THIJS IJS EN HET HANENEI Besprekingen over overgave van Bilbao? Tandheelkundig Instituut GEHEEL GEBIT Economische vraagstukken van het Britsche Rijk. ZATERDAG 15 MEI 1937 HAARLEM'S DAGBLAD De Spaansche burgeroorlog. Franco wil het Baskenland geen autonomie geven. Havas verneemt uit Saint Jean de Luz, 14 Mei: Naar vernomen wordt heeft een Spaansch diplomaat, aanhanger van Franco te Bilbao een onderhoud gehad met iemand, die in nauwe betrekking staat tot de Bas- kische regeering. Dit onderhoud had een officieus karakter en handelde over de proclamatie, die kort gele den door vliegtuigen der rechtschen boven Bilbao omlaag werden geworpen. De Bask wilde weten of Franco bereid zou zijn het Baskenland volledige autonomie te verleenen. De diplomaat antwoordde hierop ontkennend. Hij verklaarde, dat het program ma voor een Spaanschen staat,zooals dit werd opgesteld door het hoofdkwartier van Salamanca, de oude „fueros" van het Basken land zou eerbiedigen, doch dit veronderstelt geen autonomie. De „fueros" zijn een ideaal van de „rcquetes" en Franco beloofde deze te eerbiedigen. Het zijn privileges inzake het gemeentelijk bestuur en de functioneering van de provinciale organisatie. De proclamatie, waarvan sprake is, spoorde de Basken aan de wapenen neer te leggen en beloofde hen te eerbiediging van de „fueros" sommigen beschouwden dit als een belofte voor autonomie. Het groote hoofdkwartier van generaal Franco publiceert een communiqué en consta- tert hierin gevechten aan het front van Ara- gon. De zegevierende nationalistische op- marsch in Biskaje wordt voorgezet", aldus deze mededeeling, „na een strijd waarbij de vijand in den sector ten westen van het Sollu- bémassief werd teruggeslagen. De nationalis ten hebben de belangrijke hoogten van Jata bezet, alsmede de plaatsen Tollu, Achargorca, Ribano de Arrieta en Otass Ugorio. De vijand liet eenige honderden dooden achter. Te Santander zet de vijand zijn wanhopige pogingen ot> Sargentes de Lorca voort, waar hij met groote verliezen werd afgeslagen. Aan de fronten van Austurië, Avila en Soria valt niets te vermelden." Een officieel communiqué van het comité van het Comité tot verdediging van het Bas kenland en verspreid door radio Bilbao, meldt, dat de opstandelingen, gesteund door tanks, een aanval hebben ondernomen op de stellingen der regeeering te Dacio in den noordelijken sector van het front is Biskaje. Deze aancal is afgeslagen en twee tanks wer den vernield. De opstandelingen leden groote verliezen. In het gebied van de Sollube valt een groote activiteit der artillerie en lucht macht van Franco te melden. De sectoren aan dit front zijn volgens het regeeringscom- muniqué echter ongewijzigd gebleven. Aan de fronten van Avala en Burgos wordt artillerie vuur waargenomen. Voorts deelt Radio Burgos mede, dat de rechtervleugel der troepen van Franco aan het front van Biskaje is opgetrokken en be langrijke stellingen heeft bezet rondom Emo- redieta, welk plaatsje thans geheel is omringd Uitgezonderd aan de zijde van den weg naar Bilbao, die zich echter onder het vuur der batterijen van Franco bevindt. Voor de eer ste maal hebben de toestellen der regeering Guernica gebombardeerd. Maar zij moesten de vlucht nemen, toen een rechtsch eskader in het zicht kwam. Japan Duitsch schip in nood. Ter hoogte van de Antillen. MARSEILLE, 15 Mei. Het radiostation Mar seille heeft het volgende bericht opgevan gen: Het Duitsche stoomschip „Wandsbek" verkeert in nood nabij de Maagdeneilanden (Antillen). De „Wandsbek" meet. 2440 ton en. is af komstig uit Hamburg. Parijsche Wereldtentoonstelling wordt op 24 Mei geopend. Het Nederlandsche paviljoen op 28 Mei. Het commissariaat-generaal van de Parij sche wereldtentoonstelling heeft bevestigd, dat de opening van de tentoonstelling vast gesteld blijft op Maandag 24 Mei. Den dag daarop zal de tentoonstelling voor het pu bliek worden opengesteld. Op 2'5 Mei zullen tevens de Belgische, Italiaansche, Noorsche, Deensche en Sovjet-Russische paviljoens worden geopend. Het Duitsche paviljoen zal 26 Mei worden geopend, het Zweedsche 27 Mei en het Nederlandsche 28 Mei. OVEREENSTEMMING IN DE STAAL FABRIEKEN TE PITTSBURGH. Gistermiddag is de staking in de fabrieken der staalonderneming van Jones en Laugh- lin te Pittsburgh beëindigd. Philip Murray, de rechterhand van Lewis, heeft aangekon digd, dat een voorloopige overeenkomst tot stand is gekomen. De „Hunter" vermoedelijk op een mijn geloopen. Meening der Britsche admiraliteit. De Britsche admiraliteit deelt me de, dat de „Hunter", naar uit het voorloopig onderzoek is gebleken, waarschijnlijk op een mijn is geloo pen. Er zullen geen nieuwe bijzon derheden bekend worden gemaakt, voordat de torpedojager in 't droog dok is geplaatst. Op het oogenblik wordt de ..Hunter" door twee Brit sche torpedojagers naar Gibraltar gesleept. Havas meldt nog uit Almeria, dat de Hunter" aan weerszijden van den boeg twee scheuren vertoont. De scheur aan bakboord zijde is veel grooter dan de andere, die wel licht [moet worden toegeschreven aan de se condaire uitwerking van de ontploffing. De gewonden zijn, voorzoover zij vervoerd konden worden, van het provinciale mili taire hopitaal aan boord van een der gister nacht aangekomen Britsche torpedojagers gebracht. In het hospitaal bevinden zich thans nog zes ernstig gewonden. Drie slachtoffers van de ontploffing zijn op het Engelsche kerkhof te Almeria ter- aardebesteld. Volgens een mededeeling der Spaansche regeering te Valencia heeft de snelle hulp voorkomen, dat de Britsche torpedojager „Hunter" geheel verloren is gegaan. De bemanning had het schip, dat snel zonk, reeds verlaten om in de booten de kust te bereiken, doch toen zij den Spaan schen torpedojager „Lazaga" zagen nade ren. keerde zij aan boord teimg om bij het sleepen te helpen. De „Lazaga" nam on middellijk het zinkende schip op sleeptouw, terwijl talrijke pompen het water uit schip pompten. Duikers slaagden er in een aantal waterdichte schotten te sluiten. Men heeft evenwel het stoffelijk overschot van de vier mannen, die zich in de machinekamer be vonden, nog niet kunnen vinden. Seyoekai en Mhiseito vormen een front. De secretaris-generaal van de Minseito- partij en die van de Seijoekai-partij hebben van gedachten gewisseld over een gezamen lijke campagne der beide partijen tegen de Japansche regeering. Men acht het waar schijnlijk, dat een gezamenlijke vergadering van de twee partijen wordt gehouden, waar in zij de regeering haar steun zullen ont zeggen. Men meent te weten, dat de minister-pre sident Hajasji op de conferentie der provin ciale gouverneurs opnieuw zijn besluit te kennen zal geven, aan de macht te blijven en in de buitengewone zitting van den land dag belangrijke wetsvoorstellen in te dienen. Tsj echo «-Slowakije Habsburgers den toegang tot het land ontzegd. In het nieuwe wetboek van strafrecht voor Tsjecho-Slowakije bevatten de paragrafen aangaande de landsverdediging ook artike len, waarbij de Habsburgers de toegang tot het grondgebied der republiek wordt ver boden. Een nieuwe paragraaf voorziet in straffen wegens beleediging van vreemde staatshoof den en hun vertegenwoordigers. Damtzig Duitsch-Nationale Volkspartij ontbindt zichzelf. De Duitsche nationale Volkspartij heeft op een buitengewonan partijdag met algemeene stemmen besloten de partij te ontbinden, meldt het D.N.B. De leider Weise betoogde, dat het tijdstip der ontbinding reeds lang was aangebroken en dat aan den broederstrijd in Dantzig een eind moest worden gemaakt, daar zij het Duitsche belang schaadde Eimgelaocll Ba Idwin opent de Rijks- conferentie. De Engelsche ministerpresident Baldwin heeft gisteren de rijksconferentie geopend met een rede, waarin hij zeide o.a.: „De zichzelf besturende deelen van het Britsche Gemeenebest zijn tot een bond van volken geworden, elk met zijn eigen souvereine vrijheid, doch wij zijn gewoon samen te wer ken bij vraagstukken van gemeen belang en wij zijn allen verbonden aan de kroon. Gedurende de belangrijke laatste jaren is het beginsel van samenwerking voor ons een vast beginsel gebleven, maar indien men wil, dat dat principe vrijelijk wordt toegepast, moe ten de naties, die er in gelooven, de grond slagen daarvan versterken door het beginsel te handhaven. Wij moeten er ons op dit oogen blik van bewust zijn, dat ons de bescherming onzer idealen is opgelegd. En ik geloof, dat dit een groote dienst is, die het Gemeenebest niet alleen zichzelf, maar ook de rest van de wereld door zijn voorbeeld kan bewijzen, Wij zijn als verbondenen in een groote onderne ming gezamenlijk verantwoordelijk voor een nieuwe proefneming, die door haar slagen of mislukken, een grooten invloed op de toekomst der menschheid zal hebebn. Wij gelooven in overeenstemming als de groote uitkomst en in de democratische instellingen als regee- ringswijze. Wij hebben daarin vertrouwen, om dat het naar onze meening de beste middelen zijn ter bewaring van de dingen, waaraan wij waarde hechten, de vrijheid en de individueele vrijheid van geweten en van woord. Maar daarom onderschatten wij niet de waarde van de gedachte, waaraan andere regeeringsvor- men hechten: de dienst aan den staat. Hoewel wij ook andere vraagstukken zullen bespreken, zijn wij het er over eens, dat de buitenlandsche aangelegenheden en de lands verdediging de voornaamste onderwerpen zul len zijn. Baldwin zeide de noodzakelijkheid der ruï neuze herbewapeningen te betreuren en ver- vologde: „Wij zullen moeten nagaan, of wij met behoud van onze vrijheid van handelen en besluit onze politiek kunnen vereenigen, zoodat wij elkander en de zaak van de vrede van voordeel kunnen zijn." Vervolgens spraken de vertegenwoordigers der verschillende dominions en generaal Hertzog, de vertegenwoordiger van de Unie van Zuid-Afrika. AUTOBUSSTAKING TE LONDEN WORDT VOORTGEZET. De conferentie der gedelegeerden van het Londensche autobuspersoneel heeft beslo ten, de staking in autobusbedrijf voort te zetten. Zes-en-veertig garages stemden voor, vier tegen voortzetting. Bij telling van de door elk der 50 garages uitgebrachte stemmen bleek, dat in totaal 17.459 stakers voor en 1776 tegen voortzetting der staking hebben gestemd, RIJKSSTRAATWEG 16 HAARLEM-NOORD. TELEF. 1672» Pijnloos trekken inbegrepen Tegen onze bekende LAGE TARIEVEN. (Met garantie). BESLIST PIJNLOOZE BEHANDELING. Spreekuren alle werkdagen van 912 en 14 uur, Zaterd. 912 uur Avondspreekuren Dinsdag, Woensd. en Donderd. v. 79 u. (Adv. Ingez. Med.) Merrill terug in de Ver. Staten. Een nieuw record van Oost naar West. Merill is Vrijdagmiddag om 4 u. 35 (New- Yorkschen tijd) te Quincy geland, d.w.z. 22y2 uur nadat hij in Engeland was opgestegen. De mist, die hem belette zich te oriënteeren, was een der oorzaken, dat hij te Quincy is geland. Merrill en Lambie hebben 'n nieuw record ge vestigd voor de vlucht over den Atlantischen Oceaan in de richting Oost naar West. Bij hun aankomst werden zij door 5000 toeschouwers toegejuicht. Na een oponthoud van twintig minuten op het vliegveld Quincy, is Merrill te acht uur gisteravond doorgevlogen naar New-York. Hij verklaarde geen moeilijkheden te hebben ge had, doch het weer was slecht en daarom had hij besloten, zijn benzinevoorraad te Quincy aan te vullen. Ten slotte zijn Merrill en Lambie om 7 u. 20 A.T. te New-York aange komen. INSTORTINGEN TE VBNIETIë. VENETIë, 14 Mei. (Havas-A.N.P.) Tengevolge van een instorting zijn vier huizen vernield. Een tiental men- sohen zou om het leven zijn gekomen, terwijl er vele gewonden zouden zijn. Onze gezant in Denemarken zal ontslag vragen. Onze gezant te Kopenhagen, W. L. F. C. Ridder van Rappard is voornemens binnen kort ontslag uit den diplomatleken dienst te vragen. Ridder van Rappard heeft ruim 40 jaren deel uitgemaakt van het corps van Nederlandsche diplomaten en ons land op vele belangrijke posten op waardige wijze vertegenwoordigd. In 11917 werd hij benoemd tot buitenge woon gezant en gevolmachtigd minister, aanvankelijk werkzaam op het departement van Buitenlandsche Zaken en later als zoo danig bij de regeeringen van Denemarken en Noorwegen, met standplaats Kopenhagen. In 1922 werd het ambtsgebied van onzen gezant nog uitgebreid, toen hij ook geaccre diteerd werd bij de regeeringen van Estland, Letland en Lithauen. In 1936 kwam in de zen toestand echter weer een wijziging en werd hij Nederlandsch vertegenwoordiger alleen bij het Deensche hof. De heer Van Rappard was in Kopenhagen eenzeer geziene-figuur. Hij was Deken van het diplomatieke corps in de Deensche hoofdstad. Voor de Nederlandsche belangen in Scandinavië heeft 'hij zeer veel gedaan. Vooral in de laatste jaren met de vele han delsbesprekingen en handelsmoeilijkheden heeft de heer Van Rappard steeds met kracht de Nederlandsche belangen verdedigd. „Weenen aan de Veclit". Circulaire aan liefdadige instellingen. Het comité „Weenen aan de Vecht", waar van het secretariaat is gevestigd in het ge bouw Heystee, Reguliersdwarsstraat 108' 114, telefoon 34520, Amsterdam, heeft thans aan alle instellingen met een liefdadig ka rakter in Nederland een circulaire gezon den. Hierin wordt een uiteenzetting gegeven van de plannen voor het grootsche avond feest op het kasteel Nijenrode op 17 Juni a.s. „Weenen aan de Vecht" en wordt er op ge wezen, dat elke liefdadige instelling, welke begunstigers heeft, die bereid zijn een mi nimum-bedrag van f 100 ter beschikking te stellen, een deel van de opbrengst van dit feest kan krijgen. Hetcomité deelt ons verder nog mede, dat, mocht een of andere instelling vergeten zijn, deze zich ten spoedigste met het secreta riaat in verbinding kan stellen en dat ook particulieren en zij, die meenen anderen te kunnen bewegen tot deelneming aan dezen feestavond, zich tot het secretariaat kunnen wenden. Door SIR JOSIAH STAMP directeur van de Bank of England. De „gemiddelde mensch" heeft er nog steeds geen idee van, dat het Britsche Imperium met nog andere problemen te maken heeft dan een imperium in het algemeen al heeft, be halve dan misschien, dat de poging de een of andere economische eenheid te vormen waarbij de deelen niets van hun autonomie verliezen en toch door die bijzondere econo mische groepeering er op vooruitgaan op zichzelf niet het werkelijke Imperiale vraag stuk is. Hebben de Dominions en de koloniën problemen, die zij niet zouden hebben, als zij niet verbonden waren en er geen onderlinge belangengemeenschap bestond? Ligt het eenige verschillende vraagstuk niet in de poging de idee der imperiale economische eenheid door te voeren, daar waai- de gewone economische geografie niet tot dat doel leidt? Is de conso lidatie van het Imperium afhankelijk van eco nomische offers of kunnen we met vertrouwen aannemen, dat zij economische welvaart voor ieder garandeert? Als dat het geval is, is „offer" het verkeerde woord, want de winst zal uiteindelijk domineer en. En als dat de bedoe ling is kunnen we dan garandeeren, dat het offer van ieder deel gelijk is. en dat het zal worden opgeheven door de winst, die elk deel toevloeit? Dit is de aard der vragen, die nog steeds ge steld worden en die grootendeels onbeant woord blijven Het is gemakkelijk aan te toonen, dat de inter-imperiale handel meer in omvang gegroeid is dan de niet-imperiale handel en natuurlijk zullen speciale preferentieele maat regelen den totalen handel in de gevraagde richtingen leiden. Maar wij hebben niet het bewijs, dat de totale handel zelf is toegeno men, vergeleken bij wat hij zou geweest zijn zonder die hervormende maatregelen. En zeker is dit het punt waar het 't meest op aankomt, al is het niet de eenige toets. Er is geen groote intelligentie of economische zelfverloochening voor noodig om de Impe riale Conferentie met de volgende individueele verklaring in te gaan: „Wij gelooven in de economische solidariteit van het Imperium en andere dingen van ge lijke strekking, wij willen met de landen van het Rijk handel drijven volgens gunstiger voorwaarden, dan die tegenover de landen bui ten het Imperium gelden, mits wij er geen schade onder lijden". Zelfs zou verklaard kun nen worden: „Wij willen gebonden worden door de banden van het Rijk, daar waar zij ons niet wonden en ons niet ernstig in ons handelen beperken". En de „geest van Ottawa", die aan zet tot het probeeren van experimenten en het nemen van risico's met wederzij dsche „offers" teneinde tf onderzoeken in hoeverre de idee der economische solidariteit inderdaad een eco nomische zegen is, is springlevend. Er zal, in het licht der ervaring, een neiging bestaan het bestaande plan der Ottawa-verplichtingen te herzien, maar over het algemeen betwijfel ik, of de bepalingen betreffende uitsluiting van den niet-imperialën handel zullen worden uit gebreid. Eerder zal de neiging bestaan die be palingen te verzachten. Voor Canada in het bijzonder is het steeds moeilijker haar natuurlijke economische posi tie tegenover de Vereenigde Staten in overeen stemming te brengen, met de meer toevallige betrekkingen en verplichtingen, die zij met het Rijk onderhoudt, vooral sinds de Vereenigde Staten geneigd zijn een politiek te voeren van vrije, directe overeenkomsten, ingeval er sprake is van duidelijk wederzijdsch voordeel. De taak van Groot-Brittannië aan het hoofd te gaan van een beweging voor vrijeren handel zoo als de noordelijke pioniers van de Oslogroep hebben voorgestaan en tegelijkertijd de ge dachte van de Imperiale Eenheid te blijven volgen, wordt niet eenvoudiger. In het bijzon der zal de clausule van de „meestbegunstig- de natie" steeds moeilijker te handhaven zijn. Maar de Imperiale gedachte schoot wortel te Ottawa, zij was zeer zorgvuldig geplant en het zal de algemeene wensch zijn haar vruchten niet'zoo spoedig op te geven. Juist de onrust van de wereld en haar zelfzuchtige theorieën moeten de essentieele deelen van het Rijk, waarin de Angelsaksische gedachte over- heerscht, nader tot elkaar brengen teneinde het geheel te behouden. Op een onlangs in de Canadeesche stad Saskatchewan gehouden bij eenkomst verklaarde de minister van openbare werken, dat gebrek aan samenwerking bij ons zelf de bron van al het kwaad was. Wat zijn land noodig heeft is een vrije beweging van goederen, verkeer, kapitaal, credieten en men- schen binnen het Rijk en niets van dit alles werd vergemakkelijkt door de Canadeesche politiek. Maar de handelsschikkingen vormen niet het totaal der Imperiale vraagstukken. De Domi nions en Indië hebben minder neiging tot toe geeflijkheid dan vroeger, nu hun eigen fabrie ken gestadig groeien, onze bevolkingsaanwas in tempo vermindert gelijk met onze vraag naar tarwe, en onze binnenlandsche productie toe neemt. Toch willen zij doorgaan met leenen ONZE DACEUJKSCHE KINDERVERTELLING. op de Londensche markt en wel zonder dat Londen aandacht schenkt aan hun eigen politieke programma's. Als deze leeningen kun nen worden uitgevoerd door middel van het aanvaarden van het overschot van den Brit- schen uitvoer, zooals in het Victoriaansche tijdperk geschiedde, is de toestand opperbest; indien dit niet het geval is wordt het finan- cieele vraagstuk acuut. Bovendien brengt de financieele afhankelijkheid van het Britsche kapitaal zekere wederzij dsche verplichtingen met zich mee, of in ieder geval consequenties verband houdend met immigratie, die niet al gemeen erkend worden. Het Imperiale vraagstuk van de handhaving van het pond sterling en de wederzij dsche af hankelijkheid er van, is niet het minst belang rijk. De ligging van de goudmijnen in Zuid- Afrika en de veranderde richting bij de ont- dekking van kunstmatige mijnen in Indië, heb ben de laatste jaren een diepgaande'n invloed op het lot van het pond sterling gehad. Als er een druk op het pond ligt, rust deze dan j uitsluitend op de groote, maar zuiver Britsche reserve in Londen? Zullen de Dominions het pond verdedigen als het in moeilijkheden ver- keert, of zich onthouden van iedere financieele actie? De oplossing van het vraagstuk zal in belangrijke mate worden bevorderd, zoo niet door bij voorbaat getroffen schikkingen, in ieder geval door het wederzij dsche vertrouwen en de gelijke taak van de centrale banken van het Rijk, een „ketting", die onlangs werd vol tooid met Australië, Nieuw Zeeland, Zuid- Afrika, Canada en Indië. Deze banken hebben elk een andere historische evolutie achter zich, zij staan dikwijls zeer afgunstig tegenover het binnenlandsche bankwezen en de regeerings- kringen, en hun „kinderjaren" zijn veelbewo gen geweest. De idee van coöperatie wordt dik wijls beschouwd als ondergeschiktheid, dicta tuur door de Bank of Engeland. Niettemin is naar mijn meening de financieele band voor bestemd een der grootste schakels van het Rijk te worden en ons Imperiaal vraagstuk dient het begrip voor hun belangrijkheid en waarde eerder aan te kweeken dan het gevaar van hun onderlinge afhankelijkheid. Last not least kan Duitschland zijn eisch tot koloniale expansie, ofschoon de zuiver econo mische argumenten niet al te sterk zijn, door zetten om redenen van prestige en psycholo gisch inzicht. Het zoeken naar een oplossing kan in de Imperiale betrekkingen een nieuwe spanning teweegbrengen, die zich tot op het economische gebied kan uitstrekken. Boven dien is juist de discussie daarover een ver zwakking geweest van Engeland's rechten om de regeling betreffende den handel der niet- zelfrègeerende koloniën te „decreteeren", den handel, waarvan men zegt, dat hij voorname lijk aan het moederland ten goede komt, niet tegenstaande het feit, dat de kleine winsten in dat opzicht slechts een zwakke vergoeding zijn voor de verantwoordelijkheid der Brit sche regeering, v^dediging en financieele ont wikkeling. In tijden van nood heeft de politieke solidariteit van het Rijk ons allen verbaasd. Het is geen toevallige verbintenis en zijn on zichtbare banden zijn sterker dan zijn voorge schreven controle-bevoegdheden, sterker zelfs, dan zijn economische belangen. (Nadruk verboden.) Dc Patria-affaire. Tegen oud-directeur anderhalf jaar gevangenisstraf geëischt. Toen in November 1935 de N.V. Patria-Ver- zekerings-Maatschappij failleerde, bleek al spoedig, dat er manipulaties waren verricht, die niet door den beugel konden. In September van dat jaar was het aandeelenkapitaal groo tendeels in buitenlandsche handen overge gaan. De oorspronkelijke houders van de aan- deelen, waarop een aanzienlijk obligo rustte, waren, toen de zaken van de Patria niet meer zoo goed marcheerden, wel geneigd gehoor te geven aan de aanbiedingen van een Fransch- Engelsche groep, die de aandeelen, met de daarop rustende verplichting tot bijstorting, wilde overnemen met een bijbetaling van de zijde der eerstgenoemden van f 250 per aan deel. Blijkens een afstempeling op deze aan deelen heeft de volstorting ook plaats gehad, doch, naar gebleken is, nooit in contanten, maar door inbreng van de aandeelen van een Engelsche verzekeringsmaatschappij van twij felachtig kaliber. Het gerechtelijk vooronder zoek in deze affaire is nog niet geheel geëin digd, doch Donderdag reeds behandelde de rechtbank een zaak, die zij het dat zij niet in rechtstreeks verband staat met al het duistere, dat met de Patria-aandeelen is geschied, toch een uitvloeisel is van het gerechtelijk onder zoek, dat naar de Patria is ingesteld. Terecht gestaan heeft de 68-jarige assura deur P. J. C. A. v. d. L., uit den Haag, die van 1896 tot 1931 directeur van de Patria is ge weest en die zich in de jaren 1927 en 1928 aan valschheid in geschrifte zou hebben schuldig gemaakt. Aan den verdachte was ten laste gelegd, dat hij in een algemeene vergadering van aandeel houders heeft doen vaststellen en goekeuren de balans der N.V. per 31 December 1927 en de winst- en verliesrekening op dien datum, welke stukken daarna door hem en commissarissen zijn onderteekend, hoewel verdachte wist, dat op die balans verschillende posten valschelijk en in strijd met de waarheid waren geboekt, hetgeen eveneens het geval was ten aanzien van de winst- en verliesrekening. Voorts zijn verdachte dezelfde handelingen j ten laste gelegd ten opzichte van het boek jaar 1928. De Officier van Justitie eischte een gevan genisstraf van anderhalf Jaar. O, wat gaat dat wandelen in het bosch moeilijk. Steeds dichter wordt het struikgewas en Thijs raakt zelfs dikwijls in het struikgewas verward. Maar eindelijk komt hij toch bij den rand van het woud aan. Daar ziet hij alweer een stuk van de blauwe lucht. Dat gezicht doet hem goed. En wat is dat? Thijs ontdekt, dat hij al vlak bij de plek is, waar hij wezen moet, want de grot van toovenaar Tingeling ligt precies aan den overkant! „Ik zal zien of ik hem kan foppen!" denkt Thijs. BOND VAN WERKLOOZE ONDERWIJZERS OPGERICHT. Op een te Stadskanaal gehouden vergade ring werd opgericht de Nederlandsche bond van werklooze onderwijzers. Deze bond stelt j zich ten doel, verbetering te scheppen in f vooruitzichten van de jonge onderwijzers, speciaal ten aanzien van het instituut „kwee- keling-met-acte". Getracht zal worden, alle werklooze onderwijzers, van het openbaar zoowel als van het bijzonder onderwijs in een grooten bond onder te brengen, tenehide sterker te staan tegenover het thans ten op zichte van de kweekeling-met-acte meer en meer gevolgde systeem. Als secretaris werd benoemd de heer K. Geertsema te Stads kanaal.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 6