1936 heeft wereld van
zwaren druk bevrijd
Zekerheid op monetair gebied echternog ver te zoeken
Uit bet jaarverslag der
Ned. Bank
UIT HET VERLEDEN
DINSDAG T JUNI 1937
HAARLEM'S DAGBLAD
8
Mr. Trip:
Nederlands positie
Het jaar 1936 zal in de geschiedenis
van de economische en financieele
wereldontwikkeling als een belangrijk
tijdperk worden geboekstaafd. In ver
schillende opzichten traden wijzigin
gen in of deden zich invloeden gelden,
welke de richting, die de wereld in de
naaste toekomst zal volgen, scherper
belichten. De beweging der conjunc
tuur volgt een sterk stijgende lijn.
De prijzen, in het bijzonder die van
grondstoffen, vertoonen een belang
rijke verhooging.
De uitspraak schijnt niet over
dreven, dat in 1936 de wereld, als ge
heel genomen, bevrijd is van den
uiterst zwaren druk, dien de in 1929
begonnen crisis, heeft uitgeoefend.
Dat hiervan ook psychologisch, door
de verzwakking op opheffing van de
crisismentallteit, een invloed ten
goede uitgaat, is ongetwijfeld een be
langrijk voordeel, aldus zegt de presi
dent van de Nederlandsche Bank, mr.
Trip, in zijn jaarverslag over 1936.
Het vorenstaande mag intusschen niet uit
het oog doen verliezen, dat de thans gescha
pen toestand geenszins als gezond en zonder
gevaren voor de toekomst kan aangemerkt
worden. Tegen een dergelijke opvatting verzet
zich het voortbestaan van tallooze kunst
matige en ongezonde maatregelen, die in alle
landen gedurende de crisis werden getroffen
en die voortgaan hun invloed te doen gevoe
len.
Dat daarnaast de tot het uiterste opgevoerde
bewapening een voorname oorzaak van de
grootere bedrijvigheid en van de ingetreden
prijsstijging, dient mede tot voorzichtigheid
bij de beoordeeling van de toekomst te stem
men.
Tenslotte dient in dit verband gewézen te
worden op den invloed, die de sterk gestegen
goudproductie op het prijspeil zal oefenen.
Een dergelijke stijging heeft, naar de in het
verleden opgedane ervaring, in het algemeen
slechts geleidelijk hare uitwerking. Thans
echter valt. in verband met de algemeen in
getreden depreciatie van de munteenheden,
den omvang van de toenadering en het sa
menvallen met de andere, hierboven aange
duide. factoren, een aanmerkelijk snellere en
krachtigere werking te verwachten.. Ik kom
op dit punt hieronder terug.
Alles tezamen genomen kan niet ontkend
worden, dat de sedert de laatste maanden in
gang zijnde ontwikkeling gevaren van infla-
tionistischen aard in zich sluit, welke groote
waakzaamheid en tijdig ingrijpen zullen
eischen. teneinde zooveel mogelijk te voor
komen, dat de balans met al te groote kracht
naar de andere zijde overslaat.
Ik zie niet voorbij, dat het peil, waarop de
wereld zich bewoog voordat de algemeene
crisis uitbrak, nog geenszins bereikt is.
Ook de wereldhandel blijft nog belangrijk
beneden dien van 1929 en een vermindering
van de handelsbelemmeringen en van de
autarkische conjunctuurontwikkeling in de
verschillende landen valt nog niet te consta-
teeren.
Het wil mij dan ook niet twijfelachtig voor
komen, dat op het hierbedoelde terrein in de
eerste plaats het middel gelegen is om een
bedenkelijke prijbeweging tegen te gaan, al
thans te beperken. Wanneer de overheden,
nauwkeurig de ontwikkeling van de kosten
van het levensonderhoud in het oog houdende,
een stijging dier kosten bestrijden door het
afschaffen of inperken van maatregelen, die
de prijsbeweging in opwaartsche richting be
ïnvloeden, door het ,ook zonder directe con
cessies van het buitenland, in ruimere mate
toelaten van invoergoederen en door een ma
tiging, voor zoover mogelijk, van de publieke
lasten, die op het bedrijfsleven drukken, dan
zal een krachtige rem op de prijsbeweging in
het leven worden geroepen. Voorts zal, bij het
voortschrijden van de conjunctuur in sterk
opwaartsche richting, het inkrimpen van de
publieke uitgaven voor uitbreiding van de
werkgelegenheid in ernstige overweging zijn
te nemen.
Op internationaal monetair terrein valt als
belangrijkste gebeurtenis te vermelden, de val
van het zoogenaamde goudblok, dat in 1936
nog slechts bestond uit Frankrijk, Zwitser
land en Nederland.
Van zekerheid op monetair gebied kan
nog niet gesproken worden. Het moet uitge
sloten worden geacht, dat op monetair ge
bied stabieel verhoudingen zullen teragkee-
ren, zoolang fundamentale factoren van po-
litieken. economïschen en financieelen aard
de orde verstoren en onrust wekken. Het ver
beteren van de verstandhouding tusschen de
voornaamste volken, het verminderen van
de tot het uiterste opgevoerde bewapeningen,
de terugkeer tot een grootere mate van vrij
heid in de uitwisseling van goederen en
diensten als mede in het internationale ka-
pitaals- en betalingsverkeer, het sluitend
maken van reëele basis van de overheids
budgetten. zijn de maatregelen, die voorop
moeten staan en primair zijn.
Na er op gewezen te hebben, dat het de
taak van de beheerders der circulatiebanken
is met alle kracht te streven naar handha
ving of herstel van een gezond geldwezen,
vestigt mr. Trip de aandacht op het feit, dat
door de sterke stijging van de goudproductie
in de laatste Jaren de basis van de crediet-
geving aanmerkelijk is verbreed.
Naast de indirecte middelen, welke de re
geeringen hierbij kunnen toepassen staat de
taak van de centrale banken om bij haar
credietpolitiek rekening te houden met de
ontwikkeling van de internationale conjunc
tuur.
De egalisatiefondsen hebben reeds goede
diensten bewezen, maar daarnaast zijn nog
drie andere middelen mogelijk om verdere
geldverruiming te voorkomen: het op ruime
schaal in het verkeer brengen van gouden
munten (waaraan een groot bezwaar is ver
bonden zoolang niet de voornaamste munt
eenheden in een vaste en duurzame verhou
ding tot het goud zijn gebracht); verlaging
van den in de nationale geldeenheid uitge-
drukten prijs, dien de circulatiebanken en
egalisatiefondsen voortaan voor het goud
zouden betalen en internationaal overleg in
zake een rechtstreeksche reguleering van
de goudproductie. Indien ergens ordening op
haar plaats zou zijn, dan is het. naar het
oordeel van mr. Trip op 't terrein der goud
productie.
Wat de economische toestand van ons land
betreft, wordt in het. verslag o.m. gezegd:
Nederland kon zich in het afgeloopen jaar
in belangrijke mate herstellen, Dat de gang
van zaken in Nederlandsch-Indië als voor
naam leverancier van grondstoffen in elk
geval een sterke steun voor Nederland zou
geweest, staat vast.
Nederland heeft zich kunnen ontworstelen
aan de crisismentaliteit en dat, zonder groote
schokken, een verbetering van de aanslui
ting aan het wereldverkeer werd verkregen.
Dat dergelijke schokken konden vermeden
worden, is, behalve aan de hiervoren ver
melde internationale samenwerking tot sta
biliseering van de wisselkoersen, in belang
rijke mate te danken aan de rustige en be
wonderenswaardige houding van het groote
publiek, zoowel hier te lande als in Neder
landsch-Indië. De cijfers van de handelsbe
weging geven een gunstig beeld.
De op het internationale verkeer gerichte
bedrijven kwamen in het algemeen in een
gunstiger positie. Hun rentabiliteit werd
aanmerkelijk versterkt. Hier en daar doet
zich zelfs een gebrek aan geschoolde arbeids
krachten gevoelen. De scheepvaart is vol
bezet, de scheepsbouw is ruimschoots van or
ders voorzien. Neemt men daarnaast in aan
merking de krachtige stijging van de prijzen
der Nederlandsch-Indische uitvoerproducten
en van de vraag naar die producten met als
gevolg de toeneming van de koopkracht, zoo
wel in Indië als in Nederland, dan treedt de
omslag in een helder licht.
Het moet onder deze omstandigheden als
een fundamenteel voordeel worden aange
merkt, dat, althans tot dusver, de ontwik
keling van de kosten van het levensonder
houd geen bedreiging vormt van hetgeen
verkregen werd.
Die kosten stegen van September 1936 tot
en met Maart 1937 met niet meer dan 1.7
procent.
Het vertrouwen in de toekomst van de Ne
derlandsche en Nederlandsch-Indische eco
nomie, dat zoowel in het land zelf als daar
buiten werd hersteld, heeft geleid tot een te
rugkeer op belangrijke schaal van kapitaal,
dat in den vreemde werd aangehouden, en
tot een toevloeiing van buitenlandsch kapi
taal. dat in Nederlandsche en Indische fond
sen 'belegging zocht.
De geconsolideerde schuld van het rijk ver
meerderd met het nadeelig saldo der ver
plichtingen en vorderingen op korten termijn,
steeg van f2.489.491.000 op 31 December tot
f3.176.882.000 op 31 December 1936. De toene
ming bedroeg dus in vijf jaren tijds
f 687.391.000, of ruim 7 procent. De geconsoli
deerde schulden en het nadeelig saldo der kas-
oositie van de gezamenlijke gemeenten namen
toe van f2.252.523.000, op 1 Januari 1930 tot
f2.695.552.000 op 1 Januari 1936, een stijging
dus van f 443.029.000 of 20 procent in zes jaren.
Deze ontwikkeling was een gevolg van de we
reldcrisis, maar zulks mag de oogen niet doen
sluiten voor het feit, dat de nieuw aangegane
schulden voor het overgroote deel voor onpro
ductieve doeleinden werden gecreëerd, zoodat
het dringend noodig is het beleid te hervatten,
dat gedurende de jaren 1925 tot en met 1931
heeft geleid tot eene vermindering van de ge
consolideerde rijksschuld met f 577.691.000 en
dit beleid ook ten aanzien van de lagere pu
bliekrechtelijke lichamen te volgen.
Als slotsom zou mr. Trip dan ook
willen stellen, dat de economische en
financieele vooruitzichten voor Neder
land gunstig zijn en dat, bij een voor
uitziend en gezond beleid, geen vrees
voor uitwassen en overspanning be
hoeft gekoesterd te worden.
De uitkomsten van het bedrijf der bank, ver
kregen in het boekjaar 1936/1937, zijn opge
somd in de winst- en verliesrekening.
Deze wijst over het boekjaar 1936/1937 een
netto-wist aan van 3.528.827,86
Ingevolge van 27 Mei 1932
(Stbl. no. 221) komt in minde
ring van de vordering op den
Staat der Nederlanden 1.764.413,93
Het overblijvende ad 1.764.413,93
Wordt krachtens genoemde wet
verdeeld als volgt:
Aandeelhouders
zuiver bedrag 839.997,11
dividendbelasting (10,05 pet.) 84.419,71
924.416,82
839.997,11
Staat der Nederlanden
1.764.413,93
De vordering op den staat der Nederlanden
wordt dus met f 1.764.413,93 verminderd en
staat dientengevolge nog met 10.193.915,19 te
boek.
Voor de aandeelhouders is in
totaal beschikbaar (inclusief
dividendbelasting) 924.416,82
bij: het onverdeeld saldo van
het boekjaar 1935/1936 15.748,21
Winstsaldo, ter beschikking der
algemeene vergadering 940.165,03
Wanneer men wil vasthouden aan het ge
bruik om het dividend in guldens per geheel
aandeel af te ronden, laat het ter beschikking
van de algemeene vergadering staande bedrag
van ƒ940.165,03, rekening houdende met de
te betalen dividendbelasting, een uitkeering
van f42 per aandeel toe.
Tijdelijke salarisverhooging in de
Oranje Nassau-inijnen.
In verband met den beteren gang
van zaken in de Oranje Nassaumijnen
is den beambten een tijdelijke salaris
verhooging van 5 pet. toegekend.
AVONDSCHOOL VOOR HANDELSONDER
WIJS.
De volgende candidaten zijn na gehou
den "examen toegelaten tot de le klas der Ge
meentelijke Avondschool voor Nijverheids
onderwijs te Haarlem.
K. Hogendijk, M. J. Kleef, A. Koster, G. v.
Leuven, G. v. Lubeek, M. Nagtegaal, J. Priester
P. J. v. d. Putten, R. J. Swart, P. Visser, E. C.
Wiedijk, J. G. B. Rooyers, W. A. M. Balm, G. v.
Lunenburg.
TRAGISCHE GESCHIEDENIS TE HEILOO.
Eerst thans wordt bekend, dat zich Vrijdag
avond te Heiloo een tragische geschiedenis
heeft afgespeeld.
Des avonds.toen het reeds donker was, werd
een vrachtauto door een vrouw aangehouden
met het verzoek, mee te mogen rijden naar
Limmen. De chauffeur stond dit toe, maar
nauwelijks reed de auto weer, of de vrouw, die
een kind onder den arm had, zei: mijn fiets
staat er nog! De chauffeur reed terug en
sjouwde de fiets, die geheel onder het kroos
bleek te zitten op de vrachtauto. Toen de wa
gen weer reed, keek de chauffeur eens naar
de vrouw en het kind en hij zag toen, dat bei
den doornat waren en dat het kind bovendien
wel dood leek. Hij maakte daar een opmerking
over en de vrouw zei: ja het is dood. De chauf
feur reed toen zoo snel hij kon naar een dok
ter. Onderwijl vertelde de vrouw, dat zij met
haar fiets, waarop ook haar kindje zat, in de
vijver van Ter Coulster te Heilo was gereden
en dat haar driejarige kindje daarbij was ver
dronken.
Bij den dokter aangekomen, stapte de vrouw
de auto uit en liep, zonder nog naar het kind
om te kijken, naar huis, de zorg voor het kind
aan den chauffeur overlatend. Deze bracht
het kind naar den dokter, die den dood
constateerde.
De politie, met de vreemde geschiedenis in
kennis gesteld, spoorde de vrouw, die 34 jaal
oud is, te Limmen woont en gescheiden is van
haar man, op en nam haar een verhoor af. Zij
antwoordde kalm op alle vragen, maar haar
antwoorden klopten niet steeds met de feiten,
zoodat de politie het gewenscht vond de vrouw
in het Huis van Bewaring te Alkmaar op te
sluiten. Men heeft sterk den indruk, dat de
vrouw niet normaal is. Een verder onderzoek
naar den dood van het kind wordt ingesteld.
D. H. ROODHUYZEN Co. n.v.
MAKELAARS
suiker - rubber - koffie - cacao
per contract Amsterdamsche Liquidatiekas N.V.
DAM 2a Tolofoon No. 30012-31012 AMSTERDAM-C.
Beurs Nis 2. TaW. 30012 - TeleflranwAai: CARLO&AMSTERDAM
JdÓ
(Adv. ingez. Med.)
VEEMARKT ROTTERDAM.
Aanvoer totaal 1769. Vette runderen 501.
Vette kalveren 241, Nuchtere kalveren 9,
schapen en lammeren 115; varkens 857, zuig-
lammeren 45.
Vette koeien le kwaliteit 75 ct., 2e kwaliteit
ct., 3e kwaliteit 62 tot 60 ct. per K.G. Vette
ossen le kwaliteit 72 ct., 2e kwaliteit 66 ct., 3e
kwaliteit 52 tot 62 ct. per K. G. Vette kalve
ren le kwaliteit 80 ct., 2e kwaliteit 65 ct. 3e
kwaliteit 45 tot 50 ct. per K.G. Varkens (le
vend gewicht) le kwaliteit 48 ct., 2e kwaliteit
47 ct. 3e kwaliteit 46 ct. per K.G. Schapen le
kwalitit 54 ct., 2e kwaliteit 48 ct., 3e kwaliteit
38 ct. per K.G. Lammeren le kwaliteit 57 ct.
2e kwaliteit 47 ct., 3e kwaliteit 36 ct. per
K.G.
Schapen le kwaliteit f 37, 2e kwaliteit f 30,
3e kwaliteit f 25 uer stuk. Lammeren le kwa
liteit f 30, 2e kwaliteit f 25, 3e kwaliteit f 18
per stuk. Zuiglammeren le kwaliteit f 17. 2e
kwaliteit f 13, 3e kwaliteit f 9 per stuk.
Vette koeien en ossen: aanvoer iets kleiner,
handel matig, prijzen iets lager. Vette kalve
ren: anvoer als vorige week, handel slecht,
prijzen terugloopend. Schapen en lammeren:
aanvoer iets ruimer; handel kalm, prijzen on
veranderd; Varkens: aanvoer ruim, handel
stroef, prijzen iets lager. Zuiglammeren: aan
voer iets grooter, handel matig, prijzen als vo
rige week Dinsdag.
MARKTBERICHTEN
ROTTERDAM, 31 Mei 1937.
Brielsche Eigenheimers 1.40—1.75 per
H.L.
Zeeuwsche Eigenheimers 1.30—1.50
per H.L.
Zeeuwsche Bont 2—2.40 per H.L.
Zeeuwsche Blauwe 2—2.40 per H.L.
Bonte en Blauwe poters 1.30—./' 1.50
Bevelanders 1.401.75 per H.L.
Red Star 1.90—2.25 per H.L.
Malta's (Springs) 11—'12 perH.L.
Vlas-aanvoer: 3900 K.G. blauw, schoon 70-
I 80 per K.G. 3000 K.G. Groningsch 65—75
per K.G. 7100 K.G. Hollandsch Geel 70—f 80
per K.G.
Madame Tallien
17721835.
Wie van romantiek in de historie houdt
vindt in de levensgeschiedenis van Madame
Tallien juist wat hij zoekt. Wat zou er uit
haar lotswisselingen een prachtige film te ma
ken zijn. Alleen zou het slot een weinig ver
fraaid moeten worden en ik vrees ook dat de
censuur hier en daar een duchtige coupure
zou aanbrengen.
De romantiek begint al bij papa. De heer
Francois Cabarrus was een bescheiden ban-
kiertje in Bayonne en twintig jaar oud. Hij
werd verliefd en zeide tot het voorwerp van
zijn vurige min: Laten wij vluchten. Laten wij
naar Spanje gaan. Ik beloof je een gouden
toekomst. En zij gingen.
Uit hun huwelijk werden drie kinderen ge
boren, twee zonen en een dochter, Theresia.
Onder de warme Spaansche zon groeiden ze
voorspoedig op en toen ze elf jaar oud was,
maakte de kleine Trees al den indruk van een
volwassen meisje. Ze had prachtig krullend
zwart haar, een zuiver Grieksch profieltje en
een bijzonder mooi figuurtje. Kortom, een
volmaakte schoonheid. Ze sprak Spaanseh en
Fransch en ving af en toe een woordje Latijn
op van de lessen die haar broers kregen. Wat
haar ontwikkeling betreft is daarmee alles
gezegd.
Papa maakte inderdaad carrière; hij bracht
het zelfs tot minister van Financiën in Sp:
je. Maar natuurlijk wenschte hij dat de op
voeding zijner kinderen in Parijs zou worden
voltooid. En toen Theresia dertien jaar was,
aanvaardde mama met de drie kinderen en
den huisleeraar den langen tocht in een groote
reiskoets.In de Fransehe hoofdstad vestigde
het gezin zich, zooals het zijn stand be
taamde in een der deftigste wijken en weldra
leerde Theresia de genoegens van het groote
stadsleven kennen. Natuurlijk duurde het
niet heel lang of de liefde dook op in haar be
staan. Het begin was veelbelovend: twee
broers van zeer deftige, adellijke familie don
gen gelijktijdig naar haar gunsten. Het was
moeilijk een keus te doen. Maar er kwam een
booze vader, die de heele boel in de war
stuurde. Theresia troostte zich met lessen in
de danskunst, in schilderen, borduren en
harpspelen. En al heel gauw hielp een ander
haar de teleurstelling te vergeten. Die ander
was de heer Devin, die een kasteeltje bezat
in Fontenay en zich daarom Chevalier Devin
de Fontenay noemde. Hij was niet fraai, met
zijn rossige haar, zijn onderkin, zijn buikje en
dikke beentjes. Maar zijn ronde, blozende
wangen staken gezellig af tegen de matte
tint van Theresia. Ook is het toch veel pret
tiger om getrouwd te zijn, de Chevalier was
een man van fortuin en Theresia was veertien
jaarin 1788 werd het huwelijk geslo
ten.
Ruim een jaar later werd Madame Devin
de Fontenay moeder. Maar de ouders beslo
ten hun eerstgeborene uit te besteden -bij een
vertrouwde vrouw ergens in de provincie. Er
bestond een zekere twijfelenfin.
Het leven in Parijs ging zijn gang. There
sia was het middelpunt van een groote schare.
Ze kleedde zich met bijzonder raffinement,
ontving gaarne en vele gasten, danste, flirtte,
deed alsof ze verliefd was, maar was alleen
verliefd op zichzelf. De groote revolutie die in
1789 uitbrak werd door Theresia min of meer
als een modegril beschouwd. Het was eigen
lijk allergrappigst dat opeens alle menschen
elkaar met „burger" en „burgeres" aanspra
ken en jij en jou tegen elkaar zeiden. There
sia liep enthousiast met de drie kleurige co-
carde en speelde omwentelingetje tot ze merk
te dat ze zich vergist had. In 1792 wordt het
ernst. Men neemt den Koning gevangen; tal
rijke arrestaties volgen. In dezen tijd hoort
Theresia voor het eerst den naam Tallien noe
men; hij is een van die bloeddorstigen, als Ro
bespierre en Marat en vele anderenWat
kan men anders doen om aan htm greep te
ontkomen dan vluchten? Weliswaar is het
scheidingsproces tusschen de echtelieden in
vollen gang, maar dat verhindert hen niet
tezamen naar Bordeaux te trekken, waar
schijnlijk met de bedoeling zoodra de gelegen
heid zich aanbiedt, naar Spanje door te rei
zen. In Bordeaux wordt de scheiding officieel
uitgesproken, Theresia maakt al heel gauw
nieuwe kennissen, twee jonglieden duelleeren
om haar, kortom zij zet het Parijsche leven
voort of er geen revolutie in Frankrijk is.
Maar in September 1793 bereikt de omwen
teling Bordeaux. Afgevaardigden der Natio
nale Conventie trekken het land door om
overal de contra-revolutionnaire bewegingen
te onderdrukken. Onder hen bevindt zich
Tallien. Zoon van een huisbewaarder, klerk
bij een advocaat, daarna drukker en pam-
flettenschrijver, middelmatig van aanleg, laf
van natuur, vulgair van uiterlijk, onbeschaafd
in zijn optreden, was hij door de revolutie om-
hooggeklommen. Hij werd gemeenteraadslid te
Parijs, daarna lid der Conventie en trok er nu
op uit om de royalisten te bestrijden, de wa
pens te confisqueeren, de bevolking schrik aan
te jagen en de revolutie te doen zegevieren.
Meer echter dan de revolutie zegevierde The
resia. Gisteren nog als verdachte gearres
teerd, heerscht zij heden als Koningin aan de
zijde van den nieuwen, den almachtïgen
vriend. Wie in Bordeaux iets wilde bereiken,
moest zich tot haar wenden. Zij zetelde in een
vorstelijk vertrek; voor haar venster echter
verhief zich dreigend de guillotine en dat uit
zicht was onbetaalbaar. Het maakte iederen
bezoeker bereid diep in den zak te tasten.
Theresia verschafte valsche passen, schonk
gratie aan veroordeelden, deelden vrijgeleiden
uit. Terwille van den goeden smaak vroeg ze
nooit geld voor zichzelf: ziekenhuizen en in
stellingen van weldadigheid werden bevoor
deeld tenminste, dat zei Theresia.
Eenige maanden ging dat prachtig; toen
beval Robespierre Tallien, naar de hoofdstad
terug te keeren. Weliswaar ondenam de „On
omkoopbare" nog niets tegen den medewerker
die op zoo zonderlinge wijze de revolutie ge
diend had, maar toen Theresia kort nadien
in Parijs verscheen, werd ze al heel gauw ge
arresteerd. In haar cel at ze zwart brood en
dronk regenwater; elke dag kon haar laatste
zijn.
Intusschen regeerde Robespierre als een
dierentemmer Parijs en Frankrijk. Voor zijn
blik week iedereen schuw terug, maar achter
zijn rug maakten enkelen zich gereed hem te
bespringen. Het is Fouché geweest die zelf
listig achter de schermen blijvend den val
van den dictator heeft voorbereid en het was
Tallien die door hem werd aangewezen om
den slag toe te brengen. Niet om zijn moed,
zijn geestkracht of zijn eerlijkheid, maar om
zijn gebrek aan inzicht, zijn domheid en zijn
lafheid.
Den 9en Thermidor viel Robespierre. De
staatsgreep was gelukt en Tallien ging met de
eer strijken. De volgende dagen hield de held
zich bezig met de compromitteerende papie
ren van den „tyran" te verbranden en een
groep van zijn volgelingen te guillotineererï.
Toen dacht hij aan Theresia. Hij had haan
waarlijk in alle drukte vergeten. In een open
rijtuig reed hij naar de gevangenis. Een on
stuimige menigte omstuwde zijn koets. Heer
lijke romantiek! Ziehier de held, die door lief
de gedreven een staatsgreep op touw zet en
zijn liefde aan den dood ontrukt! Samen re
den zij huiswaarts, buigend, glimlachend,
kushandjes werpend.
Vijf maanden later huwde Tallien zijn
maitresse.
Dan begint de glorietijd van Madame Tallien,
Nötre Dame de Thermidor, zooals men haar
noemde. Parijs leefde in een roes van verma
ken, uitspattingen, braspartijen. Madame Tal
lien gaf er den toon aan. Zij beheerschte de
mode, zij was de Koningin der feesten, de
schoonste van allen. Haar man was Directeur
geworden en spekte op duizend manieren zijn
zakken. En dat was noodig ook, want zijn
Trees smeet met geld. Na korten tijd moest
Tallien de gunsten zijner vrouw deelen met
zijn mede-directeur Barras. Toen het Bar
ras al te dol werd, deed hij haar over aan een
bankier Ouvrard, die met leveranties aan het
leger schatten verdiende. En omdat de toe
stand nu toch wel wat erg dwaas werd, wist
Theresia te bewerken dat Tallien meeging
naar Egypte, waar een jong generaal, Bo
naparte, nieuwe lauweren ging oogsten.
Na het vertrek van haar man kreeg zij
achtereenvolgens drie kinderen, die tegen
een behoorlijke vergoeding op naam van
haar wettigen gemaal kwamen te staan.
Maar in 1801 dook Tallien weer op. Na de
mislukte expeditie in Egypte was hij op de
Middellandsche zee door de Engelschen ge
vangen genomen, had in Londen een poos ge
teerd op zijn roem van „den held van Thermi
dor" maar was alras tot armoede vervallen.
Wat is begrijpelijker dan dat hij zijn rijke
vrouw weer eens ging bezoeken? En opnieuw
slaagde hij in zijn opzet. Voor een groote som
Thérésia Cabarrus.
gelds stemde hij toe in een scheiding. In 1802
was Theresia opnieuw vrij. En toen Ouvrard:
haar kort nadien in den steek liet, moest zij
zorgen opnieuw iemand te vinden, die betoo-
verd door haar schoonheid, bereid zou zijn aan
al haar verlangens te voldoen.
In 1805 leerde zij ten huize van Madame
de Staël, de beroemde schrijfster, een jong
edelman kennen, Francois Joseph Riquet de
Caraman. Drie maanden maakte hij haar als
een correct gentleman het hof, toen vroeg
hij haar ten huwelijk. Welk een schok voor;
de familie! Zijn vadei', gepensionneerd lui
tenant-generaal in het Fransehe leger, her
innerde zich nog maar al te goed, hoe zijn
vrouw in de dagen van den Ferrent door Tal
lien en de zijnen was gevangen genomen.
Bovendien was volgens de Kerkleer het huwe
lijk met Devin de Fontenay, dat Theresia zich
nauwelijks herinnerde, niet ontbonden. De
levenswandel van Madame Tallien was niet
geheel zonder smet
Maar de zoon zette door. Een acte van eer
bied bracht uitkomst en nog in hetzelfde jaar
1805 werd het huwelijk gesloten. In alle
stilte Twee klerken en twee beambten fun
geerden als getuigen.
Want langzamerhand was de glorie van
Theresia gaan tanen. Keizer Napoleon had
een afkeer van haar en op zijn gezag wendden
zich velen van haar af. Tamelijk teruggetrok
ken leefden de graaf van Caraman met zijn
vrouw in Parijs, weldra omringd door vier
Caramannetjes. De moeder was dol op deze
kinderen, haar eerste wettige. Van de zeven
vorige heeft ze zich nooit veel aangetrokken,
maar deze verwende en vertroetelde zij op
allerlei manieren.
In 1815 viel Napoleon. Op het slagveld
van Waterloo viel ook nog iemand anders:
Devin de Fontenay. Dat was een heele verade
ming. Weldra werd haar huwelijk met Cara
man kerkelijk ingezegend. Dat met Tallien
was slechts burgerlijk gesloten en telde dus
niet mee.
Al spoedig verhuisde de familie naar België;
toen naar Holland. Caraman was benoemd tot
Kamerheer aan het Hof van Koning Willem I
en zijn vrouw stelde zich veel voor van nieuwe
luister, nieuwe glans, nieuw succes. Helaas
op de lijst der genoodigden voor de eerste of-
ficieele soirée ten Hove was de naam van
Theresia doorgestreept. Door den koning zelf.
Dien slag is zij nooit te boven gekomen. Zelfs
de attenties die de Prins van Oranje haar
bewees, de bezoeken die hij haar bracht, de
geschenken die hij haar vereerde, konden dien
smaad niet uitwisschen Ze ging intrigueeren,
kwaadspreken, haar man lastig vallen. Alles
vergeefs. Nog hoopte zij dat na den dood van
Tallien in 1820 de Koning zijn houding zou
wijzigen, maar ook dat geschiedde niet. Nooit
heeft Willem I haar willen ontvangen.
Toen ging mevrouw de Caraman haar mé
moires schrijven. Of liever: ze huurde een
secretaris en dicteerde hem. Met de spelling
had ze altijd overhoop gelegen en zoo was '6
veel gemakkelijker. Maar ook met de waar
heid iag ze overhoop. In haar gedenkschriften
is de heele geschiedenis der Fransehe revo
lutie verdraaid. Alles speelt zich af om één
persoon, één vrouw. Wie dat was, valt licht te
raden. Gelukkig is het nooit tot een uitgave
gekomen.
Sinds jaren leed Theresia aan een lever
kwaal. In 1834 nam de ziekte een zoo ernstige
wending dat de familie bijeengeroepen werd.
Daar stonden de zoons en dochters van Fonte
nay, van Tallien, van Ouvrard, van Caraman
als* een reeks herinneringien aan haar sponde.
In Januari 1935 stierf ze. Haar laatste
woorden waren: „Wat beteekent het plezieï
toch weinig in de wereld
Zelfs op haar sterfbed kon deze vrouw nog
niet eerlijk zijn.
J
P. M.