Nieuw conflict bij de
N. S. M.?
S. KROM N.V. - ALKMAAR
„Schoonmaakwerk is Öns werk".
Wrijf Uw hoofdpijn weg
DAMPO
Kunst in Haarlem en
daarbuiten.
WOENSDAG 28 APRIL' 1937
HAARLEM'S DAGBLAD
3
Moderne arbeiders verwerpen de
voorgestelde loonsverhooging.
De metaalbewerkers, werkzaam bij
de Nederlandsche Scheepsbouwmaat
schappij te Amsterdam en aangesloten
bij den Algemeenen Nederlandschen
Metaalbewerkersbond hebben Dins
dagavond vergaderd en met groote
meerderheid van stemmen de voorge
stelde loonsverhooging verworpen.
De Roomsch-Katholieke arbeiders
aanvaardden haar met een kleine
meerderheid. Aangezien het grooste
kwantum der arbeiders echter aange
sloten is bij den modernen bond, kan
men de voorstellen als volledig ver
worpen beschouwen, waardoor weder
om een ernstig conflict dreigt.
De metaalbond had namens de directie der
Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij
medegedeeld, dat deze maatschappij de loonen
met vijf procent wilde verhoogen. Haar toe
zegging was minder verstrekkend dan die van
de directie der Amsterdamsche Droogdok
Maatschappij en de Nederlandsche Dokmaat
schappij, welke een gunstiger wijziging in de
loonschaal wilden invoeren, waardoor de loo-
men in de diverse groepen genivelleerd werden.
- De Nederlandsche Scheepsbouwmaatschappij
wenschte zich te bepalen tot een verhooging
met vijf procent, op grond van het feit, dat
volgens haar mededeeling de toestand
der maatschappij nog geenszins florissant is.
Zij vestigt er de aandacht op, dat men thans
nog bezig is met de uitvoering van orders,
welke twee jaar geleden opgedragen werden
en waarvoor de prijzen zoo scherp mogelijk
werden vastgesteld en gebaseerd op loonen
van toen.
De orders, welke nu binnenkomen, kunnen
niet direct worden uitgevoerd, omdat het
materiaal eerst na langen termijn geleverd
wordt.
De besturen der organisaties hadden gaar
ne gezien en verwacht, dat de leden de gedane
voorstellen hadden aanvaard. Zij zien het
verloop van het opnieuw gerezen conflict met
eenige zorg tegemoet.
Een nieuwe conferentie met den metaal-
bond. als vertegenwoordiger der Nederland
sche Scheepsbouw Maatschappij, met de ar
beidersorganisaties zal worden aangevraagd.
Vliegveld „De Eendenkooi" wordt
voorloopig niet opengesteld.
De officieele openstelling van het vlieg
veld „De Eendenkooi" te Woensdrecht, welke
in dit voorjaar zou geschieden, nadat het in
September 1936 door den technischen dienst
van de K. L. M. was goedgekeurd, moet op
nieuw voor onbepaalden tijd worden uitge
steld.
Gebleken is, dat de grasmat van het veld
op vele plaatsen in onvoldoenden staat ver
keert, zoodat het gevaar niet denkbeeldig is,
dat zich bij landing van vliegtuigen onge
vallen voordoen.
De „Nederland" kan nog niet
juichen.
'Afschrijvingen over 1936 echter
verdiend
Over 1937 vermoedelijk dividend uitkeering.
Er wordt geen juichkreet aange
heven in het jaarverslag over 1936
der Stoomvaart Maatschappij „Ne
derland". Wel wordt er in dat ver
slag gezegd: Het stemt ons tot tevre
denheid, dat wij, dank zij den sinds
193-0 steeds weer genomen maatrege
len tot verder gaande bezuinigingen,
waardoor noodzakelijkerwijs groote
opofferingen van ons geheele perso
neel zoowel op de vloot als aan den
wal gevergd werden, ten einde te
trachten aan de zoo buitengewoon
sterk gedaalde inkomsten het
hoofd te bieden, er in geslaagd zijn
uit de resultaten van 1936 de normale
afschrijvingen te dekken.
Dit werd bereikt, mede dank zij den steun,
welken wij van de regeering mochten ont
vangen en welke, volgens mededeeling der
Benas, niet teruggevorderd zal worden. Op
de ons destijds onder de regeling voor gage-
en opligcrediet verstrekte voorschotten be
hoeft nog geen aflossing betaald te worden.
Na toepassing van de afschrijvingen op de
de vloot over 1936 staat deze te boek voor
f 43.860.000, hetgeen wij onder de tegenwoor
dige omstandigheden, rekening houdend
met den leeftijd der schepen, achten de wer
kelijke bedrijfswaarde niet te overtreffen.
Voor averijen bleven wij ook gedurende dit
jaar niet ten volle gespaard.
Etablissementen.
Na toepassing van de normale gebruikelijke
afschrijvingen op onze etablissementen in
Nederland en Nederlandsch-Indië staan deze
nog te boek voor f 7.019 066. Alhoewel de af
schrijving gebaseerd is hetzij op den leeftijds-
duur, welken wij aan de verschillende pan
den toekennen, dan wel op den tijdsduur dei-
huurovereenkomsten omtrent de gronden,
waarop de panden staan, zouden wij een extra
afschrijving willen doen. Wij stellen u voor
een bedrag van f 2.200.000 voor dit doel aan
de reserve te onttrekken, Na deze extra af
schrijving zullen de etablissementen voor een
redelijke bedrijfswaarde te boek staan.
Ofschoon de bedrijfsresultaten van
't afgeloopen jaar belangrijk gunsti
ger zijn dan die van vorige jaren,
kunnen wij nog niet voorstellen over
1936 een dividend uit te keeren. De
resultaten van de eerste maanden
van het loopende boekjaar geven
echter grond aan de verwachting,
dat, indien het bedrijf zoo blijft, over
1937 wel een dividend-uitkeering zal
kunnen plaats hebben.
VERVERIJ en CHEMISCHE WASSCHERIJ
TELEFOON 4043 (3 lijnen)
Wij behandelen Uw TAPIJTEN, GORDIJNEN, BEDDEN en DEKENS op de
meest zorgvuldige wijze.
WINKEL TE HAARLEM
ZIJLSTRAAT 57 Telefoon 16387.
(Adv. Ingez. Med.)
Gevaarlijke metliode om vat te
reinigen.
Hevige explosie het gevolg.
Gisterochtend heeft in de rustige buurt
schap Overmeer (gem. Nederhorst den Berg)
een hevige explosie een groote consternatie
veroorzaakt. De 24-jarige brandstoffen- en
oliehandelaar C. L. wilde een geledigd
smeerolievat reinigen, waartoe hij een hoe
veelheid van ongeveer 10 L. petroleum in het
vat gegoten had en het toen boven de straat-
goot had geplaatst, waaronder hij, in petro
leum gedrenkte poetskatoen had gelegd.
Deze poetskatoen werd toen aangestoken en
zoo wilde L. het vat voldoende verwarmen,
om de smeerolieresten te kunnen verwijde
ren. Door de brandende massa onder het
vat werden geleidelijk gassen ontwikkeld,
welke zich geen voldoenden uitweg konden
banen, zoodat op een gegeven oogenblik een
hevige explosie volgde. Het deksel van het
vat werd met kracht weggeslingerd en kwam
tegen het hoofd van C. L. terecht. Tegelij
kertijd grepen de vlammen wild om zich
heen.
Het eerst werd C. L. door het vuur getrof
fen, maar onmiddellijk daarna vloog de 12-
jarige Wijnanda van Huisstede in brand.
Toen hevig ontstelde omstanders het meisje
de kleederen van het lijf rukten, bleek het,
dat bijna het geheele lichaam ernstig ver
brand was. Zij is naar de Rijksklinieken te
Utrecht overgebracht.
Zoodra C. L. door de vlammen was aan
getast, holde hij een schuur binnen en wierp
zich daar in een hoop zakken, waardoor hij
er in slaagde, de vlammen te blusschen. In-
tusschen was een zijner armen en waren
ook de wenkbrauwen verbrand. Ook klaagde
L. over hevige pijnen in het hoofd, veroor
zaakt door het losgesprongen deksel van het
vat,
RADIONACHTVORSTBERICHTEN.
Tot nadere aankondiging worden nacht
vorstverwachtingen radiotelefonisch geseind
door het station van het Koninklijk Neder-
landsch Meteorologisch Instituut te De Bilt
(P. I. M.)
Deze berichten worden op werkdagen uit
gezonden op de golflengte 1420 M. te 15.45
en 19.55 Amsterdamsche tijd (in het laatste
geval na het gewone avondweerbericht), op
Zon- en algemeen erkende Christelijke feest
dagen alleen te 19.55 A. t. na het gewone
avondweerbericht.
Van 22 Mei 1937 af geschiedt de uitzending
op werkdagen te 15.45 en 21.Amsterdam-
schen zomertijd, op Zon- en algemeen er
kende Christelijke feestdagen alleen te 21.
Amsterdamschen zomertijd.
Pot 50 ct. Doos 30 ct. Bij Apoth. en Drogisten.
(Adv. Ingez. Med.)
N.V. Levensverzekering Maat
schappij „Utrecht".
Totaal verzekerd bedrag 436.882.971.
Dividend 12.6 pet.
Aan het jaarverslag der N.V. Levensver
zekering Maatschappij „Utrecht", ontleenen
wij:
In 1936 werden afgesloten:
Overeenkomsten van levensverzekering
f 32.431.060, rente-contracten gekapitaliseerd
met 10 f 6.266.410, totaal f 38.697.470 terwijl
vervielen aan levensverzekering-contracten
door overlijden, beëindiging, afkoop, wanbeta
ling, wijziging en andere oorzaken f 27.403.470
en aan rente-contracten gekapitaliseerd met
10 f 3.328.670 Door valutawijziging verminderde
het verzekerde bedrag bovendien met
f 3.705.631. Het totaal verzekerd bedrag op
ultimo December 1936 bedroeg derhal
ve inclusief herverzekering f 436.882.971
(f 432.623.272).
De wiskundige reserve met inbegrip van
herverzekering steeg van f 116.281.723 tot
f 125.071.820; deze reserve werd extra versterkt
met f 1.815.969 o.m. ten gevolge van de ver
dere omrekening op een rentevoet van 3y2
pet.
De gemiddelde rentevoet voor de geheele
maatschappij bedraagt 3.61 pet.
De werkelijke gemaakte gemiddelde rente
bedroeg 4.43 pet. hetwelk nog een aanzien
lijke marge overlaat.
De gemiddelde rente van de effecten be
droeg 4.41 pet., van de leeningen met pu
bliekrechtelijk 'lichamen 4.27 pet., terwijl
deze eerste wijze van belegging 32.05 pet., de
tweede 19.55 pet. van alle beleggingen uit
maakte.
Aan verzekerden met recht op aandeel in
de winst kon wederom een bedrag van
f 758.270 ten goede komen, zoodat in het
laatste 12-jarig tijdvak 1925—1936 een totaal
bedrag van ruim zeven en een half millioen
gulden aan deze verzekerden ten goede kwam,
waardoor jaarlijks het verzekerd bedrag met
1 pet. kon worden verhoogd.
Nadat van de extra-reserve de afschrijving
voor- extra toevoeging aan de wiskundige re
serve heeft plaats gehad en de winst op de
beleggingen is bijgeschreven, bedraagt deze na
de toevoeging uit de winst over het afge-
loopen boekjaar inclusief de waarborgreserve
f 7.069.863.95V2.
Over het volgestorte kapitaal van f 1.800.000
wordt een dividend gedeclareerd van
12.6 pet.
EEN 15-JARIGE IS 2.05 METER LANG.
In de Gouvernestraat te Rotterdam woont
een reus van 15 jaar. De jongen heeft een
lengte van 2.05 M. en weegt ruim honderd
kilo. Deze beide laatste getallen zullen wel
niet lang «oo „klein" blijven, want de jongen
groeit nog steeds. Hij is zich in de bokssport
aan het bekwamen, zoodat ons land mis
schien eerlang een Camera rijk zal zijn.
Prinselijk Paar weer te Soestdijk.
In Enschedé met motorpech te kampen gehad.
Prinses Juliana en Prins Bernhard zijn
gisteren op hun terugreis van Reckenwalde
om kwart voor vier per auto op het Loo aan
gekomen.
H. M. de Koningin verwelkomde hen aan
den ingang van het paleis.
Het prinselijk echtpaar heeft gistermiddag
om drie uur op zijn terugweg naar Nederland
te Enschedé autopech gehad. Ter hoogte van
café Assink aan de Hengeloschestraat al
daar, kwam de auto, de 12-cylinder Maybach,
tot stilstand.
Na eenig oponthoud en nadat gebleken was,
dat de auto ter plaatse niet kon worden her
steld, stapten de Prinses en de Prins in een
andere auto over en vervolgden hun weg. De
Maybach en een chauffeur bleven achter.
De auto werd later op den middag naar een
Twentsche garage gebracht om gerepareerd te
worden.
Het bericht van het oponthoud verspreidde
zich als een loopend vuur door Enschedé. Zeer
velen spoedden zich naar de Hengelosche
straat, doch het Prinselijk Paar was toen
reeds doorgereisd.
Prinses Juliana en Prins Bernhard zijn
gisteravond omstreeks kwart voor tien per
auto van het paleis Het Loo naar het paleis
Soestdijk vertrokken, waar ze om half elf aan
kwamen.
De auto werd bestuurd door Prms Bernhard.
De Koningin deed het vorstelijk echtpaar tot
aan den ingang van het paleis uitgeleide.
TWEE ARME BROERS BEZATEN NOG f 7700.
Twee broers, die aan den Leenderweg te
Valkenswaard in behoeftige omstandigheden
woonden, zijn dezer dagen naar het Liefdehuis
overgebracht. Voordat men de sobere inboedel
der woning publiek verkocht, werd eerst alles
aan een onderzoek onderworpen.
Het resultaat was, dat men in een la van een
oude kast een som geld van f7600 vond, ter
wijl in enkele doosjes in totaal nog een bedrag
van ongeveer f100 werd aangetroffen.
Meisje bij brand levensgevaarlijk
gewond.
Dappere daad bijna met den dood bekocht.
Een brand met ernstige gevolgen heeft gis
ternacht te Valthermond (gemeente Odoorn)
gewoed. In het dubbele pand, bewoond door
den bakker Joh. Waarheid, en den vervener W.
de Boer, werd te ongeveer een uur door de
familie de Boer brand ontdekt. Het vuur had
reeds een groot gedeelte van de woning aan
getast. De 21-jarige Eefje de Boer snelde, na
het ontdekken van den brand, naar den zol
der, met de bedoeling een daar slapenden
jongeman te waarschuwen. Deze bleek zich
echter door uit het raam te springen reeds te
hebben gered. Tot haar ontsteltenis zag het
meisje zich den terugtocht door de vlammen
afgesneden. Haar oudste broer was haar echter
naar boven gevolgd en vond haar bewusteloos
op den brandenden zolder. Hij slaagde er in,
geholpen door toegesnelde buren, het meisje
naar buiten te brengen, doch niet dan ten
koste van vrij ernstige brandwonden. Mejuf
frouw E. de Boer was zoo gewond, dat de ont
boden geneesheer dr. Mulder, overbrenging
naar een der ziekenhuizen in Groningen nood
zakelijk achtte. Het meisje verkeert in levens
gevaar. Haar broer kon ter plaatse worden ge
holpen.
Het huis is tot den grond afgebrand. Men
vermoedt, dat het vuur ontstaan is tengevolge
van een fout in den ouden bakoven van den
heer Waarheid. Het pand was verzekerd.
Professor Bronner's
Hildebrand.
Bij een wat grootere en duidelijkere repro
ductie dan onze krant de vorige week reeds
gaf, willen wij nog even terug komen op het
kunstwerk dat voorloopig nog wel geen kunst
in Haarlem is en vandaag nog als daarbui
ten moet worden aangewezen, doch dat wij
dan toch binnen afzienbaren tijd tot Haar
lem's kunstbezit zullen mogen rekenen: het
Hildebrand monument, met als losstaande
hoofdfiguur het beeld van den schrijver
Beets.
Wij hebben er den laatsten Woensdag
reeds opgewezen, hoe in de ontwikkelings
geschiedenis van dit groot opgezette werk
de draad loopt van het anecdotisch impres
sionisme naar het streng monumentale, en
hoe die groei bij den kunstenaar eerst lang
zamerhand tot bloei en wasdom gekomen is.
Had in eersten aanleg, Bronner's idee voor
de bekroonde prijsvraag nog een uitgespro
ken illustratief karakter, mettertijd is zijn
inzicht daaromtrent gewijzigd en is hij het
geheel meer architectonisch, meer als geslo
ten bouwsel gaan beschouwen waarbij de te
beelden menschfiguren eer een versierende
dan een zelfstandig illustratieve rol te ver
vuil ~n kregen. De leek dient zich dat eerst
even te realiseeren, voor hij een oordeel over
mooi of leelijk velt; de leek, voor wien het,
als regel, gemakkelijker is een illustratie te
waardeeren, een vrijwel natuurgetrouwe na
bootsing te zien van de personen zooals hij
zelf die zich uit de lectuur van de Camera
heeft voorgesteld, dan wel alleen het ken
merkende, het karakteristieke van diezelfde
personen te zien opgenomen in een steenen
beeldvorm, die op zichzelf weer een onder
deel van een geheel, dat als bouwkunstig
werk gedacht is, uitmaakt.
Toch zal men mettertijd Bronner's beelden
weer niet geheel als bouw-beeldhouwkunst
kunnen beschouwen daar ze daarvoor weer
te zelfstandig van het eigenlijk bouwsel, den
achtkantigen fonteinbak. verwijderd blijven.
De kunstenaar heeft zich zijn taak in de
achter ons liggende jaren vooi*zeker niet
lichter gemaakt door, zelf evolueerend. zijn
arbeid mee te doen evolueeren. De hooge
ernst waarmee hij, voortdurend zichzelf cor-
rigeerend. te werk is gegaan verdient bewon
dering: hij had er zich zeer waarschijniijk
veel eerder en gemakkelijker af kunnen ma
ken.
Voor den gewonen beschouwenden leek is
de beteekenis van die evoluties in de kunst
n'et sfpeds eemakkelijk te bevatten Tus-
schen de Panopticum-achtige Berlijnsche
Siegesallée en Zijl's beelden aan Berlage's
Beurs als twee polen, moet hij kiezen, en
moest hij kiezen al lang vóór er van een Hil-
debrand-monument sprake was.
De kunstenaar hoont óf de Siegesallée óf
Zijl's beeldendat hangt van zijn leeftijd
en opvoeding af; de leek spot met beide
dan is hij het vlugste klaar En gezamenlijk
vergeten zij meestal dat zoowel Zijl als die
beeldhouwers van het Pruisisch Panopticum
in den Tiergarten drommels knappe kna
pen waren, die wisten wat zij wilden, terwijl
de leek met zijn „ik vind het mooi" of „ik
vind het niet mooi" gemeenlijk nooit over
het „waarom" van dat mooi of niet mooi,
nadacht, laat staan het verklaren kan.
Wij hebben reeds gelezen hoe een artist als
Bronner, als leerling van Bart van Hove eer
naar de Sïegesallee dan naar het Damrak
geknipoogd zou hebben. Toch stond hij als
jonge man niet zoo vreemd in de eigen jeugd
als men daardoor zou kunnen meenen.
Toen aan Derkinderen de leiding van de
versiering van Berlage's beurs zou worden
toevertrouwd behoorde ook de jeugdige Bron
ner tot hen die zich als assistenten bij Der
kinderen gaarne zouden aanmelden. Zou hij
toen reeds hebben gedroomd nog eens tot
een Hildebrand-figuur te geraken, als op ons
plaatje van deze week staat afgebeeld?
Beziet de lezer het aandachtig dan zal het
hem voorkomen dat deze voorstelling van
den schrijver van de familie Stastok toch
niet geheel aan zijn eigene beantwoordt.
Vooral de ouderen hebben zich den predi
kant van anno veertig anders voor oogen ge
steld in hun jeugden hem sindsdien al
dus bewaard.
Toch kan niemand den kunstenaar van
vandaag het recht ontzeggen Hildebrand
anders te zien als hem dat. in verband met
zijn werk. gewenscht voorkomt. Niet een pa
nopticum van de Camera, maar een gestijlde
karakteristiek van de hoofdpersonen werd
zijn bedoeling.
In Beets zelf bleef voor hem altijd nog de
jeugdige frischheid boven de bezadigdheid
van later gelden; daarom koos hij hier als
draperie voor de rechtstaande figuur die het
voetstuk voortzet niet de dominé's toga doch
de wijd plooiende almaviva van den Leid-
schen student. Is de figuur te breed op het
smalle voetstuk, lijkt u den hoogen hoed te
groot en den kop van Beets daartegenover
te klein? Wees voorzichtig, die dingen zijn
niet zóó-maar ontstaan, de kunstenaar heeft
dat alles bij het werk precies bekeken en be
rekend en ons oordeel zou licht te haastig
zijn en onjuist daardoor.
Het eindoordeel zal pas geoorloofd zijn,
als het bouwkunstwerk ter plaatse zal zijn
opgesteld. Als we bedenken dat de afstand
van het Hildebrandbeeld tot de monumen
tale bank er tegenover 120 Meter zal bedra
gen en dat de daartusschen liggende fontein-
bak toch nog een middellijn van 10 Meter
hebben zal, dat verder Hildebrand's kruin 4
Meter boven den beganen grond zal reiken,
dan gevoelt men wel dat detailbeschouwing
en kritiek hier nog weinig zin heeft.
Eerst als alles voor elkaar is en het geheel
als bouwkunstig werk met de beelden als
arabesken zal zijn opgesteld is er gelegen
heid voor een totaalindruk. Doch van de
hoofdfiguur die naar het Paviljoen gekeerd
zal staan en het alles overschouwen. meen
den wij onzen lezers een beter plaatje ver
schuldigd te zijn dan het kleine fragment
der photo die de vorige week werd opgeno
men.
J. H. DE BCIS.
Een halve eeuw geleden
Uit Haarlem's Dagblad van 1887
28 April:
Te Amsterdam is een vergadering ge
houden van belanghebbenden bij en be
langstellenden in de zeevisscherij te IJ-
muiden, daartoe uitgenoodigd door den
heer Boerlage, reeder te Zandvoort, die
een project tot vestiging eener zee
visscherij te IJmuiden ter tafel bracht.
De vergadering nam met zeer veel be
langstelling hiervan kennis en benoem
de uit haar midden een commissie,
bestaande uit de h.h. Hooghwinkel, te
Haarlem, B. C. E. Zwart, te Amsterdam
en S. P. Kuiper, te IJmuiden, om de
plannen nader te onderzoeken en
daaromtrent in een volgende vergade
ring rapport uit te brengen.
Uit den Spaanschen Broederkrijg.
..Post'
In een smalle, ietwat donkere zijstraat ligt
een huis, dat sinds het begin van den oorlog
wel het gewichtigste huis van het dorp ge
worden is, nl. dat van onzen brievengaarder.
Nauwelijks heeft hij zijn linnen postzak aan
den trein in ontvangst genomen, of aller
oogen richten zich op hem en een snel aan
groeiende schaar leidt hem zijn woning bin
nen, waar zijn vrouw, die als alle dorpsvrou-
wen vlijtig netten zit te breien, ook al door
een aantal buurvrouwen omringd is.
„Post" is op een Spaansch dorpje iets hei
ligs en „kunnen lezen" bij de oudere gene
raties, een voorrecht. Van dit idee is „vader
brievenbesteller" vervuld. De beste plaats om
de post op zijn gemak na te kijken, lijkt hem
zijn kraakzindelijke slaapkamer en daarin
verdwijnt hij, de deur geheimzinnig achter
zich sluitend, nadat moeder de vrouw zijn
Zondagsche bril blank gepoetst heeft. Een of
ander ondeugend kind, dat wel eens de deur
op een kier opent en naar binnen gluurt,
ziet dan den goeden man lang over ieder
adres broeien, waarbij hij de enveloppe heel
dicht voor zijn bril houdt; en met zijn groo
te bonte zakdoek veegt hij zijn voorhoofd af
van de inspanning. Intusschen hebben de
verschillende leden der hoopvolle groep in
het groote voorvertrek, dat tegelijkertijd als
woonkamer, eetkamer en keuken dient,
plaats genomen. Men praat over menig on
belangrijk onderwerp, maar deze dorpsbe
woners hebben hun zorgelooze opgeruimdheid
verloren men ziet aan de spanning op
hun gezichten en het nerveuze trommelen
van hun vingers, dat ze op iets wachten: een
enkel woordje, een groet of zelfs een lange-
ren brief van een afwezigen miliciano. Een
moeder met gerimpeld gezicht vreest voor
den geliefden zoon, haar eenigen steun in
het harde leven. Waarom moest hij zich dan
toch ook als „vrijwilliger" inschrijven? Zon
der van haar afscheid te nemen, omdat hij
haar tranen meer vreesde dan de vijande
lijke kanonnen, vertrok hij plotseling in den
nacht en van zijn vrienden moest zij de
waarheid hooren. Nu weet zij niet eens, waar
hij is, want nog geen enkelen brief heeft zij
ontvangen. Een knappe jonge vrouw in den
bloei des levens is steeds de eerste, die naar
de post komt vragen. Omringd door drie
kleine frissche jongens, in kleurige, zelfge
breide truitjes, zit zij, die anders zoo actief
is. soms wel twee uren onbewegelijk te wach
ten, terwijl het breiwerk stil op haar schoot
rust. Deze week heeft haar man nog niet ge
schreven: zou hij gewond zijn. in een „hos
pital de.sangre" liggen? O, zekerheid, zeker
heid te hebben! 't ergste van alles is immers
dit twijfelen en hopen en wachten.
Maar veel beklagenswaardiger is nog haar
buurvrouw een klein smal menschje. haast
nog een kind. met een baby van 6 maanden
op de arm. dat zijn vader nog niet kent. Al
tijd heeft zij nog hoop, al heeft zij sinds het
begin van den oorlog nog niets van haar
man gehoord. Hij is niet vrijwillig gegaan,
ze waren immers zoo gelukkig en met welk
hoop wachtten zij op hun eerste kind! Maar
het vaderland riep en hij moest! Een pittige,
kleine brunette tracht haar te troosten. Zij
is gelukkig, want iederen dag is er voor haar
een lange dikke brief van een vroolijken,
dapperen vlieger, haar verloofde. Jammer,
dat haar vader niets van hem hebben moet
en maar steeds wil, dat zij met den school
meester trouwen zal, die zoo „in-degelijk" is,
nooit in de dorpskroeg komt en in dikke boe
ken leest. Nu kan zij niemand van haar ge
luk vertellen en moet zij zelfs de brieven ver
stoppen, want haar heele familie is op de
hand van den schoolmeester. Daarom houdt
ze, nu er werkelijk (ze had ook niet anders
venvacht, want wie hoopt en vertrouwt meer
dan de jeugd?) weer een van die prettige,
lange epistels gekomen is. gauw een rosig
vingertje met gepolijst nageltje voor haar
geverfde lipjes en zegt: ssst! dat niemand
toch wat verraden zal. en terwijl allen glim
lachen, verdwijnt de schat in den ondersten
hoek van haar taschjevandaag is zij de
eenige gelukkige; verder niets dan kranten
en enkele zakenbrieven. Het oude moedertje
zucht diep en nog meer gebogen en lang
zamer dan anders, schrijdt zij huiswaarts.
De jonge moeder snikt en stamelt eenige
woorden in het dorpsdialect tegen haar baby,
die bang het hoofdje tegen haar aanleunt.
Eenige jonge meisjes kijken jaloersch de
brunette na. anderen vertrouwen weer vast
oo morgen. Ja, morgen! wie weet! Hoop is
tóch ook een heerlijk ding! En omringd door
stoeiende kinderen, die het leed zoo vlug ver
geten. gaan de „posf'menschen weer naar
buiten, waar de laatste dagen heel warme
luchtlagen de komende hitte aankondigen.
„Onze soldaten zullen tenminste geen kou
meer lijden" wordt er gezegd en velen is
deze gedachte een troost. Het huis van den
brievengaarder, opeens leeg geworden, lijkt
groot donker en kil en zijn vtouw steekt de
petroleumlamp aan en port in het vuur om
veel nare gedachten aan oorlog pijn en dood
te verjagen.
C. B.
April '37.
Encephalitis na inenting.
Kind te Wedde overleden.
Te Wedde (Gr.) heeft zich bij het zesjarig
dochtertje van de familie Bots een geval van
encephalitis voorgedaan. De gevreesde ziekte
trad een week, nadat het kind tegen pokken
ingeënt was. op. Het werd onmiddellijk naar
het Academisch Ziekenhuis te Groningen
vervoerd, waar het drie dagen later is over
leden