Minder verpleegdagen in het Gasthuis. Buitenbijts 'ii GEEIAAM H.D.-V ertellimg WOENSDAG 19 MEI 1937 HAARLEM'S DAGBLAD Verschillende veronderstellingen over de oorzaken daarvan. Bij liet bestudeeren van de door de gemeen te Haarlem uitgegeven Statistische Gegevens viel ons op, dat er in het le kwartaal van 1937 veel minder patiënten in het St. Elisabeth's Gasthuis verpleegd zijn dan in hetzelfde kwar taal van 1936. De cijfers zijn: le kw. 1936: 17180 verpleeg dagen, le kw. 1937: 14794 verpleegdagen. Een verschil dus van niet minder dan 2386, of in procenten uitgedrukt 13.87%, Daar ons boven dien ter oore kwam, dat er op dit oogenblik van de 200 bedden in het Gasthuis 80 onbezet zijn, waardoor het noodzakelijk was eenige ziekenzalen buiten dienst te stellen, zijn wij verder aan het onderzoeken gegaan. Al spoedig bleek, dat het verschijnsel in het Gasthuis op zich zelf staat, de bezetting der overige Haarlemsche Ziekenhuizen is veel groo- ter dan verleden jaar. tezamen zelfs meer dan de 13.87% die het Gasthuis nu minder heeft. In de Statistiek van het Gasthuis worden twee groepen gescheiden, de particuliere pa tiënten en de patiënten die geheel of gedeelte lijk voor gemeenterekening verpleegd worden. (Onder die laatste groep is het groote aantal leden van ziekenfondsen die opgenomen zijn in de Gemeentelijke ziekenhuisverzekering). Als wij deze splitsing toepassen zien de cijfers van het Gasthuis er als volgt uit: le kwartaal 1936: particuliere patiënten 4.523 voor rekening der gemeente 12.657 le kwartaal 1937: particuliere patiënten 3.178 voor rekening der gemeente 11.632 Daaruit blijkt dus, dat de achteruitgang in beide groepen gevonden wordt. Daar de Mariastiehting alleen cijfers publi ceert over de patiënten die geheel of gedeelte lijk voor rekening der gemeente verpleegd worden, hebben wij een statistiek voor die groep samengesteld voor alle Haarlemsche ziekenhuizen. Die ziet er alsvolgt uit: le kw. le kw. le kw. le kw. le kw. 1933 1934 1935 1936 1937 St. E. Gasth. !2.2f70 10.038 11.579 12.657 11.632 Diaconessenh. 8.957 7.344 8.542 9.066 10.127 Joh. de Deo 2.035 2.163 2.205 2.036 2.630 Jolesziekenh. 214 165 142 236 217 Mariasticht. 10.593 10.153 8.991 10.743 12.153 Totaal 34.059 29.863 31.759 34.738 36.759 Uit de totalen blijkt, dat er in 1934 minder patiënten waren. Maar na dat jaar is er weel een stijging te constateeren. In 1936 was het aantal van 1933 al weer overschreden, terwijl 1937 ook weer belangrijk hooger werd. Het aantal verpleegdagen van patiënten die geheel of gedeeltelijk voor rekening der ge meente kwamen is, met uitzondering van 1934 en 1935 geregeld naar boven gegaan. De Maria stiehting klom van 8.991 in 1935 tot 12.153 in 1937. Het Diaconessenhuis van 7.344 in 1934 tot 10.127 in 1937. De heer G. Wolzak, penningmeester van het college van Regenten van het St. Elisabeth's Gasthuis, deelde ons mede. dat ook dit col lege zijn aandacht aan de daling van het aantal verpleegdagen wijdt. De financiën van het Gasthuis en ook van de Gemeente (de Ge meente moet het tekort van het ziekenhuis dekken) zijn er nauw bij betrokken. Nu staan er veel bedden in het Gasthuis open, wat natuurlijk ongunstig op de exploitatie werkt, terwijl de gemeente meer dan vroe ger voor de verpleging aan de particuliere ziekenhuizen moet betalen. Een verklaring is er voor zoover het de pa tiënten betreft die geheel of gedeeltelijk voor rekening der gemeente komen, nog niet ge vonden. Ieder is tevreden over de verpleging in het Gasthuis, zoodat daarin de oorzaak niet gezocht kan worden. Wel zal het misschien noodig blijken de werking van het stelsel dei- vrije specialistenkeuze nader te bekijken, want dit behoeft niet tengevolge te hebben, dat het Gasthuis minder patiënten krijgt. Het aantal particuliere patiënten in het Gasthuis is verminderd omdat de particu liere ziekenhuizen voor de verpleging min der aan de buitengemeenten in rekening brengen dan het Gasthuis. Dr. L. C. Kersbergen, geneesheer-directeur van het St. Elisabeth's Gasthuis, kon aan de uiteenzetting van den heer Wolzak weinig toe voegen. Ook hem- had de achteruitgang van het aantal verpleegdagen in het Gasthuis getroffen, te meer omdat hem uit niets ge bleken is, dat de waardeering van het pu bliek voor de verpleging in het Gasthuis in eenig opzicht verminderd zou zijn. De patiën ten zijn steeds tevreden. Alleen één geval uit gezonderd. Toen zeer kort geleden tijdens de tentoonstelling „Opbloei" op een terrein achter den Gasthuissingel kermisvermake lijkheden waren toegelaten, had men daar in het ziekenhuis veel last van. Er kwam onder de patiënten bijna een opstand, omdat zij niet konden slapen van het gegil der sirene van een stoomdraaimolen. De waarnemend-voorzitter van het college van Regenten, wethouder Boes, is er toen op afgestapt om matiging in het la waai te bereiken. De gemeente moet rekening houden met de omstandigheid, dat het Gast huis in het centrum der stad staat en onnoo- dig lawaai voorkomen. Wat de quaestie der vermindering van het aantal verpleegdagen betreft heb ik wel reden om er met nadruk op te wijzen, dat de vrije ziekenhuiskeuze en de vrije specïalistenkeuze quaesties zijn die alleen ter beslissing aan den p at i n t moeten worden overgelaten. De huisartsen en ook de specialisten mogen daar op geen invloed uitoefenen. Verder vroegen wij ook, omdat de Maria stiehting den grootsten vooruitgang in het aantal verpleegdagen van patiënten geheel of gedeeltelijk voor gemeente-rekening heeft, het oordeel van Dr. Th. Koot, chirurg der Maria stiehting. Deze deelde ons mede, dat toen bij de inrichting een belangrijke toeneming van het aantal verpleegdagen geconstateerd werd, aanvankelijk ook gedacht werd aan een in vloed van de onlangs ingevoerde vrije specia listenkeuze. (Zooals men weet bestond die al heel lang aan het Diaconessenhuis, maar eind 1935 hebben ook het Gasthuis en de Maria stiehting die ingevoerd), Maar een nader on derzoek heeft ons zoo vervolgde dr. Koot de overtuiging gegeven, dat de oorzaak ergens anders zit. Wij hebben in de voorafgaande jaren den indruk gehad, dat de Mariastiehting te weinig patiënten voor rekening der gemeente kreeg, Wij vielen in het le kwartaal van 1935 terug op 8.891, hoewel we er in 1933 10.593 en in 1934 10.153 hadden. Dat was abnormaal. Nu hebben wij de overtuiging, dat na die tijdelijke inzin king de Mariastiehting weer het aantal ver pleegdagen heeft waarop het aanspraak kan maken. i Dat de Mariastiehting thans in het le kwar taal van 1937 1560 patiënten meer heeft dan in het le kwartaal 1933 is zeer goed te verkla ren, want niet alleen is de bevolking grooter geworden, maar men moet ook bedenken, dat doordat het inkomen der Haarlemmers in de crisis met ongeveer 30 pet. achteruitging, er veel welgestelden zijn die vroeger boven de welstandsgrens der ziekenhuisverzekering vie len en er nu onder gekomen zijn.Er zijn nu te Haarlem 65.000 volwassenen aangesloten bij de ziekenhuisverzekering, wat met de gratis verzekerde kinderen beneden de 16 jaar een totaal maakt van 100.00Q, dus wel een zeer groot deel der geheele bevolking. Bovendien is het aantal zieken dat voor ziekenhuisver- pleging in aanmerking komt in verhouding grooter geworden door de crisis, omdat de sociale omstandigheden van vele ingezete nen verslechterd zijn. Het aantal klasse-patiënten in de Maria stiehting is in de crisisjaren, zooals trouwens in elke inrichting, ook zeer sterk achteruit gegaan. Tenslotte hebben wij aan den Directeur van den Gemeentelijken Geneeskundigen Dienst gevraagd wat naar zijn meening de verklaring kon zijn, van de nu geconstateerde verminde ring van het aantal verpleegdagen in het Gasthuis. De vrije ziekenhuiskeuze heeft hier reeds vele jaren bestaan, die mensehen die geheel of gedeeltelijk voor gemeente-rekening opgenomen moeten worden, staan absoluut vrij in hun keuze van ziekenhuis. Voor den ge meenteraad is dit een heilig huisje en de Dienst streeft er naar om dat raadsbesluit royaal en eerlijk uit te voeren. Ik begrijp niet zoo vervolgde dr. Smit waarom er nu meer dan in vroeger jaren een voorkeur zou bestaan voor de particuliere ziekenhuizen. De verple ging in het Gasthuis is uitstekend, zoo goed zelfs, dat mij geen enkele klacht ter kennis gebracht is. In de onlangs ingevoerde vrije specialistenkeuze kan het ook niet zitten, want de ervaring heeft geleerd, dat de patiën ten slechts bij uitzondering zich door een an deren specialist dan aan de inrichting verbon den is willen laten behandelen. Wel zal eenigszins van invloed zijn, dat het aantal specialisten, dat in de particuliere ziekenhuizen werkt, grooter wordt en onwille keurig heeft dit tengevolge, dat zij patiënten, die zich anders in het Gasthuis zouden hebben laten behandelen, nu naar die particuliere inrichtingen trekken. Het is waar die pa tiënten konden zich ook in het Gasthuis door diezelfde specialisten laten helpen, maar als de menschen geen besliste voorkeur voor een bepaald ziekenhuis hebben, slaat de balans al gauw over naar de inrichting waar die specialist gewoon is te werken. De directeur beloofde zijn gedachten verder te zullen laten gaan over de vraag waaraan de vermindering van het aantal verpleegdagen in het Gasthuis kan geweten worden. Deze belofte kwam hij na. Even later kwam hij dan ook met belangrijke gegevens. In het Gasthuis waren op 1 Jan. 1936 114 patiënten, er zijn in het le kwartaal van 1936 411 nieuwe patiënten opgenomen. Op 1 Jan. 1937 waren er 92 patiënten, in het le kwartaal van 1937 werden 449 nieuwe pa tiënten opgenomen. In de Mariastiehting waren op 1 Jan. 1936 92 patiënten, nieuw opgenomen werden in het le kwartaal van 1936 410 patiënten. Op 1 Jan. 1937 waren er 126 patiënten. In het le kwartaal van 1937 werden 377 nieuwe patiënten opgenomen. In het Diaconessenhuis waren op 1 Jan. 1936 82 patiënten, in het le kwartaal van 1936 werden 331 patiënten opgenomen. Op 1 Jan. 1937 bedroeg het aantal patiënten i, in het le kwartaal van 1937 werden 351 nieuwe patiënten opgenomen. Uit deze statistieken blijkt dus, dat er in het le kwartaal van 1937 meer patiënten naar het Gasthuis zijn gezonden dan in hetzelfde kwar taal van 1936, (449 tegen 411). Daarentegen werden er in dat kwartaal minder patiënten naar de Mariastiehting gestuurd (377 tegen 4101. Het Diaconessenhuis kreeg 20 patiënten meer dan in hetzelfde kwartaal van het vorige jaar. Deze cijfers zoo vervolgde Dr. Smit geven weer een anderen kijk op de quaestie. Het aantal verpleegdagen in het Gasthuis is in het le kwartaal van 1937 belangrijk minder dan in hetzelfde kwartaal van 1936, hoewel er meer nieuwe patiënten opgenomen zijn. Daar entegen vermeerderde het aantal verpleeg dagen in de Mariastiehting niettegenstaande er minder nieuwe patiënten werden opgeno men. Gedeeltelijk wordt dit verklaard door het verschil in de aantallen van de patiënten die er bij de jaarwisseling aanwezig waren. Maar een volledige verklaring is dit natuurlijk niet. Blijkbaar zijn er dit laatste kwartaal meer pa tiënten in de Mariastiehting opgenomen die een langeren verpleegduur hebben dan gemid deld, bijvoorbeeld lijders aan tuberculose of chronische ziekten. De gemiddelde verpleeg- tijd voor patiënten is beneden de 30 dagen. Als er evenwel patiënten opgenomen worden die 90 verpleegdagen in een kwartaal hebben, heeft het veel invloed op de statistiek van de verpleegdagen. Bruikbaar tot het laatst! Ceta-Bever „Buitenbijts" is voordeelig in hef gebruik. Smeert geweldig uit! Ze dekt met één maal! Prachtig groen, geel, oranje, rood, wit, blauw of bruin. Vernietigt schimmels en bacteriën. Frissche, pittige geur! Vraag „Buitenbijts" van Ceta-Bever! Ceta-Bever Vi K.G. BUS 55 CT. 1 K.G. BUS 90 CT. Voor landhuizen, priëelen, schuren, schuttingen, hokken en hekken. (Adv. Ingez. Med.) ORGELCONCERT. Orgelbespeling in de Groote- of St. Bavo Kerk te Haarlem op Donderdag 20 Mei 1937, des namiddags van 34 uur, door den heer George Robert. Programma: 1. Suite du deuxième ton, L. N. Clérambault 2. Andante con moto, A. P. P. Boëly 3. Eerste en tweede gedeelte uit de Sonate d kl. t., A. Mailly 4. Prière, Jos Jongen 5. Marche sur un thème de Haendel, A. Guilmant KAMER VAN KOOPHANDEL. De laatste vergadering vóór het zomersei zoen zal door de Kamer van Koophandel en Fabrieken worden gehouden op Dinsdag 22 Juni 1937. Er waren onvoldoende agenda punten om in Mei een bijeenkomst te houden. FAILLISSEMENTEN. Door de Arrondissements-Rechtbank te Haarlem werden op 18 Mei de navolgende faillissementen uitgesproken: 1. L. L. van Maris, Directeur der N.V. van Maris en Co. Bloembollenkweekerij en Handel gevestigd te Bennebroek, Sehoollaan 94. Cura tor Mr. F. A. Davidson alhier. 2. G. van Haarlem, accountant, wonende te Santpoort gem. Velsen, Wulverderlaan 4; cu rator Mr. J. D. de Haan, Raamsingel 50, alhier. 3. van der Veldt, rijwielhandelaar, wonen de te Haarlemmermeer Vijfhuizerdijk 181. Curator Mr. J. Deenik, alhier. 4. A. Hennipman, groentehandelaar, wonen de te Haarlem, Leidschevaart 252. Curator Mr. F. van der Goot, alhier. Rechter-Commissaris in deze faillissemen ten Mr. S. J. Pit, alhier. Opgeheven werden de faillissementen van: 1. D. Ch. Roeien, zonder beroep, wonende te Haarlem, Slachthuisstraat 43. Curator Mr. G. J. Paré, alhier. 2. J. Glazer, handelaar in automobielonder- deelen, destijds wonende te Antwerpen, thans te Zandvoort Dr. Gerkestraat 23. Curator Mr. J. van der Vegt alhier. 3. E. Brink, stucadoor en ijsfabrikant, wo nende te Hillegom, van den Endelaan 57. Cura- trice Mevr. L. M. I. L. van Taalingen Dols, alhier. Wegens het verbindend worden der uitdee- lingslijst zijn geëindigd de navolgende faillis sementen van: 1. F. J. Piket, eertijds winkelier in dames hoeden alstoen wonende te Zaandam. Curator Mr. H. M. C. Dekhuyzen aldaar. 2. P. T. Gevers, boekhandelaar, vroeger te Den Haag, thans te Haarlem; curator Mr. T. A. M. A. van Löben Seis alhier. 3. De N.V. Meubelfabriek „De Onderneming" v/h G. de Groot gevestigd te Oost-Knollendam; curator Mr. T. A. M. A. van Löben Seis alhier. 4. D. Rebel, hotelhouder, wonende te Rijk gem. Haarlemmermeer, curator Mr. M. van Toulon van der Koog alhier. 5. Joh. van Eerde Azn., landbouwer, wonende te Beverwijk voorheen Wijk aan Duin. Curator Mr. F. J. Gerritsen alhier. Verlengd werd aan J. J. Zwager, makelaar in assurantiën, en hypotheken wonende te Heemstede, Laan van Rozenburg 38 verleende definitieve surseance van betaling voor den tijd van lVz jaar ingaande 8 April 1937. Oud-Egyptische Kunst. Merkwaardige verzameling. Er is een tijd geweest, kort na de Engelsche ontdekkingen in het graf van Toet-Anch- Amon, dat deze voor vele eeuwen gestorven vorst onze geheele samenleving scheen te be- heerschen. Dag-, week- en maandbladen brachten een overvloed van kopij, en zelfs de mode werd met hiëroglyphen-motieven be invloed. Voor de meesten is dit alles thans weer een klank en slechts enkelen zal het leven in de lang vervlogen eeuwen duurzamer geboeid hebben. Tot die weinigen behoorde ook de heer H. J. Tang, een werklooze Amsterdam- sche schilder, die zich beijverd heeft, aan de hand van verschillende boek- en plaat werken, allerlei modellen der Egyptische sier en nijverheidskunst na te bootsen. Op uiterst nauwkeurige en kunstzinnige wijze heeft de heer Tang al deze voorwerpen nagemaakt, beschilderd in de oorspronkelijke kleuren en van passende bijschriften voor zien. Bovendien heeft deze nijverheidskun stenaar enkele verkleinde modellen naar Egyptische bouwwerken vervaardigd, en wel een verkleind model van een deel van de ge reconstrueerde tempel van Amon te Karnak en de gouden schrijn van Toet-Anch-Amon. Zoo nauwgezet is de vervaardiger hierbij te werk gegaan, dat het laatste voorwerp zelfs zesmaal overgemaakt werd, voor het den ver vaardiger bevredigde. De kleine verzameling, die door den heer Tang op deze wijze is bijeengebracht, heeft hij aanvankelijk op verschillende scholen in verschillende steden van ons land geëxpo seerd. Thans heeft de heer Tang, met steun van een comité te Amsterdam een woon schuit kunnen inrichten als expositie-ruimte en na Amsterdam is Haarlem de eerste stad die met een bezoek vereerd wordt. Het ligt in de bedoeling dat de leerlingen van de ver schillende scholen, en wel in het bijzonder van middelbare scholen waar de Egyptische geschiedenis behandeld wordt, een bezoek zullen brengen aan de expositie. Doch ook voor ouderen is de expositie een bezoek aan het schip, dat een ligplaats heeft gevonden in het Spaarna, bij de O. L. Vrou- wekerk, overwaard. JUBILEUM J. RAAR. Zaterdag 22 Mei a.s. zal het 25 jaar geleden zijn, dat de heer J. Raar, bode bij de Gas- en Elec- triciteitsbedrij ven der gemeente Haar lem, bij die bedrij ven in dienst trad. De heer Raar staat bij zijn superieuren goed aangeschre' ven. Het zal hem zeker a.s. Zaterdag niet aan belangstel ling ontbreken. PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE RADIOCENTRALE OP DONDERDAG 20 MEI. Progr. 1Hilversum I. Frogr. 2: Hilversum II. Progr. 3: 8.00 Keulen; 9.50 Pauze; 10.25 Droitwich; 11.05 Parijs Radio; 12.20 Vlaamsch Brussel; 1.20 Londen Regional. 3.50 Keulen; 4.20 Deutschlandsender; 5.20 Londen Regio nal; 6.20 Keulen; 7.05 Droitwich; 8.00 Berlijn; 8.40 Beromunster; 9.05 Parijs Radio; 9.50 Berlijn; 10.50 Boedapest. Prgr. 5: 8.00 Vlaamsch Brussel', 9.35 Londen Regional; 12.35 Droitwich; 5.35 Fransch Brussel; 6.20 Vlaamsch Brussel; 6.50 Londen Regional; 8.20 Droitwich; 9.40 Pauze; 9.45 Londen Regional 10.50 Droitwich. 10.20 Dan- marks Radio. Progr. 5: 8.007.00 Diversen. 7.— Eigen gramofoonplatenconcert: Populair: 1. Tokayer, Adalbert Lutter met orkest; 2. Serenade van Tosselli, Da jos Bela orkest; 3. Trip it lightly, Selma mondorgelband; 4. Die schone Nacht- barin, Adelbert Lutter met orkest; 5. Stand- chen van Heykens, Dajos Bela orkest; 6. Good old tunes, Coventry Hippodrome orkest; 7. Ungarwein, Adelbert Lutter; 8. Uber Land und Meer, Wiener Bohème orkest; 9. The Band master Polka, Selma mondorgel band; 10 Standchen aus alter Zeit, Balalaika quintet; 11. Um das blaue Band, Paul Godwin's orkest 12. Immer lustig Marie! Adalbert Lutter or kest. 8.0012.Diversen. Pat rammelt niet. Dat 's al eyen solide als de rest van 'n Germaan, 't Nieuw kan er af gaan, maar een rammelkast wordt het nooit. daar heb je wat aan N.V. RIJWIEL.INDU (Adv. Ingez. Med.) Probaat door ANDRIES BUYS Mijnheer Servaes had zorgen. Hij was een man' op leeftijd en met eere op leeftijd geko men. Hij had in zaken een fatsoenlijk succes gehad en een rustig huwelijk, nu reeds twee en twintig jaar lang genoten. Meneer Servaes was geen vulgair man en geen parvenu. Hij had een ruimen blik en kon van de jeugd wel het een en ander begrijpen. Maar Janny gaf hem zorgen. Hij had zich gedurende de één en twintig jaar dat ze op aarde was, een voor stelling gevormd van haar toekomst en die voorstelling was alleen veranderd, naarmate zijn financieele positie veranderd was. Janny's toekomstige man maakte het voornaamste deel van die voorstelling uit. Het was een nette jongeman, goed in de kleeren, van goeden kom-af, met een beetje fortuin en een lijn in zijn leven. Deze jongeman wandelde door de gedachtenwereld van meneer Servaes, in een net pak, beleefd, niet onbemiddeld, maaf zon der hoofd. Van dat hoofd maakte meneer Ser vaes zich geen voorstelling, dat was trouwens ook maar bijzaak. Op een goeden dag zag meneer Servaes plot seling dat hoofd ook, in zijn gedachten en in werkelijkheid. De drager ervan was nu juist precies wat meneer Servaes wilde. Max heette hij en hij zou de man van Janny worden. Hij heette Tony, had geen geld, geen net pak en geen lijn in zijn leven. Toen meneer Ser vaes ervan hoorde, sprak hij van „een krul in zijn staart". En meneer Servaes zuchtte en dacht aan de kleeren. het fortuin en de lijn van Max. Met het Argus-oog van den bedreigden va der zag meneer Servaes, dat dit de romantiek was, die zijn dochter zou betooveren. En dan en weer dacht meneer Servaes aan zijn dochter en de lijn van Max. Tony en Janny zagen elkaar nu en dan. Niet vaak, daar zorgde meneer Servaes voor, zoo goed en zoo kwaad als dat ging. Met Max ging zijn dochter ook wel om, daar zorgde meneer Servaes ook wel voor. En steeds bleef hij waakzaam. Janny maakte zich over het heele geval niet druk. Ze vond Max wel geschikt, wat stijfjes, Tony wel aardig, maar daar bleef het bij. Zoo was er eigenlijk weinig reden tot ongerustheid temeer daar Tony zoowel als Max voorzichtige, verlegen knapen waren, niet van het onstui mige soort, waarvoor vaders van huwbare dochters hun hart vast houden. Maar meneer Servaes kende zijn wereld en bedacht, dat het toch gansch niet uitgesloten was, dat een van de twee, en dan natuurlijk de verkeerde, eens een stoutmoedig oogenblik zou krijgen. En dan was het natuurlijk mis. „Natuurlijk", dacht meneer Servaes, want vaders zijn somber. En hij zuchtte diep. Tenslotte zuchtte hij tegen zijn ouden vriend Amsing. Meneer Amsing had een klein restaurant „van standing" en was een ver standig man. Hij dacht na, knikte eens en zei toen opeens: „Ik weet het!" Meneer Servaes keek verwonderd. En me neer Amsing ontvouwde zijn plan. Het ging er immers maar om, Max moed te geven. Welnu, Servaes wist toch wel, wat voor invloed een goed, intiem dinertje had. Als ze er nu maar voor konden zorgen, dat die twee jongelui sa men En zoo beraamden de twee heeren op leeftijd hun krijgsplan. Om zeven uur 's avonds van den volgenden dag keek meneer Servaes op de klok en knik te tevreden. Toen nam hij de telefoon op, sloeg een nummer aan en sprak: Of meneer maar aan de jongelui wilde zeggen, dat vader en moeder verhinderd waren te komen. En dat de jongelui natuurlijk daar konden blijven eten. Zie zoo, dat was gebeurd. Een gezellig tête a tête, goed eten en goede wijn, dat kwam best voor elkaar. 's Avonds om tien uur kwam Janny thuis, vroolijk en lacherig. „Ja, vader, moet u hooren", vertelde ze, „weet u, met wien ik gegeten heb?" Meneer Servaes sperde zijn oogen open. „Met Tony. Max had Tony om drie uur m Amsterdam gesproken en gezegd, dat hij ver hinderd was. Hij had u opgebeld, maar u gaf geen gehoor. Hij had Tony gevraagd, of die het wilde gaan zeggen". „O ja, vader, en Tony heeft me gevraagd. Vindt u het erg?" Bouwondernemer en makelaar voor het Hof. Verdacht van valschheid in geschrifte. Het gerechtshof te Amsterdam behandelde Dinsdag in hooger beroep de strafzaak tegen een 42-jarigen bouwondernemer uit Velsen en een makelaar uit Heemskerk, die zich hebben te verantwoorden wegens een ern stige valschheid in geschrifte. De rechtbank te Haarlem had den bouwer op 4 Februari jl. veroordeeld tot anderhalf jaar gevangenisstraf (conform den eisehl. De makelaar werd vrijgesproken op juridi sche gronden. In het laatste geval teekende de officier van justitie hooger beroep aan. De bouwer was indertijd directeur van een bouwonderneming, waarvoor de makelaar een bouwcrediet had verstrekt, welk crediet echter niet was volgestort. Eind 1934 stond de onderneming er zeer slecht voor; een faillissement dreigde. Voor dit echter werd uitgesproken maakten de bouwer en de makelaar-geldschieter een ac cept, ten bedrage van ruim f 11.000 op. Hier in stond vermeld, dat de bouwer nog f 11.000 van den makelaar had ontvangen, welk be drag in werkelijkheid niet was uitbetaald. Het faillissement werd uitgesproken en de makelaar diende zijn kunstmatig met f 11,000 verhoogde vordering in, waardoor hij ware het bedrog niet ontdekt natuurlijk recht had op een hoogere ultkeering uit het fail lissement. Deze „winst" zou tusschen beide mannen worden verdeeld. Aanvankelijk ontkende de bouwer. Voor de rechtbank hield hij zijn onschuld vol in te genstelling met de bekentenis van den an deren verdachte. Thans gaf hij voor het Hof toe, dat hij in overleg met den makelaar de valsche stukken had opgemaakt. Pres.: U speelde dan toch geen erg fraaie rol. U beschuldigde hem van diefstal en chantage. Verdachte verklaarde vervolgens, waartoe de valsche accepten moesten dienen. De ma kelaar zou meer uit het faillissement van den bouwondernemer krijgen dan waarop hij eigenlijk recht had. Dit hoogere bedrag zou den de makelaar en de bouwer samen dee- len. De curatrice in het faillissement van den bouwondernemer, mej. Kluitman, verklaar de ter zitting, dat er betrekkelijk weinig ac tief was. De deconfiture van het bouwbedrijf was om. een gevolg van het feit at de zaak zonder reserves was begonnen. TOans zullen de crediteuren circa 50 pet. uitgekeerd krij gen. Wanneer niet aan het licht was geko men, dat het accept valsch was, zou dit per centage vrijwel nihil zijn geweest. Vervolgens hoorde het Hof den makelaar van D. als getuige. Getuige vertelde, dat hij als geldschieter was opgetreden voor het bedrijf van den bouwer. Hij had het bouwcrediet niet volge stort. Toen de zaak misliep stortte hij op pa pier vol en werd het valsche accept vervaar digd om het volstorten te bewijzen. Dit ac cept beliep een bedrag van bijna f 12.000. Getuige: ik begrijp nog niet goed, hoe ik er toe gekomen ben Getuige beweerde, dat de man, die thans terecht staat hem had overgehaald. Pres.: Kom nu, voor de rechtbank hebt u royaal toegegeven, dat het plannetje van u is uitgegaan. De verdachte heeft aanvanke lijk beweerd, dat hij het geld verloren had of dat het hem ontstolen was. Hij heeft u zelfs als dader aangewezen. In brieven poog de hij u te chanteeren. Getuige: Ja. tenminste, dat vatte ik zoo op. Pres.: Verdacht geeft nu de feiten toe. Getuige: Zoo, dus hij beweert tenminste niet langer, dat ik het geld gestolen heb. Volgens een getuige a décharge was van D. niet alleen maar de geldschieter, de com manditaire vennoot, doch hij bemoeide zich wel degelijk met den bouw. Pres.: Had hij dan verstand van bouwen? Getuige: Neen, dat niet, maar hij speelde die rol heel aardig. De procureur-generaal, mr. dr. D. Reilingh, zeide in zijn requisitoir, dat het thans ge zien de beteekenis van verd. niet meer noodig is om op bijzonderheden in te gaan. Het staat nu volkomen vast, dat het accept valsch is. Minder gemakkelijk is echter om uit te maken, wie de hoofdschuldige is. Het rapport over dezen verdachte luidt vrij gun stig en in verband hiermede was spr. van meening, dat de straf door de rechtbank op gelegd te hoog is. Spr. vorderde een jaar ge vangenisstraf waarvan vier maanden voor waardelijk met een proeftijd van drie jaar en onder aftrek van den tijd in voorloopige hechtenis doorgebracht. De verdediger mr. R. Heeg, besprak in zijn pleidooi uitvoerig den persoon van dezen ver dachte. Hij heeft steeds hard en intensief gewerkt, met bewonderenswaardigen wilskracht poog de hij vooruit te komen in de wereld. Pl. drong met klem op de uiterste clementie aan. Vervolgens stond de makelaar uit Heems kerk terecht, die reeds voor de rechtbank had bekend, doch die was vrijgesproken, om dat hij het accept zelf niet als vordering bij de curatrice had ingediend. Wel had hij het den notaris laten zien, die voor hem de vor dering indiende. In de dagvaarding was ech ter gesteld, dat dit accept door hem was in gediend en niet: voor hem. De procureur-generaal was van meening, dat verd. van het valsche geschrift gebruik had gemaakt op het notariskantoor. Als vor dering had hij het accept doen indien bij de curatrice, zonder echter dit accept te toonen of in te sturen. De Hooge Raad is echter van meening, dat dit indienen en verwijzen naar een valsch stuk gelijk staat met gebruik maken van dit valsche stuk. Spr. was van oordeel, dat het vrijsprekende vonnis der rechtbank vernietigd dient te worden. Wegens valschheid in geschrifte vor derde hij de veroordeelïng van den makelaar tot een jaar gevangenisstraf, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De verdediger, mr. Stomps was van mee ning, dat geen veroordeeling op deze dag vaarding zal kunnen volgen, weshalve hij concludeerde tot bevestiging van het vrij sprekende vonnis der rechtbank, daar het valsche accept tegenover de curatrice niet is gebruikt. Uiterst subsidiair drong pi. aan op clemen tie in den vorm van een voorwaardelijke straf. In beide gevallen zal het Hof 1 Juni arrest wijzen. PERSONALIA. Voor het examen apothekers-assistente is te Amsterdam geslaagd mej. H. Oerlemans, te Haarlem. COLLECTEUR STAATSLOTERIJ Met den aanvang der 475e staatsloterij is benoemd: tot collecteur te Haarlem J.' A. Christlaan. te Haarlem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 10