IBIS SHAG
Uit Haarlem's Gemeenteraad.
Dobbelmann
lekker... man!
H.D.-V er telling
OON'T)F.R D.A G 10 JUNI 1937
HAARLE M'S DAGBLAD
6
Tot restauratie van de Vleeschhal besloten.
De pacht van Stadsschouwburg
en Concertgebouw
wordt verlaagd.
Woensdagmiddag half twee kwam de gemeen
teraad van Haarlem in openbare vergadering
bijeen.
Voorzitter: de heer C. Maarschalk, burge
meester.
De nota's Weustink—
Posthumus.
De heer Posthumus (s.d.a.p.) begon
de quaestie die hij met den heer Weustink
heeft te bespreken.
De voorzitter: ik wil den raad en de
beide heeren in overweging geven na de
reeds gevoerde schriftelijke gedachtenwisse-
ling verder te zwijgen over deze aangelegen
heid. Mocht een der heeren toch de zaak na
der willen bespreken, dan zou spreker dit in
een toesloten zitting willen doen.
De heer Posthumus: daartegen heb ik
bezwaar.
De voorzitter: dan wil ik voorstellen
de discussie te beperken tot de beide heeren
en elk 20 minuten te geven.
De heer B ij v o e t (r.-k.) 10 minuten.
De heer Noordhoff (s.d.a.p.)ik
daarmee accoord, maar behoud mij het recht
voor op de zaak bij de begrooting terug te
komen.
Besloten werd 20 minuten te geven
De heer Posthumus begon zijn nota
nog eens toe te lichten. Hij houdt de juist
heid vol van zijn verklaring indertijd in den
raad gedaan, dat hij meent dat het voor hem
noodig is als de heer Weustink cijfers geeft
deze cijfers nader te bezien.
De heer Weustink heeft bij zijn nota er nu
eenige quaesties bijgehaald die met de oor
spronkelijke zaak niets te maken hebben. De
heer Weustink heeft namelijk gezegd, dat
spreker uit wrok gehandeld heeft in ver
band met zijn optreden als inspecteur tegen
openbare onderwijzers. De heer Weustink
heeft spreker aangezien als den schrijver van
een artikel in Haarlem's Onderwijs dat voor
hem onaangenaam was. Spreker verklaart
evenwel zeer pertinent, dat hij nog nooit een
letter in dat orgaan heeft geschreven. Ook is
hem nooit eenig advies of raad gevraagd over
een artikel in dat orgaan.
Spreker besprak daarna nog de oorspron
kelijke quaestie. Hij hield vol, dat de heer
Weustink eenige vergissingen gemaakt heeft
toen hij indertijd in een rede in den raad
cijfers gebruikte.
De heer Weustink had zoo vervolgde de
heer Posthumus moeten erkennen dat hij
zich in dat geval vergist had. Als men sta
tistieken geeft over vergelijkingen van open
baar en bijzonder onderwijs moeten die goed
zijn, anders tast men licht de eer der betrok
ken onderwijzers aan. Vooral vergelijkingen
voor de examens der u. 1. o. scholen zijn moei
lijk, maar als men die maakt moet het goed
zijn.
In, sprekers nota wordt geen enkele ver
dachtmaking geuit tegenover het bijzonder
onderwijs. Spreker heeft eerbied voor het bij
zonder onderwijs en voor de daarbij betrok
ken onderwijzers. Wrokgevoelens hebben bij
spreker nooit bestaan. Maar hij houdt vol dat
als de heer Weustink met cijfers komt, dan
wil spreker ze eerst nakijken en bestudeeren.
De heer Weustink (r.k.) meende ai de
punten uit de nota Posthumus schriftelijk te
hebben weerlegd. Sprekers optreden als inspec
teur tegen enkele openbare onderwijzers was
indertijd volkomen gewettigd. In de Bode is in
dien tijd scherp opgetreden tegen spreker's
werk als inspecteur,, maar zonder grond.
Spreker houdt vol, dat al is de heer Posthu
mus niet de schrijver van het artikel in „Haar
lems Onderwijs", hij toch de geestelijke vader
is. (protesten). In zijn nota pleegt hij zelfs
plagiaat op dit artikel.
fBovenstaande is reeds in een deel onzer
vorige oplage opgenomen.)
Indertijd is een Belgische letterkundige
die plagiaat pleegde door zijn collega's tij
delijk uitgesloten. Zou ook spreker dit in dit
geval moeten doen?
De heer Posthumus heeft het voorgesteld
alsof de diploma's voor het eindexamen der
bijzondere m.u.l.o. scholen minderwaardig zijn
vergeleken bij de diploma's van de openbare
m.u.l.o. scholen. Maar spreker houdt vol. dat
beide examens volkomen gelijkwaardig zijn.
Spreker teekende heftig protest aan tegen
de meening van den heer Posthumus, dat hij
in zijn nota ondoordachte dingen heeft ge
zegd, Elk woord is door spreker driemaal
overdacht.
Wat spreker verder over de zaak te zeggen
heeft zal hij bewaren tot debehandeling der
begrooting.
Er wordt 2 minuten toegestaan voor re
plieken.
De heer Posthumus ontkende plagiaat
gepleegd te hebben jegens het artikel van
Haarlem's Onderwijs.
De heer Weustink hield vol dat hij den
indruk had en nog heeft.
Toen de discussie heftig dreigde te wor
den hamerde de voorzitter en sloot de
gedachtenwisseling.
gaan ingevolge raadsbesluit van 25 Mei 1904,
af te lossen.
De raad vereenigde zich met deze voor
stellen.
De gronden aan de
Damstraat.
Op 13 Mei j.l. zijn in publieke veiling ge
bracht de perceelen Berkenrodesteeg nos. 57
en 13. Aangezien de mogelijkheid tot verkoop
van den grond aan de Damstraat vooral door
aankoop van het perceel Berkenrodesteeg nos.
57 grooter zou worden, hebben B. en W. den
directeur van Openbare Werken gemachtigd
te trachten, bovengenoemde perceelen voor de
gemeente in bezit te krijgen.
Het gevolg hiervan is geweest, dat de ge
meente eigenares is geworden voor een bedrag
van f 2550, verhoogd met de op den aankoop
gevallen kosten en nog verschuldigde belastin
gen ad f 473.24. De totale koopsom bedraagt
derhalve f 3.023.24. B. en W. stellen voor, dezen
aankoop te bekrachtigen.
Dit voorstel werd zonder discussie
keurd.
De sta-in-den-weg in de
Rustenburgerlaan.
B. en W. hebben aan den eigenaar van het
huis in de Esschilderstraat, dat nu midden in
de verbreede Rustenburgerlaan staat, een
ruiling van grond met f 9000 toegift aangebo
den. Dit bedrag wordt door den eigenaar nog
te laag geacht.
Daarom stellen B. en W. voor, een rechtsvor
dering, zoowel in eersten aanleg als in cas
satie, in te stellen.
Voorstel werd goedgekeurd.
Nieuwe openbare school
Haarlem-Noord.
Het voorstel tot beschikbaarstelling van
f 79.000 voor den bouw van een school voor
gewoon lager onderwijs aan de Gijsbrecht van
Aemstelstraat in Haarlem-Noord werd aange
nomen.
Uitbreidingsplan
Zuid-West
Voorstel tot vaststelling der „Wijziging No.
7" van het Uitbreidingsplan „Zuid-West", als
mede de „Bebouwingsvoorschriften".
B. en W. stelden voor afwijzend te beschik
ken op bezwaarschriften van B. en W. van
Bloemendaal en van het bestuur der St,-
Lambertus-Stiehting te Overveen.
De heer Van Kessel (r.-k.) vreesde dat
het natuurschoon op dit terrein (ten N. van
den Zijlweg aan de grens van Bloemendaal)
geschonden zal worden. B. en W. zijn slechts
voor een klein gedeelte tegemoet gekomen
aan de bezwaren van Bloemendaal en de
St. Lambertusstichting. In de woestijn van
bouwnijverheid te Haarlem mag toch wel
eens één oase bestaan. Die oase moet dan
komen nabij de Bloemendaalsche grens. La
ten B. en W. het nu ingediende uitbreidings- i
plan terugnemen om voor dit terrein een
meer open bebouwing te ontwerpen. In dit
ontwerp zijn ook te veel winkels geprojec
teerd .omdat er even over de grens immers
reeds veel winkels zijn.
VOOR DE PIJP.
(Adv. Ingez. Med.)
De heer Klein Schiphorst (r.-k.)
meende dat aan het verzoek van den heer
Van Kessel voldoen moet worden.
De heer Castricum (r.-k.) vroeg of
open bebouwing financieele nadeelen voor de
gemeente met zich mee kan brengen.
De heer Wolzak (a.-r.) stelde de vraag
of de omgeving wel een open bebouwing wet
tigt. In de omgeving is reeds een gesloten of
half gesloten bebouwing. Is de grond niet te
duur voor open bebouwing.
De heer Re in al da (s.d.a.p.) wethouder,
antwoordde den heer Castricum, dat de ge
meente op dit punt geen gronden bezit. Fi
nancieele gevolgen zitten er dus voor de
gemeente niet aan.
Wat de bezwaren van den heer Van Kes
sel „den burgemeester van het Randdorp",
betreft, wijst spreker er op, dat dit raadslid
niet goed op de hoogte is. Er bestaat voor den
betrokken grond een uitbreidingsplan met
gesloten bebouwing en nu stellen B. en w.
voor den toestand te verbeteren door er een
half open bebouwing van te maken. Tusschen
de huizen moet .5 Meter tusschenruimte lig
gen. De nieuwe woonwijk zal een overgang
zijn tusschen Haarlem en Bloemendaal.
In woonwijken moeten winkels zijn. Daar
mede is nu ook rekening gehouden. Er ko
men er in totaal 10, in twee groepen van 3
en 7. Dat is beter dan die 10 winkels over het
kwartier uit te schudden.
Het voorstel van B. en W. werd daarop
aangenomen.
Restauratie Vleeschhal.
Voorstel om een bedrag van f 70.000 ter be
schikking van B. en W. te stellen voor de res
tauratie van de Vleeschhal.
Naar de meening van B. en w. kan niet lan
ger meer met de uitvoering van het restaura
tiewerk worden gewacht. Elk uitstel beteekent
grooter nadeel voor het gebouw. Zij meenen
er op te mogen vertrouwen, dat de Minister,
alsmede Ged. Staten de in uitzicht gestelde
subsidies als nog zullen willen baseeren op het
laatstelijk geraamd bedrag ad f 70.000. Aan
gezien de subsidies 65 pet. (50 pet. en 15 pet.)
van het zooevengenoemd bedrag zullen be
dragen, zal voor rekening van de gemeente
blijven 35 pet. of ten hoogste f 24500.
De heer Kuiper (r.k.) meende dat dit
restauratiewerk door eerste klas vakarbeiders
gemaakt zal moeten worden. Daarom zou het
onjuist zijn als hierbij lagere loonen zouden
worden uitbetaald. - Zou het daarom niet
beter zijn om het werk uit te voeren buiten
het Werkfonds om?
De heer Castricum (r.k.) wees er op
dat deze zaak van de restauratie der Vleesch
hal nu reeds twee jaar hangende is. Het ob
ject zal moeten worden uitgevoerd als nor
maal werk, op de loonen mag niet gekort
worden.
De heer Peper (communist) onderstreepte
de betoogen van de heeren Kuiper en Castri
cum.
De heer R e i n a 1 d a (s.d.a.p.)wethouder,
zou gaarne in de gelegenheid zijn het werk
op de gewone wijze te financieren, maar de
financieele omstandigheden der gemeente
veroorloven dit helaas niet. Haarlem verkiest
eenmaal in die noodpositie. Daarom moet de
hulp van het Werkfonds ingeroepen worden.
Voor restauratiewerk is dit al meermalen in
het land gebeurd, waarbij overeenstemming
verkregen is tusschen vakbonden en Werk
fonds over de loonen. Spreker vertrouwt dat
er ook nu overeenstemming verkregen zal
worden.
Er is helaas achterstand in onderhouds
werk te Haarlem. Het mooie torentje van
Spaarndam moet gesloopt worden, maar de
stukken worden bewaard in de hoop, dat het
later nog weer opgebouwd zal kunnen wor
den.
Binnenkort zullen B. en W. voorstellen
doen om nog meer onderhoudswerken via
het Werkfonds uit te voeren. B. en W. zullen
trachten voor de arbeiders de beste loonvoor-
waarden te stellen.
De heer Noordhoff (s.d.a.p.) was over
tuigd, dat dit gelukken zal, temeer ornaat er
vrijwel alleen vaklui aangesteld kunnen wor-
den.
De heer Kuiper: als het dan niet anders
kan dan moeten wij er in vredesnaam ge
noegen mee nemen.
De heer Castricum wilde niet langer
leunen op het Werkfonds. Spreker diende een
motie in om den raad te laten uitspreken,
dat dit werk onder normale loonen moet
worden uitgevoerd.
De heer Peper handhaafde ook zijn
zwaren.è
De heer Visser (CJH.) verdedigde het
voorstel van B. en W. Als de motie Castricum
aangenomen wordt is er kans, dat Rijk en
Provincie geen subsidie geven. Het aantal
werken dat in werkverschaffing wordt uitge
voerd wordt te Haarlem reeds zooveel moge
lijk beperkt.
De heer Noordhoff was ook overtuigd,
dat aanneming van de motie Castricum de
subsidie in gevaar zou brengen.
De heer Klein Schiphorst (r.k.)
meende dat dat werk is dat niet uitgesteld
lean worden. Het moet dus uitgevoerd worden
als normaal werk.
De heer de Braai (A.R.) nam aan dat
de gemeente het werk niet op de normale
wijze kan uitvoeren.
De heer Van Engelen (KJD.P.) pleitte
ook voor uitvoering op de normale wijze.
De heer Kuiper: het dilemma is: met
steun van het werkfonds uitvoeren of anders
niet. Als de motie Castricum aangenomen
wordt blijft de Vleeschhal staan zooals die
nu is.
De heer Re in aid a, wethouder, wees er
op, dat de gemeente Haarlem veel doet om
de boel weer aan den gang te krijgen.
De raad mag evenwel niet verder gaan dan
mogelijk is.
Als de motie Castricum wordt aangenomen
wil het zeggen, dat het niet wordt gedaan.
Het voorstel Castricum werd verworpen met
27 tegen 7 stemmen, Daarop werd het voor
stel van B. en W. aangenomen.
Ontdek Uw land per
CEBUTO-Touringcar
4 dg. Valkenburg-Ardennen
en Eifelgebergte f 25.
6 dg. Valkenburg-Ardennen
Eifel en Zuid-Limburg f 38.75
2 dg. Mooi Nederland f 15.75
3 Valkenb.-Ard. „19.-
3Eifelgeb.,, 19.-
4 Mooi Nederland „34.25
i Reisgids bij
JAC. HEEMSKERK
Houtplein 34 - HAARLEM - Tel. 164" c
CEBUT©
Reizen zonder zorgen
(Adv. Ingez. Med.)
Over fraude.
Voorstel om afwijzend te beschikken op een
verzoekschrift van de Landelijke Federatie
van Bouwvakarbeiders om teruggave van het
door haar betaalde bedrag van f 338.20 als
vergoeding voor de door een penningmeester
gepleegde fraude.
De heer Peper (communist) vond het
standpunt dat B. en W. hebben ingenomen
niet juist. Er zijn te Haarlem zeer weinig ge
vallen van fraude voorgekomen onder be
stuurders van organisaties.
Het is niet te verdedigen, dat de gemeente
de schade verhaald heeft op de organisatie
onder het dreigement dat anders maatrege
len genomen zouden worden tegen die orga
nisatie.
Spreker geloofde dat er nu niets meer aan te
doen is, maar hoopte dat B. en W. in het ver
volg een ander standpunt zullen innemen.
De heer Drilsma (S.D.A.P.) betoogde,
dat de organisatie zich dadelijk moreel ver
plicht had moeten gevoelen de schade te be-
De Overval
door LOKA.
Nieuw raadslid.
De geloofsbrieven van het nieuw inkomend
raadslid den heer A. G. C. Engelgeer (Chr.-
Hist.) worden onderzocht.
De raad besloot- tot toelating.
Geldleeningen.
B. en W. hebben een aanbieding ontvangen
voor een geldleening groot f 294.800, aan te
gaan op onderhandsche schuldbekentenis a
pari tegen een rente van 3V2 pet. per jaar en
van 4 pet. per jaar gedurende de volgende 19
jaar van deze 29-jarige geldleening.
B. en W. achten de voorwaarden van dien
aard, dat zij den Raad voorstellen bedoelde
aanbieding te aanvaarden en met de opbrengst
van deze geldleening het restant ad f 294,800
der 4 1/4 pet. geldleening oorspronkelijk groot
f 300.000, aangegaan ingevolge raadsbesluit
van 12 Augustus 1936 af te lossen.
Verder hebben B. en W. een aanbieding ont
vangen voor een aan Haarlem te verstrekken
geldleening van f 668.000 aan te gaan op on
derhandsche schuldbekentenis a pari, tegen
een rente van 3 pet. per jaar en met een loop
tijd van 15 jaar. Zij stellen voor, die aan
bieding te aanvaarden en met de opbrengst
het restant ad f 668.000 der 3 ft pet, geldlee
ning, oorspronkelijk groot f 2,000.000, aange-
George Dramon nam plaats in de leege reis
koets, waarmee hij naar Durango reizen wilde.
Het zou een lange en vermoeiende tocht wor
den, dwars door de Mexicaansche laagvlakte.
De weg lag open, onbeschut in de brandende
zon; lange heuvelruggen aan beide zijden,
sloten het dal in, als een doos, en beletten den
zeewind den reizigers wat koelte te brengen.
De reiskoets was een ouderwetsch, slecht te
ventileeren vehikel, met zware gordijnen voor
de kleine raampjes en banken met vee', fluweel.
De weg was vol keien en kuilen, de veeren
van den wagen slecht.
Een dag alleen in deze broeiende kooi leek
hem verre van aangenaam maar toch was
hij blij dien dag geen medereizigers te zullen
hebben. In zijn portefeuille bevind zich een
groot bedrag en in die streek kwamen aan
randingen veelvuldig voor. Daar kwam nog bij,
dat de mogelijkheid bestond, dat iemand van
zijn transport op de hoogte kon zijn. Hij had
bij zich het geheele loonbedrag voor de arbei
ders die werkten aan de vloeivelden van de
Rio Grande en dit kon stellig geen geheim
blijven.
Hij kende de streek goed; veel moois was er
niet te zien en hij staarde lusteloos door het
kleine raampje, zich inspannend om niet in
slaap te vallen.
Ongeveer een half uur was de wagen zoo
voortgeschokt, toen de koetsier, die hoog boven
den wagen zat. met kracht zijn paarden tot
stilstand bracht. George hoorde praten: men
scheen het niet over den prijs eens te kunnen
worden en toen verscheen een groote man
voor het raampje.
Dramon bekeek hem een moment argwanend,
gereed om zich te verdedigen. Oogenschijnlijk
had de vreemdeling geen plan om een geweld
daad te plegen, maar het gebeurde bijna nooit
dat onderweg nog iemand instapte, want er
lagen geen plaatsen meer aande route. De man
opende de deur, werkte zich met moeite door
de opening en liet zich op de onbezette bank
neervallen. Hij begon te spreken, met zware
stem.
„Ik kom u vandaag een beetje gezelschap
houden. Het is wel niet gebruikelijk onderweg
in te stappen", en wijzend in de richting van
den koetsier, liet hij er op volgen: „die dief
heeft mij toch den vollen prijs laten betalen."
Hij deed moeite deze woorden vriendelijk te
laten klinken, maar Dramon voelde zich toch
verre van gerust. De kerel was zeer groot en
had een tamelijk ongunstig gezicht. Zijn ba
gage bestond uit een klein pak en, mocht hij
gewapend zijn, zichtbaar droeg hij zijn bewa
pening niet.
George Dramon was zoo ver mogelijk achter
uit in de kussens gaan zitten en lette nauw
keurig op iedere beweging van den indringer.
Hij bemerkte zeer goed, dat de man stellig niet
zoo rustig was als hij zich bij zijn entree wilde
voordoen. Eerst scheen hij het gesprek te wil
len voortzetten, maar hij bedacht zich. Ge
maakt onverschillig keek hij naar buiten, maar
Dramon bemerkte, dat hij, af en toe, zeer on
verwacht, een snellen blik op hem wierp.
Het werd een enerveerende tocht. Over een
verlaten vlakte reed de koets: hoog boven de
wagen zat de koetsier, die door het schokken
en kraken onmogelijk zou kunnen bemerken,
wat zich daarbinnen afspeelde. En in den wagen
zaten twee mannen elkaar te beloeren.
Na een uur kon Dramon het niet meer uit
houden. Zijn tegenstander maakte een ver
dachte beweging en George beantwoordde dit
met het te voorschijn halen van zijn revolver.
Hij wilde toonen, dat hij van plan was zich te
verdedigen. Eenige minuten belanceerde hij het
wapen op zijn vlakke hand en liet het toen,
met een dreigenden blik in zijn zijzak glijden.
De man scheen de bedreiging goed begrepen
te hebben: angstig bleef hij kijken naar de
plaats waar de revolver zich moest bevinden.
Een kwartier lang bleven de beide partijen
elkaar zoo opserveeren, aanval en afweer be
rekenend. Toen begon de vreemdeling voor het
eerst weer te praten. Zijn stem klonk onvast.
„Mijnheer, ik raad U aan voorzichtig te zijn
met die revolver".
„En waarom raadt U mij dit?" vroeg Dra
mon scherp.
„Ziet U dit pakje?"
„Dat pakje, ja, wat is daar mee?" antwoord
de Dramon verwonderd, een poging om zijn
aandacht af te leiden vreezend.
„Dat zal ik U vertellen" klonk het antwoord,
nu iets kalmer. Ik werk bij de granietvelden.
Bij dat werk hebben wij dynamiet noodig. De
voorraad was op en ik ben er op uit gegaan
om een nieuwe partij te koopen. De groote zen
ding wordt opgestuurd, maar ik heb maar vast
een monster meegenomen. Dat zit in dit pak".
En bij deze woorden tilde hij het voorzichtig
met beide handen omhoog.
Dramon schoof plotseling zoo ver mogelijk
in een hoek van de bank. Het moet wel een zeer
gevaarlijke misdadiger zijn, die zich van dy
namiet bediende, overlegde hij. Zijn hand bleef
bij de revolver. De ander keek angstig naar die
hand en ging voort: „Daarom heb ik U gera
den voorzichtig te zijn met de revolver als
die eens per ongeluk zou afgaan, zou dit pak
door de schok kunnen ontploffen"
De tocht duurde lang, bijna een geheelen
dag, maar voor de twee reizigers scheen het
wel een jaar. Onbewegelijk zaten zij elkaar
aan te staren in den schokkenden wagen. Het
was zeer warm in de kleine ruimte tusschen het
fluweel en de zware gordijnen. De eene man
hield en pakje met beide handen omklemd en
niet minder dreigend en krampachtig omvatte
de ander de greep van zijn revolver. Het wis
selen van de paarden bracht geen verlossing.
De koetsier scheen hen geheel vergeten te
hebben en de eenige ontmoetingen, in het
verlaten land, waren eenige snel voorbij ja
gende ruiters.
Maar zelfs op de schrikkelijkste nacht volgt
de dag. Durango werd bereikt. De wagen hield
stil en voor het eerst dien dag kwamen men-
schen door de raampjes kijken.
„Eindelijk" zei de groote man en met een
zucht van verlichting wierp hij het pak dyna
miet op de bodem van den wagen.
Dramon sloot de oogen, wachtend op het
einde. Doch er gebeurde niets. Zijn tegenstan
der had de deur opengegooid was naar buiten
gesprongen en gilde nu: „Neemt hem gevan
gen, hij is 'n roover heeft me met een re
volver bedreigd. Met een pak ondergoed heb ik
hem in bedwang gehouden houdt hem.
Veel armen grepen den totaal verbouwereer
den Dramon aan. Hij werd naar het politie
posthuis geduwd en tien minuten na zijn aan
komst te Durango werd hij als misdadiger voor
den sheriff gevoerd.
Deze magistraat keek hem zeer verwonderd
aan, maar toen hij achter Dramon diens groo-
ten aanklager zag binnenstappen, begon hij
onbedaarlijk te lachen.
„Heeren ,wat is dat een grappig misverstand.
Mijnheer Dramon van de Rio Grane en mijn
heer Wains van de Graniet Maatschappij heb-
talen. Juridisch stond die plicht niet absoluut
vast. Nu de organisatie eenmaal betaald heeft,
kan er van teruggave evenwel geen sprake
zijn.
De heer Castri cum (R.K.) vond het
onjuist, dat het geheele bestuur voor de fout
van één bestuurder verantwoordelijk wordt
gesteld. Is de controle der gemeente in dit ge
val wel voldoende geweest.
De heer Noordhof f (S.D.A.P.) zei dat
vele organisaties de schade ongevraagd zou
den hebben vergoed. De vakbeweging moet
de verantwoordelijkheid dragen.
De heer Van Liemt R.K.wethouder,
zei dat de kwestie bij B. en W. maandenlang
gehangen heeft.
B. en W. moeten kunnen vertouwen op de or
ganisaties. De bewuste penningmeester inde
nog steeds steungelden voor een lid dat al lang
op een trawler voer. De organisatie heeft dus
geknoeid met de uitbetalingslijsten en daarvan
mag de gemeente geen schade hebben.
Gelukkig komen er zeer weinig gevallen
van fraude door organisatiebestuurders voor.
Het voorstel van B. en W. werd aangenomen.
Wijziging pachten Stads
schouwburg en Concert
gebouw.
Voorstel om over te gaan tot verlaging van
de pacht van den Stadsschouwburg en het Ge
meentelijk Concertgebouw, omdat bij de hui
dige pacht geen gunstige exploitatie verkre
gen kan worden. Voor den Stadsschouwburg
stellen B. en W. voor, de pacht van f 14.000 tot
f 12.000 te verlagen en voor het Concertge
bouw van f 21.000 tot f 18.000 per jaar.
De heer Castri cum (R.K.) herinnerde
er aan, dat hij indertijd op een vrije verpach
ting van het Concertgebouw heeft aangedron
gen. De heer Deinum heeft evenwel uit vrijen
wil niet alleen de pacht van het Concertge
bouw aanvaard, maar ook van den
Stadsschouwburg. Nu blijkt, dat de exploi
tatie tegenvalt, maar dat is geen re
den voor de gemeente om de pacht
sommen te verlagen. De raad heeft geen goed
overzicht van de exploitatie van die gebou
wen.
De heer Noordewier (communist)
hoeveel zal de verlaging bedragen van de zaal-
huren in het Concertgebouw?
De heer Visser (C.H.) meende dat de
heer Deinum niet geheel vrijwillig overge
gaan is tot pachting van den schouwburg. De
gemeente stond elk jaar voor groote tekor
ten. Er is voor verlaging der pacht veel te zeg
gen.
De heer Boes (V.D.)wethouder, zei dat
B. en W. de overtuiging hebben, dat de heer
Deinum thans geen verdienste heeft uit een
van beide bedrijven. Hij heeft toch recht op
een zeker loon voor zijn werk, want hij doet
dat werk heel verdienstelijk. Het is niet te
voorzien, dat de toestand binnenkort verbe
teren zal. Het is nog niet zeker of de pachter
de huur der zalen zal verlagen. Wel is daarop
door B. en W. aangedrongen. Voor de zalen
die de gemeente huurt is de prijs al ver-
Het voorstel van B. en w. werd met 28 tegen
5 stemmen aangenomen.
Schoolgeld.
Voorstel tot vaststelling van de Verorde
ning op de heffing van schoolgeld voor het
Gymnasiaal- en Middelbaar Onderwijs; van
de Verordening op de invordering van school
geld dezer onderwijs-inrichtingen; van de
Verordening op de heffing van schoolgeld
voor het Lager- en Gemeentelijk Voorberei
dend Lager Onderwijs, en van de Verorde
ning op de invordering van schoolgeld dezer
onderwij s-inrichtingen.
De heer Peper (communist) gaf toe, dat er
in het schoolgeld door de voorgestelde wijzi
ging weinig veranderinag zal komen. In enkele
gevallen zijn de veranderingen in het nadeel
der groote gezinnen.
Spreker vond het verkeerd, dat de gemeente
aan onvermogende leerlingen van het M. O.
slechts kosteloos boeken en leermiddelen geeft
als zij op de rapporten een gemiddeld cijfer
van 6J/2 halen. (Nu is dat 6). Het rijk stelt ten
dien opzichte geen voorwaarden aan de ge
meentetarieven. Daarom is de verslechtering
niet aan te bevelen. Hij stelde voor den ouden
toestand (gemiddeld 6) te handhaven.
Mevrouw Scheltema (V.B.) drong aan
op een betere reductie regeling in de veror
dening aan, waardoor meer schoolgeld naar
draagkracht betaald zal worden. Er moet
reductie gegeven worden voor alle schoolgaan
de kinderen.
De heer Westerveld (s.d.a.p.) betoogde,
dat de minstdraagkrachtigen het zwaarst door
de nieuwe verordening getroffen worden. De
grens voor het inkomen waarbij geen school
geld betaald behoeft te worden is namelijk
f 100 verlaagd. Voor de bestgesitueerden is
het schoolgeld daarentegen verminderd. Dit is
evenwel een gevolg van de voorschriften der
regeering.
B. en W. moeten er naar streven de aanslag
biljetten zoo spoedig mogelijk te laten uitrei
ken na het begin van het schooljaar. Nu ko
men de aanslagen dikwijls erg laat.
De heer Van der Wall (C.H.) vond het
toepassen van gezinsreductie het meest aan te
bevelen.
Voor het voorstel Peper is veel te zeggen.
Een gemiddeld cijfer van 6% is te hoog. Met
61/4 is genoegen te nemen.
De heer Castricum (r.k.) bracht hulde
aan B. en W. dat zij er in geslaagd zijn ver
hooging van schoolgeld te voorkomen.
De heer Posthumus (s.d.a.p.) steunde
het voorstel Peper.
Laten B. en W. dat overnemen.
De heer Boes, wethouder, was gevoelig voor
de algemeene instemming ide het voorstel van
B. en W. heeft verworven. Zelfs de heer Peper,
was tevreden.
Zoowel aan gezins- als aan leerlingenreduc
tie zyn voor. en nadeelen verbonden. B. en W.
hebben de voorkeur gegeven aan de gezins
reductie.
B. en W. hebben bij nadere overweging geen
bezwaar om het gemiddeld cijfer van 6V2 weer
op 6 te brengen. Zij nemen dus het voorstel
Peper over.
B. en W. zullen streven naar een vlugge uit
reiking van de aanslagbiljetten.
Het voorstel van B. en W. werd daarop aan
genomen.
Benoemingen.
Voorstel om de dames S. C. van Welsenus,
Teljeur en S. Duba, allen reeds eenige ja
ren tijdelijk als zoodanig werkzaam, te be
noemen tot onderwijzeres bij het voorberei
dend lager onderwijs.
De voorgedragenen werden benoemd.
DAMESKOOR VAN MEVR. SYBRANDI NAAR
HILVERSUM.
Het Dameskoor onder leiding van mevrouw
ben elkaar aangerand. Ik heb in tijden niet|Mien Sybrandi—Halberstadt, gaat heden naar
zoo iets aardigs gezien". Hilversum, om bij de A.V.R.O. aan een gevari-
.ej_ |€erd programma mee te werken. De begeleï-
I ding is in handen van mej. Jikke Heyselaar
De soli worden gezongen door de dames- M
Baas, E. Sybrandi en M. Poldermans.
Verslagen staarden de twee uitgeputte
zigers elkaar aan.
Aangenaam" zei Wains.
„Zeer aangenaam" zei Dramon.