IBIS SHAG Uit Haarlem's Gemeenteraad. Dobbelmann lekker... man! H.D.-V er telling OON'T)F.R D.A G 10 JUNI 1937 HAARLE M'S DAGBLAD 6 Tot restauratie van de Vleeschhal besloten. De pacht van Stadsschouwburg en Concertgebouw wordt verlaagd. Woensdagmiddag half twee kwam de gemeen teraad van Haarlem in openbare vergadering bijeen. Voorzitter: de heer C. Maarschalk, burge meester. De nota's Weustink— Posthumus. De heer Posthumus (s.d.a.p.) begon de quaestie die hij met den heer Weustink heeft te bespreken. De voorzitter: ik wil den raad en de beide heeren in overweging geven na de reeds gevoerde schriftelijke gedachtenwisse- ling verder te zwijgen over deze aangelegen heid. Mocht een der heeren toch de zaak na der willen bespreken, dan zou spreker dit in een toesloten zitting willen doen. De heer Posthumus: daartegen heb ik bezwaar. De voorzitter: dan wil ik voorstellen de discussie te beperken tot de beide heeren en elk 20 minuten te geven. De heer B ij v o e t (r.-k.) 10 minuten. De heer Noordhoff (s.d.a.p.)ik daarmee accoord, maar behoud mij het recht voor op de zaak bij de begrooting terug te komen. Besloten werd 20 minuten te geven De heer Posthumus begon zijn nota nog eens toe te lichten. Hij houdt de juist heid vol van zijn verklaring indertijd in den raad gedaan, dat hij meent dat het voor hem noodig is als de heer Weustink cijfers geeft deze cijfers nader te bezien. De heer Weustink heeft bij zijn nota er nu eenige quaesties bijgehaald die met de oor spronkelijke zaak niets te maken hebben. De heer Weustink heeft namelijk gezegd, dat spreker uit wrok gehandeld heeft in ver band met zijn optreden als inspecteur tegen openbare onderwijzers. De heer Weustink heeft spreker aangezien als den schrijver van een artikel in Haarlem's Onderwijs dat voor hem onaangenaam was. Spreker verklaart evenwel zeer pertinent, dat hij nog nooit een letter in dat orgaan heeft geschreven. Ook is hem nooit eenig advies of raad gevraagd over een artikel in dat orgaan. Spreker besprak daarna nog de oorspron kelijke quaestie. Hij hield vol, dat de heer Weustink eenige vergissingen gemaakt heeft toen hij indertijd in een rede in den raad cijfers gebruikte. De heer Weustink had zoo vervolgde de heer Posthumus moeten erkennen dat hij zich in dat geval vergist had. Als men sta tistieken geeft over vergelijkingen van open baar en bijzonder onderwijs moeten die goed zijn, anders tast men licht de eer der betrok ken onderwijzers aan. Vooral vergelijkingen voor de examens der u. 1. o. scholen zijn moei lijk, maar als men die maakt moet het goed zijn. In, sprekers nota wordt geen enkele ver dachtmaking geuit tegenover het bijzonder onderwijs. Spreker heeft eerbied voor het bij zonder onderwijs en voor de daarbij betrok ken onderwijzers. Wrokgevoelens hebben bij spreker nooit bestaan. Maar hij houdt vol dat als de heer Weustink met cijfers komt, dan wil spreker ze eerst nakijken en bestudeeren. De heer Weustink (r.k.) meende ai de punten uit de nota Posthumus schriftelijk te hebben weerlegd. Sprekers optreden als inspec teur tegen enkele openbare onderwijzers was indertijd volkomen gewettigd. In de Bode is in dien tijd scherp opgetreden tegen spreker's werk als inspecteur,, maar zonder grond. Spreker houdt vol, dat al is de heer Posthu mus niet de schrijver van het artikel in „Haar lems Onderwijs", hij toch de geestelijke vader is. (protesten). In zijn nota pleegt hij zelfs plagiaat op dit artikel. fBovenstaande is reeds in een deel onzer vorige oplage opgenomen.) Indertijd is een Belgische letterkundige die plagiaat pleegde door zijn collega's tij delijk uitgesloten. Zou ook spreker dit in dit geval moeten doen? De heer Posthumus heeft het voorgesteld alsof de diploma's voor het eindexamen der bijzondere m.u.l.o. scholen minderwaardig zijn vergeleken bij de diploma's van de openbare m.u.l.o. scholen. Maar spreker houdt vol. dat beide examens volkomen gelijkwaardig zijn. Spreker teekende heftig protest aan tegen de meening van den heer Posthumus, dat hij in zijn nota ondoordachte dingen heeft ge zegd, Elk woord is door spreker driemaal overdacht. Wat spreker verder over de zaak te zeggen heeft zal hij bewaren tot debehandeling der begrooting. Er wordt 2 minuten toegestaan voor re plieken. De heer Posthumus ontkende plagiaat gepleegd te hebben jegens het artikel van Haarlem's Onderwijs. De heer Weustink hield vol dat hij den indruk had en nog heeft. Toen de discussie heftig dreigde te wor den hamerde de voorzitter en sloot de gedachtenwisseling. gaan ingevolge raadsbesluit van 25 Mei 1904, af te lossen. De raad vereenigde zich met deze voor stellen. De gronden aan de Damstraat. Op 13 Mei j.l. zijn in publieke veiling ge bracht de perceelen Berkenrodesteeg nos. 57 en 13. Aangezien de mogelijkheid tot verkoop van den grond aan de Damstraat vooral door aankoop van het perceel Berkenrodesteeg nos. 57 grooter zou worden, hebben B. en W. den directeur van Openbare Werken gemachtigd te trachten, bovengenoemde perceelen voor de gemeente in bezit te krijgen. Het gevolg hiervan is geweest, dat de ge meente eigenares is geworden voor een bedrag van f 2550, verhoogd met de op den aankoop gevallen kosten en nog verschuldigde belastin gen ad f 473.24. De totale koopsom bedraagt derhalve f 3.023.24. B. en W. stellen voor, dezen aankoop te bekrachtigen. Dit voorstel werd zonder discussie keurd. De sta-in-den-weg in de Rustenburgerlaan. B. en W. hebben aan den eigenaar van het huis in de Esschilderstraat, dat nu midden in de verbreede Rustenburgerlaan staat, een ruiling van grond met f 9000 toegift aangebo den. Dit bedrag wordt door den eigenaar nog te laag geacht. Daarom stellen B. en W. voor, een rechtsvor dering, zoowel in eersten aanleg als in cas satie, in te stellen. Voorstel werd goedgekeurd. Nieuwe openbare school Haarlem-Noord. Het voorstel tot beschikbaarstelling van f 79.000 voor den bouw van een school voor gewoon lager onderwijs aan de Gijsbrecht van Aemstelstraat in Haarlem-Noord werd aange nomen. Uitbreidingsplan Zuid-West Voorstel tot vaststelling der „Wijziging No. 7" van het Uitbreidingsplan „Zuid-West", als mede de „Bebouwingsvoorschriften". B. en W. stelden voor afwijzend te beschik ken op bezwaarschriften van B. en W. van Bloemendaal en van het bestuur der St,- Lambertus-Stiehting te Overveen. De heer Van Kessel (r.-k.) vreesde dat het natuurschoon op dit terrein (ten N. van den Zijlweg aan de grens van Bloemendaal) geschonden zal worden. B. en W. zijn slechts voor een klein gedeelte tegemoet gekomen aan de bezwaren van Bloemendaal en de St. Lambertusstichting. In de woestijn van bouwnijverheid te Haarlem mag toch wel eens één oase bestaan. Die oase moet dan komen nabij de Bloemendaalsche grens. La ten B. en W. het nu ingediende uitbreidings- i plan terugnemen om voor dit terrein een meer open bebouwing te ontwerpen. In dit ontwerp zijn ook te veel winkels geprojec teerd .omdat er even over de grens immers reeds veel winkels zijn. VOOR DE PIJP. (Adv. Ingez. Med.) De heer Klein Schiphorst (r.-k.) meende dat aan het verzoek van den heer Van Kessel voldoen moet worden. De heer Castricum (r.-k.) vroeg of open bebouwing financieele nadeelen voor de gemeente met zich mee kan brengen. De heer Wolzak (a.-r.) stelde de vraag of de omgeving wel een open bebouwing wet tigt. In de omgeving is reeds een gesloten of half gesloten bebouwing. Is de grond niet te duur voor open bebouwing. De heer Re in al da (s.d.a.p.) wethouder, antwoordde den heer Castricum, dat de ge meente op dit punt geen gronden bezit. Fi nancieele gevolgen zitten er dus voor de gemeente niet aan. Wat de bezwaren van den heer Van Kes sel „den burgemeester van het Randdorp", betreft, wijst spreker er op, dat dit raadslid niet goed op de hoogte is. Er bestaat voor den betrokken grond een uitbreidingsplan met gesloten bebouwing en nu stellen B. en w. voor den toestand te verbeteren door er een half open bebouwing van te maken. Tusschen de huizen moet .5 Meter tusschenruimte lig gen. De nieuwe woonwijk zal een overgang zijn tusschen Haarlem en Bloemendaal. In woonwijken moeten winkels zijn. Daar mede is nu ook rekening gehouden. Er ko men er in totaal 10, in twee groepen van 3 en 7. Dat is beter dan die 10 winkels over het kwartier uit te schudden. Het voorstel van B. en W. werd daarop aangenomen. Restauratie Vleeschhal. Voorstel om een bedrag van f 70.000 ter be schikking van B. en W. te stellen voor de res tauratie van de Vleeschhal. Naar de meening van B. en w. kan niet lan ger meer met de uitvoering van het restaura tiewerk worden gewacht. Elk uitstel beteekent grooter nadeel voor het gebouw. Zij meenen er op te mogen vertrouwen, dat de Minister, alsmede Ged. Staten de in uitzicht gestelde subsidies als nog zullen willen baseeren op het laatstelijk geraamd bedrag ad f 70.000. Aan gezien de subsidies 65 pet. (50 pet. en 15 pet.) van het zooevengenoemd bedrag zullen be dragen, zal voor rekening van de gemeente blijven 35 pet. of ten hoogste f 24500. De heer Kuiper (r.k.) meende dat dit restauratiewerk door eerste klas vakarbeiders gemaakt zal moeten worden. Daarom zou het onjuist zijn als hierbij lagere loonen zouden worden uitbetaald. - Zou het daarom niet beter zijn om het werk uit te voeren buiten het Werkfonds om? De heer Castricum (r.k.) wees er op dat deze zaak van de restauratie der Vleesch hal nu reeds twee jaar hangende is. Het ob ject zal moeten worden uitgevoerd als nor maal werk, op de loonen mag niet gekort worden. De heer Peper (communist) onderstreepte de betoogen van de heeren Kuiper en Castri cum. De heer R e i n a 1 d a (s.d.a.p.)wethouder, zou gaarne in de gelegenheid zijn het werk op de gewone wijze te financieren, maar de financieele omstandigheden der gemeente veroorloven dit helaas niet. Haarlem verkiest eenmaal in die noodpositie. Daarom moet de hulp van het Werkfonds ingeroepen worden. Voor restauratiewerk is dit al meermalen in het land gebeurd, waarbij overeenstemming verkregen is tusschen vakbonden en Werk fonds over de loonen. Spreker vertrouwt dat er ook nu overeenstemming verkregen zal worden. Er is helaas achterstand in onderhouds werk te Haarlem. Het mooie torentje van Spaarndam moet gesloopt worden, maar de stukken worden bewaard in de hoop, dat het later nog weer opgebouwd zal kunnen wor den. Binnenkort zullen B. en W. voorstellen doen om nog meer onderhoudswerken via het Werkfonds uit te voeren. B. en W. zullen trachten voor de arbeiders de beste loonvoor- waarden te stellen. De heer Noordhoff (s.d.a.p.) was over tuigd, dat dit gelukken zal, temeer ornaat er vrijwel alleen vaklui aangesteld kunnen wor- den. De heer Kuiper: als het dan niet anders kan dan moeten wij er in vredesnaam ge noegen mee nemen. De heer Castricum wilde niet langer leunen op het Werkfonds. Spreker diende een motie in om den raad te laten uitspreken, dat dit werk onder normale loonen moet worden uitgevoerd. De heer Peper handhaafde ook zijn zwaren.è De heer Visser (CJH.) verdedigde het voorstel van B. en W. Als de motie Castricum aangenomen wordt is er kans, dat Rijk en Provincie geen subsidie geven. Het aantal werken dat in werkverschaffing wordt uitge voerd wordt te Haarlem reeds zooveel moge lijk beperkt. De heer Noordhoff was ook overtuigd, dat aanneming van de motie Castricum de subsidie in gevaar zou brengen. De heer Klein Schiphorst (r.k.) meende dat dat werk is dat niet uitgesteld lean worden. Het moet dus uitgevoerd worden als normaal werk. De heer de Braai (A.R.) nam aan dat de gemeente het werk niet op de normale wijze kan uitvoeren. De heer Van Engelen (KJD.P.) pleitte ook voor uitvoering op de normale wijze. De heer Kuiper: het dilemma is: met steun van het werkfonds uitvoeren of anders niet. Als de motie Castricum aangenomen wordt blijft de Vleeschhal staan zooals die nu is. De heer Re in aid a, wethouder, wees er op, dat de gemeente Haarlem veel doet om de boel weer aan den gang te krijgen. De raad mag evenwel niet verder gaan dan mogelijk is. Als de motie Castricum wordt aangenomen wil het zeggen, dat het niet wordt gedaan. Het voorstel Castricum werd verworpen met 27 tegen 7 stemmen, Daarop werd het voor stel van B. en W. aangenomen. Ontdek Uw land per CEBUTO-Touringcar 4 dg. Valkenburg-Ardennen en Eifelgebergte f 25. 6 dg. Valkenburg-Ardennen Eifel en Zuid-Limburg f 38.75 2 dg. Mooi Nederland f 15.75 3 Valkenb.-Ard. „19.- 3Eifelgeb.,, 19.- 4 Mooi Nederland „34.25 i Reisgids bij JAC. HEEMSKERK Houtplein 34 - HAARLEM - Tel. 164" c CEBUT© Reizen zonder zorgen (Adv. Ingez. Med.) Over fraude. Voorstel om afwijzend te beschikken op een verzoekschrift van de Landelijke Federatie van Bouwvakarbeiders om teruggave van het door haar betaalde bedrag van f 338.20 als vergoeding voor de door een penningmeester gepleegde fraude. De heer Peper (communist) vond het standpunt dat B. en W. hebben ingenomen niet juist. Er zijn te Haarlem zeer weinig ge vallen van fraude voorgekomen onder be stuurders van organisaties. Het is niet te verdedigen, dat de gemeente de schade verhaald heeft op de organisatie onder het dreigement dat anders maatrege len genomen zouden worden tegen die orga nisatie. Spreker geloofde dat er nu niets meer aan te doen is, maar hoopte dat B. en W. in het ver volg een ander standpunt zullen innemen. De heer Drilsma (S.D.A.P.) betoogde, dat de organisatie zich dadelijk moreel ver plicht had moeten gevoelen de schade te be- De Overval door LOKA. Nieuw raadslid. De geloofsbrieven van het nieuw inkomend raadslid den heer A. G. C. Engelgeer (Chr.- Hist.) worden onderzocht. De raad besloot- tot toelating. Geldleeningen. B. en W. hebben een aanbieding ontvangen voor een geldleening groot f 294.800, aan te gaan op onderhandsche schuldbekentenis a pari tegen een rente van 3V2 pet. per jaar en van 4 pet. per jaar gedurende de volgende 19 jaar van deze 29-jarige geldleening. B. en W. achten de voorwaarden van dien aard, dat zij den Raad voorstellen bedoelde aanbieding te aanvaarden en met de opbrengst van deze geldleening het restant ad f 294,800 der 4 1/4 pet. geldleening oorspronkelijk groot f 300.000, aangegaan ingevolge raadsbesluit van 12 Augustus 1936 af te lossen. Verder hebben B. en W. een aanbieding ont vangen voor een aan Haarlem te verstrekken geldleening van f 668.000 aan te gaan op on derhandsche schuldbekentenis a pari, tegen een rente van 3 pet. per jaar en met een loop tijd van 15 jaar. Zij stellen voor, die aan bieding te aanvaarden en met de opbrengst het restant ad f 668.000 der 3 ft pet, geldlee ning, oorspronkelijk groot f 2,000.000, aange- George Dramon nam plaats in de leege reis koets, waarmee hij naar Durango reizen wilde. Het zou een lange en vermoeiende tocht wor den, dwars door de Mexicaansche laagvlakte. De weg lag open, onbeschut in de brandende zon; lange heuvelruggen aan beide zijden, sloten het dal in, als een doos, en beletten den zeewind den reizigers wat koelte te brengen. De reiskoets was een ouderwetsch, slecht te ventileeren vehikel, met zware gordijnen voor de kleine raampjes en banken met vee', fluweel. De weg was vol keien en kuilen, de veeren van den wagen slecht. Een dag alleen in deze broeiende kooi leek hem verre van aangenaam maar toch was hij blij dien dag geen medereizigers te zullen hebben. In zijn portefeuille bevind zich een groot bedrag en in die streek kwamen aan randingen veelvuldig voor. Daar kwam nog bij, dat de mogelijkheid bestond, dat iemand van zijn transport op de hoogte kon zijn. Hij had bij zich het geheele loonbedrag voor de arbei ders die werkten aan de vloeivelden van de Rio Grande en dit kon stellig geen geheim blijven. Hij kende de streek goed; veel moois was er niet te zien en hij staarde lusteloos door het kleine raampje, zich inspannend om niet in slaap te vallen. Ongeveer een half uur was de wagen zoo voortgeschokt, toen de koetsier, die hoog boven den wagen zat. met kracht zijn paarden tot stilstand bracht. George hoorde praten: men scheen het niet over den prijs eens te kunnen worden en toen verscheen een groote man voor het raampje. Dramon bekeek hem een moment argwanend, gereed om zich te verdedigen. Oogenschijnlijk had de vreemdeling geen plan om een geweld daad te plegen, maar het gebeurde bijna nooit dat onderweg nog iemand instapte, want er lagen geen plaatsen meer aande route. De man opende de deur, werkte zich met moeite door de opening en liet zich op de onbezette bank neervallen. Hij begon te spreken, met zware stem. „Ik kom u vandaag een beetje gezelschap houden. Het is wel niet gebruikelijk onderweg in te stappen", en wijzend in de richting van den koetsier, liet hij er op volgen: „die dief heeft mij toch den vollen prijs laten betalen." Hij deed moeite deze woorden vriendelijk te laten klinken, maar Dramon voelde zich toch verre van gerust. De kerel was zeer groot en had een tamelijk ongunstig gezicht. Zijn ba gage bestond uit een klein pak en, mocht hij gewapend zijn, zichtbaar droeg hij zijn bewa pening niet. George Dramon was zoo ver mogelijk achter uit in de kussens gaan zitten en lette nauw keurig op iedere beweging van den indringer. Hij bemerkte zeer goed, dat de man stellig niet zoo rustig was als hij zich bij zijn entree wilde voordoen. Eerst scheen hij het gesprek te wil len voortzetten, maar hij bedacht zich. Ge maakt onverschillig keek hij naar buiten, maar Dramon bemerkte, dat hij, af en toe, zeer on verwacht, een snellen blik op hem wierp. Het werd een enerveerende tocht. Over een verlaten vlakte reed de koets: hoog boven de wagen zat de koetsier, die door het schokken en kraken onmogelijk zou kunnen bemerken, wat zich daarbinnen afspeelde. En in den wagen zaten twee mannen elkaar te beloeren. Na een uur kon Dramon het niet meer uit houden. Zijn tegenstander maakte een ver dachte beweging en George beantwoordde dit met het te voorschijn halen van zijn revolver. Hij wilde toonen, dat hij van plan was zich te verdedigen. Eenige minuten belanceerde hij het wapen op zijn vlakke hand en liet het toen, met een dreigenden blik in zijn zijzak glijden. De man scheen de bedreiging goed begrepen te hebben: angstig bleef hij kijken naar de plaats waar de revolver zich moest bevinden. Een kwartier lang bleven de beide partijen elkaar zoo opserveeren, aanval en afweer be rekenend. Toen begon de vreemdeling voor het eerst weer te praten. Zijn stem klonk onvast. „Mijnheer, ik raad U aan voorzichtig te zijn met die revolver". „En waarom raadt U mij dit?" vroeg Dra mon scherp. „Ziet U dit pakje?" „Dat pakje, ja, wat is daar mee?" antwoord de Dramon verwonderd, een poging om zijn aandacht af te leiden vreezend. „Dat zal ik U vertellen" klonk het antwoord, nu iets kalmer. Ik werk bij de granietvelden. Bij dat werk hebben wij dynamiet noodig. De voorraad was op en ik ben er op uit gegaan om een nieuwe partij te koopen. De groote zen ding wordt opgestuurd, maar ik heb maar vast een monster meegenomen. Dat zit in dit pak". En bij deze woorden tilde hij het voorzichtig met beide handen omhoog. Dramon schoof plotseling zoo ver mogelijk in een hoek van de bank. Het moet wel een zeer gevaarlijke misdadiger zijn, die zich van dy namiet bediende, overlegde hij. Zijn hand bleef bij de revolver. De ander keek angstig naar die hand en ging voort: „Daarom heb ik U gera den voorzichtig te zijn met de revolver als die eens per ongeluk zou afgaan, zou dit pak door de schok kunnen ontploffen" De tocht duurde lang, bijna een geheelen dag, maar voor de twee reizigers scheen het wel een jaar. Onbewegelijk zaten zij elkaar aan te staren in den schokkenden wagen. Het was zeer warm in de kleine ruimte tusschen het fluweel en de zware gordijnen. De eene man hield en pakje met beide handen omklemd en niet minder dreigend en krampachtig omvatte de ander de greep van zijn revolver. Het wis selen van de paarden bracht geen verlossing. De koetsier scheen hen geheel vergeten te hebben en de eenige ontmoetingen, in het verlaten land, waren eenige snel voorbij ja gende ruiters. Maar zelfs op de schrikkelijkste nacht volgt de dag. Durango werd bereikt. De wagen hield stil en voor het eerst dien dag kwamen men- schen door de raampjes kijken. „Eindelijk" zei de groote man en met een zucht van verlichting wierp hij het pak dyna miet op de bodem van den wagen. Dramon sloot de oogen, wachtend op het einde. Doch er gebeurde niets. Zijn tegenstan der had de deur opengegooid was naar buiten gesprongen en gilde nu: „Neemt hem gevan gen, hij is 'n roover heeft me met een re volver bedreigd. Met een pak ondergoed heb ik hem in bedwang gehouden houdt hem. Veel armen grepen den totaal verbouwereer den Dramon aan. Hij werd naar het politie posthuis geduwd en tien minuten na zijn aan komst te Durango werd hij als misdadiger voor den sheriff gevoerd. Deze magistraat keek hem zeer verwonderd aan, maar toen hij achter Dramon diens groo- ten aanklager zag binnenstappen, begon hij onbedaarlijk te lachen. „Heeren ,wat is dat een grappig misverstand. Mijnheer Dramon van de Rio Grane en mijn heer Wains van de Graniet Maatschappij heb- talen. Juridisch stond die plicht niet absoluut vast. Nu de organisatie eenmaal betaald heeft, kan er van teruggave evenwel geen sprake zijn. De heer Castri cum (R.K.) vond het onjuist, dat het geheele bestuur voor de fout van één bestuurder verantwoordelijk wordt gesteld. Is de controle der gemeente in dit ge val wel voldoende geweest. De heer Noordhof f (S.D.A.P.) zei dat vele organisaties de schade ongevraagd zou den hebben vergoed. De vakbeweging moet de verantwoordelijkheid dragen. De heer Van Liemt R.K.wethouder, zei dat de kwestie bij B. en W. maandenlang gehangen heeft. B. en W. moeten kunnen vertouwen op de or ganisaties. De bewuste penningmeester inde nog steeds steungelden voor een lid dat al lang op een trawler voer. De organisatie heeft dus geknoeid met de uitbetalingslijsten en daarvan mag de gemeente geen schade hebben. Gelukkig komen er zeer weinig gevallen van fraude door organisatiebestuurders voor. Het voorstel van B. en W. werd aangenomen. Wijziging pachten Stads schouwburg en Concert gebouw. Voorstel om over te gaan tot verlaging van de pacht van den Stadsschouwburg en het Ge meentelijk Concertgebouw, omdat bij de hui dige pacht geen gunstige exploitatie verkre gen kan worden. Voor den Stadsschouwburg stellen B. en W. voor, de pacht van f 14.000 tot f 12.000 te verlagen en voor het Concertge bouw van f 21.000 tot f 18.000 per jaar. De heer Castri cum (R.K.) herinnerde er aan, dat hij indertijd op een vrije verpach ting van het Concertgebouw heeft aangedron gen. De heer Deinum heeft evenwel uit vrijen wil niet alleen de pacht van het Concertge bouw aanvaard, maar ook van den Stadsschouwburg. Nu blijkt, dat de exploi tatie tegenvalt, maar dat is geen re den voor de gemeente om de pacht sommen te verlagen. De raad heeft geen goed overzicht van de exploitatie van die gebou wen. De heer Noordewier (communist) hoeveel zal de verlaging bedragen van de zaal- huren in het Concertgebouw? De heer Visser (C.H.) meende dat de heer Deinum niet geheel vrijwillig overge gaan is tot pachting van den schouwburg. De gemeente stond elk jaar voor groote tekor ten. Er is voor verlaging der pacht veel te zeg gen. De heer Boes (V.D.)wethouder, zei dat B. en W. de overtuiging hebben, dat de heer Deinum thans geen verdienste heeft uit een van beide bedrijven. Hij heeft toch recht op een zeker loon voor zijn werk, want hij doet dat werk heel verdienstelijk. Het is niet te voorzien, dat de toestand binnenkort verbe teren zal. Het is nog niet zeker of de pachter de huur der zalen zal verlagen. Wel is daarop door B. en W. aangedrongen. Voor de zalen die de gemeente huurt is de prijs al ver- Het voorstel van B. en w. werd met 28 tegen 5 stemmen aangenomen. Schoolgeld. Voorstel tot vaststelling van de Verorde ning op de heffing van schoolgeld voor het Gymnasiaal- en Middelbaar Onderwijs; van de Verordening op de invordering van school geld dezer onderwijs-inrichtingen; van de Verordening op de heffing van schoolgeld voor het Lager- en Gemeentelijk Voorberei dend Lager Onderwijs, en van de Verorde ning op de invordering van schoolgeld dezer onderwij s-inrichtingen. De heer Peper (communist) gaf toe, dat er in het schoolgeld door de voorgestelde wijzi ging weinig veranderinag zal komen. In enkele gevallen zijn de veranderingen in het nadeel der groote gezinnen. Spreker vond het verkeerd, dat de gemeente aan onvermogende leerlingen van het M. O. slechts kosteloos boeken en leermiddelen geeft als zij op de rapporten een gemiddeld cijfer van 6J/2 halen. (Nu is dat 6). Het rijk stelt ten dien opzichte geen voorwaarden aan de ge meentetarieven. Daarom is de verslechtering niet aan te bevelen. Hij stelde voor den ouden toestand (gemiddeld 6) te handhaven. Mevrouw Scheltema (V.B.) drong aan op een betere reductie regeling in de veror dening aan, waardoor meer schoolgeld naar draagkracht betaald zal worden. Er moet reductie gegeven worden voor alle schoolgaan de kinderen. De heer Westerveld (s.d.a.p.) betoogde, dat de minstdraagkrachtigen het zwaarst door de nieuwe verordening getroffen worden. De grens voor het inkomen waarbij geen school geld betaald behoeft te worden is namelijk f 100 verlaagd. Voor de bestgesitueerden is het schoolgeld daarentegen verminderd. Dit is evenwel een gevolg van de voorschriften der regeering. B. en W. moeten er naar streven de aanslag biljetten zoo spoedig mogelijk te laten uitrei ken na het begin van het schooljaar. Nu ko men de aanslagen dikwijls erg laat. De heer Van der Wall (C.H.) vond het toepassen van gezinsreductie het meest aan te bevelen. Voor het voorstel Peper is veel te zeggen. Een gemiddeld cijfer van 6% is te hoog. Met 61/4 is genoegen te nemen. De heer Castricum (r.k.) bracht hulde aan B. en W. dat zij er in geslaagd zijn ver hooging van schoolgeld te voorkomen. De heer Posthumus (s.d.a.p.) steunde het voorstel Peper. Laten B. en W. dat overnemen. De heer Boes, wethouder, was gevoelig voor de algemeene instemming ide het voorstel van B. en W. heeft verworven. Zelfs de heer Peper, was tevreden. Zoowel aan gezins- als aan leerlingenreduc tie zyn voor. en nadeelen verbonden. B. en W. hebben de voorkeur gegeven aan de gezins reductie. B. en W. hebben bij nadere overweging geen bezwaar om het gemiddeld cijfer van 6V2 weer op 6 te brengen. Zij nemen dus het voorstel Peper over. B. en W. zullen streven naar een vlugge uit reiking van de aanslagbiljetten. Het voorstel van B. en W. werd daarop aan genomen. Benoemingen. Voorstel om de dames S. C. van Welsenus, Teljeur en S. Duba, allen reeds eenige ja ren tijdelijk als zoodanig werkzaam, te be noemen tot onderwijzeres bij het voorberei dend lager onderwijs. De voorgedragenen werden benoemd. DAMESKOOR VAN MEVR. SYBRANDI NAAR HILVERSUM. Het Dameskoor onder leiding van mevrouw ben elkaar aangerand. Ik heb in tijden niet|Mien Sybrandi—Halberstadt, gaat heden naar zoo iets aardigs gezien". Hilversum, om bij de A.V.R.O. aan een gevari- .ej_ |€erd programma mee te werken. De begeleï- I ding is in handen van mej. Jikke Heyselaar De soli worden gezongen door de dames- M Baas, E. Sybrandi en M. Poldermans. Verslagen staarden de twee uitgeputte zigers elkaar aan. Aangenaam" zei Wains. „Zeer aangenaam" zei Dramon.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 10