Nieuw conflict bij de N. S. M.? S. KROM N.V. - ALKMAAR „Schoonmaakwerk is Öns werk". Wrijf Uw hoofdpijn weg DAMPO Kunst in Haarlem en daarbuiten. WOENSDAG 28 APRIL' 1937 HAARLEM'S DAGBLAD 3 Moderne arbeiders verwerpen de voorgestelde loonsverhooging. De metaalbewerkers, werkzaam bij de Nederlandsche Scheepsbouwmaat schappij te Amsterdam en aangesloten bij den Algemeenen Nederlandschen Metaalbewerkersbond hebben Dins dagavond vergaderd en met groote meerderheid van stemmen de voorge stelde loonsverhooging verworpen. De Roomsch-Katholieke arbeiders aanvaardden haar met een kleine meerderheid. Aangezien het grooste kwantum der arbeiders echter aange sloten is bij den modernen bond, kan men de voorstellen als volledig ver worpen beschouwen, waardoor weder om een ernstig conflict dreigt. De metaalbond had namens de directie der Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij medegedeeld, dat deze maatschappij de loonen met vijf procent wilde verhoogen. Haar toe zegging was minder verstrekkend dan die van de directie der Amsterdamsche Droogdok Maatschappij en de Nederlandsche Dokmaat schappij, welke een gunstiger wijziging in de loonschaal wilden invoeren, waardoor de loo- men in de diverse groepen genivelleerd werden. - De Nederlandsche Scheepsbouwmaatschappij wenschte zich te bepalen tot een verhooging met vijf procent, op grond van het feit, dat volgens haar mededeeling de toestand der maatschappij nog geenszins florissant is. Zij vestigt er de aandacht op, dat men thans nog bezig is met de uitvoering van orders, welke twee jaar geleden opgedragen werden en waarvoor de prijzen zoo scherp mogelijk werden vastgesteld en gebaseerd op loonen van toen. De orders, welke nu binnenkomen, kunnen niet direct worden uitgevoerd, omdat het materiaal eerst na langen termijn geleverd wordt. De besturen der organisaties hadden gaar ne gezien en verwacht, dat de leden de gedane voorstellen hadden aanvaard. Zij zien het verloop van het opnieuw gerezen conflict met eenige zorg tegemoet. Een nieuwe conferentie met den metaal- bond. als vertegenwoordiger der Nederland sche Scheepsbouw Maatschappij, met de ar beidersorganisaties zal worden aangevraagd. Vliegveld „De Eendenkooi" wordt voorloopig niet opengesteld. De officieele openstelling van het vlieg veld „De Eendenkooi" te Woensdrecht, welke in dit voorjaar zou geschieden, nadat het in September 1936 door den technischen dienst van de K. L. M. was goedgekeurd, moet op nieuw voor onbepaalden tijd worden uitge steld. Gebleken is, dat de grasmat van het veld op vele plaatsen in onvoldoenden staat ver keert, zoodat het gevaar niet denkbeeldig is, dat zich bij landing van vliegtuigen onge vallen voordoen. De „Nederland" kan nog niet juichen. 'Afschrijvingen over 1936 echter verdiend Over 1937 vermoedelijk dividend uitkeering. Er wordt geen juichkreet aange heven in het jaarverslag over 1936 der Stoomvaart Maatschappij „Ne derland". Wel wordt er in dat ver slag gezegd: Het stemt ons tot tevre denheid, dat wij, dank zij den sinds 193-0 steeds weer genomen maatrege len tot verder gaande bezuinigingen, waardoor noodzakelijkerwijs groote opofferingen van ons geheele perso neel zoowel op de vloot als aan den wal gevergd werden, ten einde te trachten aan de zoo buitengewoon sterk gedaalde inkomsten het hoofd te bieden, er in geslaagd zijn uit de resultaten van 1936 de normale afschrijvingen te dekken. Dit werd bereikt, mede dank zij den steun, welken wij van de regeering mochten ont vangen en welke, volgens mededeeling der Benas, niet teruggevorderd zal worden. Op de ons destijds onder de regeling voor gage- en opligcrediet verstrekte voorschotten be hoeft nog geen aflossing betaald te worden. Na toepassing van de afschrijvingen op de de vloot over 1936 staat deze te boek voor f 43.860.000, hetgeen wij onder de tegenwoor dige omstandigheden, rekening houdend met den leeftijd der schepen, achten de wer kelijke bedrijfswaarde niet te overtreffen. Voor averijen bleven wij ook gedurende dit jaar niet ten volle gespaard. Etablissementen. Na toepassing van de normale gebruikelijke afschrijvingen op onze etablissementen in Nederland en Nederlandsch-Indië staan deze nog te boek voor f 7.019 066. Alhoewel de af schrijving gebaseerd is hetzij op den leeftijds- duur, welken wij aan de verschillende pan den toekennen, dan wel op den tijdsduur dei- huurovereenkomsten omtrent de gronden, waarop de panden staan, zouden wij een extra afschrijving willen doen. Wij stellen u voor een bedrag van f 2.200.000 voor dit doel aan de reserve te onttrekken, Na deze extra af schrijving zullen de etablissementen voor een redelijke bedrijfswaarde te boek staan. Ofschoon de bedrijfsresultaten van 't afgeloopen jaar belangrijk gunsti ger zijn dan die van vorige jaren, kunnen wij nog niet voorstellen over 1936 een dividend uit te keeren. De resultaten van de eerste maanden van het loopende boekjaar geven echter grond aan de verwachting, dat, indien het bedrijf zoo blijft, over 1937 wel een dividend-uitkeering zal kunnen plaats hebben. VERVERIJ en CHEMISCHE WASSCHERIJ TELEFOON 4043 (3 lijnen) Wij behandelen Uw TAPIJTEN, GORDIJNEN, BEDDEN en DEKENS op de meest zorgvuldige wijze. WINKEL TE HAARLEM ZIJLSTRAAT 57 Telefoon 16387. (Adv. Ingez. Med.) Gevaarlijke metliode om vat te reinigen. Hevige explosie het gevolg. Gisterochtend heeft in de rustige buurt schap Overmeer (gem. Nederhorst den Berg) een hevige explosie een groote consternatie veroorzaakt. De 24-jarige brandstoffen- en oliehandelaar C. L. wilde een geledigd smeerolievat reinigen, waartoe hij een hoe veelheid van ongeveer 10 L. petroleum in het vat gegoten had en het toen boven de straat- goot had geplaatst, waaronder hij, in petro leum gedrenkte poetskatoen had gelegd. Deze poetskatoen werd toen aangestoken en zoo wilde L. het vat voldoende verwarmen, om de smeerolieresten te kunnen verwijde ren. Door de brandende massa onder het vat werden geleidelijk gassen ontwikkeld, welke zich geen voldoenden uitweg konden banen, zoodat op een gegeven oogenblik een hevige explosie volgde. Het deksel van het vat werd met kracht weggeslingerd en kwam tegen het hoofd van C. L. terecht. Tegelij kertijd grepen de vlammen wild om zich heen. Het eerst werd C. L. door het vuur getrof fen, maar onmiddellijk daarna vloog de 12- jarige Wijnanda van Huisstede in brand. Toen hevig ontstelde omstanders het meisje de kleederen van het lijf rukten, bleek het, dat bijna het geheele lichaam ernstig ver brand was. Zij is naar de Rijksklinieken te Utrecht overgebracht. Zoodra C. L. door de vlammen was aan getast, holde hij een schuur binnen en wierp zich daar in een hoop zakken, waardoor hij er in slaagde, de vlammen te blusschen. In- tusschen was een zijner armen en waren ook de wenkbrauwen verbrand. Ook klaagde L. over hevige pijnen in het hoofd, veroor zaakt door het losgesprongen deksel van het vat, RADIONACHTVORSTBERICHTEN. Tot nadere aankondiging worden nacht vorstverwachtingen radiotelefonisch geseind door het station van het Koninklijk Neder- landsch Meteorologisch Instituut te De Bilt (P. I. M.) Deze berichten worden op werkdagen uit gezonden op de golflengte 1420 M. te 15.45 en 19.55 Amsterdamsche tijd (in het laatste geval na het gewone avondweerbericht), op Zon- en algemeen erkende Christelijke feest dagen alleen te 19.55 A. t. na het gewone avondweerbericht. Van 22 Mei 1937 af geschiedt de uitzending op werkdagen te 15.45 en 21.Amsterdam- schen zomertijd, op Zon- en algemeen er kende Christelijke feestdagen alleen te 21. Amsterdamschen zomertijd. Pot 50 ct. Doos 30 ct. Bij Apoth. en Drogisten. (Adv. Ingez. Med.) N.V. Levensverzekering Maat schappij „Utrecht". Totaal verzekerd bedrag 436.882.971. Dividend 12.6 pet. Aan het jaarverslag der N.V. Levensver zekering Maatschappij „Utrecht", ontleenen wij: In 1936 werden afgesloten: Overeenkomsten van levensverzekering f 32.431.060, rente-contracten gekapitaliseerd met 10 f 6.266.410, totaal f 38.697.470 terwijl vervielen aan levensverzekering-contracten door overlijden, beëindiging, afkoop, wanbeta ling, wijziging en andere oorzaken f 27.403.470 en aan rente-contracten gekapitaliseerd met 10 f 3.328.670 Door valutawijziging verminderde het verzekerde bedrag bovendien met f 3.705.631. Het totaal verzekerd bedrag op ultimo December 1936 bedroeg derhal ve inclusief herverzekering f 436.882.971 (f 432.623.272). De wiskundige reserve met inbegrip van herverzekering steeg van f 116.281.723 tot f 125.071.820; deze reserve werd extra versterkt met f 1.815.969 o.m. ten gevolge van de ver dere omrekening op een rentevoet van 3y2 pet. De gemiddelde rentevoet voor de geheele maatschappij bedraagt 3.61 pet. De werkelijke gemaakte gemiddelde rente bedroeg 4.43 pet. hetwelk nog een aanzien lijke marge overlaat. De gemiddelde rente van de effecten be droeg 4.41 pet., van de leeningen met pu bliekrechtelijk 'lichamen 4.27 pet., terwijl deze eerste wijze van belegging 32.05 pet., de tweede 19.55 pet. van alle beleggingen uit maakte. Aan verzekerden met recht op aandeel in de winst kon wederom een bedrag van f 758.270 ten goede komen, zoodat in het laatste 12-jarig tijdvak 1925—1936 een totaal bedrag van ruim zeven en een half millioen gulden aan deze verzekerden ten goede kwam, waardoor jaarlijks het verzekerd bedrag met 1 pet. kon worden verhoogd. Nadat van de extra-reserve de afschrijving voor- extra toevoeging aan de wiskundige re serve heeft plaats gehad en de winst op de beleggingen is bijgeschreven, bedraagt deze na de toevoeging uit de winst over het afge- loopen boekjaar inclusief de waarborgreserve f 7.069.863.95V2. Over het volgestorte kapitaal van f 1.800.000 wordt een dividend gedeclareerd van 12.6 pet. EEN 15-JARIGE IS 2.05 METER LANG. In de Gouvernestraat te Rotterdam woont een reus van 15 jaar. De jongen heeft een lengte van 2.05 M. en weegt ruim honderd kilo. Deze beide laatste getallen zullen wel niet lang «oo „klein" blijven, want de jongen groeit nog steeds. Hij is zich in de bokssport aan het bekwamen, zoodat ons land mis schien eerlang een Camera rijk zal zijn. Prinselijk Paar weer te Soestdijk. In Enschedé met motorpech te kampen gehad. Prinses Juliana en Prins Bernhard zijn gisteren op hun terugreis van Reckenwalde om kwart voor vier per auto op het Loo aan gekomen. H. M. de Koningin verwelkomde hen aan den ingang van het paleis. Het prinselijk echtpaar heeft gistermiddag om drie uur op zijn terugweg naar Nederland te Enschedé autopech gehad. Ter hoogte van café Assink aan de Hengeloschestraat al daar, kwam de auto, de 12-cylinder Maybach, tot stilstand. Na eenig oponthoud en nadat gebleken was, dat de auto ter plaatse niet kon worden her steld, stapten de Prinses en de Prins in een andere auto over en vervolgden hun weg. De Maybach en een chauffeur bleven achter. De auto werd later op den middag naar een Twentsche garage gebracht om gerepareerd te worden. Het bericht van het oponthoud verspreidde zich als een loopend vuur door Enschedé. Zeer velen spoedden zich naar de Hengelosche straat, doch het Prinselijk Paar was toen reeds doorgereisd. Prinses Juliana en Prins Bernhard zijn gisteravond omstreeks kwart voor tien per auto van het paleis Het Loo naar het paleis Soestdijk vertrokken, waar ze om half elf aan kwamen. De auto werd bestuurd door Prms Bernhard. De Koningin deed het vorstelijk echtpaar tot aan den ingang van het paleis uitgeleide. TWEE ARME BROERS BEZATEN NOG f 7700. Twee broers, die aan den Leenderweg te Valkenswaard in behoeftige omstandigheden woonden, zijn dezer dagen naar het Liefdehuis overgebracht. Voordat men de sobere inboedel der woning publiek verkocht, werd eerst alles aan een onderzoek onderworpen. Het resultaat was, dat men in een la van een oude kast een som geld van f7600 vond, ter wijl in enkele doosjes in totaal nog een bedrag van ongeveer f100 werd aangetroffen. Meisje bij brand levensgevaarlijk gewond. Dappere daad bijna met den dood bekocht. Een brand met ernstige gevolgen heeft gis ternacht te Valthermond (gemeente Odoorn) gewoed. In het dubbele pand, bewoond door den bakker Joh. Waarheid, en den vervener W. de Boer, werd te ongeveer een uur door de familie de Boer brand ontdekt. Het vuur had reeds een groot gedeelte van de woning aan getast. De 21-jarige Eefje de Boer snelde, na het ontdekken van den brand, naar den zol der, met de bedoeling een daar slapenden jongeman te waarschuwen. Deze bleek zich echter door uit het raam te springen reeds te hebben gered. Tot haar ontsteltenis zag het meisje zich den terugtocht door de vlammen afgesneden. Haar oudste broer was haar echter naar boven gevolgd en vond haar bewusteloos op den brandenden zolder. Hij slaagde er in, geholpen door toegesnelde buren, het meisje naar buiten te brengen, doch niet dan ten koste van vrij ernstige brandwonden. Mejuf frouw E. de Boer was zoo gewond, dat de ont boden geneesheer dr. Mulder, overbrenging naar een der ziekenhuizen in Groningen nood zakelijk achtte. Het meisje verkeert in levens gevaar. Haar broer kon ter plaatse worden ge holpen. Het huis is tot den grond afgebrand. Men vermoedt, dat het vuur ontstaan is tengevolge van een fout in den ouden bakoven van den heer Waarheid. Het pand was verzekerd. Professor Bronner's Hildebrand. Bij een wat grootere en duidelijkere repro ductie dan onze krant de vorige week reeds gaf, willen wij nog even terug komen op het kunstwerk dat voorloopig nog wel geen kunst in Haarlem is en vandaag nog als daarbui ten moet worden aangewezen, doch dat wij dan toch binnen afzienbaren tijd tot Haar lem's kunstbezit zullen mogen rekenen: het Hildebrand monument, met als losstaande hoofdfiguur het beeld van den schrijver Beets. Wij hebben er den laatsten Woensdag reeds opgewezen, hoe in de ontwikkelings geschiedenis van dit groot opgezette werk de draad loopt van het anecdotisch impres sionisme naar het streng monumentale, en hoe die groei bij den kunstenaar eerst lang zamerhand tot bloei en wasdom gekomen is. Had in eersten aanleg, Bronner's idee voor de bekroonde prijsvraag nog een uitgespro ken illustratief karakter, mettertijd is zijn inzicht daaromtrent gewijzigd en is hij het geheel meer architectonisch, meer als geslo ten bouwsel gaan beschouwen waarbij de te beelden menschfiguren eer een versierende dan een zelfstandig illustratieve rol te ver vuil ~n kregen. De leek dient zich dat eerst even te realiseeren, voor hij een oordeel over mooi of leelijk velt; de leek, voor wien het, als regel, gemakkelijker is een illustratie te waardeeren, een vrijwel natuurgetrouwe na bootsing te zien van de personen zooals hij zelf die zich uit de lectuur van de Camera heeft voorgesteld, dan wel alleen het ken merkende, het karakteristieke van diezelfde personen te zien opgenomen in een steenen beeldvorm, die op zichzelf weer een onder deel van een geheel, dat als bouwkunstig werk gedacht is, uitmaakt. Toch zal men mettertijd Bronner's beelden weer niet geheel als bouw-beeldhouwkunst kunnen beschouwen daar ze daarvoor weer te zelfstandig van het eigenlijk bouwsel, den achtkantigen fonteinbak. verwijderd blijven. De kunstenaar heeft zich zijn taak in de achter ons liggende jaren vooi*zeker niet lichter gemaakt door, zelf evolueerend. zijn arbeid mee te doen evolueeren. De hooge ernst waarmee hij, voortdurend zichzelf cor- rigeerend. te werk is gegaan verdient bewon dering: hij had er zich zeer waarschijniijk veel eerder en gemakkelijker af kunnen ma ken. Voor den gewonen beschouwenden leek is de beteekenis van die evoluties in de kunst n'et sfpeds eemakkelijk te bevatten Tus- schen de Panopticum-achtige Berlijnsche Siegesallée en Zijl's beelden aan Berlage's Beurs als twee polen, moet hij kiezen, en moest hij kiezen al lang vóór er van een Hil- debrand-monument sprake was. De kunstenaar hoont óf de Siegesallée óf Zijl's beeldendat hangt van zijn leeftijd en opvoeding af; de leek spot met beide dan is hij het vlugste klaar En gezamenlijk vergeten zij meestal dat zoowel Zijl als die beeldhouwers van het Pruisisch Panopticum in den Tiergarten drommels knappe kna pen waren, die wisten wat zij wilden, terwijl de leek met zijn „ik vind het mooi" of „ik vind het niet mooi" gemeenlijk nooit over het „waarom" van dat mooi of niet mooi, nadacht, laat staan het verklaren kan. Wij hebben reeds gelezen hoe een artist als Bronner, als leerling van Bart van Hove eer naar de Sïegesallee dan naar het Damrak geknipoogd zou hebben. Toch stond hij als jonge man niet zoo vreemd in de eigen jeugd als men daardoor zou kunnen meenen. Toen aan Derkinderen de leiding van de versiering van Berlage's beurs zou worden toevertrouwd behoorde ook de jeugdige Bron ner tot hen die zich als assistenten bij Der kinderen gaarne zouden aanmelden. Zou hij toen reeds hebben gedroomd nog eens tot een Hildebrand-figuur te geraken, als op ons plaatje van deze week staat afgebeeld? Beziet de lezer het aandachtig dan zal het hem voorkomen dat deze voorstelling van den schrijver van de familie Stastok toch niet geheel aan zijn eigene beantwoordt. Vooral de ouderen hebben zich den predi kant van anno veertig anders voor oogen ge steld in hun jeugden hem sindsdien al dus bewaard. Toch kan niemand den kunstenaar van vandaag het recht ontzeggen Hildebrand anders te zien als hem dat. in verband met zijn werk. gewenscht voorkomt. Niet een pa nopticum van de Camera, maar een gestijlde karakteristiek van de hoofdpersonen werd zijn bedoeling. In Beets zelf bleef voor hem altijd nog de jeugdige frischheid boven de bezadigdheid van later gelden; daarom koos hij hier als draperie voor de rechtstaande figuur die het voetstuk voortzet niet de dominé's toga doch de wijd plooiende almaviva van den Leid- schen student. Is de figuur te breed op het smalle voetstuk, lijkt u den hoogen hoed te groot en den kop van Beets daartegenover te klein? Wees voorzichtig, die dingen zijn niet zóó-maar ontstaan, de kunstenaar heeft dat alles bij het werk precies bekeken en be rekend en ons oordeel zou licht te haastig zijn en onjuist daardoor. Het eindoordeel zal pas geoorloofd zijn, als het bouwkunstwerk ter plaatse zal zijn opgesteld. Als we bedenken dat de afstand van het Hildebrandbeeld tot de monumen tale bank er tegenover 120 Meter zal bedra gen en dat de daartusschen liggende fontein- bak toch nog een middellijn van 10 Meter hebben zal, dat verder Hildebrand's kruin 4 Meter boven den beganen grond zal reiken, dan gevoelt men wel dat detailbeschouwing en kritiek hier nog weinig zin heeft. Eerst als alles voor elkaar is en het geheel als bouwkunstig werk met de beelden als arabesken zal zijn opgesteld is er gelegen heid voor een totaalindruk. Doch van de hoofdfiguur die naar het Paviljoen gekeerd zal staan en het alles overschouwen. meen den wij onzen lezers een beter plaatje ver schuldigd te zijn dan het kleine fragment der photo die de vorige week werd opgeno men. J. H. DE BCIS. Een halve eeuw geleden Uit Haarlem's Dagblad van 1887 28 April: Te Amsterdam is een vergadering ge houden van belanghebbenden bij en be langstellenden in de zeevisscherij te IJ- muiden, daartoe uitgenoodigd door den heer Boerlage, reeder te Zandvoort, die een project tot vestiging eener zee visscherij te IJmuiden ter tafel bracht. De vergadering nam met zeer veel be langstelling hiervan kennis en benoem de uit haar midden een commissie, bestaande uit de h.h. Hooghwinkel, te Haarlem, B. C. E. Zwart, te Amsterdam en S. P. Kuiper, te IJmuiden, om de plannen nader te onderzoeken en daaromtrent in een volgende vergade ring rapport uit te brengen. Uit den Spaanschen Broederkrijg. ..Post' In een smalle, ietwat donkere zijstraat ligt een huis, dat sinds het begin van den oorlog wel het gewichtigste huis van het dorp ge worden is, nl. dat van onzen brievengaarder. Nauwelijks heeft hij zijn linnen postzak aan den trein in ontvangst genomen, of aller oogen richten zich op hem en een snel aan groeiende schaar leidt hem zijn woning bin nen, waar zijn vrouw, die als alle dorpsvrou- wen vlijtig netten zit te breien, ook al door een aantal buurvrouwen omringd is. „Post" is op een Spaansch dorpje iets hei ligs en „kunnen lezen" bij de oudere gene raties, een voorrecht. Van dit idee is „vader brievenbesteller" vervuld. De beste plaats om de post op zijn gemak na te kijken, lijkt hem zijn kraakzindelijke slaapkamer en daarin verdwijnt hij, de deur geheimzinnig achter zich sluitend, nadat moeder de vrouw zijn Zondagsche bril blank gepoetst heeft. Een of ander ondeugend kind, dat wel eens de deur op een kier opent en naar binnen gluurt, ziet dan den goeden man lang over ieder adres broeien, waarbij hij de enveloppe heel dicht voor zijn bril houdt; en met zijn groo te bonte zakdoek veegt hij zijn voorhoofd af van de inspanning. Intusschen hebben de verschillende leden der hoopvolle groep in het groote voorvertrek, dat tegelijkertijd als woonkamer, eetkamer en keuken dient, plaats genomen. Men praat over menig on belangrijk onderwerp, maar deze dorpsbe woners hebben hun zorgelooze opgeruimdheid verloren men ziet aan de spanning op hun gezichten en het nerveuze trommelen van hun vingers, dat ze op iets wachten: een enkel woordje, een groet of zelfs een lange- ren brief van een afwezigen miliciano. Een moeder met gerimpeld gezicht vreest voor den geliefden zoon, haar eenigen steun in het harde leven. Waarom moest hij zich dan toch ook als „vrijwilliger" inschrijven? Zon der van haar afscheid te nemen, omdat hij haar tranen meer vreesde dan de vijande lijke kanonnen, vertrok hij plotseling in den nacht en van zijn vrienden moest zij de waarheid hooren. Nu weet zij niet eens, waar hij is, want nog geen enkelen brief heeft zij ontvangen. Een knappe jonge vrouw in den bloei des levens is steeds de eerste, die naar de post komt vragen. Omringd door drie kleine frissche jongens, in kleurige, zelfge breide truitjes, zit zij, die anders zoo actief is. soms wel twee uren onbewegelijk te wach ten, terwijl het breiwerk stil op haar schoot rust. Deze week heeft haar man nog niet ge schreven: zou hij gewond zijn. in een „hos pital de.sangre" liggen? O, zekerheid, zeker heid te hebben! 't ergste van alles is immers dit twijfelen en hopen en wachten. Maar veel beklagenswaardiger is nog haar buurvrouw een klein smal menschje. haast nog een kind. met een baby van 6 maanden op de arm. dat zijn vader nog niet kent. Al tijd heeft zij nog hoop, al heeft zij sinds het begin van den oorlog nog niets van haar man gehoord. Hij is niet vrijwillig gegaan, ze waren immers zoo gelukkig en met welk hoop wachtten zij op hun eerste kind! Maar het vaderland riep en hij moest! Een pittige, kleine brunette tracht haar te troosten. Zij is gelukkig, want iederen dag is er voor haar een lange dikke brief van een vroolijken, dapperen vlieger, haar verloofde. Jammer, dat haar vader niets van hem hebben moet en maar steeds wil, dat zij met den school meester trouwen zal, die zoo „in-degelijk" is, nooit in de dorpskroeg komt en in dikke boe ken leest. Nu kan zij niemand van haar ge luk vertellen en moet zij zelfs de brieven ver stoppen, want haar heele familie is op de hand van den schoolmeester. Daarom houdt ze, nu er werkelijk (ze had ook niet anders venvacht, want wie hoopt en vertrouwt meer dan de jeugd?) weer een van die prettige, lange epistels gekomen is. gauw een rosig vingertje met gepolijst nageltje voor haar geverfde lipjes en zegt: ssst! dat niemand toch wat verraden zal. en terwijl allen glim lachen, verdwijnt de schat in den ondersten hoek van haar taschjevandaag is zij de eenige gelukkige; verder niets dan kranten en enkele zakenbrieven. Het oude moedertje zucht diep en nog meer gebogen en lang zamer dan anders, schrijdt zij huiswaarts. De jonge moeder snikt en stamelt eenige woorden in het dorpsdialect tegen haar baby, die bang het hoofdje tegen haar aanleunt. Eenige jonge meisjes kijken jaloersch de brunette na. anderen vertrouwen weer vast oo morgen. Ja, morgen! wie weet! Hoop is tóch ook een heerlijk ding! En omringd door stoeiende kinderen, die het leed zoo vlug ver geten. gaan de „posf'menschen weer naar buiten, waar de laatste dagen heel warme luchtlagen de komende hitte aankondigen. „Onze soldaten zullen tenminste geen kou meer lijden" wordt er gezegd en velen is deze gedachte een troost. Het huis van den brievengaarder, opeens leeg geworden, lijkt groot donker en kil en zijn vtouw steekt de petroleumlamp aan en port in het vuur om veel nare gedachten aan oorlog pijn en dood te verjagen. C. B. April '37. Encephalitis na inenting. Kind te Wedde overleden. Te Wedde (Gr.) heeft zich bij het zesjarig dochtertje van de familie Bots een geval van encephalitis voorgedaan. De gevreesde ziekte trad een week, nadat het kind tegen pokken ingeënt was. op. Het werd onmiddellijk naar het Academisch Ziekenhuis te Groningen vervoerd, waar het drie dagen later is over leden

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 5