Het Roode Kenteeken Nabij het station 's Hertogenbosch derailleerde een goederen trein. Vijf wagens ontspoorden, waarbij aanzienlijke materieel© schade werd aangericht Een der gekraakte wagens Het hoofdnummer, oude vieren, van de jaarlijksche Varsity op Hemelvaartsdag, welke voor het eerst op de roeibaan van het Boschplan te Amsterdam plaats vond, werd gewonnen door Triton De winnaars werden enthousiast gehuldigd Ter gelegenheid van den aanstaanden Moederdag schonk de Ned. Banketbakkers Vereeniging honderd taarten aan het Gemeentelijk Tehuis voor Ouden van'Dagen te Amsterdam Ouwehand's dierenpark te Rhenen is uitgebreid met vijftig nieuwe apen. - De gasten i hun nieuwe omgeving Het Genootschap .Liefdadigheid naar Vermogen heeft te Amsterdam zijn jaarlijksche groote collecte gehouden. Ook de zilverentram ontbrak niet Te Breda werd Donderdag het groote jaarlijksche nationaal concours hippique gehouden, waarvan hierboven een snapshot Het Nat. Jongeren Verbond organi seerde weder on der groote belang stelling zijn jaar lijksche marschen. Het vertrek der adelborsten van het Kurhaus te Scheveninaen FEUILLETON OTTWELL BINNS. (Nadruk verboden) 32) „Dat heb ze zeker. Jullie kenne Kee Song niet en waarschijnlijk ben jullie heelemaal niet op de hoogte van Chineezc. Maar ik wel, ik ben niet voor niks fesoenlijk door een echte dominee aan een van hen getrouwd, en ik ken je vertellen, dat dat jochie aan Kee Song toevertrouwd was en dat goeie 'Chineezen mannelijke of vrouwelijke nooit hun be lofte niet nakomme. Hun woord is hun heilig en meer waard dan de eeden van de meeste blanke mannen. Ik weet dat, want ik ben onder blanken op de kust van Barbarije groot gebracht. Kee Song zou nog liever haar oogen verliezen en Moy Song de graven van zijn voorvaderen schenden dan dat jochie in Sheba Lane achter te laten. Dus hebben ze hem met zich mee genomen en geen idee hadden ze d'r van hoeveel dollars ze door dat kind overal heensleepten. Het zou trouwens niks geen ver schil gemaakt hebben, als ze dat geweten haddenZe zoue hun woord gehouwen hebben en de dollars hadden voor hun part naar de maan kunnen loopen. Daar! Zoo is een goeie Chinees nou eenmaal en ik ken het weten". Nog één ding wilden ze weten, maar Frisco Jane was hun voor. „Nou gaan jullie me na tuurlijk vragen of ik weet waar Kee Song en het jochie zijn. Daar waren die andere twee ook heet op gebrand en jullie zullen het wel niet minder graag weten. Maar ik ken het jullie niet zeggen, want ik weet het niet. Moy Song was een stiekemerd. De eene avond was zijn eethuis nog in vollen gang en den volgenden ochtend was hij weg, ergens heen gevaren. Maar ik ken je wel de naam van de schoener vertellen waar hij mee weg gegaan is en ook den naam van den schipper". „Kunt u dat werkelijk?" „Zeker. Ik heb het van een Kanaka half bloed gehoord, die 'm van de schoener ge smeerd had de ochtend dat ie wegvoer, omdat ie het in z'n hoofd gehaald had dat Jimmy Babbage melaatsch was geworden". „Was Babbage de schipper?" „Ja, Jimmy Babbage. Onbetrouwbaar indi vidu, as je mijn vraagt". „En u zei dat u den naam van den schoener ook wist „De „Sea Gipsey" en even aardig is ze als haar naam. Een oud plezierjacht, dat de een of andere stomme amateur ergens in de modder heb laten steken en bijna voor niks verkocht heeft. Een maand nadat Jimmy d'r gekocht had, had ie d'r weer vlot en „En sindsdien hebt u hem niet meer ge zien?" „Nee! En ik zal 'm wel nooit meer zien als er iets van dat verhaal over die melaatsch- heid waar is. Dan zou het in Australië niet prettig voor 'm uitizen. Ze zouen 'm gauw afzonderen en Jimmy is snugger genoeg om dat risico niet te loopen". Terry dacht na en vroeg toen: „Hebt u die twee mannen verteld wat u nu aan ons ge zegd hebt?" „Ja!" Toen kwam er een bezorgde uitdruk king op het gezicht van de vrouw, ..Daar heb ik toch hoop ik niet verkeerd aan gedaan? Ik zou voor niets ter wereld een kind iets aan doen". „Nou begon Terry aarzelend. ..Ik had wel kenne raaien dat die twee niet veel goeds in den zin hadden", viel de vrouw hem met eenig zelfverwijt in de rede „Jullie tweeën zijn van ander hout gesnejen, dat ken ik wel zien Maar het z-al die twee toch niet zoo gauw gelukken om Jimmy Babbage te vinden en misschien zijn jullie hun wel voor". „Dat hoop ik", zei Terry. „En we zijn u ont zettend dankbaar, Mrs. Fu dat u naar ons hebt willen luisteren en ons al die inlichtingen hebt gegeven. En Ik spreek hier niet alleen voor mezelf, maar ook voor de voogd van het kind „Toch niet voor zijn vader?" „Nee, voor de zuster van den vader". „Hopelijk een beter soort dan hij is. Hij is door en door verdorven". „Zij is even goed als hij slecht is", zei Terry vlug, ..U zoudt haar vast aardig vinden, Mrs. Fu". „Dan is Sheba Lane geen plaats voor haar. Dat ken ik u wel vertellen. Maar doe haar mijn groeten en zeg dat ik hoop dat ze het jochie gauw vindt en dat ik haar als ik kon, zou helpen". „U hebt ons al een heeleboel geholpen, Mrs. Fu en als ik u iets mag geven irAlstublief niet! D'r zijn menschen, die denken dat ik een stuk vuil ben, omdat ik met een Chinees gterouwd ben, maar ik heb me eige gevoelens en me eige standaard van fesoen en al is het misschien geel, dan is het nog ja wat beter dan dat van menigeen, die zichzelf blank noemt. Dus als u het niet erg vindt „Mrs. Fu, wilt u mij een hand geven?" „Dat graag mijn jongen, daar ben ik wat trotsch op". Mrs. Fu drukte krachtig Terry's uitgestoken hand. „En ik hoop, dat je geluk zal hebben en dat die jongedame het jochie gauw zal vinden. Maar als je die broer van haar soms tegen het lijf mocht loopen verkoop hem dan maar een flike trapDat is een deugniet.. Nu moet ik weer weg. Een eethuis Iaat je geen rust als de visschers binnen zijn Tot ziens, blanke jongens". Ze haastte zich weg en de twee vrienden gingen naar buiten in de sombere duisternis van Sheba Lane Daar sprak Seabright de ge dachten uit die hem drukten. „Ergens in. de Eilanden! De Carolinen? De Bismarck, de Salomon, de Gilbert eilanden? De Marquesas? Kies maar alt!" „De keus is groot", gaf Terry grimmig toe „Maar in dat opzicht zijn we er niet slechter aan toe dan dat stelletje van de .Dusty Mil ler". Het is natuurlijk, mogelijk, dat ze Bab bage kennen en weten waar hij gewoonlijk rondzwerft, maar zij zijn niet de eenigen, die dat weten. De kerel is blijkbaar nogal bekend in Broome. Iemand zal toch wel weten waar hij op 't oogenblik is „Die moeten we dus zien te vinden". „Dat behoeven we niet zelf te doen. Wan neer wij een paar vreemdelingen de bars van Broome af gingen loopen om naar Bab bage te vragen, dan zouden we weinig of niets te weten komen. Maar Jimmy Borlase kan in lichtingen gaan vragen, zonder dat het de aandacht trekt en ik ga hem onmiddellijk op zoeken en hem aan het werk zetten. Hij zal zeker niet aarzelen om ons te helpen en voor morgenmiddag hebben we alles van Babbage gehoord wat we in Broome van hem te weten kunnen komen". „Je bent nogal vol vertrouwen, Terry". „Daar heb ik ook reden toe. Broome is de haven van Londen niet, of Sydney of Singa pore. Het is maar een kleine haven. Het doen en laten van een man, zelfs al bezoekt hij Broome nog zoo weinig, zal wel door den een of ander opgemerkt worden. Als Frisco Jane Babbage kent, zullen anderen het ook wel doen. Wacht maar eens af." „Ik hoop, dat je gelijk hebt. Maar hoe ter wereld kon Amos Smith naar Sheba Lane komen zonder dat ik dat schip van hem ge zien heb?" .Doodeenvoudig. Hij is natuurlijk achter die vooruitstekende rots voor anker gaan liggen, heeft een boot uitgezet en zichzelf en den bochel aan land laten brengen en daarom is de „Dusty Miller" heelemaal niet in de haven geweest". ,Ja. Zoo zal het wel gegaan zijn. Weet jij, waar je Borlase kan vinden?" „In het Governor Broome Hotel Morgen kan hij hulp krijgen om zijn logger op te leggen en het hotel Is een ark van veiligheid voor een man. die een rortuin bij zich heeft, dat in een pillendoosje gestopt kan worden. Hij zei. dat hij wel een verklaring zou moeten geven voor het feit dat hij zonder die Japanners teruggekomen was en dat, wat hij ook deed, de oorzaak van de muiterij toch wel uit zou lek ken. Iemand moet de waarheid wel raden dus twijfel ik er niet aan of we zullen hem in het hotel vinden. Hij bleek gelijk te hebben. Ze vonden den eigenaar van de „Lapwing", die op zijn gemak zat te rooken en een gehavende krant te lezen en volkomen vrede met de wereld scheen te hebben. „En?" vroeg hij, toen ze bij hem kwamen. Terry vertelde hem alles en toen hij den naar van Babbage noemde, spuugde Borlase op den grond. „Dat is een lammeling. Dat weet iedereen. Een paar dagen gelden heb ik nog iets vreemds over hem gehoord, toen ik in de Ban- nangarra kreek lag. De een of andere kerel zat te zeuren over een glas whiskey en Jimmy Babbages' naam kwam er ook bij te pas. Wat was het ook weer Hij fronste zijn wenk- brouwen maar kon zich niet meer bedenken wat hij gehoord had. „Het zit hier", zei hij en tikte op zijn voorhoofd, „maar het wil er niet uit". Toen weerklonk er uit de bar het geluid van de menschen, die daar luidruchtig aan het pret maken waren en hij begon te lachen. „Wacht even! Een paar van dat stelletje waren ook in Bannangarra, teen Ik er was. Een van hen zal zich het verhaal wel herinne ren". Hij verdween en kwam binnen vijf minuten weer terug. Er lag een vreemde uitdrukking op zijn gezicht en zijn oogeri glommen van mwinding. 'Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 9