Enorme menschenmassa's te Amsterdam. Prinselijk Paar geestdriftig toegejuicht. „Hordena"-bemanning op weg naar ons land. De openingsplechtigheid. Kunst in Haarlem en daarbuiten. WOENSDAG 9 JUNI 1937 HA'AREEM'S DAGBtAC 3 Prachtige versieringen. Bij de geestdrift, welke den ge- heelen Dinsdag onder de Amsterdam- sche bevolking lieerschte over het bezoek van de Koninklijke Familie in de hoofdstad, was het te voorzien, dat de zoo kwistig versierde binnen stad des avonds met tienduizenden zou vol loopen. Inderdaad is dit ook het geval ge weest en als van ouds was ook de Dam weer het middelpunt van de belang stelling. Niet omdat versiering en ver lichting daar veruit het mooiste zou zijn, maar omdat men toch altijd hei melijk de hoop heeft iets van de vor stelijke gasten te zien. Een waarlijk, de tienduizenden, die op den Dam hadden postgevat, en in een opperbeste goedmoedige stem ming bleven zingen en juichen, wer den tegen tienen plotseling verrast, toen op de eerste verdieping van het paleis het gordijn voor het derde raam van de Mozes en Aaronstraat af werd weggeschoven en het venster werd ge opend. De dichtstbijzijnde^ herkenden terstond Prin ses Juliana en Prins Bernhard en uitten hun vreugde daarover in een luid gejubel. Dade- 1 lijk was aller aandacht gevestigd op de beide .(personen aan dit raam, die hartelijk terug- "wuifden, naar allen, die hem toejuichten. Natuurlijk schoten toen van den Nieuwen- Iflijk het Damrak en het Rokin honderden naar voren, zoodat men tot richt bij den gevel ,van het paleis stond. Doch slechts luttele mi nuten duurde deze vorstelijke avondgroet, weldra sloot Prins Bernhard het raam en de gordijnen. Men bleef wel juichen en zingen, >k toen leden der karabijnbrigade van de jolitie de „kleine steentjes" hadden ontruimd, doch de vorstelijke personen vertoonden zich ^'inmiddels namen de tienduizenden feest gangers de versiering en verlichting in oogen- etschouw, hetgeen werd vergemakkelijkt door dat de politie het voetgangersverkeer m een lichting leidde op den Nieuwendijk en m de Kalverstraat. In rustigen tred liet men kleu ren en lichtlijnen op zich inwerken, waarbij voortdurend vergelijkingen werden gemaakt met de versiering en illuminatie, welke te 's Gravenhage in de blijde bruidsdagen van Januari waren aangebracht. Vooral het Dam- ïak met op den achtergrond het door strijk licht in gloed gezette centraal station als sluitstuk „deed" het. Ook het rijverkeer was geheel omgelegd, Boor het uit de toevoerende straten vtö, de peerengracht naar den Amstel af te leiden, en verder langs den Kloveniersburgwal te di- rigeeren; slechts de trams werden in de druk te toegelaten en menigeen benutte dit voer tuig om zich langs fraai versierde punten te laten rijden. Een ander middel van vervoer, Bat prachtige' zaken maakte, waren de rond- yaartmotorbootjes, die in de gordelgrachten (lij verschillende bruggen lagen en hun pas sagiers een tocht langs de talrijke door strijk licht beschenen en verlichte oude gevels, ivelker beeld in het water terugkaatste, boden Ook het Leidsche boschje, de toegangspoort 'an het oude zuiden, wekte veler bewondering net zijn fraaie lichtzuil, nog schooner dan lie op Dam en Damrak en met de van onder ip beschenen boomen tegenover het Vondel- lark. De Vijzelstraat uitkomend, viel de blik op Brie oude gevels aan de stille zijde van het Rokin, waar de ouderwetsche vetpotjes nog sens duidelijk bewezen, dat zij nog geenszins iftands zijn. Waar men kwam, overal heerschte een feestvreugde, welke getuigde van innerlijke genoegdoening, dat nu eindelijk het verlan- 5en om het prinselijk paar als gehuwd paar ie mogen verwelkomen, en te vieren, in ver ruiling was gegaan. 'Omtrent de aankomst van het Prinselijk jaar te Amsterdam en het vreugdebetoon des fiiddags op den Dam meldt men ons nog: De Prinses zag er werkelijk uit als de Prinses an het sprookje. Zij was gekleed in een lang Kjfgroen gewaad met een ceintuur van goud- irocaat, zeer eenvoudig van lijn, dat sierlijk ieplooid tot op de voeten neerhing. Zij droeg en klein hoedje, dat bezet was met olijf- ïoene zijden bloempjes en waarvan aan de jchterzijde wijduit een kanten voile afhing. >e prins was gekleed in de ceremonieele tenue Én ritmeester der cavalerie. Een bijzondere ïoet had Hare Koninklijke Hoogheid voor de a het wit gekleede weesmeisjes die op de laats, waar zij haar voet op het perron zette, loempjes op het roode tapijt strooiden. Toespraak burgemeester De Vlugt beantwoord. In antwoord op de toespraak van den bur- Bmeester sprak de Prinses eenige hartelijke ankwoorden, waarin zij zich overtuigd ver- laarde van de gevoelens van aanhankelijk- eid der Amsterdamsche burgerij. Ware de tinses hiervan nog niet overtuigd geweest an zou de hartelijkheid, waarmede de stad aar en den Prins tijdens haar verlovingstijd ad ontvangen, haar reeds beter geleerd heb- èn. De prinses verheugde zich er thans over, 6t zij met haar gemaal de hoofdstad mocht koeken. Iprinse Bernhard richtte vervolgens eenige Oorden van dank tot den burgemeester en tot Braadsleden, die door hun tegenwoordigheid in hun belangstelling blijk gaven. De prins had reeds eerder de gelegenheid, insterdam als haven- en handelsstad te lee- !n kennen. Het deed hem daarom genoegen, it hij Amsterdam thans van een andere zijde >u zien, n.l. in feeststemming. Het was hem ?kend, dat sterke banden bestaan tusschen msterdam en het Huis van Oranje. De Prins )rak de hoop uit, dat deze banden steeds Bchter mogen worden. |Na afloop van het defile, dat te ongeveer Part voor vier geëindigd was kreeg het pu- liek dat slechts van achter de afzettingen |j het Damplantsoen het schouwspel op den em had kunnen gadeslaan, gelegenheid om It aan den rijweg voor het Koninklijk Paleis naar voren te komen. Er vormde zich daar ter afsluiting een cordon van marechaussée, van bereden agenten en van agenten te voet. De duizenden zongen, dicht opeen gepakt op het middenvak van den Dam. de Koninklijke Familie het Wilhelmus toe. Het waren tooneelen van groot enthousias me die eerst eindigden toen de Koningin. Prinses Juliana en Prins Bernhard zich van het balcon in het Paleis terugtrokken. Prins Bernhard tennist bij „Festina" Ruim een uur na de aubade en het défilé op den Dam is Prins Bernhard met zijn wagen van het. Paleis uitgereden. Z.K.H. heeft zich naar het Vondelpark begeven, waar hij op de banen van „Festina" eenige partijen tennis heeft gespeeld. Prins Bernhard interesseert zich voor de Jeugdbeweging. Koninklijk Commissaris bij de Federatie van Chr. Jeugdvereenigingen? Prins Bernhard zal, naar de Tel. verneemt, •binnenkort worden benoemd tot Koninklijk commissaris bij de Federatie van christelijke jeugdvereenigingen. De Prins heeft den wensch te kennen gegeven persoonlijk de geestelijke stroomingen, die onder de Ne- derlandsche jeugd leven, te leeren kennen. Hij is voornemens in gezelschap van enkele leiders der jeugdbeweging de organisaties in de verschillende plaatsen van ons land te bezoeken. Ten einde hem in staat te stellen geregeld contact met de jongeren te hou den, zal e in het A.M.J.V.-gebouw te Am sterdam een kamer te zijner beschikking worden gesteld. Twee nieuwe hoogleeraren te Delft. Bij K.B. is benoemd tot gewoon hoog leeraar in de afdeeling der werktuig- en scheepsbouwkunde aan de technische hooge- school te Delft, om onderwijs te geven in de werktuigbouwkunde, ir. E. C. von Pritzelwitz van der Horst, oud-directeur van de techni sche afdeeling van het proefstation van de Java-suikerindustrie te Pasoeroean en oud- hoogleeraar dezer hoogeschool. ■Eveneens is bij K. B. benoemd tot gewoon hoogleeraar in de afdeeling der electrotech- niek aan de technische hoogeschool te Delft, om onderwijs te geven in de electrotechniek: dr. ir. H, G. Nolen, directeur van de N.V. Wil lem Smit en Co's transformatorenfabriek te Nijmegen. De regeeringspei'sdienst meldt: Bij het departement van Buiten- landsche Zaken is een nader officieel bericht binnengekomen, inhoudende dat de Nederlandsche bemanning- van het onder Panameesche vlag varende stoomschip „Hordena" op 7 Juni jl. aan boord van het s.s. „The seus" Vigo heeft verlaten met be stemming naar Nederland. Dr. Colijn door de Koningin ontvangen. Dr. Colijn heeft Dinsdagmiddag nog een conferentie gehad niet minister Oud, waarna hij gisterenavond te zes uur door H. M. de Koningin in het paleis op den Dam ten gehoore werd ontvangen. De kabinetsformateur verliet het paleis weer te ruim 7 urn en begaf zich per auto van de hoofd stad naar Den Haag. Het nieuwe briefiarief voor Ned.-Indië. 6 cent is altijd te weinig. Bij de eerste verzending volgens de nieuwe regeling op 5 Juni jl. is gebléken, dat het pu bliek zich nog geen voldoende rekenschap heeft gegeven van de wijziging in het tarief van brieven naar Ned.-Indië. Dit bedraagt 12Vz cent voor elke 10 gram, terwijl de verzending steeds met den lucht- dienst AmsterdamBandoeng geschiedt. Al leen in het geval, dat de afzender door dui delijke aanduiding op den briefomslag te ken nen geeft dat verzending met de landmail moet geschieden geldt het gewone interna tionale tarief van 12 Vó cent voor 20 gram en 71/2 cent voor elke volgende 20 gram. Een brief voor Ned.-Didië is met 6 cent dus altijd te laag gefrankeerd en wordt met strafport belast, door den geadresseerde te betalen bij de uitreiking. Wel is het mogelijk alleen voor verzen ding met de landmail een postblad van 6 cent te gebruiken. Bij de mail van 5 Juni jl. waren nog tal van brieven welke met 6 cent gefrankeerd waren en welke dus alle met strafport wor den belast. Men zorge in zijn eigen belang voor juiste frankeering. Grondwetsherziening niet vóór September aan de orde? Ontwerpen bij de Tweede Kamer ingediend. Naar verluidt zal de Tweede Kamer de voorstellen in zake de grondwetsherziening in tweede lezing niet voor September in open bare behandeling nemen. In een op Woensdag 9 Juni des middags te één uur te houden vergadering is aan de orde toelating en beëediging van de leden en het opmaken van de nominatie voor het voorzit terschap. (AJS.P.) De acht wetsontwerpen, waarin de grond wetsherziening is vervat, zijn Dinsdag bij de Tweede Kamer ingediend. AFSCHEID VAN PROF. IR. C. FELDMANN. In de groote .zaal van de Stads-Doelen te Delft, welke met zeer talrijke belangstellen den was gevuld, heeft prof. dr. ir. C. Feld- mann, hoogleeraar in de electro-techniek aan de Technische Hoogeschool Dinsdag middag zijn afscheidscollege gegeven over een halve eeuw electrotechniek. Na dit laatste college, dat ongeveer een half ,uur duurde, is professor Feldmann op grootsche wijze gehulidgd. Deze huldiging, waaraan werd deelgenomen door binnen- en buitenlandsche organisaties, instellingen en vereenigingen, kan worden opgevat als een manifestatie van de geheele eelctrotech- nische wereld, aanwezig waren o.a. de cu ratoren en hoogleeraaren der Technische Hoogeschool en vertegenwoordigers van het gemeentebestuur te Delft. De gezondste tanden, Indien U poetst met wat goeds, dus met Tube 60 en 40 ct. Doos 20 ct. IVOROL (Adv. Ingez. Med.) Van het Binnenhof. Minister de Wilde spreekt een korte rede uit. DEN HAAG Dinsdag. Kort voor Minister de Wilde, in dit geval bij wijze van commissie namens het staatshoofd, de buitengewone zitting der Staten-Generaal opende, zijn intree deed, kondigde President de Vos van Steenwijk, die als voorzitter van de Eerste Kamer met de leiding van de gemeen schappelijke vergadering belast is. met een donderenden hamerslag den aanvang van de bijeenkomst aan. Gelijk het gebruik in geval van een dergelijke opening wil. verleende de vergaderzaal van de Tweede Kamer aan de dames en heeren gastvrijheid. Behalve het goudgeflonker aan het bureau, waar met den President de griffiers en commiezen-griffier hun gala-ambtsgewaad di-oegen. en -met uit zondering voorts van de leden der commissie van ontvangst en uitgeleide, hadden de afge vaardigden zich niet opgetooid. Het stemmig zwart overheerschte en slechts hier en daar gelijkelijk over rechts en links verdeeld viel er een luchtig zomersch pakje te ontdek ken. Nu de ex-coalitie (die misschien straks weer ex-af zal zijn!) op 56 zetels beslag heeft gelegd, zagen zich niet alleen de beide Staatkundig Gereformeerden, maar ook eenige andere man nen van rechtschen of Christelijken huize naar de linkerbanken verplaatst. Zoo ontdekten we o.m. den zoon van wijlen jhr. Ruys de Beeren- brouck genoegelijk in één bank ter linkerzijde gezeten met een anderen Zuiderling, den so cialist Mr. v. d. Goes v. Naters. De nationaal- socialisten huizen vlak achter de Staatkundig Gereformeerden en zien zich geflankeerd door de liberalen eenerzijds, een paar bedaagde sociaal-democraten aan den anderen kant. Heel wat handjes werden er geschud, zoowel tusschen oude bekenden alsook tusschen nieuwelingen onderling en tevens tusschen oud-gedienden en het jonge goed, dat voor het eerst deel is komen uitmaken van ons Parlement. Van uit den hooge zagen eenige Ministers 'niet-Kamerleden neer op het tafereel daar beneden. Eer de Minister van Binnenlandsche Zaken binnentrad, verscheen nog en bloc de nieuwe fractie gelijk een dei- Excellenties haar bij wijze van grapje noemde te weten, die van de heeren Ministers- Kamerleden! Toen nam de openingsplechtigheid een aan vang met eenige sierlijke buigingen van Minis ter de Wilde, welke hij voor hij vertrok her haalde. Tusschen dit gebuig sprak hij een zeer kort openingswoord, waarin hij de indiening der voorstellen tot Grondwetsherziening ter behandeling in tweede instantie aankondigde. Hoewel kort, zal ook deze zitting zoo zeide hij ongetwijfeld belangrijk zijn. Dit doelde vermoedelijk op het voornemen de revisie- ontwerpen nog wel tijdens deze zitting in de af deelingen te doen onderzoeken; overigens schijnt er echter geen werk meer aan den par lementairen winkel te zullen komen. Een tweetal uren na de opening hielden beide Kamers afzonderlijk een korte vergadering, die alleen diende tot benoeming van de commissie voor 'de geloofsbrieven. In de Kamer van vijftig luidde President de Vos het zestigtal uit, dat na de verkiezing door de Staten-Provinciaal (tale des heeren voorzitters) niet is terugge keerd. Hij wees er op, hoe zij, dank zij hun werkkracht, talent, ervaring enz. gezamenlijk een schat medenemen en hij sprak voorts de hoop uit, dat de nieuwelingen op den duur hunnerzijds tot het gezag en den luister van den Senaat zullen bijdragen. E. v. R. Door den bliksem getroffen en gedood. Gedurende een kort doch hevig onweer, dat over het Westerkwartier woedde, en gepaard ging met een geweldigen slagregen, is de 50- jarige echtgenoote van L. Roeters, te Zeven huizen, gemeente Leek, door het hemelvuur getroffen en op slag gedood Brand werd niet veroorzaakt. Edvard Munch's Grafiek. Eduard Munch's complete graphische werk bijeen te zien is een te zeldzame gelegenheid, om er niet nog eens iets over te zeggen vóór die verzameling, mét de 70 schilderijen waarover ik al vroeger schreef, naar Oslo uit het Amsterdamsch Gemeentemuseum te ruggezonden wordt (21 Juni a.s.) Om zich volkomen rekenschap te geven zegt Pola Gauguin van hetgeen Munch als kunstenaar beteekend heeft, en zal blijven beteekenen in alle tijden, moet men het ver band van het geheel niet uit het oog verlie zen, het verband in het bijzonder tusschen het' sterk gebouwde en veelzeggende proza van de schilderijen met de zinrijke lyriek van het grafische werk" Nu is dat verband al heel gemakkelijk te leggen, omdat er verscheidene onderwerpen zijn, die Munch zijn leven door hebben bezig gehouden en die hij zoowel in schilderij als in grafiek, ets. litho of houtsnee heeft behan deld. Zoo zijn ziekte en dood voor hem door loopend stof voor meditatie geweest en de raadselen, die zich daarbij voordoen zijn door slechts enkele groote kunstenaars zoo aangrij pend behandeld. Het zieke meisje met het roode haar schilderde hij niet alleen, hij maakte er ook een litho van en tenslotte een prachtige ets (boven in de 2e zaal; er is name lijk ook nog een gedeelte van de grafiek in éen der parterrezalen opgehangen), die ont roerend is door de soberheid waarmee in de beide figuren, de moeder en het meisje, wan hoop en vertrouwend berusten zijn uitge sproken. Het is een suggestie van lijden en liefde, met de meest eenvoudige middelen van zwart-en-wit, en als verbeelding van het eeuwig leven zijn dan in de beneden-marge van de ets enkele lichte wolken en een lente landschap geëtst in enkele broze droge- naald lijntjes en met een beetje waterverf zacht geklemd. Want Munch is geen graficus van het slag. dat de vakzuiverheid boven zijn innerlijk be leven stelt; hij ziet er niet tegen op zijn ge drukte prent nog weer eens met waterverf of i kleurkrijt op te werken, hij is wat dat betreft, niet stijf in de leer van den vakman en eer een echte schilder-graficus, wien de kleur di rect voor de hand ligt. als ze niet genoeg in het wit-en-zwart meesprak. Dat geeft natuur lijk voor den prentenkenner en liefhebber wel eens moeilijkheden. Ik heb het vermoe den, dat Munch evenals James Ensor, afdruk ken van etsplaten, die niet meer de zuiverheid van de eerste drukken hebben, be-aquarelleert, waardoor ze dan natuurlijk nog meer zijn persoonlijken arbeid vertoonen, doch tevens als prentkunst iets tweeslachtigs krijgen. Het feit, dat op een groot aantal prenten de aan- teekening onder de signatuur te vinden is: „handkoloriert 1935", bracht mij op die idee, omdat veel van dat werk met die aanteeke- ning, toch jaren geleden ontstaan is. Maar voor den gewonen beschouwer is die techni sche uitwijding van geen beteekenis, zijn vi sueel en geestelijk genieten van het werk wordt er niet door beïnvloed. Zelden zag men in de moderne grafiek de dood geheimzinnig-tragischer in beeld ge bracht dan door Munch. Neem de doode moe der en het in wanhoop en verlatenheid krij tende meisje voor het bed. Daarbij vergeleken lijkt Kollwitz propagandistisch, Munch alleen maar diep-menschelijk. En hoe ijzig geeft deze in enkele houtsneden de sfeer van een sterfka mer of wat spoedig een sterfkamer wezen zal. De dood is hem vertrouwd, hij heeft hem on der allerlei mogelijkheden overdacht en dóór dacht; zoo kon hij zich het sterven van Portret van August Strindberg, litho. Marat voorstellen en het bevrijdend gebaar van Charlotte Corday zich in rood denken, naast het in groen visioen verzinkend lichaam van den volkstribuun. Veel doordringender dan Rops geeft hij den Dood die een jong meisje omhelst, veel meer dan de gebroken bloem geeft Munch het geheimzinnige van zulk een tragedie. Deze geheimzinnigheid doorstroomt zijn gansche werk, terwijl hij bij het reëel gebeurende zijn visioenen put en niet, als Redon, een vreemde, eigen wereld naast de bestaandg schept. Een droef vraag- teeken is het merk van een groot deel van zijn arbeid, waarvan de grondtoon eer pessimis tisch is, alleen verzacht door de wijsheid die een lang leven hem aanbracht. Hij zal in veel aan August Strindberg verwant zijn. wiens levendigen en expressieven kop hij lithogra feerde en welken typischen Munch-arbeid wij hierbij reproduceeren. Men zal den portret tist niet van flatteering verdenken, maar er kennen, dat hij den prachtigen denkerssche del en den bitter-doorgroefden kop van den filosoof alle recht heeft gedaan. In de lineaire omranding vindt men een vrouwenlichaam, als embleem van Strindberg's levenspuzzle op genomen. De zwaarmoedigheid van het tot hiertoe besprokene moge den lezer nu niet afschrik ken. Het is wel eigen aan een belangrijk reel van Munch's werk, maar er is nog ander. Zie den machtigen kop van Ibsen, gezien in een interieur tegen het licht van een ven ster, waarlangs zich figuren in een straat be wegen, zie de vele prachtige vrouwenportret ten in simpel zwart en wit, waarin de oogen lichten als phosphor op de golven, waarin de weelde der lichamen bekoorlijk en kuisch is uitgedrukt. Zie zijn sterk-neergesch reven diertypen, waarbij vooral dien leeuwenkop in gebogen houding tegenover zijn temmer; dier en mensch in een prachtige karakteristiek. Of de met een paar lijnen opgebouwde tij gers en ijsbeertjes. waarbij men zich afvraagt, wie ze het eerst zoo gedecideerd kon typee ren, Franz Marc of Munch? Dan vindt men van Munch kleine landschappen zoo naald fijn m het koper geschreven, als veel later een Caubine ze maken zou. En wie, tenslotte, de expressionistische kunst van de latere Duit- schers als Pechstein, Mare, Müller, de Oosten rijker Kokoschka en zoo vele anderen uit den vóór-oorlogstijd wil zien in haar eerste experi menten, moet de zaal met ingekleurde hout sneden van Munch gaan bekijken. Munch wordt troef in de belangstelling der wereld. Het zal in Holland nooit meer zoo volledig te bestudeeren zijn, als thans. J. H. DE BOIS. Een halve eeuw geleden Uil Haarlems Dagblad van 1887 9 Juni: Naast de reeds bestaande Dames cursus, die er hoofdzakelijk op ingericht is om de damesleerlingen gelegenheid te geven zich voor te bereiden tot de toelatingsexamens der Rijksschool voor Kunstnijverheid. der Normaalschool voor teekenonderwijzers, der Academie voor Beeldende Kunsten en tot voort gezette teekenstudiën van stillevens, busten, rompen en beelden naar pleister, het natuurteekenen en boetseeren, zal de commissie der teekenschool voor kunstnijverheid hier ter stede, met het begin van het schooljaar 1887188S, op 1 September een tweede cursus openen, die voornamelijk ten doel heeft de da mesleerlingen in de gelegenheid te stellen zich te bekwamen in het kunstindus- trieele teekenen en tot praktische oefe ningen in het kunstnaaldwerk, ten einde de hoogere ontwikkeling in verschillen de kunstvakken te bevorderen. Zij die als leerlingen wenschen toe gelaten te worden, moeten den leeftijd van 15 jaar bereikt hebben, en melden zich schriftelijk aan bij den directeur der teekenschool met overlegging van vaccinebewijs. Vóórdat de leerlingen de praktische oefeningen in het kunstnaaldwerk kun nen volgen, moeten zij den leeftijd van 16 jaar bereikt hebben; eenvoudig geo- metriek en vlak ornament kunnen tee kenen en vaardig zijn in breien, haken, knoopen en „filet guipure". De volledige dagcursus duurt 4 jaar. De cursus voor kunstnaaldwerk duurt drie jaar; deze is tevens ingericht ter opleiding' van die leerlingen, welke examen üi fraaie handwerken wenschen af te leggen. G. G. eii G. D. te Amsterdam had het druk. 725 menschen Dinsdag geholpen. De Amsterdamsche G. G. en G. D. heeft Dinsdagmiddag op den Dam handen vol werk gehad. Het lange wachten en de stralende zon waren velen te machtig en de posten welke de G. G. en G. D. in de kosterij van de Nieuwe Kerk, in het gebouw van Peek Cloppenburg en in een tent op het midden-Damterrein had ingericht onder persoonlijk toezicht van Dr. L. Heyermans, kregen weldra kinderen en volwassenen te behandelen toen de zanghulde aan den gang was. De meesten konden weer opgemonterd worden en namen hun plaats bij het koor of bij de toeschouwers weer in. In totaal werden 725 personen geholpen. Geen der gevallen was ernstig. Enkele lieden zijn door den Geneeskundigen Dienst naar huis gebracht. De ramp van de „Liesbeth Betty'1 Kapitein moest wel als eerste overspringen. Uitspraak Raad voor de Scheepvaart. De Raad voor de Scheepvaart heeft uitspraak gedaan in verschillende zaken. Inzake de machineschade aan boord van het stoomvisschersvaartuig „Ancor" IJM, 135 op de Noordzee, tengevolge waarvan sleephulp moest worden aangenomen, is de raad van oordeel, dat de onderhavige bout is gebroken tengevolge van het te vast aanzetten, Dit te vast aanzetten is geschied, omdat er te veel speling was tusschen schroefdraad en moer. Dit had moeten worden opgemerkt, toen eenige maanden voor het ongeval de machine door walpersoneel is nagezien en de bout had toen vervangen moeten worden. Of ten deze aan den machinist eenig verwijt valt te maken, is niet met volkomen zekerheid te zeggen, Wel komt het den raad vreemd voor, dat genoemde machinist onder het varen niets van den toestand van den bout heeft be merkt. Het vergaan van de liesbeth Betty''. Tenslotte sprak de raad zijn oordeel uit over de aanvaring tijdens mist van het stoom visschersvaartuig „Liesbeth Betty" IJM. 133 met het Engelsche stoomschip „Leo" op de Noordzee. De raad schrijft deze aanvaring in hoofdzaak toe aan den dikken mist. Wat de seinen betreft, doet zich hier weer het helaas niet zeldzame geval voor. dat we derzijds wordt verklaard, dat wel seinen zijn gegeven, doch geen seinen zijn gehoord, tenzij dan op een oogenblik, dat de aanvaring toch niet meer was te vermijden. Met zekerheid valt dienaangaande niets vast te stellen. De om standigheden op de „Liesbeth Betty" waren echter zoodanig, dat de waarborg, dat op dit schip de voorgeschreven mistseinen zijn gege ven en dat scherp is uitgeluisterd naar het mistsein van andere schepen, niet in voldoen de mate aanwezig was. Daartegenover staat, dat alles er op wijst, dat de „Leo" een voor dezen mist te groote vaart heeft gehad, waardoor ook het effect van ge geven mistseinen wordt verminderd. Helaas is bij de botsing een der opvarenden, de stoker J. Spek om het leven gekomen. Het heeft bij den raad een punt van ernstige overweging uitgemaakt, of de kapitein er wel goed aan gedaan heeft om, in strijd met goede gewoonte en traditie als nummer één het schip te verlaten. Het gevolg daarvan is wellicht ge weest, dat geen appèï is gehouden, toen men zich nog aan boord bevond, zoodat eerst op de „Leo" werd bemerkt, dat er een man van de equipage ontbrak. Toch aarzelt de raad den kapitein van zijn optreden een verwijt te maken. Volgens zijn verklaring, bevestigd door die van zijn stuur man, zouden er zeker meer slachtoffers zijn gevallen, indien de kapitein niet, door het eerst over te springen, aan de anderen den weg had gewezen en dezen de behulpzame hand had geboden. De toestand was zoo, dat. gelijk de kapitein verklaarde, aan elk van zijn beenen een man hing. toen hij bezig was over te gaan Het valt natuurlijk ten zeerste te betreuren! dat niemand er aan gedacht heeft den stoker Spek te roepen, toen men nog aan boord was. Alles is echter zóó snel in zijn werk gegaan, dat de raad ook hier meent woorden van verwijt achterwege te moeten laten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 5