Dommelsch
La vita nuova.
't Goedkoopste bier
Kwaliteit bier
is
Agente: FIRMA GEBRS. LOOTS
HAARLEM
Het Roode Kenteeken
HEEREN COSTUMES
GR.HOUT5TR.HOEK GR.MARKTHAARIEM
lib CEKICWTIM
DONDERDAG 13 MEI 1937
HSÏSEEM'S DAGBEAD
5
Cantica da Wolf-Ferrari.
bior
Dortmunder 0.18 0.
Licht en
Donker Lager 0.16 0.10
OVERAL VERKRIJGBAAR.
Telefoon 10721
Woensdag 19 Mei a.s. zal de R.K. Oratorium-
vereeniging in het Gemeentelijk Concertge
bouw o.l.v. den heer Ed. v. Beinum en met
medewerking van Jo Vincent, Louis van Tul
der, Luc Louman en het Utrechtsoh Stedelijk
Orkest een uitvoering gegeven van ,(,La Vita
Nuova" van E. Wolf Ferrari en „L' Enfant
Prodigue" van Cl. Debussy. Het eerste werk.
een cantica van groote schoonheid is nog zoo
weinig in Haarlem uitgevoerd, dat eenige na
dere bijzonderheden daaromtrent wel gemeld
mogen worden.
Aan het begin van het werkje, waaraan
Wolf-Ferrari titel en tekst ontleend, schrijft
Dante: „In dit deel van het boek mijner her
innering, voor hetwelk slechts weinig te lezen
is, bevindt zich een opschrift, dat luidt: in-
cipit vita nuova (hier begint het nieuwe
leven)".
Dit nieuwe leven begon voor den dichter der
Divina Co-media, toen hij 9 jaar oud zijnde,
de achtjarige Beatrice voor de eerste maal
zag. Haar beeltenis plaatste zich onuitwisch-
baar in zijn ziel. Echter eerst na negen jaren
ziet hij haar weder en nu wekt haar aanblik
in hem machtige gewaarwordingen, die hem
tot zijn eerste sonnet inspireeren.
De volgende zeven jaren, tot aan Beatrice's
dood, wijdt Dante aan de cultiveering van zijn
reine liefde. Alles wat haar betreft, tot zelfs
de kleinste gebeurtenis, geeft hem aanleiding
tot een dichterlijke ontboezeming. Al het ove
rige verzinkt voor zijn geestelijk oog, voor
hem bestaat nog slechts zij alleen en wanneer
hij maar aan de mogelijkheid denkt haar een
maal te moeten verliezen, is het hem, als ver
ging de geheele wereld.
Wanneer bij Dante het voorgevoel van
Beatrice's naderend einde opkomt, heft hij
Jeremias' klaaglied aan: Quomodo sedet sola
civitas„Hoe eenzaam ligt de Stad
Hiermede breekt het „Nieuwe Leven" af.
Dit onderwerp, dat zijn ontstaan aan een
zoo reine, edelmoedige toegenegenheid dankt,
en zoo uitermate vol stemming is, heeft den
bij uitstek lyrischen componist Ermanno
Wolf-Ferrari geïnspireerd tot het compo-
neeren van een „Cantica", die haar weerga
In de hedendaagsöhe muziekliteratuur niet
Vindt.
Het is blijkbaar juist die stemming waar
door de componist zich tot het werk voelde
aangietrokken. Wolf-Ferrari's muziek duidt
geenszins op het zoeken van dramatische ef
fecten. Ze is wat karakter aangaat voort
durend een stemmingschildering. En ook de
vorm wijst op iets anders.
Hoewel de sopraansolo met de persoonlijk
heid van Beatrice, de baritonsolo met die
van Dante volkomen vereenzelvigd is, lag het
toch niet in de bedoeling van den componist
om de hoofdpersonen aan een handeling, zoo
als in een Oratorium, te doen deelnemen.
Zoowel het uitdrukkingsmiddel als de vorm
ontloopen het het traditioneele. De muziek is
geheel vrij geschreven.
Wolf-Ferrari heeft, wat de tekst betreft,
slechts een greep gedaan uit het dertigtal
Sonetten, Canzones en Balladen, die La Vita
Nuova telt, en uit de Kapittels, die deze ge
dichten verbinden, fragmenten gekozen. Al is
het niet de bedoeling van den componist om
het proza der Kapittels te laten declameeren,
toch dient men het, om de gedachtengang
van den dichter en den componist goed te
kunnen begrijpen en volgen, aandachtig te
lezen.
Korte analyse.
De Cantica „La Vita Nuova" telt twee deelen
venbonden door een Intermezzo en voorafge
gaan door een Proloog.
In de proloog wordt het ontstaan van
het werk verklaard. Beatrice laat haar stem
hooren, Dante ziet in geestesverrukking tot
haar op. De tekstwoorden zijn hier niet uit
het werk zelf, doch uit andere gedichten van
Dante. Wel die, welke het gemengde koor
voortdurend zingt. „Tutti li miei pensier par-
lan d'amore", alsmede die van het knapen
koor „A ciacuno alma", waarmede de beide
koren den zang van Beatrice en Dante om-
ranken en den tekstinhoud als het ware on-
derstreepen.
Het eerste deel is aan de Liefde zelf gewijd.
Hierin weerspiegelen zich al de teedere aan
doeningen uit Dante's verheerlijking van
Beatrice af.Het vangt aan met 'n Ballata, waar
in de koren den solozang afwisselen en om
ringen. Het is een uiterst fijne, melodieuse
zang, omgeven door fraaie coloraturen in
het orkest (b.v. bij: „Perche lo tempo vienne")
Opvallend mooi zijn de klankkleuren in het
orkest door het gebruik van houten blaasin
strumenten (o.a. bij den aanhef) en het ver
mengen van de verschillende timbres der kna
pen-, vrouwen- en mannenstemmen bij
„Vostra cera giojosa.
Op de Ballata volgt een Engelendans, zeer be
koorlijke muziek( verklankt door strijkin
strumenten, waarbij zich harpen, klavier en
pauken voegen.
FEUILLETON
OTTWELL BINNS.
(Nadruk verboden)
37)
Niemand nam ook
maar de ministe notitie van hem en een siga
ret aanstekend, ging hij in de schaduw van
een vorstelijke poinciana staan, die rijk be
laden was met bloedroode bloesems en keek
de veranda af of hij iets van Miss Wakinshaw
kon ontdekken. Hij wachtte een tijdje zonder
haar echter te zien en kwam tot de conclu
sie dat ze besloten had binnen te blijven. Hij
klom de trap op die naar de groote hall leidde,
welke met tapa-kleeden behangen was en ge
meubileerd met divans en stoelen, bekleed met
uit gras geweven stoffen
Hij vond het bureau en de bureaulisten
die hij met eenige bedeesdheid naderde, want
hij wist niet of Miss Janey Wakinshaw den
naam gebrukite, zooals hij haar kende, of dat
ze, zoolang ze in Honolulu was, een andere
aangenomen had. De bureauliste, een zakelijk
Amerikaansch meisje, nam hem onderzoekend
op en hij deed zijn vraag.
„Miss Wakinshaw lgeert hier, nietwaar?"
„Ja", antwoordde het meisje kortaf.
„Vijf minuten geleden binnengekomen. Is
sindsdien niet meer uitgegaan". en
„Ik ben een oud vriend van haar", loog
Terry „en als het kan zou ik graag naar haar
toegaan, zonder aangediend te worden". Hij
glimlachte innemend. „Het is een prettige ver
rassing, weet u?"
Het meisje keek bedenkelijk. Terry zag, dat
zijn kansen om Miss Wakinshaw die prettige
verrassing te kunnen bereiden in de weeg
schaal hingen en handelde onmiddellijk.
„Als ik er eerder aan gedacht had, zou ik
Wat chocolaadjes voor haar meegebracht heb
In een Arioso schetst Dante aan de vrouwen
„die de liefde kunnen begrijpen", Beatrice.
Zijn zang wordt ondersteund door 'n rustigen
gang van akkoorden, waarboven drie fluiten
fijne versieringen spelen.
Dan volgt een Sonnet, waarin Dante ver
telt, dat de aanwezigheid van Beatrice allen
loutert en hij de vrouwen verzoekt haar eer
te bewijzen. Dit Sonnet is in vrij-rythme met
pianobegeleiding geschreven en doet denken
aan oude, kerkelijke gezangen. Hierna weer
klinkt als van verre een deel van den Enge
lendans, dat voert naar het hoogtepunt van
het eerste deel: een Canzone, waarin de dich
ter in extase over den hemel spreekt.
Eerst enkele stemmen in lichte deining, een
kort gemarkeerd basfiguur. de stemmen zwel
len aan en dan plots de herhaalde uitroep:
„Sire"! Daarna vangen de vrouwen het „Nel
mondo" aan. De Engelen bidden God, het
wondervolle wezen op aarde, wat nog aan den
Hemel ontbreekt, tot zich te roepen.
Gods antwoord weerklinkt in breede, mach
tige akkoorden: „Diletti mei!" Met een zacht
„Io vidi" op de melodie van het liefdessym
bool sterven de klanken weg.
Een Intermezzo leidt ons. vanwege den na
derenden dood, met droeve klanken (Engel-
sché hoorn) naar een Sonnet. Hierin vraagt
Dante de vrouwen, die met Beatrice den
dood van haar vader hebben beweend naar
zijn geliefde (voortdurend arpeggio-akkoor
den, eerst door het klavier alleen)
De vrouwen antwoorden, mede in een Son
net, dat tot het innigste en dieptreffendste
van het geheele.werk behoort. Na een korte
viool-solo vragen zij den dichter of hij het is,
die zoo dikwijls hunne meesteres heeft be
zongen. Aanvankelijk herkennen zij Dante
niet, zoo smartvol is de uitdrukking van zijn
gelaat. Dan stellen zij de droeve vraag: ,.E
perche e piange tu", waarom weent gij? Een
tusschenspel met vioolsolo, waarin we dezelfde
droeve melodie, doch gevarieerd terugvinden,
vangt aan, en waartoe de componist ge
ïnspireerd werd door Dante's woorden: E sic-
come talor", zooals wij de regendroppen
Nadat het vrouwenkoor de laatste tekst
woorden heeft uitgesproken sluit de hobo met
het liefdessymbool, maar thans in mineur, dit
sonnet af.
In het tweede deel overheerscht tenslotte
de gedachte aan de oneindigheid der liefde
over de tijdelijke grenzen van den dood heen.
In een Sonnet bezingt Dante nogmaals den
lof van Beatrice. Vervolgens wordt haar
dood door het orkest voorgesteld. Die ver-
OP UW MAAT GESNEDEN
Exclusief - niet duur
(Adv. Ingez. Med.)
ben. Maar ik heb het vergeten hij lachte
vriendelijk en liet een biljet van vijf dollar op
het bureau vallen. „Misschien wilt u ze voor
uzelf koopen".
Het meisje glimlachte begrijpend, nam het
biljet op, keek het vreemdelingenboek na en
zei energiek: „Appartement 4 A, derde ver
dieping".
„Hm!" zei Terry. „Maar hoe kan ik dat vin
den?"
„Dat kunt u niet", lachte het meisje. „We
zullen u er heen laten brengen". Ze drukte op
een knopje en een Japansche jongen ver
scheen.
,3reng dezen heer naar apartement 4 A,
derde verdieping".
„Deze kant op, mijnheer", zei het jongetje
en ging hem voor naar de lift.
„Wie kan ik zeggen dat er is, mijnheer?"
„Een oud vriend", antwoordde Terry, den
leugen herhalend, dien hij aan de bureauliste
in den hall verteld had. En zoo diende de jon
gen hem, nadat hij aangeklopt had, aan.
Terry glimlachte een beetje grimmig en
toen de jongen opzij ging, liep hij vlug naar
binnen en sloot de deur zorgvuldig achter
zich dicht. Toen draaide hij zich om en zei:
„Goedenavond, Janey".
HOOFDSTUK XII.
Een waarschuwende kreet.
Een paar seconden was Miss Wakinshaw's
poppengezicht het toonbeeld van tegenstrij
dige gevoelens. Verbazing en woede streden
om de overhand, de blauwe oogen waren wijd
open van verwondering en het roozenroode
mondje was van kwaadaardigheid vertrokken.
Toen gaf ze hem zoo onhebbelijk als het maar
kon antwoord.
„Vervloekt! Ben jij het?"
„Zooals je ziet", antwoordde hij glimlachend
en keek goedkeurend rond. „Je neemt het er
goed van. Janey".
„Zeg eens", riep Miss Wakinshaw. „Ma tig
je een beetje met je Janey's",
klanking is geenszins dramatisch of theatraal.
Het is geen voorstelling van den dood als af
schrikwekkend wezen, eerder een van het glo
rievol opstijgen van een ziel. Deze verklan
king wordt voorafgegaan door lang aange
houden basnoten, een gevoel van verlaten
heid komt over ons.
Daarna een „generale pauze", het liefdes
symbool weerklinkt zacht, doch wederom in
majeur, en het koor zet Jeremias' klaaglied
Quomodo sedet sola civitas" zacht en plecht
statig in.
Direct daarop vangen de bassen, waarbij
zich later alle andere stemmen voegen, een
Canzone aan. Men heixlenkt op weemoedige
wijze, echter met geen Weltschmerz, de af
gestorvene.
Smart spreekt uit het volgende Sonnet, dat
in vrij-declamatorische stijl is geschreven.
Vervolgens wordt Dante's visioen: het ver
gaan der wereld, orkestraal uitgebeeld. Het
koor uit hier kreten van ontzetting.
Als de laatste klanken zacht zijn wegge
storven, vangt na een korte rust het slotdeel
met diepe tonen aan. Langzaam wordt een
climax bereikt. Het koor zet op de a-vocaal in,
alsof het geen woorden kan vinden om zijn
verrukking over de ten hemel opneming van
Beatrice te uiten.
De knapen, gesteund door het koper, heffen
nog eenmaal het liefdessymbool aan. Bij or
gelklanken zingen zij vervolgens het „Beato
anima bella", Beatrice's stem weerklinkt uit
den hemel en Dante stamelt in zielsvervoering
het „Benedetta sei tu". Klokketonen vermen
gen zich in de laatste, vervloeiende klanken,
van dit werk, één en al stemming, één door-
loopende strooming van melodie.
O. K.
MIJ. VOOR ELECTRISCHE CENTRAAL-
STATIONS.
Woensdagmiddag vergaderde in een dei-
zalen van café-restaurant Brinkmann, Groote
Markt, de Maatschappij voor Electrische Cen
traals tations.
Het voorstel tot wijziging der statuten werd
met algemeene stemmen aangenomen.
VLUGGE FLLMREPORTAGE.
Als een staaltje van vlugge filmreportage
kan worden gemeld, dat reeds Woensdagavond
in Rembrandt Theater en Cinema Palace een
deel van de film betreffende de Kronings
feesten in Engeland werd gedraaid.
Van vandaag af wordt natuurlijk de geheele
film vertoond
KENNEMER FOTOKRING.
Deze vereeniging hield Woensdagavond haar
jaarvergadering in de bestuurskamer van de
Sociëteit „Vereeniging".
Achtereenvolgens werden de jaarverslagen
van secretaris en penningmeester goedge
keurd.
Bij de bestuursverkiezing werden drie der
aftredenden, die zich niet meer beschikbaar
hadden gesteld vervangen, de andere leden
werden bij acclamatie herkozen. Het bestuur
is thans als volgt samengesteld: J. C. Uhlen-
broek, voorzitter; H. J. Nijland Visser, secre
taris; P. Windt, penningmeester, mevr. J.
GreinerSmyting en H. Korringa.
De voorzitter bracht dank aan de aftredende
bestuursleden en wekte de leden op tot vlijtig
werken in het 'aanstaande zomerseizoen.
Hierna werd een serieiantaarnplaten van
de Amsterdamsche amateurfotografen ver
eeniging vertoond.
Terry lachte vriendelijk. Hoewel het da
metje woedend was. was ze toch blijkbaar niet
op haar gemak en het deed hem plezier dat
op te merken.
„Moet ik misschien liever June zeggen
rede gevallen.
„Er is iets anders dat je maar liever moest
zeggen en vlug een beetje ook, voordat ik
op de bel druk, en dat is goeiennacht".
„Nog niet", zei Terry kalm. „De nacht is
nog jong, Janey June en als ik jou was
zou ik niet op dat knopje drukken".
„Waarom niet?" vroeg miss Wakinshaw.
„Och, ik kon eens een paar dingen van
je aan de directie vertellen en dan zouden
ze je wel eens kunnen verzoeken heen te
gaan, weet je".
Miss Wakinshaw lachte minachtend en
knipte met haar duim en wijsvinger. „Dat!"
zei ze. „Dollars, dat is het eenige waar ze
naar kijken".
„Dat kan wel zijn", gaf Terry toe. „De
wereld is nu eenmaal roofzuchtig. Maar de
directie van een hotel kan het zich niet per-
miteeren zijn clientèle te beleedigen door
aan dieven onderdak te verschaffen".
Het dametje glimlachte venijnig tegen hem.
„O, mijn geloofsbrieven zijn best in orde.
Maak je daar maar niet bezorgd over. Zeg
nou maar op wat je van me wilt, voordat ik
je d'r uit laat trappen".
„Is het noodig, dat ik dat uitleg?" vroeg
Terry.
„Natuurlijk", antwoordde Miss Wakinshaw.
„Ik ben geen gedachtenlezer".
„Dan zal ik je zeggen, dat ik dat ivoren
kenteeken van je wil hebben, dat je op de
Dusty Miller" gestolen hebt van Miss
Charlton".
„Hoor hem!" bracht ze met moeite uit.
„Die zit te huilen om de maan!"
„En ik zal het krijgen ook", zei Terry op
vastberaden toon, minder met de bedoeling
het haar afhandig te maken, dan wel er
achter te komen of ze het nog in haar be
zit had.
„Dat zou je wel willen!" Miss Wakinshaw
maakte een vlugge beweging, waarbij de nog
al smaakvolle kimono, die ze aan had, los
Nat. Soc. Beweging.
Toespraken door de heeren C. J. H. Berlage
en P. van der Roer.
In café „De Oude Beuk" had de Nat. Soc.
Beweging gisteravond een vergadering be
legd waar als sprekers optraden de heeren C.
J. H. Berlage en P. van der Roer. Als eerste
spreker voerde het woord de heer C. J. H. Ber
lage.
Spreker betreurde de geringe opkomst, die
vooral zoo vlak voor den verkiezingsstrijd
grooter had moeten zijn.
Nationaal socialist worden allen die de ver
wording der dingen hebben aanschouwd. Het
is in Nederland veel moeilijker om het natio-
naal-socialisme of het fascisme in te voeren
dan dit in Italië of Duitschland het geval
is geweest, aldus spreker.
Ieder Nationaal Socialist moet zich volko
men van zijn taak bewust zijn en moet zijn
nationaal-socialisme naar buiten uitdragen.
Spreker critiseerde verder nog de deva
luatie-politiek van Dr. Colijn.
Deze strijd is zeer moeilijk, laat echter
ieder nationaal socialist zijn plicht doen, al
dus besloot de heer Berlage.
Na de pauze sprak de heer P. van der Roer
over: Volk tegen Partij.
In goed vijf jaar heeft Mussert een bewe
ging opgericht, die de politiek van deze dagen
beheerscht. Spreker besprak vervolgens uit
voerig een pamflet van E. D. D.
Onder het ministerie Colijn is het
overheidswerk beperkt, de werkloosheid toe
genomen en de staatsschuld grooter gewor
den, aldus spreker.
Het liberalisme heeft de welvaart niet al
leen in ons land, maar ook in de meeste lan
den van Europa doen ineenschrompelen.
De chaos die de democratie geschapen
heeft, heeft ze altijd willen bedekken, door
haar voormannen boeken te laten schrijven.
Spreker noemde in dit verband de boeken van
Marchant en Prof. de Vries.
ging en haar ondergoed te zien kwam, terwijl
als bij tooverslag een klein pistool in
haar hand verscheen. „Kom het dan maar
halen".
Terry gaf geen gehoor aan de vriende
lijke uitnoodiging. Inplaats daarvan begon
hij te lachen. „Zoo", zei hij, „dus je hebt
het nog. Uitstekend! Dat wou ik alleen maar
weten. Zeer verplicht voor de inlichtingen,
Janey".
„Wel verdraaid!" Haar stem evenals haar
poppengezicht drukte ergernis uit en toen
beet ze hem toe-, „Is er soms nog iets waar
ik mijnheer mee van dienst kan zijn?"
Terry knikte. „Het zal wel te veel gevraagd
zijn", zei hij vriendelijk, „maar ik zou erg
graag van je willen weten of je van plan
bent met dit zaakje door te gaan?"
„Je kan op antwoord wachten tot je
blauw ziet".
„Ik was er al bang voor", zei Terry treurig.
„Je behoort niet tot wijze maagden, Janey.
Diefstal, ontvoering, kinderroof, moord en
chantage zijn ernstige misdaden om mee
gemoeid te zijn
„O zeg, schei daar maar mee uit!" viel
Miss Wakinshaw hem onbeleefd in de rede.
„Je kan mij niet bang maken met schrik
beelden waar een kleine jongen om zou
lachen. Als dat alles is wat je me te zeggen
had, maak dan nou maar dat je wegkomt".
Terwijl ze sprak dwaalden haar blauwe
oogen naar een klein klokje op de tafel en
een ondeelbaar oogenblik werden ze door iets
als bezorgdheid overschaduwd. Terry zag die
schaduw en ofschoon hij geen idee had wat-
de oorzaak ervan kon zijn, besloot hij nog
wat langer te blijven.
„Werkelijk", protesteerde hij. „Ik vind niet,
dat je me zoo moet jachten, nadat ik zoo'n
eind heb moeten komen om je te vinden. Dat
is niet lief van je Janey. Echt niet. Ik had
niet gedacht dat je
„Hoe je mond en ruk uit, anders laat ik je
eruit smijten
Haar sierlijk duimpje ging naar den belknop
maar drukte er niet op. Buiten de deur was
(Adv. Ingez. Med.)
Spr. critiseerde hierna eenige crisismaat
regelen. Dr. Colijn vertelt op zijn spreekbeur
ten niet wat hij doen zal maar alleen wat hij
gedaan heeft.
Het nationaal-socialisme wil de chaos ver
anderen in orde, het wil ook nieuwe bestaans
mogelijkheden scheppen.
In den Nationaal Socialistischen staat zal
een rationeele bevrediging komen van rede
lijke behoeften. Iedereen die zijn plicht
doet zal in de Nationaal Socialistische Volks
gemeenschap geborgen zijn.
In Rotterdam alleen wordt per week 1 1/4
millioen gulden aan werkloozensteun uitbe
taald.
Wij moeten met de daad toonen dat wij
nationaal-socialisten zijn.
In de spreuk „Eendracht maakt macht"
zullen wij overwinnen besloot' spreker.
GIFTEN VOOR HET DR. FRANK FONDS.
Men verzoekt ons, nog te vermelden, dat
giften voor het dr. Frank Fonds kunnen wor
den gestort op Postrekening 2292, (Guépin en
Van der Vlugt).
WISSELKOERSEN
Amsterdam, 10.15 uur.
Londen 8.99 1/8
Berlijn 73.00
Parijs 8.15 1/4
Brussel 30.67 J/2
Zwitserland 41.66
New-York 1.81 7/8
MARKTBERICHTEN VAN BARNEVELD.
(Donderdag)
Pluiinveemarkt.
Oude kippen 0.451.
Oude kippen per K.G. 40—50 ct.
Oude hanen 5075 ct.
Jonge hanen 3070 ct.
Jonge hanen per K.G. 5560 ct.
N.H. Blauwen per K.G. 8087 ct.
Jonge hennen 0.701.40.
Duiven per paar 3035 ct.
Tamme eenden 2565 ct.
Ganzen 1.502.50.
Kalkoenen per K.G. 5070 ct.
Tamme konijnen 0.751.30.
Wilde konijnen 3040 ct.
Piepkuikens 1020 ct.
Aanvoer 29.000, handel redelijk.
Eiermarkt.
Witte eieren 2.552.65.
Gemengde eieren 2.652.90
Bruine eieren 3.253.50.
Eenden eieren 22.20.
Ganzen eieren 57 ct.
Aanvoer 2.110.000, handel matig.
Veemarkt.
Beugen 4565.
Dr. Zeugen 62—90.
Schrammen 2035.
Biggen 1619.
Zware varkens 2223 ct. per pond.
Zouters 2223 ct. per pond.
Vette Kalveren 1830 ct per pond.
Nuchtere kalveren 59.
Handel vlug.
het geluid van stemmen en ze leunde voorover,
terwijl op haar gezicht de uitdrukking lag van
iemand, die ingespannen luisterde. Terry deed
hetzelfde en ving het geluid op van een be
schaafde Amerikaansche stem.
„Zoo is het in orde, jongen, ik zal me zelf
wei aandienen".
Een seconde later was Miss Wakinshaw op
gesprongen en rende op de deur af. Maar
woog zich niet.
Terry stond tusschen haar en de deur en be-
„Nee", zei hij glimlachend. „Laat de heer
zich zelf aandienen. Ik ben er zeker van
Hét slot van de deur klikte toen iemand de
knop omdraaide en Terry keerde zich om. De
deur begon open te gaan en hij had net een
gedeelte van het gezicht daarachter gezien,
toen Janey Wakinshaw een scherpe waar
schuwende kreet slaakte:
„Pas op! Maak dat je weg komt!"
De deur smakte weer dicht en Terry, die het
gezicht herkend had van den man die op het
punt gestaan had binnen te komen en zich
toen weer haastig teruggetrokken had, sprong
erop af. met de bedoeling hem te volgen. Maar
hij had niet op Janey Wakinshaw gerekend. Ze
liet haar pistool op den divan vallen en het
klein figuurtje wierp zich op hem met een
vaart alsof ze uit een catapult geschoten werd.
Een seconde later had hij zijn armen vol met
een woedend vrouwspersoontje, terwijl buig
zame, jonge armen zien bijna verstikkend om
zijn hals slingerden en lenige beenen de zijne
op zulk een wijze omsloten, dat hij geen stap
vooruit had kunnen doen zonder te struikelen.
Tegelijkertijd barstte ze nijdig uit:
„Nee, dat zul je niet. Je blijft hier, totdat ik
je permissie geef weg te gaan. Je bent hier
ongevraagd binnengekomen en zoolang ik het
helpen kan, ga je niet maar weg wanneer je
daar zin In hebt".
.(Wordt vervolgd).