Het Roode Kenteeken FEUILLETON OTTWELL B1NNS. (Nadruk verboden) 39) „Hm!" zei Terry opgewekt. „Je ziet er piek fijn uit. Je gaat zeker op een bankje m de maneschijn zitten. Ik hoop, dat ik met ]e mee mag gaan „Nog niet", viel Miss Wakmshaw hem bits in' de rede. „Je bent hier ongevraagd binnen komen vallen en je gaat hier niet eerder weg dan wanneer ik klaar ben". Ze liep gewild onverschillig naar den divan ofschoon Terry er zeker van was, dat ze iets bepaalds in den zin had. Toen ze het meubel bereikt had, draaide ze zich plotseling met een ruk om en wierp hem een achter- dochtigen blik toe. Terry lachte uitbundig. „Ja", zei hij. „Ik heb het. Het is verkeerd om vuurwapens achter je te laten slingeren. De een of andere dwaas zou zich eens kunnen Miss Wakinshaw toonde geen teekenen van waardeering voor zijn bezorgdheid. „Wat een knappe jongen!" zei ze sarcastisch en ging om de een of andere reden weer naar haar slaapkamer terug. Toen ze er weer uit te voorschijn kwam, droeg ze een buitenge woon groot damestaschje, dat uit de manier, waarop ze het vasthield, zwaarder bleek te zijn dan meestal met dergelijke taschjes het geval is. Toen Terry dat zag, raadde hij onmiddellijk wat erin zat en begon opnieuw te lachen. „Kruier noodig, Janey?" „Wees niet zoo geestig", antwoordde Miss Wakinshaw. „Of een affuit soms? Het moet een zwaar wapen zijn, dat je onder die camouflage met je mee draagt". Het dametje wierp hem een venijnigen blik toe, maar hield zich in en na een kleine pauze begon Tery weer te spreken. „Wat zou je er van zeggen als we den sleutel van deze deur eens te voorschijn haalden?" „Waarom?" vroeg ze. „Geloof je niet, dat het tijd wordt om hem in gebruik te stellen?" Miss Wakinshaw keek op haar klokje en zei kort: „Nee. Nog niet". „Zoo," dacht Terry bij zichzelf „ze hebben dus een bepaalden tijd afgesproken. Ik ben benieuwd wat er gaat gebeuren als het oogen- blik gekomen is". Hij bleef hierover doordenken, terwijl Miss Wakinshaw een sigaret opstak, op den divan ging zitten en zonder een woord te zeggen haar kalm begon op te rooken, waarbij ze af en toe een blik op de klok wierp. Kort daarop sloeg het halve uur en stond Miss Wakinshaw op, liet het gloeiende eindje van haar sigaret in den aschbak vallen en liep naar de deur. „Het uur van het begin van de aanval heeft geslagen!" grinnikte Terry. „We verlaten de loopgraaf". Jane Wakinshaw draaide zich met een ruk om. „Wel verdraaid, wat bedoel je daarmee?" „Als jij dat niet weet dan weet ik het ook niet!" gaf Terry haar ten antwoord. „Maar we zullen het ongetwijfeld spoedig zien". „Wat zijn we toch pienter, hè?" hoonde zij, terwijl ze den sleutel in het slot stak. De deur ging open, maar Terry bleef waar bij was, een berekenende blik in zijn oogen. Hij begreep in de verste verte niet, waarom het meisje haar kamers nog zoo laat op den avond vei'liet, maar was er wel zeker van dat ze het niet met goede bedoelingen deed. Toen hij aan het handtaschje en zijn inhoud dacht, vermoedde hij wel wat er zou gebeuren maar hij zei niets, totdat ze de deur geopend had en toen vroeg hij onschuldig: „Ga ik met je meel" „Daarom ga ik juist uit. Om je uit te laten". „Het spijt me, dat je zoo veel moeite moet doen", zei Terry en volgde haar schijnbaar geheel onderworpen naar de lift. Daar stonden ze gedurende het korte oogen- blik dat de lift noodig had om naar de hall af te zakken, tegenover elkaar en Terry staarde de vrouw recht in 't gezicht. Het was absoluut zonder eenige uitdrukking. De blauwe baby-oogen waren leeger dan die van een por seleinen pop. Maar hij v/as er zeker van, dat dit gebrek aan eenige levendigheid slechts een masker was, waar een heftige opwinding achter schuil ging en toen ze uit de lift stap ten en samen naar de deur liepen, liet hij na denkend een hand in de zak van zijn jasje glijden, en zijn vingers sloten zich om het klein pistool, dat hij zich toegeëigend had. Het Waikiki Strand glansde wit in het maanlicht. Daarachter braken de aanrollende golven in schitterende strepen uiteen. Ergens vlak bij was een band een foxtrot aan het spelen en uit den tuin van het hotel kwam het zachte gefluister van verliefde paartjes. Ze liepen de trap af en begeven zich tusschen de dansende schaduwen van de boomen, waar het gelukkige lachje van een meisje duidelijk hun ooren bereikte. Het was belachelijk te denken, dat er hier iets kon gebeuren, in zicht van het hotel, met fluisterende paartjes over al om hen heen en tientallen feestvierders vlak bij. Toch bespeurde Terry Domville gevaar en waar de schaduwen het diepst waren, stak hij plotseling zijn hand door den arm van het meisje en toen zij trachtte zich los te maken, klemde hij haar als ineen schroef. „Als je er niets op tegen hebt, Janey, zullen we zoo verder gaan. Deze schaduwen zijn bedriegelijk ik weet den weg niet erg goed hier". In de schaduw van een apenbroodboom dicht bij den uitgang van den tuin, stond een onbeweeglijke figuur. Terry zag hem net, voor dat hij de schaduw binnentrad en voelde den arm, dien hij vasthield, verstijven „Zoo!Dus nu!" Terwijl die woorden onuitgesproken door zijn geest vlogen, maakte de gestalte onder den apenbroodboom een vlugge beweging vooruit en met een plotselingen, krachtigen ruk bevrijdde Janey Wakinshaw haar arm uit zijn greep. Ze gleed handig opzij en haar hand ging' naar het taschje, dat, toen ze de sluiting aanraakte, wijd opensprong. Nog een seconde en ze zou het wapen te pakken heb ben dat erin verborgen zatDat ze het met de genadelooze koelbloedigheid van haar mannelijke soortgenooten zou gebruiken, daar was Terry van overtuigd en een ondeelbaar klein oogenbli'k wist hij niet wat te doen. Je kon nu eenmaal een vrouw niet neerschieten, zelfs al was ze een tijgerin in menschenge- daante en niemand die Janey Wakinshaw niet in haar ware gedaante gezien had, zou ge- looven dat dat poppengezichtje en die onschul dige blauwe oogen iets tijgerachtigs verborgen. Maar hij moest haar onschadelijk maken, evenais die vage gestalte, die nu vlak bij hem was. Hij wist, dat er geen tijd was eerste met de een en daarna met den ander af te reke nen, en daarom deed hij het met beiden tege lijkertijd. Op het oogenblik, dat Miss Wakin- shaw's hand met een automatisch revolver uit het taschje te voorschijoi kwam, deed hij een sprong vooruit, greep haar beet, draaide zich vliegensvlug om en smeet haar letterlijk naar zijn anderen tegenstander. Het pistool knalde, daarbij de vrede van den nacht verstorend en de man waar Janey tegen terecht kwam uitte een vloek, toen hij van de been geworpen werd met het kleine vrouwtje languit over zich heen, wat hem verhinderde onmiddellijk han delend op te treden. En terwijl Terry Domville, die verdere verwikkelingen niet afwachtte, den tuin uitrende en als een breker van records naar zijn eigen hotel vloog, schreeuwde hij in wendig den naam van den man, wiens stem ^ij onmiddellijk herkend had: „Chanl" HOOFDSTUK XIH. Jimmy Babbage. Achter zich hoorde hij geschreeuw en het rumoer van opgewonden stemmen, maar nie mand achtervolgde hem. Hij bereikte zijn eigen hotel een beetje buiten adem, maar vol komen opgewekt en zag op de verlichte veranda zijn vrienden om een klein tafeltje zitten, met de hoofden vlak bij elkaar gesto ken. Terwijl hij nog in de schaduw stond zag hij Norma uit haar stoel opstaan en naar de balustrade loopen, waar ze in den maanver- lichten nacht naar buiten staarde. Hij kon haar gezicht heel duidelijk zien en zag dat er 'n angstig bezorgde uitdrukking op lag. Hij vermoedde wel, dat die bezorgdheid hem gold en dat ze in de war zat over zijn lang uit blijven en daarom riep hij geruststellend tegen haar: „Hallo, Norma!" „Terry!" hoorde hij haai' zijn naam tegen zijn vrienden roepen, op een toon van onuit sprekelijke opluchting in haar stem. Toen verv liet ze de balustrade en rende hem langs de veranda tegemoet. Er was een plek waar een dikke bougaln- villea, over 't latwerk geleid, zijn purperen bloesems liet vallen, zoodat zich daarachter een beschut hoekje gevormd had en daar In de zachte schaduwen, uit het gezicht van de twee mannen aan het tafeltje ontmoetten zij elkaar. De plek was op een verliefd paartje na geheel verlaten en die gingen zoo in elkaar op, dat ze geen belangstelling hadden voor iemand anders. En of Norma zich van hen be wust was of niet, ze trok zich er niets van aan, maar vloog regelrecht in de armen van den man, dien ze liefhad. Hij voelde haar van opwinding trillen en even daarna fluisterde ze bevend: „O, ik heb zoo over je in angst gezeten". .(Wordt vervolgd). De „Hollandsche Nieuwe" is er. De motorloggers VI. 114 en VI. 73 zijn gelijktijdig te Vlaardingen binnengekomen met de eerste kantjes nieuwe Hollandsche haring Koning Carol van Roemenië woonde de feestelijkheden ter gelegenheid van den nationalen Roemeenschen teestdag persoonlijk bij H. K. H. Prinses Juliana en Z. K. H. Prins Bernhard hebben Donderdag het .Coronation Ball" in Albert Hall te Londen bijgewoond. Het Prinselijk echtpaar Drink een kopje meel De demonstratiewagen van het Theebureau te Amsterdam, dal propaganda maakt voor .beter gezette thee" ten behoeve van de Ned. Indische thee cultuur, bezocht deze week de markt te Middelburg, waarde Zeeuwsche boerinnetjes zich een .kopje' goed lieten smaken De Londensche politie had heel wat moeite om de menigte in bedwang te houden, die zich langs de straten der Engelsche hoofdstad had opgesteld, toen de Koning en de Koningin Donderdag een bezoek aan East End brachten, om de versieringen in oogenschouw te nemen Een Siameesche kat te Amsterdam heeft onlangs vijf jongen ter wereld ge bracht, hetgeen voor deze kattenfamilie een zeldzaamheid is Het Engelsche Ko ninklijke gezin op den dag der kro ning van Z. M. Koning George VI en H M. Koningin Elizabeth. Het ge kroonde vorstel:;k e; tiaar met a Prinsesjes

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 16