Het Roode Kenteeken H. K. H. Prinses Juliana en Z. K. H. Prins Bernhard (in uniform) hebben zich Zondagmorgen ie Hoek van Holland aan boord van Hr. Ms. .Gelderland* begeven voor hun reis naar Engeland ter bijwoning van de kroningsplechtigheid In tegenwoordig heid van vele autoriteiten is het Comenius- Mauso leum te Naarden ingewijd. Boven: de aankomst van het gezelschap. Onder: tijdens de rede van den Tsjechischen gezant De bagage van het Prinselijk echtpaar, dat Zondag ter bijwoning van de Kapitein Lehmann, de inmiddels aan zijn verwondingen bezweken luchtschip-commandant, kroningsplechtigheid naar Engeland vertrok, wordt aanboord van Hr. Ms. wordt kort na den val van de .Hindenburg" van het vliegveld Lakehurst weggeleid. (Een .Gelderland gebracht radiografisch overgebrachte toto) Spelmoment uit den om het landskampioenschap te Rotter dam gespeelden voetbalwedstrijd Feyenoord P.S.V. Door een éclatante 6 1 overwinning bleven de Rotterdammers in de „running" Ir. G K. Veldman, die benoemd is tot Rijkslandbouw-consulent voor Oost- Overijsel De start van de 200 meter borst-crawl tijdens de Zater dag te Rotterdam gehouden zwemwedstrijden, waarin de bekende Deensche zwemster Ragnhild Hveger (2e van rechts) de overwinning behaalde FEUILLETON OTTWELL BINNS. (Nadruk verboden) 34) „Een van de besten en je kunt een aardig meisje niet naar Broome brengen, als je haar tenminste gelukkig wilt maken. Daarom wil ik met wat ik in obligatie heb en de parel waar die Japanners me voor hadden willen dooden, een vruchtenkweekerij beginnen, als ik er een geschikte plaats voor kan vinden". Hij staarde naar buiten in de schaduw van de poincianas voor het hotel en voegde er toen bij: „Ik heb zoo'n idee, dat een man zijn geluk tot op zekere hoogte in de hand kan werken en dat wanneer hij die grens overschrijdt, het geluk hem den rug toekeert en hij dan verloren is. Mijn grens was bereikt, toen ik die parel onder den rand van die oester voelde en dien schurk van een Yosokama dood moest schieten om haar te kunnen behoudenDaarom schei ik er mee uit. Ik heb te dikwijls meegemaakt, dat fijne kerels door lieve knipoogjes inge palmd werd, of verdronken, of rustig om zeep gebracht en dan als „zoekgeraakt" opgegeven werden en wil nu verder geen risico meer loopen U moet niet denken dat ik bang geworden ben „Bang!" Terry herinnerde zich de ijzige kalmte,waarmee Borlase de duinen in de gaten gehouden had, waar de mannen, die hem wil den vermoorden, verscholen waren en hij lachte: „O hemel, nee!" Borlase deed een haal aan zijn pijp en zette zijn levensfilosofie uiteen. „Een man is gek als hij de kans niet aangrijpt, wanneer hem die geboden wordtEn dit is mijn kans en ik grijp haar met beide handen aanAls Ik hier bleef, zou ik waarschijnlijk verliezen, wat ik tot nu toe gewonnen heb. Misschien zou ik aan den drank gaan wie zal het zeggen? Ik heb anderen op die wijze te gronde zien gaan hoopen, En daarmee zou ik het leven van dat kind voorgoed be dervenEn dat zou het ergste zijn wat ik kon doenDaarom ga ik hier weg, voor dat ik me niet meer los kan maken en ga gelukkig worden en een rustig leven leiden". De andere twee waren het volkomen met hem eens en terwijl ze een oogenblik zwijgend bij elkaar zaten, bereikte van de stoffige straat achter de breede poincianas het getier van dronken stemmen, die een schunnig liedje aan het zingen waren, hun ooren. Ze luisterden alle drie en toen sprak Borlase op nieuw. „Ik hoop dat jullie me niet kwalijk neemt, dat ik nu wegga zei hij. „Nu het afgesproken is, dat ik met dat prachtige schip meezeil, moet ik nog het een en ander in orde brengen en ik ben je werkelijke ontzettend dank baar, Seabright". „O, houd op", zei Seabright. „Ik doe er Domville en mezelf een groot plezier mee, als je dat maai- weet." Hij keek toe, hoe de parel handelaar de veranda verliet en twee minu ten later zag hij hem onder de poinciana's de straat ingaan en toen zei hij„Een verstandig man, Terry, en, wat meer is, een goeie kerel". „Ja", zei Terry. „Ik ben blij, dat hij met ons meevaart. Al was het alleen maar omdat de eene dienst de andere waard is". Twee dagen later stoomden zij Broome uit en zetten koers naar de Timor Zee en wat daarachter lag, wat door Seabright 't peper bus-strooisel van den Stillen Oceaan genoemd werd. Voor Terry Domville had deze reis, in het gezelschap van het meisje, dat hij liefhad, langs feeërieke eilanden en door zeeën, die de prachtigste vergezichten boden een hemel- sche tijd kunnen zijn als Norma niet aldoor achtervolgd was geweest door de gedachte aan het kind waarnaar ze op zoek waren en waarvoor ze dezen langen tocht over den Stil len Oceaan maakten, die, zooals ze beiden wis ten, in het vroolijke Honolulu nog niet ten einde zou zijn. Zelfs geen uur liet die gedachte haar los. Of ze keken naar eilanden, die hun groene toppen in de blauwe lucht verhieven vanuit nog blauwere zeeën, of naar atollen die als groote slingers op de groene wateren lagen, altijd lag de schaduw van die gedachte in haar oogen. Als ze samen op het dek zaten onder de groote sterren van het zuiden, sprak de bezorgdheid uit haar woorden en ver somberde elk uur van zoet geluk. En eens, toen er aan het blauw van den verren horizon een vuile rookstreep verscheen, wist hij wat er in haar omging en inderdaad maakte ze daar ook geen geheim van". „Geloof je, dat we de Dusty Miller al gepas seerd kunnen zijn?" vroeg ze openhartig, ter wijl ze naar de vlek op de heldere lucht keek. ,Ik weet het niet, liefste", zei hij. „De zeeën hier zijn erg ruim. Maar Seabright neemt de meest directe route, die hij zonder gevaar kan maken", „En als we ze nu eens niet passeeren?" vroeg ze en haar bezorgdheid werd grooter. „Wanneer die mannen Babbage eerder te pakken krijgen?" „Kom", zei hij zoo luchtig mogelijk, „al kregen we hem het tweede te spreken, dan nog zouden we ze dicht op de hielen zitten. Je moet niet vergeten, dat we misschien wel voor de helft weer over den Stillen Oceaan terug moeten. En op een langen afstand zul len wij het tenslotte winnen". Toen nam haar vrees een anderen vorm aan. „Als die Babbage nu eens dood was?" „Dat is niet waarschijnlijk", verzekerde hij haar. „Aan melaatschheid sterven de men- schen niet plotseling. In Molokai zal Babbage uitstekend verzorgd worden. Misschien kun nen ze wel verhinderen, dat de ziekte zich verder uitbreidt". „Maar als hij nu eens weigert te spreken^" Terry lachte oprecht. „Dat zal hij niet. Hij behoort tot het soort, dat zich altijd om laat koopen". „Maar wat kan je een man aanbieden, die in Molokai opgesloten zit? Je zou net zoo goed kunnen probeeren een man om te koo pen, die levenslang in de gevangenis zit. Geld is niet veel beter dan steenen voor iemand die het toch niet gebruiken kan". Terry lachte weer. „Nu heb je het mis, Norma. Molakai is niet slechts een lazaret. Honderden van zijn bewoners leiden een bijna normaal bestaan. Ze hebben hun eigen bezit tingen. Ze doen zaken, hebben visschersboo- ten, nemen werk aan en zoo voort. En ze heb ben hun eigen genoegens een race baan, baseball terreinen, clubs, bandsHet eenige ellendige is hun ziekte en de afzondering, waarin ze leven. Maak je maar niet bezorgd over Babbage. Hij zal het geld best kunnen ge bruiken en hij zal ons wel inlichtingen willen verschaffen voor een zekeren prijs". Hij sprak met overtuiging, maar toen Norma naar beneden gegaan was, kwam haar vraag weer bij hem op toen hij er goed over na dacht werd zijn vertrouwen toch wel een beetje minder.Als Babbage, geërgerd door zijn opsluiting nu eens werkelijk recalcitrant bleek te zijn? Of als geld hem inderdaad niet zou verlokken, hoe zouden ze hem dan over kunnen halen te spreken? Norma had toch wel gelijk. Het was mogelijk, dat de gewone lokmiddeltjes op een man, die gedoemd was zijn leven lang in een melaatschen-kolonie door te brengen, geen uitwerking zouden heb ben. Wat zouden ze hem dan kunnen bieden voor de inlichtingen betreffende Kee en kleine kind? Hij kon niets bedenken en gaf het spoedig op erover te piekeren. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad. Dat stond vast en er was altijd nog wel tijd genoeg om andere mid delen te bedenken als een man van Jimmy Babbage's slag weigerde inlichtingen te geven, waar hij zelf niet het minste voordeel bjj had. Toen kwam een middag, waarop het lang verwachte land eindelijk in zicht kwam en ze Oahu zich uit de zee zagen verheffen, met de vulkanen blauw in het heldere licht, Terry Domville stond met Norma bij de railing en keek toe hoe de omtrekken steeds duidelijker werden en kort daarop voer de „Kestrel" Dia mond Head om en hadden zij het volle gezicht op Honolulu, met het witte strand van Waï- kiki, de hooge masten en rookende pijpen van de schepen in de haven en daarachter de hellingen van den Tantalus en den Punch bowl met de huizen in terrassen ertegen op gebouwd. Vliegende visschen schoten met sier lijke bewegingen door de lucht, in het heldere water schitterden de bonita's, witte zee vogels zweefden en glansden tegen het blauw van den hemel en de zee en daarachter waren de bergen tot aan de hooge toppen een massa golvend groen van vruchtbare valleien. „Wat prachtig", fluisterde het meisje. „Ja", antwoordde hij en zag de schaduw in haar oogen komen, toen ze naar de rookenden pijpen van de stoombooten in de haven dwaalden. Terry Domville, die wist wat ze zocht, keek eveneens en stelde zichzelf de vraag, die het meisje zich ook zeker afvroeg. „Was de Dusty Miller" er?" Op hun heelen langen tocht hadden ze geen spoor van het schip kunnen ontdekken. Het was mogelijk, dat ze haar onderweg gepasseerd waren en dat zij nog honderd mijlen ver haar weg door de blauwe zeeën vervolgde. Maar het kon ook best, dat de „Dusty Miller" alles op het spel gezet had en een route genomen had, die vele honderden mijlen korter was en zoodoende de voorsprong vanaf het begin, behouden had en nu tusschen de schepen voor hem ver ankerd lag. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 14