1936 heeft wereld van zwaren druk bevrijd Zekerheid op monetair gebied echternog ver te zoeken Uit bet jaarverslag der Ned. Bank UIT HET VERLEDEN DINSDAG T JUNI 1937 HAARLEM'S DAGBLAD 8 Mr. Trip: Nederlands positie Het jaar 1936 zal in de geschiedenis van de economische en financieele wereldontwikkeling als een belangrijk tijdperk worden geboekstaafd. In ver schillende opzichten traden wijzigin gen in of deden zich invloeden gelden, welke de richting, die de wereld in de naaste toekomst zal volgen, scherper belichten. De beweging der conjunc tuur volgt een sterk stijgende lijn. De prijzen, in het bijzonder die van grondstoffen, vertoonen een belang rijke verhooging. De uitspraak schijnt niet over dreven, dat in 1936 de wereld, als ge heel genomen, bevrijd is van den uiterst zwaren druk, dien de in 1929 begonnen crisis, heeft uitgeoefend. Dat hiervan ook psychologisch, door de verzwakking op opheffing van de crisismentallteit, een invloed ten goede uitgaat, is ongetwijfeld een be langrijk voordeel, aldus zegt de presi dent van de Nederlandsche Bank, mr. Trip, in zijn jaarverslag over 1936. Het vorenstaande mag intusschen niet uit het oog doen verliezen, dat de thans gescha pen toestand geenszins als gezond en zonder gevaren voor de toekomst kan aangemerkt worden. Tegen een dergelijke opvatting verzet zich het voortbestaan van tallooze kunst matige en ongezonde maatregelen, die in alle landen gedurende de crisis werden getroffen en die voortgaan hun invloed te doen gevoe len. Dat daarnaast de tot het uiterste opgevoerde bewapening een voorname oorzaak van de grootere bedrijvigheid en van de ingetreden prijsstijging, dient mede tot voorzichtigheid bij de beoordeeling van de toekomst te stem men. Tenslotte dient in dit verband gewézen te worden op den invloed, die de sterk gestegen goudproductie op het prijspeil zal oefenen. Een dergelijke stijging heeft, naar de in het verleden opgedane ervaring, in het algemeen slechts geleidelijk hare uitwerking. Thans echter valt. in verband met de algemeen in getreden depreciatie van de munteenheden, den omvang van de toenadering en het sa menvallen met de andere, hierboven aange duide. factoren, een aanmerkelijk snellere en krachtigere werking te verwachten.. Ik kom op dit punt hieronder terug. Alles tezamen genomen kan niet ontkend worden, dat de sedert de laatste maanden in gang zijnde ontwikkeling gevaren van infla- tionistischen aard in zich sluit, welke groote waakzaamheid en tijdig ingrijpen zullen eischen. teneinde zooveel mogelijk te voor komen, dat de balans met al te groote kracht naar de andere zijde overslaat. Ik zie niet voorbij, dat het peil, waarop de wereld zich bewoog voordat de algemeene crisis uitbrak, nog geenszins bereikt is. Ook de wereldhandel blijft nog belangrijk beneden dien van 1929 en een vermindering van de handelsbelemmeringen en van de autarkische conjunctuurontwikkeling in de verschillende landen valt nog niet te consta- teeren. Het wil mij dan ook niet twijfelachtig voor komen, dat op het hierbedoelde terrein in de eerste plaats het middel gelegen is om een bedenkelijke prijbeweging tegen te gaan, al thans te beperken. Wanneer de overheden, nauwkeurig de ontwikkeling van de kosten van het levensonderhoud in het oog houdende, een stijging dier kosten bestrijden door het afschaffen of inperken van maatregelen, die de prijsbeweging in opwaartsche richting be ïnvloeden, door het ,ook zonder directe con cessies van het buitenland, in ruimere mate toelaten van invoergoederen en door een ma tiging, voor zoover mogelijk, van de publieke lasten, die op het bedrijfsleven drukken, dan zal een krachtige rem op de prijsbeweging in het leven worden geroepen. Voorts zal, bij het voortschrijden van de conjunctuur in sterk opwaartsche richting, het inkrimpen van de publieke uitgaven voor uitbreiding van de werkgelegenheid in ernstige overweging zijn te nemen. Op internationaal monetair terrein valt als belangrijkste gebeurtenis te vermelden, de val van het zoogenaamde goudblok, dat in 1936 nog slechts bestond uit Frankrijk, Zwitser land en Nederland. Van zekerheid op monetair gebied kan nog niet gesproken worden. Het moet uitge sloten worden geacht, dat op monetair ge bied stabieel verhoudingen zullen teragkee- ren, zoolang fundamentale factoren van po- litieken. economïschen en financieelen aard de orde verstoren en onrust wekken. Het ver beteren van de verstandhouding tusschen de voornaamste volken, het verminderen van de tot het uiterste opgevoerde bewapeningen, de terugkeer tot een grootere mate van vrij heid in de uitwisseling van goederen en diensten als mede in het internationale ka- pitaals- en betalingsverkeer, het sluitend maken van reëele basis van de overheids budgetten. zijn de maatregelen, die voorop moeten staan en primair zijn. Na er op gewezen te hebben, dat het de taak van de beheerders der circulatiebanken is met alle kracht te streven naar handha ving of herstel van een gezond geldwezen, vestigt mr. Trip de aandacht op het feit, dat door de sterke stijging van de goudproductie in de laatste Jaren de basis van de crediet- geving aanmerkelijk is verbreed. Naast de indirecte middelen, welke de re geeringen hierbij kunnen toepassen staat de taak van de centrale banken om bij haar credietpolitiek rekening te houden met de ontwikkeling van de internationale conjunc tuur. De egalisatiefondsen hebben reeds goede diensten bewezen, maar daarnaast zijn nog drie andere middelen mogelijk om verdere geldverruiming te voorkomen: het op ruime schaal in het verkeer brengen van gouden munten (waaraan een groot bezwaar is ver bonden zoolang niet de voornaamste munt eenheden in een vaste en duurzame verhou ding tot het goud zijn gebracht); verlaging van den in de nationale geldeenheid uitge- drukten prijs, dien de circulatiebanken en egalisatiefondsen voortaan voor het goud zouden betalen en internationaal overleg in zake een rechtstreeksche reguleering van de goudproductie. Indien ergens ordening op haar plaats zou zijn, dan is het. naar het oordeel van mr. Trip op 't terrein der goud productie. Wat de economische toestand van ons land betreft, wordt in het. verslag o.m. gezegd: Nederland kon zich in het afgeloopen jaar in belangrijke mate herstellen, Dat de gang van zaken in Nederlandsch-Indië als voor naam leverancier van grondstoffen in elk geval een sterke steun voor Nederland zou geweest, staat vast. Nederland heeft zich kunnen ontworstelen aan de crisismentaliteit en dat, zonder groote schokken, een verbetering van de aanslui ting aan het wereldverkeer werd verkregen. Dat dergelijke schokken konden vermeden worden, is, behalve aan de hiervoren ver melde internationale samenwerking tot sta biliseering van de wisselkoersen, in belang rijke mate te danken aan de rustige en be wonderenswaardige houding van het groote publiek, zoowel hier te lande als in Neder landsch-Indië. De cijfers van de handelsbe weging geven een gunstig beeld. De op het internationale verkeer gerichte bedrijven kwamen in het algemeen in een gunstiger positie. Hun rentabiliteit werd aanmerkelijk versterkt. Hier en daar doet zich zelfs een gebrek aan geschoolde arbeids krachten gevoelen. De scheepvaart is vol bezet, de scheepsbouw is ruimschoots van or ders voorzien. Neemt men daarnaast in aan merking de krachtige stijging van de prijzen der Nederlandsch-Indische uitvoerproducten en van de vraag naar die producten met als gevolg de toeneming van de koopkracht, zoo wel in Indië als in Nederland, dan treedt de omslag in een helder licht. Het moet onder deze omstandigheden als een fundamenteel voordeel worden aange merkt, dat, althans tot dusver, de ontwik keling van de kosten van het levensonder houd geen bedreiging vormt van hetgeen verkregen werd. Die kosten stegen van September 1936 tot en met Maart 1937 met niet meer dan 1.7 procent. Het vertrouwen in de toekomst van de Ne derlandsche en Nederlandsch-Indische eco nomie, dat zoowel in het land zelf als daar buiten werd hersteld, heeft geleid tot een te rugkeer op belangrijke schaal van kapitaal, dat in den vreemde werd aangehouden, en tot een toevloeiing van buitenlandsch kapi taal. dat in Nederlandsche en Indische fond sen 'belegging zocht. De geconsolideerde schuld van het rijk ver meerderd met het nadeelig saldo der ver plichtingen en vorderingen op korten termijn, steeg van f2.489.491.000 op 31 December tot f3.176.882.000 op 31 December 1936. De toene ming bedroeg dus in vijf jaren tijds f 687.391.000, of ruim 7 procent. De geconsoli deerde schulden en het nadeelig saldo der kas- oositie van de gezamenlijke gemeenten namen toe van f2.252.523.000, op 1 Januari 1930 tot f2.695.552.000 op 1 Januari 1936, een stijging dus van f 443.029.000 of 20 procent in zes jaren. Deze ontwikkeling was een gevolg van de we reldcrisis, maar zulks mag de oogen niet doen sluiten voor het feit, dat de nieuw aangegane schulden voor het overgroote deel voor onpro ductieve doeleinden werden gecreëerd, zoodat het dringend noodig is het beleid te hervatten, dat gedurende de jaren 1925 tot en met 1931 heeft geleid tot eene vermindering van de ge consolideerde rijksschuld met f 577.691.000 en dit beleid ook ten aanzien van de lagere pu bliekrechtelijke lichamen te volgen. Als slotsom zou mr. Trip dan ook willen stellen, dat de economische en financieele vooruitzichten voor Neder land gunstig zijn en dat, bij een voor uitziend en gezond beleid, geen vrees voor uitwassen en overspanning be hoeft gekoesterd te worden. De uitkomsten van het bedrijf der bank, ver kregen in het boekjaar 1936/1937, zijn opge somd in de winst- en verliesrekening. Deze wijst over het boekjaar 1936/1937 een netto-wist aan van 3.528.827,86 Ingevolge van 27 Mei 1932 (Stbl. no. 221) komt in minde ring van de vordering op den Staat der Nederlanden 1.764.413,93 Het overblijvende ad 1.764.413,93 Wordt krachtens genoemde wet verdeeld als volgt: Aandeelhouders zuiver bedrag 839.997,11 dividendbelasting (10,05 pet.) 84.419,71 924.416,82 839.997,11 Staat der Nederlanden 1.764.413,93 De vordering op den staat der Nederlanden wordt dus met f 1.764.413,93 verminderd en staat dientengevolge nog met 10.193.915,19 te boek. Voor de aandeelhouders is in totaal beschikbaar (inclusief dividendbelasting) 924.416,82 bij: het onverdeeld saldo van het boekjaar 1935/1936 15.748,21 Winstsaldo, ter beschikking der algemeene vergadering 940.165,03 Wanneer men wil vasthouden aan het ge bruik om het dividend in guldens per geheel aandeel af te ronden, laat het ter beschikking van de algemeene vergadering staande bedrag van ƒ940.165,03, rekening houdende met de te betalen dividendbelasting, een uitkeering van f42 per aandeel toe. Tijdelijke salarisverhooging in de Oranje Nassau-inijnen. In verband met den beteren gang van zaken in de Oranje Nassaumijnen is den beambten een tijdelijke salaris verhooging van 5 pet. toegekend. AVONDSCHOOL VOOR HANDELSONDER WIJS. De volgende candidaten zijn na gehou den "examen toegelaten tot de le klas der Ge meentelijke Avondschool voor Nijverheids onderwijs te Haarlem. K. Hogendijk, M. J. Kleef, A. Koster, G. v. Leuven, G. v. Lubeek, M. Nagtegaal, J. Priester P. J. v. d. Putten, R. J. Swart, P. Visser, E. C. Wiedijk, J. G. B. Rooyers, W. A. M. Balm, G. v. Lunenburg. TRAGISCHE GESCHIEDENIS TE HEILOO. Eerst thans wordt bekend, dat zich Vrijdag avond te Heiloo een tragische geschiedenis heeft afgespeeld. Des avonds.toen het reeds donker was, werd een vrachtauto door een vrouw aangehouden met het verzoek, mee te mogen rijden naar Limmen. De chauffeur stond dit toe, maar nauwelijks reed de auto weer, of de vrouw, die een kind onder den arm had, zei: mijn fiets staat er nog! De chauffeur reed terug en sjouwde de fiets, die geheel onder het kroos bleek te zitten op de vrachtauto. Toen de wa gen weer reed, keek de chauffeur eens naar de vrouw en het kind en hij zag toen, dat bei den doornat waren en dat het kind bovendien wel dood leek. Hij maakte daar een opmerking over en de vrouw zei: ja het is dood. De chauf feur reed toen zoo snel hij kon naar een dok ter. Onderwijl vertelde de vrouw, dat zij met haar fiets, waarop ook haar kindje zat, in de vijver van Ter Coulster te Heilo was gereden en dat haar driejarige kindje daarbij was ver dronken. Bij den dokter aangekomen, stapte de vrouw de auto uit en liep, zonder nog naar het kind om te kijken, naar huis, de zorg voor het kind aan den chauffeur overlatend. Deze bracht het kind naar den dokter, die den dood constateerde. De politie, met de vreemde geschiedenis in kennis gesteld, spoorde de vrouw, die 34 jaal oud is, te Limmen woont en gescheiden is van haar man, op en nam haar een verhoor af. Zij antwoordde kalm op alle vragen, maar haar antwoorden klopten niet steeds met de feiten, zoodat de politie het gewenscht vond de vrouw in het Huis van Bewaring te Alkmaar op te sluiten. Men heeft sterk den indruk, dat de vrouw niet normaal is. Een verder onderzoek naar den dood van het kind wordt ingesteld. D. H. ROODHUYZEN Co. n.v. MAKELAARS suiker - rubber - koffie - cacao per contract Amsterdamsche Liquidatiekas N.V. DAM 2a Tolofoon No. 30012-31012 AMSTERDAM-C. Beurs Nis 2. TaW. 30012 - TeleflranwAai: CARLO&AMSTERDAM JdÓ (Adv. ingez. Med.) VEEMARKT ROTTERDAM. Aanvoer totaal 1769. Vette runderen 501. Vette kalveren 241, Nuchtere kalveren 9, schapen en lammeren 115; varkens 857, zuig- lammeren 45. Vette koeien le kwaliteit 75 ct., 2e kwaliteit ct., 3e kwaliteit 62 tot 60 ct. per K.G. Vette ossen le kwaliteit 72 ct., 2e kwaliteit 66 ct., 3e kwaliteit 52 tot 62 ct. per K. G. Vette kalve ren le kwaliteit 80 ct., 2e kwaliteit 65 ct. 3e kwaliteit 45 tot 50 ct. per K.G. Varkens (le vend gewicht) le kwaliteit 48 ct., 2e kwaliteit 47 ct. 3e kwaliteit 46 ct. per K.G. Schapen le kwalitit 54 ct., 2e kwaliteit 48 ct., 3e kwaliteit 38 ct. per K.G. Lammeren le kwaliteit 57 ct. 2e kwaliteit 47 ct., 3e kwaliteit 36 ct. per K.G. Schapen le kwaliteit f 37, 2e kwaliteit f 30, 3e kwaliteit f 25 uer stuk. Lammeren le kwa liteit f 30, 2e kwaliteit f 25, 3e kwaliteit f 18 per stuk. Zuiglammeren le kwaliteit f 17. 2e kwaliteit f 13, 3e kwaliteit f 9 per stuk. Vette koeien en ossen: aanvoer iets kleiner, handel matig, prijzen iets lager. Vette kalve ren: anvoer als vorige week, handel slecht, prijzen terugloopend. Schapen en lammeren: aanvoer iets ruimer; handel kalm, prijzen on veranderd; Varkens: aanvoer ruim, handel stroef, prijzen iets lager. Zuiglammeren: aan voer iets grooter, handel matig, prijzen als vo rige week Dinsdag. MARKTBERICHTEN ROTTERDAM, 31 Mei 1937. Brielsche Eigenheimers 1.40—1.75 per H.L. Zeeuwsche Eigenheimers 1.30—1.50 per H.L. Zeeuwsche Bont 2—2.40 per H.L. Zeeuwsche Blauwe 2—2.40 per H.L. Bonte en Blauwe poters 1.30—./' 1.50 Bevelanders 1.401.75 per H.L. Red Star 1.90—2.25 per H.L. Malta's (Springs) 11—'12 perH.L. Vlas-aanvoer: 3900 K.G. blauw, schoon 70- I 80 per K.G. 3000 K.G. Groningsch 65—75 per K.G. 7100 K.G. Hollandsch Geel 70—f 80 per K.G. Madame Tallien 17721835. Wie van romantiek in de historie houdt vindt in de levensgeschiedenis van Madame Tallien juist wat hij zoekt. Wat zou er uit haar lotswisselingen een prachtige film te ma ken zijn. Alleen zou het slot een weinig ver fraaid moeten worden en ik vrees ook dat de censuur hier en daar een duchtige coupure zou aanbrengen. De romantiek begint al bij papa. De heer Francois Cabarrus was een bescheiden ban- kiertje in Bayonne en twintig jaar oud. Hij werd verliefd en zeide tot het voorwerp van zijn vurige min: Laten wij vluchten. Laten wij naar Spanje gaan. Ik beloof je een gouden toekomst. En zij gingen. Uit hun huwelijk werden drie kinderen ge boren, twee zonen en een dochter, Theresia. Onder de warme Spaansche zon groeiden ze voorspoedig op en toen ze elf jaar oud was, maakte de kleine Trees al den indruk van een volwassen meisje. Ze had prachtig krullend zwart haar, een zuiver Grieksch profieltje en een bijzonder mooi figuurtje. Kortom, een volmaakte schoonheid. Ze sprak Spaanseh en Fransch en ving af en toe een woordje Latijn op van de lessen die haar broers kregen. Wat haar ontwikkeling betreft is daarmee alles gezegd. Papa maakte inderdaad carrière; hij bracht het zelfs tot minister van Financiën in Sp: je. Maar natuurlijk wenschte hij dat de op voeding zijner kinderen in Parijs zou worden voltooid. En toen Theresia dertien jaar was, aanvaardde mama met de drie kinderen en den huisleeraar den langen tocht in een groote reiskoets.In de Fransehe hoofdstad vestigde het gezin zich, zooals het zijn stand be taamde in een der deftigste wijken en weldra leerde Theresia de genoegens van het groote stadsleven kennen. Natuurlijk duurde het niet heel lang of de liefde dook op in haar be staan. Het begin was veelbelovend: twee broers van zeer deftige, adellijke familie don gen gelijktijdig naar haar gunsten. Het was moeilijk een keus te doen. Maar er kwam een booze vader, die de heele boel in de war stuurde. Theresia troostte zich met lessen in de danskunst, in schilderen, borduren en harpspelen. En al heel gauw hielp een ander haar de teleurstelling te vergeten. Die ander was de heer Devin, die een kasteeltje bezat in Fontenay en zich daarom Chevalier Devin de Fontenay noemde. Hij was niet fraai, met zijn rossige haar, zijn onderkin, zijn buikje en dikke beentjes. Maar zijn ronde, blozende wangen staken gezellig af tegen de matte tint van Theresia. Ook is het toch veel pret tiger om getrouwd te zijn, de Chevalier was een man van fortuin en Theresia was veertien jaarin 1788 werd het huwelijk geslo ten. Ruim een jaar later werd Madame Devin de Fontenay moeder. Maar de ouders beslo ten hun eerstgeborene uit te besteden -bij een vertrouwde vrouw ergens in de provincie. Er bestond een zekere twijfelenfin. Het leven in Parijs ging zijn gang. There sia was het middelpunt van een groote schare. Ze kleedde zich met bijzonder raffinement, ontving gaarne en vele gasten, danste, flirtte, deed alsof ze verliefd was, maar was alleen verliefd op zichzelf. De groote revolutie die in 1789 uitbrak werd door Theresia min of meer als een modegril beschouwd. Het was eigen lijk allergrappigst dat opeens alle menschen elkaar met „burger" en „burgeres" aanspra ken en jij en jou tegen elkaar zeiden. There sia liep enthousiast met de drie kleurige co- carde en speelde omwentelingetje tot ze merk te dat ze zich vergist had. In 1792 wordt het ernst. Men neemt den Koning gevangen; tal rijke arrestaties volgen. In dezen tijd hoort Theresia voor het eerst den naam Tallien noe men; hij is een van die bloeddorstigen, als Ro bespierre en Marat en vele anderenWat kan men anders doen om aan htm greep te ontkomen dan vluchten? Weliswaar is het scheidingsproces tusschen de echtelieden in vollen gang, maar dat verhindert hen niet tezamen naar Bordeaux te trekken, waar schijnlijk met de bedoeling zoodra de gelegen heid zich aanbiedt, naar Spanje door te rei zen. In Bordeaux wordt de scheiding officieel uitgesproken, Theresia maakt al heel gauw nieuwe kennissen, twee jonglieden duelleeren om haar, kortom zij zet het Parijsche leven voort of er geen revolutie in Frankrijk is. Maar in September 1793 bereikt de omwen teling Bordeaux. Afgevaardigden der Natio nale Conventie trekken het land door om overal de contra-revolutionnaire bewegingen te onderdrukken. Onder hen bevindt zich Tallien. Zoon van een huisbewaarder, klerk bij een advocaat, daarna drukker en pam- flettenschrijver, middelmatig van aanleg, laf van natuur, vulgair van uiterlijk, onbeschaafd in zijn optreden, was hij door de revolutie om- hooggeklommen. Hij werd gemeenteraadslid te Parijs, daarna lid der Conventie en trok er nu op uit om de royalisten te bestrijden, de wa pens te confisqueeren, de bevolking schrik aan te jagen en de revolutie te doen zegevieren. Meer echter dan de revolutie zegevierde The resia. Gisteren nog als verdachte gearres teerd, heerscht zij heden als Koningin aan de zijde van den nieuwen, den almachtïgen vriend. Wie in Bordeaux iets wilde bereiken, moest zich tot haar wenden. Zij zetelde in een vorstelijk vertrek; voor haar venster echter verhief zich dreigend de guillotine en dat uit zicht was onbetaalbaar. Het maakte iederen bezoeker bereid diep in den zak te tasten. Theresia verschafte valsche passen, schonk gratie aan veroordeelden, deelden vrijgeleiden uit. Terwille van den goeden smaak vroeg ze nooit geld voor zichzelf: ziekenhuizen en in stellingen van weldadigheid werden bevoor deeld tenminste, dat zei Theresia. Eenige maanden ging dat prachtig; toen beval Robespierre Tallien, naar de hoofdstad terug te keeren. Weliswaar ondenam de „On omkoopbare" nog niets tegen den medewerker die op zoo zonderlinge wijze de revolutie ge diend had, maar toen Theresia kort nadien in Parijs verscheen, werd ze al heel gauw ge arresteerd. In haar cel at ze zwart brood en dronk regenwater; elke dag kon haar laatste zijn. Intusschen regeerde Robespierre als een dierentemmer Parijs en Frankrijk. Voor zijn blik week iedereen schuw terug, maar achter zijn rug maakten enkelen zich gereed hem te bespringen. Het is Fouché geweest die zelf listig achter de schermen blijvend den val van den dictator heeft voorbereid en het was Tallien die door hem werd aangewezen om den slag toe te brengen. Niet om zijn moed, zijn geestkracht of zijn eerlijkheid, maar om zijn gebrek aan inzicht, zijn domheid en zijn lafheid. Den 9en Thermidor viel Robespierre. De staatsgreep was gelukt en Tallien ging met de eer strijken. De volgende dagen hield de held zich bezig met de compromitteerende papie ren van den „tyran" te verbranden en een groep van zijn volgelingen te guillotineererï. Toen dacht hij aan Theresia. Hij had haan waarlijk in alle drukte vergeten. In een open rijtuig reed hij naar de gevangenis. Een on stuimige menigte omstuwde zijn koets. Heer lijke romantiek! Ziehier de held, die door lief de gedreven een staatsgreep op touw zet en zijn liefde aan den dood ontrukt! Samen re den zij huiswaarts, buigend, glimlachend, kushandjes werpend. Vijf maanden later huwde Tallien zijn maitresse. Dan begint de glorietijd van Madame Tallien, Nötre Dame de Thermidor, zooals men haar noemde. Parijs leefde in een roes van verma ken, uitspattingen, braspartijen. Madame Tal lien gaf er den toon aan. Zij beheerschte de mode, zij was de Koningin der feesten, de schoonste van allen. Haar man was Directeur geworden en spekte op duizend manieren zijn zakken. En dat was noodig ook, want zijn Trees smeet met geld. Na korten tijd moest Tallien de gunsten zijner vrouw deelen met zijn mede-directeur Barras. Toen het Bar ras al te dol werd, deed hij haar over aan een bankier Ouvrard, die met leveranties aan het leger schatten verdiende. En omdat de toe stand nu toch wel wat erg dwaas werd, wist Theresia te bewerken dat Tallien meeging naar Egypte, waar een jong generaal, Bo naparte, nieuwe lauweren ging oogsten. Na het vertrek van haar man kreeg zij achtereenvolgens drie kinderen, die tegen een behoorlijke vergoeding op naam van haar wettigen gemaal kwamen te staan. Maar in 1801 dook Tallien weer op. Na de mislukte expeditie in Egypte was hij op de Middellandsche zee door de Engelschen ge vangen genomen, had in Londen een poos ge teerd op zijn roem van „den held van Thermi dor" maar was alras tot armoede vervallen. Wat is begrijpelijker dan dat hij zijn rijke vrouw weer eens ging bezoeken? En opnieuw slaagde hij in zijn opzet. Voor een groote som Thérésia Cabarrus. gelds stemde hij toe in een scheiding. In 1802 was Theresia opnieuw vrij. En toen Ouvrard: haar kort nadien in den steek liet, moest zij zorgen opnieuw iemand te vinden, die betoo- verd door haar schoonheid, bereid zou zijn aan al haar verlangens te voldoen. In 1805 leerde zij ten huize van Madame de Staël, de beroemde schrijfster, een jong edelman kennen, Francois Joseph Riquet de Caraman. Drie maanden maakte hij haar als een correct gentleman het hof, toen vroeg hij haar ten huwelijk. Welk een schok voor; de familie! Zijn vadei', gepensionneerd lui tenant-generaal in het Fransehe leger, her innerde zich nog maar al te goed, hoe zijn vrouw in de dagen van den Ferrent door Tal lien en de zijnen was gevangen genomen. Bovendien was volgens de Kerkleer het huwe lijk met Devin de Fontenay, dat Theresia zich nauwelijks herinnerde, niet ontbonden. De levenswandel van Madame Tallien was niet geheel zonder smet Maar de zoon zette door. Een acte van eer bied bracht uitkomst en nog in hetzelfde jaar 1805 werd het huwelijk gesloten. In alle stilte Twee klerken en twee beambten fun geerden als getuigen. Want langzamerhand was de glorie van Theresia gaan tanen. Keizer Napoleon had een afkeer van haar en op zijn gezag wendden zich velen van haar af. Tamelijk teruggetrok ken leefden de graaf van Caraman met zijn vrouw in Parijs, weldra omringd door vier Caramannetjes. De moeder was dol op deze kinderen, haar eerste wettige. Van de zeven vorige heeft ze zich nooit veel aangetrokken, maar deze verwende en vertroetelde zij op allerlei manieren. In 1815 viel Napoleon. Op het slagveld van Waterloo viel ook nog iemand anders: Devin de Fontenay. Dat was een heele verade ming. Weldra werd haar huwelijk met Cara man kerkelijk ingezegend. Dat met Tallien was slechts burgerlijk gesloten en telde dus niet mee. Al spoedig verhuisde de familie naar België; toen naar Holland. Caraman was benoemd tot Kamerheer aan het Hof van Koning Willem I en zijn vrouw stelde zich veel voor van nieuwe luister, nieuwe glans, nieuw succes. Helaas op de lijst der genoodigden voor de eerste of- ficieele soirée ten Hove was de naam van Theresia doorgestreept. Door den koning zelf. Dien slag is zij nooit te boven gekomen. Zelfs de attenties die de Prins van Oranje haar bewees, de bezoeken die hij haar bracht, de geschenken die hij haar vereerde, konden dien smaad niet uitwisschen Ze ging intrigueeren, kwaadspreken, haar man lastig vallen. Alles vergeefs. Nog hoopte zij dat na den dood van Tallien in 1820 de Koning zijn houding zou wijzigen, maar ook dat geschiedde niet. Nooit heeft Willem I haar willen ontvangen. Toen ging mevrouw de Caraman haar mé moires schrijven. Of liever: ze huurde een secretaris en dicteerde hem. Met de spelling had ze altijd overhoop gelegen en zoo was '6 veel gemakkelijker. Maar ook met de waar heid iag ze overhoop. In haar gedenkschriften is de heele geschiedenis der Fransehe revo lutie verdraaid. Alles speelt zich af om één persoon, één vrouw. Wie dat was, valt licht te raden. Gelukkig is het nooit tot een uitgave gekomen. Sinds jaren leed Theresia aan een lever kwaal. In 1834 nam de ziekte een zoo ernstige wending dat de familie bijeengeroepen werd. Daar stonden de zoons en dochters van Fonte nay, van Tallien, van Ouvrard, van Caraman als* een reeks herinneringien aan haar sponde. In Januari 1935 stierf ze. Haar laatste woorden waren: „Wat beteekent het plezieï toch weinig in de wereld Zelfs op haar sterfbed kon deze vrouw nog niet eerlijk zijn. J P. M.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 10