De nieuwe flottieljeleider „Tromp1'. De „Ronde van Purmerend". Het Roode Kenteeken Het Duitsche vrachtschip „Nordmark" aan de kade van De Ronde van Purmerend, georganiseerd door de Amsterdamsche wielerclub „Le Champion", werd Sensatie. Wat de fotograaf van de Avusbaan te Berlijn zag, Marseille, waar een aanslag op den kapitein werd gedaan, Woensdag wederom verreden. Er waren zeer vele renners van internationale vermaardheid aan toen hij als passagier met von Brauchitsch in 140 K.M. vaart die gewond werd door een zich noemenden Petro Tonescu den start door de nieuwe bocht ging Ondanks het verbod tot fotografeeren ontsnapte ex-prins N'jcolaas van Roe menië, thans de heer Brana, bij aan komst te Weenen met zijn echtgenoot# niet aan de lens Teekeningen, vervaardigd door Indische kinderen van 9 tot 18 jaar, worden thans geëxposeerd in het Koloniaal Instituut te Amsterdam. Een overzicht van een aantal inzendingen „Nou, tabé dan Met de „Christiaan Huygens" vertrok Woensdag uit Amsterdam een detachement kolo nialen naar Ned. Oost-lndië. Een snapshot even voor het vertrek uit de Amsterdamsche haven In verband met het tulpenfeest is Noordwijk in een bloemen-lustoord herschapen. Op verschillende plaatsen zijn fraaie versieringen aangelegd De nieuwe flottieljeleider .Tromp", die voor rekening van de Nederlandsche Marine op de werf van de Ned. Scheepsbouw Mij. te Amster dam in aanbouw is, zal Zaterdag 8 Mei a.s. te water worden gelaten Het schip op de helling FEUILLETON OTTWELL BINNS. (Nadruk verboden) 26) Hij beëindigde zijn taak en stak, warm en vermoeid, een van zijn cigaretten aan, ging een eindje van het vuur op de rots zitten en «taarde nadenkend over de onmetelijke duis ternis van de zee. „De dag zit er op" mompelde hij in zichzelf. „Maar morgen komt er weer een en die zal erger zijn". Daar was hij absoluut zeker van. De inspan ning van een tocht door de wildernis onder zulke condities zou nog steeds grooter worden. De hitte en net zand en de ruwe manier van reizen hadden vandaag hun tol geëischt en zouden morgen hetzelfde doen. En elke dag weer opnieuw, zoolang hun reis duurde elke dag, zelfs al zouden ze zoo gelukkig zijn om voedsel en water te vinden, zouden de krachten van het meisje minder zijn. haar zenuwen een beetje meer gespannen, de veer kracht van haar geest een beetje meer ge knauwd. Dat was onvermijdelijk en als de reis vele dagen duurde zou haar weerstand mis schien gebroken worden en Hier werden zijn sombere overpeinzingen onverwachts afgebroken, want plotseling ont dekte hij in de duisternis voor hem, op geen grooten afstand van de kust, twee op en neer dansende lichtjes een wit en een groen. Hij staarde er ongeloovig naar, wreef zijn oogen uit en keek opnieuw De lichten waren even werkelijk als het donkere oppervlak van de zee zelf. Toen drong de verbluffende waarheid ineens tot hem door. Daar buiten was een klein schip, hoogstwaarschijnlijk een van de parelloggers van Broome. De wacht moest zijn vuur op het strand opgemerkt hebben en als hij de aandacht kon trekken Het volgende oogenblik was hij opgevlogen. Hij graaide een paar brandende stokken van het vuur en rende het strand af tot aan den rand van de zee. Onderwijl zwaaide hij de brandende stukken heen en weer, schreeuwde zoo hard als hij maar kon, zonder er bij te denken, dat zijn stem in het eeuwige geruisch van de zee verloren moest gaan. Hij bereikte het water, bleef staan en sloeg met de rood gloeiende stokken tegen elkaar, zoodat er een fontein van vonken als een schitterend vuur werk uit opspatte. Tenzij de wacht te slapen lag, moest hij dit wel zien en Terry begon met een van de gloeiende stokken morse-teekens te geven. Toen gebeurde er iets vreemds. Het schip draaide plotseling, wat hij uit de veranderde positie van de lantaarns op kon maken. Een seconde later schoten lichtflitsen over het dek, flitsen die hem een oogenblik van de wijs brachten. Daarna begreep hij ineens wat ze beteekenden. „Een pistool!" Was het een sein voor hemzelf? Hij hoopte van wel. maar in zijn hart wist hij, dat het niet zoo was. De logger, als het dat tenminste was, gedroeg zich op de meest eigenaardige manier, alsof de stuurman zijn post verlaten had en het schip aan de genade van zee en wind overliet. Toen schoten er nog twee licht flitsen door de duisternis. Een van de lichter ging uit en vijf seconden later doofde, vooraf gegaan door nog een flits, het overblijvende licht uit en werd alles volkomen donker. Hij liet zijn brandende stokken in het water vallen en stond doodstil den nacht in te staren en te luisteren. Hij hoorde niets, be halve het. geklots van het water mijlen langs de kust en ofschoon hij ver in zee lichtende strepen zag, die er op wezen, dat het een of ander lichaam zich door het water voortbe woog, had hij geen hoop meer Wie ook aan boord was van 't. schip, waarvan ie lichten zoo veelbelovend geleken hadden, hij had wet andere dingen aan zijn hoofd dan een ge strande man op de kust. Hij was er vast van overtuigd, dat daar in het duister een drama zich afgespeeld had. De lichtflitsen, die hij ge zien had waren daar een zeker bewijs van. Muiterij? Een krankzinnige, die in de be perkte ruimte van een logger amok maakte? Moord? Hij wist het niet, maar één ding stond bij hem vast, dat in het duister iets vreeselijks was gebeurd. Eenigen tijd stond hij aan den rand van de zee en tuurde ingespan nen de duisternis in. Hij zag echter niets meer en tenslotte keerde hij langzaam naar het vuur terug, waar hij zijn hersens afpijnigde over het nieuwe mysterie, totdat de slaap hem overmande. Den volgenden morgen vertelde hij niet aan Norma was hij gezien had. Het meisje was niet ln staat aan eenige ander drama te denken dan dat, wat hun tocht van dien dag beloofde te worden. Haar voeten waren in heel slechte conditie, haar nek en armen zaten vol blaren van de zon en het was duidelijk, dat het loo- pen niets minder dan een marteling voor haar zou zijn. Hij had ontzettend met haar te doen en stelde voor overdag te rusten en pas op weg te gaan als de zon onderging. Maar ze wilde er niet van hooren. „Nee! Nee!" riep zij uit. „Wat beteekenen een paar blaren wanneer het leven van een kind op het spel staat? We moeten verder! We mogen geen tijd verspillen". Onmiddellijk r.a het ontbijt gingen zij op weg en liepen langs de kust, terwijl Terry de zee afzocht, of hij ook ergens een van de parelloggers kon ontdekken, die langs de kust toch veel voor moesten komen. Maar de zee was blank als een spiegel en na een tijdje keek hij niet meer uit en besteedde al zijn aandacht aan Norma, hielp haar zoo veel hij kon en was er zich bitter van bewust, dat hij niets kon doen om haar lijden te verzachten De zon wierp haar verschroeiende stralen op hen neer Verder op den ochtend werd de kust als een gloeiende oven en evenals den vorigen dag schitterde en trilde het landschap in de verte op de meest eigenaardige wijze. De meest gewone dingen werden wonderbaarlijk ver wrongen. Toen begonnen zijn oogen hem in den steek te laten, of zoo leek het tenminste. Eenmaal meende hij heel in de verte op den top van een hoog duin de gestalte van een man te zien. die in den feilen gloed op en neer scheen te dansen en te huppelen. Het volgend oogenblik dook de gestalte vooruit en verdween in het niet, terwijl tegelijkertijd een enorme troep vogels, die volgens hem vast en zeker echt was. opvloog en een paar minuten rond bleef cirkelen voor zij weer neerstreken. Ze liepen tot elf! uur door en toen stond Terry er op. dat. ze zouden rusten. Het meisje protesteerde heftig en zei, dat als ze nu op hield ze nooit meer in staat zou zijn om verder te gaan. Maar Terry was onvermurwbaar. „Als we in deze hitte doorgaan, zullen we geroosterd worden of een zonnesteek krijgen. Of we later verder gaan of niet, nu gaan we rusten en daarmee uit". Er was practisch nergens schaduw. Maar er was tenminste water bij de hand, dat van de rotsen druppelde en in een klein poeltje viel, waar ze bij gingen zitten en nadat ze ge dronken hadden, koelden ze hun gloeiende voeten er in af. Na een tijdje viel Norma, door moeheid overmand, in slaap en Terry maakte van de gelegenheid gebruik om weg te kruipen en den weg. die nog voor hen lag te verkennen. Drie honderd meter verder zag hij een ge weldig hoog duin. waarvan hij een goed uit zicht zou hebben en hij liep er langs het strand heen. Aan den voet ervan gekomen, begon hij te klimmen. Het duin wah met helm begroeid, maar desondanks was het zand los en net toen hij den top bereikt had, schoot het zand onder zijn voeten en viel hij languit voor begon hij te klimmen. Het duin was met helm om niet weer naar beneden te rollen en plat voorover liggend, bemerkte hij tot zijn ont- zettenden schrik, dat hij recht in de ver glaasde o^-jen van een dooden man staarde De maf, lag op zijn rug, met een been onder 1 zich en armen uitspreid. Een enkele blik op het stille gezicht vertelde hem, dat de man gewelddadig om het leven gekomen was, want in het midden van zijn voorhoofd zat een on miskenbare kogelwönd. Een tweede blik over tuigde hem ervan, dat de man van het Ja- pansche ras was. Zijn gelaatstrekken lieten geen twijfel mogelijk en naar zijn kleeren te oordeel was het een man van de zee, waar schijnlijk een duiker op een van de loggers van de parelvloot. Dit alles merkte hij op en toen schoot hem ineens de gestalte van den man te binnen, die hij in de gloeiende hitte zoo fantastisch op een hoog duin heen en weer had zien dansen, de gestalte, die zoo plotseling verdwenen was, dat hij ervan overtuigd was geweest, dat het niets dan een spook was. dat zijn verwarde blik of verbeelding hem voor- getooverd had. Nu wist hij echter de waarheid. Dit was het duin, waar hij den man gezien had. En ongetwijfeld lag hier degene voor hem die zoo vreemdsoortig op en neer gedanst had en de ooi-zaak van zijn schijnbare verdwijning in het niet was die kogel in zijn hersens, waar door hij achterover in het stugge helm geval len en uit het gezicht verdwenen was. Maar wie had het doodende schot gelost? Terwijl hij zichzelf, nog naast dien doode Japanner liggend, die vraag stelde, keek Terry voorzichtig om zich heen. Vlak voor zich zag hij niets dan bosjes helm en ronde zandheu veltjes. Links waren de rotsen, waar hij het meisje achtergelaten had, duidelijk zichtbaar, maar rechts werd zijn uitzicht belemmerd door een hooge bank. die den top van het duin vormde. Daar hij vond, dat hij in ieder geval moest zien, wat er aan dien anderen kant was, kroop hij tegen den heuvel op ging plat in het zand liggen en keek voorzichtig over den rand. Ter wijl hij dat deed. wachtte hem een tweede verrassing, want achter het duin was een kleine baai waar een logger op het strand lag en toen hij naar beneden keek, zag hij een man ineengehurkt, in den boeg zitten, die met een pistool in de hand,, scherp de duinen in 1 het oog hield. (Wordt vervolgd),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 9