TUDGENOOTEN De gemeentewet belangrijk gewijzigd. De aspergeteelt in vollen gang. DINSDAG 1 JUNI 1937 HAARLEM'S DAGBLAD Op verschillende punten vereenvoudiging ingevoerd. Raadscommissies treden niet meer jaarlijks af. In St.bl. 311 zijn de jongste wijzigingen en aanvullingen, aangebracht in de Gemeente wet, afgekondigd, waarvan wij de belangrijk ste hier laten voigen: Met intrekking van de thans nog geldende voorschriften is bepaald, dat dezelfde persoon ontvanger van meer dan één gemeente kan zijn, mits de bevolking van gene dier ge meenten 7500 zielen te boven gaat en haar gezamenlijk zielental 15000 niet overtreft. In de, door de Kroon aan te wijzen gemeen ten van 7500 zielen en daar beneden en wier gezamenlijk zielental 15000 niet overtreft, wordt de bediening van ontvanger door den zelfden persoon bekleed. Indien het zielen tal van een gemeente als hiervoren bedoeld, boven 7500 of het gezamenlijk zielental der betrokken gemeenten boven 15000 stijgt, blijft de ontvanger de bedieningen bekleeden, tot hij daaruit is ontslagen. De beslissingen van het hoofdstembureau behoeven voortaan alléén maar ter secretarie ter inzage te worden neergelegd; de verplich ting tot aanplakken dier beslissingen is ko men te vervallen. De geloofsbrief. Een belangrijke administratieve vereenvou diging is wel, dat de kennisgeving van den voorzitter van het hoofdstembureau aan den tot gemeenteraadslid gekozene, voortaan als geloofsbrief voldoende zal zijn. Zij, die vaak gemeenteraadsvergaderingen ten plattelande bijwoonden, hebben er zich meermalen van kunnen overtuigen, dat het onderzoek der ge loofsbrieven van de raadsleden, die daartoe door den burgemeester werden aangewezen, heel wat vergde. Ook is het wel eens voorge komen, dat een bejaarde g neentebode, die als vertrouwd factotum fungeerde, een der raadsleden (die hardnekkig beweerde, dat tot de „geloofs"-brieven toch ook het bewijs van de kerkelijke aanneming van het toe te la ten raadslid moest behooren) tersluiks in fluisterde: „Stil maar Klaas, 't is in orde". Die klippen kunnen voortaan dus worden omzeild. Van het geheel nieuw geredigeerde art. 18 vermelden wij, dat door de nieuwbenoemde raadsleden niet alleen maar een door hen onderteekende verklaring moet worden afge legd, vermeldende alle door hen bekleede openbare betrekkingen, maar ook alle be trekkingen in dienst der gemeente, öp arbeids overeenkomst naar burgerlijk recht, die zij of hunne echtgenooten bekleeden. De wetgever heeft tegemoet willen komen aan de moeilijkheden, welke soms ontstaan, wanneer, op het wettelijk vastgestelde tijd stip, de geloofsbrieven van alle nieuwe be noemde raadsleden, nog niet zijn ingekomen. Daarom is aan art. 29 een belangrijke uitbrei ding gegeven. Zooals men weet is bepaald dat leden van den raad om de 4 jaren met den len Dinsdag van September tegelijk aftreden. Thans is daaraan toegevoegd dat, indien niet met den lsten Dinsdag van September de goedkeuring van de geloofsbrieven van meer dan de helft van de raadsleden onherroepelijk is geworden, de leden van den Raad zitting houden, totdat dit zal zijn geschied. Hierbij dient echter deze restrictie gemaakt te worden, dat gedurende dezen tijd de, wegens periodie ke aftreding verkozen leden, hunne betrekking niet aanvaarden. Mocht in een aldus samen- gestelden raad een plaats openvallen, dan wordt daarin op dezelfde wijze voorzien, als zou zijn geschied indien die plaats vóór den lsten Dinsdag in September was opengevallen. Indien wegens staking van stemmen over een voorstel omtrent toelating van een tot raadslid gekozene, de raad geen beslissing kan nemen, beslissen Gedeputeerde Staten ambts halve. In art. 60 werd tot nu toe gezegd dat de raad jaarlijks de voorzitters en leden van de vaste commissies benoemt. Hierin is bij deze wijzi ging verandering gekomen. Het 1ste lid van art. 60 zal voortaan luiden als volgt: „De raad kan vaste commissies zijner leden belasten met de voorbereiding van hetgeen, waarover hij heeft te besluiten. Hij benoemt er de voorzitters en leden van. De burge meester kan, ook indien hij niet lid v*n den raad is, tot voorzitter van deze commissies worden benoemd. De raad regelt den zittings duur van den voorzitter en de leden, met dien verstande, dat deze niet langer mag zijn dan die der leden van den zittenden raad". De verordening, waarbij de werkkring van de raadscommissies geregeld wordt, behoeft voortaan alleen maar aan Gedeputeerde Sta ten te worden medegedeeld. Zij behoeft niet meer ter openbare kennis gebracht te worden. De zitdagen voor ontvangers, die deze func tie in meer dan één gemeente bekleeden, kunnen niet meer alléén door B. en W. wor den vastgesteld. Die vaststelling behoeft de goedkeuring van Gedeputeerde Staten. Met betrekking tot vereeniging of splitsing van gemeenten is het noodig gebleken, art. 164 eenigszins aan te vullen. Thans is be paald, dat, zoodra een vereeniging of splitsing als vorenbedoeld in voorbereiding is genomen en Gedeputeerde Staten het oordeel daarover hebben gevraagd van de commissie uit de in gezetenen, welke in dergelijke gevallen be noemd wordt, het ontwerp niet in behande ling wordt genomen, indien de wijziging van de gemeentelijke grenzen nog een onderwerp van bespreking in de vorenbedoelde commis sie uitmaakt. (Hoe vreemd het ook moge klinken, het is wel eens anders geschied). Verzekering van Gemeente-gelden. Van groot belang voor de gemeente-ont vangers is de wijziging, welke aangebracht is in artikel 170, waarin tot nu toe o.a. gezegd werd, dat de raad het bedrag der door de ge meente-ontvangers te stellen zekerheid be paalt. Deze zinsnede is geheel geschrapt en daarvoor in de plaats is het 2e lid van dat artikel vervangen door het volgende voor schrift: „De raad is verplicht een regeling vast te stellen omtrent verzekering van de gemeente gelden tegen benadeeling door plaatselijke ambtenaren en bedienden of door anderen". Dit voorschrift behoeft niet te worden na gekomen, wanneer de raad een, door Gedepu teerden goed te keuren regeling vaststelt, welke gelijke waarborgen biedt tegen benadee ling van de gemeente-gelden, als verzeke ring. Voorts komen eenige artikelen te vervallen, waardoor heel wat administratieve romp slomp voor de gemeenten achterwege kan blijven en welke door de verschillende voorzit ters van gemeenteraden, wanneer de betrok ken agendapunten jaarlijks of om de zooveel jaren "aan de orde kwamen, ronduit als „ad ministratieve formaliteit" betiteld werden. Eerstens komt te vervallen de verplichting van de godshuizen, gestichten van weldadig heid, genootschappen en andere instellingen van openbaar nut (welke niet aan rijks- of provinciale instellingen, of aan het algemeen of provinciaal bestuur onmiddellijk onderge schikt zijn), om jaarlijks aan den raad ver slag van den toestand uit te brengen. Ook komt te vervallen het (wel haast be faamde) „beredeneerd verslag van den toe stand der gemeente" dat B. en W. over elk vijfjarig tijdsbestek aan den raad moesten uitbrengen. Zelfs had de raad de bevoegdheid ieder jaar een dergelijk verslag te eischen! Wij gelooven niet, dat er één gemeente in ons land is, waar het gemis van dat verslag zal wor den betreurd, want in den regel was het een aaneenrijging van algemeenheden. Dan is geschrapt art. 208, dat voorschreef, dat de raad minstens éénmaal in de 5 jaren verklaarde, welke gemeentelijke verordeningen nog geldig waren, en tenslotte behoeven de gemeentebesturen niet meer te zorgen (art. 266), dat „een nauwkeurige staat opgemaakt en bijgehouden worde van hetgeen, naar het burgerlijk recht, eigendom der gemeente is". Vooral in plattelandsgemeenten zullen de ingezetenen het op prijs stellen, dat art. 297 aldus gewijzigd is, dat de kohieren der plaat selijke belastingen niet meer worden vastge steld door den raad, maar door B. en W. In vele gevallen was men er niet zoo bijster op jesteld, dat ieder raadslid nauwkeurig op de hoogte was met de inkomsten der ingezetenen. Gemeente-borgtochtenwet vervalt In verband met de nieuwe bepaling inzake de verplichte verzekering van gemeente-gel- den, komt de geheele Gemeente-borgtochten wet te vervallen. Hierbij dient opgemerkt, dat ten aanzien van de gemeente-ontvangers, die bij het inwerking treden der wijzigingswet aan de verplichting tot zekerheidsstelling ten be hoeve der gemeente hebben voldaan, de op heffing dier verplichting binnen een tijdvak van 2 jaren geschiedt. Dit laatste houdt ver band met de vaststelling der gemeente-reke ning door Gedeputeerde Staten. De hierboven vermelde wijzigingen der ge meentewet zullen op een nader te bepalen tijdstip van kracht worden. N.V. AMSTERDAMSCHE RIJTUIG- MAATSCHAPPIJ. In de Maandag gehouden jaarlijksche alge- meene vergadering van aandeelhouders wer den balans en winst- en verliesrekening goed gekeurd. Het verliessaldo werd op nieuwe reke ning overgebracht. Tot commissaris werd her benoemd de heer P. J. M. Verschure. 1936 was goed voor Amstleven. Aan het jaarverslag over het boekjaar 1936, van de N.V. Amsterdamsche Maatschappij van Levensverzekering ontleenen wij het vol gende: Amstleven kon in 1936 de stijgende lijn in de ontwikkeling harer zaken voortzetten. In dit jaar werd afgesloten f 21.551.337.10 tegen over f 19.030.622.20 in 1935. De productie over 1936 bestond voor 'f 13.065.218 uit kapitaals verzekeringen en, na de gebruikelijke verme nigvuldiging met 10 voor f 8.486.119.70 uit renteverzekeringen. De toename in de afslui ting deed zich zoowel in Nederland als in Indië voor. Een ander verblijdend verschijnsel was, dat het ontijdige verval zoowel door afkoop als door wanbetaling in Nederland en in Indië belangrijk lager was. De Maatschappij ging in '36 met f 6.920.979.30 aan verzekerd kapitaal vooruit, tegenover een vooruitgang van f 1.116.028.70 in 1935. Dit cij fer wijst op een groote verbetering in de eco nomische toestanden. Bij Amstleven was op 31 December 1936 verzekerd f 169.531.446.10 bestaande uit 37057 posten met f 119.534147 kapitaal en f 49.997.299.10 aan renteverzekeringen (na vermenigvuldiging met 10)De hierop te ont vangen jaarl. premie bedraagt f 4.471.315.10 terwijl in 1936 f 2.472.685.54 aan koopsommen werd geincasseerd. Wij hebben ons bezit aan vaste goederen vrij belangrijk uitgebreid. Vooral in de tegen woordige omstandigheden achten wij die een goede geldbelegging. De vaste goederen brachten gemiddeld op 5.73 pet. Bij Amstleven is van de reserve, onder af trek van de reserve op herverzekerde bedra gen, thans berekend naar een 2V2 pet. rente voet f 2.409.503, naar een 3J/2 pet. rentevoet f 25.083.300; naar een 4 pet. rentevoet f 21.793.129, zoodat de gemiddelde te maken rente 3.67 pet. bedraagt.. Waar de door Amst leven in 1936 gemaakte gemiddelde rente 4.67 pet. bedroeg, is de marge tusschen de rente, die volgens de grondslagen gemaakt moet worden en die, welke werkelijk gemaakt is. nog zeer ruim. De totale vrije reserves bedragen naast de streng berekende en daardoor reeds een bij zondere veiligheid bevattende premiereserve: extra-reserve f 2.709.560.42; reserve voor af schrijving op hypotheken f 50.000; reserve voor uitbreiding f 100.000, totaal f 2.859.560.42 Bovendien vinden onze verzekerden een ex- tra-waarborg in het maatschappelijk kapitaal van f 2.000.000, zoodat de totale extra-waar borgen bedragen f 4.859.560.42. De winst bedraagt f 540.717.48 tegenover een winst van f 707.689.53 in 1935. Voor een groot deel is deze verlaging daaraan toe te schrijven, dat tengevolge der mindere roye menten een veel geringer bedrag aan reserve vrijviel. Deze vrijvallende reserve is hoofdza kelijk het vrijkomen van onkosten, die voor het sluiten der verzekei'ing zijn gemaakt. Ze vertegenwoordigen derhalve geen werkelijke winst, doch komen in het jaar van royement op de Winst- en Verliesrekening als zoodanig naar voren. Bij verminderd royement ligt het voor de hand, dat ook de vrijvallende bedra gen achteruitgaan. Op zichzelf is dit een ge lukkig verschijnsel. Êen andere oorzaak der winstvermindering in de hoogere waarde in guldens die aan de premie-reserve op verze keringen in vreemde valuta, tengevolge der devaluatie moest worden toegekend. Van het winstsaldo ad f 540.717.48 is ge stort in de Extra-Reserve f 200.858.30, in de reserve voor afschrijving op hypotheken f 35.014 75, m de reserve voor uitbreiding f 100.000. gratificaties, als bedoeld in art. 32 der Statuten f 91.979.25. gereserveerd voor di vidend- en tantièmebelasting f 9.196.15.. Aandeelhouders ontvingen f 25 per aan deel over de verplichte en 4.67 pet. over de niet-verplichte stortingen, gerekend over den termijn, gedurende welken zij in 1936 in het bezit der Maatschappij waren. Het winstaandeel der verzekeringnemers is gelijk aan hetgeen hun het vorige jaar werd toegekend ÏAU"DW|KI BALDWIN Deze man heeft gezegd „de dictatuur is als een geweldige beuke- boom, prachtig in zijn vollen bloei om naar te kijken, maar er groeit niets onder". Hij gold als de machtigste van alle democraten van dezen tijd. Daarom had de geweldige beukeboom geweldig het land aan hem. Baldwin werd daar niet koud en niet warm van. Hij wordt nooit ergens koud of warm van, die vleesch geworden John Buil. Gematigd, onwrikbaar, doortastend puritein. Hij wordt ook de „methodische Machïavelli" genoemd en menschen die hem kennen, zeggen dat Lucy Baldwin, zijn vrouw, de eenige is die invloed op hem heeft. Wij mannen vinden dit, zoo niet sympathiek, dan toch in ieder geval menschelijk. En wij zouden willen weten hoeveel pijpen hij per dag rookt en of het een Dunhill is. Mr. Goseling bij Dr. Colijn. De minister van staat, dr. H. Colijn, heeft Maandagmiddag om half vijf ten departemente van Koloniën ontvangen den voorzitter der Tweede Kamer fractie van de R.K. Staatspartij, mr. C. M. J. F. Goseling. De Tweede-Kamerverkiezingen. Van Lienden en graaf de Marchant gekozen verklaard. Het centraal stembureau heeft in een Maan dagmiddag gehouden openbare zitting den uitslag van de verkiezingen voor de Tweede Kamer vastgesteld, welke uitslag dezelfde is als de reeds gepubliceerde. Ten aanzien van de heeren Albarda en Mus- sert, die tweemaal gekozen zijn. had de loting ten gevolge, dat alsnog gekozen werden ver klaard de heeren C. J. van Lienden (ST.) te Eindhoven en M. V. E. H. J. M. graaf de Mar chant et d'Ansembourg (N.S.B.) te Amsten- rade. Indien de heer de Marchant et d'Ansembourg zijn benoeming tot lid der Tweede Kamer aan neemt, zal hij in de Eerste Kamer worden op gevolgd door ds. G. van Duyl te Utrecht. De Koningin via Soestdijk naar 't Loo. HM. de Koningin is Maandagavond uit Den Haag ten paleize Soestdijk aangekomen. Het lag in het voornemen van H.M. heden in den loop van den dag van Soestdijk naar 't Loo te vertrekken. Spoorwegontvangsten blijven stijgen. Cijfers over Februari gunstiger dan die van Februari 1936. De totale ontvangsten der Nederlandsche Spoorwegen over de maand Februari 1937 bedroegen f 7.085.763.63; bet reizïn'p^vprvop- bracht op f 3.465.054.76- bagaee. f 39.531.19- brief- en uakketoost f 225.000.<?opderer> f 3.1-59.555 45. Levende dieren en lijkenver voer f 48.265.50: diversen f 148.356.73. De totale ontvangsten over de maand Fe bruari 1936 bedroegen f 6 890.344Van 1 Januari 1937 af bedroege»*1 ',o tetalp ontvang sten f 15 3"T 541 79 (v 1out? 00, gemiddeld aanta! kilometers in exoloitati- was 3409 (3431). de ontvangst der dagkilo meter bedroeg f 76.54 (f 72.66) Een goudmijntje in Friesland gevonden. Arbeiders kregen echter oneenigheid over het verdeelen van de buit. Bij het uitbaggeren van de Geeuw, een der Friesche wateren, nabij Grouw, waarmede drie arbeiders bezig waren, haalde één van hen met den beugel een leeren tasch op, die bij nader onderzoek oude gouden munten, dukaten, bleek te bevatten, ter waarde van ongeveer 3.000 gulden. Het was de plicht van de arbeiders geweest deze vondst kenbaar te maken, doch dit de den zij niet. Zij kwamen overeen den buit te deelen, doch over de manier waarop, was men het niet eens. De oneenigheid drong tot de autoriteiten door, hetgeen tot gevolg had, dat het geheele bedrag in beslag werd ge nomen. Wie het onderste uit de kan wil hebben Hoe deze kostbare tasch op de plaats, waar zij is gevonden, is terecht gekomen, zal. al dus de Tel., voorloopig wel een raadsel blij ven. JONGENSSPEL LOOPT SLECHT AF. De 8-jarige D. uit de Wapenstraat te Rot terdam, wilde op de Willemsbrug aldaar aan een passeerenden wagen met zakken, be stuurd door den 50-jarigen G. W. P. uit de Meerdervoor(straat, gaan hangen. De knaap kwam te vallen en kreeg een der wielen over den buik. Met zeer ernstige kwetsuren is de jongen door den geneeskundigen dienst naar het ziekenhuis aan den Coolsingel vervoerd. Zijn toestand is ernstig. TUSSCHEN LORRIE EN SPOORWAGEN BEKNELD GERAAKT. Vannacht tegen kwart voor één is op het Amsterdamsche havenbedrijf aan de Ooste lijke Handelskade een 57-jarige havenarbei der bekneld geraakt tusschen een lorrie en een spoorwagen. De man liep zware inwen dige kneuzingen op en werd door den genees kundigen dienst naar het Onze Lieve Vrou wegasthuis overgebracht, waar hij kort na aankomst is overleden. NEDERLANDSCHE BOND VAN GEPENSION- NEERDEN. Te Utrecht heeft de Nederlandsche Bond van gepensionneerden zijn een en twintigste alge- meene vergadering gehouden. Na aanneming der voorstellen inzake statutenwijziging werd besloten tot fusie met het comité van actie ter bescherming van de rechten van gepension neerden. het z.g. comité-Last. Tot nieuw be stuurslid werd gekozen de heer B. B. Neute boom uit Apeldoorn. Tevens werd besloten tot het voeren van actie voor toekenning van een zoodanige toeslag op de pensioenen der oud- gepensionneerden, die niet vallen onder het Kon besluit van 22 Juli 1930 en slechts 40 pro cent verhooging genieten, waardoor deze meer in overeenstemming worden gebracht met de pensioenen van na 1920. De waarde van de asperge voor de gezondheid. De tijd voor de aspergeoogst is thans in vollen gang en allerwege is men met het ste ken der asperges druk bezig Hoewel de as perges in ons land op verschillende plaatsen worden gekweekt, geschiedt de teelt nog niet op groote schaal. De meeste asperges hier te landen worden geteeld in de omstreken van Bergen op Zoom en in het Westland, terwijl ook in Limburg tal van velden in cultuur zijn genomen. In de laatste jaren breidt de teelt zich evenwel sterk uit en worden o.a. Ame- rongen, Oostvoome en de omtrek van Bever wijk uitgebreide centra van cultuur. In Duitschland wordt de asperge vooral ver bouwd in Brunswijk, te Beelitz, in den om trek van Hannover, bij Mainz, enz. Verder wordt' in Engeland, in België en in Frankrijk de asperge in het groot geteeld. Wat zijn eigenlijk asperges? Asperges zijn de jonge, in den grond gevormde en uit den wortelstok omhooggroeiende stengels van de Asparagus officinalis, een overblijvende plant uit de familie der Liliaceeën. In ons land vind de plant haar natuurlijke groeiplaats in de duinen. De zandgrond is voor de teelt der as perges verreweg de beste, daar de wortels van de asperge een groote lengte bereiken en dus gemakkelijk door den bodem moeten kunnen heendringen om het noodige vocht op te nemen. Hiervoor moet echter de grond goed los zijn, wat bij zandgrond het geval is. Deze grondsoort heeft evenwel nog een ander voor deel. Men gebruikt n.I. van de asperges (al thans in ons land. in België en in Duitsch land) de witte stengeldeelen, welke deze kleur verkrijgen, wanneer zij tijdens den groei van het licht worden afgesloten. Daar toe worden de planten met zooveel aarde be dekt, dat de stengels eerst boven de opper vlakte komen, als zij een lengte van 25 a 30 cM. hebben bereikt. In klonterigen kleigrond zouden die stengels krom groeien en in een veenachtigen bodem verkrijgen zij een roes tig voorkomen, door welke beide gebreken de handelswaarde aanzienlijk lijdt. Dat de as perge-teelt in ons land wordt aangetroffen op de reeds genoemde plaatsen, staat dus met den aard van den bodem aldaar in direct verband. Men vermenigvuldigt de asperges door zaad, niet door scheuren, wat bij de meeste andere vaste planten in gebruik is. Voor het scheuren zijn de wortelstokken der asperges te kort en zij kunnen dus niet in een voldoend aantal stukken worden ver deeld. Het aspergezaad wordt van Maart tot April uitgezaaid op zaaibedden, waarop de jonge planten een geheel jaar en soms nog wel langer blijven staan. Daarna worden zij verplant op de blijvende plaats. Waar asperges worden geplant, kunnen zij bij goede verzorging gei Ideld 15 a 16 jaar lang behoorlijke opbrengsten geven. De asper ges kunnen eerst worden geoogst in het der de jaar na de planting. In den winter, welke op het aanleggen van de bedden volgt, wor den de als greppels uitgegraven bedden met aarde gevuld, zoodat in het tweede jaar het terrein geheel vlak komt te leggen. In het voorjaar van het derde jaar begint de eerste oogst. In het voorjaar wordt gedu rende de maanden Maart en April uit de tusschenruimte tusschen de bedden zóóveel aarde gehaald, dat de planten met een aard laag van ongeveer 30 c.M. zijn bedekt en de bedden er uitzien als kleine dijkjes, welke uit de lager liggende paden opreizen. Omstreeks half April of begin Mei kan de oogst begin nen. De eerste stengels hebben dan de opper vlakte van het bed bereikt. De kweekers moe ten dit oogenblik nauwkeurig waarnemen, want als de stengels even boven het grond oppervlak uitkomen, nemen zij een blauw achtige kleur aan en hebben zij, hoewel voor het gebruik evengoed geschikt, een derde deel van de handelswaarde.verloren. In ver band hiermede maken de asperge-telers door middel van een glad geschaafde plank, of in de groote cultuur van een wals, den boven kant der bedden glad en effen, zoodat een stengel, die de oppervlakte nadert, kan wor den waargenomen aan een barstje. Zoodra dat zichtbaar is, verwijdert men de aarde tot den voet van den stengel en trekt deze ver volgens met de hand van den wortelstok. Vroeger werden de asperge-stengels door middel van een asperge-mes" gestoken, maar tegenwoordig wordt dit werktuig niet veel meer gebruikt. De stengels en de knoppen der asperge-planten ontspruiten n.I. alle zeer dicht bij elkaar uit den top van den wor telstok. zoodat men bij het steken van een le verbaren stengel groot gevaar loopt willekeu rig een of meer kleinere stengels of knoppen te beschadigen en daardoor de oogst der vol gende dagen te verminderen. De aspergestengels worden echter niet al tijd geoogst in de witte kleur, waarin zij bij ons algemeen bekend zijn. In Frankrijk en Engeland geeft men de voorkeur aan groene asperges, welke onder den invloed van het zonlicht zijn opgekweekt. Ook is in die lan den het telen onder glas, in kassen en bakken veel in gebruik. Het eten van asperges is zeer gezond, hoewel er niet veel voedingswaarde in dit gewas aanwezig is. De chemicus, die de asperges naar haar voedingswaarde onder zoekt, komt tot de ontdekking, dat behalve de augurken er geen groente is, die zoo weinig voedingsstoffen bevat als de asperge. Van een KG. asperges zijn slechts 674 gram eetbaar en van die hoevelheid zijn slechts 30 gram zuivere voedingsstoffen. Maar daarop komt het niet alleen aan. Want meer dan de helft van de in den kop van de asperge en in het weeke deel zich be vindende stikstof bestaat deels uit aspargine, een stof, welke de eigenschap bezit in het menschelijk lichaam de werking van zwakke en zieke nieren opnieuw te prikkelen. De gun stige invloed van de asperge bij nierziekten is in ieder geval zoo opvallend, dat de ge neeskundige waarde van de asperge tegen woordig als een vaststaand feit wordt aan genomen. Het is ook gelukt de aan de ver- sche asperge ontnomen aspargine in den vorm van een aftreksel te winnen, hetwelk als een geneesmiddel door de zieken wordt ingeno men. Het gebruik van asperges werkt boven dien zeer gunstig op de spijsverering en daarom wordt de asperge door maaglijders zeer gaarne gegeten. Volgens een oud bijge loof zou de asperge-eter steeds heerlijk en aangenaam droomen en een deel van zijn liefste droomen zou ook in vervulling gaan. Merkwaardige dingen verwachtten de oude Ro meinen van het gebruik van asperges. Het drinken van aspergewater zou liefde opwek ken en een stengel van een asperge, om den hals gedragen, gold als liefde amulet. Het eten van asperges werd ook aanbevolen aan lieden, die vaak het woord voeren. Dat men door het eten van asperges oud wordt, heeft de in de 17de eeuw levende Fransche schrijver Fontenelle beweerden hij heeft wat hemzelf betreft, het ook bewezen, want hij werd precies honderd jaar

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 5