Indrukken uit de Internationale Rechtzaal.
DINSDAG II MEI 1937
HAARLE M'S DAGBLAD
3
Dezen zomer stopzetting der
werkverschaffing?
Mogelijkheid wordt onderzocht.
Op vragen van den heer Drees betreffende
het tijdelijk stop zetten van werkverschaffing
en steunverleening heeft minister Slingen-
berg geantwoord:
Waar dit jaar voor het eerst na een aantal
jaren van voortdurende stijging de werk
loosheid niet onbelangrijk daalt, is de mi
nister van meening, dat er dezen zomer in
een aantal gemeenten inderdaad aanleiding
zal kunnen zijn om de werkverschaffing en/of
steunverleening gedurende eenigen tijd te
beperken of stop te zetten.
Bij de zich in vele streken des lands ver-
toonende opleving in het bedrijfsleven en de
daarmede gepaard gaande uitbreiding der
normale werkgelegenheid, is het streven van
den minister er op gericht te bevorderen, dat
de arbeiders zooveel mogelijk werk in het
vrije bedrijf zullen vinden. In sommige geval
len vormt, vooral gedurende de zomermaan
den, werkverschaffing een beletsel, althans
een rem voor de arbeiders om vrij werk te
zoeken.
De minister heeft aan de rijksinspecteurs
opdracht gegeven om de hierboven vermelde
mogelijkheden zorgvuldig en met groote voor
zichtigheid na te gaan en telkens overleg te
plegen met de betrokken gemeentebesturen.
Bemanning van de „Janu" in ons
In Ceuta heeft men honger
geleden.
Geen zeer groote mededeelzaamheid.
Met het motormailschip „Baloeran" van den
Rotterdamschen Lloyd zijn Maandagmiddag
twaalf leden van de Nederlandsche bemanning
van het onder Panameesche vlag gebrachte
stoomschip „Janu", dat in begin Maart door de
partij van Franco is aangehouden en dat
sedertdien te Ceuta werd vastgehouden, uit
Spanje te Rotterdam aangekomen.
Wij hebben getracht met hen een onderhoud
over hun wedervaren te hebben, maar de mees
ten bleken niet geneigd, ook maar iets los te
laten, een houding, waaraan die van den ge
zagvoerder, kapitein Koning, en van den ver
tegenwoordiger van het Nederlandsch Be
vrachtingskantoor, agent van de reederij, ver
moedelijk niet geheel vreemd was. Merkwaar
dig was, dat bij geen der opvarenden een spoor
te bekennen viel van eenige verontwaardiging,
welke zou zijn voortgesproten uit het gevoel
van op onrechtvaardige wijze te zijn behan
deld. Zooals men weet, is het schip aangehou
den op grond van het vermoeden, dat het con
trabande vervoerde.
Toen wij kapitein Koning vroegen, een inter
view toe te staan, stuitten wij op een botte
weigering, waaraan gebrek aan tijd ten grond
slag heette te liggen.
Toen wij opmerkten, dat ons gesprek minder
tijd in beslag behoefde te nemen dan de oogen-
blikken, gedurende welke hij toch in de loods
op het inklaren van zijn bagage moest wach
ten, bleef hij bijn zijn weigering volharden.
Toen wij ten overvloede nog vroegen, of het
schip op het moment dat het werd aangehou
den leeg was, zei kapitein Koning: „Dat gaat
u niets aan".
De vertegenwoordiger van het Nederlandsch
Bevrachtingskantoor zeide, op zijn binnenzak
wijzende; „Hier zit alles in. Hier heb ik een
rapport, maar dat is voor de autoriteiten en
eventueel voor de heeren van de Scheepvaart
Inspectie".
Aangezien dus zij, die voor het geven van
inlichtingen toch in de eerste plaats in aan
merking kwamen, daartoe niet bereid bleken,
hebben wij ons tot enkele andere opvarenden
van de „Janu" gewend. Daarbij was er één, die
niet alleen zelf niets wilde vertellen, maar die
ook trachtte, zijn mededeelzamer kameraden
van het vertellen te weerhouden, indien het in
terview niet uitsluitend in die kranten kwam
te staan, van welke de politieke richting sterk
met de wettige Spaansche regeering sympathi
seert. Tenslotte kregen wij een enkele aan het
praten, al werd het dan ook geen geregeld
verhaal. Onze zegsman vertelde, dat men op
14 Maart met de „Janu" or """eis was van San
tander naar Marseille. In de nabijheid van Gi
braltar rinkelde eensklaps de telegraaf en de
machine werd gestopt. Het bleek, dat een ge
wapende treiler van de partij van Franco de
„Janu" had gepraaid en bevel tot stoppen had
gegeven. Op dat moment was de kapitein in
zijn hut en de tweede stuurman, die de wacht
had, had terstond gehoorzaamd. Toen de ka
pitein op de brug was gekomen, zeide hij, dat
er niets te stoppen viel en hij zette de telegraaf
weer op volle kracht vooruit. Maar toen begon
men op de treiler het kanon op de „Janu" te
richten, waarop de kapitein nog, vóór het schip
weer op volle vaart liep, haastig de telegraaf
weer op stoppen zette. De treiller beduidde de
„Janu" daarop haar naar Ceuta te volgen,
waar men spoedig arriveerde. De officieren
van de „Janu" zijn te Ceuta geregeld aan wal
gegaan, maar de bemanning kreeg daartoe
geen verlof.
Na een paar weken geraakte de voedselvoor
ziening uitgeput. Desniettegenstaande kreeg
de bemanning van den kapitein geen permis
sie om aan land te gaan. Tenslotte is de equi
page toch maar aan wal gegaan en toen hoor
de zij, dat daar van een order, welke het aan
de bemanning zou verbieden aan wal te gaan,
niets bekend was. Dit heeft nog tot heel wat
ruzie met den kapitein aanleiding gegeven, die
evenwel bleef volhouden, dat men hem had
gezegd, dat alleen de officieren n.t schip
mochten verlaten. Maar al is de bemanning
van de „Janu" sindsdien geregeld van boord
gegaan, veel verder is men er niet mee geko
men, want men kreeg per dag drie peseta's per
man, een bedrag, dat ten eenen male onvol
doende was om er de noodige voeding voor te
kunnen koopen. Men heeft dan ook de laatste
weken absoluut honger geleden. Ook heerschte
er een totaal gemis aan waschwater en werd
het als een ernstige grief gevoeld, dat men geen
brieven kon verzenden en geen corresponden
tie ontving.
Intusschen is gebleken, dat de familieleden
van de opvarenden iedere week door bemidde
ling van het Nederlandsche Bevrachtingskan
toor de gage uitbetaald hebben gekregen en dat
de equipage bovendien nog een extra premie
zal ontvangen. In den laatsten tijd van het
verblijf te Ceuta heeft men nog gezelschap ge
kregen van de „Sarkani", een schip, dat onder
dezelfde omstandigheden is opgebracht. Van
dat schip mochten de opvarenden iederen dag
één uur van boord. De equipage bevindt zich
nog steeds te Ceuta. De tweede stuurman van
de „Janu", heeft eerder verlof gekregen om
naar Nederland terug te keeren.
Toen de overige Nederlanders de thuisreis
konden aanvaarden met achterlating van hun
schip (hun eigen bagage mochten zij mee
nemen) zijn nog weer acht mannen aangehou
den en voor een nieuw onderzoek naar een ge
vangenis gebracht. Deze acht zijn inmiddels
ook weer in vrijheid gesteld en ook zij zijn j
thans op de thuisreis. (A.N.P.)
OUD
IN l\N C.I6M
OUD
Er is niemand, die het zou wagen te zeggen dat
Oud geen knappe kerel is. En dat is zijn kracht
zijn knapheid, zijn onaandoenlijkheid, zijn plichts
betrachting. Hij werkt als een paard, is slim als een
vos, heeft de huid van een olifant en de verbeten-
hied van een terrier en er is zelfs geen slak, die
zóó lang en zóó geduldig naar den leegen bodem
van de schatkist zou kunnen kijken als hij. Hij doet
dag en nacht zijn plicht en zit vol zorgen voor
anderen. En toch is hij bij lange na niet zoo popu
lair als Rietje Mastenbroek. Wanneer hij door het
Haagsche Bosch wandelt is er niemand die hem
toejuicht en geen enkel lief meisje vraagt om zijn
handteekening. Alleen de eenden in den vijver
kwaken als altijd. En wannéér hij een hand
teekening zet, doet hij dat ongevraagd. Maar d i e
is dan ook goud waard.
NederlandBelgië in de Maaswaterkwestie.
In den staart schuilt het venijn. Het zou
best kunnen wezen, dat de Belgische advo
caat en zijn raadslieden aan dit gezegde ge
dacht hebben, toen hun tegenpleiter prof.
Telders verleden week zijn uitvoerig pleidooi
beëindigde. Immers, juist in het slot had hij
nog eens een geduchte dosis aan scherpe en
scherpzinnige juridische argumenten bijeen
gebracht om eenerzijds duidelijk te maken,
dat België ons in geen enkel opzicht iets kan
verwijten van schending van het verdrag
van 1863, nu wij het Julianakanaal gemaakt
hebben, en om anderzijds aan te toonen, dat
daarentegen België met het Albertkanaal wel
degelijk handelt in strijd met het Maaswa-
teraftappingsverdrag van '63.
Prof. Telders legde vooral den nadruk op
he feit, dat. blijkens verklaringen van de
Belgische deskundigen en Belgische staats
lieden zelf. de bedoeling is, met behulp van
het Albertkanaal er voor te zorgen, dat Bel
gië. wat het gebruik van Maaswater ter be
vloeiing van de Kempen betreft, heelemaal
onafhankelijk zal worden van Nederland en
dat water daartoe zal kunnen aanwenden
buiten de uitsluitend hiervoor bestemde en
beschikbare voedingsgeul te Maastricht, en
om er verder voor te zorgen, dat België heer
en meester zal worden over het Maaswater
aldus, dat Nederland in tijden van droog
te met het oog op het Julianakanaal zal
afhangen van de goedertierendheid van zijn
hooger gelegen buur!
Toen de Nederlandsche pleiter een zee
van citaten uitstortte over de hoofden van
de rechters èn van zijn tegenpartij, wel te
verstaan van Belgische citaten, waaruit deze
booze Belgische bedoelingen bleken, zag ik
den heer Ruelle en de andere heeren Belgen
bepaald wat witjes om den neus worden.
Het slot van het Nederlandsche pleidooi
ademde intusschen een geest van welwillend
heid, doordat daarin nogmaals verzekerd
werd, dat als eenmaal het Hof de rechtspo
sitie zal hebben vastgesteld. Nederland bij
onderhandelingen die noodig zullen zijn om
een betere regeling dan die van 1863 in het
leven te roepen, redelijk genoeg zal wezen om
aan redelijke verlangens van België tege
moet te komen.
Toen dan eindelijk de Belgische pleiter
van wal kon steken, deed er zich een kleine
verrassing voor. Hij bleek er nl. de voorkeur
aan te geven zijn pleidooi nog eens wat te
gaan herzien, eer hij het zou uitspreken en
beriep er zich op, dat de tegenpartij heel
wat kwesties aan de orde had gesteld, die
een nadere overweging vereischten.
Ook had rechter van Eysinga vragen ge
steld. waarop de heer Ruelle nog geen uit
sluitsel kon geven, al had hij reeds Dinsdag
morgen kennis genomen van die vragen!
En dus vroeg hij wat uitstel, hetgeen hij op
een vrij stuntelige, laat ik liever zeggen, ver
legen manier deed. Blijkbaar geneerde hij
zich een beetje voor de door hem aange
voerde motieven. Om het Hof wat zachter te
stemmen, deed hij het denkbeeld van een
pleizierreisje aan de hand. Als de heeren nu
eens in dien tusschentijd waarin de heer
Ruelle zijn pleidooi nog wat zou opkalefate
ren naar Maastricht, de Kempen en Luik
gingen om ter plaatse de situatie te gaan
bekijken. Dan zou hij in zijn pleidooi kunnen
verwijzen naar wat de rechters hadden ge
zien en behoefde hij niet met de kaart en
de maquette te werken. Prof. Telders was
van oordeel, dat juist om het Hof een der
gelijke excursie te besparen de kaart, de
maquette en het model van de sluis bij Neer-
haeren waren aangebracht. Maar als de
heeren aan het denkbeeld van den heer
Ruelle gevolg zouden willen geven, had de
heer Telders er niets tegen.
Na deze surprise trok het Hof zich in raad
kamer terug. Later zou men wel de beslissing
omtrent de vraag tot verdaging alsook om
trent de suggestie i.z. het reisje naar het
Zuiden, vernemen. Nadat de rechters ruim
een uur in raadkamer bijeen waren geweest,
kregen de beide partijen niet-officieel de tij
ding dat de heer Ruelle tot Maandagmor
gen half elf uitstel kreeg. Hij kon dus een
werkzaam weekeinde in het Haagje door
brengen. Of de tocht, die hij had aanbevo
len, later nog ondernomen zal worden, kan
thans niet met stelligheid worden voorspeld.
Vermoedelijk alleen, indien men zulks om dei-
wille van de duidelijkheid nog noodig zal
vinden, wat voorshands niet zoo heel waar
schijnlijk is.
E. v. R.
,,De Nederlanden" van 1845.
Verzekerd kapitaal in 1936 sterk toegenomen.
Aan het verslag over het boekjaar 1936 ont-
leenen wij het volgende:
Het jaar 1936 mogen wij voor onze maat
schappij tot de gunstige jaren rekenen.
De toevoer van nieuwe zaken overtrof dien
van 1935. Het ontijdig verval wees een groote
vermindering aan. Dientengevolge vertoonde
het bij onze instelling in totaal verzekerde ka
pitaal een belangrijk grooteren vooruitgang
dan in het voorafgaande jaar.
Nieuwe verzekeringen kwamen tot stand tot
een bedrag van f34.058.400,(f33.801.400,
Door natuurlijke oorzaken (d.w.z. overlijden,
bereiken van den eindtermijn e.d.) verviel
f 5.272.500,— (f 6.287.500,—)
Door afkoop en staking der premiebetaling
moest worden afgeschreven f 10.523.900
(f 13.866.400,Door andere oorzaken vermin
derde het verzekerd bedrag met f3.767.100,
(f4.519.200,De vooruitgang in verzekerd
kapitaal bedroeg f 15.139.10,— (f9.128.300,—)
Het totaal verzekerd kapitaal op 31 Decem
ber beliep f316.313.300,—. (f301.174.200,—).
Naast dezen volledigen waarborg genieten
onze Verzekerden de garantie der Moeder-
Maatschappij „de Nederlanden" van 1845, met
een maatschappelijk kapitaal van f 9.000.000,
en zeer krachtige extra-reserves.
Wij berekenen de geheele Premie-Reserve, in
totaal meer dan f 87.000.000,groot, volgens
de zuivere netto methode.
Wij passen als grondslag voor de geheele
reserveberekening een rentevoet van ZV2 pet.
toe. Aangezien de gemiddelde rente, van onze
beleggingen gekweekt, 4.51 pet. bedraagt, is
een zeer ruime veiligheids-marge aanwezig.
De „Extra-Reserve" wordt, na doteering uit
de winst van het boekjaar met f 585.000,
f 2.835.000,—.
De „Polisbeleeningen" daalden van
f 5.851.341tot f 5.590.565,Deze leeningen
worden tot hoogstens de afkoopwaarde der po
lissen verstrekt. Risico is dientengevolge bij
deze beleggingen voor de maatschappij uitge
sloten.
Voorstel tot winstverdeeling.
De bedrijfswinst bedraagt f 1.467.410,79.
Wij stellen voor deze winst als volgt te ver-
deelen: te bestemmen voor dividend en tan
tièmes f358.876,91; te reserveeren voor divi
dend- en tantièmebelasting en voor vennoot
schapsbelasting in N.O.-Indië f39.939,39; te
voegen bij: a. de „Reserve voor Hypothecaire
Leeningen" f22.649,38; b. de „Reserve voor
eventueele afschrijving op de waarde der Vaste
Eigendommen" f460.945,11; c. de Extra-Reserve
f 585.000,—.
Het dividend is vastgesteld op f 100 per aan
deel.
In het verslag van de met „de Nederlan
den", van 1845 samenwerkende Maatschap
pijen: Fatum, Labor, De Binnenvaart, De
Haagsche van 1805, Nederlandsche Phoenix,
Nederlandsch-Indische, Tweede Nederlandsch-
Indische, Koloniale, Tweede Koloniale en De
Oosterling wordt gezegd:
Het jaar 1936 is in vele opzichten een
gunstig jaar voor onze onderneming geweest.
In de eerste plaats, omdat het boekjaar een
zeer bevredigende bedrijfswinst opleverde.
Voorts vertoonde het premie-inkomen bij
enkele onderdeelen, n.l. Brand, Transport en
Ongevallen, na vele jaren van teruggang, we
derom eenige stijging.
Wat de brandverzekering-afdeeling betreft,
ware het echter voorbarig zich over dit ver
schijnsel al te zeer te verheugen. De vooruit
gang is daar slechts van betrekkelijke waarde.
Door de hier te lande in September j.l. ge
nomen monetarie maatregelen steeg uit den
aard der zaak ook van onze.vrije buitenland-
sche beleggingen de guldenswaarde. Daar bo
vendien de meeste Nederlandsche fondsen op
30 December 1936 een belangrijke koersstijging-
vertoonden, werd een aanzienlijke boekwinst'
op het Effectenbezit verkregen. De in den loop
der laatste jaren afgeschreven sommen vloei
den aldus voor een belangrijk deel terug naar
onze „Reserve Geldbelegging". Deze steeg
dientengevolge tot f8.015.163,—.
Wij geven in overweging de winst als volgt
te verdeelen:
a. Dividend f 720.000,b. Toe te voegen aan
de „Reserve voor verhooging van het op de
aandeelen gestort bedrag" f405.000,c. Toe
te voegen aan het Reservefonds f434.526,37.
ERNSTIGE AANRIJDING TE ALPIIEN
AAN DEN RIJN.
Op den hoek van de Emmalaan en de Van
Velzenstraat te Alphen a. d. Rijn, is Maan
dagavond de 33-jarige motorrijder A. V. uit
Bilthoven tegen een vrachtauto gereden. De
man sloeg met het hoofd tegen een zijruit
van de auto en smakte vervolgens tegen de
straat, waar hij bewusteloos bleef liggen. In
hoogst zorgwekkenden toestand werd V. een
nabij zijnde garage binnengedragen. Men
vreest voor zijn leven.
TWAALF JAAR GEëlSCHT.
Tegen den 39-jarigen loswerkman H. T. te
Rotterdam, die wegens zware mishandeling den
dood tengevolge hebbende door de Rotterdam-
sche rechtbank tot tien jaar gevangenisstraf
was veroordeeld, is thans in hooger beroep 12
jaar geëischt.
Verdachte, die vroeger bekend heeft de be
woonster van een perceel in de Oranjeboom
straat, mej. Kok, te hebben gedood, ontkende
thans de daad te hebben gepleegd.
DIT JAAR GEEN EXAMENS LEIDER
LICHAAMSOEFENING EN SPORTLEIDER.
Bij K. B. is bepaald, dat in 1937 geen uit
voering zal worden gegeven aan het voor
schrift, dat jaarlijks examens worden afge
nomen ter verkrijging van de getuigschriften
als leider in lichaamsoefening en als sport
leider.
MOTORONGELUK.
Maandagmiddag reed te Hoofddorp een
motorrijder tegen een trottoirband, met het
gevolg, dat hij viel en zoodanig werd gewond
dat geneeskundige hulp moest worden in
geroepen.
ARBEIDER ONDER KIEPKARREN IN DE
MAAS TERECHTGEKOMEN.
Ernstig ongeluk bij de Maaswerken
onder Ravenstein.
Maandag is bij de Maaswerken onder de ge
meente Ravenstein een ernstig ongeluk ge
beurd. dat den 44-jarigen arbeider Snoeks het
leven heeft gekost.
Snoeks, wonende te Berchem, bij Oss. was
bij de Maaswerken werkzaam en belast met
het vervoeren van het opgegraven zand in de
kiepkarren. Plotseling zakten de rails weg.
waardoor de karren omsloegen en met den ar
beider Snoeks in de Maas terecht kwamen.
De arbeider Bol uit Oss, die het ongeluk zag I
gebeuren, sprong direct den drenkeling na
doch het mocht hem niet gelukken, het slacht- I
offer te redden. Twintig minuten later werd
het lijk opgehaald.
D. H. ROODHUYZEN Co. rv.
MAKELAARS
SUIKER - RUBBER - KOFFIE - CACAO
per contract Amsterdamsche Liquidatiekas N;V.
DAM 2a TtUloon No. 30012-31012 AMSTERDAM-C.
Bouri Ni! 2. T.UL 30012 - Telagramad-ai; CARLOS-AMSTERDAM
jA
(Adv. Ingez. Medj
Zware straf tegen automobilist
geëischt.
Bij een aanrijding een man gedood.
Maandag stond voor de Bredasche recht
bank terecht de 42-jarige handelsreiziger W.
F. H. te Breda, die op 5 November 1.1. op den
Oosterhoutschen weg onder Teteringen met
zijn auto een vrachtauto, waarbij zekere V.
bezig was eenige kisten in te laden, aanreed.
V. werd tusschen de beide wagens verplet
terd, zoodat de dood onmiddellijk intrad.
Als verzwarende omstandigheid werd aan
gevoerd, dat verdachte verkeerde onder in
vloed van sterken drank, terwijl het nog geen
twee jaar geleden is, dat verdachte door den
Bredaschen kantonrèchter werd veroordeeld
tot een zware geldboete, wegens het besturen
van een auto in staat van dronkenschap.
Thans eischte de officier van justitie een ge
vangenisstraf van 7 maanden.
KAMPEERCENTRUM „T LANGEVELD".
Fraaie ligging en moderne
outillage.
Het kampeercentrum ,,'t Langeveld" bij den
Ruigenhoek is gelegen in een voor kampeer
der vrijwel idelale omgeving. Het is, van de
verschillende groote steden in het Westen
van ons land uit, gemakkelijk per fiets te
bereiken. Doch vooral door de ligging in de
binnenduinen, die ten deele reeds met dennen
beplant zijn, en dicht bij de zee, is dit 200 H.A,
groote terrein wel bizonder aantrekkelijk.
Bovendien heeft men verschillende drink-
waterpompen, rijwielstallingen, een parkeer
terrein en een ruime cantine op het terrein
geplaatst, welke den kampeerders veel gemak
waarborgen.
N.V. NEDERLANDSCHE BANKINSTELLING.
In het verslag van de N.V. Nederlandsche
Bankinstelling voor waarden belast met
vruchtgebruik en periodieke uitkeeringen
wordt ons gezegd:
De onkosten in Nederland bleven beneden
het bedrag' van verleden jaar. In Duitschland
echter waren de onkosten in verband met de
belangrijke toeneming van de werkzaamheden
aldaar en de depreciatie van den gulden ruim
f 6000 hooger.
Wij achten het gewenscht, de bruto-winst
geheel voor afschrijving en reserveering aan te
wenden.
Hiervan willen wij f 1000, bestemmen voor
verdere afschrijving op ons kantoorgebouw,
waarna dit thans voor f 39.000. te boek staat.
Verder hebben wij naast verbouwingskosten
ad f 48,723,96 en het verlies bij verkoop van in
gekochte onderpanden ad f 9346,31, f 367,650,20
op „Ingekochte Onderpanden" en f 16.100.—
op „Geldleeningen" afgeschreven, en de ver
leden jaar gevormde „Reserve voor bijzon
dere doeleinden" met f 50.000,gedoteerd.
Na deze afschrijvingen en reserveering
blijft, met inbegrip van het onverdeelde winst
saldo van 1935 ad f 795,56, als batig saldo, te
verdeelen overeen komstig art. 49, lid 1 der
statuten f 12,715.62 over. Dit bedrag is toerei
kend om daaruit aan die aandeelhouders, die
hunne aandeelen onverplicht hebben volge
stort een rente van 4 pet. uit te keeren en de
daarover verschuldigde dividendbelasting te
betalen.
Onze gezamenlijke reservefondsen, afzon
derlijk belegd en per ultimo 1935 op onze
balans voorkomende met f 1.007.496,18, ver
meerderden in den loop van het boekjaar
door gekweekte rente enz. met f 27.864.41 en
door koersstijging der effecten enz. met
f 23,479.
Zij komen thans met totaal f 1,0.58,839,58 op
onze balans voor.
PERSONALIA.
De volgende afgestudeerden van de M.T.S. te
Haarlem, zijn geplaatst in de volgende be
trekkingen
Van de afdeeling Bouwkunde:
N. Schuit, opzichter-teekenaar bij Arch. J.
C. Slagter, te Haarlem. J. W- Smits, opzichter-
teekenaar bij de N.V, Maastunnel te Rotter
dam.
Van de afd. Weg- en Waterbouwkunde:
H. Borgerding, opzichter bij Publieke Wer
ken te Amsterdam; H. v. Drongelen, opzichter
bij de Graftermeer, De Rijp. J. Jansen, tijde
lijk opzichter bij den Rijks Waterstaat te
Texel. C. J. Hoed. waterbouwk. teekenaar bij
het Bureau Wieringermeer te Alkmaar. H. J.
de Kroon, hulpopzichter bij den Prov. Water
staat van Noord-Holland te Haarlem. C. Ko
ning, uitvoerder bij de Hollandsche Beton Mij.
in N.O.I.. H. W. de Ridder, opzichter Hoog
heemraadschap te Krimpenerwaard; J. Riet
dijk, opzichter Publieke Werken te Amster
dam. J. J. A. Sandee. assistent bij het Labora
torium van Grondmechanica, Delft. R. v. Wet
ter, opzichter bij den Rijks Waterstaat te
IJmuiden.
Van de afdeelning Werktuigbouwkunde:
C. H. Drees, assistent bij Philips, Eindho
ven; A. J. van den Heuvel, toezicht houden
bij Rijks Waterstaat( afd. Bruggen te Delft;
H. Laban. assistent bij Philips te Eindho
ven; R. O. v. Manen, assistent bij Schatpatent
te Utrecht; H. A. F. J. Meijers, assistent bij
C. P. I. M. te Curacao. W. G. Schermerhorn,
teekenaar bij de Haarl. Machinefabriek te
Haarlem. F A. W Tasseron, assistent bij Vul-
canus te Vaassen. J. Veth. teekenaar bij
StorkHijs te Haarlem. D. Zwitser, assistent
bij Ir. van Tongeren te Heemstede. W. M.
Schaaper, adjunct-commies bij het Centraal
Bureau voor de Statistiek. Den Haag.
Van de afdeeling Electro-techniek: D. Bin-
nenwijzend, assistent bij Heemaf te Hengelo.
J. Helder, Assistent bij Ned. Siemens My.
Den Haag; M. H. Kooman, assistent bij Phi
lips te Eindhoven; P. C. de Rooy, Ir. bij de P.
T. T. te Utrecht.; J. Sival. teekenaar bij Ir.
Ouwehand te Haarlem.
Van de afd. ScheepsbouwkundeH. J. W. v.
Duyn, scheepsbouwk. teekenaar bij K. P M. te
Amsterdam; H. Evers, teekenaar bij J. Smit,
Kinderdijk; L. W. Keukelaar, bedrijfsleider bij
Verschure Co., Amsterdam.