Dommelsch La vita nuova. 't Goedkoopste bier Kwaliteit bier is Agente: FIRMA GEBRS. LOOTS HAARLEM Het Roode Kenteeken HEEREN COSTUMES GR.HOUT5TR.HOEK GR.MARKTHAARIEM lib CEKICWTIM DONDERDAG 13 MEI 1937 HSÏSEEM'S DAGBEAD 5 Cantica da Wolf-Ferrari. bior Dortmunder 0.18 0. Licht en Donker Lager 0.16 0.10 OVERAL VERKRIJGBAAR. Telefoon 10721 Woensdag 19 Mei a.s. zal de R.K. Oratorium- vereeniging in het Gemeentelijk Concertge bouw o.l.v. den heer Ed. v. Beinum en met medewerking van Jo Vincent, Louis van Tul der, Luc Louman en het Utrechtsoh Stedelijk Orkest een uitvoering gegeven van ,(,La Vita Nuova" van E. Wolf Ferrari en „L' Enfant Prodigue" van Cl. Debussy. Het eerste werk. een cantica van groote schoonheid is nog zoo weinig in Haarlem uitgevoerd, dat eenige na dere bijzonderheden daaromtrent wel gemeld mogen worden. Aan het begin van het werkje, waaraan Wolf-Ferrari titel en tekst ontleend, schrijft Dante: „In dit deel van het boek mijner her innering, voor hetwelk slechts weinig te lezen is, bevindt zich een opschrift, dat luidt: in- cipit vita nuova (hier begint het nieuwe leven)". Dit nieuwe leven begon voor den dichter der Divina Co-media, toen hij 9 jaar oud zijnde, de achtjarige Beatrice voor de eerste maal zag. Haar beeltenis plaatste zich onuitwisch- baar in zijn ziel. Echter eerst na negen jaren ziet hij haar weder en nu wekt haar aanblik in hem machtige gewaarwordingen, die hem tot zijn eerste sonnet inspireeren. De volgende zeven jaren, tot aan Beatrice's dood, wijdt Dante aan de cultiveering van zijn reine liefde. Alles wat haar betreft, tot zelfs de kleinste gebeurtenis, geeft hem aanleiding tot een dichterlijke ontboezeming. Al het ove rige verzinkt voor zijn geestelijk oog, voor hem bestaat nog slechts zij alleen en wanneer hij maar aan de mogelijkheid denkt haar een maal te moeten verliezen, is het hem, als ver ging de geheele wereld. Wanneer bij Dante het voorgevoel van Beatrice's naderend einde opkomt, heft hij Jeremias' klaaglied aan: Quomodo sedet sola civitas„Hoe eenzaam ligt de Stad Hiermede breekt het „Nieuwe Leven" af. Dit onderwerp, dat zijn ontstaan aan een zoo reine, edelmoedige toegenegenheid dankt, en zoo uitermate vol stemming is, heeft den bij uitstek lyrischen componist Ermanno Wolf-Ferrari geïnspireerd tot het compo- neeren van een „Cantica", die haar weerga In de hedendaagsöhe muziekliteratuur niet Vindt. Het is blijkbaar juist die stemming waar door de componist zich tot het werk voelde aangietrokken. Wolf-Ferrari's muziek duidt geenszins op het zoeken van dramatische ef fecten. Ze is wat karakter aangaat voort durend een stemmingschildering. En ook de vorm wijst op iets anders. Hoewel de sopraansolo met de persoonlijk heid van Beatrice, de baritonsolo met die van Dante volkomen vereenzelvigd is, lag het toch niet in de bedoeling van den componist om de hoofdpersonen aan een handeling, zoo als in een Oratorium, te doen deelnemen. Zoowel het uitdrukkingsmiddel als de vorm ontloopen het het traditioneele. De muziek is geheel vrij geschreven. Wolf-Ferrari heeft, wat de tekst betreft, slechts een greep gedaan uit het dertigtal Sonetten, Canzones en Balladen, die La Vita Nuova telt, en uit de Kapittels, die deze ge dichten verbinden, fragmenten gekozen. Al is het niet de bedoeling van den componist om het proza der Kapittels te laten declameeren, toch dient men het, om de gedachtengang van den dichter en den componist goed te kunnen begrijpen en volgen, aandachtig te lezen. Korte analyse. De Cantica „La Vita Nuova" telt twee deelen venbonden door een Intermezzo en voorafge gaan door een Proloog. In de proloog wordt het ontstaan van het werk verklaard. Beatrice laat haar stem hooren, Dante ziet in geestesverrukking tot haar op. De tekstwoorden zijn hier niet uit het werk zelf, doch uit andere gedichten van Dante. Wel die, welke het gemengde koor voortdurend zingt. „Tutti li miei pensier par- lan d'amore", alsmede die van het knapen koor „A ciacuno alma", waarmede de beide koren den zang van Beatrice en Dante om- ranken en den tekstinhoud als het ware on- derstreepen. Het eerste deel is aan de Liefde zelf gewijd. Hierin weerspiegelen zich al de teedere aan doeningen uit Dante's verheerlijking van Beatrice af.Het vangt aan met 'n Ballata, waar in de koren den solozang afwisselen en om ringen. Het is een uiterst fijne, melodieuse zang, omgeven door fraaie coloraturen in het orkest (b.v. bij: „Perche lo tempo vienne") Opvallend mooi zijn de klankkleuren in het orkest door het gebruik van houten blaasin strumenten (o.a. bij den aanhef) en het ver mengen van de verschillende timbres der kna pen-, vrouwen- en mannenstemmen bij „Vostra cera giojosa. Op de Ballata volgt een Engelendans, zeer be koorlijke muziek( verklankt door strijkin strumenten, waarbij zich harpen, klavier en pauken voegen. FEUILLETON OTTWELL BINNS. (Nadruk verboden) 37) Niemand nam ook maar de ministe notitie van hem en een siga ret aanstekend, ging hij in de schaduw van een vorstelijke poinciana staan, die rijk be laden was met bloedroode bloesems en keek de veranda af of hij iets van Miss Wakinshaw kon ontdekken. Hij wachtte een tijdje zonder haar echter te zien en kwam tot de conclu sie dat ze besloten had binnen te blijven. Hij klom de trap op die naar de groote hall leidde, welke met tapa-kleeden behangen was en ge meubileerd met divans en stoelen, bekleed met uit gras geweven stoffen Hij vond het bureau en de bureaulisten die hij met eenige bedeesdheid naderde, want hij wist niet of Miss Janey Wakinshaw den naam gebrukite, zooals hij haar kende, of dat ze, zoolang ze in Honolulu was, een andere aangenomen had. De bureauliste, een zakelijk Amerikaansch meisje, nam hem onderzoekend op en hij deed zijn vraag. „Miss Wakinshaw lgeert hier, nietwaar?" „Ja", antwoordde het meisje kortaf. „Vijf minuten geleden binnengekomen. Is sindsdien niet meer uitgegaan". en „Ik ben een oud vriend van haar", loog Terry „en als het kan zou ik graag naar haar toegaan, zonder aangediend te worden". Hij glimlachte innemend. „Het is een prettige ver rassing, weet u?" Het meisje keek bedenkelijk. Terry zag, dat zijn kansen om Miss Wakinshaw die prettige verrassing te kunnen bereiden in de weeg schaal hingen en handelde onmiddellijk. „Als ik er eerder aan gedacht had, zou ik Wat chocolaadjes voor haar meegebracht heb In een Arioso schetst Dante aan de vrouwen „die de liefde kunnen begrijpen", Beatrice. Zijn zang wordt ondersteund door 'n rustigen gang van akkoorden, waarboven drie fluiten fijne versieringen spelen. Dan volgt een Sonnet, waarin Dante ver telt, dat de aanwezigheid van Beatrice allen loutert en hij de vrouwen verzoekt haar eer te bewijzen. Dit Sonnet is in vrij-rythme met pianobegeleiding geschreven en doet denken aan oude, kerkelijke gezangen. Hierna weer klinkt als van verre een deel van den Enge lendans, dat voert naar het hoogtepunt van het eerste deel: een Canzone, waarin de dich ter in extase over den hemel spreekt. Eerst enkele stemmen in lichte deining, een kort gemarkeerd basfiguur. de stemmen zwel len aan en dan plots de herhaalde uitroep: „Sire"! Daarna vangen de vrouwen het „Nel mondo" aan. De Engelen bidden God, het wondervolle wezen op aarde, wat nog aan den Hemel ontbreekt, tot zich te roepen. Gods antwoord weerklinkt in breede, mach tige akkoorden: „Diletti mei!" Met een zacht „Io vidi" op de melodie van het liefdessym bool sterven de klanken weg. Een Intermezzo leidt ons. vanwege den na derenden dood, met droeve klanken (Engel- sché hoorn) naar een Sonnet. Hierin vraagt Dante de vrouwen, die met Beatrice den dood van haar vader hebben beweend naar zijn geliefde (voortdurend arpeggio-akkoor den, eerst door het klavier alleen) De vrouwen antwoorden, mede in een Son net, dat tot het innigste en dieptreffendste van het geheele.werk behoort. Na een korte viool-solo vragen zij den dichter of hij het is, die zoo dikwijls hunne meesteres heeft be zongen. Aanvankelijk herkennen zij Dante niet, zoo smartvol is de uitdrukking van zijn gelaat. Dan stellen zij de droeve vraag: ,.E perche e piange tu", waarom weent gij? Een tusschenspel met vioolsolo, waarin we dezelfde droeve melodie, doch gevarieerd terugvinden, vangt aan, en waartoe de componist ge ïnspireerd werd door Dante's woorden: E sic- come talor", zooals wij de regendroppen Nadat het vrouwenkoor de laatste tekst woorden heeft uitgesproken sluit de hobo met het liefdessymbool, maar thans in mineur, dit sonnet af. In het tweede deel overheerscht tenslotte de gedachte aan de oneindigheid der liefde over de tijdelijke grenzen van den dood heen. In een Sonnet bezingt Dante nogmaals den lof van Beatrice. Vervolgens wordt haar dood door het orkest voorgesteld. Die ver- OP UW MAAT GESNEDEN Exclusief - niet duur (Adv. Ingez. Med.) ben. Maar ik heb het vergeten hij lachte vriendelijk en liet een biljet van vijf dollar op het bureau vallen. „Misschien wilt u ze voor uzelf koopen". Het meisje glimlachte begrijpend, nam het biljet op, keek het vreemdelingenboek na en zei energiek: „Appartement 4 A, derde ver dieping". „Hm!" zei Terry. „Maar hoe kan ik dat vin den?" „Dat kunt u niet", lachte het meisje. „We zullen u er heen laten brengen". Ze drukte op een knopje en een Japansche jongen ver scheen. ,3reng dezen heer naar apartement 4 A, derde verdieping". „Deze kant op, mijnheer", zei het jongetje en ging hem voor naar de lift. „Wie kan ik zeggen dat er is, mijnheer?" „Een oud vriend", antwoordde Terry, den leugen herhalend, dien hij aan de bureauliste in den hall verteld had. En zoo diende de jon gen hem, nadat hij aangeklopt had, aan. Terry glimlachte een beetje grimmig en toen de jongen opzij ging, liep hij vlug naar binnen en sloot de deur zorgvuldig achter zich dicht. Toen draaide hij zich om en zei: „Goedenavond, Janey". HOOFDSTUK XII. Een waarschuwende kreet. Een paar seconden was Miss Wakinshaw's poppengezicht het toonbeeld van tegenstrij dige gevoelens. Verbazing en woede streden om de overhand, de blauwe oogen waren wijd open van verwondering en het roozenroode mondje was van kwaadaardigheid vertrokken. Toen gaf ze hem zoo onhebbelijk als het maar kon antwoord. „Vervloekt! Ben jij het?" „Zooals je ziet", antwoordde hij glimlachend en keek goedkeurend rond. „Je neemt het er goed van. Janey". „Zeg eens", riep Miss Wakinshaw. „Ma tig je een beetje met je Janey's", klanking is geenszins dramatisch of theatraal. Het is geen voorstelling van den dood als af schrikwekkend wezen, eerder een van het glo rievol opstijgen van een ziel. Deze verklan king wordt voorafgegaan door lang aange houden basnoten, een gevoel van verlaten heid komt over ons. Daarna een „generale pauze", het liefdes symbool weerklinkt zacht, doch wederom in majeur, en het koor zet Jeremias' klaaglied Quomodo sedet sola civitas" zacht en plecht statig in. Direct daarop vangen de bassen, waarbij zich later alle andere stemmen voegen, een Canzone aan. Men heixlenkt op weemoedige wijze, echter met geen Weltschmerz, de af gestorvene. Smart spreekt uit het volgende Sonnet, dat in vrij-declamatorische stijl is geschreven. Vervolgens wordt Dante's visioen: het ver gaan der wereld, orkestraal uitgebeeld. Het koor uit hier kreten van ontzetting. Als de laatste klanken zacht zijn wegge storven, vangt na een korte rust het slotdeel met diepe tonen aan. Langzaam wordt een climax bereikt. Het koor zet op de a-vocaal in, alsof het geen woorden kan vinden om zijn verrukking over de ten hemel opneming van Beatrice te uiten. De knapen, gesteund door het koper, heffen nog eenmaal het liefdessymbool aan. Bij or gelklanken zingen zij vervolgens het „Beato anima bella", Beatrice's stem weerklinkt uit den hemel en Dante stamelt in zielsvervoering het „Benedetta sei tu". Klokketonen vermen gen zich in de laatste, vervloeiende klanken, van dit werk, één en al stemming, één door- loopende strooming van melodie. O. K. MIJ. VOOR ELECTRISCHE CENTRAAL- STATIONS. Woensdagmiddag vergaderde in een dei- zalen van café-restaurant Brinkmann, Groote Markt, de Maatschappij voor Electrische Cen traals tations. Het voorstel tot wijziging der statuten werd met algemeene stemmen aangenomen. VLUGGE FLLMREPORTAGE. Als een staaltje van vlugge filmreportage kan worden gemeld, dat reeds Woensdagavond in Rembrandt Theater en Cinema Palace een deel van de film betreffende de Kronings feesten in Engeland werd gedraaid. Van vandaag af wordt natuurlijk de geheele film vertoond KENNEMER FOTOKRING. Deze vereeniging hield Woensdagavond haar jaarvergadering in de bestuurskamer van de Sociëteit „Vereeniging". Achtereenvolgens werden de jaarverslagen van secretaris en penningmeester goedge keurd. Bij de bestuursverkiezing werden drie der aftredenden, die zich niet meer beschikbaar hadden gesteld vervangen, de andere leden werden bij acclamatie herkozen. Het bestuur is thans als volgt samengesteld: J. C. Uhlen- broek, voorzitter; H. J. Nijland Visser, secre taris; P. Windt, penningmeester, mevr. J. GreinerSmyting en H. Korringa. De voorzitter bracht dank aan de aftredende bestuursleden en wekte de leden op tot vlijtig werken in het 'aanstaande zomerseizoen. Hierna werd een serieiantaarnplaten van de Amsterdamsche amateurfotografen ver eeniging vertoond. Terry lachte vriendelijk. Hoewel het da metje woedend was. was ze toch blijkbaar niet op haar gemak en het deed hem plezier dat op te merken. „Moet ik misschien liever June zeggen rede gevallen. „Er is iets anders dat je maar liever moest zeggen en vlug een beetje ook, voordat ik op de bel druk, en dat is goeiennacht". „Nog niet", zei Terry kalm. „De nacht is nog jong, Janey June en als ik jou was zou ik niet op dat knopje drukken". „Waarom niet?" vroeg miss Wakinshaw. „Och, ik kon eens een paar dingen van je aan de directie vertellen en dan zouden ze je wel eens kunnen verzoeken heen te gaan, weet je". Miss Wakinshaw lachte minachtend en knipte met haar duim en wijsvinger. „Dat!" zei ze. „Dollars, dat is het eenige waar ze naar kijken". „Dat kan wel zijn", gaf Terry toe. „De wereld is nu eenmaal roofzuchtig. Maar de directie van een hotel kan het zich niet per- miteeren zijn clientèle te beleedigen door aan dieven onderdak te verschaffen". Het dametje glimlachte venijnig tegen hem. „O, mijn geloofsbrieven zijn best in orde. Maak je daar maar niet bezorgd over. Zeg nou maar op wat je van me wilt, voordat ik je d'r uit laat trappen". „Is het noodig, dat ik dat uitleg?" vroeg Terry. „Natuurlijk", antwoordde Miss Wakinshaw. „Ik ben geen gedachtenlezer". „Dan zal ik je zeggen, dat ik dat ivoren kenteeken van je wil hebben, dat je op de Dusty Miller" gestolen hebt van Miss Charlton". „Hoor hem!" bracht ze met moeite uit. „Die zit te huilen om de maan!" „En ik zal het krijgen ook", zei Terry op vastberaden toon, minder met de bedoeling het haar afhandig te maken, dan wel er achter te komen of ze het nog in haar be zit had. „Dat zou je wel willen!" Miss Wakinshaw maakte een vlugge beweging, waarbij de nog al smaakvolle kimono, die ze aan had, los Nat. Soc. Beweging. Toespraken door de heeren C. J. H. Berlage en P. van der Roer. In café „De Oude Beuk" had de Nat. Soc. Beweging gisteravond een vergadering be legd waar als sprekers optraden de heeren C. J. H. Berlage en P. van der Roer. Als eerste spreker voerde het woord de heer C. J. H. Ber lage. Spreker betreurde de geringe opkomst, die vooral zoo vlak voor den verkiezingsstrijd grooter had moeten zijn. Nationaal socialist worden allen die de ver wording der dingen hebben aanschouwd. Het is in Nederland veel moeilijker om het natio- naal-socialisme of het fascisme in te voeren dan dit in Italië of Duitschland het geval is geweest, aldus spreker. Ieder Nationaal Socialist moet zich volko men van zijn taak bewust zijn en moet zijn nationaal-socialisme naar buiten uitdragen. Spreker critiseerde verder nog de deva luatie-politiek van Dr. Colijn. Deze strijd is zeer moeilijk, laat echter ieder nationaal socialist zijn plicht doen, al dus besloot de heer Berlage. Na de pauze sprak de heer P. van der Roer over: Volk tegen Partij. In goed vijf jaar heeft Mussert een bewe ging opgericht, die de politiek van deze dagen beheerscht. Spreker besprak vervolgens uit voerig een pamflet van E. D. D. Onder het ministerie Colijn is het overheidswerk beperkt, de werkloosheid toe genomen en de staatsschuld grooter gewor den, aldus spreker. Het liberalisme heeft de welvaart niet al leen in ons land, maar ook in de meeste lan den van Europa doen ineenschrompelen. De chaos die de democratie geschapen heeft, heeft ze altijd willen bedekken, door haar voormannen boeken te laten schrijven. Spreker noemde in dit verband de boeken van Marchant en Prof. de Vries. ging en haar ondergoed te zien kwam, terwijl als bij tooverslag een klein pistool in haar hand verscheen. „Kom het dan maar halen". Terry gaf geen gehoor aan de vriende lijke uitnoodiging. Inplaats daarvan begon hij te lachen. „Zoo", zei hij, „dus je hebt het nog. Uitstekend! Dat wou ik alleen maar weten. Zeer verplicht voor de inlichtingen, Janey". „Wel verdraaid!" Haar stem evenals haar poppengezicht drukte ergernis uit en toen beet ze hem toe-, „Is er soms nog iets waar ik mijnheer mee van dienst kan zijn?" Terry knikte. „Het zal wel te veel gevraagd zijn", zei hij vriendelijk, „maar ik zou erg graag van je willen weten of je van plan bent met dit zaakje door te gaan?" „Je kan op antwoord wachten tot je blauw ziet". „Ik was er al bang voor", zei Terry treurig. „Je behoort niet tot wijze maagden, Janey. Diefstal, ontvoering, kinderroof, moord en chantage zijn ernstige misdaden om mee gemoeid te zijn „O zeg, schei daar maar mee uit!" viel Miss Wakinshaw hem onbeleefd in de rede. „Je kan mij niet bang maken met schrik beelden waar een kleine jongen om zou lachen. Als dat alles is wat je me te zeggen had, maak dan nou maar dat je wegkomt". Terwijl ze sprak dwaalden haar blauwe oogen naar een klein klokje op de tafel en een ondeelbaar oogenblik werden ze door iets als bezorgdheid overschaduwd. Terry zag die schaduw en ofschoon hij geen idee had wat- de oorzaak ervan kon zijn, besloot hij nog wat langer te blijven. „Werkelijk", protesteerde hij. „Ik vind niet, dat je me zoo moet jachten, nadat ik zoo'n eind heb moeten komen om je te vinden. Dat is niet lief van je Janey. Echt niet. Ik had niet gedacht dat je „Hoe je mond en ruk uit, anders laat ik je eruit smijten Haar sierlijk duimpje ging naar den belknop maar drukte er niet op. Buiten de deur was (Adv. Ingez. Med.) Spr. critiseerde hierna eenige crisismaat regelen. Dr. Colijn vertelt op zijn spreekbeur ten niet wat hij doen zal maar alleen wat hij gedaan heeft. Het nationaal-socialisme wil de chaos ver anderen in orde, het wil ook nieuwe bestaans mogelijkheden scheppen. In den Nationaal Socialistischen staat zal een rationeele bevrediging komen van rede lijke behoeften. Iedereen die zijn plicht doet zal in de Nationaal Socialistische Volks gemeenschap geborgen zijn. In Rotterdam alleen wordt per week 1 1/4 millioen gulden aan werkloozensteun uitbe taald. Wij moeten met de daad toonen dat wij nationaal-socialisten zijn. In de spreuk „Eendracht maakt macht" zullen wij overwinnen besloot' spreker. GIFTEN VOOR HET DR. FRANK FONDS. Men verzoekt ons, nog te vermelden, dat giften voor het dr. Frank Fonds kunnen wor den gestort op Postrekening 2292, (Guépin en Van der Vlugt). WISSELKOERSEN Amsterdam, 10.15 uur. Londen 8.99 1/8 Berlijn 73.00 Parijs 8.15 1/4 Brussel 30.67 J/2 Zwitserland 41.66 New-York 1.81 7/8 MARKTBERICHTEN VAN BARNEVELD. (Donderdag) Pluiinveemarkt. Oude kippen 0.451. Oude kippen per K.G. 40—50 ct. Oude hanen 5075 ct. Jonge hanen 3070 ct. Jonge hanen per K.G. 5560 ct. N.H. Blauwen per K.G. 8087 ct. Jonge hennen 0.701.40. Duiven per paar 3035 ct. Tamme eenden 2565 ct. Ganzen 1.502.50. Kalkoenen per K.G. 5070 ct. Tamme konijnen 0.751.30. Wilde konijnen 3040 ct. Piepkuikens 1020 ct. Aanvoer 29.000, handel redelijk. Eiermarkt. Witte eieren 2.552.65. Gemengde eieren 2.652.90 Bruine eieren 3.253.50. Eenden eieren 22.20. Ganzen eieren 57 ct. Aanvoer 2.110.000, handel matig. Veemarkt. Beugen 4565. Dr. Zeugen 62—90. Schrammen 2035. Biggen 1619. Zware varkens 2223 ct. per pond. Zouters 2223 ct. per pond. Vette Kalveren 1830 ct per pond. Nuchtere kalveren 59. Handel vlug. het geluid van stemmen en ze leunde voorover, terwijl op haar gezicht de uitdrukking lag van iemand, die ingespannen luisterde. Terry deed hetzelfde en ving het geluid op van een be schaafde Amerikaansche stem. „Zoo is het in orde, jongen, ik zal me zelf wei aandienen". Een seconde later was Miss Wakinshaw op gesprongen en rende op de deur af. Maar woog zich niet. Terry stond tusschen haar en de deur en be- „Nee", zei hij glimlachend. „Laat de heer zich zelf aandienen. Ik ben er zeker van Hét slot van de deur klikte toen iemand de knop omdraaide en Terry keerde zich om. De deur begon open te gaan en hij had net een gedeelte van het gezicht daarachter gezien, toen Janey Wakinshaw een scherpe waar schuwende kreet slaakte: „Pas op! Maak dat je weg komt!" De deur smakte weer dicht en Terry, die het gezicht herkend had van den man die op het punt gestaan had binnen te komen en zich toen weer haastig teruggetrokken had, sprong erop af. met de bedoeling hem te volgen. Maar hij had niet op Janey Wakinshaw gerekend. Ze liet haar pistool op den divan vallen en het klein figuurtje wierp zich op hem met een vaart alsof ze uit een catapult geschoten werd. Een seconde later had hij zijn armen vol met een woedend vrouwspersoontje, terwijl buig zame, jonge armen zien bijna verstikkend om zijn hals slingerden en lenige beenen de zijne op zulk een wijze omsloten, dat hij geen stap vooruit had kunnen doen zonder te struikelen. Tegelijkertijd barstte ze nijdig uit: „Nee, dat zul je niet. Je blijft hier, totdat ik je permissie geef weg te gaan. Je bent hier ongevraagd binnengekomen en zoolang ik het helpen kan, ga je niet maar weg wanneer je daar zin In hebt". .(Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 9