fi |k\ Jt 1 1 Het Roode Kenteeken Het gemeentelijk Arboretum te Boskoop Koning Gustaaf van Zweden arri veerde Vrijdag morgen, op door reis van Zuid- Frankrijk naar Zweden, aan het Gare de Lyon te Parijs Vrijdag officieel door den burgemeester, mr. E. P. Verkerk (met bolhoed) geopend De kleine kroon, zooals de prinsesjes Elisabeth en Margaret Rose deze zul len dragen bij de aanstaande kronings feesten van Koning George VI van Engeland De Engelsche minister van Financiën, Neville Chamberlain, bezig met het opstellen van de begrooting, welke hij Dinsdag a.s. bij het Lagerhuis zal indienen. Op den voorgrond het beroemde begrootingskoffertje De batterij floodlight-lampen voor den gevel van Buckingham Palace te Londen is gereed voor de feestverlichting op den kroningsdag van George VI van Engeland Een interessant snapshot van de voorbereidende werkzaamheden voor de constructie van het zusterschip der .Queen Mary", dat te Clydebank wordt gebouwd De man achter de schermen. Wachtmeester-hoefsmid Leyzer der Koninklijke Marechaussee te Assen, die deze week de zilveren medaille ontving voor 24 jaar trouwen dienst FEUILLETON OTTWELL BINNS. (Nadruk verboden) 16) „En dan zullen we hem de andere helft afzetten als het kind verdwijnt wat zeker gebeuren zal. Het zal even gemakkelijk zijn als Terry Domville had niet het privilege om de vergelijking te hoor en, die Miss Wakin- shaw gebruikte. Bovenaan de gangtrap ver scheen de gestalte van een man, die op het punt stond naar beneden te komen. Als hij bleef waar hij was, zou hij zeker ontdekt worden. Er bleef hem niets ander over dan zich terug te trekken en in stilte den man vervloekend, die deze daad noodig maakte, gleed hij in het duister van de gang terug. Het zou nutteloos zijn om daar te blijven en hij besloot maar weer naar zijn hut te gaan. Nauwelijks echter had hij de deur bereikt, toen een plotseling, wild geschreeuw, waaruit onmiskenbaar een bijna waanzinnige angst klonk. Toen kwam er een krakend geluid als van versplinterend en scheurend hout, een verschrikkelijke stoot, die hem van de been wierp en door de duistere gang deed rollen en voor hij weer kon staan, voelde hij het schip als 'een verschrikt paard onder zich trillen. Bijna tegelijkertijd werd de kajuits deur wijd opengeschoven en hoorde hij de stem van den kapitein in woede en ont steltenis uitbulderen. „Een van die vervloekte jonken!" HOOFDSTUK V. Mes en pistool. De woorden van den kapitein zeiden Terry Domville, wat er gebeurd was. De Dusty Miller", die rustig 's nachts verder voer, was in aanvaring gekomen met een van die dwaze jonken, waarvan de bemanning heel dikwijls de zeilen bij het vallen van den nacht inhalen, en zonder een lantaarn aan te steken of een wacht uit te zetten zichzelf in de han den van hun vreemde goden aanbeveelt en tot den ochtend gaat slapen. Lomp en zwaar gebauwd als die schepen zijn kon een botsing met een ervan wel eens ernstige gevolgen voor een oud vrachtschip als de „Dusty Miller" hebben. Terry die dit heel goed wist, luisterde aan dachtig. Hollende voetstappen gingen over het dek en aan den anderen kant van de ver schansing klonken gillende kreten wat alles tesamen hem het ergste deed vreezen en nadat hij overeind gekrabbeld was, dacht hij aan Norma Charlton. Hij haastte zich naar de hut, die zij met Miss Wakinshaw deelde. Zooals hij meer dan half verwacht had, vond hij de deur gesloten en bonkte er hevig op. Er kwam geen antwoord, wat gevoegd bij het feit, dat 't meisje klaarblijkelijk door den schok van de aanvaring heen geslapen had, niet veel goeds scheen te voorspellen. Hij probeerde opnieuw, trapte met geweld tegen de deur en riep haar aan. „Miss Charlton! Miss Charlton!" Er kwam weer geen antwoord en sinds het tumult aan dek erger scheen te worden, wat er, volgens hem. op wees dat het gevaar groot was, verspilde hij verder geen tijd. Hij deed een stap achteruit en wierp zich met volle kracht tegen de deur. Zij gaf niet mee en daar zijn schoudeT pijn deed van den schok, was hij wel zoo vertsandig een andere en betere ma nier te probeeren. Hij zette zijn rug tegen den muur van de gang tegenover de hut, lichtte een voet op en plantte die op het sleutelgat van de deur. Toen strekte hij langzaam zijn knie. De spanning was geweldig. Het scheen hem toe, dat iets kapot moest gaan been, spier of pees. Zoo ggroot was de inspanning, dat het zweet hem op zijn voorhoofd uitbrak en zijn oogen verblindde. Maar juist, toen hij dacht, dat zijn poging tevergeefseh was, voelde hij, dat de deur begon mee te geven. Hij spande zich tot het uiterste in, hoorde een krak, er viel iets binnenin de hut op den grond en de deur schoot zoo plotseling open, dat hij zijn evenwicht verloor en op den vloer viel, met zijn beenen in de hut. In een oogwenk was hij overeind gekrab beld, tastte naar den schakelaar en draaide het licht aan. Toen keek hij haastig om zich heen. De hut was er een met twee bedden en in het bovenste zag hij Norma Charlton liggen in een diepen slaap, die onder de gegeven omstandigheden niet. natuurlijk kon zijn. Staande op den rand van het onderste bed keek hij op haar neer, schudde haar toen zachtjes een en weer en riep haar naam met zijn mond vlak bij haar oor. Ze bewoog zich niet en zonder eenigen twijfel stond het bij hem vast, dat ze bedwelmd was. „Die kleine tijgerin barstte hij woedend uit en toen, bij de gedachte, dat, wanneer de gevolgen van de aanvaring ernstig waren, hij haar aan dek moest dragen, keek hij om zich heen of hij niet iets vinden kon waarmee '*ij haar tegen het weer kon beschermen. Er hing een peignoir achter de deur, die wel van het meisje zou zijn, want Miss Wakinshaw zou daar vast in verdronken zijn. Hij stapte op den grond, nam het kleeding- stuk van den haak en liep weer naar het bed toe. Zijn taak beloofde moeilijk te worden om haar te vergemakkelijken, sleepte hij gauw een hutkoffer tot aan den rand van het onderste bed, klom erop en wou juist een van de slappe armen van het meisje door een wijde mouw steken, toen de deur opengesmeten werd en Miss Wakinshaw binnenkwam, maar een to taal verschillende Miss Wakinshaw van die gene, waar hij bij de lunch kennis mee ge maakt had. Haar babygezicht was verwrongen van woede. De poppenoogen schitterden. Haar rozenroode lipjes waren tot een grijns ver trokken, zoodat haar kleine welverzorgde tan den te zien kwamen, met één gouden als con trast het geheel kon een studie van een van de Furiën voorstellen. Toen werd een klein welgevormd handje omhoog geheven, waarin ze een kleine automatische pistool hield met een kalmte, die Terry Domville ge ruststelde; daardoor bestond er geen kans, dat het door de een of andere onwillekeurige handeling af zou gaan. Een seconde later be gon ze te spreken met e enharde stem, die even verrassend was als de verandering in haar uiterlijk. „Zeg eens", zei ze op lijmerige toon, ..jij houdt er ook grappige manieren op na, voor een heer. is het niet hoogst onfatsoenlijk om ongevraagd de slaapkamer van een dame bin nen te dringen? En wat voer je hier eigenlijk uit?" Terry Domville was een man van de wereld en kende haar beter dan menigeen, die zich/zelf dien naam toegeëigend heeft. Van het eerste oogenblik af had hij vermoed, dat Miss June Wakinshaw wel eens anders kon zijn dan ze er uit zag en in het laatste halve uur of zoo had hij zija vermoeden zien en hooren bevestigen. Maar haar te zien, zoo als ze werkelijk was, ontdaan van haar ver momming, haar geheele verschijning ver anderd, deed hem een oogenblik sprakeloos staan. Miss Wakinshaw keek hem onheilspel lend aan en stampte met haar kleine voetjes. „Hoi. stomme aap", schreeuwde ze opge wonden. „Heb je je tong verloren? Kom van die koffei af en zeg op wat je hier doet en vlug een beetje anders schiet ik die elgante pooten van je kapot". „Miss Wakinshaw", protesteerde Terry, „ge looft u, dat het wel gepast is om Kom d'r vanaf vooruit!" De stem van het dametje had een venijnigen klank. Haar oogen hadden een roekelooze uit drukking en waarschuwden hem dat ze tot alles in staat was. Dus kwam Terry „d'r vanaf* en zag het pistool op nog geen afstand van vier meter op hem gericht. „En nou, jij uilskuiken, vooruit d'r mee!" Terry deed maar niet, alsof hij niet begreep, wat er van hem verlangd werd. Hij gaf zijn verklaring zoo eenvoudig mogelijk en ver draaide de waarheid slechts een klein beetje. „Ik werd wakker door den schok van de aanvaring en hoorde schreeuwen, ben toen opgestaan en bemerkte dat mijn deur gesloten was „Dat was ie ook. Hoe ben je er in vredes naam uitgekropen?" „Niet door het sleutelgat", flapte Terry er lichtvaardig uit. „Ik had een zakmes en heb daarmede de schroeven losgedraaid en ben naar buiten gewandeld. Toen herinnerde ik me ineens Miss Charlton en eh u „Leugenaar!" zei Miss Wakinshaw ruw. „Je hoeft heusch niet te probeeren mij te paaien. Dat lukt je toch niet!" „Daar staat u zeker boven", mompelde Ter ry. Maar gelijk zult u hebben, ik dacht alleen maar aan Miss Charlton. Ze scheen niet op te zijn en daarom heb ik op haar deur ge bonkt, maar kreeg geen antwoord". „Wist je, dat ik er niet was?" beet het meis je hem argwanend toe. „Toen ik de deur opengebroken en het licht opgedraaid had, kwam ik tot die ont dekking", antwoordde Terry ontwijkend, „en daar ik Miss Charlton niet wakker kon krij gen en bang was dat we misschien in de booten moest gaan „Dit keer nog niet", onderbrak Miss Wakin shaw hem en gaf daarbij nuttige Inlichtingen. „We hebben een jonk bijna in tweeën ge spleten, maar nu zijn we los en hebben geen noemenswaardige schade „En de jonk?" vroeg Terry. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 13