RIJBROEKEN f 15.75 Tulpen maakten geschiedenis. H" frette de Bruyn ZATERDAG 10 APRIL 1937 PI A ARE EM'S DAGBEAD Gaf men vroeger fabelachtige sommenook thans weer brengen nieuwe variëteiten hooge prijzen op. De opleving in hef bloembollenbedrijf. Zes en veertig duizend gulden en een nieuwe koets met twee paarden voor één tulp. ET is verheugend te kunnen consta- teeren, dat na vele. zeer moeilijke jaren voor het bloembollenbedrijf eindelijk weer het vertrouwen in het vak terug is gaan keeren. Het begon reeds vorig jaar vóór de devaluatie, toen op de vakshow van tulpen, in Januari te Sas- senheim gehouden, b.v. één kilogram van een nieuwe variëteit van de Mendeltulp voor het ongekend hooge bedrag van f 825 van de hand ging. In één kilogram zitten slechts dertig tot vijf-en-dertig bollen! Deze Mendel tulp is warm oranje van kleur met een iets lichteren rand en was onder den naam van Orange Wonder door de firma Frans Roozen Lzn. te Vogelenzang ingezonden. De Orange Wonder is een kruising van de Due van Thol anet de Breeder tulp, verkleurt niet bij het verbloeien en is stevig fraai gevormd met een stengel van een halven meter. Deze nieuwe variëteit trok aanstonds de alge- meene aandacht. Het spreekt vanzelf, dat, wanneer men weer hooge prijzen durft bie den voor nieuwe variëteiten, dit samen zal moeten gaan met een, minstens komende, opleving in het bloembollenvak. De nieuwe monetaire politiek in het najaar, de devaluatie, heeft er nog het hare toe bijgedragen, om de positie van het bloembollenbedrijf optimistischer te kunnen gaan be- oordeelen dan jaren het geval ge weest is. De devaluatie van den gulden is voor het vak op een gunstig tijd stip gekomen, omdat het overgroote deel der verzendingen had plaats gehad. Nu de prijzen verhoogd zijn, verwacht men ook dit jaar betere uitkomsten voor het kweekersbedrijf, hetgeen overigens geen overbodige weelde kan genoemd worden. Deze opleving van het bloembol- lenvak in het najaar veroorzaakte weer speculaties, met het gevolg dat de' nieuwe variëteiten voor uit stekende prijzen van de hand gin gen. Zoo werd voor een drietal bol len. niet minder danf 3500 be taald! Ook de zeldzame variëteiten, die in Januari van dit jaar op de tulpenshow in Bloemlust te Sassen- heim te zien waren, maakten nog uitstekende prijzen. De Orange Won der handhaafde haar hoogen prijs van vorig jaar, terwijl voor een pond Orange Gold, een nieuwe oranje gele tulp. nog grif achthonderd gul den gegeven werd. Enkele stuks daar van brachten honderd gulden per bol op! 'Is er de laatste maanden een stilstand ge komen in de vraag naar nieuwe variëteiten, wanneer do tulpen in bloei staan, is daar toch weer een opleving in te verwachten. Mr L ogen deze prijzen we deden slechts een greep uit de vele ons ongekend hoog toeschijnen, de handel in tulpenbollen heeft nog wel betere tijden gekend, toen de tul pen voor werkelijk sprookjesachtige prijzen van de hand gingen. Dat was in de Gouden Eeuw. in de jaren 1636-1637 toen „de hoofden der bedaarde Hollanders duizelden en er een onbesuisde drift als een vrucht der rijkdom men en weelde in geheel Holland heerschte". Men noemde deze besmettelijke ziekte de „bloemzucht". De tulp groeide oorspronkelijk in Syrië als een wilde bloem; ze bestond daar slechts in twee kleuren: in rood en geel. Het is vooral dokter Carolus Clusïus, de beroemde herbarist, geweest, die zeer veel gedaan heeft, om deze fraaie bloem, waar door Nederland eens bekend zou worden over de geheele wereld, aan te kweeken. Clusius heeft ons ook de hyacint uit Peru overge bracht. terwijl hij de grote propagandist in West-Europa van den aardappel is geweest. Deze veelzijdige plantkundige, aan wien Nederland veel verschuldigd is, beschrijft zijn kweekproeven met de tulp als volgt: „Zaden uit dezelfde vrucht, door- mij per soonlijk verzameld en tegelijkertijd in den herfst in de aarde gebracht, hebben in de volgende lente eenige plantjes gegeven, die nu het vijfde tot het tiende jaar witte, wit- gevlekte, gele, geelgevlekte, roode, roodge- vlekte tulpen leverden De stengel komt mid den uit den bol te voorschijn. Wanneer men echter, nadat de stengel verwelkt en ver droogd is, den bol uitgraaft, dan ziet men, dat-de stengel aan den zijkant van den bol ontstaan is. terwijl de nieuwe bol zich ge leidelijk ontwikkelt en het sap van den ge- heelen bol tot zich trekt. Dit tijdstip is het juiste moment om ze te verplanten. Een Antwerpsch koopman, zoo gaat hij verder, kreeg met een lading katoendoek uit Con- stantinopel ook een aantal tulpenbollen; hij hield ze voor uien en at er een gedeelte van. geroosterd met azijn en olie. De rest wierp hij in zijn tuin tusschen allerlei groenten- afval. Toevallig werden deze bollen opge merkt door een koopman, genaamd George Rye die zeer goed op de hoogte van plant kunde was. Hij nam ze mee en pootte ze in zijn tuin en daaraan was het te danken, dat ik later verschillende nieuwe variëteiten zien kon". De Semper Augustus. Dr. Nicola as Wassenaer vertelt ons oa. over de seschiedenis van dien handel: „On der vele^costelicke van deze bloemen die oock met namen gheintituleert zijn, als La- prock. Coornhert, Zwitser, is een. om zyn schoonheyt Semper Augustus ghenaemt, dit jaar (1625) de principaelste gheweest; de coleur is wit met lackrood uit den blauwen gront. tot boven toe eenpaerich ghevlamt: noch zag blommist schooner dan dese. Geen tulp Is oyt in meerder estime ghe weest: men heeft er een voor duysendt gul dens verkocht. Men heeft shesien. dat voor thien tulpenbollen twaelfduysendt guldens gheboden zyn en 't ghevlel noch geen coop. Dese Augustus spant de croon, by oordeel der miraculen GÓdts, in soo een gheringh van velen: ons dienende tot verwonderingh stuck t-oonende. Een bol van sechtich guldens heeft door zijn saeyelingen in corten tydt twntich per cento avance ghegeven, het stuck op een schellinck gherekent, dat is het oraculum: Miscendum est utile dulci". In het jaar 1624 waren er van die later zoo beroemd geworden Semper Augustus niet meer dan twaalf voorhanden, die voor twaalfdui zend gulden het stuk te koop waren. Wasse naer zegt, dat deze Augustus het eerst uit Vlaanderen gekomen is. Toen dit bekend werd, zijn eenige liefhebbers geheel Vlaanderen. Brabant enz. doorgereisd, maar geen Augus tus vonden zij. Wel brachten zij verscheidene soorten mede, maar geen, die de zoo begeerde overtrof of maar nabij kwam. De bloemisten van Rjjssel waren in het bezit van een tulpen soort. die zij Par Augustum (Parem Augus- tum den Augustus gelijk) noemden, maar het verschil bleek toch te groot te zijn, zij kon „nau zyn Bastaert ghenaemt worden". Het is licht begrijpelijk, dat de gelukkige bezitter van de Semper Augustus om deze prachtige tulp zeer benijd werd en de concur renten alle hulpmiddelen te baat namen, om aan andere bollen de voorkeur te doen geven. En zoo poogden zij druk. aan te toonen, dat „het testament Coornhert", „het testament Clusius", „de jufferkens van Marlen de Fort" en nog enkele andere eigenlijk veel schooner waren. Ook beweerden dezen dat men in Keu len een tulp had, die met welke tulp ook niet te vergelijken was. De kleur hiervan zou hoog oranje met witte vlammen en een donkeren grond zijn. „Maer", zegt Wassenaer, ,,'t zijn niet dan voorwerpsels, zy wenschen niet dan een blad daeraf te zien, en zoo die comt die sal de monarch zyn en de frayste van allen, die oyt de aarde verleent heeft". Maar nog af gezien daarvan nadere berichten over die wondere tulp uit Keulen zijn nooit doorgeko men de smaak van het publiek is vaak on definieerbaar: de Semper Augustus was de publieke gunstelinge, die met goud werd be taald, en langen tijd bleef zij de favorite. Zoo betaalde men in het Narrenjaar (1637) voor één Sempre Augustus zes en veertig duizend gulden plus een nieuwe koets met twee paarden Enkele jaren daarvoor vinden wij een prijs vermeld van ruim dertien dui zend gulden en een prijs van dertig duizend voor drie van deze bollen. De tulp als Modebloem TUT erkwaardig is zeker, dat één van de re- 1XVJL denen, waardoor de prijzen der tulpen zoo dwaas werden opgedreven, geweten moet worden aan deParijsche mode. De tulp was dé modebloem en wie stoorde zich toen tertijd niet reeds aan de mode. Voor de „steenrijke" verwaten Hollandsche koopman schap van die dagen was het overnemen van de Fransche mode en gebruiken te pas en te onpas een der voornaamste afleidingen en ging zelfs door voor het eenig ware kenmerk van „standing". Ieder, die daartoe maar eenigszins de middelen bezat, kocht haar. Geen rozen of andere bloemen zag men nog op de bals en partijen, doch alleen de tulpen en de fraaiste maakten natuurlijk de meeste furore. Men bood zijn dame een tulp aan, die honderd, ja zelfs duizend gulden kostte. Deze ten top gevoerde spilzucht pracht fa tale gevolgen met zich mede. De vermeerderde vraag naar de tulp en de hooge prijs, dien men grif voor een fraai soort besteedde, had ten gevolge, dat de bloemisten zich speciaal op het kweeken van de tulp en nieuwe soorten daarvan toelegden. Dit was nog zoo erg niet, maar toen de prijzen maar bléven stijgen, lieten talloozen, die zich in het bezit van een stukje grond verheugden, hun handwerk in den steek en werden kweeker. De bloemenhandel in Hol land sloeg over tot een windhandel. Van 16341637 werd te Haarlem voor tien millioen gulden aan tulpen ver handeld. Het was logisch en onvermijdelijk, dat die dwaas opgedreven bloemzucht eens haar einde moest nemen. De markt werd op een gegeven moment zoo overvoerd met bollen, dat ten slotte de prijzen op één niveau bleven staan, en eindelijk daalden, steeds verder daalden. Velen waren door de bollen rijk geworden, maar velen wer den thans ook door de bollen ge ruïneerd, want wie wenschte de som nog te besteden, waarvoor de verkoo- per zijn bollen had moeten inkoopen. Geschillen rezen tusschen de koopers, de regeering bemoeide er zich eindelijk mede en vaardigde groote plakkaten uit. De koning aller tulpen, de Sem per Augustus, daalde tot op een waar de van vijftig gulden Thans kan ieder zich de weelde veroorlo ven, zich een ruiker van deze frissche voor jaarsbloemen aan te schaffen en wel niemand meer dan de stedeling zal weten te waardee- ren, dat hij al voor een klein bedrag een stukje lente in zijn huis kan koopen. Adriaan de tulpendief Deze algemeene bollenroes, die de graag speculeerende, rijke Hollandsche koop lieden zoo met hun geld deden smijten, als was de goede gulden even talrijk als de graankor rels in hun hoofdstedelijke pakhuizen, inspi- „SPORTMACAZIJN" Twijnderslaan7, tel. 15116 (Adv. Ingez. Med.) reeds den Duitschen schrijver Otto Rombach tot den roman „Adrian der Tulpendieb". Een vermakelijke geschiedenis, die voor ons te veel beschamende werkelijkheid inhoudt, maar den Duitschen lezer wel als een fantastisch sprook- 1e zal voorkomen. Hij zal haar niettemin ook wel weten te waardeeren, want er zit zelfs nog een moraal in, luistert u maar. De hoofdper soon van de handeling is Adriaan, een han dige gauwdief en turfsjouwer. Geen geld en ook geen bollen bezit hij, hetgeen oorzaak wordt, dat Adriaan zich op het voor hem niet onbekende gauwdievenpad begeeft en alzoo tot den diefstal van drie bollen „genoodzaakt" wordt. Deze drie bollen schijnen voor Adriaan voldoende te zijn om spoedig tot een onbe- grensden rijkdom te geraken, die hem den titel van „Hollands tulpenkoning" doet verwer ven. De moraal komt, wanneer Adriaan na tal van wetenswaardigheden zoo arm als de mie ren tot zijn turfgraversbaantje afzakt en zijn ouden baas eigenlijk op zijn bloote knieën moet danken, wanneer deze hem goedertieren weer in zijn dienst opneemt en Adriaan als voorheen turven mag sjouwen. Gestolen goed gedijt immers niet nietwaar! J. v. Gr. ELSE MAUHS WEER TE HAARLEM. Op Zaterdag 17 April zal de tooneelgroep „Het Masker" een herhaling geven van „Eli sabeth, de Vrouw zonder Man", waarin we derom de titelrol zal worden vertolkt door mevrouw Else Mauhs. VERVOERSOPBRENGSTEN N. Z. H. T. M. Gunstiger getallen. De vervoersopbrengsten van de N. Z. H. T. M. over Mrt. 1937 bedroegen (ongecontroleerd) f 241.519,tegen f225.462— in 1936. BENOEMINGEN DOOR DEN BISSCHOP VAN HAARLEM. De Bisschop van Haarlem heeft benoemd tot Geestelijk adviseur: van Groep VIII te Haar lem: H. Goosen, O. F. M. en van de afd. Haar lem van den Ned. R.K. Bond van Werkmees ters, ingedeeld bij Groep III: P. de Wit. AGENDA ZATERDAG 10 APRIL Palace Filmac: 115 uur: Doorloopend 50 minuten wereldnieuws. Luxor Sound Theater: „San Francisco" voor de derde week geprolongeerd. 2.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals Theater: „De charge van de lichte brigade", 2.30, 7.en 9.15 uur. Cinema Palace: „Man en Vrouw", 7 en 9.15 uur. Rembrandt Theater: „Pygmalion", gepro longeerd. 2.30, 7 en 9.15 uur. Teyler's Museum, Spaarne 16. Geopend op werkdagen van 113 uur, behalve 's Maan dags. Toegang vrij. ZONDAG 11 APRIL Stadsschouwburg: De Vrek, met Jan Musch 8.15 uur. Rembrandt Theater: 4000 Mijlen onder zeil 11.30 uur. Rozekruisers Genootschap, Bakenessergr.: 10.30 uur: Jeugddienst; 7.15 uur; Voordracht door den heer J. Leene. Bioscoopvoorstellingen 's middags en des avonds. MAANDAG 12 APRIL Stadsschouwburg: De zonderlinge Dr. Clit- terhouse, door de Amsterd. Tooneelvereeni- ging. 8.15 uur. Palace Filmac: 115 uur: Doorloopend 50 minuten wereldnieuws. Bioscoopvoorstellingen 's middags en des avonds. ROOSTER VAN APOTHEKEN (Samengesteld door den Inspecteur der Volksgezondheid.) Voor de apotheken, die toestemming ge vraagd hebben, om 's avonds en 's nachts en Zondags te sluiten, ls door den Inspecteur der Volksgezondheid een sluitingsrooster op gemaakt. Van Zaterdag 10 April des avonds 8 uur tot en met Vrijdag 16 April zijn de volgende apo theken op Zondag, 's avonds na acht uur en des nachts geopend. J. M. A. Hegland, firma Th. A. Klinkhamer, Koninginneweg 69. Tel. 11596. C. J. Fischer, firma Grijseels en van Hees, Lange Veerstraat 14. Tel. 11000. L. Schoorl, Frans Hals Apotheek Frans Halsplein 1. Tel. 11180. De Orange Wonder tulp, waarvan voor één kilogram ƒ825betaald werd. (foto Profilti De Bilt voorspelt: Meest matigen, zuidelijken tot weste lijken wind, betrokken tot zwaarbe wolkt, later opklarend, regenbuien, kouder. De depressie bij IJsland veranderde weinig en wordt thans stationnair. In het westen naderen nieuwe daalgebieden. In onze omge ving trekken secundaire depressies van zuid west naar noordoost. De groote warmte, die gisteren in het zuidwesten van Frankrijk ge vonden werd, heerscht thans in Oost-Frank rijk en Zwitserland. Op het Jungfraujoch steeg de temperatuur zes graden. In het wes ten werd het kouder. In Zuid-West-Frankrijk gaat de afkoeling met onweer gepaard. Langs de kusten van de golf van B'iscaye en het Ka naal vielen zware regens. In Ierland steeg de luchtdruk tijdelijk en is de wind naar noord oost geruimd. In Finland blijft de luchtdruk bij voortduring hoog, evenzoo over Groen land. De groote koude tusschen IJsland en Groenland houdt aan. Ook in de Poolzee ten noorden van Noorwegen is het zeer koud. Het is te verwachten, dat het weer tijdelijk regenachtig zal zijn en later buiig, met tijde lijke opklaringen en lagere temperaturen. BAROMETERSTAND Vorige stand 766 m.M. Stand van heden 750 m.M. Neiging: Achteruit. Opgave van: Fa. KUIPERS ZN., Opticiens Zijlstraat 97 Telefoon 12726 ff OOG WATER TE ZANDVOORT: Zaterdag v.m. 2.01 uur; n.m. 14.10 uur. Strand berijdbaar van 7.0012.00 uur. Zondag v.m. 2.42 uur; n.m. 14.59 uur. Strand berijdbaar van 7.4513.00 uur. Maandag v.m. 3.15 uur; n.m. 15.38 uur. Strand berijdbaar van 8.1513.30 uur. 12 DAGEN WEENEN, BUDAPEST, PRAAG, BERLIJN f 92.50, alles inbegrepen. Prima materiaal. 1ste klasse Hotels. Vertrek 26 April. Sluiting inschrijving 18 April NED. REISBUREAU STOOP, WESTEINDE no. 43, 's-GRAVENHAGE. TEL. 11.12.20. Bijkantoren: Leiden Doezastr. 32, tel. 2941 Haarlem: Marnixstraat 94rood. (Adv. ingez. Med.) VISCHCLUB „BACA". HAARLEM Zaterdag. Alhier is opgericht de Vischvereeniging „Baca", onderafdeeling van de ontspanning en excursieclub „Baca". De leden van deze ver eeniging zijn allen werklooze bakkers en ca- caobewerkers. Het bestuur is als volgt samengesteld: L. C. Logmans, voorzitter, J. Hirs, secretaris, A. Bellaard, penningmeester, F. van Musseher. commissaris. De club stelt zich ten doel door het organi- seeren van wedstrijden aan haar leden aan gename ontspanning te bezorgen. Zij, die de club willen, steunen door het schenken van prijsjes, kunnen dit laten weten aan F. yan Musseher, Scheepmakersdijk 9 rood. WISSELKOERSEN. Amsterdam 10.15 uur. Londen 8.95 1/8. Berlijn 75.48. Parijs 8.21. Brussel 30.78. Zwitserland 41.57. New York 1.82 13/16. Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukkengeplaatst oj niet geplaatst, wordt de kopij den inzender niet teruggegeven. Haarlem en de vreemdeling. De heer Wagenaar Reisiger heeft, zoo heb ben we dezer dagen kunnen lezen, een maandblad in het leven geroepen ten behoeve van repatrieerenden en verlofgangers. De taak van dit nieuwe blad zal zijn, hen, die een woonplaats zoeken in Nederland, te animee- ren, Haardem te kiezen als plaats van vesti ging, een streven, dat natuurlijk groote waar deering verdient. Men kan de verschijning van dit nieuwe blad gevoeglijk zien als een deel van het complex der pogingen, die den laatsten tijd in het werk worden gesteld, om door het ver spreiden van meer bekendheid omtrent onze stad, haar welvaart te bevorderen. Stichtin gen en comité's zijn aan het werk getogen, tentoonstellingen moeten er het hare toe bij dragen en wie een goed idee aan de hand kan doen ter bereiking van het gemeenschappe lijk doel kan zich bij voorbaat verzekerd hou den van de belangstelling der diverse instan ties. In zijn bijdrage ln het eerste nummer van „Haarlem als woonstad" erkent de ondervoor zitter van „Haarlem's Bloei", Jhr. Mollerus, het nut der opbouwende critiek. Het hier vol gende wil geen critiek zijn, hoogstens een be scheiden opmerking, die niets beoogt dan het welzijn der stad, die ons allen lief is. De lof van Haarlem moet door den niet- Haarlemmer gezongen worden. Eén waardee- rend woord van hem is beter dan een koor van Haarlemmers, dat de aantrekkelijkheid van him stad bezingt. We gaan naar Königs- winter niet omdat de plaatselijke vereeniging voor vreemdelingenverkeer het ons heeft aan gepraat, maar omdat onze buurman er verle den jaar zoo genoten heeft en omdat neef en nicht er maar niet over kunnen zwijgen. Dus gaan wij ook en Königswinter heeft het vol gend jaar een paar propagandisten méér in Nederland. Anders gezegd: Het vreemdelingen verkeer dient voorop te staan bij iedere po ging om de beteekenis van een gemeente als toeristenoord én als plaats van vestiging te verbreiden. Vreemdelingenverkeer dus. Het woord ver levendigt de herinnering aan de vereeniging van dien naam, waarvan de leiding met ont roerend optimisme de jaren doorgesukkeld is, totdat ze zacht en kalm, matig betreurd door hen, die de overledene gekend hebben, is ont slapen. Moge „Haarlem's Bloei het tot succes voller resultaat brengen! Al zal ze het niet gemakkelijk hebben. Want Haarlem zal met het vreemdelingen verkeer altijd een harden dobber hebben en dat is eenvoudig het gevolg van haar ligging. Haarlem boeit den bezoeker niet en noodt niet tot langer verblijf dan noodig is om de Halsen te bekijken. Oude gebouwenoch men ziet er zooveel als men op reis is! Mooie kerkenwelhaast iedere stad in ons land heeft ze en Keulen en Brussel zijn nu niet zoo heel verpittoreske grachtjesAm sterdam en Leiden en Delft hebben ze veel mooier dan Haarlem. Dat klinkt misschien niet prettig voor ons Haarlemmers, die aan bijna alles wat Haarlem typeert een histo rische voorstelling verbinden, maar men moet een zaak van twee kanten ook dien van den vreemdeling kunnen bekijken. En precies als wij Haarlemmers die op onze Vlaamsche reis wel een uurtje door Brugge willen flaneeren en in Meehelen even uit stappen om den Rombout in en uit te loopen, maar dan linea recta op Brussel of Antwer pen afstevenen, trekt de vreemeling na zijn Halsen-pelgrimage op Zandvoort of Am sterdam aan, omdatnu ja, 't is nu een maal zoo. Neem onze Haarlemsche avonden. Het pleit voor onze soliditeit maaruithuizig zijn we niet en zoo we het een enkele keer wel zijn, dan is het van Haarlem naar Amsterdam niet veel meer dan een tramritje. En om dat we niet uithuizig zijn dooft de winkelier klokslag acht uur het licht en we kunnen den bekenden kogel door de hoofdstraten schieten en geen vreemdeling zal er over denken, zijn avond in Haarlem door te brengen, als het in de Zandvoortsche Kerkstraat of op het Leid- sche Plein, veertien minuten sporen verderop zoo gezellig is. Haarlem behoort tot die plaatsen, die het op het gebied van het vreemdelingenverkeer van den dag moeten hebben. Op zichzelf al een kwaad ding, want na zessen wordt aan den vreemdeling het meeste verdiend. Maar wat te doen als het bezoek der vreemdelingen over dag zich tot een vlieg-visite bepaalt? Hier rijst de vraag, of wij, wat Haarlem haar bezoekers overdag heeft aan te bieden wel voldoende uitbuiten. Of wij wat Haarlem kan accentueeren wel voldoende exploiteeren. Nogmaals: dat zijn niet onze oude gebou wen, niet het standbeeld van Lourens Cos- ter, zelfs niet het beroemde orgel uit de St.- Bavo. Ze mogen ons lief zijn, bij den vreem deling wekken ze niet meer dan een matige belangstelling. Maar, Ondergeteekende snapte nog niet zoo lang geleden, 's nachts na de Casinovoorstelling een hartig hapje in de Rue Blanche,, hartje Parijs. „D'oü venez vous?" vraagt het juffertje ach ter de toonbank. „De Harlem". „Ah, Harlem, cette belle ville des fleurs!" Zie, zooiets geeft te denken. Voor zoo'n meisje, dat wellicht nooit verder is geweest aan baar eigen stad is Haarlem synoniem met „Bloemenstad". Zoo denken natuurlijk dui zenden Franschen. En duizenden Duitschers. En duizenden Engelschen enenfin, zoo- velen, die Haarlem alleen van hooren zeggen kennen. En als enkelen van die duizenden Haarlem komen bezoekenwat dunkt u, zullen ze, thuisgekomen, een opgetogen ver haal ten beste geven over de kleurenpracht en bloemenweelde der „belle ville des fleurs"? We weten wel beter! Zeker, Hout en Plantsoe nen behartigt de zaakjes voortreffelijk als een brave gemeentelijke dienst en zijn werk mag gezien worden, doch daarmede is men er in een bloemenstad nog niet. Nog lang niet, a:ls men een reputatie die ver over de grenzen reikt heeft op te houden. Haarlem.Bloemenstad. Laat ons een halve minuut aan 't fantaseeren slaan. Op het Stationsplein een paar fleurige masten met bloembakken, die den vreemdeling een Welkom toeroepen in de stad van de Hialsen. De Parklaan van het Spaarne tot het Kenau park één bloementuin in diverse kleuren. De brug over de Nieuwe Gracht naar den eisch versierd. Het Raadhuis een tikje opgevroolijkt. (Kent ge het raadhuis van Goslar met zijn petunia-weelde?) en in de Groote Houtstraat alweer wat masten met bloemen van het seizoen. „Delightful" zegt de vreemdeling, die, kij kend naar de duizenden bloemen langs Raam- en Gasthuissingel den weg vraagt naar het Museum. „Ja maar," zegt de vriendelijke Haarlem mer, die hem terecht helpt, „dan dient u straks toch ook even naar het Paviljoen te gaan kijken!" De vreemdeling gaat. Hij trekt langs de Dreef, die aan de Oostzijde alweer de noodige kleurenpracht vertoont en be wondert straks ons Provinciaal gebouw, (dat hij anders nooit te zien zou krijgen) en zie nu daar de Koekamp (dat is dat grasveld, waar men eiken dag wat leegloopers kan zien voetballen) omgetooverd in een lusthof, die men zijn leven niet vergeet. Vandaar is het maar een stapje naar het Hildebrandt- monumentmaar neen, zelfs de stoutste fantasie heeft haar-grenzen. Prof. Bronner wacht pas drie en twintig jaar op inspiratie. Ik wilde dit maar zeggen: Haarlem kan met haar bloemen iets eigens hebben. Iets dat geen andere stad heeft. Zooiets trekt. Zooiets houdt den bezoeker langer dan een half uur ln Haarlem. En men kan de prachtigste bloe men hebben van April tot November. En er zijn handen genoeg in Haarlem die kunnen spitten en planten. En op het chapiter van onper soonlijke reclame valt er misschien met den bloembollenhandel wel te praten. Er zullen bezwaren rijzen omdat er altijd lieden zijn die graag sterretjes bij de maan zien, maar een beetje weerstand zal men overal ont moeten. Wat met dit alles zou kunnen samen gaan: een voor- en najaarsbloemencorso, een lichtweek, een industrie van bloemensouve- nirs, parfumerie-artikelen en wat al niet, we zwijgen er over. Maar het zou de moeite van het overdenken waard zijn. Op deze wijze zou Haarlem twee attracties hebben, waarop geen enkele andere stad in Nederland zou kunnen bogen. De unieke ver zameling Halsen èn haar bloemenweelde. En met alle deferentie voor de schilderijen zou ik, uit een oogpunt van Haarlem's bloei de bloe men voorop willen zetten. Want schilderijen- verzamelingen vindt men elders ook. Een tuin-stad Haarlem in het midden van het tuin land Kennemerland zou men moeilijk elders zoeken. Hoe 't zij, 't kan samengaan. De roem van Haarlem zou meer dan te voren over heel de wereld worden verspreid en is het daarom niet begonnen? De koopman, die aan de markt komt met een artikel, dat anderen niet of ln onvol doende mate kunnen aanbieden, maakt een goede kans, tot zaken te komen. Zoo is het ook met Haarlem. Wat Haarlem als woonstad heeft aan te bieden is den vorm van gerief, cultureele waarden e.d. is zeker niet gering, maarmen vindt dat elders in meer of mindere mate ook. Doch kon Haarlem in de toekomst met meer recht dan tot dusver den naam „Bloemenstad" dragen, dan zou haar dit als plaats van vestiging een attractie ver- leenen, waarvan men de waarde hoog moet aanslaan. Want bloemen zijn attractief. Voor jong en oud, arm en rijk. vreemdeling en in gezetene. Welnu, als wij het in eigen hand hebben, deze aantrekkelijkheid naar den eisch te exploiteeren, moet de prijs de Inspan ning toch waard zijn! D.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 2