De „Tromp" gereed voor de te waterlating. De vlootrevue te Spithead. Het Roode Kenteeken Zieken- en vrachtauto's stonden Donderdag op het statlonsemplace- ment te Delft gereed voor transport naar Parijs als onderdeel van een order van eenige honderden automobielen. - Het vermoeden bestaat, dat deze auto's voor Spanje bestemd zijn Hr. Ms. mijnenveger „Gruno" arriveerde Donderdag in de Amster- damsche haven. De Jantjes profiteerden van het zonnige weer om de wasch te drogen te hangen Buchloh, de Duitsche keeper, in actie tijdens den wedstrijd van Duitsch- land tegen Manchester-City, welke match in een 3-2 overwinning voor het Duitsche team eindigde De nieuwste aanwinst voor de Kon. Nederlandsche Marine, de flottieljeleider .Tromp", die door H. M. de Koningin Maandag a.s. officieel te water zal worden gelaten, gereed op de helling bij de Ned. Scheepsbouw Mij. te Amsterdam De groote vlootrevue te Spithead ter eere van het gekroonde Engelsche vorstenpaar heeft Donderdag plaats gehad Een vanuit een yliegboot gemaakte foto van eenige der verzamelde oorlogsbodems van verschillende nationaliteit Twee der nieuwe zomerpostzegels, die van 1 Juni tot en met 16 Juli verkrijgbaar zullen zijn Nu de zijtribunes van het Olympisch stadion verhoogd zijn, blijkt de kap van de Marathontribune het vrije uitzicht op het speelterrein en de banen te belemmeren. De kap wordt daarom 5l/s meter omhoog gebracht FEUILLETON OTTWüiLL BINNS. (Nadruk verboden) 43) Terry floot van verbazing. „Ben je daar zeker van". „Absoluut. Je kunt je in hem niet vergis sen". „iDat is waar. Wanneer is hij gekomen?" „Een half uur geleden. Ik zag hem aan komen en toen hij de hall verliet, heb ik zijn naam in het gastenboek opgezocht". „Hoe noemt hij zichzelf?" „Charles B. Kelsey. Zijn adres is in San Francisco. Ik ben benieuwd waarom hij hier gekomen is. Denk je, dat hij weet, dat ik dat wij hier zijn?" „Natuurlijk. Wat zou hij willen?" „Hij wil Norma en jou natuurlijk in het oog houden", lachte Seabright. „Denkt waar schijnlijk niet, dat jullie hem met dat zaakje van de „Dusty Miller" in verband brengen. Wel allemachtig! Daar is hij! Op de veranda Weg met jullieSpreek niet tegen Borlase in het hotel. Dien kant op, Borlase. De kerel kent jou nietWe hebben hem in onze macht. De achtervolger achtervolgd". Hij pakte Borlase bij een arm en sleurde hem bijna achter de beschuttende takken van een grooten apenbroodboom met rooskleurige bloesems en Terry en Norma, die zijn bedoe ling begrepen, gingen naar het hotel. Een greep koningsvarens benam hun een oogen- blik 't uitzicht, maar even daarna kregen zi weer het volle gezicht op de veranda en toen hij opkeek zag Terry den man van Kowloor met zijn ellebogen op de balustrade geleund naar de schuimende branding kijken, schijn baar geheel onbewust van hun tegenwoordig heid. Terry zelf wendde onverschilligheid voor en richtte zijn blik op iets anders. Maar halver wege de steenen trap keek hij als terloops in de richting van de veranda en betrapte den man erop, dat hij hem onderzoekend op stond te nemen. Hij grinnikte. De kerel had dus blijkbaar maar gedaan, alsof hij Norma en hem zelf niet opgemerkt had. Hij had hen gezien toen ze van achter de varens te voorschijn kwamen. Terry was daar zoo zeker van als iets en hij lachte kort. „Wat begon Norma een beetje adem loos. „Niets, liefste. Laat den man niet zien, dat je hem herkend heb. We gaan aardig ver stoppertje spelen". In de hall, nadat hij zich ervan overtuigd had, dat er niemand in de buurt was, vroeg hij Norma: „Wat is het adres van Mr. Sarony? Ik ga hem uit jouw naam een telegram sturen". „Waarom?" „O, ik wou graag op een punt zekerheid hebbenAls je nu eens met me mee naar het postkantoor ging, dan kunnen we het meteen doen". Hoewel ze er niets van begreep, vroeg Nor- ma toch niets meer, maar reed met hem mee naar het postkantoor en hoorde onderweg, wat er te Molokai gebeurd was. „Dus", fluisterde ze en huiverde even, had je toch gelijk en heeft kapitein Babbage in derdaad zijn prijs genoemd". „Ja", antwoordde hij en hoopte van harte, dat. niets de betaling ervan zou verhinderen „En moeten we nog een week wachten?" „Nog een week", antwoordde hij, „maar die zal in Honolulu wel gauw voorbij gaan". „Maar er kan zooveel in een week gebeu ren", zei Norma. „Ja", gaf hij toe en voelde zich niet heele- maal op zijn gemak toen hij bedacht dat de Dusty Miller" Janey Wakinshaw en Chan was komen halen en dat Jimmy Babbage zijn plan om Molokai te verlaten zoo grondig voorbereid had. Maar hij zei daarvan niets aan Norma en toen ze bij het postkantoor ge komen waren, gaf hij zijn tedegram op en zei toen lachend: „Het is jouw telegram. Lees het eerst even en teeken het dan". En terwijl ze het potlood opnam om het be richt te teekenen, las het meisje: „Wie is Charles B. Kelsey uit Frisco?" HOOFDSTUK XIV. Ternauwernood ontsnapt. „Denk je, dat de man zijn waren naam in het hotel opgegeven heeft?" vroeg Norma, nadat het telegram verzonden was. „Het zou me ten zeerste verwonderen", ant woordde Terry opgewekt. „Is het dan niet zonde van het geld, om dat telegram te versturen?" „Nee! Elke dollar zal zijn geld opbrengen. Ik ben er van overtuigd, dat Kelsey de man is, waar Sarony niets van wilde zeggen. Als hij antwoordt de Charles B. Kelsey hem onbe kend is, mogen we wel aannemen, dat de kerel zich achter een valschen naam ver schuilt en wanneer een man dat doet, zijn zijn bedoelingen meestal niet zuiver. Wanneer integendeel zijn naam wel aan den advocaat bekend is, kan hij ons misschien inlichtingen verschaffen. Maar we zullen wel zien". Ze keerden naar het hotel terug, dineerden in het gezelschap van Seabright en namen totaal geen notitie van Charles B. Kelsey, die aan een naburig tafeltje scherp door Borlase in het oog gehouden werd. Na het diner ver liet de man het hotel, gevolgd door den parel handelaar. die zijn vrienden een knipoogje gaf, toen hij langs hen kwam en Seabright bedacht een uitvlucht en liet Terry en Norma alleen. Het was over eenen in den ochtend, toen Borlase terug kwam. Norma was allang naar bed en Seabright zat met Terry op zijn kamer, toen een klop op de deur de komst van den parelhandelaar aankondigde en toen hij bin nenkwam was het duidelijk aan zijn gezicht te zien. dat hij nieuws had. Op Seabright's uit- noodiging schonk hij zichzelf een glas whisky in, stak een pijp op en zei: „Die Kelsey heeft niet veel goeds in den zin". „Dat wist ik ook!" zei Terry en wachtte. „Ik ben hem de heele stad door gevolgd. Ben in een paar kroegen achter hem aange gaan, waar ik op moest passen, dat hij me niet zag en daarna ging hij een bar binnen, waar hij kennis maakte met een verloopen blanke met roode bakkebaarden, echt het type van een strandjutter, en nadat ze wat gedron ken hadden, gingen ze samen weg. Ik volgde ze zoo dicht mogelijk op de hielen en zag ze weer een bar binnengaan, die vol fuivende matrozen was en meisjes van alle kleuren on der de zon. Ik ben in mijn tijd in heel wat van dergelijke dingen geweest, maai' dit was wel zoo'n gemeene kroeg. Kelsey en zijn strandjut tersvriend pikten een Japanner op, een kleine rat van een kerel, met een gezicht, dat als je hem in den dieren tuin tegengekomen was. je gedacht zou hebben, dat hij uit een apen kooi ontsnapt was. Ze gingen met zijn drieën in een soort kamertje zitten drinken. Er was een leeg hokje naast, waar ik neerstreek en ik had me nauwelijk geïnstalleerd of twee in boorlingen-meisjes kwamen bij me binnen. Om den schijn te bewaren bestelde ik cham pagne en liet mezelf door hun fratsen amu seeren, terwijl ik mijn ooren inspande om zoo veel mogelijk op te vangen van wat er naast me besproken werd. Er heerscht in de kroeg een enorm lawaai van 'n jankende ukelele-band, zingende meis jes en dansende paren en ik kon niet veel verstaan. Maar na een tijdje ving ik een woord op. dat me een heeleboel wijzer maakte en dat was de naam van het jacht". „De „Kestrel"!" riep Seabright uit. „Ja. Dat gaf me een aanwijzing. Een van de meisjes ging er vandoor naar een man. die juist binnengekomen was en de ander, die ik als camouflage noodig had. maakte het zich gemakkelijk met de champagne en een van mijn armen en ik fluisterde tegen haar, dat ze stil moest zijn, want dat ik naar de band wou luisteren. Het meisje geloofde me niet, dat zag ik ook wel, maar ze deed wat lk haar gevraagd had en met mijn oor tegen het tusschenschot luisterde ik zoo hard ik kon. Door die vervoekte herrie kon ik alleen af en toe een woord verstaan, maar hoorde ge noeg om te weten dat ze het een of ander tegen de „Kestrel" op touw zetten, wat kon ik niet precies ontdekken, maar een keer hoorde ik: „De propeller onklaar makenDie ellendige ukeleles jankten toen juist extra hard en er ontging me weer wat, rr.aar toen ik weer wat kon verstaan was de kerel nog aan het woord en lk hoorde hem duidelijk zeggen „moeten een week wachten". Daarna hoorde lk een heelen tijd niets, tot dat ik lets over dollars opving en uitmaakte dat ze het over den prijs van het eqn of ander hadden. Ze waren het daar blijkbaar spoedig over eens, want twee minuten later brulde de strandjutter Iets tegen 'n Japanschen bediende die daarna twee flesschen champagne naar hun hokje bracht en om mijn Honolulu Mary tevreden te houden, bestelde lk er ook nog een en daar ik wel dacht, dat lk alles gehoord had wat er te hooren viel. besteedde lk een beetje meer aandacht aan haar. Het meisje was snuggerder dan ik gedacht had. „Jij fijn luisteren?" zei ze met een veelbe- teekenenden blik naar het tusschenschot. „Ik grinnikte en haalde mijn beurs te voor schijn. „Nogal", zei ik, ..maar lk zou graag willen dat jij die mannen naast ons een be kijkt en me vertelt of Je ze kent. Snap je?" „Ik snappen", zei Mary lachend. Jij politie?" „Dat gaat je niets aan", zei lk en plantte een vijf dollar biljet binnen het bereik van haar hand. „Je kunt er nog een krijgen ala we klaar zijn. Heb je me begrepen?" (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 9