Enorme menschenmassa's te
Amsterdam.
Prinselijk Paar geestdriftig toegejuicht.
„Hordena"-bemanning op
weg naar ons land.
De openingsplechtigheid.
Kunst in Haarlem en
daarbuiten.
WOENSDAG 9 JUNI 1937
HA'AREEM'S DAGBtAC
3
Prachtige versieringen.
Bij de geestdrift, welke den ge-
heelen Dinsdag onder de Amsterdam-
sche bevolking lieerschte over het
bezoek van de Koninklijke Familie in
de hoofdstad, was het te voorzien,
dat de zoo kwistig versierde binnen
stad des avonds met tienduizenden
zou vol loopen.
Inderdaad is dit ook het geval ge
weest en als van ouds was ook de Dam
weer het middelpunt van de belang
stelling. Niet omdat versiering en ver
lichting daar veruit het mooiste zou
zijn, maar omdat men toch altijd hei
melijk de hoop heeft iets van de vor
stelijke gasten te zien.
Een waarlijk, de tienduizenden, die
op den Dam hadden postgevat, en in
een opperbeste goedmoedige stem
ming bleven zingen en juichen, wer
den tegen tienen plotseling verrast,
toen op de eerste verdieping van het
paleis het gordijn voor het derde raam
van de Mozes en Aaronstraat af werd
weggeschoven en het venster werd ge
opend.
De dichtstbijzijnde^ herkenden terstond Prin
ses Juliana en Prins Bernhard en uitten hun
vreugde daarover in een luid gejubel. Dade-
1 lijk was aller aandacht gevestigd op de beide
.(personen aan dit raam, die hartelijk terug-
"wuifden, naar allen, die hem toejuichten.
Natuurlijk schoten toen van den Nieuwen-
Iflijk het Damrak en het Rokin honderden
naar voren, zoodat men tot richt bij den gevel
,van het paleis stond. Doch slechts luttele mi
nuten duurde deze vorstelijke avondgroet,
weldra sloot Prins Bernhard het raam en de
gordijnen. Men bleef wel juichen en zingen,
>k toen leden der karabijnbrigade van de
jolitie de „kleine steentjes" hadden ontruimd,
doch de vorstelijke personen vertoonden zich
^'inmiddels namen de tienduizenden feest
gangers de versiering en verlichting in oogen-
etschouw, hetgeen werd vergemakkelijkt door
dat de politie het voetgangersverkeer m een
lichting leidde op den Nieuwendijk en m de
Kalverstraat. In rustigen tred liet men kleu
ren en lichtlijnen op zich inwerken, waarbij
voortdurend vergelijkingen werden gemaakt
met de versiering en illuminatie, welke te
's Gravenhage in de blijde bruidsdagen van
Januari waren aangebracht. Vooral het Dam-
ïak met op den achtergrond het door strijk
licht in gloed gezette centraal station als
sluitstuk „deed" het.
Ook het rijverkeer was geheel omgelegd,
Boor het uit de toevoerende straten vtö, de
peerengracht naar den Amstel af te leiden,
en verder langs den Kloveniersburgwal te di-
rigeeren; slechts de trams werden in de druk
te toegelaten en menigeen benutte dit voer
tuig om zich langs fraai versierde punten te
laten rijden. Een ander middel van vervoer,
Bat prachtige' zaken maakte, waren de rond-
yaartmotorbootjes, die in de gordelgrachten
(lij verschillende bruggen lagen en hun pas
sagiers een tocht langs de talrijke door strijk
licht beschenen en verlichte oude gevels,
ivelker beeld in het water terugkaatste, boden
Ook het Leidsche boschje, de toegangspoort
'an het oude zuiden, wekte veler bewondering
net zijn fraaie lichtzuil, nog schooner dan
lie op Dam en Damrak en met de van onder
ip beschenen boomen tegenover het Vondel-
lark.
De Vijzelstraat uitkomend, viel de blik op
Brie oude gevels aan de stille zijde van het
Rokin, waar de ouderwetsche vetpotjes nog
sens duidelijk bewezen, dat zij nog geenszins
iftands zijn.
Waar men kwam, overal heerschte een
feestvreugde, welke getuigde van innerlijke
genoegdoening, dat nu eindelijk het verlan-
5en om het prinselijk paar als gehuwd paar
ie mogen verwelkomen, en te vieren, in ver
ruiling was gegaan.
'Omtrent de aankomst van het Prinselijk
jaar te Amsterdam en het vreugdebetoon des
fiiddags op den Dam meldt men ons nog:
De Prinses zag er werkelijk uit als de Prinses
an het sprookje. Zij was gekleed in een lang
Kjfgroen gewaad met een ceintuur van goud-
irocaat, zeer eenvoudig van lijn, dat sierlijk
ieplooid tot op de voeten neerhing. Zij droeg
en klein hoedje, dat bezet was met olijf-
ïoene zijden bloempjes en waarvan aan de
jchterzijde wijduit een kanten voile afhing.
>e prins was gekleed in de ceremonieele tenue
Én ritmeester der cavalerie. Een bijzondere
ïoet had Hare Koninklijke Hoogheid voor de
a het wit gekleede weesmeisjes die op de
laats, waar zij haar voet op het perron zette,
loempjes op het roode tapijt strooiden.
Toespraak burgemeester De Vlugt
beantwoord.
In antwoord op de toespraak van den bur-
Bmeester sprak de Prinses eenige hartelijke
ankwoorden, waarin zij zich overtuigd ver-
laarde van de gevoelens van aanhankelijk-
eid der Amsterdamsche burgerij. Ware de
tinses hiervan nog niet overtuigd geweest
an zou de hartelijkheid, waarmede de stad
aar en den Prins tijdens haar verlovingstijd
ad ontvangen, haar reeds beter geleerd heb-
èn. De prinses verheugde zich er thans over,
6t zij met haar gemaal de hoofdstad mocht
koeken.
Iprinse Bernhard richtte vervolgens eenige
Oorden van dank tot den burgemeester en tot
Braadsleden, die door hun tegenwoordigheid
in hun belangstelling blijk gaven.
De prins had reeds eerder de gelegenheid,
insterdam als haven- en handelsstad te lee-
!n kennen. Het deed hem daarom genoegen,
it hij Amsterdam thans van een andere zijde
>u zien, n.l. in feeststemming. Het was hem
?kend, dat sterke banden bestaan tusschen
msterdam en het Huis van Oranje. De Prins
)rak de hoop uit, dat deze banden steeds
Bchter mogen worden.
|Na afloop van het defile, dat te ongeveer
Part voor vier geëindigd was kreeg het pu-
liek dat slechts van achter de afzettingen
|j het Damplantsoen het schouwspel op den
em had kunnen gadeslaan, gelegenheid om
It aan den rijweg voor het Koninklijk Paleis
naar voren te komen. Er vormde zich daar
ter afsluiting een cordon van marechaussée,
van bereden agenten en van agenten te voet.
De duizenden zongen, dicht opeen gepakt op
het middenvak van den Dam. de Koninklijke
Familie het Wilhelmus toe.
Het waren tooneelen van groot enthousias
me die eerst eindigden toen de Koningin.
Prinses Juliana en Prins Bernhard zich van
het balcon in het Paleis terugtrokken.
Prins Bernhard tennist bij „Festina"
Ruim een uur na de aubade en het défilé op
den Dam is Prins Bernhard met zijn wagen
van het. Paleis uitgereden. Z.K.H. heeft zich
naar het Vondelpark begeven, waar hij op de
banen van „Festina" eenige partijen tennis
heeft gespeeld.
Prins Bernhard interesseert zich
voor de Jeugdbeweging.
Koninklijk Commissaris bij de Federatie van
Chr. Jeugdvereenigingen?
Prins Bernhard zal, naar de Tel. verneemt,
•binnenkort worden benoemd tot Koninklijk
commissaris bij de Federatie van christelijke
jeugdvereenigingen. De Prins heeft den
wensch te kennen gegeven persoonlijk de
geestelijke stroomingen, die onder de Ne-
derlandsche jeugd leven, te leeren kennen.
Hij is voornemens in gezelschap van enkele
leiders der jeugdbeweging de organisaties
in de verschillende plaatsen van ons land te
bezoeken. Ten einde hem in staat te stellen
geregeld contact met de jongeren te hou
den, zal e in het A.M.J.V.-gebouw te Am
sterdam een kamer te zijner beschikking
worden gesteld.
Twee nieuwe hoogleeraren te
Delft.
Bij K.B. is benoemd tot gewoon hoog
leeraar in de afdeeling der werktuig- en
scheepsbouwkunde aan de technische hooge-
school te Delft, om onderwijs te geven in de
werktuigbouwkunde, ir. E. C. von Pritzelwitz
van der Horst, oud-directeur van de techni
sche afdeeling van het proefstation van de
Java-suikerindustrie te Pasoeroean en oud-
hoogleeraar dezer hoogeschool.
■Eveneens is bij K. B. benoemd tot gewoon
hoogleeraar in de afdeeling der electrotech-
niek aan de technische hoogeschool te Delft,
om onderwijs te geven in de electrotechniek:
dr. ir. H, G. Nolen, directeur van de N.V. Wil
lem Smit en Co's transformatorenfabriek te
Nijmegen.
De regeeringspei'sdienst meldt:
Bij het departement van Buiten-
landsche Zaken is een nader officieel
bericht binnengekomen, inhoudende
dat de Nederlandsche bemanning-
van het onder Panameesche vlag
varende stoomschip „Hordena" op 7
Juni jl. aan boord van het s.s. „The
seus" Vigo heeft verlaten met be
stemming naar Nederland.
Dr. Colijn door de Koningin
ontvangen.
Dr. Colijn heeft Dinsdagmiddag nog
een conferentie gehad niet minister
Oud, waarna hij gisterenavond te
zes uur door H. M. de Koningin in het
paleis op den Dam ten gehoore werd
ontvangen. De kabinetsformateur
verliet het paleis weer te ruim 7 urn
en begaf zich per auto van de hoofd
stad naar Den Haag.
Het nieuwe briefiarief voor
Ned.-Indië.
6 cent is altijd te weinig.
Bij de eerste verzending volgens de nieuwe
regeling op 5 Juni jl. is gebléken, dat het pu
bliek zich nog geen voldoende rekenschap
heeft gegeven van de wijziging in het tarief
van brieven naar Ned.-Indië.
Dit bedraagt 12Vz cent voor elke 10 gram,
terwijl de verzending steeds met den lucht-
dienst AmsterdamBandoeng geschiedt. Al
leen in het geval, dat de afzender door dui
delijke aanduiding op den briefomslag te ken
nen geeft dat verzending met de landmail
moet geschieden geldt het gewone interna
tionale tarief van 12 Vó cent voor 20 gram en
71/2 cent voor elke volgende 20 gram.
Een brief voor Ned.-Didië is met 6
cent dus altijd te laag gefrankeerd
en wordt met strafport belast, door
den geadresseerde te betalen bij de
uitreiking.
Wel is het mogelijk alleen voor verzen
ding met de landmail een postblad van 6
cent te gebruiken.
Bij de mail van 5 Juni jl. waren nog tal
van brieven welke met 6 cent gefrankeerd
waren en welke dus alle met strafport wor
den belast.
Men zorge in zijn eigen belang voor
juiste frankeering.
Grondwetsherziening niet vóór
September aan de orde?
Ontwerpen bij de Tweede Kamer ingediend.
Naar verluidt zal de Tweede Kamer de
voorstellen in zake de grondwetsherziening
in tweede lezing niet voor September in open
bare behandeling nemen.
In een op Woensdag 9 Juni des middags te
één uur te houden vergadering is aan de orde
toelating en beëediging van de leden en het
opmaken van de nominatie voor het voorzit
terschap. (AJS.P.)
De acht wetsontwerpen, waarin de grond
wetsherziening is vervat, zijn Dinsdag bij de
Tweede Kamer ingediend.
AFSCHEID VAN PROF. IR. C. FELDMANN.
In de groote .zaal van de Stads-Doelen te
Delft, welke met zeer talrijke belangstellen
den was gevuld, heeft prof. dr. ir. C. Feld-
mann, hoogleeraar in de electro-techniek
aan de Technische Hoogeschool Dinsdag
middag zijn afscheidscollege gegeven over
een halve eeuw electrotechniek.
Na dit laatste college, dat ongeveer een
half ,uur duurde, is professor Feldmann op
grootsche wijze gehulidgd. Deze huldiging,
waaraan werd deelgenomen door binnen-
en buitenlandsche organisaties, instellingen
en vereenigingen, kan worden opgevat als
een manifestatie van de geheele eelctrotech-
nische wereld, aanwezig waren o.a. de cu
ratoren en hoogleeraaren der Technische
Hoogeschool en vertegenwoordigers van het
gemeentebestuur te Delft.
De gezondste tanden,
Indien U poetst met wat goeds, dus met
Tube 60 en 40 ct. Doos 20 ct. IVOROL
(Adv. Ingez. Med.)
Van het Binnenhof.
Minister de Wilde spreekt
een korte rede uit.
DEN HAAG Dinsdag.
Kort voor Minister de Wilde, in dit geval bij
wijze van commissie namens het staatshoofd,
de buitengewone zitting der Staten-Generaal
opende, zijn intree deed, kondigde President
de Vos van Steenwijk, die als voorzitter van de
Eerste Kamer met de leiding van de gemeen
schappelijke vergadering belast is. met een
donderenden hamerslag den aanvang van de
bijeenkomst aan. Gelijk het gebruik in geval
van een dergelijke opening wil. verleende de
vergaderzaal van de Tweede Kamer aan de
dames en heeren gastvrijheid. Behalve het
goudgeflonker aan het bureau, waar met den
President de griffiers en commiezen-griffier
hun gala-ambtsgewaad di-oegen. en -met uit
zondering voorts van de leden der commissie
van ontvangst en uitgeleide, hadden de afge
vaardigden zich niet opgetooid. Het stemmig
zwart overheerschte en slechts hier en daar
gelijkelijk over rechts en links verdeeld
viel er een luchtig zomersch pakje te ontdek
ken.
Nu de ex-coalitie (die misschien straks weer
ex-af zal zijn!) op 56 zetels beslag heeft gelegd,
zagen zich niet alleen de beide Staatkundig
Gereformeerden, maar ook eenige andere man
nen van rechtschen of Christelijken huize naar
de linkerbanken verplaatst. Zoo ontdekten we
o.m. den zoon van wijlen jhr. Ruys de Beeren-
brouck genoegelijk in één bank ter linkerzijde
gezeten met een anderen Zuiderling, den so
cialist Mr. v. d. Goes v. Naters. De nationaal-
socialisten huizen vlak achter de Staatkundig
Gereformeerden en zien zich geflankeerd door
de liberalen eenerzijds, een paar bedaagde
sociaal-democraten aan den anderen kant.
Heel wat handjes werden er geschud, zoowel
tusschen oude bekenden alsook tusschen
nieuwelingen onderling en tevens tusschen
oud-gedienden en het jonge goed, dat voor
het eerst deel is komen uitmaken van ons
Parlement. Van uit den hooge zagen eenige
Ministers 'niet-Kamerleden neer op het
tafereel daar beneden. Eer de Minister van
Binnenlandsche Zaken binnentrad, verscheen
nog en bloc de nieuwe fractie gelijk een dei-
Excellenties haar bij wijze van grapje noemde
te weten, die van de heeren Ministers-
Kamerleden!
Toen nam de openingsplechtigheid een aan
vang met eenige sierlijke buigingen van Minis
ter de Wilde, welke hij voor hij vertrok her
haalde. Tusschen dit gebuig sprak hij een zeer
kort openingswoord, waarin hij de indiening
der voorstellen tot Grondwetsherziening ter
behandeling in tweede instantie aankondigde.
Hoewel kort, zal ook deze zitting zoo zeide
hij ongetwijfeld belangrijk zijn. Dit doelde
vermoedelijk op het voornemen de revisie-
ontwerpen nog wel tijdens deze zitting in de
af deelingen te doen onderzoeken; overigens
schijnt er echter geen werk meer aan den par
lementairen winkel te zullen komen.
Een tweetal uren na de opening hielden beide
Kamers afzonderlijk een korte vergadering, die
alleen diende tot benoeming van de commissie
voor 'de geloofsbrieven. In de Kamer van vijftig
luidde President de Vos het zestigtal uit, dat
na de verkiezing door de Staten-Provinciaal
(tale des heeren voorzitters) niet is terugge
keerd. Hij wees er op, hoe zij, dank zij hun
werkkracht, talent, ervaring enz. gezamenlijk
een schat medenemen en hij sprak voorts de
hoop uit, dat de nieuwelingen op den duur
hunnerzijds tot het gezag en den luister van
den Senaat zullen bijdragen.
E. v. R.
Door den bliksem getroffen en
gedood.
Gedurende een kort doch hevig onweer, dat
over het Westerkwartier woedde, en gepaard
ging met een geweldigen slagregen, is de 50-
jarige echtgenoote van L. Roeters, te Zeven
huizen, gemeente Leek, door het hemelvuur
getroffen en op slag gedood Brand werd niet
veroorzaakt.
Edvard Munch's Grafiek.
Eduard Munch's complete graphische werk
bijeen te zien is een te zeldzame gelegenheid,
om er niet nog eens iets over te zeggen vóór
die verzameling, mét de 70 schilderijen
waarover ik al vroeger schreef, naar Oslo uit
het Amsterdamsch Gemeentemuseum te
ruggezonden wordt (21 Juni a.s.)
Om zich volkomen rekenschap te geven
zegt Pola Gauguin van hetgeen Munch als
kunstenaar beteekend heeft, en zal blijven
beteekenen in alle tijden, moet men het ver
band van het geheel niet uit het oog verlie
zen, het verband in het bijzonder tusschen
het' sterk gebouwde en veelzeggende proza
van de schilderijen met de zinrijke lyriek
van het grafische werk"
Nu is dat verband al heel gemakkelijk te
leggen, omdat er verscheidene onderwerpen
zijn, die Munch zijn leven door hebben bezig
gehouden en die hij zoowel in schilderij als in
grafiek, ets. litho of houtsnee heeft behan
deld. Zoo zijn ziekte en dood voor hem door
loopend stof voor meditatie geweest en de
raadselen, die zich daarbij voordoen zijn door
slechts enkele groote kunstenaars zoo aangrij
pend behandeld. Het zieke meisje met het
roode haar schilderde hij niet alleen, hij
maakte er ook een litho van en tenslotte een
prachtige ets (boven in de 2e zaal; er is name
lijk ook nog een gedeelte van de grafiek in
éen der parterrezalen opgehangen), die ont
roerend is door de soberheid waarmee in de
beide figuren, de moeder en het meisje, wan
hoop en vertrouwend berusten zijn uitge
sproken. Het is een suggestie van lijden en
liefde, met de meest eenvoudige middelen van
zwart-en-wit, en als verbeelding van het
eeuwig leven zijn dan in de beneden-marge
van de ets enkele lichte wolken en een lente
landschap geëtst in enkele broze droge-
naald lijntjes en met een beetje waterverf
zacht geklemd.
Want Munch is geen graficus van het slag.
dat de vakzuiverheid boven zijn innerlijk be
leven stelt; hij ziet er niet tegen op zijn ge
drukte prent nog weer eens met waterverf of i
kleurkrijt op te werken, hij is wat dat betreft,
niet stijf in de leer van den vakman en eer
een echte schilder-graficus, wien de kleur di
rect voor de hand ligt. als ze niet genoeg in
het wit-en-zwart meesprak. Dat geeft natuur
lijk voor den prentenkenner en liefhebber
wel eens moeilijkheden. Ik heb het vermoe
den, dat Munch evenals James Ensor, afdruk
ken van etsplaten, die niet meer de zuiverheid
van de eerste drukken hebben, be-aquarelleert,
waardoor ze dan natuurlijk nog meer zijn
persoonlijken arbeid vertoonen, doch tevens
als prentkunst iets tweeslachtigs krijgen. Het
feit, dat op een groot aantal prenten de aan-
teekening onder de signatuur te vinden is:
„handkoloriert 1935", bracht mij op die idee,
omdat veel van dat werk met die aanteeke-
ning, toch jaren geleden ontstaan is. Maar
voor den gewonen beschouwer is die techni
sche uitwijding van geen beteekenis, zijn vi
sueel en geestelijk genieten van het werk
wordt er niet door beïnvloed.
Zelden zag men in de moderne grafiek de
dood geheimzinnig-tragischer in beeld ge
bracht dan door Munch. Neem de doode moe
der en het in wanhoop en verlatenheid krij
tende meisje voor het bed. Daarbij vergeleken
lijkt Kollwitz propagandistisch, Munch alleen
maar diep-menschelijk. En hoe ijzig geeft deze
in enkele houtsneden de sfeer van een sterfka
mer of wat spoedig een sterfkamer wezen zal.
De dood is hem vertrouwd, hij heeft hem on
der allerlei mogelijkheden overdacht en dóór
dacht; zoo kon hij zich het sterven van
Portret van August Strindberg, litho.
Marat voorstellen en het bevrijdend gebaar
van Charlotte Corday zich in rood denken,
naast het in groen visioen verzinkend lichaam
van den volkstribuun. Veel doordringender
dan Rops geeft hij den Dood die een jong
meisje omhelst, veel meer dan de gebroken
bloem geeft Munch het geheimzinnige van
zulk een tragedie. Deze geheimzinnigheid
doorstroomt zijn gansche werk, terwijl hij bij
het reëel gebeurende zijn visioenen put en
niet, als Redon, een vreemde, eigen wereld
naast de bestaandg schept. Een droef vraag-
teeken is het merk van een groot deel van zijn
arbeid, waarvan de grondtoon eer pessimis
tisch is, alleen verzacht door de wijsheid die
een lang leven hem aanbracht. Hij zal in veel
aan August Strindberg verwant zijn. wiens
levendigen en expressieven kop hij lithogra
feerde en welken typischen Munch-arbeid wij
hierbij reproduceeren. Men zal den portret
tist niet van flatteering verdenken, maar er
kennen, dat hij den prachtigen denkerssche
del en den bitter-doorgroefden kop van den
filosoof alle recht heeft gedaan. In de lineaire
omranding vindt men een vrouwenlichaam,
als embleem van Strindberg's levenspuzzle op
genomen.
De zwaarmoedigheid van het tot hiertoe
besprokene moge den lezer nu niet afschrik
ken. Het is wel eigen aan een belangrijk
reel van Munch's werk, maar er is nog ander.
Zie den machtigen kop van Ibsen, gezien in
een interieur tegen het licht van een ven
ster, waarlangs zich figuren in een straat be
wegen, zie de vele prachtige vrouwenportret
ten in simpel zwart en wit, waarin de oogen
lichten als phosphor op de golven, waarin de
weelde der lichamen bekoorlijk en kuisch is
uitgedrukt. Zie zijn sterk-neergesch reven
diertypen, waarbij vooral dien leeuwenkop in
gebogen houding tegenover zijn temmer; dier
en mensch in een prachtige karakteristiek.
Of de met een paar lijnen opgebouwde tij
gers en ijsbeertjes. waarbij men zich afvraagt,
wie ze het eerst zoo gedecideerd kon typee
ren, Franz Marc of Munch? Dan vindt men
van Munch kleine landschappen zoo naald
fijn m het koper geschreven, als veel later een
Caubine ze maken zou. En wie, tenslotte, de
expressionistische kunst van de latere Duit-
schers als Pechstein, Mare, Müller, de Oosten
rijker Kokoschka en zoo vele anderen uit den
vóór-oorlogstijd wil zien in haar eerste experi
menten, moet de zaal met ingekleurde hout
sneden van Munch gaan bekijken. Munch
wordt troef in de belangstelling der wereld.
Het zal in Holland nooit meer zoo volledig te
bestudeeren zijn, als thans.
J. H. DE BOIS.
Een halve eeuw geleden
Uil Haarlems Dagblad van 1887
9 Juni:
Naast de reeds bestaande Dames
cursus, die er hoofdzakelijk op ingericht
is om de damesleerlingen gelegenheid
te geven zich voor te bereiden tot de
toelatingsexamens der Rijksschool voor
Kunstnijverheid. der Normaalschool
voor teekenonderwijzers, der Academie
voor Beeldende Kunsten en tot voort
gezette teekenstudiën van stillevens,
busten, rompen en beelden naar pleister,
het natuurteekenen en boetseeren, zal
de commissie der teekenschool voor
kunstnijverheid hier ter stede, met het
begin van het schooljaar 1887188S, op
1 September een tweede cursus openen,
die voornamelijk ten doel heeft de da
mesleerlingen in de gelegenheid te stellen
zich te bekwamen in het kunstindus-
trieele teekenen en tot praktische oefe
ningen in het kunstnaaldwerk, ten einde
de hoogere ontwikkeling in verschillen
de kunstvakken te bevorderen.
Zij die als leerlingen wenschen toe
gelaten te worden, moeten den leeftijd
van 15 jaar bereikt hebben, en melden
zich schriftelijk aan bij den directeur
der teekenschool met overlegging van
vaccinebewijs.
Vóórdat de leerlingen de praktische
oefeningen in het kunstnaaldwerk kun
nen volgen, moeten zij den leeftijd van
16 jaar bereikt hebben; eenvoudig geo-
metriek en vlak ornament kunnen tee
kenen en vaardig zijn in breien, haken,
knoopen en „filet guipure".
De volledige dagcursus duurt 4 jaar.
De cursus voor kunstnaaldwerk duurt
drie jaar; deze is tevens ingericht ter
opleiding' van die leerlingen, welke
examen üi fraaie handwerken wenschen
af te leggen.
G. G. eii G. D. te Amsterdam had
het druk.
725 menschen Dinsdag geholpen.
De Amsterdamsche G. G. en G. D. heeft
Dinsdagmiddag op den Dam handen vol werk
gehad. Het lange wachten en de stralende zon
waren velen te machtig en de posten welke de
G. G. en G. D. in de kosterij van de Nieuwe
Kerk, in het gebouw van Peek Cloppenburg
en in een tent op het midden-Damterrein had
ingericht onder persoonlijk toezicht van Dr.
L. Heyermans, kregen weldra kinderen en
volwassenen te behandelen toen de zanghulde
aan den gang was. De meesten konden weer
opgemonterd worden en namen hun plaats
bij het koor of bij de toeschouwers weer in. In
totaal werden 725 personen geholpen. Geen
der gevallen was ernstig. Enkele lieden zijn
door den Geneeskundigen Dienst naar huis
gebracht.
De ramp van de „Liesbeth Betty'1
Kapitein moest wel als eerste
overspringen.
Uitspraak Raad voor de Scheepvaart.
De Raad voor de Scheepvaart heeft uitspraak
gedaan in verschillende zaken.
Inzake de machineschade aan boord van het
stoomvisschersvaartuig „Ancor" IJM, 135 op
de Noordzee, tengevolge waarvan sleephulp
moest worden aangenomen, is de raad van
oordeel, dat de onderhavige bout is gebroken
tengevolge van het te vast aanzetten, Dit te
vast aanzetten is geschied, omdat er te veel
speling was tusschen schroefdraad en moer.
Dit had moeten worden opgemerkt, toen eenige
maanden voor het ongeval de machine door
walpersoneel is nagezien en de bout had toen
vervangen moeten worden.
Of ten deze aan den machinist eenig verwijt
valt te maken, is niet met volkomen zekerheid
te zeggen, Wel komt het den raad vreemd voor,
dat genoemde machinist onder het varen niets
van den toestand van den bout heeft be
merkt.
Het vergaan van de liesbeth
Betty''.
Tenslotte sprak de raad zijn oordeel uit over
de aanvaring tijdens mist van het stoom
visschersvaartuig „Liesbeth Betty" IJM. 133
met het Engelsche stoomschip „Leo" op de
Noordzee.
De raad schrijft deze aanvaring in hoofdzaak
toe aan den dikken mist.
Wat de seinen betreft, doet zich hier weer
het helaas niet zeldzame geval voor. dat we
derzijds wordt verklaard, dat wel seinen zijn
gegeven, doch geen seinen zijn gehoord, tenzij
dan op een oogenblik, dat de aanvaring toch
niet meer was te vermijden. Met zekerheid valt
dienaangaande niets vast te stellen. De om
standigheden op de „Liesbeth Betty" waren
echter zoodanig, dat de waarborg, dat op dit
schip de voorgeschreven mistseinen zijn gege
ven en dat scherp is uitgeluisterd naar het
mistsein van andere schepen, niet in voldoen
de mate aanwezig was.
Daartegenover staat, dat alles er op wijst, dat
de „Leo" een voor dezen mist te groote vaart
heeft gehad, waardoor ook het effect van ge
geven mistseinen wordt verminderd. Helaas is
bij de botsing een der opvarenden, de stoker
J. Spek om het leven gekomen.
Het heeft bij den raad een punt van ernstige
overweging uitgemaakt, of de kapitein er wel
goed aan gedaan heeft om, in strijd met goede
gewoonte en traditie als nummer één het schip
te verlaten. Het gevolg daarvan is wellicht ge
weest, dat geen appèï is gehouden, toen men
zich nog aan boord bevond, zoodat eerst op
de „Leo" werd bemerkt, dat er een man van
de equipage ontbrak.
Toch aarzelt de raad den kapitein van zijn
optreden een verwijt te maken. Volgens zijn
verklaring, bevestigd door die van zijn stuur
man, zouden er zeker meer slachtoffers zijn
gevallen, indien de kapitein niet, door het eerst
over te springen, aan de anderen den weg had
gewezen en dezen de behulpzame hand had
geboden. De toestand was zoo, dat. gelijk de
kapitein verklaarde, aan elk van zijn beenen
een man hing. toen hij bezig was over te gaan
Het valt natuurlijk ten zeerste te betreuren!
dat niemand er aan gedacht heeft den stoker
Spek te roepen, toen men nog aan boord was.
Alles is echter zóó snel in zijn werk gegaan, dat
de raad ook hier meent woorden van verwijt
achterwege te moeten laten.