Minder verpleegdagen in het Gasthuis.
Buitenbijts
'ii GEEIAAM
H.D.-V ertellimg
WOENSDAG 19 MEI 1937
HAARLEM'S DAGBLAD
Verschillende veronderstellingen over de
oorzaken daarvan.
Bij liet bestudeeren van de door de gemeen
te Haarlem uitgegeven Statistische Gegevens
viel ons op, dat er in het le kwartaal van 1937
veel minder patiënten in het St. Elisabeth's
Gasthuis verpleegd zijn dan in hetzelfde kwar
taal van 1936.
De cijfers zijn: le kw. 1936: 17180 verpleeg
dagen, le kw. 1937: 14794 verpleegdagen. Een
verschil dus van niet minder dan 2386, of in
procenten uitgedrukt 13.87%, Daar ons boven
dien ter oore kwam, dat er op dit oogenblik
van de 200 bedden in het Gasthuis 80 onbezet
zijn, waardoor het noodzakelijk was eenige
ziekenzalen buiten dienst te stellen, zijn wij
verder aan het onderzoeken gegaan.
Al spoedig bleek, dat het verschijnsel in het
Gasthuis op zich zelf staat, de bezetting der
overige Haarlemsche Ziekenhuizen is veel groo-
ter dan verleden jaar. tezamen zelfs meer dan
de 13.87% die het Gasthuis nu minder heeft.
In de Statistiek van het Gasthuis worden
twee groepen gescheiden, de particuliere pa
tiënten en de patiënten die geheel of gedeelte
lijk voor gemeenterekening verpleegd worden.
(Onder die laatste groep is het groote aantal
leden van ziekenfondsen die opgenomen zijn
in de Gemeentelijke ziekenhuisverzekering).
Als wij deze splitsing toepassen zien de cijfers
van het Gasthuis er als volgt uit:
le kwartaal 1936:
particuliere patiënten 4.523
voor rekening der gemeente 12.657
le kwartaal 1937:
particuliere patiënten 3.178
voor rekening der gemeente 11.632
Daaruit blijkt dus, dat de achteruitgang in
beide groepen gevonden wordt.
Daar de Mariastiehting alleen cijfers publi
ceert over de patiënten die geheel of gedeelte
lijk voor rekening der gemeente verpleegd
worden, hebben wij een statistiek voor die
groep samengesteld voor alle Haarlemsche
ziekenhuizen. Die ziet er alsvolgt uit:
le kw. le kw. le kw. le kw. le kw.
1933 1934 1935 1936 1937
St. E. Gasth. !2.2f70 10.038 11.579 12.657 11.632
Diaconessenh. 8.957 7.344 8.542 9.066 10.127
Joh. de Deo 2.035 2.163 2.205 2.036 2.630
Jolesziekenh. 214 165 142 236 217
Mariasticht. 10.593 10.153 8.991 10.743 12.153
Totaal 34.059 29.863 31.759 34.738 36.759
Uit de totalen blijkt, dat er in 1934 minder
patiënten waren. Maar na dat jaar is er weel
een stijging te constateeren. In 1936 was het
aantal van 1933 al weer overschreden, terwijl
1937 ook weer belangrijk hooger werd.
Het aantal verpleegdagen van patiënten die
geheel of gedeeltelijk voor rekening der ge
meente kwamen is, met uitzondering van 1934
en 1935 geregeld naar boven gegaan. De Maria
stiehting klom van 8.991 in 1935 tot 12.153 in
1937. Het Diaconessenhuis van 7.344 in 1934 tot
10.127 in 1937.
De heer G. Wolzak, penningmeester van het
college van Regenten van het St. Elisabeth's
Gasthuis, deelde ons mede. dat ook dit col
lege zijn aandacht aan de daling van het
aantal verpleegdagen wijdt. De financiën van
het Gasthuis en ook van de Gemeente (de Ge
meente moet het tekort van het ziekenhuis
dekken) zijn er nauw bij betrokken. Nu
staan er veel bedden in het Gasthuis open,
wat natuurlijk ongunstig op de exploitatie
werkt, terwijl de gemeente meer dan vroe
ger voor de verpleging aan de particuliere
ziekenhuizen moet betalen.
Een verklaring is er voor zoover het de pa
tiënten betreft die geheel of gedeeltelijk voor
rekening der gemeente komen, nog niet ge
vonden. Ieder is tevreden over de verpleging
in het Gasthuis, zoodat daarin de oorzaak
niet gezocht kan worden. Wel zal het misschien
noodig blijken de werking van het stelsel dei-
vrije specialistenkeuze nader te bekijken, want
dit behoeft niet tengevolge te hebben, dat het
Gasthuis minder patiënten krijgt.
Het aantal particuliere patiënten in het
Gasthuis is verminderd omdat de particu
liere ziekenhuizen voor de verpleging min
der aan de buitengemeenten in rekening
brengen dan het Gasthuis.
Dr. L. C. Kersbergen, geneesheer-directeur
van het St. Elisabeth's Gasthuis, kon aan de
uiteenzetting van den heer Wolzak weinig toe
voegen. Ook hem- had de achteruitgang van
het aantal verpleegdagen in het Gasthuis
getroffen, te meer omdat hem uit niets ge
bleken is, dat de waardeering van het pu
bliek voor de verpleging in het Gasthuis in
eenig opzicht verminderd zou zijn. De patiën
ten zijn steeds tevreden. Alleen één geval uit
gezonderd. Toen zeer kort geleden tijdens de
tentoonstelling „Opbloei" op een terrein
achter den Gasthuissingel kermisvermake
lijkheden waren toegelaten, had men daar in
het ziekenhuis veel last van. Er kwam onder
de patiënten bijna een opstand, omdat zij niet
konden slapen van het gegil der sirene van een
stoomdraaimolen. De waarnemend-voorzitter
van het college van Regenten, wethouder Boes,
is er toen op afgestapt om matiging in het la
waai te bereiken. De gemeente moet rekening
houden met de omstandigheid, dat het Gast
huis in het centrum der stad staat en onnoo-
dig lawaai voorkomen.
Wat de quaestie der vermindering van het
aantal verpleegdagen betreft heb ik wel reden
om er met nadruk op te wijzen, dat de vrije
ziekenhuiskeuze en de vrije specïalistenkeuze
quaesties zijn die alleen ter beslissing aan den
p at i n t moeten worden overgelaten. De
huisartsen en ook de specialisten mogen daar
op geen invloed uitoefenen.
Verder vroegen wij ook, omdat de Maria
stiehting den grootsten vooruitgang in het
aantal verpleegdagen van patiënten geheel of
gedeeltelijk voor gemeente-rekening heeft, het
oordeel van Dr. Th. Koot, chirurg der Maria
stiehting. Deze deelde ons mede, dat toen bij
de inrichting een belangrijke toeneming van
het aantal verpleegdagen geconstateerd werd,
aanvankelijk ook gedacht werd aan een in
vloed van de onlangs ingevoerde vrije specia
listenkeuze. (Zooals men weet bestond die al
heel lang aan het Diaconessenhuis, maar eind
1935 hebben ook het Gasthuis en de Maria
stiehting die ingevoerd), Maar een nader on
derzoek heeft ons zoo vervolgde dr. Koot
de overtuiging gegeven, dat de oorzaak ergens
anders zit.
Wij hebben in de voorafgaande jaren den
indruk gehad, dat de Mariastiehting te weinig
patiënten voor rekening der gemeente kreeg,
Wij vielen in het le kwartaal van 1935 terug
op 8.891, hoewel we er in 1933 10.593 en in 1934
10.153 hadden. Dat was abnormaal. Nu hebben
wij de overtuiging, dat na die tijdelijke inzin
king de Mariastiehting weer het aantal ver
pleegdagen heeft waarop het aanspraak kan
maken.
i Dat de Mariastiehting thans in het le kwar
taal van 1937 1560 patiënten meer heeft dan
in het le kwartaal 1933 is zeer goed te verkla
ren, want niet alleen is de bevolking grooter
geworden, maar men moet ook bedenken, dat
doordat het inkomen der Haarlemmers in de
crisis met ongeveer 30 pet. achteruitging, er
veel welgestelden zijn die vroeger boven de
welstandsgrens der ziekenhuisverzekering vie
len en er nu onder gekomen zijn.Er zijn nu te
Haarlem 65.000 volwassenen aangesloten bij
de ziekenhuisverzekering, wat met de gratis
verzekerde kinderen beneden de 16 jaar een
totaal maakt van 100.00Q, dus wel een zeer
groot deel der geheele bevolking. Bovendien
is het aantal zieken dat voor ziekenhuisver-
pleging in aanmerking komt in verhouding
grooter geworden door de crisis, omdat de
sociale omstandigheden van vele ingezete
nen verslechterd zijn.
Het aantal klasse-patiënten in de Maria
stiehting is in de crisisjaren, zooals trouwens
in elke inrichting, ook zeer sterk achteruit
gegaan.
Tenslotte hebben wij aan den Directeur van
den Gemeentelijken Geneeskundigen Dienst
gevraagd wat naar zijn meening de verklaring
kon zijn, van de nu geconstateerde verminde
ring van het aantal verpleegdagen in het
Gasthuis. De vrije ziekenhuiskeuze heeft hier
reeds vele jaren bestaan, die mensehen die
geheel of gedeeltelijk voor gemeente-rekening
opgenomen moeten worden, staan absoluut vrij
in hun keuze van ziekenhuis. Voor den ge
meenteraad is dit een heilig huisje en de
Dienst streeft er naar om dat raadsbesluit
royaal en eerlijk uit te voeren. Ik begrijp niet
zoo vervolgde dr. Smit waarom er nu meer
dan in vroeger jaren een voorkeur zou bestaan
voor de particuliere ziekenhuizen. De verple
ging in het Gasthuis is uitstekend, zoo goed
zelfs, dat mij geen enkele klacht ter kennis
gebracht is. In de onlangs ingevoerde vrije
specialistenkeuze kan het ook niet zitten,
want de ervaring heeft geleerd, dat de patiën
ten slechts bij uitzondering zich door een an
deren specialist dan aan de inrichting verbon
den is willen laten behandelen.
Wel zal eenigszins van invloed zijn, dat
het aantal specialisten, dat in de particuliere
ziekenhuizen werkt, grooter wordt en onwille
keurig heeft dit tengevolge, dat zij patiënten,
die zich anders in het Gasthuis zouden hebben
laten behandelen, nu naar die particuliere
inrichtingen trekken. Het is waar die pa
tiënten konden zich ook in het Gasthuis
door diezelfde specialisten laten helpen,
maar als de menschen geen besliste voorkeur
voor een bepaald ziekenhuis hebben, slaat de
balans al gauw over naar de inrichting waar
die specialist gewoon is te werken.
De directeur beloofde zijn gedachten verder
te zullen laten gaan over de vraag waaraan de
vermindering van het aantal verpleegdagen in
het Gasthuis kan geweten worden.
Deze belofte kwam hij na. Even later kwam
hij dan ook met belangrijke gegevens.
In het Gasthuis waren op 1 Jan. 1936
114 patiënten, er zijn in het le kwartaal van
1936 411 nieuwe patiënten opgenomen.
Op 1 Jan. 1937 waren er 92 patiënten, in het
le kwartaal van 1937 werden 449 nieuwe pa
tiënten opgenomen.
In de Mariastiehting waren op 1 Jan.
1936 92 patiënten, nieuw opgenomen werden in
het le kwartaal van 1936 410 patiënten.
Op 1 Jan. 1937 waren er 126 patiënten. In
het le kwartaal van 1937 werden 377 nieuwe
patiënten opgenomen.
In het Diaconessenhuis waren op 1
Jan. 1936 82 patiënten, in het le kwartaal van
1936 werden 331 patiënten opgenomen.
Op 1 Jan. 1937 bedroeg het aantal patiënten
i, in het le kwartaal van 1937 werden 351
nieuwe patiënten opgenomen.
Uit deze statistieken blijkt dus, dat er in het
le kwartaal van 1937 meer patiënten naar het
Gasthuis zijn gezonden dan in hetzelfde kwar
taal van 1936, (449 tegen 411). Daarentegen
werden er in dat kwartaal minder patiënten
naar de Mariastiehting gestuurd (377 tegen
4101.
Het Diaconessenhuis kreeg 20 patiënten meer
dan in hetzelfde kwartaal van het vorige jaar.
Deze cijfers zoo vervolgde Dr. Smit
geven weer een anderen kijk op de quaestie.
Het aantal verpleegdagen in het Gasthuis is in
het le kwartaal van 1937 belangrijk minder
dan in hetzelfde kwartaal van 1936, hoewel er
meer nieuwe patiënten opgenomen zijn. Daar
entegen vermeerderde het aantal verpleeg
dagen in de Mariastiehting niettegenstaande
er minder nieuwe patiënten werden opgeno
men. Gedeeltelijk wordt dit verklaard door het
verschil in de aantallen van de patiënten die
er bij de jaarwisseling aanwezig waren. Maar
een volledige verklaring is dit natuurlijk niet.
Blijkbaar zijn er dit laatste kwartaal meer pa
tiënten in de Mariastiehting opgenomen die
een langeren verpleegduur hebben dan gemid
deld, bijvoorbeeld lijders aan tuberculose of
chronische ziekten. De gemiddelde verpleeg-
tijd voor patiënten is beneden de 30 dagen.
Als er evenwel patiënten opgenomen worden
die 90 verpleegdagen in een kwartaal hebben,
heeft het veel invloed op de statistiek van de
verpleegdagen.
Bruikbaar tot het laatst!
Ceta-Bever „Buitenbijts" is voordeelig in hef
gebruik. Smeert geweldig uit! Ze dekt met
één maal! Prachtig groen, geel, oranje, rood,
wit, blauw of bruin. Vernietigt schimmels
en bacteriën. Frissche, pittige geur! Vraag
„Buitenbijts" van Ceta-Bever!
Ceta-Bever
Vi K.G. BUS 55 CT. 1 K.G. BUS 90 CT.
Voor landhuizen, priëelen, schuren, schuttingen,
hokken en hekken.
(Adv. Ingez. Med.)
ORGELCONCERT.
Orgelbespeling in de Groote- of St. Bavo
Kerk te Haarlem op Donderdag 20 Mei 1937,
des namiddags van 34 uur, door den heer
George Robert.
Programma:
1. Suite du deuxième ton, L. N. Clérambault
2. Andante con moto, A. P. P. Boëly
3. Eerste en tweede gedeelte uit de Sonate d
kl. t., A. Mailly
4. Prière, Jos Jongen
5. Marche sur un thème de Haendel,
A. Guilmant
KAMER VAN KOOPHANDEL.
De laatste vergadering vóór het zomersei
zoen zal door de Kamer van Koophandel en
Fabrieken worden gehouden op Dinsdag 22
Juni 1937. Er waren onvoldoende agenda
punten om in Mei een bijeenkomst te houden.
FAILLISSEMENTEN.
Door de Arrondissements-Rechtbank te
Haarlem werden op 18 Mei de navolgende
faillissementen uitgesproken:
1. L. L. van Maris, Directeur der N.V. van
Maris en Co. Bloembollenkweekerij en Handel
gevestigd te Bennebroek, Sehoollaan 94. Cura
tor Mr. F. A. Davidson alhier.
2. G. van Haarlem, accountant, wonende te
Santpoort gem. Velsen, Wulverderlaan 4; cu
rator Mr. J. D. de Haan, Raamsingel 50, alhier.
3. van der Veldt, rijwielhandelaar, wonen
de te Haarlemmermeer Vijfhuizerdijk 181.
Curator Mr. J. Deenik, alhier.
4. A. Hennipman, groentehandelaar, wonen
de te Haarlem, Leidschevaart 252.
Curator Mr. F. van der Goot, alhier.
Rechter-Commissaris in deze faillissemen
ten Mr. S. J. Pit, alhier.
Opgeheven werden de faillissementen van:
1. D. Ch. Roeien, zonder beroep, wonende te
Haarlem, Slachthuisstraat 43. Curator Mr. G.
J. Paré, alhier.
2. J. Glazer, handelaar in automobielonder-
deelen, destijds wonende te Antwerpen, thans
te Zandvoort Dr. Gerkestraat 23. Curator Mr.
J. van der Vegt alhier.
3. E. Brink, stucadoor en ijsfabrikant, wo
nende te Hillegom, van den Endelaan 57. Cura-
trice Mevr. L. M. I. L. van Taalingen Dols,
alhier.
Wegens het verbindend worden der uitdee-
lingslijst zijn geëindigd de navolgende faillis
sementen van:
1. F. J. Piket, eertijds winkelier in dames
hoeden alstoen wonende te Zaandam. Curator
Mr. H. M. C. Dekhuyzen aldaar.
2. P. T. Gevers, boekhandelaar, vroeger te
Den Haag, thans te Haarlem; curator Mr.
T. A. M. A. van Löben Seis alhier.
3. De N.V. Meubelfabriek „De Onderneming"
v/h G. de Groot gevestigd te Oost-Knollendam;
curator Mr. T. A. M. A. van Löben Seis alhier.
4. D. Rebel, hotelhouder, wonende te Rijk
gem. Haarlemmermeer, curator Mr. M. van
Toulon van der Koog alhier.
5. Joh. van Eerde Azn., landbouwer, wonende
te Beverwijk voorheen Wijk aan Duin. Curator
Mr. F. J. Gerritsen alhier.
Verlengd werd aan J. J. Zwager, makelaar
in assurantiën, en hypotheken wonende te
Heemstede, Laan van Rozenburg 38 verleende
definitieve surseance van betaling voor den
tijd van lVz jaar ingaande 8 April 1937.
Oud-Egyptische Kunst.
Merkwaardige verzameling.
Er is een tijd geweest, kort na de Engelsche
ontdekkingen in het graf van Toet-Anch-
Amon, dat deze voor vele eeuwen gestorven
vorst onze geheele samenleving scheen te be-
heerschen. Dag-, week- en maandbladen
brachten een overvloed van kopij, en zelfs
de mode werd met hiëroglyphen-motieven
be invloed.
Voor de meesten is dit alles thans weer een
klank en slechts enkelen zal het leven in de
lang vervlogen eeuwen duurzamer geboeid
hebben. Tot die weinigen behoorde ook de
heer H. J. Tang, een werklooze Amsterdam-
sche schilder, die zich beijverd heeft, aan
de hand van verschillende boek- en plaat
werken, allerlei modellen der Egyptische sier
en nijverheidskunst na te bootsen.
Op uiterst nauwkeurige en kunstzinnige
wijze heeft de heer Tang al deze voorwerpen
nagemaakt, beschilderd in de oorspronkelijke
kleuren en van passende bijschriften voor
zien. Bovendien heeft deze nijverheidskun
stenaar enkele verkleinde modellen naar
Egyptische bouwwerken vervaardigd, en wel
een verkleind model van een deel van de ge
reconstrueerde tempel van Amon te Karnak
en de gouden schrijn van Toet-Anch-Amon.
Zoo nauwgezet is de vervaardiger hierbij te
werk gegaan, dat het laatste voorwerp zelfs
zesmaal overgemaakt werd, voor het den ver
vaardiger bevredigde.
De kleine verzameling, die door den heer
Tang op deze wijze is bijeengebracht, heeft
hij aanvankelijk op verschillende scholen in
verschillende steden van ons land geëxpo
seerd. Thans heeft de heer Tang, met steun
van een comité te Amsterdam een woon
schuit kunnen inrichten als expositie-ruimte
en na Amsterdam is Haarlem de eerste stad
die met een bezoek vereerd wordt. Het ligt
in de bedoeling dat de leerlingen van de ver
schillende scholen, en wel in het bijzonder
van middelbare scholen waar de Egyptische
geschiedenis behandeld wordt, een bezoek
zullen brengen aan de expositie.
Doch ook voor ouderen is de expositie een
bezoek aan het schip, dat een ligplaats heeft
gevonden in het Spaarna, bij de O. L. Vrou-
wekerk, overwaard.
JUBILEUM J. RAAR.
Zaterdag
22 Mei
a.s. zal het 25 jaar
geleden zijn, dat de
heer J. Raar, bode
bij de Gas- en Elec-
triciteitsbedrij ven
der gemeente Haar
lem, bij die bedrij
ven in dienst trad.
De heer Raar staat
bij zijn superieuren
goed aangeschre'
ven. Het zal hem
zeker a.s. Zaterdag
niet aan belangstel
ling ontbreken.
PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE
RADIOCENTRALE OP DONDERDAG
20 MEI.
Progr. 1Hilversum I.
Frogr. 2: Hilversum II.
Progr. 3: 8.00 Keulen; 9.50 Pauze; 10.25
Droitwich; 11.05 Parijs Radio; 12.20 Vlaamsch
Brussel; 1.20 Londen Regional. 3.50 Keulen;
4.20 Deutschlandsender; 5.20 Londen Regio
nal; 6.20 Keulen; 7.05 Droitwich; 8.00 Berlijn;
8.40 Beromunster; 9.05 Parijs Radio; 9.50
Berlijn; 10.50 Boedapest.
Prgr. 5: 8.00 Vlaamsch Brussel', 9.35 Londen
Regional; 12.35 Droitwich; 5.35 Fransch
Brussel; 6.20 Vlaamsch Brussel; 6.50 Londen
Regional; 8.20 Droitwich; 9.40 Pauze; 9.45
Londen Regional 10.50 Droitwich. 10.20 Dan-
marks Radio.
Progr. 5: 8.007.00 Diversen. 7.— Eigen
gramofoonplatenconcert: Populair: 1. Tokayer,
Adalbert Lutter met orkest; 2. Serenade van
Tosselli, Da jos Bela orkest; 3. Trip it lightly,
Selma mondorgelband; 4. Die schone Nacht-
barin, Adelbert Lutter met orkest; 5. Stand-
chen van Heykens, Dajos Bela orkest; 6. Good
old tunes, Coventry Hippodrome orkest; 7.
Ungarwein, Adelbert Lutter; 8. Uber Land und
Meer, Wiener Bohème orkest; 9. The Band
master Polka, Selma mondorgel band; 10
Standchen aus alter Zeit, Balalaika quintet;
11. Um das blaue Band, Paul Godwin's orkest
12. Immer lustig Marie! Adalbert Lutter or
kest.
8.0012.Diversen.
Pat rammelt niet.
Dat 's al eyen solide als de
rest van 'n Germaan, 't Nieuw
kan er af gaan, maar een
rammelkast wordt het nooit.
daar heb je wat aan
N.V. RIJWIEL.INDU
(Adv. Ingez. Med.)
Probaat
door
ANDRIES BUYS
Mijnheer Servaes had zorgen. Hij was een
man' op leeftijd en met eere op leeftijd geko
men. Hij had in zaken een fatsoenlijk succes
gehad en een rustig huwelijk, nu reeds twee
en twintig jaar lang genoten. Meneer Servaes
was geen vulgair man en geen parvenu. Hij
had een ruimen blik en kon van de jeugd wel
het een en ander begrijpen. Maar Janny gaf
hem zorgen. Hij had zich gedurende de één en
twintig jaar dat ze op aarde was, een voor
stelling gevormd van haar toekomst en die
voorstelling was alleen veranderd, naarmate
zijn financieele positie veranderd was. Janny's
toekomstige man maakte het voornaamste deel
van die voorstelling uit. Het was een nette
jongeman, goed in de kleeren, van goeden
kom-af, met een beetje fortuin en een lijn in
zijn leven. Deze jongeman wandelde door de
gedachtenwereld van meneer Servaes, in een
net pak, beleefd, niet onbemiddeld, maaf zon
der hoofd. Van dat hoofd maakte meneer Ser
vaes zich geen voorstelling, dat was trouwens
ook maar bijzaak.
Op een goeden dag zag meneer Servaes plot
seling dat hoofd ook, in zijn gedachten en in
werkelijkheid. De drager ervan was nu juist
precies wat meneer Servaes wilde. Max heette
hij en hij zou de man van Janny worden.
Hij heette Tony, had geen geld, geen net pak
en geen lijn in zijn leven. Toen meneer Ser
vaes ervan hoorde, sprak hij van „een krul in
zijn staart". En meneer Servaes zuchtte en
dacht aan de kleeren. het fortuin en de lijn
van Max.
Met het Argus-oog van den bedreigden va
der zag meneer Servaes, dat dit de romantiek
was, die zijn dochter zou betooveren. En dan
en weer dacht meneer Servaes aan zijn
dochter en de lijn van Max.
Tony en Janny zagen elkaar nu en dan.
Niet vaak, daar zorgde meneer Servaes voor,
zoo goed en zoo kwaad als dat ging. Met Max
ging zijn dochter ook wel om, daar zorgde
meneer Servaes ook wel voor. En steeds bleef
hij waakzaam.
Janny maakte zich over het heele geval niet
druk. Ze vond Max wel geschikt, wat stijfjes,
Tony wel aardig, maar daar bleef het bij. Zoo
was er eigenlijk weinig reden tot ongerustheid
temeer daar Tony zoowel als Max voorzichtige,
verlegen knapen waren, niet van het onstui
mige soort, waarvoor vaders van huwbare
dochters hun hart vast houden. Maar meneer
Servaes kende zijn wereld en bedacht, dat het
toch gansch niet uitgesloten was, dat een van
de twee, en dan natuurlijk de verkeerde, eens
een stoutmoedig oogenblik zou krijgen. En dan
was het natuurlijk mis. „Natuurlijk", dacht
meneer Servaes, want vaders zijn somber. En
hij zuchtte diep.
Tenslotte zuchtte hij tegen zijn ouden
vriend Amsing. Meneer Amsing had een klein
restaurant „van standing" en was een ver
standig man. Hij dacht na, knikte eens en
zei toen opeens: „Ik weet het!"
Meneer Servaes keek verwonderd. En me
neer Amsing ontvouwde zijn plan. Het ging er
immers maar om, Max moed te geven. Welnu,
Servaes wist toch wel, wat voor invloed een
goed, intiem dinertje had. Als ze er nu maar
voor konden zorgen, dat die twee jongelui sa
men En zoo beraamden de twee heeren op
leeftijd hun krijgsplan.
Om zeven uur 's avonds van den volgenden
dag keek meneer Servaes op de klok en knik
te tevreden. Toen nam hij de telefoon op,
sloeg een nummer aan en sprak: Of meneer
maar aan de jongelui wilde zeggen, dat vader
en moeder verhinderd waren te komen. En
dat de jongelui natuurlijk daar konden blijven
eten.
Zie zoo, dat was gebeurd. Een gezellig tête a
tête, goed eten en goede wijn, dat kwam best
voor elkaar.
's Avonds om tien uur kwam Janny thuis,
vroolijk en lacherig.
„Ja, vader, moet u hooren", vertelde ze,
„weet u, met wien ik gegeten heb?"
Meneer Servaes sperde zijn oogen open.
„Met Tony. Max had Tony om drie uur m
Amsterdam gesproken en gezegd, dat hij ver
hinderd was. Hij had u opgebeld, maar u gaf
geen gehoor. Hij had Tony gevraagd, of die
het wilde gaan zeggen".
„O ja, vader, en Tony heeft me gevraagd.
Vindt u het erg?"
Bouwondernemer en makelaar
voor het Hof.
Verdacht van valschheid in geschrifte.
Het gerechtshof te Amsterdam behandelde
Dinsdag in hooger beroep de strafzaak tegen
een 42-jarigen bouwondernemer uit Velsen
en een makelaar uit Heemskerk, die zich
hebben te verantwoorden wegens een ern
stige valschheid in geschrifte.
De rechtbank te Haarlem had den bouwer
op 4 Februari jl. veroordeeld tot anderhalf
jaar gevangenisstraf (conform den eisehl.
De makelaar werd vrijgesproken op juridi
sche gronden.
In het laatste geval teekende de officier
van justitie hooger beroep aan.
De bouwer was indertijd directeur van een
bouwonderneming, waarvoor de makelaar
een bouwcrediet had verstrekt, welk crediet
echter niet was volgestort.
Eind 1934 stond de onderneming er zeer
slecht voor; een faillissement dreigde. Voor
dit echter werd uitgesproken maakten de
bouwer en de makelaar-geldschieter een ac
cept, ten bedrage van ruim f 11.000 op. Hier
in stond vermeld, dat de bouwer nog f 11.000
van den makelaar had ontvangen, welk be
drag in werkelijkheid niet was uitbetaald.
Het faillissement werd uitgesproken en de
makelaar diende zijn kunstmatig met f 11,000
verhoogde vordering in, waardoor hij ware
het bedrog niet ontdekt natuurlijk recht
had op een hoogere ultkeering uit het fail
lissement. Deze „winst" zou tusschen beide
mannen worden verdeeld.
Aanvankelijk ontkende de bouwer. Voor de
rechtbank hield hij zijn onschuld vol in te
genstelling met de bekentenis van den an
deren verdachte. Thans gaf hij voor het Hof
toe, dat hij in overleg met den makelaar de
valsche stukken had opgemaakt.
Pres.: U speelde dan toch geen erg fraaie
rol. U beschuldigde hem van diefstal en
chantage.
Verdachte verklaarde vervolgens, waartoe
de valsche accepten moesten dienen. De ma
kelaar zou meer uit het faillissement van
den bouwondernemer krijgen dan waarop hij
eigenlijk recht had. Dit hoogere bedrag zou
den de makelaar en de bouwer samen dee-
len.
De curatrice in het faillissement van den
bouwondernemer, mej. Kluitman, verklaar
de ter zitting, dat er betrekkelijk weinig ac
tief was. De deconfiture van het bouwbedrijf
was om. een gevolg van het feit at de zaak
zonder reserves was begonnen. TOans zullen
de crediteuren circa 50 pet. uitgekeerd krij
gen. Wanneer niet aan het licht was geko
men, dat het accept valsch was, zou dit per
centage vrijwel nihil zijn geweest.
Vervolgens hoorde het Hof den makelaar
van D. als getuige.
Getuige vertelde, dat hij als geldschieter
was opgetreden voor het bedrijf van den
bouwer. Hij had het bouwcrediet niet volge
stort. Toen de zaak misliep stortte hij op pa
pier vol en werd het valsche accept vervaar
digd om het volstorten te bewijzen. Dit ac
cept beliep een bedrag van bijna f 12.000.
Getuige: ik begrijp nog niet goed, hoe ik
er toe gekomen ben
Getuige beweerde, dat de man, die thans
terecht staat hem had overgehaald.
Pres.: Kom nu, voor de rechtbank hebt u
royaal toegegeven, dat het plannetje van u
is uitgegaan. De verdachte heeft aanvanke
lijk beweerd, dat hij het geld verloren had
of dat het hem ontstolen was. Hij heeft u
zelfs als dader aangewezen. In brieven poog
de hij u te chanteeren.
Getuige: Ja. tenminste, dat vatte ik zoo op.
Pres.: Verdacht geeft nu de feiten toe.
Getuige: Zoo, dus hij beweert tenminste
niet langer, dat ik het geld gestolen heb.
Volgens een getuige a décharge was van
D. niet alleen maar de geldschieter, de com
manditaire vennoot, doch hij bemoeide zich
wel degelijk met den bouw.
Pres.: Had hij dan verstand van bouwen?
Getuige: Neen, dat niet, maar hij speelde
die rol heel aardig.
De procureur-generaal, mr. dr. D. Reilingh,
zeide in zijn requisitoir, dat het thans ge
zien de beteekenis van verd. niet meer
noodig is om op bijzonderheden in te gaan.
Het staat nu volkomen vast, dat het accept
valsch is. Minder gemakkelijk is echter om
uit te maken, wie de hoofdschuldige is. Het
rapport over dezen verdachte luidt vrij gun
stig en in verband hiermede was spr. van
meening, dat de straf door de rechtbank op
gelegd te hoog is. Spr. vorderde een jaar ge
vangenisstraf waarvan vier maanden voor
waardelijk met een proeftijd van drie jaar
en onder aftrek van den tijd in voorloopige
hechtenis doorgebracht.
De verdediger mr. R. Heeg, besprak in zijn
pleidooi uitvoerig den persoon van dezen ver
dachte.
Hij heeft steeds hard en intensief gewerkt,
met bewonderenswaardigen wilskracht poog
de hij vooruit te komen in de wereld. Pl.
drong met klem op de uiterste clementie aan.
Vervolgens stond de makelaar uit Heems
kerk terecht, die reeds voor de rechtbank
had bekend, doch die was vrijgesproken, om
dat hij het accept zelf niet als vordering bij
de curatrice had ingediend. Wel had hij het
den notaris laten zien, die voor hem de vor
dering indiende. In de dagvaarding was ech
ter gesteld, dat dit accept door hem was in
gediend en niet: voor hem.
De procureur-generaal was van meening,
dat verd. van het valsche geschrift gebruik
had gemaakt op het notariskantoor. Als vor
dering had hij het accept doen indien bij de
curatrice, zonder echter dit accept te toonen
of in te sturen.
De Hooge Raad is echter van meening, dat
dit indienen en verwijzen naar een valsch
stuk gelijk staat met gebruik maken van dit
valsche stuk.
Spr. was van oordeel, dat het vrijsprekende
vonnis der rechtbank vernietigd dient te
worden. Wegens valschheid in geschrifte vor
derde hij de veroordeelïng van den makelaar
tot een jaar gevangenisstraf, waarvan zes
maanden voorwaardelijk met een proeftijd
van drie jaar.
De verdediger, mr. Stomps was van mee
ning, dat geen veroordeeling op deze dag
vaarding zal kunnen volgen, weshalve hij
concludeerde tot bevestiging van het vrij
sprekende vonnis der rechtbank, daar het
valsche accept tegenover de curatrice niet
is gebruikt.
Uiterst subsidiair drong pi. aan op clemen
tie in den vorm van een voorwaardelijke
straf.
In beide gevallen zal het Hof 1 Juni arrest
wijzen.
PERSONALIA.
Voor het examen apothekers-assistente is te
Amsterdam geslaagd mej. H. Oerlemans, te
Haarlem.
COLLECTEUR STAATSLOTERIJ
Met den aanvang der 475e staatsloterij is
benoemd: tot collecteur te Haarlem J.' A.
Christlaan. te Haarlem.