Oostwald
Crisispachtweï aangenomen.
Nederlandsche Haring
visscherij.
Gaat Utrouwen?
Meubelen
Bed den
Ta pij te n
DE KAMERCANDIDATEN ONDER HET MES
KATERDAG 22 MEI 1937
HA'ARC EM'S DAGBCAD
3
EERSTE KAMER.
Evenals de wet inzake nietigverklaring
goudclausules en verbindend- en
onverbindendverklaring C. A. O.
Komt dan voor
prijsopgave vragen bij
KRUISSTRAAT 11 TELEF. 11491
(Adv. Ingez. Med.)
DEN HAAG Vrijdag.
De crisipachtwet ging er debat- en stem
mingsloos door, alleen liet de heer de Gij z e-
laar (c.h.) aanteekenen, dat hij als tegen
stander beschouwd wenschte te worden.
Over het wetsontwerp betreffende nietigver
klaring van goudclausules in bepaalde over
eenkomsten is wel het een en ander in het
midden gebracht. De heer Fleskens (RK.)
klaagde over de late indiening, waardoor de
wet pas 9 maanden na de zweefvlucht van den
gulden in werking zal treden. Overigens kon
deze senator wel met het voorstel meegaan, in
tegenstelling met zijn partijgenoot Mr. Mi-
chiels vanKessenich (R.K.) en de libe
raal Gelder man. Eerstgenoemde opposant
bracht vooral art. 1374 van ons B.W. in het
veld. Van den principieelen regel van ons con
tracten- recht, welke wil dat men trouw moet
blijven aan gesloten overeenkomsten, mag men
alleen in zeer bijzondere nood-gevallen afwij
ken. Welnu dergelijke omstandigheden doen
zich met betrekking tot de contracten, die des
tijds wel in goudclausules zijn aangegaan, niet
voor. Degenen, die zulk een overeenkomst slo
ten deden dat juist, omdat zij zagen aankomen
wat op 26 September gebeurd is, De heer Gel
derman had het billijker gevonden als een
regeling ware getroffen waarbij in. geval van
goud-clausules bijstorting zou moeten geschie
den naar gelang van stijging van de goederen-
prijzen. En zeker ware het beter geweest
gelijk standpunt nam ook Mr. Michiels v. Kes-
senich in dat de rechter elk geval op zich
zelf te beslissen hadde gekregen. Heelemaal
mis vond deze afgevaardigde, dat de Minis
ter de regeling niet toepasselijk heeft gemaakt
ten opzichte van crediteuren in den vreemde,
bev. m Zwitserland en Frankrijk, want in ver
band met de daar plaatsgehad hebbende
munt-depreciatie, ontbreekt voor dien groep
de rechtsgrond die aan het wetsontwerp ten
grondslag ligt, ten eenen male.
Minister v. S c h a i k, die o.a. uiteenzette dat
we met die depreciatie in het buitenland heele
maal niet te maken hebben, bestreed de stel-
ling dat de regel „pacta sunt servanda" (over-
eenkomsten moeten gestand gedaan worden)
tengevolge van dit wetsvoorstel in het gedrang j
zou komen. Bedoelde voorschriften van ons
B.W. hebben z.i. immers uitsluitend betrekking
op de zuiver privaat rechtelijke verhouding
tusschen partijen. Alleen daarvoor zijn ze
neergeschreven. Welnu dit ontwerp geeft par
tijen heelemaal niet de gelegenheid om zich
van hun verplichtingen te bevrijden, maar het
is hier de overheid, die ingrijpt omdat zulks
tengevolge van een overheidsdaad (het loslaten
van den gulden) billijk is geworden. Na nog
te hebben aangeteekend, dat Minister v. Schaik
betoogde, dat de late indiening gevolg was van
't feit, dat men na de devaluatie eerst eens
moest aanzien hoe daarop de reactie zou zijn
bovendien vereischte de zeer ingewikkelde
materie geruimen tijd van voorbereiding en
dat hij verder ook nog tegen het denkbeeld
van den heer Gelderman i. z. incidenteele be
slissingen van den rechter aanvoerde, dat men
dan veel te veel processen zou hebben gekre
gen, zij vermeld, dat de Kamer het ontwerp
met 236 aannam: behalve de 2 reeds genoem
de „tegen-sprekers" stemden eveneens tegen de
liberaal Mr. v. Rappard, de heer v. Asch v. Wijk
(a.r.) en 2 christelijk-historischen, te weten
de heer de Gijselaar en voorzitter de Vos v.
Steenwij k.
Nadat een reeks contingenteeringen haar
beslag had gekregen (die van de veekoeken
deed Mr. v. Rappard (lib.) de aandacht ves
tigen op den slechten toestand van de melk
veehouderij) kwam het wetsontwerp betref
fende verbindend en onverbindend verklaring
van bepalingen van collectieve arbeidsover
eenkomsten aan de orde. De heer Danz
(s.d.) vond het mooie er af, nu de onverbin
dendverklaring een deel van het ontwerp uit
maakt. Ook was hij niet tevreden, dat be
palingen omtrent bedrijfsrechtspraak buiten
bindend verklaring blijven. Ook de heer An-
driessen (R.K.) had bezwaren tegen de
onverbindendverklaring, maar hij was toch
bereid het ontwerp ook zóó te aanvaarden.
Daarentegen schaarde de liberaal Gelder
man zich bij de s. d. oppositie nu het mo
gelijk zal wezen eveneens voorschriften op
het gebied van de loonen bindend te ver
klaren.
Minister SI in gein berg had niet veel
moeite om het wetsvoorstel te verdedigen.
Nieuwe argumenten waren er niet meer aan
gevoerd. Hij schetste eerst de groeiende be-
teekenis van de collectieve arbeidsovereen
komsten in het bedrijfsleven, erkende dat
de praktijk hem tot het inzicht had gebracht,
dat het goed was om den loonfactor niet bui
ten de wet te sluiten en wees er verder op
hoe logisch het was evenals verbindend- ook
onverbindendverklaring in 't ontwerp te re
gelen. Op zichzelf voelt hij zeker voor be
drij fsrechtspraak, maar de Grondwet ver
biedt iemand „van den rechter af te trek
ken" en dat zou ingeval van bindendverkia-
Duitsch vliegtuig maakt bij nood
landing ongelukken.
Wielrijder op slag gedood.
Auto ernstig beschadigd.
Vrijdagmiddag te omstreeks kwart over
twaalf heeft een Duitsch vliegtuig waarin
één persoon zat, een noodlanding gemaakt te
Zijldijk, gem. 't Zandt (Gr.) Het toestel, dat
aanvankelijk boven Uithuizen cirkelde om
daarna in Noordoostelijke richting naar de
Noordzee te koersen, keerde plotseling terug
om te dalen. Bij de landing raakte het vlieg
tuig eerst een auto, welke op den weg reed, om
vervolgens den 70-jarigen heer Schoonveld,
wonende te Niekerkje. die op den weg fietste,
te raken. De heer Schoonveld kreeg zoo'n
klap van den vleugel van het toestel dat hij
op slag werd gedood. Daarna kantelde het
toestel van den weg over een sloot, om ver
volgens met den kop in het lager naast de
sloot gelegen klaverland van den landbouwer
Kapenga terecht te komen. De inzittende
bleef ongedeerd. De auto is ernstig beschadigd,
doch de inzittenden werden niet gewond. De
burgemeester van 't Zandt en de marechaus
see waren spoedig aanwezig. Het lijk van den
heer Schoonveld is in beslag genomen.
ring geschieden ten opzichte van hen, die
vrijwillig niet naar bed rij fsrechtspraak zou
den willen gaan. Tenslotte dêelde de Minister
mee. dat een voorstel tot uitbreiding der ar
beidsinspectie, wat thans noodig zal zijn, in
zee is.
Nadat Mevr. Pothuis-Smit (s. d.) het
ontwerp in zake betere verdeeling van den
beschikbaren arbeid verwerpelijk had ge
noemd, want een onrecht voor de vrouwen,
en Mr. Kropman (r.k.) betoogd had, dat
z.i. een regeling gewenscht was van broede
ren omvang, aangezien het geen crisis- doch
een productiekostenkwestie is, die volwassen
mannen werkloos doet zijn, doordat goed-
koopere vrouwelijke en jeugdige arbeids
krachten hen verdringen, bestreed Minister
Slingenberg zeer kort het betoog van
Mevr. Pothuis-Smit. Toen kon de stemming
plaats hebben. Maar slechts 18 afgevaardig
den (16 voor 2 tegen) bleken nog aanwezig
te zijn. Nu zal men in 'n volgende vergadering
nog eens moeten overstemmen.
E. v. R.
Amsterdam krijgt ook zijn mug.
En zij steekt tevens
De arbeiders, die bij de uitvoering van het
Boschplan te Amsterdam te werk zijn gesteld
en die momenteel bezig zijn met het uit
graven van den grooten vijver, zijn dezer da
gen onaangenaam verrast door een groote
partij muggen, die kwaadaardiger bleken te
zijn "dan hun soortgenooten, die bij het
IJseLmeer voorkomen. De IJselmeer-muggen
zijn alleen maar lastig, maar zij hebben het
voordeel dat zij niet steken. De Amsterdam-
sche of boschplan-mug heeft daarentegen de
hebbelijkheid om wel te steken en zij doet dit
zelfs nogal royaal. Een wetenschappelijk on
derzoek heeft uitgewezen, dat de boschplan
mug een tot nu toe in Nederland onbekende
variëteit op muggengebied is. Het weten
schappelijk naamkaartje van het dier luidt
„ceratopotogon". De G.G. en G. D. beraamt
maatregelen om een nieuwe muggeninvasie te
Amsterdam te voorkomen.
De steek veroorzaakt een bultje, dat ruim
een week blijft jeuken.
(Adv. Ingez. Med.)
Nieuw arbeidsrecht voor kapiteins
en schepelingen.
Met 1 October a.s in werking.
De reeds in 1930 tot standgekomen
nieuwe regeling van de arbeidsover
eenkomst-, zal met ingang van 1 Octo
ber a.s. in werking treden.
Aan de nieuwe regeling ligt ten grond
slag, dat de algemeene regeling van de ar
beidsovereenkomst ook van toepassing be
hoort te zijn op die van kapiteins en schepe
lingen, behoudens wijzigingen met het oog
op de bijzondere omstandigheden waaronder
de arbeid op een zeereis wordt verricht. Een
van de consequenties hiervan is, dat het ver
breken van het arbeidscontract slechts als
wanprestatie zal worden beschouwd en niet
meer strafmaatregelen ten gevolge zal heb
ben. Desertie zal dan ook slechts strafbaar
zijn zoo daardoor gevaar voor schip, opva
renden of lading ontstaat. De monsterrol zal
niet meer worden beschouwd als een overeen
komst, maar als een staat van de bemanning,
die aan boord van een bepaald schip schip
dienst doet. Verder zijn de rechten en plich
ten van den schepeling meer nauwkeurig
omschreven in den geest van de bepalingen
disciplinair toezicht van den kapitein is ge
handhaafd.
Het jaar 1936 was beter
dan zijn voorgangers.
„Aanpakken, aanpassen, aanpappen,
alle drie".
Vrijdagmiddag werd te 's-Gravenhage on
der groote belangstelling de 22ste jaarver
gadering gehouden der reedersvereeniging
voor de Nederlandsche haring visscherij.
De vergadering werd bijgewoond door ver
schillende regeeringsautoriteiten, direct bij
de visscherij betrokken, alsmede verschillen
de Kamerleden. Verder waren o.m. vertegen
woordigers van Kamers van Koophandel, van
de vakverbonden, en van andere bij de vis
scherij geïnteresseerde organisaties aanwe
zig, terwijl de Nederlandsche visscherij in
haar verschillende geledingen nagenoeg in
haar geheel vertegenwoordigd was.
De voorzitter mr, J. H. Kiewiet de Jonge,
die de jaarrede uitsprak ving deze aan met
eenige woorden te wijden aan de nagedach
tenis' van de 19 slachtoffers der Sch 68 en
Sch. 179, in het zicht van de vaderlandsche
kust waren omgekomen in den nacht van 26
Oct jl.
Het jaar 1936, zoo constateerde spr. ver
der, heeft in vergelijking met zijn voorgan
gers betere resultaten te zien gegeven. De
aanvoer was in rond getal 300.000 kantjes
grooter dan in 1935 en desniettegenstaande
is de gemiddelde prijs per kantje nagenoeg
dezelfde geweest als in 1935. |Als hoofdoor
zaken voor dezen meer bevredigenden gang
van zaken werd gewezen op de algemeene
opleving, op de waardedaling van den gul
den, waardoor de exportpositie is versterkt
en „last but not least" op de groote verkoo-
pen naar Rusland, transacties tot stand ge
komen door de samenwerking van het be
drijf in zijn geheel. Nadat met nadruk had
vooropgesteld, dat het zwaartepunt der ha
ringindustrie is gelegen in den uitvoer,
de verhouding tusschen uitvoer en binnen-
landsch verbruik is ongeveer 3:1—, wijdde
hij een uitvoerige beschouwing aan de totale
exportpositie. Het grootste verlies werd ge
leden op de eertijds zoo belangrijke markt in
Duitschland. Als oorzaken zijn te noemen de
Duitsche betalingsmoeilijkheden, waardoor
de haring-export op een gering contingent
is aangewezen. Daarnaast en dat is het erg
ste, de uitbreiding der Duitsche haring-vloot
in 1936 voorzag Duitschland reeds voor
2/3 in de eigen behoefte r— alsmede het feit,
dat Engeland, onze grootste concurrent, niet
is gebonden aan een betalingscontingent.
Deze concurrent gaat in deze jaren de plaats
der Hollanders in Duitschland innemen. Zoo
treden hier verschuivingen op, die vermoede
lijk nimmer meer zullen zijn te elimineeren.
De export naar andere landen bood een be
vredigender beeld, doch de andere vaste
klanten in het buitenland uit het verleden,
zullen nimmer in staat blijken te zijn het
Duitsche verlies te vervangen. Om zoover te
komen, zou Rusland duurzaam moeten wor
den ingeschakeld. Vandaar, dat met groote
voldoening gewag is gemaakt van den be
langrijken export in 1936 naar Rusland, die
ongeveer 92.000 Schotsche tonnen haring
heeft omvat, zijnde ongeveer 1/4 van den
totalen zout-haring export in het afgeloopen
jaar. Indien Rusland dit jaar weer in het
groot aan de markt zou zijn, achtte spreker
de vooruitzichten voor de zoute haring niet
ongunstig. Met betrekking tot het binnen
land, de consumptie van maatjes, kon met
voldoening een stijgende lijn worden gecon
stateerd.
Het slot der rede was gewijd aan de
gesties der Nederlandsche visscherij centrale,
waarvan mr. Kiewiet de Jonge sedert Nov.
jl. tevens voorzitter is.
Het beleid van dit orgaan toonde voor de
haringvisscherij in 1936 een wezenlijk ander
beeld dan in 1935. In dat jaar kon men spre
ken van de „gebonden economie" (men den-
ke b.v. aan het starre stelsel der contingen-
teering in 1935 van kracht), terwijl 1936 het
jaar was der „relatieve" vrijheid in de uit
oefening van het bedrijf. In 1936 werd met
een geringe nettenbeperking doorgevischt tot
31 December jl. Bovendien is in 1936 van
overheidszijde de belangstelling geconcen
treerd op den uitvoer. Het beleid der cen
trale in 1936 mocht naar sprekers oordeel
terecht bevredigend worden genoemd.
De heer C. J. Zaalberg, directeur der
Benas, oud-dir. generaal van den Arbeid
heeft een voordracht gehouden over: Aan
pakken, aanpassen, aanpappen, alle drie.
De heer Zaalberg zeide, dat hij allerminst
blind is voor de misstanden, die de wereld
huishouding vóór den oorlog had. Doch hij
is evenmin blind voor de heilzame gevolgen
voor allen van een groote mate van vrijheid
van den ondernemer. Tot staving van zijn
recht om de z.g. kapitalistische productie
wijze, ondanks haar gebreken, dankbaar te
zijn voor de welvaartsverhooging, die zij ge
bracht heeft in een halve eeuw van indus
trialisatie en concentratie van groote bedrij
ven, noemde spr. verschillende cijfers. Hij
herinnerde er aan. dat de reëele koopkracht
van de arbeiders in vele bedrijven in de laat
ste 60 jaar is verdrievoudigd. Hij noemde
voorts de sociale wetgeving en illustreerde
met cijfermateriaal haar zegenrijke gevol
gen.
Tot die verbetering aldus ging spr. voort
heeft allerlei overheids- en particuliere
zorg belangrijk bijgedragen, doch dat die
wettelijke en andere sociale maatregelen mo
gelijk zijn, danken we aan de grootere pro
ductiviteit van het bedrijfsleven, waarin de
natuurlijke „ordening" de overhand had. Dit
ingewikkeld organisme is in zijn bewonde-
renswaardigen groei door menschenhand ge
stoord. Dezelfde menschenhand houdt nu
het natuurlijke herstel tegen.
De heer Zaalberg zette uiteen, dat het
nieuwe systeem van zelfvoorziening een
dwaasheid is. Het eerste wat noodig is om
zich staande te houden is aanpassen bij de
beperkte mogelijkheden om een bedrijf ren
dabel te maken. Daarnaast moeten we aan
pakken, vooral nu er allerwegen opleving in
het bedrijfsleven is. ook in de haringreede-
rij. Tenslotte moeten we aanpappen.
Er zijn veel meer redenen dan weleer om
rekening te houden met wat anderen doen
en wenschen. Er zijn nu tal van moeilijkhe
den te overwinnen of voordeelen te verwer
ven, waartoe de éénling niet in staat is, doch
waarvoor samenwerking van bedrij fsgenoo-
ten onmisbaar is. Aanpappen met elkander
is noodig om van de beperkte afzetmogelijk
heden nog zoo goed mogelijk gebruik te ma
ken. Aanpappen met afnemers is eveneens
noodig. want bij de marktverhoudingen van
thans is het vinden van nieuwe klanten een
moeilijke kunst en vaste relaties vaak een
levenskwestie. Tenslotte ook aanpappen met
overheidsorganen, die hun taak ten bate
van de bedrijven niet met vrucht kunnen
verrichten, wanneer er geen onderling ver
trouwen en samenwerking bestaat.
Aan het slot van zijn rede betoogde spr.,
dat hij zeker gelooft, dat er weer een tijd
van groote vrijheid zal komen. Vrijheid, waar
in de ondernemingsgeest weer tot volle ont
plooiing kan komen en dit onbestreden als
een algemeen belang zal worden erkend.
Na de jaarrede van mr. J. H. Kiewiet de
Jonge, voorzitter van de reedersvereeniging
voor de Ned. Haringvisscherij, heeft de se
cretaris-generaal van de departementen van
Handel, Nijverheid en Scheepvaart en
Landbouw en Visscherij, dr. A. A. van Rhijn,
het woord gevoerd. Hij wees er op, dat de
omstandigheden zich in 1936 weer veel gun
stiger hebben laten aanzien. De productie
beperking, een verre van aangename, maar
destijds noodzakelijke maatregel, werd ver
vangen door een systeem ter verruiming van
afzetgebieden, over welk feit spr. zich zeer
verheugde.
In de huishoudelijke vergadering werd een
voorstel van het hoofdbestuur tot het ver-
leenen van subsidie aan de beide reddings
maatschappijen en aan 't Nederlandsche
visscherij -proefstation aangenomen.
ENGELSCHE STOKER TE ROTTERDAM
VERDRONKEN.
De 46-jarige stoker C. J. M. Kenna uit
Middlesbrough is, toen hij zich- aan boord wil
de begeven van het uit Swansea afkomstige
stoomschip „Tunitia", dat in de Waalhaven
N.Z. te Rotterdam op het terrein van Kruwal
lag te kunkeren. van den ladder gevallen en te
water geraakt. De man verdween direct in de
diepte. Na ongeveer drie uur dreggen heeft
de rivierpolitie het lijk opgehaald.
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand,
Wie heeft de meeste kans in het land?