd in
gezelschap van zijn echtgenoote
Een nieuwe opname van Z. M. George VI, Koning van Engeland, in zijn De groote Sumatra-tabaksinschrijving in Frascati te Amsterdam ging Vrijdag weer met de
werkkamer in Buckingham Palace te Londen traditioneele drukte gepaard
werk in de .Guildhall Art Gallery" te Londen, zijn ver
schillende merkwaardige stukjes geëxposeerd. Een hoekje
van de uitgebreide collectie
FEUILLETON
OTTWELL BINNS.
INadruk verboden)
10)
„En janken doe ik ook niet. Vergeet dat
vooral niet!" viel de zeeman hem in de
rede.
„Nee! Maar die whiskyflesch, die we achter
gelaten hebben, is een beetje lastig, niet? Ik
wil best gelooven, dat u het weer goed wilt
maken, dat u mij geronseld hebt, maar ik ben
niet van plan te doen. alsof ik de reden niet
begrijp. Dat doe ik wel, evengoed als u. En het
is heusch niet aan u om voorwaarden' te
stellen. Wanneer u me in de Philippijnen van
boord zet of op Celebes, dan zal ik er voor
zorgen, dat u in Broome gearresteerd wordt
of al eerder, want de radio is sneller dan
dit oude schip. Gooi me overboord om eh
wat was het woord ook weer? als haaien-
vleesch te dienen en u zult, zoodra u Broome
binnenvalt een bevel ontvangen om een man,
dien u niet hebt, uit te leveren en u zult zelf
waarschijnlijk wel weten wat een prettige tijd
u te wachten staat, als het gerecht zich met
de zaak gaat bemoeien. Tien tegen een, dat
u gehangen wordt en dat is toch werkelijk
geen aangename manier om deze wereld te
verlaten. Geloof maar niet dat ik overdrijf,
want dat doe ik heusch niet. Ik wil er honderd
pond tegen één boon om verwedden, dat wan-
peer u Broome bereikte, het eerst wat u zoudt
zien de „Kestrel" zou zijn, die u daar op lag
te wacht. Zij is een snelvarend schip en zou
deze oude tank glad voorbij loopen. Een Sea-
bright is een ware duivel, die, als hij een
maal ergens zijn tanden ingezet heeft, niet
meer los laat. Nu weet u alles! Ik heb met
Seabright een afspraak en daar dit schip er
toch naar toe gaat
„Hoe weet u dat?"
„Maar mijn goede man, als dat niet het
geval is, waar brengen jullie Miss Charlton
dan heen?"
De kapitein van de irDusty Miller" gaf zich
niet de moeite om te antwoorden. Hij stond
de situatie te overdenken en even daarna zag
Terry, die hem scherp in de gaten hield, een
gemeene gloed in zijn harde oogen komen en
maakte zijn eigen gevolgtrekkingen.
„De schooier heeft iets bedacht", merkte hij
bij zichzelf op. „Ik ben benieuwd was het kan
zijn?"
Hij verwachtte niet dat de kerel het hem
zou vertellen en bereidde zich op hernieuwd
verraad voor, toen de ander gromde en philo-
sophisch de situatie aanvaardde.
„Als u werkelijk naar Broome moet
„Absoluut".
„Dan zal ik u er wel heen moeten brengen,
afschoon ik u eerlijk gezegd net zoo
lief
„St, schipper! Bederf het aardige beeld van
van den boetvaardigen zeeman nu niet! Hoe
laat is de lunch? U moet bedenken, dat ik
sinds dat bedwelmende drankje van gister
avond niets meer gehad heb".
„Die is nu!" gromde de ander. „Ik denk,
dat de dames al begonnen zijn".
„Dames?" Terry Domville was dood ver
baasd. „Is er dan meer dan een?"
„We hebben nog een vrouwelijke passagier
voor Broome Miss Wakinshaw, haar broer
is in de parelhandel. Een aardig dametje en
ik zou niet graag willen, dat zij in haar ge
voelens gekwetst werd, dus misschien wilt u
wel stilhouden wat er gebeurd is
„Zeker, als ik u daar een genoegen mee
kan doen", lachte Terry. „Scheepsmanieren
en al dergelijk soort dingen natuurlijk. Ik
hoop dat het dametje gezellig is".
„Dat zal best in orde zijn. Ze komt van Fris
co. Zij en Miss Charlton zijn al dikke vrien
dinnen. Als we nu eens naar achteren gingen,
dan kan ik u voorstellen voor ik op de brug
moet voor de wacht".
Terry herinnerde zich iets. „Die heftige
kerel, die met zijn hoofd tegen de railing aan
gevallen is
„De stuurman!Parry zal u niet lastig
meer vallen. Dien heb ik zijn nek gegeven.
En bovendien eet hij niet bij de passagiers".
„Dat is jammer", antwoordde Terry. „Het
zou zijn manieren misschien ten goede komen.
Maar ga voor, Macduff".
„Zoo heet ik niet", verbeterde de zeeman.
„Ik heet Smith Amos Smith, kapitein".
„Goede oude naam. Oeroude stam en
Amos is bepaald profetisch. Uw peten hebben
zeker een oogje op de toekomst gehad, niet?"
Kapitein Amos Smith negeerde de ironie en
ging voor.
Terry Domville volgde, meer dan benieuwd
naar die Miss Wakinshaw. Zijn nieuwsgierig
heid werd er niet minder om, toen hij de stof
fige kajuit binnentrad en kapitein Amos
Smith den beloofden dienst eenvoudig en
zonder omhaal verrichtte.
„Miss Wakinshaw mag ik u Mr. Domville
voorstellen, een vriend van Miss Charlton".
Het meisje wendde een aardig goudblond
kopje en een poppengezichtje met bijpassende
blauwe oogen naar Terry, die beleefd boog.
„Aangenaam, Miss Wakinshaw", zei hij en
merkte op, dat het meisje geen verbazing
toonde over zijn nogal verfomfaaid uiterlijk.
Miss Wakinshaw's glimlach was even aar
dig als haar gezicht.
„Het is heel vriendelijk van u om dat te zeg
gen, mr. Dombell
Domville", verbeterde Terry haar. „Heeft
niets te maken met gymnastiek en sterke
mannen".
Het meisje lachte een vroolijk lachje, op
pervlakkig en ondiep als een pastei-schotel,
maakte Terry hij zichzelf uit.
„Maar u behoort toch ook niet tot de slap
pelingen, Mr. Domville. Dat kan ieder meisje
dat niet van gisteren is en geen groenen bril
draagt wel zien. En ik ben er zeker van, dat
u een aanwinst zult zijn voor deze tafel van
oude vrijsters
Miss Wakinshaw", lachte Terry. „U bent
te jong om uzelf zoo verkeerd te betitelen.
U moet de hoop nog niet opgeven. U heeft
vast en zeker een queue van vurige aanbid
ders, die
„Het is werkelijk lief van u om dat te
'zeggen, zelfs al meent u het niet en ik ben
er heusch trotsch op met u kennis te maken,
ofschoon u zich tot nu toe nogal achteraf
gehouden hebt".
,Daar kon ik niets aan doen", antwoordde
Terry opgewekt en glimlachte tegen Norma
Charlton, terwijl hij de eenige leege plaats
aan de tafel Innam. „Ik was in het schip ver
dwaald en heb als een Epheser geslapen, tot
dat Kapitein Amos Smith den prins uit. het
sprookje gespeeld heeft".
„Wilt u daarmee zeggen, dat hij u wakker
gekust heeft?" Miss Wakinshaw gichelde bij
't beeld, dat haar verbeelding oproep. „Smaken
verschillen. Als hij mij een zoen gaf, zou ife
zeker flauw vallen, of hem in zijn gezicht
slaan. Het is niet bepaald een Adonis".
Terry lachte bij deze openhartige bewering,
mompelde zoo iets van dat een goed hart beter
is dan een schoon uiterlijk, nam een bord soep
aan van een Chineeschen steward en merkte
toen hij opkeek, dat Miss Wakinshaw's blauwe
poppenoogen hem met buitengewone scherpte
aan het opnemen waren.
„Zoo!" dacht hij en weer peinsde hij over
den toevalligen samenloop van omstandig
heden, die ertoe geleid hadden, dat zij net nu
naar Broome moest gaan en daarvoor het
oude schip uitgezocht had waar, zooals hij
zeker geloofde, Norma Charlton op gelokt was.
Was deze popperige schoonheid in het complot
wat het dan ook zijn mocht tegen het
meisje naast haar? Hij kon er niet zeker van
zijn, maar instinctief wist hij, dat Miss Wakin
shaw niet zoo eenvoudig was als ze er uitzag
en niet zoo openhartig als haai1 woorden. Hij
at een paar lepels van zijn soep en keek toen
weer op.
„Wat leuk, dat we allemaal samen naar
Broome gaan", merkte hij op. „U kent de
plaats waarschijnlijk nogal goed. Miss Wakin
shaw?"
'(Wordt vervolgd),