"gSB,
Shell bestelf
tankschepen.
HEEREN COSTUMES
OP UW MAAT GESNEDEN
QR.H0UT5TR.HCFK GR MARKT HAARLEM
CEBVU°
m
m
CEBUTOBUREAU
Kunst in Haarlem en
daarbuiten.
AKKERTJES OtCHETS)
Het recht op het Maaswater
WOENSDAG 5 MEI 1937
HAARLEM'S DAGBEAD'
3
Twee te Krimpen
aan den IJsel en
één te Schiedam.
Order van eenige millioenen guldens.
Naar wij vernemen heeft de Ko
ninklijke Shell order gegeven tot
den bouw van drie nieuwe tanksche
pen aan Nederlandsche werven.
Twee schepen voor het vervoer van
olie, elk van ongeveer 4.100 ton, zul
len gebouwd worden bij de werf van
der Giessen te Krimpen aan den
IJsel en bij de Nederlandsche Dok
maatschappij te Amsterdam.
Het derde schip, dat bestemd is
voor liet vervoer van verpakte pro
ducten en dat ook ongeveer 4.000 ton
zal zijn, wordt gebouwd bij de werf
Gusto te Schiedam.
Met deze order zijn eenige millioe
nen guldens gemoeid.
Damwand van bouwput
bezweken.
Gouwe herovert verloren terrein.
Arbeiders konden zich slechts met groote
moeite in veiligheid brengen.
Bij den aanleg van den onderbouw
van een nieuwe hefbrug over de
Gouwe onder de gemeente Alphen
a. d Rijn, welke voor rekening van
den provincialen waterstaat van
Zuid-Holland door de aannemers
Kraayenveld en Hofman te Haarlem
wordt uitgevoerd, is Dinsdagmiddag
tegen zes uur plotseling een ijzeren
damwand bezweken, waardoor het
water met kracht de groote bouwput
welke vier meter diep is en een opper
vlakte van 600 M2., heeft binnen
stroomde.
De arbeiders die in den put bezig
waren met het hij en van betonnen
palen konden zich slechts met groote
moeite in veiligheid brengen. Door
dat het binnenstroomende water, dat
in weinig oogenblikken de put vulde,
den walkant ondermijnde, kantelde
bovendien een hij machine, welke op
de kabels van een hijschkraan te
recht kwam welke hierdoor werd ont
zet. Deze onverklaarbare doorbraak
beteekent voor de aannemers een
schadepost, daar het werk voor een
maand er door is gestagneerd.
Het bezoek van minister Gelissen
aan Polen.
WARSCHAU, 4 Mei. (ANP.) De president
van de federatie van Kamers van Koophan
del en Industrie, Kramer, heeft ter eere van
den Nederlandschen minister Gelissen een
noenmaal aangeboden, waaraan werd deel
genomen door den Poolschen minister van
handel en industrie, Roman, den nederland
schen gezant Carsten, den onder-minister
van industrie Kleffens, den onder-minister
vain handel, Rose, eenige te Warschau ver
blijvende Nederlandsche kooplieden, alsmede
hoogere ambtenaren van het ministerie van
buitenlandsche zaken en industrie.
De heeren Kramer en Nikerk, den leider der
delegatie van Nederlandsche kooplieden,
hebben toespraken gehouden.
Het Nederlandsche gezelschap zal morgen
naara Lodz vertrekken om er in verbinding
te komen met de vertegenwoordigers der
Poolsche industrie, in het bij zonde met de
textielindustie.
De „Plavnik" tocli zwaar
beschadigd.
Groot gat onder de waterlijn.
Dinsdagmiddag is bij een duikeronderzoek
vastgesteld, dat de „Plavnik" een groot gat
in de voorpiek heeft, juist boven den kimkiel,
drie meter onder de waterlijn.
Het is een verticaal gat van ongeveer twee
meter lengte en ruim een halve meter breedte
Het is dan ook onbegrijpelijk, dat de schot
ten het indringende water hebben kunnen
tegenhouden.
De kapitein van de „Plavnik" wilde onder
deze omstandigheden zelfs niet meer op de
reede blijven liggen, waarop het schip door
twee sleepbooten in de haven van Vlissingen
is gebracht. Waarschijnlijk zal r." eerst een
bekisting worden aangebracht, waarna het
schip in een dok, vermoedelijk te Rotterdam
zal worden opgenomen om te repareeren.
Beslag gelegd op de „Plavnik".
De reederij van de „Alecto" heeft op de
Plavnik beslag laten leggen.
Het schip zal niet kunnen vertrekken, alvo
rens cautie zal zijn gesteld.
Bedrijfssteun aan tuinders geen
beletsel voor gemeentelijl-^i
steun.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft op verzoek van zijn ambtgenoot voor
landbouw aan de Gedeputeerde Staten der
verschillende provinciën verzocht de gemeen
tebesturen in hun gewest er van in kennis te
stellen, dat het niet juist is de aanvrage om
hulp van den tuinder, die voor zijn gezin be
hoefte heeft aan steun in geld of natura, in
beginsel te weigeren op grond van het feit,
dat hij een steuntoeslag op zijn producten
heeft of alsnog zal ontvangen. Deze steuntoe
slag Immers dient als een deel der bedrijfs-
inkomsten te worden beschouwd, die op de
grootte der gezinsinkomsten slechts indirec-
ten invloed hebben.
fxclusief- niet duur
(Adv. Ingez. Mea.j
De roofoverval te Hippolytushoef.
Tegen verdachten resp. 2i/z en 3 jaar
geeischt.
De Alkmaarsche rechtbank heeft Dinsdag
behandeld de roofoverval, die op Oudejaars
avond te Hippolytushoef op den landbouwer
J. Snooij is gepleegd.
De landbouwer S. wilde zioh dien avond
van zijn woning met een lantaarn naar een
achter zijn woning gelegen schurutje bege
ven, toen hij plotseling door een drietal man
nen werd aangevallen, op den grond gewor
pen en overmeesterd. Onder allerlei bedrei
gingen hebben zij Snooij er toe gebracht zijn
portemonnaie inhoudende f 160 af te geven
waarna de aanvallers ijlings in het nachte
lijk duister zijn verdwenen. De oude man, die
door de onverlaten gebonden was, heeft zich
tenslotte los weten te werken en is naar de
woning van zijn broer, die op ongeveer 200
meter afstand woonde, gegaan.
Als verdacht van dezen roofoverval ston
den terecht drie arbeiders uit Wieringen,
Arie M.. Marinus L. en H. G. L. De drie ver
dachten ontkenden het ten laste gelegde
hardnekkig.
De officier van justitie eischte tegen de
verdachten Arie M. en Hendxikus G. L. een
gevangenisstraf voor den tijd van twee jaar
en zes maanden en tegen Marinus L., op grond
van zijn strafrechterlijk verleden, drie jaar
gevangenisstraf.
„STAKING" VAN BLARICUMSCHE
RAADSLEDEN.
dinsdagmorgen te tien uur was de ge
meenteraad van Blaricum in vergadering
bijeengeroepen om o.m. te beslissen over het
voorstel van B. en W. tot verbetering van
de Torenlaan en den Huizerweg, een bedrag
van f 72.000 vorderende. Van de zeven raads
leden (er is één vacature) waren er op het
vastgestelde uur slechts drie aanwezig en na
een half uur wachten besloot burgemeester
J. J. Klaarenbeek de vergadering niet te
doen doorgaan, aangezien niet meer dan de
helft der raadsleden was opgekomen.
Omtrent de reden van dit wegblijven ver
nemen wij dat de R.K. raadsfractie den bur
gemeester had doen weten, dat zij niet zou
'komen, daar een der raadsleden, prof.
Brouwer, die voorstander van het plan was,
door ambtsbezigheden was verhinderd. Daar
er vier vóór en drie tegenstanders waren,
zou over het voorstel derhalve bij de aan
wezigheid der twee R.K. raadsleden geen be
slissing genomen zijn, weshalve deze twee
raadsleden waren weggebleven, teneide de
mogelijkheid open te laten van een bespre
king in een voltallige raadsvergadering.
De nieuwe Schouwburg Ie
Utrecht.
Architect W. M. Dudok zal de plannen maken.
In overleg met B. en W. van Utrecht is aan
den Hilversumschen gemeente-architect W.
M. Dudok opdracht verleend tot het vervaar
digen van sehetsplannen voor den nieuwen
schouwburg op het Lucas Bolwerk te Utrecht.
Dinsdagmiddag heeft het college van B. en
W. van Utrecht een bezoek gebracht aan Hil
versum, waar zij in verband met dit plan de
schouwburgzaal in de A.V.R.O.-studio en het
Grand Théatre Gooiland hebben bezich
tigd.
De „Java" 7 Mei terug.
Naar wij vernemen zal H. M. „Java" op den
voormiddag van 7 Mei a.s. in den Helder aan
komen, om zich gereed te maken voor de
vlootrevue te Spithead.
ONVERWACHT OVERSTEKEN KOST EEN
MENSCHENLEVEN.
Maandagavond is het vijfjarig meisje E.
Boeker uit de Infirmeriestraat te Rotterdam
op den hoek van die straat en den Oostzeedijk
toen zij onverwacht overstak, onder een auto
geraakt, die bestuurd werd door den vijftig
jarigen L. L. de H., deze trachtte nog door
sterk remmen een aanrijding te voorkomen,
maar dit bleek niet meer mogelijk. Het kind
werd tegen de straat gesmakt en liep een ern
stige schedelbreuk en een groote hoofdwonde
op.
In zeer zorgwekkenden toestand is het
meisje naar het ziekenhuis aan den Coolsingel
vervoerd, waar zij Dinsdagochtend is over
leden.
DOOD IN EEN SCHACHT GEVONDEN
BRUNSSUM, 4 Mei. De 40-jarige mijnwer
ker, P. Beumers, is Dinsdagmiddag omstreeks
twee urn-, door arbeiders, die hem moesten
aflossen, dood gevonden in een mijnschacht.
De man is vermoedelijk achterover naar be
neden gevallen. Zijn hoofd was geheel ver
brijzeld.
Twee zusjes verdronken.
In een kuil achter de boerderij.
Een tragisch feit heeft zich voorgedaan te
Wintelre, waar twee kleine zusjes jammer
lijk zijn omgekomen, meldt de „N. Tilb. Crt."
Toen rond het middaguur, de landbouwer
Vennix op het gehucht Kleiert onder ge
noemde gemeente, thuis kwam van het werk
op het veld, miste hij zijn beide oudste doch
tertjes, die drie en vier jaar oud zijn.
Toen men het erf afzocht, deed men een
ontstellende ontdekking. De beide kleintjes
lagen in een waterkuil achter de boerderij,
Toen de beide meisjes onmiddellijk werden
opgehaald, gaf nog een harer slechts een
zwak levensteeken. Dr. Burgerink uit Olr-
schot en een verpleegster uit Wintelre deden
nog alle moeite, maar tenslotte moest helaas
de dood geconstateerd worden. De kinderen
zijn vermoedelijk spelenderwijs in den kuil
geraakt, terwijl de moeder, die ziek is, te
bed lag en de dienstmeid even in den stal
was.
Kanovaarder verdronken.
Roekeloosheid met den dood bekocht.
In het IJsselmeer is Dinsdagmiddag de 22-
jarige D. B. bij het kanovaren verdronken. B.
ging plotseling in de kano, die door een mo
torboot werd getrokken, staan, waardoor het
vaartuigje kantelde. De jongeman verdween
in de diepte en hoewel men onmiddellijk ging
dreggen, heeft men hem niet meer kunnen
redden.
Indische landsmiddelen herstellen
zich.
BATAVIA, 4 Mei. De landsmidde
len bedroegen over de maand Maart
1937 39 millioen gulden en over het
le kwartaal van dit jaar 103.600.000.
In de maand Maart van 1936 is ont
vangen 29.900.000 en over het eerste
kwartaal 87.700.000.
(Aneta)
MALVERSATIES DOOR GEWEZEN
BURGEMEESTER.
De rechtbank te Middelburg heeft Dinsdag
behandeld de zaak tegen den 35-jarigen H.
C. R., gewezen burgemeester van Borsselen
en gewezen ontvanger-griffier van den pol
der Borsselen. die in deze beide functies ver
schillende malversaties heeft gepleegd. Na
het getuigenverhoor, waarbij de verdachte
een bekentenis aflegde, eischte de officier
van justitie één jaar en drie maanden ge
vangenisstraf
I^\
fel
WfvlB
2 dagen
2'/»
4
Ardennen Dinant.
5
6
l
Parijs, Expositie
6
door Vier landen
2
Duitschland.
2 Va
Königswinter
Eifel, Königswinter
2
Düsseldorf
4
langs den Rijn
6
-
Harzgebergte
29.50
- 47.-
Irilichtinge' en Reisgids bi|
)AC. HEEMSKERK.
Houtplein 34 - HAARLEM - Tel. 16448
Li I l l rN._
fO\\a^. iOh
REIZEN ZONDER ZORGEN
(Adv. Ingez. Med.)
Het atelier van
een schilder.
Dinsdag en Woensdag van deze week is in
Den Haag in den Huize Kleykamp het atelier
van een schilder verkocht. Van een schilder,
die een halve eeuw gelden tot de populairste
van Holland behoorde, van Louis Apol, den
winterschilder, die in het vorige jaar, bijna
zeven en tachtig jaar oud, overleed. Uit den
publieken verkoop van zijn nalatenschap aan
eigen werk, schilderijen, schetsen en studies,
werk van bevriende collega's, atelier-meubi
lair en antieke voorwerpen etc. waar de
Haagsche schilders zoo verzot op waren ze te
verzamelen met die gebeurtenis is vermoe
delijk wel het slottafreel afgespeeld van wat
men het openbaar-maat-schappelijk leven der
Haagsche School zou kunnen noemen.
Er bestond dan ook in de Residentie groote
belangstelling voor. Nu is er wel niemand
meer over. wiens bestaan nog aan den bloei
tijd der Hagenaars herinnert en die de eer
had tot de producenten te behooren die een
nationale kunst tot een kostbaar export
artikel hadden opgevoerd. Het was niet meer
dan behoorlijk dat deze veiling geleid werd
door tweei mannen in wier bestaan de Haag
sche school een belangrijk deel van hun ac
tiviteit had opgenomen: ze stond onder lei
ding van Jack Niekerk, chef en rechterhand
van den ouden heer Tersteeg, van het ver
maarde huis Goupil op de Plaats, en van
diens zoon, den heer J. Tersteeg, die inmid
dels den kunsthandel voor de uitgeverij verla
ten heeft.
In beiden zuUen heel wat herinneringen
zijn omgegaan bij het ordenen en catalogi-
seeren van deze nalatenschap, veel zullen zij
reeds in vroeger jaren in handen gehad en
bewonderd hebben bij hun bezoeken aan des
meesters atelier. Nu komt dit alles, honder
den studies en schetsen, onder de menschen,
die meerendeels gansch andere menschen
zijn dan die van vijftig jaar geleden en die
vermoedelijk op dat werk met andere oogen
zullen neerzien.
Het was mij een ietwat trieste lust en ook
een geringe nieuwsgierigheid geworden dat
„atelier d'un peintre" nog eens bijeen te
zien. Niet omdat ik Louis Apol persoonlijk ge
kend heb ik sprak hem in mijn leven
slechts een enkele maal en dan nog zeer in 't
voorbijgaan maar omdat ik weet, dat met
dezen uitverkoop een bepaalde periode van
schilder-zijn en schildersliefhebberijen
vrijwel wordt afgesloten. Daarom ben ik na ai-
Den Haag gaan kijken, al wist ik dat de vei
ling zaal toch nog altijd weer iets anders is
dan het interieur, waarin die zaken gehan
gen en gestaan hebben. De interieurs der Ma-
rissen, van een Neuhuys, een Van der Weele,
ter Meulen, van der Maarel en zoo vele ande
ren ik heb ze gekend en ze hadden veel
met elkaar gemeen. Wat had de oude Apol nog
om zich heen gehouden, waartusschen leef
de de ruim tachtigjarige? Dat kan je soms
bezig houden, als je verleden tijden gaat be
peinzen. Wat dat er met al die nog resteeren-
de schilderijen en studies gaat gebeuren,
laat mij betrekkelijk koud. die vinden hun
weg wel. Apol is nog altijd een naam die wat
zegt aan het publiek. In ieders familie hangt
nog wel ergens een prent, naar zijn „Win
ter in het Haagsche Bosch" of een gebakken
tegel met een soortgelijk onderwerp.
Apol en Duchatel zijn bij de ietwat oudere
generatie nog lang niet vergeten. Maar waar
tusschen leefde de oude heer, behalve tusschen
het eigen werk? Had hij dezelfde liefhebbe
rijen als zijn tijdgenooten of was hij, die het
langst mocht blijven leven, met den tijd
meê geëvolueerd en losser van de oude ge
woonten geworden. In het portret van Apol,
dat wij bij dit stukje reproduceeren en dat
Van Wely van hem schilderde zit een moder
niteit die den nestor aangenaam moet ge
weest zijn. Nog eens: hoe was zijn huiselijke
sfeer?
En dan is, als ge bij een schilder van repu
tatie thuis en in zijn atelier komt altijd van
belang er op te letten, wat hij van andere
schilders aan zijn muren heeft opgehangen.
Natuurlijk, Apol bezat ook veel oud Delftsch
aardewerk, aardige en mooie oude meubelen,
een wapenrek met tientallen oude wapens
dat hadden ze allen, die Haagsche schilders.
Maar wat had hij van zijn bentgenooten en
wat voor boeken bezat hij?
Ik geloof dat de man die in de kracht van
zijn leven de hoogst denkbare onderscheidin
gen ontving: hij was ridder van den Eiken
kroon. en van de orde van Sint Michaël van
Beijeren, en officier van Oranje Nassau, die
met Mesdag en Duchatel geruimen tijd de po
pulairste schilder van Holland wasdat
die artist nooit boven enkele jeugdvereerin-
gen is uitgegroeid en van zijn waarlijk groote
tijdgenooten niet veel bemerkt heeft.
Een groote waardeering moet hij voor Klin
kenberg hebben gehad en voor Eerelman en
Hoynck van Papendrecht; van Rip en Van der
Laan, van Kanneman en Van der Windt, be
zit hij werken, doch van Jacob Maris had hij
alleen een klein onbelangrijk stukje. Beter oog
heeft hij blijkbaar gehad voor oudere voorgan
gers: qualitatief was een schilderij van Stroe
bei, een landschap van Van de Sande Bak
huizen Senior, een paar goede stukjes van
Hoppenbrouwers, een Schelfhout, het beste
dat Apol van andere kunstenaars bezat.
Sterk wordt zijn tijd en zijn milieu gety
peerd door wat men zijn bibliotheek zou kun
nen noemen. De gedichten van Beets en Ter
Haar, Goethe's Faust en Milton's Verloren Pa
radijs in de vertalingen van Ten Kate; zes
deelen Voorgeslacht van Hofdijk, romantische
werken van Schimmel en Bosboom-Tous-
saint, de veertien eerste deelen van Elzevier's
Maandschrift, dertien albums met etsen door
Unger en veel aardrijkskundige en geschied
kundige werken, een aardig boekenkastje
vol.
Het beste over kunst is De Bock's groote
werk over Jacob Maris, dat waarschijnlijk ook
het laatst verworvene beduidt (daar het in
1899 verscheen).
Wat komt uit al dit particulier bezit van
een in zijn tijd beroemd schilder voor gees
telijke figuur te voorschijn? Het is geen
burgerman die dit alles las maar wel een be
perkt en behoudend type. Er is niets frivools
in zijn voorkeur, maar ook niets, dat op iets
bijzonders in zijn geestelijke ontspanning ge
richt is of heenwijst naar onbegane paden.
Is het niet aardig in die dingen die zijn
bezit kenmerken, geheel zijn persoonlijkheid
als schilder weerspiegeld te zien? Een solide
beperktheid, een vrees voor extravaganties,
een voorkeur voor antiek en een bepaalde
genegenheid voor alles wat historie isge
vindt dat alles in Apol den mensch, die on
danks het veel ouder worden, toch een mensch
bleef van vóór 1880, van vóór het wakker wor
den onzer natie. Die stil bleef staan en verge
ten zal worden, ondangs den roem dien hem
geruimen tijd was toebedeeld..
Het „atelier van een schilder" kan soms tot
aardig inzicht aanleiding geven.
J. H. DE BOIS.
2>e waar&orp
wvi-ecAtAeid
$S&tdaarwmiop!
Op "AKKERTJES"
komt nevenstaand
merk vo«rd an alleen
aunt Ge -eker zijn
een "AKKERTJE"
te hebben gekregen.
Overtuig U. dat men
U geen waardelooze
prullen in de hand stopt. Met een „AK
KERTJE" waarop het merk AKKER in
ruit-vorm voorkomt, kunt Ge erop reke
nen dat Uw hoofdpijn, kiespijn, zenuw
pijn. influenza of griep dadelijk verdwijnt,
zonder dat Ge maag-krampen krijgt.
Dit AKKER-merk waarborgt echtheid.
Nederlandsch Product-Recept van ApothekerDumont
Koker net 12 stuks 52 ct. Zakdoosje, 3 stuks 20 ct.
(Adv. Ingez. Med.)
Nederlandsch-Belgisch geschil
voor het Permanente Hof.
Het verdrag van 1863.
Dinsdagmorgen te 11 uur heeft het Perma
nente Hof van Internationale Justitie te
's-Gravenhage een begin gemaakt met de
openbare behandeling van de procedure tus
schen België en Nederland betreffende de af
tapping van Maaswater, welke procedure bij
verzoekschrift van 1 Augustus 1936 door de Ne
derlandsche regeering bij het Permanente Hof
aanhangig is gemaakt.
De Nederlandsche regeering stelt zich n.l. op
het standpunt, dat de wijze waarop België
eenzijdig voorziet in de voeding van de in ver
band met den aanleg van het Albertkanaal
gegraven en nog te graven kanalen in Noord-
België met water uit de Maas in strijd is met
het op 12 Mei 1863 gesloten verdrag tusschen
Nederland en België. Daarbij werd België in
de gelegenheid gesteld, de tot dan toe bestaan
de Scheldetol af te koopen, waartegenover art.
1 van het verdrag bepaalde, dat de wateraf-
tapping uit de Maas voor alle beneden Maas
tricht gelegen kanalen en voor de bevloeiïng
van de Kempen slechts zou mogen geschieden
op Nederlandsch gebied, waartoe aan den voet
van het glacis der vestingwerken een speciale
voedingsgeul zou worden gegraven.
Door den aanleg van het Albertkanaal heeft
België echter de mogelijkheid geschapen, om
ook de Zuid-Willemsvaart en het Kempensche
kanaal te voeden met Maaswater, dat op Bel
gisch gebied nabij Luik aan de Maas wordt
onttrokken.
Voor Nederland treedt als pleiter op prof.
mr. B. M. Telders uit Leiden, voor België J. de
Ruelle uit Brussel, die wordt bijgestaan door
verschillende ambtenaren van het Belgische
ministerie van Openbare Werken.
Er bestaat voor deze eerste zitting zeer veel
belangstelling.
Het hof bestond uit dertien leden.
Alvorens prof. Telders het woord verkreeg
wenschte de Nederlandsche rechter in het Hof,
prof. van Eysinga. den vertegenwoordigers van
beide partijen een vraag te stellen.
De eerste vraag, gericht tot den Nederland
schen vertegenwoordiger, was of in 1863, toen
het verdrag tusschen Nederland en België ge
sloten werd, het kanaal tusschen Turnhout
en Wyneghem reeds bestond.
Den Belgischen vertegenwoordiger vroeg
prof. van Eysinga of België bij den aanleg van
het gedeelte van het Albertkanaal tusschen
Luik en Maastricht ook overleg had gepleegd
met de Fransche regeering. De Maas moet im
mers ook als Fransche rivier beschouwd wor
den.
Prof. Telders deelde mede, dat hij op de
vraag van rechter van Eysinga later zal ant
woorden
Pleidooi van grof. Telders.
Prof. mr. Telders constateert, onder verwij
zing naar de stukken, dat het meeningsver-
schil in hoofdzaak betrekking heeft op een
contrölekwestie. Hij wil trachten, de situatie
nogmaals zakelijk en zonder harstocht uiteen
te zetten.
Hij herinnert daarbij aan de voornaamste
bepaling van het verdrag van 1863. nl. dat al
het Maaswater, dat België noodig had voor de
kanalen ten Zuiden van Maastricht en voor de
bevloeiïng van de Kempen moest worden ver
kregen door de „Rigole d'alimentation" de voe
dingssleuf, nabij Maastricht, die dus geheel
onder Nederlandsche controle stond, zonder
mogelijkheid van Belgische beïnvloeding.
Tevens bevatte het verdrag de bepaling, dat
België op geen andere plaats kunstwerken
mocht aanleggen om water uit de Maas af te
tappen.
Met een beroep op de jurisprudentie van het
Hof betoogt pleiter dat het hof competent is
om van deze zaak kennis te nemen, die dan
ook terecht door de Nederlandsche regeering
aanhangig was gemaakt.
Prof. Telders gaat vervolgens de artikelen na
van het verdrag van 12 Mei 1863 en wijst op een
maquette de plaats aan, waar volgens art. 1
bij Maastricht de prise d'eau moest worden
aangelegd, die volgens de Nederlandsche in
terpretatie de eenige plaats mag zijn. waar
water uit de Maas kan worden afgetapt voor
de Belgische kanalen. Deze opvatting wordt
trouwens bevestigd door art. 4, dat bepaalt, dat
na voltooiing van het nieuwe voedingskanaal
van de bestaande prise d'eau bij Hocht geen
gebruik meer zou worden gemaakt. België
heeft deze verplichting op zich genomen.
Reeds de bouw alleen van een tweede prise
d'eau op Belgisch gebied is daarom al een
schending van het verdrag van 1863.
De Nederlandsche minister van buitenland
sche zaken, onder wien het verdrag in 1863 tot
stand kwam, jhr. van der Maesen de Sombreff,
heeft in het parlement verklaard, dat men van
de verkregen rechten geen misbruik zou ma
ken. Van Belgische zijde oppert men nu de
bewering, dat de Nederlandsche interpretatie
misbruik zou zijn. Spr. ontkent dat beslist.
Ook een verdrag, dat een der beide partijen
bepaalde rechten toekent, kan op het recipro-
citeitsbeginsel gebaseerd zijn. Art. 5 geeft Ne
derland het recht, bepaalde hoeveelheden wa
ter af te tappen voor de Nederlandsche kana
len, maar daartegenover staat, dat Nederland
aan België een bepaalde hoeveelheid water
moet afstaan, welke hoeveelheid door België
gecontroleerd kan worden.
Nederland maakt het België niet onmogelijk
een kanaal te voeden tusschen de Maas en de
Schelde, maar het eischt, dat dit geschiede
met het water uit de Maas. dat het verkrijgt
door de eenige overeengekomen prise d'eau bij
Maastricht, Nederland maakt er bezwaar tegen
dat België, buiten elke Nederlandsche con
trole om. het water van de Maas in de Schelde
gaat werpen, ten koste van de Nederlandsche
belangen en in strijd met het verdrag.