TUDGENOOTEN
De gemeentewet belangrijk gewijzigd.
De aspergeteelt in
vollen gang.
DINSDAG 1 JUNI 1937
HAARLEM'S DAGBLAD
Op verschillende punten vereenvoudiging
ingevoerd.
Raadscommissies treden niet
meer jaarlijks af.
In St.bl. 311 zijn de jongste wijzigingen en
aanvullingen, aangebracht in de Gemeente
wet, afgekondigd, waarvan wij de belangrijk
ste hier laten voigen:
Met intrekking van de thans nog geldende
voorschriften is bepaald, dat dezelfde persoon
ontvanger van meer dan één gemeente kan
zijn, mits de bevolking van gene dier ge
meenten 7500 zielen te boven gaat en haar
gezamenlijk zielental 15000 niet overtreft.
In de, door de Kroon aan te wijzen gemeen
ten van 7500 zielen en daar beneden en wier
gezamenlijk zielental 15000 niet overtreft,
wordt de bediening van ontvanger door den
zelfden persoon bekleed. Indien het zielen
tal van een gemeente als hiervoren bedoeld,
boven 7500 of het gezamenlijk zielental der
betrokken gemeenten boven 15000 stijgt, blijft
de ontvanger de bedieningen bekleeden, tot
hij daaruit is ontslagen.
De beslissingen van het hoofdstembureau
behoeven voortaan alléén maar ter secretarie
ter inzage te worden neergelegd; de verplich
ting tot aanplakken dier beslissingen is ko
men te vervallen.
De geloofsbrief.
Een belangrijke administratieve vereenvou
diging is wel, dat de kennisgeving van den
voorzitter van het hoofdstembureau aan den
tot gemeenteraadslid gekozene, voortaan als
geloofsbrief voldoende zal zijn. Zij, die vaak
gemeenteraadsvergaderingen ten plattelande
bijwoonden, hebben er zich meermalen van
kunnen overtuigen, dat het onderzoek der ge
loofsbrieven van de raadsleden, die daartoe
door den burgemeester werden aangewezen,
heel wat vergde. Ook is het wel eens voorge
komen, dat een bejaarde g neentebode, die
als vertrouwd factotum fungeerde, een der
raadsleden (die hardnekkig beweerde, dat tot
de „geloofs"-brieven toch ook het bewijs van
de kerkelijke aanneming van het toe te la
ten raadslid moest behooren) tersluiks in
fluisterde: „Stil maar Klaas, 't is in orde".
Die klippen kunnen voortaan dus worden
omzeild.
Van het geheel nieuw geredigeerde art. 18
vermelden wij, dat door de nieuwbenoemde
raadsleden niet alleen maar een door hen
onderteekende verklaring moet worden afge
legd, vermeldende alle door hen bekleede
openbare betrekkingen, maar ook alle be
trekkingen in dienst der gemeente, öp arbeids
overeenkomst naar burgerlijk recht, die zij of
hunne echtgenooten bekleeden.
De wetgever heeft tegemoet willen komen
aan de moeilijkheden, welke soms ontstaan,
wanneer, op het wettelijk vastgestelde tijd
stip, de geloofsbrieven van alle nieuwe be
noemde raadsleden, nog niet zijn ingekomen.
Daarom is aan art. 29 een belangrijke uitbrei
ding gegeven. Zooals men weet is bepaald dat
leden van den raad om de 4 jaren met den
len Dinsdag van September tegelijk aftreden.
Thans is daaraan toegevoegd dat, indien niet
met den lsten Dinsdag van September de
goedkeuring van de geloofsbrieven van meer
dan de helft van de raadsleden onherroepelijk
is geworden, de leden van den Raad zitting
houden, totdat dit zal zijn geschied. Hierbij
dient echter deze restrictie gemaakt te worden,
dat gedurende dezen tijd de, wegens periodie
ke aftreding verkozen leden, hunne betrekking
niet aanvaarden. Mocht in een aldus samen-
gestelden raad een plaats openvallen, dan
wordt daarin op dezelfde wijze voorzien, als
zou zijn geschied indien die plaats vóór den
lsten Dinsdag in September was opengevallen.
Indien wegens staking van stemmen over
een voorstel omtrent toelating van een tot
raadslid gekozene, de raad geen beslissing kan
nemen, beslissen Gedeputeerde Staten ambts
halve.
In art. 60 werd tot nu toe gezegd dat de raad
jaarlijks de voorzitters en leden van de vaste
commissies benoemt. Hierin is bij deze wijzi
ging verandering gekomen. Het 1ste lid van
art. 60 zal voortaan luiden als volgt:
„De raad kan vaste commissies zijner leden
belasten met de voorbereiding van hetgeen,
waarover hij heeft te besluiten. Hij benoemt
er de voorzitters en leden van. De burge
meester kan, ook indien hij niet lid v*n den
raad is, tot voorzitter van deze commissies
worden benoemd. De raad regelt den zittings
duur van den voorzitter en de leden, met dien
verstande, dat deze niet langer mag zijn dan
die der leden van den zittenden raad".
De verordening, waarbij de werkkring van
de raadscommissies geregeld wordt, behoeft
voortaan alleen maar aan Gedeputeerde Sta
ten te worden medegedeeld. Zij behoeft niet
meer ter openbare kennis gebracht te worden.
De zitdagen voor ontvangers, die deze func
tie in meer dan één gemeente bekleeden,
kunnen niet meer alléén door B. en W. wor
den vastgesteld. Die vaststelling behoeft de
goedkeuring van Gedeputeerde Staten.
Met betrekking tot vereeniging of splitsing
van gemeenten is het noodig gebleken, art.
164 eenigszins aan te vullen. Thans is be
paald, dat, zoodra een vereeniging of splitsing
als vorenbedoeld in voorbereiding is genomen
en Gedeputeerde Staten het oordeel daarover
hebben gevraagd van de commissie uit de in
gezetenen, welke in dergelijke gevallen be
noemd wordt, het ontwerp niet in behande
ling wordt genomen, indien de wijziging van
de gemeentelijke grenzen nog een onderwerp
van bespreking in de vorenbedoelde commis
sie uitmaakt. (Hoe vreemd het ook moge
klinken, het is wel eens anders geschied).
Verzekering van Gemeente-gelden.
Van groot belang voor de gemeente-ont
vangers is de wijziging, welke aangebracht is
in artikel 170, waarin tot nu toe o.a. gezegd
werd, dat de raad het bedrag der door de ge
meente-ontvangers te stellen zekerheid be
paalt. Deze zinsnede is geheel geschrapt en
daarvoor in de plaats is het 2e lid van dat
artikel vervangen door het volgende voor
schrift:
„De raad is verplicht een regeling vast te
stellen omtrent verzekering van de gemeente
gelden tegen benadeeling door plaatselijke
ambtenaren en bedienden of door anderen".
Dit voorschrift behoeft niet te worden na
gekomen, wanneer de raad een, door Gedepu
teerden goed te keuren regeling vaststelt,
welke gelijke waarborgen biedt tegen benadee
ling van de gemeente-gelden, als verzeke
ring.
Voorts komen eenige artikelen te vervallen,
waardoor heel wat administratieve romp
slomp voor de gemeenten achterwege kan
blijven en welke door de verschillende voorzit
ters van gemeenteraden, wanneer de betrok
ken agendapunten jaarlijks of om de zooveel
jaren "aan de orde kwamen, ronduit als „ad
ministratieve formaliteit" betiteld werden.
Eerstens komt te vervallen de verplichting
van de godshuizen, gestichten van weldadig
heid, genootschappen en andere instellingen
van openbaar nut (welke niet aan rijks- of
provinciale instellingen, of aan het algemeen
of provinciaal bestuur onmiddellijk onderge
schikt zijn), om jaarlijks aan den raad ver
slag van den toestand uit te brengen.
Ook komt te vervallen het (wel haast be
faamde) „beredeneerd verslag van den toe
stand der gemeente" dat B. en W. over elk
vijfjarig tijdsbestek aan den raad moesten
uitbrengen. Zelfs had de raad de bevoegdheid
ieder jaar een dergelijk verslag te eischen! Wij
gelooven niet, dat er één gemeente in ons land
is, waar het gemis van dat verslag zal wor
den betreurd, want in den regel was het een
aaneenrijging van algemeenheden.
Dan is geschrapt art. 208, dat voorschreef,
dat de raad minstens éénmaal in de 5 jaren
verklaarde, welke gemeentelijke verordeningen
nog geldig waren, en tenslotte behoeven de
gemeentebesturen niet meer te zorgen (art.
266), dat „een nauwkeurige staat opgemaakt
en bijgehouden worde van hetgeen, naar het
burgerlijk recht, eigendom der gemeente is".
Vooral in plattelandsgemeenten zullen de
ingezetenen het op prijs stellen, dat art. 297
aldus gewijzigd is, dat de kohieren der plaat
selijke belastingen niet meer worden vastge
steld door den raad, maar door B. en W. In
vele gevallen was men er niet zoo bijster op
jesteld, dat ieder raadslid nauwkeurig op de
hoogte was met de inkomsten der ingezetenen.
Gemeente-borgtochtenwet vervalt
In verband met de nieuwe bepaling inzake
de verplichte verzekering van gemeente-gel-
den, komt de geheele Gemeente-borgtochten
wet te vervallen. Hierbij dient opgemerkt, dat
ten aanzien van de gemeente-ontvangers, die
bij het inwerking treden der wijzigingswet aan
de verplichting tot zekerheidsstelling ten be
hoeve der gemeente hebben voldaan, de op
heffing dier verplichting binnen een tijdvak
van 2 jaren geschiedt. Dit laatste houdt ver
band met de vaststelling der gemeente-reke
ning door Gedeputeerde Staten.
De hierboven vermelde wijzigingen der ge
meentewet zullen op een nader te bepalen
tijdstip van kracht worden.
N.V. AMSTERDAMSCHE RIJTUIG-
MAATSCHAPPIJ.
In de Maandag gehouden jaarlijksche alge-
meene vergadering van aandeelhouders wer
den balans en winst- en verliesrekening goed
gekeurd. Het verliessaldo werd op nieuwe reke
ning overgebracht. Tot commissaris werd her
benoemd de heer P. J. M. Verschure.
1936 was goed voor Amstleven.
Aan het jaarverslag over het boekjaar 1936,
van de N.V. Amsterdamsche Maatschappij
van Levensverzekering ontleenen wij het vol
gende:
Amstleven kon in 1936 de stijgende lijn in
de ontwikkeling harer zaken voortzetten. In
dit jaar werd afgesloten f 21.551.337.10 tegen
over f 19.030.622.20 in 1935. De productie over
1936 bestond voor 'f 13.065.218 uit kapitaals
verzekeringen en, na de gebruikelijke verme
nigvuldiging met 10 voor f 8.486.119.70 uit
renteverzekeringen. De toename in de afslui
ting deed zich zoowel in Nederland als in
Indië voor.
Een ander verblijdend verschijnsel was, dat
het ontijdige verval zoowel door afkoop als
door wanbetaling in Nederland en in Indië
belangrijk lager was.
De Maatschappij ging in '36 met f 6.920.979.30
aan verzekerd kapitaal vooruit, tegenover een
vooruitgang van f 1.116.028.70 in 1935. Dit cij
fer wijst op een groote verbetering in de eco
nomische toestanden.
Bij Amstleven was op 31 December 1936
verzekerd f 169.531.446.10 bestaande uit 37057
posten met f 119.534147 kapitaal en
f 49.997.299.10 aan renteverzekeringen (na
vermenigvuldiging met 10)De hierop te ont
vangen jaarl. premie bedraagt f 4.471.315.10
terwijl in 1936 f 2.472.685.54 aan koopsommen
werd geincasseerd.
Wij hebben ons bezit aan vaste goederen
vrij belangrijk uitgebreid. Vooral in de tegen
woordige omstandigheden achten wij die een
goede geldbelegging.
De vaste goederen brachten gemiddeld op
5.73 pet.
Bij Amstleven is van de reserve, onder af
trek van de reserve op herverzekerde bedra
gen, thans berekend naar een 2V2 pet. rente
voet f 2.409.503, naar een 3J/2 pet. rentevoet
f 25.083.300; naar een 4 pet. rentevoet
f 21.793.129, zoodat de gemiddelde te maken
rente 3.67 pet. bedraagt.. Waar de door Amst
leven in 1936 gemaakte gemiddelde rente 4.67
pet. bedroeg, is de marge tusschen de rente,
die volgens de grondslagen gemaakt moet
worden en die, welke werkelijk gemaakt is.
nog zeer ruim.
De totale vrije reserves bedragen naast de
streng berekende en daardoor reeds een bij
zondere veiligheid bevattende premiereserve:
extra-reserve f 2.709.560.42; reserve voor af
schrijving op hypotheken f 50.000; reserve
voor uitbreiding f 100.000, totaal f 2.859.560.42
Bovendien vinden onze verzekerden een ex-
tra-waarborg in het maatschappelijk kapitaal
van f 2.000.000, zoodat de totale extra-waar
borgen bedragen f 4.859.560.42.
De winst bedraagt f 540.717.48 tegenover
een winst van f 707.689.53 in 1935. Voor een
groot deel is deze verlaging daaraan toe te
schrijven, dat tengevolge der mindere roye
menten een veel geringer bedrag aan reserve
vrijviel. Deze vrijvallende reserve is hoofdza
kelijk het vrijkomen van onkosten, die voor
het sluiten der verzekei'ing zijn gemaakt. Ze
vertegenwoordigen derhalve geen werkelijke
winst, doch komen in het jaar van royement
op de Winst- en Verliesrekening als zoodanig
naar voren. Bij verminderd royement ligt het
voor de hand, dat ook de vrijvallende bedra
gen achteruitgaan. Op zichzelf is dit een ge
lukkig verschijnsel. Êen andere oorzaak der
winstvermindering in de hoogere waarde in
guldens die aan de premie-reserve op verze
keringen in vreemde valuta, tengevolge der
devaluatie moest worden toegekend.
Van het winstsaldo ad f 540.717.48 is ge
stort in de Extra-Reserve f 200.858.30, in de
reserve voor afschrijving op hypotheken
f 35.014 75, m de reserve voor uitbreiding
f 100.000. gratificaties, als bedoeld in art. 32
der Statuten f 91.979.25. gereserveerd voor di
vidend- en tantièmebelasting f 9.196.15..
Aandeelhouders ontvingen f 25 per aan
deel over de verplichte en 4.67 pet. over de
niet-verplichte stortingen, gerekend over
den termijn, gedurende welken zij in 1936
in het bezit der Maatschappij waren.
Het winstaandeel der verzekeringnemers is
gelijk aan hetgeen hun het vorige jaar werd
toegekend
ÏAU"DW|KI
BALDWIN
Deze man heeft gezegd „de dictatuur is als een geweldige beuke-
boom, prachtig in zijn vollen bloei om naar te kijken, maar er groeit
niets onder". Hij gold als de machtigste van alle democraten van
dezen tijd. Daarom had de geweldige beukeboom geweldig het
land aan hem. Baldwin werd daar niet koud en niet warm van. Hij
wordt nooit ergens koud of warm van, die vleesch geworden John
Buil. Gematigd, onwrikbaar, doortastend puritein. Hij wordt ook de
„methodische Machïavelli" genoemd en menschen die hem kennen,
zeggen dat Lucy Baldwin, zijn vrouw, de eenige is die invloed op hem
heeft. Wij mannen vinden dit, zoo niet sympathiek, dan toch in ieder
geval menschelijk. En wij zouden willen weten hoeveel pijpen hij per
dag rookt en of het een Dunhill is.
Mr. Goseling bij Dr. Colijn.
De minister van staat, dr. H. Colijn,
heeft Maandagmiddag om half vijf ten
departemente van Koloniën ontvangen
den voorzitter der Tweede Kamer
fractie van de R.K. Staatspartij, mr.
C. M. J. F. Goseling.
De Tweede-Kamerverkiezingen.
Van Lienden en graaf de Marchant gekozen
verklaard.
Het centraal stembureau heeft in een Maan
dagmiddag gehouden openbare zitting den
uitslag van de verkiezingen voor de Tweede
Kamer vastgesteld, welke uitslag dezelfde is
als de reeds gepubliceerde.
Ten aanzien van de heeren Albarda en Mus-
sert, die tweemaal gekozen zijn. had de loting
ten gevolge, dat alsnog gekozen werden ver
klaard de heeren C. J. van Lienden (ST.) te
Eindhoven en M. V. E. H. J. M. graaf de Mar
chant et d'Ansembourg (N.S.B.) te Amsten-
rade.
Indien de heer de Marchant et d'Ansembourg
zijn benoeming tot lid der Tweede Kamer aan
neemt, zal hij in de Eerste Kamer worden op
gevolgd door ds. G. van Duyl te Utrecht.
De Koningin via Soestdijk naar
't Loo.
HM. de Koningin is Maandagavond uit Den
Haag ten paleize Soestdijk aangekomen. Het
lag in het voornemen van H.M. heden in den
loop van den dag van Soestdijk naar 't Loo
te vertrekken.
Spoorwegontvangsten blijven
stijgen.
Cijfers over Februari gunstiger dan die van
Februari 1936.
De totale ontvangsten der Nederlandsche
Spoorwegen over de maand Februari 1937
bedroegen f 7.085.763.63; bet reizïn'p^vprvop-
bracht op f 3.465.054.76- bagaee. f 39.531.19-
brief- en uakketoost f 225.000.<?opderer>
f 3.1-59.555 45.
Levende dieren en lijkenver voer f 48.265.50:
diversen f 148.356.73.
De totale ontvangsten over de maand Fe
bruari 1936 bedroegen f 6 890.344Van 1
Januari 1937 af bedroege»*1 ',o tetalp ontvang
sten f 15 3"T 541 79 (v 1out? 00,
gemiddeld aanta! kilometers in exoloitati-
was 3409 (3431). de ontvangst der dagkilo
meter bedroeg f 76.54 (f 72.66)
Een goudmijntje in Friesland
gevonden.
Arbeiders kregen echter oneenigheid over
het verdeelen van de buit.
Bij het uitbaggeren van de Geeuw, een der
Friesche wateren, nabij Grouw, waarmede
drie arbeiders bezig waren, haalde één van
hen met den beugel een leeren tasch op, die
bij nader onderzoek oude gouden munten,
dukaten, bleek te bevatten, ter waarde van
ongeveer 3.000 gulden.
Het was de plicht van de arbeiders geweest
deze vondst kenbaar te maken, doch dit de
den zij niet. Zij kwamen overeen den buit te
deelen, doch over de manier waarop, was
men het niet eens. De oneenigheid drong tot
de autoriteiten door, hetgeen tot gevolg had,
dat het geheele bedrag in beslag werd ge
nomen.
Wie het onderste uit de kan wil hebben
Hoe deze kostbare tasch op de plaats, waar
zij is gevonden, is terecht gekomen, zal. al
dus de Tel., voorloopig wel een raadsel blij
ven.
JONGENSSPEL LOOPT SLECHT AF.
De 8-jarige D. uit de Wapenstraat te Rot
terdam, wilde op de Willemsbrug aldaar aan
een passeerenden wagen met zakken, be
stuurd door den 50-jarigen G. W. P. uit de
Meerdervoor(straat, gaan hangen. De knaap
kwam te vallen en kreeg een der wielen over
den buik. Met zeer ernstige kwetsuren is de
jongen door den geneeskundigen dienst naar
het ziekenhuis aan den Coolsingel vervoerd.
Zijn toestand is ernstig.
TUSSCHEN LORRIE EN SPOORWAGEN
BEKNELD GERAAKT.
Vannacht tegen kwart voor één is op het
Amsterdamsche havenbedrijf aan de Ooste
lijke Handelskade een 57-jarige havenarbei
der bekneld geraakt tusschen een lorrie en
een spoorwagen. De man liep zware inwen
dige kneuzingen op en werd door den genees
kundigen dienst naar het Onze Lieve Vrou
wegasthuis overgebracht, waar hij kort na
aankomst is overleden.
NEDERLANDSCHE BOND VAN GEPENSION-
NEERDEN.
Te Utrecht heeft de Nederlandsche Bond van
gepensionneerden zijn een en twintigste alge-
meene vergadering gehouden. Na aanneming
der voorstellen inzake statutenwijziging werd
besloten tot fusie met het comité van actie ter
bescherming van de rechten van gepension
neerden. het z.g. comité-Last. Tot nieuw be
stuurslid werd gekozen de heer B. B. Neute
boom uit Apeldoorn. Tevens werd besloten tot
het voeren van actie voor toekenning van een
zoodanige toeslag op de pensioenen der oud-
gepensionneerden, die niet vallen onder het
Kon besluit van 22 Juli 1930 en slechts 40 pro
cent verhooging genieten, waardoor deze meer
in overeenstemming worden gebracht met de
pensioenen van na 1920.
De waarde van de asperge
voor de gezondheid.
De tijd voor de aspergeoogst is thans in
vollen gang en allerwege is men met het ste
ken der asperges druk bezig Hoewel de as
perges in ons land op verschillende plaatsen
worden gekweekt, geschiedt de teelt nog niet
op groote schaal. De meeste asperges hier te
landen worden geteeld in de omstreken van
Bergen op Zoom en in het Westland, terwijl
ook in Limburg tal van velden in cultuur zijn
genomen. In de laatste jaren breidt de teelt
zich evenwel sterk uit en worden o.a. Ame-
rongen, Oostvoome en de omtrek van Bever
wijk uitgebreide centra van cultuur. In
Duitschland wordt de asperge vooral ver
bouwd in Brunswijk, te Beelitz, in den om
trek van Hannover, bij Mainz, enz. Verder
wordt' in Engeland, in België en in Frankrijk
de asperge in het groot geteeld.
Wat zijn eigenlijk asperges? Asperges zijn
de jonge, in den grond gevormde en uit den
wortelstok omhooggroeiende stengels van de
Asparagus officinalis, een overblijvende plant
uit de familie der Liliaceeën. In ons land vind
de plant haar natuurlijke groeiplaats in de
duinen. De zandgrond is voor de teelt der as
perges verreweg de beste, daar de wortels van
de asperge een groote lengte bereiken en dus
gemakkelijk door den bodem moeten kunnen
heendringen om het noodige vocht op te
nemen. Hiervoor moet echter de grond goed
los zijn, wat bij zandgrond het geval is. Deze
grondsoort heeft evenwel nog een ander voor
deel. Men gebruikt n.I. van de asperges (al
thans in ons land. in België en in Duitsch
land) de witte stengeldeelen, welke deze
kleur verkrijgen, wanneer zij tijdens den
groei van het licht worden afgesloten. Daar
toe worden de planten met zooveel aarde be
dekt, dat de stengels eerst boven de opper
vlakte komen, als zij een lengte van 25 a 30
cM. hebben bereikt. In klonterigen kleigrond
zouden die stengels krom groeien en in een
veenachtigen bodem verkrijgen zij een roes
tig voorkomen, door welke beide gebreken de
handelswaarde aanzienlijk lijdt. Dat de as
perge-teelt in ons land wordt aangetroffen
op de reeds genoemde plaatsen, staat dus met
den aard van den bodem aldaar in direct
verband. Men vermenigvuldigt de asperges
door zaad, niet door scheuren, wat bij de
meeste andere vaste planten in gebruik is.
Voor het scheuren zijn de wortelstokken der
asperges te kort en zij kunnen dus niet in
een voldoend aantal stukken worden ver
deeld. Het aspergezaad wordt van Maart tot
April uitgezaaid op zaaibedden, waarop de
jonge planten een geheel jaar en soms nog
wel langer blijven staan. Daarna worden zij
verplant op de blijvende plaats. Waar
asperges worden geplant, kunnen zij bij
goede verzorging gei Ideld 15 a 16 jaar
lang behoorlijke opbrengsten geven. De asper
ges kunnen eerst worden geoogst in het der
de jaar na de planting. In den winter, welke
op het aanleggen van de bedden volgt, wor
den de als greppels uitgegraven bedden met
aarde gevuld, zoodat in het tweede jaar het
terrein geheel vlak komt te leggen.
In het voorjaar van het derde jaar begint
de eerste oogst. In het voorjaar wordt gedu
rende de maanden Maart en April uit de
tusschenruimte tusschen de bedden zóóveel
aarde gehaald, dat de planten met een aard
laag van ongeveer 30 c.M. zijn bedekt en de
bedden er uitzien als kleine dijkjes, welke uit
de lager liggende paden opreizen. Omstreeks
half April of begin Mei kan de oogst begin
nen. De eerste stengels hebben dan de opper
vlakte van het bed bereikt. De kweekers moe
ten dit oogenblik nauwkeurig waarnemen,
want als de stengels even boven het grond
oppervlak uitkomen, nemen zij een blauw
achtige kleur aan en hebben zij, hoewel voor
het gebruik evengoed geschikt, een derde
deel van de handelswaarde.verloren. In ver
band hiermede maken de asperge-telers door
middel van een glad geschaafde plank, of in
de groote cultuur van een wals, den boven
kant der bedden glad en effen, zoodat een
stengel, die de oppervlakte nadert, kan wor
den waargenomen aan een barstje. Zoodra
dat zichtbaar is, verwijdert men de aarde tot
den voet van den stengel en trekt deze ver
volgens met de hand van den wortelstok.
Vroeger werden de asperge-stengels door
middel van een asperge-mes" gestoken,
maar tegenwoordig wordt dit werktuig niet
veel meer gebruikt. De stengels en de knoppen
der asperge-planten ontspruiten n.I. alle
zeer dicht bij elkaar uit den top van den wor
telstok. zoodat men bij het steken van een le
verbaren stengel groot gevaar loopt willekeu
rig een of meer kleinere stengels of knoppen
te beschadigen en daardoor de oogst der vol
gende dagen te verminderen.
De aspergestengels worden echter niet al
tijd geoogst in de witte kleur, waarin zij bij
ons algemeen bekend zijn. In Frankrijk en
Engeland geeft men de voorkeur aan groene
asperges, welke onder den invloed van het
zonlicht zijn opgekweekt. Ook is in die lan
den het telen onder glas, in kassen en bakken
veel in gebruik. Het eten van asperges is zeer
gezond, hoewel er niet veel voedingswaarde
in dit gewas aanwezig is. De chemicus, die de
asperges naar haar voedingswaarde onder
zoekt, komt tot de ontdekking, dat behalve de
augurken er geen groente is, die zoo weinig
voedingsstoffen bevat als de asperge. Van een
KG. asperges zijn slechts 674 gram eetbaar
en van die hoevelheid zijn slechts 30 gram
zuivere voedingsstoffen.
Maar daarop komt het niet alleen aan.
Want meer dan de helft van de in den kop
van de asperge en in het weeke deel zich be
vindende stikstof bestaat deels uit aspargine,
een stof, welke de eigenschap bezit in het
menschelijk lichaam de werking van zwakke
en zieke nieren opnieuw te prikkelen. De gun
stige invloed van de asperge bij nierziekten
is in ieder geval zoo opvallend, dat de ge
neeskundige waarde van de asperge tegen
woordig als een vaststaand feit wordt aan
genomen. Het is ook gelukt de aan de ver-
sche asperge ontnomen aspargine in den vorm
van een aftreksel te winnen, hetwelk als een
geneesmiddel door de zieken wordt ingeno
men. Het gebruik van asperges werkt boven
dien zeer gunstig op de spijsverering en
daarom wordt de asperge door maaglijders
zeer gaarne gegeten. Volgens een oud bijge
loof zou de asperge-eter steeds heerlijk en
aangenaam droomen en een deel van zijn
liefste droomen zou ook in vervulling gaan.
Merkwaardige dingen verwachtten de oude Ro
meinen van het gebruik van asperges. Het
drinken van aspergewater zou liefde opwek
ken en een stengel van een asperge, om den
hals gedragen, gold als liefde amulet. Het
eten van asperges werd ook aanbevolen aan
lieden, die vaak het woord voeren. Dat
men door het eten van asperges oud wordt,
heeft de in de 17de eeuw levende Fransche
schrijver Fontenelle beweerden hij heeft
wat hemzelf betreft, het ook bewezen, want
hij werd precies honderd jaar