THIJS IJS EN HET HANENEI
Besprekingen over overgave van Bilbao?
Tandheelkundig
Instituut
GEHEEL GEBIT
Economische vraagstukken
van het Britsche Rijk.
ZATERDAG 15 MEI 1937
HAARLEM'S DAGBLAD
De Spaansche burgeroorlog.
Franco wil het Baskenland geen autonomie geven.
Havas verneemt uit Saint Jean de Luz, 14
Mei: Naar vernomen wordt heeft een
Spaansch diplomaat, aanhanger van Franco
te Bilbao een onderhoud gehad met iemand,
die in nauwe betrekking staat tot de Bas-
kische regeering.
Dit onderhoud had een officieus karakter en
handelde over de proclamatie, die kort gele
den door vliegtuigen der rechtschen boven
Bilbao omlaag werden geworpen.
De Bask wilde weten of Franco bereid zou
zijn het Baskenland volledige autonomie te
verleenen. De diplomaat antwoordde hierop
ontkennend. Hij verklaarde, dat het program
ma voor een Spaanschen staat,zooals dit
werd opgesteld door het hoofdkwartier van
Salamanca, de oude „fueros" van het Basken
land zou eerbiedigen, doch dit veronderstelt
geen autonomie. De „fueros" zijn een ideaal
van de „rcquetes" en Franco beloofde deze te
eerbiedigen. Het zijn privileges inzake het
gemeentelijk bestuur en de functioneering van
de provinciale organisatie.
De proclamatie, waarvan sprake is, spoorde
de Basken aan de wapenen neer te leggen en
beloofde hen te eerbiediging van de „fueros"
sommigen beschouwden dit als een belofte
voor autonomie.
Het groote hoofdkwartier van generaal
Franco publiceert een communiqué en consta-
tert hierin gevechten aan het front van Ara-
gon. De zegevierende nationalistische op-
marsch in Biskaje wordt voorgezet", aldus
deze mededeeling, „na een strijd waarbij de
vijand in den sector ten westen van het Sollu-
bémassief werd teruggeslagen. De nationalis
ten hebben de belangrijke hoogten van Jata
bezet, alsmede de plaatsen Tollu, Achargorca,
Ribano de Arrieta en Otass Ugorio. De vijand
liet eenige honderden dooden achter.
Te Santander zet de vijand zijn wanhopige
pogingen ot> Sargentes de Lorca voort, waar
hij met groote verliezen werd afgeslagen.
Aan de fronten van Austurië, Avila en Soria
valt niets te vermelden."
Een officieel communiqué van het comité
van het Comité tot verdediging van het Bas
kenland en verspreid door radio Bilbao,
meldt, dat de opstandelingen, gesteund door
tanks, een aanval hebben ondernomen op de
stellingen der regeeering te Dacio in den
noordelijken sector van het front is Biskaje.
Deze aancal is afgeslagen en twee tanks wer
den vernield. De opstandelingen leden groote
verliezen. In het gebied van de Sollube valt
een groote activiteit der artillerie en lucht
macht van Franco te melden. De sectoren aan
dit front zijn volgens het regeeringscom-
muniqué echter ongewijzigd gebleven. Aan de
fronten van Avala en Burgos wordt artillerie
vuur waargenomen.
Voorts deelt Radio Burgos mede, dat de
rechtervleugel der troepen van Franco aan
het front van Biskaje is opgetrokken en be
langrijke stellingen heeft bezet rondom Emo-
redieta, welk plaatsje thans geheel is omringd
Uitgezonderd aan de zijde van den weg naar
Bilbao, die zich echter onder het vuur der
batterijen van Franco bevindt. Voor de eer
ste maal hebben de toestellen der regeering
Guernica gebombardeerd. Maar zij moesten
de vlucht nemen, toen een rechtsch eskader
in het zicht kwam.
Japan
Duitsch schip in nood.
Ter hoogte van de Antillen.
MARSEILLE, 15 Mei. Het radiostation Mar
seille heeft het volgende bericht opgevan
gen: Het Duitsche stoomschip „Wandsbek"
verkeert in nood nabij de Maagdeneilanden
(Antillen).
De „Wandsbek" meet. 2440 ton en. is af
komstig uit Hamburg.
Parijsche Wereldtentoonstelling
wordt op 24 Mei geopend.
Het Nederlandsche paviljoen op 28 Mei.
Het commissariaat-generaal van de Parij
sche wereldtentoonstelling heeft bevestigd,
dat de opening van de tentoonstelling vast
gesteld blijft op Maandag 24 Mei. Den dag
daarop zal de tentoonstelling voor het pu
bliek worden opengesteld. Op 2'5 Mei zullen
tevens de Belgische, Italiaansche, Noorsche,
Deensche en Sovjet-Russische paviljoens
worden geopend. Het Duitsche paviljoen zal
26 Mei worden geopend, het Zweedsche 27
Mei en het Nederlandsche 28 Mei.
OVEREENSTEMMING IN DE STAAL
FABRIEKEN TE PITTSBURGH.
Gistermiddag is de staking in de fabrieken
der staalonderneming van Jones en Laugh-
lin te Pittsburgh beëindigd. Philip Murray,
de rechterhand van Lewis, heeft aangekon
digd, dat een voorloopige overeenkomst tot
stand is gekomen.
De
„Hunter" vermoedelijk op een
mijn geloopen.
Meening der Britsche admiraliteit.
De Britsche admiraliteit deelt me
de, dat de „Hunter", naar uit het
voorloopig onderzoek is gebleken,
waarschijnlijk op een mijn is geloo
pen. Er zullen geen nieuwe bijzon
derheden bekend worden gemaakt,
voordat de torpedojager in 't droog
dok is geplaatst. Op het oogenblik
wordt de ..Hunter" door twee Brit
sche torpedojagers naar Gibraltar
gesleept.
Havas meldt nog uit Almeria, dat de
Hunter" aan weerszijden van den boeg twee
scheuren vertoont. De scheur aan bakboord
zijde is veel grooter dan de andere, die wel
licht [moet worden toegeschreven aan de se
condaire uitwerking van de ontploffing.
De gewonden zijn, voorzoover zij vervoerd
konden worden, van het provinciale mili
taire hopitaal aan boord van een der gister
nacht aangekomen Britsche torpedojagers
gebracht. In het hospitaal bevinden zich
thans nog zes ernstig gewonden.
Drie slachtoffers van de ontploffing zijn
op het Engelsche kerkhof te Almeria ter-
aardebesteld.
Volgens een mededeeling der Spaansche
regeering te Valencia heeft de snelle hulp
voorkomen, dat de Britsche torpedojager
„Hunter" geheel verloren is gegaan.
De bemanning had het schip, dat snel
zonk, reeds verlaten om in de booten de
kust te bereiken, doch toen zij den Spaan
schen torpedojager „Lazaga" zagen nade
ren. keerde zij aan boord teimg om bij het
sleepen te helpen. De „Lazaga" nam on
middellijk het zinkende schip op sleeptouw,
terwijl talrijke pompen het water uit schip
pompten. Duikers slaagden er in een aantal
waterdichte schotten te sluiten. Men heeft
evenwel het stoffelijk overschot van de vier
mannen, die zich in de machinekamer be
vonden, nog niet kunnen vinden.
Seyoekai en Mhiseito vormen
een front.
De secretaris-generaal van de Minseito-
partij en die van de Seijoekai-partij hebben
van gedachten gewisseld over een gezamen
lijke campagne der beide partijen tegen de
Japansche regeering. Men acht het waar
schijnlijk, dat een gezamenlijke vergadering
van de twee partijen wordt gehouden, waar
in zij de regeering haar steun zullen ont
zeggen.
Men meent te weten, dat de minister-pre
sident Hajasji op de conferentie der provin
ciale gouverneurs opnieuw zijn besluit te
kennen zal geven, aan de macht te blijven en
in de buitengewone zitting van den land
dag belangrijke wetsvoorstellen in te dienen.
Tsj echo «-Slowakije
Habsburgers den toegang tot het
land ontzegd.
In het nieuwe wetboek van strafrecht voor
Tsjecho-Slowakije bevatten de paragrafen
aangaande de landsverdediging ook artike
len, waarbij de Habsburgers de toegang tot
het grondgebied der republiek wordt ver
boden.
Een nieuwe paragraaf voorziet in straffen
wegens beleediging van vreemde staatshoof
den en hun vertegenwoordigers.
Damtzig
Duitsch-Nationale Volkspartij
ontbindt zichzelf.
De Duitsche nationale Volkspartij heeft op
een buitengewonan partijdag met algemeene
stemmen besloten de partij te ontbinden,
meldt het D.N.B.
De leider Weise betoogde, dat het tijdstip
der ontbinding reeds lang was aangebroken
en dat aan den broederstrijd in Dantzig een
eind moest worden gemaakt, daar zij het
Duitsche belang schaadde
Eimgelaocll
Ba Idwin opent de Rijks-
conferentie.
De Engelsche ministerpresident Baldwin
heeft gisteren de rijksconferentie geopend met
een rede, waarin hij zeide o.a.:
„De zichzelf besturende deelen van het
Britsche Gemeenebest zijn tot een bond van
volken geworden, elk met zijn eigen souvereine
vrijheid, doch wij zijn gewoon samen te wer
ken bij vraagstukken van gemeen belang en
wij zijn allen verbonden aan de kroon.
Gedurende de belangrijke laatste jaren is
het beginsel van samenwerking voor ons een
vast beginsel gebleven, maar indien men wil,
dat dat principe vrijelijk wordt toegepast, moe
ten de naties, die er in gelooven, de grond
slagen daarvan versterken door het beginsel
te handhaven. Wij moeten er ons op dit oogen
blik van bewust zijn, dat ons de bescherming
onzer idealen is opgelegd. En ik geloof, dat dit
een groote dienst is, die het Gemeenebest
niet alleen zichzelf, maar ook de rest van de
wereld door zijn voorbeeld kan bewijzen, Wij
zijn als verbondenen in een groote onderne
ming gezamenlijk verantwoordelijk voor een
nieuwe proefneming, die door haar slagen of
mislukken, een grooten invloed op de toekomst
der menschheid zal hebebn. Wij gelooven in
overeenstemming als de groote uitkomst en
in de democratische instellingen als regee-
ringswijze. Wij hebben daarin vertrouwen, om
dat het naar onze meening de beste middelen
zijn ter bewaring van de dingen, waaraan wij
waarde hechten, de vrijheid en de individueele
vrijheid van geweten en van woord. Maar
daarom onderschatten wij niet de waarde van
de gedachte, waaraan andere regeeringsvor-
men hechten: de dienst aan den staat.
Hoewel wij ook andere vraagstukken zullen
bespreken, zijn wij het er over eens, dat de
buitenlandsche aangelegenheden en de lands
verdediging de voornaamste onderwerpen zul
len zijn.
Baldwin zeide de noodzakelijkheid der ruï
neuze herbewapeningen te betreuren en ver-
vologde: „Wij zullen moeten nagaan, of wij
met behoud van onze vrijheid van handelen
en besluit onze politiek kunnen vereenigen,
zoodat wij elkander en de zaak van de vrede
van voordeel kunnen zijn."
Vervolgens spraken de vertegenwoordigers
der verschillende dominions en generaal
Hertzog, de vertegenwoordiger van de Unie
van Zuid-Afrika.
AUTOBUSSTAKING TE LONDEN WORDT
VOORTGEZET.
De conferentie der gedelegeerden van het
Londensche autobuspersoneel heeft beslo
ten, de staking in autobusbedrijf voort te
zetten. Zes-en-veertig garages stemden voor,
vier tegen voortzetting.
Bij telling van de door elk der 50 garages
uitgebrachte stemmen bleek, dat in totaal
17.459 stakers voor en 1776 tegen voortzetting
der staking hebben gestemd,
RIJKSSTRAATWEG 16
HAARLEM-NOORD. TELEF. 1672»
Pijnloos trekken inbegrepen
Tegen onze bekende LAGE
TARIEVEN. (Met garantie).
BESLIST PIJNLOOZE BEHANDELING.
Spreekuren alle werkdagen
van 912 en 14 uur, Zaterd. 912 uur
Avondspreekuren
Dinsdag, Woensd. en Donderd. v. 79 u.
(Adv. Ingez. Med.)
Merrill terug in de Ver. Staten.
Een nieuw record van Oost naar West.
Merill is Vrijdagmiddag om 4 u. 35 (New-
Yorkschen tijd) te Quincy geland, d.w.z. 22y2
uur nadat hij in Engeland was opgestegen. De
mist, die hem belette zich te oriënteeren, was
een der oorzaken, dat hij te Quincy is geland.
Merrill en Lambie hebben 'n nieuw record ge
vestigd voor de vlucht over den Atlantischen
Oceaan in de richting Oost naar West. Bij hun
aankomst werden zij door 5000 toeschouwers
toegejuicht.
Na een oponthoud van twintig minuten op
het vliegveld Quincy, is Merrill te acht uur
gisteravond doorgevlogen naar New-York. Hij
verklaarde geen moeilijkheden te hebben ge
had, doch het weer was slecht en daarom had
hij besloten, zijn benzinevoorraad te Quincy
aan te vullen. Ten slotte zijn Merrill en
Lambie om 7 u. 20 A.T. te New-York aange
komen.
INSTORTINGEN TE VBNIETIë.
VENETIë, 14 Mei. (Havas-A.N.P.)
Tengevolge van een instorting zijn
vier huizen vernield. Een tiental men-
sohen zou om het leven zijn gekomen,
terwijl er vele gewonden zouden
zijn.
Onze gezant in Denemarken zal
ontslag vragen.
Onze gezant te Kopenhagen, W. L. F. C.
Ridder van Rappard is voornemens binnen
kort ontslag uit den diplomatleken dienst te
vragen. Ridder van Rappard heeft ruim 40
jaren deel uitgemaakt van het corps van
Nederlandsche diplomaten en ons land op
vele belangrijke posten op waardige wijze
vertegenwoordigd.
In 11917 werd hij benoemd tot buitenge
woon gezant en gevolmachtigd minister,
aanvankelijk werkzaam op het departement
van Buitenlandsche Zaken en later als zoo
danig bij de regeeringen van Denemarken en
Noorwegen, met standplaats Kopenhagen.
In 1922 werd het ambtsgebied van onzen
gezant nog uitgebreid, toen hij ook geaccre
diteerd werd bij de regeeringen van Estland,
Letland en Lithauen. In 1936 kwam in de
zen toestand echter weer een wijziging en
werd hij Nederlandsch vertegenwoordiger
alleen bij het Deensche hof.
De heer Van Rappard was in Kopenhagen
eenzeer geziene-figuur. Hij was Deken van
het diplomatieke corps in de Deensche
hoofdstad. Voor de Nederlandsche belangen
in Scandinavië heeft 'hij zeer veel gedaan.
Vooral in de laatste jaren met de vele han
delsbesprekingen en handelsmoeilijkheden
heeft de heer Van Rappard steeds met kracht
de Nederlandsche belangen verdedigd.
„Weenen aan de Veclit".
Circulaire aan liefdadige instellingen.
Het comité „Weenen aan de Vecht", waar
van het secretariaat is gevestigd in het ge
bouw Heystee, Reguliersdwarsstraat 108'
114, telefoon 34520, Amsterdam, heeft thans
aan alle instellingen met een liefdadig ka
rakter in Nederland een circulaire gezon
den. Hierin wordt een uiteenzetting gegeven
van de plannen voor het grootsche avond
feest op het kasteel Nijenrode op 17 Juni a.s.
„Weenen aan de Vecht" en wordt er op ge
wezen, dat elke liefdadige instelling, welke
begunstigers heeft, die bereid zijn een mi
nimum-bedrag van f 100 ter beschikking te
stellen, een deel van de opbrengst van dit
feest kan krijgen.
Hetcomité deelt ons verder nog mede, dat,
mocht een of andere instelling vergeten zijn,
deze zich ten spoedigste met het secreta
riaat in verbinding kan stellen en dat ook
particulieren en zij, die meenen anderen te
kunnen bewegen tot deelneming aan dezen
feestavond, zich tot het secretariaat kunnen
wenden.
Door SIR JOSIAH STAMP
directeur van de Bank of England.
De „gemiddelde mensch" heeft er nog steeds
geen idee van, dat het Britsche Imperium met
nog andere problemen te maken heeft dan
een imperium in het algemeen al heeft, be
halve dan misschien, dat de poging de een of
andere economische eenheid te vormen
waarbij de deelen niets van hun autonomie
verliezen en toch door die bijzondere econo
mische groepeering er op vooruitgaan op
zichzelf niet het werkelijke Imperiale vraag
stuk is. Hebben de Dominions en de koloniën
problemen, die zij niet zouden hebben, als zij
niet verbonden waren en er geen onderlinge
belangengemeenschap bestond? Ligt het eenige
verschillende vraagstuk niet in de poging de
idee der imperiale economische eenheid door
te voeren, daar waai- de gewone economische
geografie niet tot dat doel leidt? Is de conso
lidatie van het Imperium afhankelijk van eco
nomische offers of kunnen we met vertrouwen
aannemen, dat zij economische welvaart voor
ieder garandeert? Als dat het geval is, is
„offer" het verkeerde woord, want de winst zal
uiteindelijk domineer en. En als dat de bedoe
ling is kunnen we dan garandeeren, dat het
offer van ieder deel gelijk is. en dat het zal
worden opgeheven door de winst, die elk deel
toevloeit?
Dit is de aard der vragen, die nog steeds ge
steld worden en die grootendeels onbeant
woord blijven Het is gemakkelijk aan te toonen,
dat de inter-imperiale handel meer in omvang
gegroeid is dan de niet-imperiale handel en
natuurlijk zullen speciale preferentieele maat
regelen den totalen handel in de gevraagde
richtingen leiden. Maar wij hebben niet het
bewijs, dat de totale handel zelf is toegeno
men, vergeleken bij wat hij zou geweest zijn
zonder die hervormende maatregelen. En zeker
is dit het punt waar het 't meest op aankomt,
al is het niet de eenige toets.
Er is geen groote intelligentie of economische
zelfverloochening voor noodig om de Impe
riale Conferentie met de volgende individueele
verklaring in te gaan:
„Wij gelooven in de economische solidariteit
van het Imperium en andere dingen van ge
lijke strekking, wij willen met de landen van
het Rijk handel drijven volgens gunstiger
voorwaarden, dan die tegenover de landen bui
ten het Imperium gelden, mits wij er geen
schade onder lijden". Zelfs zou verklaard kun
nen worden: „Wij willen gebonden worden door
de banden van het Rijk, daar waar zij ons niet
wonden en ons niet ernstig in ons handelen
beperken". En de „geest van Ottawa", die aan
zet tot het probeeren van experimenten en het
nemen van risico's met wederzij dsche „offers"
teneinde tf onderzoeken in hoeverre de idee der
economische solidariteit inderdaad een eco
nomische zegen is, is springlevend. Er zal, in
het licht der ervaring, een neiging bestaan het
bestaande plan der Ottawa-verplichtingen te
herzien, maar over het algemeen betwijfel ik,
of de bepalingen betreffende uitsluiting van
den niet-imperialën handel zullen worden uit
gebreid. Eerder zal de neiging bestaan die be
palingen te verzachten.
Voor Canada in het bijzonder is het steeds
moeilijker haar natuurlijke economische posi
tie tegenover de Vereenigde Staten in overeen
stemming te brengen, met de meer toevallige
betrekkingen en verplichtingen, die zij met het
Rijk onderhoudt, vooral sinds de Vereenigde
Staten geneigd zijn een politiek te voeren van
vrije, directe overeenkomsten, ingeval er sprake
is van duidelijk wederzijdsch voordeel. De taak
van Groot-Brittannië aan het hoofd te gaan
van een beweging voor vrijeren handel zoo
als de noordelijke pioniers van de Oslogroep
hebben voorgestaan en tegelijkertijd de ge
dachte van de Imperiale Eenheid te blijven
volgen, wordt niet eenvoudiger. In het bijzon
der zal de clausule van de „meestbegunstig-
de natie" steeds moeilijker te handhaven zijn.
Maar de Imperiale gedachte schoot wortel te
Ottawa, zij was zeer zorgvuldig geplant en het
zal de algemeene wensch zijn haar vruchten
niet'zoo spoedig op te geven. Juist de onrust
van de wereld en haar zelfzuchtige theorieën
moeten de essentieele deelen van het Rijk,
waarin de Angelsaksische gedachte over-
heerscht, nader tot elkaar brengen teneinde
het geheel te behouden. Op een onlangs in de
Canadeesche stad Saskatchewan gehouden bij
eenkomst verklaarde de minister van openbare
werken, dat gebrek aan samenwerking bij ons
zelf de bron van al het kwaad was. Wat zijn
land noodig heeft is een vrije beweging van
goederen, verkeer, kapitaal, credieten en men-
schen binnen het Rijk en niets van dit alles
werd vergemakkelijkt door de Canadeesche
politiek.
Maar de handelsschikkingen vormen niet het
totaal der Imperiale vraagstukken. De Domi
nions en Indië hebben minder neiging tot toe
geeflijkheid dan vroeger, nu hun eigen fabrie
ken gestadig groeien, onze bevolkingsaanwas in
tempo vermindert gelijk met onze vraag naar
tarwe, en onze binnenlandsche productie toe
neemt. Toch willen zij doorgaan met leenen
ONZE DACEUJKSCHE KINDERVERTELLING.
op de Londensche markt en wel zonder dat
Londen aandacht schenkt aan hun eigen
politieke programma's. Als deze leeningen kun
nen worden uitgevoerd door middel van het
aanvaarden van het overschot van den Brit-
schen uitvoer, zooals in het Victoriaansche
tijdperk geschiedde, is de toestand opperbest;
indien dit niet het geval is wordt het finan-
cieele vraagstuk acuut. Bovendien brengt de
financieele afhankelijkheid van het Britsche
kapitaal zekere wederzij dsche verplichtingen
met zich mee, of in ieder geval consequenties
verband houdend met immigratie, die niet al
gemeen erkend worden.
Het Imperiale vraagstuk van de handhaving
van het pond sterling en de wederzij dsche af
hankelijkheid er van, is niet het minst belang
rijk. De ligging van de goudmijnen in Zuid-
Afrika en de veranderde richting bij de ont-
dekking van kunstmatige mijnen in Indië, heb
ben de laatste jaren een diepgaande'n invloed
op het lot van het pond sterling gehad. Als
er een druk op het pond ligt, rust deze dan j
uitsluitend op de groote, maar zuiver Britsche
reserve in Londen? Zullen de Dominions het
pond verdedigen als het in moeilijkheden ver-
keert, of zich onthouden van iedere financieele
actie? De oplossing van het vraagstuk zal in
belangrijke mate worden bevorderd, zoo niet
door bij voorbaat getroffen schikkingen, in
ieder geval door het wederzij dsche vertrouwen
en de gelijke taak van de centrale banken van
het Rijk, een „ketting", die onlangs werd vol
tooid met Australië, Nieuw Zeeland, Zuid-
Afrika, Canada en Indië. Deze banken hebben
elk een andere historische evolutie achter zich,
zij staan dikwijls zeer afgunstig tegenover het
binnenlandsche bankwezen en de regeerings-
kringen, en hun „kinderjaren" zijn veelbewo
gen geweest. De idee van coöperatie wordt dik
wijls beschouwd als ondergeschiktheid, dicta
tuur door de Bank of Engeland. Niettemin is
naar mijn meening de financieele band voor
bestemd een der grootste schakels van het
Rijk te worden en ons Imperiaal vraagstuk
dient het begrip voor hun belangrijkheid en
waarde eerder aan te kweeken dan het gevaar
van hun onderlinge afhankelijkheid.
Last not least kan Duitschland zijn eisch tot
koloniale expansie, ofschoon de zuiver econo
mische argumenten niet al te sterk zijn, door
zetten om redenen van prestige en psycholo
gisch inzicht. Het zoeken naar een oplossing
kan in de Imperiale betrekkingen een nieuwe
spanning teweegbrengen, die zich tot op het
economische gebied kan uitstrekken. Boven
dien is juist de discussie daarover een ver
zwakking geweest van Engeland's rechten om
de regeling betreffende den handel der niet-
zelfrègeerende koloniën te „decreteeren", den
handel, waarvan men zegt, dat hij voorname
lijk aan het moederland ten goede komt, niet
tegenstaande het feit, dat de kleine winsten
in dat opzicht slechts een zwakke vergoeding
zijn voor de verantwoordelijkheid der Brit
sche regeering, v^dediging en financieele ont
wikkeling. In tijden van nood heeft de politieke
solidariteit van het Rijk ons allen verbaasd.
Het is geen toevallige verbintenis en zijn on
zichtbare banden zijn sterker dan zijn voorge
schreven controle-bevoegdheden, sterker zelfs,
dan zijn economische belangen.
(Nadruk verboden.)
Dc Patria-affaire.
Tegen oud-directeur anderhalf jaar
gevangenisstraf geëischt.
Toen in November 1935 de N.V. Patria-Ver-
zekerings-Maatschappij failleerde, bleek al
spoedig, dat er manipulaties waren verricht,
die niet door den beugel konden. In September
van dat jaar was het aandeelenkapitaal groo
tendeels in buitenlandsche handen overge
gaan. De oorspronkelijke houders van de aan-
deelen, waarop een aanzienlijk obligo rustte,
waren, toen de zaken van de Patria niet meer
zoo goed marcheerden, wel geneigd gehoor te
geven aan de aanbiedingen van een Fransch-
Engelsche groep, die de aandeelen, met de
daarop rustende verplichting tot bijstorting,
wilde overnemen met een bijbetaling van de
zijde der eerstgenoemden van f 250 per aan
deel. Blijkens een afstempeling op deze aan
deelen heeft de volstorting ook plaats gehad,
doch, naar gebleken is, nooit in contanten,
maar door inbreng van de aandeelen van een
Engelsche verzekeringsmaatschappij van twij
felachtig kaliber. Het gerechtelijk vooronder
zoek in deze affaire is nog niet geheel geëin
digd, doch Donderdag reeds behandelde de
rechtbank een zaak, die zij het dat zij niet in
rechtstreeks verband staat met al het duistere,
dat met de Patria-aandeelen is geschied, toch
een uitvloeisel is van het gerechtelijk onder
zoek, dat naar de Patria is ingesteld.
Terecht gestaan heeft de 68-jarige assura
deur P. J. C. A. v. d. L., uit den Haag, die van
1896 tot 1931 directeur van de Patria is ge
weest en die zich in de jaren 1927 en 1928 aan
valschheid in geschrifte zou hebben schuldig
gemaakt.
Aan den verdachte was ten laste gelegd, dat
hij in een algemeene vergadering van aandeel
houders heeft doen vaststellen en goekeuren
de balans der N.V. per 31 December 1927 en de
winst- en verliesrekening op dien datum, welke
stukken daarna door hem en commissarissen
zijn onderteekend, hoewel verdachte wist, dat
op die balans verschillende posten valschelijk
en in strijd met de waarheid waren geboekt,
hetgeen eveneens het geval was ten aanzien
van de winst- en verliesrekening.
Voorts zijn verdachte dezelfde handelingen j
ten laste gelegd ten opzichte van het boek
jaar 1928.
De Officier van Justitie eischte een gevan
genisstraf van anderhalf Jaar.
O, wat gaat dat wandelen in het bosch moeilijk. Steeds dichter
wordt het struikgewas en Thijs raakt zelfs dikwijls in het struikgewas
verward. Maar eindelijk komt hij toch bij den rand van het woud
aan. Daar ziet hij alweer een stuk van de blauwe lucht. Dat gezicht
doet hem goed. En wat is dat? Thijs ontdekt, dat hij al vlak bij de
plek is, waar hij wezen moet, want de grot van toovenaar Tingeling
ligt precies aan den overkant!
„Ik zal zien of ik hem kan foppen!" denkt Thijs.
BOND VAN WERKLOOZE ONDERWIJZERS
OPGERICHT.
Op een te Stadskanaal gehouden vergade
ring werd opgericht de Nederlandsche bond
van werklooze onderwijzers. Deze bond stelt j
zich ten doel, verbetering te scheppen in f
vooruitzichten van de jonge onderwijzers,
speciaal ten aanzien van het instituut „kwee-
keling-met-acte". Getracht zal worden, alle
werklooze onderwijzers, van het openbaar
zoowel als van het bijzonder onderwijs in een
grooten bond onder te brengen, tenehide
sterker te staan tegenover het thans ten op
zichte van de kweekeling-met-acte meer en
meer gevolgde systeem. Als secretaris werd
benoemd de heer K. Geertsema te Stads
kanaal.